Oud nieuws in de verjongingsketel – Beltane 2020

Weirdo’s

Begin januari was er in Engeland iets te doen om een politiek adviseur die ‘weirdos and misfits’ in dienst wilde nemen. Steven Poole vertelde in zijn taalrubriek in The Guardian dat het woord ‘weirdo’ voor het eerst in 1955 in geschreven vorm opdook in de jazzscene. Het duidde een persoon aan die in het Nederlands waarschijnlijk een ‘rare vogel’ heette. Vóór die tijd kende het Engels wel ‘weirdie’ of ‘weirdy’. Al deze aanduidingen hebben te maken met ‘weird’ of ‘wyrd’, een oud woord voor het lot. In Macbeth komen de drie ‘weird sisters’ voor en in Shakespeares tijd werden daar heksen mee bedoeld. Aanvankelijk waren het lotsgodinnen. Kortom, besloot Poole, weirdo’s zijn heksen die met bovennatuurlijke krachten de toekomst een andere wending kunnen geven – met het oog op de Brexit misschien best zinnig personeelsbeleid!

Macbeth en Banquo ontmoeten de drie heksen. Boekillustratie, eind 19de eeuw (collectie Rijksmuseum)

Onbedoeld kwaad

In Nederland gingen ook bij de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek (CPNB) de gedachten uit naar iets radicaals in de politiek, want het thema voor de boekenweek van dit jaar werd ‘Rebellen en dwarsdenkers’. Door de komst van het nieuwe coronavirus viel de boekenweek in duigen, maar tegen die tijd was het themanummer ‘Dwarsdenken – Liefdevol rebelleren met de pen’ van Filosofie Magazine (maart 2020) al klaar. Hierin was veel interessants te lezen.

Filosoof en jurist Klaas Rozemond leverde in een interview kritiek op Hannah Arendts bekende stelling over ‘de banaliteit van het kwaad’. Filosofe Arendt volgde in 1961 het proces in Jeruzalem tegen de nazi Adolf Eichmann. Eichmann was verantwoordelijk geweest voor het transport van talloze Joden naar de vernietigingskampen. Zelf beweerde hij tijdens het proces dat hij zich niet realiseerde dat de Joden daar vermoord zouden worden, en dat hij alleen maar deed wat hem werd opgedragen.

Eichmann zag er volgens Arendt uit als een zielig burgermannetje zonder charisma. Mogelijk geloofde ze daardoor dat hij echt alleen maar braaf zijn werk had geprobeerd te doen, zonder zich vragen te stellen over de aard van dat werk. Zij concludeerde dat het kwaad in de wereld niet louter de schuld is van degenen die welbewust kwaad doen, maar minstens zoveel van de vele gezagsgetrouwe ‘gewone mensen’, die doen wat de ‘hoge heren’ van ze vragen omdat ze eenvoudig een rustig leven willen zonder moeilijke ethische overwegingen. Zij overzien niet waar hun gehoorzaamheid toe leidt, omdat ze geloven dat hun individuele, kleine bijdrage aan het geheel nooit van groot belang kan zijn.

Rozemond ontkent niet dat er zoiets als de ‘banaliteit van het kwaad’ bestaat, maar hij noemt Arendts inschatting van Eichmann als ‘banale dader’ een enorme vergissing. “Niemand die zich in de processtukken verdiept kan redelijkerwijs nog verdedigen dat Eichmann niet zelf de intentie had om het Joodse volk te vernietigen. (…) In Jeruzalem ontkende hij die intentie, omdat hij heel goed besefte dat hij daarom als genocidepleger zou worden opgehangen.”

Voor veel mensen is slecht gedrag vergeeflijk als blijkt dat iemand het niet expres deed maar per ongeluk. Wanneer iemand een ander heeft doodgemaakt, maakt het voor de rechtspraak veel verschil of dit opzettelijk (moord of doodslag) of onopzettelijk gebeurde (dood door schuld). Maar Rozemond verwijst naar een andere, eerdere stelling van Arendt: de morele betekenis van iemands handelingen wordt niet alleen bepaald door de intentie van die persoon, maar hangt ook af van het oordeel van rechters en toeschouwers. Als iemand bijvoorbeeld zelf om wat voor reden ook oprecht gelooft dat het gerechtvaardigd en juist is om een bepaalde bevolkingsgroep uit te moorden, kan een rechter die moordpartij toch als genocide veroordelen. Of de dader het wel of niet goed bedoelde, is niet doorslaggevend.

Metaforen

Een ander artikel in Filosofie Magazine ging over de sofisten, de wijsheidsleraren uit het oude Griekenland die al eeuwenlang een slechte reputatie hebben, omdat Plato meende dat zij helemaal niet geïnteresseerd waren in waarheid en de beste maatschappijvorm, maar alleen maar handige babbeltrucs onderwezen. Sebastien Valkenberg wierp in zijn artikel tegen dat de sofisten juist wel streefden naar een rechtvaardige maatschappijvorm – althans wat wij nu als zodanig beschouwen: een democratische samenleving waarin iedereen de kans moet kunnen krijgen om zich te ontwikkelen, sociaal hogerop te komen en deel uit te maken van het bestuur. Sofisten gaven onderricht in retorica en politieke ideeën.

Maar volgens Plato had de democratie in Athene er toe geleid dat zijn leermeester Socrates ter dood was gebracht, en hield die staatsvorm in dat stomkoppen zonder benul van besturen aan de macht kwamen. Hij zag meer heil in een staat waarin alle inwoners vaste taken kregen toebedeeld, onder leiding van een filosoof-koning, die het scherpste filosofische inzicht had in de eeuwige en absolute wereld van de Ideeën of Vormen, waarvan de zintuiglijk waarneembare wereld slechts een onvolmaakte afspiegeling was. Een van de belangrijkste Vormen was die van de Rechtvaardigheid. Niet-filosofisch geschoolden waren volgens Plato niet in staat de ware Rechtvaardigheid in de Ideeënwereld te aanschouwen. Zij konden daarom ook geen rechtvaardigheid in de politiek brengen; dat zag je wel aan de veroordeling van Socrates.

Het Schip van Staat. Propagandaprent uit 1691 (collectie Rijksmuseum)

Plato beargumenteerde zijn politieke opvattingen met een metafoor: hij vergeleek de stadstaat met een schip, schreef Valkenberg. Een (zee)schip moest natuurlijk onder leiding staan van een kundige kapitein/stuurman. Je kon niet zomaar matrozen aan het roer zetten, die volstrekt geen verstand hadden van zaken als: de sterren waarop ze moesten letten voor de juiste koers (er was nog geen kompas of GPS), de wind, de getijden, de stromingen, gevaarlijke ondiepten enzovoort. Plato zette hiermee een krachtige metafoor neer, die zelfs honderden jaren later nog menigeen wist te overtuigen. In het Nederlands kennen we nog altijd de uitdrukking ‘het schip van Staat’. Woorden als ‘gouverneur’, ‘gouvernante’ en ‘gouvernement’ zijn (via het Frans en Latijn) uiteindelijk afkomstig van het Griekse κυβερνήτης (kubernètès), dat ‘stuurman’ betekent.

In Psychologie Magazine (nr. 4 -2020) ging Otje van der Lelij in op de kracht van beeldspraak. Coaches en therapeuten maken gebruik van metaforen om abstracte begrippen en gevoelens te verhelderen, en om iemands gedrag een bepaalde kant op te sturen. Ze kunnen bijvoorbeeld aan de slag gaan met een droom van een cliënt, die in beelden uitdrukt hoe die persoon zich voelt. Of misschien komt iemand zelf met een metafoor, zoals “ik zit gevangen in mijn eigen hoofd”. De therapeut kan dan vragen wie de sleutel van die gevangenis heeft, zodat de cliënt zich realiseert dat hij dat zelf is. Een pianist die van zijn negatieve gevoelens af wilde, begreep in één klap dat die ook gewoon bij het bestaan horen, toen zijn therapeut hem vroeg om een levenslied te spelen zonder de zwarte toetsen op de piano te gebruiken – dat kon namelijk niet. “Telkens als deze man achter zijn piano kruipt, wordt hij hieraan herinnerd. Zo kan een metafoor verankerd raken in iemands leven”, vertelde psycholoog Gijs Jansen in het artikel. Wie zo’n therapeutische metafoor heeft gekozen of meegekregen, kan zichzelf daar regelmatig aan helpen herinneren door bijvoorbeeld een bijpassend plaatje als achtergrond op de telefoon te zetten.

Samen met een coach of gewoon voor jezelf kun je zoeken naar een beeld dat uitdrukt wat je wilt bereiken en hoe je daarnaartoe kunt werken. Wie zichzelf beschouwt als ‘reiziger’ op weg naar …, blijkt het nieuwe gedrag (bijvoorbeeld gezond eten) langer te kunnen volhouden dan iemand die streeft naar een ‘doel’. Bij dat laatste is het hele traject daarnaartoe, met alle bijbehorende ups en downs, immers niet in het beeld geïntegreerd.

Maar juist doordat beeldende vergelijkingen zo krachtig inwerken op de menselijke geest, kunnen ze ook schade aanrichten. In een onderzoek kregen twee groepen een tekst over toenemende criminaliteit te lezen; in de ene tekst werd de misdaad omschreven als “een roofdier dat in steeds meer wijken op de loer ligt” en in de andere als “een zich steeds verder verspreidend virus”. De mensen die over het roofdier hadden gelezen, vonden vervolgens dat de misdaad hard aangepakt moest worden met meer politie en hogere straffen; terwijl de mensen die de virustekst hadden gelezen, vonden dat men de oorzaken moest aanpakken door armoedebestrijding en beter onderwijs. Door berichten over ‘Blue Monday’ gaan sommige mensen zich heel somber, heel ‘blue’ voelen. Het is dus heel belangrijk om niet zomaar een willekeurige metafoor, maar een weldoordachte, goede metafoor te kiezen, waarschuwt Psychologie Magazine.

De kracht van woorden

Uit het artikel valt niet heel duidelijk op te maken waarin metaforisch taalgebruik zich nu onderscheidt van ander taalgebruik. Van der Lelij schrijft dat metaforen in onze taal zitten ‘ingebakken’ en citeert een psycholoog uit Arizona: “Elke twintig woorden schilderen we gemiddeld één beeld.” Ingebakken en schilderen zijn duidelijk beeldspraak. ‘Beeldspraak’ zelf is beeldspraak.

Volgens sommige filosofen is elk taalgebruik metaforisch, dus ik bevind me in goed gezelschap als ik de finesses van het onderscheid tussen metafoor (en beeldspraak, allegorie, metonymie en wat er verder aan termen bestaat) en overige vormen van taalgebruik maar laat zitten en concludeer: woorden zijn zelden alleen maar woorden; woorden werken. Wie zich hierop toelegt, kan met louter woorden veranderingen teweegbrengen – in zichzelf, in een ander of in de maatschappij. Veranderingen ten goede, of ten kwade! Waar het coronavirus “een Chinees virus” of “een buitenlands virus” werd genoemd, werd vreemdelingenhaat aangewakkerd en kregen veel ‘autochtonen’ een vals gevoel van veiligheid.

Drie heksen dansen over de Schotse Hooglanden.
Illustratie bij Macbeth. Ets, Daniel Nikolaus Chodowiecki, 1784 (collectie Rijksmuseum)

De ‘weird sisters’ uit Macbeth – we kwamen ze hierboven al tegen – begroeten Macbeth door hem aan te spreken als Thane of Glamis, wat inderdaad zijn titel is, en vervolgens met twee titels die, voor zover hij dan weet, aan anderen toebehoren. Vanaf het ogenblik dat hij hoort dat de koning hem ook de tweede titel heeft toegekend, kunnen Macbeths vrouw en hijzelf de gedachte aan de volgende titel – koning – niet meer uit hun hoofd zetten en besluiten ze het lot een handje te helpen… wat uiteindelijk tot hun ondergang leidt. Zij hadden de waarschuwing in Psychologie Magazine natuurlijk niet gelezen, en ook niet de commentaren bij Shakespeare die in de groet “all hail” een voorbode van onheil zien, omdat deze woorden in verband worden gebracht met Judas’ verraad van Jezus.

First Witch: All hail Macbeth, hail to thee, Thane of Glamis!
Second Witch: All hail Macbeth, hail to thee, Thane of Cawdor!
Third Witch: All hail Macbeth, hail to thee, that shalt be King hereafter!
– Shakespeare: Macbeth. Act One, Scene Three

Oedipus

De grote invloed van woorden in de vorm van een voorspelling is misschien wel het bekendst uit de mythe van Oedipus. Het verhaal wordt meestal ongeveer zo verteld: Toen koning Laius en koningin Jocaste van Thebe (in Griekenland, niet Egypte) een zoon kregen, voorspelde de beroemde blinde ziener Tiresias dat die zoon hen geen geluk zou brengen, maar dood en verderf. Daar voelden ze weinig voor, en daarom gaven ze het kindje mee aan hun herder om het met een touw door de voetjes, zodat het niet zou weglopen, ergens in het Cithaerongebergte achter te laten zodat de wilde beesten het zouden opeten, of het uiteindelijk vanzelf zou sterven. Een wat omslachtige manier om een kind uit de weg te ruimen, maar het rechtstreeks vermoorden durfden ze niet.

De herder kwam in de bergen echter een collega tegen: de herder van koning Polybus en koningin Merope van Corinthe. Deze twee wilden heel graag kinderen, maar het lukte maar niet. De herders waren het met elkaar eens dat als het ene stel graag een kind wilde, en het andere stel een kind kwijt wilde, het de beste oplossing voor iedereen was als het kind naar Corinthe ging in plaats van in de bergen zijn dood te moeten vinden. Zo groeide het jongetje op als koningszoon van Corinthe. Omdat hij door het touw opgezwollen voetjes had toen de herder hem naar het koningspaar bracht, werd hij ‘Zwelvoet’ oftewel Oidipous (in Latijnse spelling Oedipus) genoemd.

Toen Oedipus een jongeman was, riep op een dag iemand in een dronken bui dat iedereen wist dat hij, Oedipus, helemaal niet de zoon van Merope en Polybus was, maar een of andere bastaard van onduidelijke afkomst. Dit bracht Oedipus aan het twijfelen en hij ging naar de koning en koningin om te vragen of dat waar was. Zij werden boos en hij nam aan dat het dus niet waar was. Maar om echt helemaal zeker te zijn, besloot hij naar het orakel van Delphi te gaan, om daar aan de god Apollo te vragen of zijn ouders wel echt zijn ouders waren.

Orakels gaven nogal eens cryptische antwoorden. In dit geval zei de pythia (de Delphische orakelpriesteres) iets als “Je vader? Die zul je vermoorden! Je moeder? Daarmee zul je naar bed gaan!” Niet echt het geruststellende antwoord waarop hij hoopte. Op de terugweg liep hij hierover te piekeren. Hij besloot nooit meer naar Corinthe terug te gaan.

Verder reizend kwam hij bij een driesprong, op hetzelfde moment dat daar een hooghartige oude man met zijn bedienden aankwam. De grijsaard vond dat Oedipus niet snel genoeg voor hem opzij ging, en sloeg de jongeman met zijn stok. Oedipus werd razend van woede – alsof hij het nog niet moeilijk genoeg had! en wat dacht die vent wel, dat hij ongestraft een koningszoon kon slaan? – en vermoordde de oude man, met bijna alle bedienden erbij. Eén dienaar wist zich tijdig uit de voeten te maken. Om niet al te veel gezichtsverlies te lijden, vertelde die bij terugkomst in Thebe dat ze niet door één man, maar door een hele roversbende waren overvallen.

Oedipus reisde verder. Toen hij in de buurt van een stad met zeven poorten kwam, bleek daar een vreemdsoortig vrouwelijk monster, Sphinx genaamd, jongemannen lastig te vallen met raadselachtige omschrijvingen. Als zo’n jongeman niet begreep waarover het ging, doodde zij hem. De stad had al haast geen jongelui meer over. Het raadsel dat ze Oedipus opgaf, luidde: “In de ochtend heeft het vier, in de middag twee, en ’s avonds drie poten! Met de minste poten is het het sterkst.”

Oedipus en de Sphinx. Lithografie op Japans papier, Johannes Josephus Aarts,
eind 19de – begin 20ste eeuw (collectie Rijksmuseum)

Oedipus begreep: dat is een mens. In de ochtend van het leven, als baby kruipt die op handen en voeten, daarna loopt hij op twee benen en als hij oud is gebruikt hij als derde been een wandelstok. Dat was blijkbaar goed, want de Sphinx sprong van een hoge rots de afgrond in, en werd nooit meer teruggezien.1 De mensen van Thebe, want dat was de stad met zeven poorten, haalden Oedipus binnen als hun verlosser.

De stad had op dat moment geen koning, en de tijdelijke regent van de stad Creon, de broer van koningin Jocaste, vond dat deze intelligente redder van hun stad de geknipte man was om de nieuwe koning te zijn. Daar voelde Oedipus wel voor, dus hij trouwde met de koningin, en ze kregen samen vier kinderen. Maar na zoveel jaren werd zijn koninkrijkje getroffen door een onverklaarbare ramp. Mensen, vee en gewassen werden ziek, vrouwen kregen miskramen. Kennelijk was een god of waren de goden vertoornd. Waarom?

Slecht leiderschap?

In maart publiceerde The Conversation een artikel van Joel Christensen, getiteld ‘Plagues follow bad leadership in ancient Greek tales’. De ernst van het nieuwe coronavirus, waarvoor nog geen vaccin of immuniteit bestond, begon begin maart meer en meer door te dringen. Dit uitte zich onder meer in een hernieuwde belangstelling voor wat ‘quarantaineliteratuur’ werd genoemd, zoals de Decamerone van Giovanni Boccaccio, De toverberg van Thomas Mann, en bovenal Albert Camus’ roman De pest (al werd dit laatste boek, toen het kort na de Tweede Wereldoorlog verscheen, niet gelezen als verhaal over letterlijke ziekte, maar over de ‘pest’ van het fascisme). Eigenlijk alles waar een woord als ‘pest’ (of in het Engels ‘plague’) in voorkwam, werd uit de kast gehaald, afgestoft en opnieuw bekeken om te zien of het ons iets kon leren over de toestand waarin wij nu waren beland.

In de mythe van Oedipus worden stad en land van Thebe getroffen door een ‘pest’ (λοιμόϛ – loimos) en Christensen begon zijn artikel dan ook met een verwijzing naar het toneelstuk Koning Oedipus van Sophocles, dat sinds ca. de zestiende eeuw de voornaamste bron is voor hoe wij de mythe kennen: “In the fifth century B.C., the playwright Sophocles begins “Oedipus Tyrannos” with the title character struggling to identify the cause of a plague striking his city, Thebes. (Spoiler alert: It’s his own bad leadership.)”

Het artikel werd gretig gedeeld via social media, want zo’n stelling doet het altijd leuk en zeker in crisistijd: het is allemaal de schuld van onze waardeloze leidinggevenden! Helemaal serieus was men daarbij niet, want er werden meteen voorstellen geopperd om maagden in vulkanen te gooien of koningen ritueel te vermoorden. Voor wie niet onmiddellijk overtuigd was van het verband tussen slechte leiders en epidemische ziekten, haalde Christensen enkele andere teksten uit de oudheid aan, met name van Homerus en Thucydides. In een Conversation-artikel van Chris Mackie een week daarna (ik kom hier verderop op terug) kwamen dezelfde drie auteurs (Homerus, Sophocles, Thucydides) ter sprake. In het stuk van Sophocles wordt niet met zoveel woorden gezegd dat de pest in Thebe een kwestie van slecht leiderschap is.

Koning Oedipus

Koning Oedipus begint op het punt waar ik zojuist mijn navertelling van de mythe afbrak. Dit is in het kort wat in het toneelstuk gebeurt: Creon komt terug uit Delphi, waar hij na overleg met Oedipus heen was gegaan om de god te vragen waaraan Thebe al dit leed verdiende. Het antwoord van Apollo was verrassend rechtstreeks: omdat de moord op koning Laius nooit is gewroken, en de moordenaar nog vrij rondloopt. Oedipus is vastbesloten deze wantoestand recht te zetten en zo de stad nogmaals te redden. Dat is ook wat het volk van hem verwacht. Om meteen daadkrachtig te beginnen spreekt hij een vloek uit over de moordenaar, wie dat ook mag zijn, als die zich niet meldt, en over iedereen die weet wie het is en met hem omgaat. Hij laat ook de ziener Tiresias komen om meer duidelijkheid te krijgen over de identiteit van de moordenaar.

Tiresias wil eerst geen antwoord geven. Dat irriteert Oedipus, die tegen de ziener uitvalt. Dat irriteert de ziener dan weer en hij laat in steeds minder bedekte termen weten dat Oedipus zelf de reden van de goddelijke toorn is. Die wordt ondertussen in zijn onrust over de stad en het uitblijven van de oplossing steeds kwader. Hij maakt een rotopmerking over Tiresias’ blindheid en beschuldigt Tiresias en Creon ervan, in een complot tegen hem te zitten.

Een bode uit Corinthe komt vertellen dat Polybus dood is, en denkt Oedipus gerust te stellen met betrekking tot de uitspraak van het orakel, door te onthullen dat zijn Corinthische ouders sowieso niet zijn biologische ouders waren. Stapje voor stapje wordt steeds duidelijker dat Oedipus niet alleen de ‘roversbende’ is die koning Laius heeft vermoord, maar dat hij ook het naar de bergen gebrachte kind van Laius en Jocaste moet zijn. Jocaste pleegt zelfmoord als ze dit beseft, nadat ze Oedipus nog vergeefs heeft proberen te weerhouden van het onderzoek naar zijn eigen afkomst. Als bij Oedipus het inzicht doorbreekt, realiseert hij zich hoe ‘blind’ hij al die tijd was en steekt zich de ogen uit.2 Dan vertrekt hij als balling uit de stad. Hijzelf had immers iedereen die wist wie de moordenaar was en hem op enige manier hielp of met hem omging, vervloekt.

Naarmate het toneelstuk vordert, wil Oedipus steeds minder naar het advies van anderen luisteren. Dat is uit te leggen als ‘slecht leiderschap’. Er zijn diverse studies waarin erop wordt gewezen dat alle ons nog bekende theaterstukken uit het oude Athene dateren uit de relatief korte periode waarin de Atheense democratie opkwam. Dezelfde periode waarin de sofisten de politieke macht van het woord onderzochten. In het theater werd als het ware experimenteel en expressief nagedacht over kwesties van macht. De gedachte dat Koning Oedipus niet zomaar een sprookje over het onontkoombare noodlot is à la ‘De tuinman en de Dood’,  maar ook iets over politiek wil laten zien, is dus zo gek nog niet.

Ergens in het begin van het toneelstuk (regels 284-6) noemt het Koor in één adem drie ‘leiders’: heer Apollo, heer Tiresias en heer Oedipus. Verderop wordt ook Creon met dezelfde titel aangesproken. Mogelijk wijst dit veelvoud aan hoge heren op een spanningsveld tussen verschillende vormen van autoriteit. Wie is de beste leider? Is er eigenlijk wel een beste leider?

ἄνακτ᾽ ἄνακτι ταὔθ᾽ ὁρῶντ᾽ ἐπίσταμαι
μάλιστα Φοίβῳ Τειρεσίαν, παρ᾽ οὗ τις ἂν
σκοπῶν τάδ᾽, ὦναξ, ἐκμάθοι σαφέστατα.

I know that he whose sight is closest to that of the lord Phoebus is the lord Tiresias; if one made enquiry of him, my lord, one might best learn the truth.
– Sophocles: Oedipus Tyrannus, vertaling: Hugh Lloyd-Jones

Interpretaties

Maar de woorden ‘bad leadership’ roepen in onze tijd vooral de gedachte op aan presidenten die beleid lijken te verwarren met een opvallende sales pitch, of directeuren met onvoldoende management skills. Het is de vraag of die moderne zienswijzen aansluiten bij de beleving van de toeschouwers in het oude Athene, meer dan vierentwintig eeuwen geleden.

Dat is overigens niet per se vereist. Het mooie van een klassiek werk is dat iedereen, in iedere tijd, er zijn eigen interpretaties en zingeving in kan vinden. Zelfs wanneer de interpretatie niet helemaal aansluit bij de geïnterpreteerde tekst: zo schijnt Sigmund Freuds theorie over het Oedipuscomplex (die stelt dat jongetjes in hun kleutertijd een seksueel verlangen kennen naar hun moeder, die ze bovendien helemaal voor zichzelf alleen willen hebben, wat inhoudt dat ze hun vader dood wensen, en dat ze later een partner zoeken die op hun moeder lijkt; volgens sommigen behelst de term ook hetzelfde verhaal voor meisjes maar dan met de vader als begeerde en moeder als gehate ander) heel wat mensen in therapie verder te hebben geholpen.

Gilbert Murray merkte bij zijn vroeg-twintigste-eeuwse vertaling op dat Oedipus volgens de mythologen oorspronkelijk een daemon in het Cithaerongebergte was, en Jocaste een belichaming van Moeder Aarde “die alle wezens voortbrengt; en nadat zij ze heeft grootgebracht, ontvangt zij hun zaad weer in haar schoot”. Oedipus had bovendien nog iets van de oude medicijnman-koning, schreef hij, die tevens een godheid was met macht over het weer, ziekte en vruchtbaarheid. Dit zou voor een deel de vijandigheid van Apollo verklaren: als Olympische (hemel)god was hij erop uit zijn aardse rivaal verpletterend te verslaan.

Op YouTube vond ik een uitvoering uit de jaren vijftig van W.B. Yeats’ vertaling van de tragedie, voorzien van een inleiding waarin de ondergang van Oedipus als voorwaarde voor het behoud van zijn volk wordt vergeleken met het lente-offer van Jezus’ dood, en het rituele breken van brood en schenken van wijn door de christelijke priesters als ‘re-enactment’ daarvan met het spel van de acteurs bij het Atheense lentefestival voor de god Dionysus, en dat van de acteurs voor de camera.

Van mythen bestaan gewoonlijk meerdere versies en misschien schuilt juist daarin wel hun tijdloze kracht: dat ze in iedere tijd en omgeving en voor iedere mens weer een nieuwe vorm en betekenis kunnen aannemen.

Voorstelling van het paleis van Oedipus in Thebe voor het theater. Ingekleurde ets, 1735 – 1805 (collectie Rijksmuseum)

Toch blijft het interessant, te kijken naar wat de klassieke tekst hier zelf laat zien. Koning Oedipus begint ermee dat de Thebanen naar Oedipus komen om hem te vragen iets te ondernemen tegen de pest. Zij lijken daarbij niet van mening dat hun leider zijn taak slecht vervult. Ze zijn vol lof over zijn vroegere hulp tegen de Sphinx en spreken de hoop uit dat zijn intelligentie hen ook nu zal redden. Oedipus antwoordt dat hij er al mee bezig is. Pas in de loop van de tragedie gaat hij zich steeds onredelijker gedragen, wanneer hij het gevoel krijgt dat iedereen hem tegenwerkt in plaats van hem te steunen in zijn zoeken naar de oorzaak en de oplossing. Hoewel het tijdsverloop in mythen soms rare kronkels maakt, is niet heel aannemelijk dat de pest, die aan het begin van het toneelstuk in volle gang is, volgt uit (laat staan op) het slechte gedrag van de heerser dat pas later optreedt. Voor zover er sprake is van ‘slecht leiderschap’, lijkt mij dat deel uit te maken van de totaliteit van rampen die de stad treft.

Ook meende ik ooit te hebben begrepen dat de pest in Thebe het gevolg was van miasma (μίασμα), ‘bezoedeling’ – door bloedvergieten, maar ook door incest. De toestand van onreinheid waarin Oedipus verkeerde doordat hij zijn vader had vermoord en bij zijn moeder kinderen had verwekt. Een extra gevaarlijke situatie omdat hij de koning was, zodat dit consequenties had voor het hele koninkrijk.

O Slayer of the Wolf, O Lord of Light,
Apollo: thou art near us, and of right
Dost hold us thine: to thee in prayer I fall.

Oh, show us still some path that is not all
Unclean; for now our captain’s eyes are dim
With dread, and the whole ship must follow him.
– Gebed van Jocaste in Koning Oedipus (regels 919-23), vertaling: Gilbert Murray

Miasma

Miasma was een spirituele onreinheid die iemand opliep als hij of zij een misdaad beging en zich daarna niet ritueel liet reinigen. Deze onreinheid was besmettelijk, zodat mensen die omgingen met zo’n bezoedeld iemand, zelf ook besmet raakten. Ziekten konden door de goden zijn gezonden vanwege de aanwezigheid van een miasma. Hoewel miasma vrij algemeen werd gezien als verklaring voor ziekten, vatte niet iedereen dit op als iets metafysisch: de arts Hippocrates zocht het in natuurlijke oorzaken. In medische kringen werd het woord nog tot in de negentiende eeuw gebruikt om iets als ‘ziekmakende dampen’ aan te duiden. Oedipus’ miasma was wel van spirituele aard. Dat vloeide voort uit het feit dat hij zijn vader had vermoord en seks had met zijn moeder.

Het maakte hierbij niet uit dat het – anders dan het Freudiaanse ‘Oedipuscomplex’ suggereert – nooit Oedipus’ wens was om deze dingen te doen. Integendeel! Hij deed er juist alles aan om dat te voorkomen. Maar ongeveer zoals het volgens Klaas Rozemond niet doorslaggevend zou moeten zijn of iemand een misdaad willens en wetens beging, of zelf meent in alle onschuld te hebben gehandeld, zo was het in het miasma niet van belang dat Oedipus volstrekt niet de opzet had gehad zijn bloedeigen vader om te brengen en een incestueuze relatie met zijn moeder te beginnen. Het punt was dàt hij dat had gedaan.

En daar [in het dodenrijk] was de schone Epikaste, de moeder van Oidipous. In onwetendheid bedreef zij een vreselijke zonde; want zij trouwde met haar eigen zoon. Deze had zijn vader gedood en nam haar tot vrouw. Maar al spoedig brachten de goden deze dingen aan het licht. Door hun wreed besluit werd Oidipous, toen hij koning was van de Kadmeërs in het liefelijke Thebe, door bitter leed gekweld en Epikaste bevestigde een strop aan de hoge balk van haar paleis en hing zich op, door smart overmeesterd. Zo daalde zij af in het huis van de machtige poortwachter Hades. Haar zoon liet zij achter, ten prooi aan al de kwellingen, die de wraakgeesten van een moeder kunnen voltrekken.
– Homerus vertelt het verhaal iets anders dan Sophocles:
Odyssee (11: 271-280), vertaling: M.A. Schwarz

De pestepidemie die door de goden werd gezonden als gevolg van miasma, moet misschien zelfs niet worden opgevat als goddelijke straf. Volgens sommigen was miasma met alle gevolgen van dien eerder een kwestie van noodlot of ‘karma’ dan van moraal. Iets wat nu eenmaal zo gebeurde: als je in de poep trapt, dan stink je. Zoiets. De reactie van de goden zou dan hun manier zijn om de ‘stank’ te bestrijden. Maar waarom grijpen ze pas achteraf in? En waarom geven ze via orakels zulke cryptische hints dat mensen niet begrijpen wat ze moeten doen, en vaak net het verkeerde kiezen?

Misschien is de achterliggende gedachte dat het hele bestaan een goddelijk spel schaak is, waarbij de ene zet een andere uitlokt. Deze zienswijze roept vragen op over de menselijke vrijheid en verantwoordelijkheid, en over de aard van de goden. Volgens sommigen zijn deze vraagstukken precies waar Koning Oedipus over gaat.

Voorgeslacht

Terwijl ik in de boeken dook om te zien of Christensen niet toch gewoon gelijk had met zijn spoiler alert (want het was lang geleden dat ik het toneelstuk van Sophocles had gezien en gelezen), bedacht ik dat Thebe al eerder te lijden had gehad onder een ‘pest’.3 De Sphinx werd namelijk ook zo genoemd, omdat zij langzaamaan de hele jonge mannelijke bevolking uitroeide. Maar de Sphinx kwam in de tijd dat Oedipus in Corinthe opgroeide, en Laius nog de heerser van Thebe was.

Het was mij al eerder opgevallen dat in Griekse mythen over families vaak één thema, op de manier van een muzikaal thema, in verschillende varianten steeds weer terugkeert. Het verhaal over één persoon uit een bepaald geslacht kan een ingang bieden om een verhaal over een ander familielid te begrijpen. Uit het verloop van de ontmoeting tussen Oedipus en Laius bij de driesprong, bleek al dat zij allebei nogal een ‘kort lontje’ hadden. Maar er was meer aan de hand. Laius had (volgens sommige versies) ooit zijn vriendschap met een andere koning geschonden door diens zoon te ontvoeren en verkrachten. De zoon pleegde daarop zelfmoord. Deze voorgeschiedenis zou verklaren waarom de Sphinx naar Thebe werd gestuurd.

Verder terug in de geschiedenis is nog meer moord en seksueel geweld in de familie te zien,4 al vanaf de stichting van de stad Thebe door Cadmus. Cadmus was een broer van prinses Europa, die door Zeus in de gedaante van een stier was ontvoerd naar het werelddeel dat later naar haar genoemd zou worden. Cadmus was eigenlijk op zoek naar zijn verdwenen zus, maar kreeg in Delphi te horen dat hij in plaats daarvan een stad moest stichten op de plaats waar een koe ging liggen. De koe ging liggen bij een bron, waar een draak woonde. Cadmus doodde de draak en zaaide in opdracht van godin Athena de tanden in een veld; uit de tanden groeiden strijders die met elkaar begonnen te vechten tot er nog maar vijf over waren. Zij bouwden de stad.

Cadmus zaait de tanden van de draak, Olieverf op paneel, (atelier van) Peter Paul Rubens, 1610 – 1690 (collectie Rijksmuseum)

De draak was een zoon van de god Ares. Cadmus was getrouwd met Harmonia, de dochter die Ares bij Aphrodite had verwekt tijdens hun geheime relatie (Aphrodite had een andere echtgenoot). De draak was dus Cadmus’ zwager.5 Een van de kinderen uit het huwelijk van Cadmus met Harmonia was Semele, de moeder van Dionysus. Eén van hun kleinkinderen was Pentheus, de koning van Thebe die Dionysus niet als god wilde erkennen. Hij werd door zijn eigen moeder op een gruwelijke wijze gedood, door toedoen van Dionysus.

Enfin, de stelling dat Thebe onder het koningschap van Oedipus te maken kreeg met een pest vanwege Oedipus’ tekortschietende leiderschapskwaliteiten, lijkt mij te kort door de bocht.

De pest en de goden

Wie boeken over Griekse mythen leest, kan de indruk krijgen dat de mensen in de Griekse oudheid vrijwel zonder uitzondering geloofden in het bestaan en de macht van hun goden, en zich lieten leiden door orakels en waarzeggers. Toen ik jaren geleden een opvoering van Sophocles’ tragedie zag, viel het me op dat de personages in dat stuk juist sterk twijfelden, en kritiek hadden op orakels en waarzeggers en zelfs op de goden (als Creon terugkomt met het bericht dat ze de moord op Laius moeten wreken, vindt het koor dat Apollo ook wel even had mogen vertellen wie de schuldige was). Het toneelstuk riep de vraag op, of de gebeurtenissen niet gunstiger zouden zijn verlopen als niemand de orakelvoorspellingen ooit serieus had genomen.

Tim Whitmarsh noemt Koning Oedipus “een toneelstuk dat serieus werk maakt van de idee van een wereld die niet is voorbeschikt door de goden”. Hij wijst op de parallellen tussen de figuur Oedipus in deze tragedie uit ca. 428 v.C. (“precies in het oog van de sofistische orkaan”) en de Atheense leider Perikles, die deels verantwoordelijk zou zijn voor de pestepidemie die zijn stad trof in de jaren 430-426 v.C. Deze epidemie is bekend uit de beschrijving die Thucydides ervan gaf. Joel Christensen verwees ernaar in zijn artikel voor The Conversation, en Chris Mackie haalde deze oude geschiedenis aan om te zien of daar moderne lessen uit vielen te trekken. Dat bleek lastig, omdat niet vast staat om welke ziekte het nu precies ging.

In verband met Koning Oedipus wordt uit Mackies artikel duidelijk dat niet alleen de vermelding van een verschrikkelijke epidemie gebaseerd was op de ‘pest’ in Athene, maar ook de twijfel aan religieuze zaken zoals gebeden en orakels: “Tenslotte nam hun lijden de mensen zo in beslag, dat ze zich niet meer bezighielden met zulke zaken.” In hun wanhoop trokken de mensen zich ook niets meer aan van morele voorschriften, want “niemand verwachtte lang genoeg te blijven leven om berecht en veroordeeld te kunnen worden; iedereen was van mening dat ze al veel erger werden bestraft”.

De classicus Piet Schrijvers las in een YouTube-filmpje een gedeelte voor uit zijn bekroonde vertaling van de Romeinse dichter Lucretius, waarin het gaat over deze pest in Athene. Lucretius werd in de renaissance bekend als de heidense filosoof van een wereldbeeld waarin goden weliswaar bestonden, maar zich volstrekt niet bemoeiden met menselijke levens; alles wat in onze wereld gebeurde had natuurlijke oorzaken.

Schrijvers voorzag de passage die hij voorlas van een inleiding. Hij vertelde dat Lucretius zijn beschrijving heeft overgenomen van Thucydides. Ook vertelde hij dat Camus in De pest refereert aan Lucretius. De hoofdpersoon van die roman, dokter Rieux, besluit zijn overdenkingen met de opmerking dat het erom gaat, goed zijn werk te doen. Niet wanhopen, maar doen wat je kunt. Een besluit dat ongetwijfeld de beroemde slotzin van Voltaires Candide in gedachten roept: “Il faut cultiver notre jardin.”6 Voltaire schreef zijn boek in reactie op filosofen die beweerden dat de almachtige God de mensheid liefhad en geen kwaad bedreef, en dat dus de rampzalige aardbeving in Lissabon in 1755 wel een goede zaak moest zijn. Ook Lucretius wilde met zijn dichtwerk kritiek leveren op in zijn tijd gangbare misvattingen over de goden. Bidden en offers brengen was zinloos tegen een pestepidemie. Die was immers niet door de goden gezonden, maar verspreidde zich via ziekteverwekkende ‘zaden’ in de lucht, legde hij uit. Deze verklaring komt overeen met Hippocrates’ uitleg van miasma. Lucretius schreef zijn werk De rerum natura als een heilzaam dieet van gezonde ideeën over de goden en over de natuur, zodat de mensen zich ook onder dramatische omstandigheden niet zouden laten leiden door irreële angsten.

De belangrijkste les die Chris Mackie de lezers van The Conversation meegaf, was overigens dat het lezen van (bijvoorbeeld) Thucydides, hoe waardevol ook, het onderzoek naar onze eigen, hedendaagse ervaringen met het nieuwe coronavirus nooit kan vervangen.

Laten we niet vergeten, in onze ‘tuin’ te werken en daar naar beste kunnen iets moois van te maken.

“Il faut cultiver notre jardin” (foto: Medeia)

P.S. Kwam het door het artikeltje in The Conversation, of zat er iets Oedipaals in de lucht? Terwijl ik aan deze aflevering ‘Oud nieuws’ werkte, plaatsten velen op Facebook iets over Oedipus. In mijn virtuele vriendenkring werden deze bijzondere vertolkingen gedeeld:
– de film Edipo Re van Pasolini: https://www.youtube.com/watch?v=iT8xtiMQYy8 (Italiaans gesproken; klik voor Engelse ondertiteling op het linker icoontje onderin of typ de letter c)
– de opera Oedipus Rex van Strawinsky, met een libretto van Jean Cocteau – hier in een Japanse uitvoering (niet ondertiteld): https://www.youtube.com/watch?v=eYypSAC9uKA

Vluchtig of vrij grondig geraadpleegde boeken:

– Lowell Edmunds: Oedipus. Gods and Heroes of the Ancient World; Routledge, London / New York 2006.
– Luc Ferry: Mythologie et Philosophie. Le sens des grands mythes grecs. Le Figaro / Éditions Plon, Paris 2016. Hoofdstuk 14: ‘Œdipe et son complexe’.
– Homerus: Ilias & Odyssee. Vertaald door M.A. Schwarz. Athenaeum—Polak & Van Gennep, Amsterdam 1981.
– Michiel Leezenberg: De vloek van Oedipus. Taal, democratie en geweld in de Griekse tragedie. Van Gennep, Amsterdam 2006.
– Robert Parker: Miasma. Pollution and Purification in Early Greek Religion. Clarendon Press, Oxford 2003 (eerste druk 1983).
– The Players’ Shakespeare, edited by J.H. Walter: Macbeth. Heinemann Educational Books, London 1982 (eerste druk 1962).
– Sophocles: Ajax – Electra – Oedipus Tyrannus. Edited and Translated by Hugh Lloyd Jones. Loeb Classical Library; Harvard University Press, Cambridge, Massachusetts / London 1997.
– Sophocles: Oedipus, King of Thebes. Translated into English rhyming verse, with explanatory notes by Gilbert Murray. George Allen & Unwin Ltd., London 1925 (eerste druk 1911).
– Tim Whitmarsh: Hemelbestormers. Atheïsme in de klassieke oudheid. Vertaald door Rob Hartmans en Carola Kloos. Ambo|Anthos, Amsterdam 2016. Hoofdstuk 7: ‘Goden op het toneel’.

Noten:

[1] De meeste navertellingen melden dat de Sphinx in wanhoop over de juistheid van het antwoord zelfmoord pleegde door zich van de rots te storten. Maar zoals ik ergens – ik weet niet meer waar – las: dat is wel een heel aparte manier om zelfmoord te plegen voor een gevleugeld wezen! Voor mijzelf houd ik het erop dat ze wegvloog, omdat ze haar taak bij Thebe had volbracht.
[2] Een interessante andere invalshoek is dat het blindmaken symbool staat voor castratie: “It happens that eyes can symbolize genitals in Greek myth and thus, in the case of sexual transgression, can replace the offending part as the object of punishment.” Lowell Edmunds: Oedipus, p.42. Dit geeft bovendien te denken over de blindheid van Tiresias, en de periode dat hij als vrouw zou hebben geleefd.
[3] Daarnaast bemerkte ik, dat ik in wat ik verder nog las aan tijdschriftartikelen, nieuwsberichten, etc., telkens passages of ideeën vond die gerelateerd waren aan wat ik over Oedipus las, zodat ik voortdurend dacht: dat kan ik ook in mijn stuk verwerken! Maar het werd veel te veel om allemaal te gebruiken. Het laat wel zien hoe deze verhalen en toneelstukken telkens weer tot leven kunnen komen en ‘actueel’ zijn voor wie zich ermee bezig houdt.
Vooral interessant, zeker voor heksen, vond ik de thema’s van intenties en de kracht van woorden als taalhandeling. (Twee vliegen in één klap: “Wel hardop vragen. Intentie is niet genoeg: taal is veel vaker ‘performatief’ dan we ons realiseren, het voltrekt iets terwijl je spreekt.” – Maria van Daalen in haar essay ‘Spirited Away’. De Gids 1/2020)
Ook de moeite van een nader onderzoek waard is het vervolg van de geschiedenis van Oedipus, waarin hij als balling bij een heilig bos van de Welwillenden (v/h de Wraakgodinnen) komt en sterft, om vervolgens een ἣρωϛ (hèrôs), een van de ‘mighty dead’ te worden. ”Heroën waren geen goden zoals die van de Olympus, maar altijd lokale onderaardse machten. Walter Burkert omschrijft ze als halfgoden met een status tussen mens en god, en met occulte machten.” – Michiel Leezenberg: De vloek van Oedipus, p.28
[4] Griekse mythen wemelen van de geweldsexcessen; die zijn als zodanig niet typerend voor de Thebaanse koninklijke familie. Ook het koningshuis van Mycene bijvoorbeeld kende zijn gruwelen. De bekendste verhalen gaan over Tantalus die zijn eigen zoontje slachtte en als maaltijd aan de goden voorzette; Agamemnon die zijn dochter wilde offeren om een goede wind te krijgen waarmee zijn vloot naar Troje kon vertrekken om oorlog te voeren; zijn vrouw Clytaemnestra die hem bij terugkomst vermoordde; en hun zoon Orestes die zijn moeder dan weer vermoordde. Maar in deze familie lijkt de nadruk te liggen op ‘kinderen offeren en welbewust gezinsleden vermoorden’ en in de familie van Oedipus meer op ‘moord op iemand die later familie blijkt en onacceptabele seks’. Bij de goden zelf speelt het motief van de oppergod die zijn kinderen het leven niet gunt en tenslotte door een zoon met geweld uit de weg wordt geruimd, waarna een nieuw tijdperk aanbreekt met die zoon als nieuwe oppergod.
[5] In sommige versies doodde Cadmus eerst de draak en trouwde hij pas later met Harmonia. Dat klinkt logischer, want welke vader laat zijn dochter nu trouwen met de moordenaar van zijn zoon? Vanuit mythologisch oogpunt past het beter in het thema wanneer Cadmus zijn (toekomstige) verwant doodt zonder te weten dat zij familie van elkaar (zullen) zijn.
[6] We moeten onze tuin bewerken, we moeten onze tuin verzorgen, we moeten in onze tuin aan het werk, we moeten onze tuin onderhouden – de zin is niet gemakkelijk te vertalen met alle mogelijke achterliggende betekenissen intact. De ‘tuin’ wordt gewoonlijk uitgelegd als de wereld waarin wij leven, in tegenstelling tot het hiernamaals waar de godsdienst zich op richt of de abstracte ideeënwereld van sommige filosofen.

Geplaatst in Artikelen, Nieuws | Getagged , , , , , , , , , | Reacties uitgeschakeld voor Oud nieuws in de verjongingsketel – Beltane 2020

Recensie: De Horens van de Maan

De Horens van de Maan: Wicca – portret van een natuurreligie
door Merlin Sythove
Silver Circle Publishing, 2020, 160 pagina’s. Bestellen: €16,50 – incl. verzendkosten, via silvercircle.org.
Cover Alexandra Cichecki


Wegens het 40-jarig jubileum van Silver Circle werd ‘Moderne Hekserij: Wicca, portret van een natuurreligie’ (1999) van Merlin Sythove uit de serie ‘Wegwijs’ opnieuw uitgebracht onder de naam ‘De Horens van de Maan’.
De serie Wegwijs geeft betrouwbare, zakelijke informatie over wereldgodsdiensten, religieuze groeperingen, kerken en stromingen. In deze serie vind je bijvoorbeeld boekjes over winti, sjamanisme en vrijmetselarij, maar ook de verschillende kerkelijke stromingen komen aan bod. Het vormen leuke en toegankelijke introducties op de vele smaken religie die onze aardbol rijk is. Eind jaren negentig schreef Merlin ook zo’n introductie voor wicca. Het is al geruime tijd uitverkocht.
Dit boekje was gebaseerd op een eerder in eigen beheer verschenen boekje ‘De Horens van de Maan’. Ter ere van het 40- jarig jubileum van Silver Circle is dit boekje opnieuw uitgegeven onder zijn oorspronkelijke titel. Het is gebaseerd op de laatste door Merlin opgeleverde versie uit 2004. Er is een voorwoord door zijn dochter, Rhianne, aan toegevoegd. Na haar voorwoord volgt het originele voorwoord uit 2004 van Merlin.
Het boek heeft een heldere opbouw, bestaande uit korte hoofdstukjes over de belangrijkste begrippen en aspecten uit de moderne hekserij, zoals de Godin, de God, jaarfeesten, maanfeesten, magie, inwijdingen en de magische cirkel. Alles wordt beschreven in heldere bewoordingen.
Na het slotwoord van Merlin en het dankwoord van Morgana volgt nog uitleg over terminologie, een lijst van adressen, een boekenlijst en informatie over de auteur. Alles bij elkaar vormt dit een mooie introductie tot het onderwerp voor mensen die er nog maar weinig van af weten.

Conclusie

Dit is zo’n boek dat je met een gerust hart kunt geven aan mensen met vragen over wicca. Het is een compact boekje dat makkelijk wegleest. Het gaat nergens te diep op in, maar genoeg om je een eerste indruk te geven. De laatste hoofdstukken helpen je verder op weg, mocht de interesse gewekt zijn.

Geplaatst in Boeken, Recensies | Getagged , , , , | Reacties uitgeschakeld voor Recensie: De Horens van de Maan

Mijn lieve heksje – an interview with Sorita d’Este

Morgana: In a recent interview [1]you did with me Sorita,  you wrote: ”I first met Morgana in 2002 at a Pagan Federation Conference in London, back in the days that the PF organised large national events at Fairfield Halls in Croydon.” I had forgotten the date, but not meeting you. I remember you saying you were from South Africa and we even exchanged a few words in Dutch/Afrikaans, much to the astonishment of people around us. I think they thought we were speaking some kind of mysterious, secret ritualistic language… 😊

Which brings me to my first question. Can you tell us a little about your upbringing and how it influenced your later life in Europe:

Sorita: It was such an honour meeting you and an even bigger honour to be interviewed by you Morgana!  I remember our meeting with much fondness!

So yes, I was raised in South Africa.  I was born in the most southern part of the continent – Cape Town – and raised in the suburbs of the Mother City during the Apartheid years. As a child, I don’t think I really understood the political and racial inequalities of the country, nor that it was somehow different from anywhere else in the world.  My heritage is mostly a mix of Italian, English, German-Austrian and Cape Dutch – but my ancestors did “get around” quite a bit based on the DNA and genealogical research I have been doing in recent years.  My childhood in South Africa definitely influenced me in many ways, both in the mundane and magical.

South Africa is culturally and linguistically incredibly diverse (there are at least 35 indigenous languages and a total of 10 official languages!). I think this piqued my interest in linguistics, including the study of Xhosa, and after I moved to Europe dabbling in learning at least the basics of the languages of countries I spent time in. It is impossible to overlook the division between rich and poor in South Africa. When I was aged about 6 or 7, I remember seeing a boy about my age scavenging for food in dustbins. When he found some stale bread, he was struck with joy and sat down to feast on it as if it was a meal fit for a king.  I still remember the brightness of this unknown boy’s smile to this day; as well as the sadness I felt that I had nothing to offer him. Throughout my childhood, I witnessed incredible feats of human ingenuity by people who had to make do because they had nothing.  In Europe, recycling may have become trendy sometime during the last decade, but in Africa it was and remains a way of life out of necessity for many. Having these experiences shaped my understanding of money and my relationship with consumerism and even after all these years, I find the Western attitude to consumerism disturbing.

My love of folklore also started during my childhood,  with African folktales in which animals and even insects played the starring roles. Africa is full of superstitious beliefs, practices and the belief in something other than the self – whether it is the spirits of the ancestors, genus loci or God(s). I was raised in the NGK (Calvinist Protestant) and also introduced to Roman Catholicism, which allowed me to experience two extremes of Christianity and also helped develop my understanding that there was a choice!  When I was old enough I used to get on my bicycle and often cycle many kilometres to attend every possible religious, spiritual or alternative related event I managed to track down – I am not sure that my parents ever noticed what I got up to! (Sorry Ma!). South Africa was and is predominantly Christian, and at the time there were many quite extreme views held about anything other, but that never stopped me.

Experiencing the political changes in South Africa in the early 1990’s, when I was still at school, through to the democratic elections of 1994, when Nelson Mandela became the South African president, was also a very formative period of my life. I was working, studying, formally introduced to occult practices, met the first love of my life, discovered jazz, lost several close friends to death and found myself in a dangerous situation at gunpoint more than once during that period.  After school, both as a student and as the girlfriend of a musician, I had the opportunity to mix with South Africans of all races and classes freely for the first time.  It was a heady time; Apartheid had ended but it was still very uncommon for a white girl to go to historically non-white clubs and dance, but that is exactly what I got to do.  I also got to spend time with Xhosa students practicing my language skills and learning more about their culture, something which was predominantly unavailable to me previously.  These were definitely formative years which have left me with a different understanding of life than most Europeans may have – but also with an enormous appreciation of what I have in my life now.

M: Was there any particular moment when you realised that you were destined to become a Priestess?

S: To be honest no. I understand priesthood as a duty to the gods and spirits I serve, a duty to share knowledge and practices with others and to continue learning.

(The Rite of Her Sacred Fires, 2010 (first year). Sorita with Robert Podmore in Wales)

M: In the late 1990’s and early 2000’s, together with David Rankine you created a vivid enthusiastic circle of friends and seekers in London. What do you remember most of that period now?

S: David and I met very briefly in 1999, and then started working together in late 2000 when we crossed paths again by chance in Atlantis Bookshop in London.  We formally started a study circle and facilitated both initiatory craft training, as well as other ceremonial circles during this time – including a Qabalah study circle which was David’s passion.  I facilitated the “Wiccans and Witches in London” (WWL) forum which had more than 1000 members in 2001 – which was huge for an internet group at the time even though it seems like nothing now!  We were very involved with conferences, festivals and open rituals run by the Children of Artemis, Fellowship of Isis, the Pagan Federation and our own open circle Lapis Companions, in addition to running several private covens and groups.  A bit non-stop!  The group of people at the core of the private circles we facilitated (which was known as V.I.T.R.I.O.L. and later the StarStone Network) was and remains among the loveliest and most magical people I have had the honour of spending time with.  So I remember them, all of them, fondly – and equally the magical moments we shared together, in private without an audience 💕

M: In the same period you started Avalonia Books. What inspired you to do this? What did you hope to achieve?

S: Avalonia was the name of the website I started in the 90’s, from which I hosted WWL and other events.  I never intended to become a publisher – the first books I published included The Guises of the Morrigan (2005), Artemis (2006) and a small group project on Hekate (2006).  At the time it was a bit of fun intended to make material available for people who came to lectures or workshops we hosted.  At the time David was involved with Golden Hoard Press, and I was involved behind the scenes in various aspects of it and learned quite a bit from the experience.

At some point my friend Sophie jokingly asked me to publish a small booklet she wanted to write as tongue in cheek advice based on experiences she had on the WWL forum as a moderator, and around the same time Fred Lamond asked me to reprint his book The Divine Struggle.  At this point I still didn’t see myself as a serious publisher as I was focussed on achieving other things. After my son was born and the publication of a few more titles, I wanted some time to refocus my life and as part of that, as you do, enrolled to do a degree course. Along the way David and I parted ways, and we stopped working together.  I completed the degree in 2012 and have since been able to develop Avalonia into a viable lifestyle business that fits around my schedule as a solo-mum to a disabled boy, pilgrimages to sacred sites, other international travel and my love of gardening.

M: What are you working on at the moment?

This summer will see the publication of Circle for Hekate: Volume II (Devotion and Ritual); and, once I have had time to revisit the manuscript, my book Diana: Divine Huntress to Witch Goddess, should finally also be in print this Autumn.

Due to disruptions caused by the Covid19 pandemic several Avalonia titles have been delayed which were due out in March, however I have decided to go ahead regardless – and books like The Cobra Goddess & The Chaos Serpent (in Ancient Egypt) by Lesley Jackson, Invocating the Gods by Christopher A. Plaisance (a must read for PGM enthusiasts!), A Theurgist’s Book of Hours by Jeffrey Kupperman and Precious Apothecary by José Leitão (A Catholic Grimoire) will all be joining the Avalonia catalogue this April/May.

(In the footsteps of Orpheus, Rhodope Mountains, Bulgaria.)

M: Coming back to being a Priestess, what is it like being a Priestess in the 21st century?

S: I think the 21st century is one of the, if not the most, magical time to be alive.  As a Priestess I am able to serve not only people who are physically local to me and share a love for the same gods and spirits, but also those in nearly every corner of the world, due to the wonders of technology.  Being able to not only serve, but also learn from others who have experience of different subjects and areas of study, and benefit from the experience of other Priestesses, Magi and Masters in their respective traditions.

M: We collaborated extensively in 2009-2010 when we discovered our mutual interest in the Goddess ‘Hekate’. This resulted in the book: ‘Hekate: Her Sacred Fires’. Can you tell us more about your personal connection with Hekate?

S: Hekate set my world on fire in 2010 with the Hekate: Her Sacred Fires project and the resulting Rite of Her Sacred Fires (a short devotional ritual I wrote in 2010 to mark the completion of the anthology project) which has since become an international celebration at the full moon each year in May, but of course I have been exploring Her mysteries for quite a bit longer than that.

Today, I view Hekate as the primary Goddess of the Mysteries, a psychopomp and transformational deity – as well as a Goddess of the Crossroads, the Ancestors and Magic.  I no longer view Hekate as strictly “Greek” or even Anatolian or Thracian, rather I consider Her to be a primordial Goddess who weaves together different pathways of understanding and experiential Knowledge.

(Group photo, PFI Spring Gathering – May 2019)

M: In May 2019 you graced us with a presentation at the PFI Netherlands Spring Gathering. Using ‘The Charge of the Goddess’ you highlighted various Goddesses. How important is it having a ‘Personal Deity’? What do words like devotion, dedication, conjure up in your mind?

S: Having a “personal deity” is very popular today, and of course historically many people – even in polytheistic cultures – would have worshipped particular deities more than others, based on a number of different factors such as geography, culture and family connections.  I worship a number of deities and honour many other spirits in my personal work; these have and will continue to change; as I live in and travel to different parts of the world, and as my knowledge and experience changes and evolves.  Devotion is central to my own practice, and I am fully devoted and dedicated to the Gods and spirits I serve. To say you are devoted, or even that you worship a deity, brings about discomfort for some Pagans and Witches, who feel we should say we “work with” deities as if they are our friends instead.  While I do believe that it is possible through dedication, hard work and sometimes ‘luck’ to develop close relationships with spirits, I don’t personally feel comfortable with the idea that we approach deities or spirits in the way we do a friend we are meeting for a drink.

M: After the PFI Gathering we talked about the attitude people have towards paganism, Wicca and so on, today in the Netherlands and the UK. You said that things are definitely different here than in England. Would you care to elaborate?

S: It was a good discussion!  I observed that the PFI event was focussed very much on lectures, workshops and ritual – rather than the social (which often translates “down the pub”) focus that many British Pagan and Witchcraft events I have attended in the past had.  Of course, the social side of conference is important too, but I much preferred the more serious approach of having a coffee in the café or a chat in the sunshine outside.  I have been told that the culture around this has been changing in the UK too, and was due to present at a handful events in the UK this year, some of which has been postponed or cancelled due to Covid19, so I will report back!  I loved the sincere and serious approach of attendees – and the depth of knowledge and understanding so many had of their respective subjects, and curiosity to learn as much as possible about a wide range of occult subjects.

(In the Duomo of Syracuse, Sicily – a Doric Greek Temple to Athena which survives as a Christian Cathedral.)

M: Like me you enjoy travelling a lot 😊 Have you any plans for the near future? Have you any special projects in mind – mijn lieve heksje?

S: I was due to travel to Greece for research and to attend a friend’s wedding in March, but Greece went into lockdown and then the UK before I made it onto my flight.  Right now all my plans are sensibly on hold!  However, I hope to spend time in Scotland, Germany, the Netherlands, Italy, Turkey, Spain and Portugal in the near future – and hopefully a longer stint in Brazil before too long.

This year I am working primarily on my garden, which I am slowly transforming into an enchanted paradise filled with fruits, berries, herbs and roses. I am also in the mood for a new challenge, perhaps a new area of study or practice – or a new business venture, but let’s see what the post-lockdown era inspires me towards first!

Morgana: Thank you so much Sorita for this interview. It was great sharing memories and hearing about future plans. Let’s hope that it won’t be too long before we meet again –

Veel liefs en tot ziens!

(Sorita & Morgana – England May 2017)

[1] Morgana Sythove – Children of Earth Interviews,  JULY 21, 2019 BY SORITA D’ESTE https://www.patheos.com/blogs/adamantinemuse/2019/07/morgana-sythove/

References:

Avalonia Books:  http://avaloniabooks.co.uk/

http://avaloniabooks.co.uk/catalogue/greece-rome-balkans/hekate-her-sacred-fires/

www.sorita.co.uk

www.hekatecovenant.com (for information on the Rite of Her Sacred Fires)

 

Geplaatst in English articles, Interviews | Getagged , , , , | Reacties uitgeschakeld voor Mijn lieve heksje – an interview with Sorita d’Este

The Mysteries

Witches are as witches do. But what do witches do?

  1. We celebrate the Wheel of the Year, both in ourselves, and in the world about us.
  2. We practice Magic, and
  3. We pursue The Great Work; We chase the dream toward achieving union with the Whole.

In ancient Greece there were two Mysteries, the Greater and the Lesser, in both the Eleusinian and Dionysian Cults.

Plato tells us, “the ultimate design of the Mysteries … was to lead us back to the principles from which we descended, … a perfect enjoyment of intellectual spiritual good.”

In order to qualify for initiation, participants would sacrifice a piglet to Demeter and Persephone, and then ritually purify themselves in the river Ilisos. Upon completion of the Lesser Mysteries, participants were deemed initiates worthy of witnessing the Greater Mysteries. The Eleusinian Mysteries, it is thought, had their basis in an old Agrarian Cult which probably goes back to the Mycenean period (c. 1600 – 1100 BCE) and it is believed that the cult of Demeter was established in 1500 BCE.

(River Ilisos- Edward Dodwell: Views in Greece, London 1821)

The mysteries represented the myth of the abduction of Persephone from her mother Demeter by the king of the underworld, Hades, in a cycle with three phases, the “descent” (loss), the “search” and the “ascent”, with the main theme the “ascent” of Persephone and the reunion with her mother. It was a major festival during the Hellenic era, and later spread to Rome, and it parallels the Egyptian rite of Isis and Osiris.

The rites, ceremonies, and beliefs were kept secret and consistently preserved from antiquity. The initiated believed that they would have a reward in the Afterlife. Since the Mysteries involved visions and conjuring of an afterlife, some scholars believe that the power and longevity of the Eleusinian Mysteries came from psychedelic drugs, but we know that drugs are not necessary to achieve the state of enlightenment.

Then there are the Greater Mysteries, with connections to the Mystery Cults of Assyria and Egypt. These took place in temples when, after training, an initiate was shown an ear of corn, and he experienced the cosmic connection. In another rite, the initiate was presented to a mirror and told to “Behold the Face of God”. They underwent a Mystical Experience; Life would never be the same for them.

Today in the Western Mystery Tradition, the Mysteries again may be divided into two categories. The Lesser Mysteries and the Greater Mysteries. The lesser mysteries are gained relatively easy. Mysteries, experiences and situation that make us go Wow!!! such as an Enchanting Sun-set, the birth of a child, Being loved, the wonder of Fecundity, The joy of being Alive. These are events that take us out of ourselves and show us another view of this world. And offer a glimpse of other realms of existence. These states can come at any time, and at any stage of life. In fact, many people who still have a long way to go towards Maslow’s self-actualising experience the Lesser Mysteries. The artist, the musician, the poet, the writer, the skier, the engineer, the saint, the prisoner, the inventor and many other types have experienced this as a fleeting moment which occurs while they are pursuing their work or in deep thought.

The greater mystery was later termed the Great Work in Western Mystery Tradition, a voyage of self-discovery and self-realisation, through Self Actualisation,  and so on to Apotheosis and beyond, through to the Mystical Experience. Humanity’s first world-encompassing idea was the hunter-gatherer belief that “everything is connected”. There followed an agricultural era during which humanity lived under the “hierarchy of the gods”. Then comes “the divergence”. We need to seek some perspective on our modern juggernaut of radical innovation and global polarization. Maybe reach towards ancient wisdom traditions that some call “the harmonic web of life”. A common experience of those who have had mystical experiences, regardless of their religious  background, is that all Life is One.

There is no separation, no “Them and Us”, no Sacred or Profane, no Good, nor Bad, just Unity, a Whole, a whole of which we are a part. It is dissolving the Ego, getting rid of the Self, losing oneself in the Whole. No I,  just Us. There is only the One of which were are a part.

Having a Mystical Experience does not lead to feeling  superior, because you know that All is One, so there cannot be any separation. No you, and no me, just us. Crafte, with its awareness of Divinity both Imminent and Transcendental, confirms these experiences. We may see this interconnection as the Wyrd. Or in more modern parlance, it could be called Jung’s Collective Unconscious Reality.

That “Psychological Parent” which guides us through Life and shapes our Being. In fact, Attaining A Mystical Experience may be part of our Ecological / Evolutionary Psychology, since it goes across time and cultures. With this, we can step outside of using the Collective Unconscious to gain access to the Cosmos, and become Whole, in direct relationship with the Cosmos.

We worship the Gods that men fear, the Horned God of Ancient Days;
We worship the Goddess, the Lady of Older Times.
And the God is the Sun-God of Life, yet also is He the Great Lord of Peace and Understanding.

The Goddess is the Maid of Joy and Hope, She is the Mother of Love and Protection,
the Grandmother of Wisdom and Knowledge,
yet also is she the Dark Lady of Peace and Magic.

 Yet beyond these Two is the One we do not know.
That which we cannot name or limit,
for that One is Limitless.

We work our Crafte in the name of the Lord and the Lady.
Every spell that we weave, every magic that we work,
and every act in life is done before these. 

We carry a part of each within ourselves
But they, the Lord and Lady, are above us.

Through our Crafte do we serve the Lord and Lady,
and do what best we can for our fellow men
both within, and without, the Crafte.”

Thus runs a declaration of Crafte belief, and again we see the concept of Oneness.

Behind the Lord and the Lady lays the One, who if we can name is not the One, for by naming we define, confine and limit.  And that One is Limitless. Think what “Limitless” means!!

The Ultimate can only be experienced, in a wordless way, that is beyond thought, it is Being. Maybe even Paul Tillich’s “Ground of Being”.  But Heidegger says we cannot talk about Being, but only of “Being in this World”. In other words, we need to contextualise Being.

No good being “So Heavenly Bent to be of No Earthly Use”.

This is true of the Lesser Mysteries, but not of the Mystical Experience. For to contextualise is to apply Labels, and the Ultimate is without labels. This is an idea which can be compared with Tao, and Zen.  Remember the Zen koan “There are many paths up the mountain but the view is always the same”, so once more inter-relating the many Paths to the one centre, the Wyrd. Since the One, the Wyrd, as the sum of these, is indivisible. It may indicate our common cosmic origin. This is implied in the words of one ritual, which says, “For we are of the stars, and to the stars we shall return”. This cosmic point of view is one of the empowerment sources of the Witch.

(“For we are of the stars, and to the stars we shall return.”)

What is this thing we call the Mystical Experience? And how may we gain such? A couple of years ago, Jim Irwin, one of the Apollo Astronauts, who had walked on the Moon, before he died, revealed that whilst he was walking on the Moon’s surface, he had had an Epiphany, which changed his life. Joseph Campbell, that great author and student of Human Nature, also used this term  Epiphany, in his magnum opus The Masks of God.  So what does it mean? What is an Epiphany? An epiphany (from the Ancient Greek for Manifestation, ‘Striking Appearance’) is an experience of sudden and striking realization. Generally, the term is used to describe scientific breakthrough, religious or philosophical discoveries, but it can apply in any situation in which an enlightening realization allows a situation to be understood from a new and deeper perspective. The word Epiphany originally referred to insight through the Divine. Today, this concept is often used much without such connotations, but a popular implication remains that the epiphany is Supernatural, as the discovery seems to come suddenly from the outside. But it is not supernatural but is more Supra-Natural. It is a breakthrough from the mundane, to that which lies beyond normality.

Epiphanies are studied by Psychologists and other scholars, particularly those attempting to study the process of Innovation.

Epiphanies are relatively rare occurrences, and generally follow a process of significant thought about a problem. Often, they are triggered by a new and key piece of information, but importantly, a depth of prior knowledge is required to allow the leap of understanding. Hence the importance of Training and Education. Famous epiphanies include Archimedes’ discovery of a method to determine the density of an object (“Eureka!”) and Isaac Newton’s realization that a falling apple and the orbiting moon are both pulled by the same force.

Do pagan mystics exist?

I would suggest that Witches are the mystics of the Pagan Path.

Upon entering into Conscious Oneness with the Universe (which is the basis of the mystical experience) it is self-evident that the divisive claims by religions, or factions, are ill founded.

The mystical experience is one of Wholeness, of Unity where the petty divisions made by Church, State, or Tribe dissolve and the Web of Life is apparent. The mystical experience is personal, and immediate, not vicarious or deputised.

Mystics may attempt to express their feelings in terms of Christianity, of Islam, of Hinduism or of Paganism, but there are no Christian, Muslim, Hindu or Pagan Mystics as such, just mystics. Do not confuse the “tools” that they use to attempt to convey the encountering with the happening itself.

All endeavours to explain the mystical concurrence, must, by its very nature, fall short of perfection when we remember that mystery/mystic come from a root-verb meaning “to be beyond words – to shut the mouth”. The common expression used by many to attempt to convey the Mystical Experience is “ineffable”, beyond words. It can only be expressed in Symbols not words.

Recall the Charge of the Goddess :-

And thou who thinkest to seek for me,
Know that your seeking and yearning shall avail thee not,
unless thou knowest the Mystery.
That, if that which thou seekest,
thou findest not within thee,
Thou wilt never find it with-out thee,
For behold:  I have been with thee from the beginning,
And I am that which is attained at the end of desire

The Higher Degrees of Freemasonry and the Rosicrucians should not be knife waving exercises, that can be written about, but ought to lead on to the Mystical Experience, which changes you forever.

Karen Armstrong in her book “The Battle for God” tells us

“Mystics have long insisted that “God” is not an Other Being, and they claim that “he” does not really exist, and that it is probably better to call him Nothing – that is No Thing. The Divine of the mystic is better termed Godhead, That from which All flows; That from whence ALL gods come; Beyond thought, Beyond comprehension, Capable of being “known” only through actual first-hand experience, But not through intellect, or by telling.

The mystic’s divinity is not a local deity, does not “belonging” to one Path, one Tradition, one race or one tribe, but is “greater” than these puny limitations. This perception is not easy to apprehend, since it requires long training, usually with a spiritual guide or facilitator, and a considerable investment of time. The mystic has to work hard to acquire this sense of reality known as God (which many refuses to name).

This is not something that has much appeal to many in our present-day society, conditioned as it is with fast food, fast cars, fast solutions, instant gratification and speedy communications.

Mysticism has often been perceived as an esoteric discipline or an elitist activity, but this is not so; because all mystics are aware that the “truths” can only be perceived by the intuitive part of the mind after special training; not accessible or assessable to the logical, rationalistic faculty.

Mystics appreciate that God does not exist in any simplistic sense, since they recognize that the very word “God” is only a metaphor, a symbol of a reality that ineffably transcends it. “

So how can we gain a Mystical Experience?

One simple answer. Hard bloody work !!!

There is no short cut, but it usually involves years of dedicated application. Having had a Mystical Experience does not make one boastful or make you special, since the very experience allies you with all others, and all else. There is only The One.

Our brains have a quality called “Plasticity” which allows our  grey matter, with its 48 Trillion Synaptic Connections, to develop in accordance with our learning. Our brain is not fixed but changes as we change.

For example, the part of the brain associated with Spatial Awareness actually increases by 4% in the brains of London Black Cab drivers when they have gained The Knowledge.

That is the brain adapts during the experience gained in four years of walking various routes around London, so that they qualify to be a registered London Cab Driver. So too can we adapt our brains as we continue in our Occult Studies, so as to ready us for a Mystical Experience. And this has been captured on an MRI Scan.

To reach the top of your professional tree, takes long years of not only study, but also years of practical application of your discipline. In Apprenticeships at Work, and Degrees at college, much study, and personal application, is required to achieve the ultimate in Performance, Peer Recognition and Job Satisfaction.

Nor do you get to row in the Boat Race, or run in the Olympics, unless you have trained. And so it is for those who wish to achieve a Mystical Experience.

As we practice Craft every day, as we meditate, as we study the occult more, and as we live our lives following the Witches Rede, so we build neural pathways in the brain.

And it is these pathways which lead us to a Mystical Experience.

If you only think of Crafte at the time of a monthly ritual,

if you never alter your life to respect others,

if you do not constantly apply Crafte in your everyday living

Then you will never achieve the Mystical Experience.

No short cuts, No not bothering to put the hours in, the Universe does not owe you a living, or a Mystical Experience

Do not confuse Maslow’s Peak Experience with a mystical experience. One is transitory, the other is a permanent state of mind.

How do we recognise that what we have had is a Mystical Experience? It is like nothing else that you have experienced.

It is so overwhelming, that you lose your Self. It is Life Changing. And if it does not change your life, then it may well not be a Mystical Experience. I do not know of anyone who has been there, who does not mark that point in their lives as being radical. There is Life before and Life after a Mystical Experience.

Do not confuse the Mystical Experience with Out-of-Body Experiences, they are easily induced. It’s in a different order-of-magnitude. The Peak Experience comes in so many guises, often shaped by creed and culture, but the underlying experience, and effect, is always the same. If you can describe it fully to your own satisfaction, then it may not be a mystical experience. Do not confuse the Peak experience with the Mystical Experience, which is the end of the Crafte Path. A peak experience is just that. It peaks and then subsides, whereas a Mystical experience lasts for ever.

So, if you want a Mystical experience,
Start now, and work hard. Do not seek it, but rather let it find you.

Studies to aid the Path to the Mystical Experience

Study what mysticism is.  Read books on Mysticism.  Underhill etc.

Read and understand Mythology.  Campbell and Eliade, etc.

Study and interact with non-theistic religions such as Zen and Tao

Adopt a cause

Learn to meditate properly. Contemplative and active – discursive and ordered.

Examine prejudices.

Practice a Discipline/Yoga  e.g. Rajah. not Hatha Yoga

Learn Compassion.

Work with the sick or disabled.

Experience and explore the minor Mysteries and Epiphanies.

Find a Teacher

Unpeel the onion

Re-evaluate your Life’s goals.

Find your Bliss

Follow your Bliss

Give it all away

Kill the Teacher

Get a Life!

References:

River Ilisos

Starry heaven: https://www.ecopetit.cat/ecvi/ixbxTR_hd-wallpaper-note-8/

Quote from the Charge of the Goddess

Biography; 

David (Dave) Bracey Born 1937 in Hertfordshire. England.

Qualified in Chemistry, Electronics, Applied Psychology and Religious Studies. Started employment in Production Control in UK Metallurgical and Chemical Industries. Worked overseas, for 23 years, as an electronics engineer, manager, and consultant, mainly in Civil Aviation, including time as an Exo-atmosphere specialist, in Nuclear Test-Ban Monitoring, and the Gemini/Apollo programmes. Upon return to England in 1983 became a Telecommunications Technical Officer with the UK MoD, working with the USAF, at the same time  joined a Gardnerian coven. Started a training Coven in 1985, which operated on the East of England for over 30 years. Later was a Committee and Council Member of the Pagan Federation for 13 years.

Geplaatst in English articles | Getagged , , , , , , | Reacties uitgeschakeld voor The Mysteries

Poems of Inspiration

In these very harrowing times, Spring 2020, it is hard to be optimistic and feel inspired. Andy sent these beautiful and stirring poems…
Many thanks Andy!

Guidance from the Great Goddess

(Looking towards the Sanctuary of Hekate, Lagina, Turkey)

Be not who you are told to be,
Be not who fear dictates you be,
But rather, whom the mirror of your soul teaches you to be.
Clear your eyes, throw off the chains of imposed constraints,
Break free from the cages of restrictions past,
Learn who you are, and what you can be,
Discard the terrors and walls that bind you so tight,
And though fears may assail you, find the courage within,
To Do as you Will and fulfil the vision,
Of what you are and have always been,
But denied and hidden, through compliance and fright,
Tear down that wall, and be free to grow,
To live and love, to fight and die,
To follow the path,
That the gods engraved,
And the trajectory of your spirit requires.

 

The Year’s Beginning

(Trees in Springtime, Maastricht, NL)

Betwixt the cold depths of winter,
And the warm blooming of Spring,
Queen of the boars, calling in the night,
Breaking dawn, bringing the Light,
Guardian of the eternal flame, and Sacred Well,
Arrows of fire from the rising sun,
Mistress of the hearth and fiery forge,
Inspiring poets, her ringing bell,
Goddess, Saint, and many things,
Equally known by many names,
From Ireland’s green shores,
To the Sylvan hills,
Where wine and corn, combine in delight,
To dance the dance with the Goat-footed one.

 

Points of Light

Servants of Light, Lords of Light,
Reflect well on this, for as the moon kisses the waves at night,
Without darkness also, the rays cannot illuminate.
It stands alone, without contrast, without context,
The positive and the negative, the male and the female,
Fire and Water, Earth and Air,
The beginning and the end,
The Alpha and the Omega,
Reflect and honour them all,
Consider them not as separate, for they are all of One,
And are All of Me,
The spark that ignites the flame, risen from the waters of Chaos,
Imposing form, and infusing the Breath of Life,
The shadow, swirling, cast by evening light,
Renewed by the flare of the dawn upon the horizon,
Rejoined. Connected. As One. Eternal.
The Shadow and Spirit, rising to the starry sky,
Points of light in the darkness,
Awakened. Enlightened.
Bridging the emptiness, yet within reach,
For those who extend their sight, and open their soul,
To me, within and without.

(View of Earth from above with many wirelessly connected points of light)

References:

Photos – Lagina and Maastricht – Morgana
Image Points of light: https://finance.yahoo.com/news/why-intelsat-stock-fell-35-205800454.html

Geplaatst in English articles | Getagged , , | Reacties uitgeschakeld voor Poems of Inspiration

Volle maan van de Havik – Beltaine 2020

Vertrouwen is het woord waar ik mijn wandelverslag van 2019 mee afsloot. Niet wetende dat dat nu zo’n belangrijk woord zou zijn. We zitten nu (31 maart, waarschijnlijk) middenin de coronacrisis. Het is stil buiten. Vanochtend kon ik gewoon door het rode stoplicht fietsen en schuin oversteken naar de overkant… geen auto te bekennen. Het is wat onwerkelijk en aan de andere kant… het went heel snel! Gelukkig kan ik nog steeds mijn werk doen en mijn man ook, die heeft het zelfs erg druk! Ja, daar heb je de voor mij zo belangrijke materiële wereld en onafhankelijkheid daarin… het blijft een belangrijke rol spelen in mijn leven. De aanwijzing vorig jaar dat ik meer met muziek, schrijven e.d. mocht gaan doen, is vrij beperkt gebleven. Wel een leuke spirituele fair gedraaid, maar veel te weinig deelnemers om uit de kosten te komen. Gelukkig wel mensen een aha-erlebnis kunnen bieden met chakra-klanken en ademhalingsoefeningen.

Mijn schrijven hier en creatief groen werk tellen natuurlijk ook mee en daar zijn de materiële zaken bijzaak 🙂 Dat kost meer dan het financieel oplevert. Maar het levert plezier op, het belangrijkste wat er is op deze aardkloot! En dat is wat we massaal inleveren tijdens de corona-crisis. Geen samenkomsten meer, geen feestjes, geen uitjes, geen etentjes, geen festivals… helemaal niets van dat. We worden teruggeworpen op ons zelf, op onze gezinnen en familie (en zelfs dat minimaal). We moeten ons zelf vermaken, we kunnen het vermaak even minder tot niet buiten ons zelf zoeken. Ik zeg altijd: “Je kan wel overal heen gaan om ‘gelukkig’ te worden… maar je neemt jezelf altijd mee!” Als je je niet fijn voelt met jezelf… zal je dat nergens doen, hoe ver je ook reist en wat je ook doet. Wat dat aangaat is dit een bijzondere tijd, en een tijd waar we een hoop van kunnen leren. Op persoonlijk maar ook op mondiaal niveau. Hoe gaan we wereldwijd met deze crisis om? En zullen we er socialer, bewuster en groener uitkomen of zakt deze crisis heel snel weg en gaan we weer over tot de stress van de dag? Ik ben heel benieuwd!

Wij zijn gelukkig gezond, mijn beide ouders (85 en 87) ook. Zoonlief vertoeft voorlopig thuis, waar hij zijn stage kan ‘thuiswerken’. We wandelen dagelijks, doen onze kracht- en stretch-oefeningen thuis en kijken ‘s avonds een filmpje of doen een spelletje… eigenlijk wel super-relaxed. De stilte die over het land ligt, ik hou er wel van! Mijn retraite ging niet door… maar eigenlijk zijn we wereldwijd in retraite. En dan denk ik maar even niet aan al die zorgverleners die dat dus absoluut niet zijn!! Zij buffelen deze dagen door in de hoop mensenlevens te redden en zelf gezond te blijven. Respect voor hen die op de barricaden staan!!

2019 volle maan van de havik

Op goede vrijdag is het volle maan. Een prachtige dag om te lopen, maar ik besluit om de avond ervoor te gaan. De kinderen zijn er en een goede vriendin komt op visite. Ik loop dan graag op de wassende maan in plaats van de afnemende. Dus donderdagavond laat ga ik aan de wandel. Om 22.00 trek ik mijn schoenen aan en pak mijn wandelstaf. Het zijn de eerste zomerse dagen van het jaar! De temperatuur komt boven de 20 graden 🙂 en de nachten zijn lekker. De lucht is bezwangerd door de bloeiende bomen. Het stuifmeel zorgt voor een mooi geel laagje op alles dat net schoon was 🙂 Ik hoop dat de warmte van de zon de insecten optrommelt, het is nu nog triest stil in en om de bomen. Wel is er veel bedrijvigheid rond ons insectenhotel! De inheemse bijtjes doen hun best om alles dicht te metselen. We gaan van de week nog snel wat bamboestokjes zagen en toevoegen. Nooit geweten dat onze ‘Bee and Bee’ zo snel vol zou zitten!

Maar deze maan is de maan van Beltaine en een van mijn favoriete tijden van het jaar. De koude en grijze dagen liggen achter ons… en dit jaar waren die veel en lang! Wel twee weken veel wind, regen en grijzigheid gehad 🙁 Zo toe aan stralende dagen! Eens even kijken wat deze maan ons brengt. Zachte regen, warme zon, ontluikende bloemen, bloeiende bomen, heerlijke geuren, blije mensen, fijne feestdagen. De natuur en de mensen zijn op hun paasbest 🙂 Pasen valt dit jaar op 21 en 22 april. En de koningsdag op de 27ste. Allemaal fijne dagen om te vieren. Natuurlijk had 30 april mijn voorkeur van koningsdag 🙁 Met de heerlijke koningsnacht vooraf gaande aan 1 mei… tja, het was zo mooi. Alexander zal daar vast niet aan gedacht hebben toen hij de datum verzette naar zijn eigen verjaardag 🙁 De nacht van het ‘Het heilig huwelijk’ zal nu niet meer gevolgd worden door een nationale vrij/feestdag. Ik ben benieuwd of er dit jaar nog toeristen te laat komen voor koningsdag, zo sneu met oranje kleding en vlaggetjes lezen dat de datum verzet is… stond niet in oude gidsen 🙂

Maar hoe zit het met onze gidsen? Hoe laten wij ons leiden? De havik heeft overzicht… door de afstand die hij neemt. Komen wij misschien ook te laat, vissen wij misschien ook achter het net, missen we net alle feestelijkheden? Zijn wij ook sneu?

Als ik kijk naar mijn gids… welke gids? Heb ik een gids? Waar laat ik me door leiden? Ik moet eerlijk bekennen dat ik daar niet zomaar een antwoord op heb. Ik beweeg me eigenlijk behoorlijk op de flow van mijn leven. Ik dwing niet af. Als iets niet wil, dan is het dat waarschijnlijk niet… voor mij. Ik doe niet veel moeite. Het (wat is het?) moet eigenlijk vanzelf komen, zonder moeite. Ik kan wel ongeduldig zijn omdat ik een bloedhekel heb aan onzekerheid. Soms is het afwachten en uitzitten van moeilijke tijden een opgave. Maar ik heb altijd vertrouwen dat het leven mij toelacht… alleen is terug lachen soms even moeilijk. Ik heb wel een droom. Een droom om altijd onafhankelijk te kunnen blijven. Om zelf te kunnen beslissen wanneer ik iets wil, doe of laat. Dat ik geen schulden maak waardoor ik afhankelijk word. Mijn autonomie is mijn grootste goed. Dat heb ik duidelijk gevoeld (en dus geleerd) in de tijd dat mijn man baanlooswas en de uitkering op was. Ik wilde onder geen beding richting bijstand!!!! Gelukkig is dat na een jaar overleven afgewend… ppfftt. Mijn lijf protesteerde aan alle kanten, maar het vertrouwen in ‘ons’ heeft z’n werk gedaan. En nog steeds ‘zwijnen’ we door het financiële leven. Een voorwaarde (voor mij) om autonoom te kunnen blijven.

De vorm van de droom is mijn eigen coachingspraktijk. Zo hoop ik tot hoge leeftijd betrokken te blijven op de mensen om mij heen en voor ons zelf een bijdrage te kunnen leveren op ons kleine pensioen. En dus zo te kunnen blijven doen wat we nu doen. Simpel leven en het leven vieren bij tijd en wijle 🙂 Dus mijn dromen en mijn verlangen in handen geven van het universum, de godin, onze lieve heer… give it a name 🙂 Vertrouwen in hoe het leven zich ontvouwt. En heel voorzichtig voelend of ik daar een sturing aan kan geven, door gerichte stappen te zetten.

En iedere volle maan neem ik de stap naar achteren, neem ik afstand. Ga ik te rade bij Boompje en/of B8. Zij geven mij altijd een mooi woord om me te bezinnen op het ‘hier en nu’. Deze maandelijkse reflectie staat dik gedrukt in mijn gids 🙂

Het is dus 22.00, de avond voor volle maan. De maan staat superhelder te stralen. Mijn staf ligt horizontaal in mijn rechterhand. Ik heb mijn hardloopschoenen aan in plaats van mijn wandelschoenen, die zijn wat luchtiger. Heerlijk deze ‘zwoele’ avond… 10 graden, maar zo na de winter voelt dit zwoel 🙂 Ik vertrek met de hoop dat de nachtegalen er al zijn. In de wijk is het stil. De honden zijn al uitgelaten en menigeen ligt al op één oor. Op de hockeyvelden wordt nog een laatste balletje geslagen. De ganzen zijn stil. Het water strak.

In no time ben ik bij de brug naar het buitengebied. De lucht is fris en zoet, geen luchtverfrisser die hier tegenop kan. Vooral de wilde sering doet een flinke duit in het zakje! Het fluitenkruid moet nog komen, dat geurt ook zo heerlijk! De daslook staat wel in volle bloei en is heerlijk door de sla 🙂 En de meidoorn draagt ook al haar bloemen. Maar mijn weg leidt naar de krachtboom van deze maan, de wilg! Gelukkig is mijn nieuwe Boompje miraculeus teruggekomen en loopt nu uit!! Nog steeds geen flauw idee hoe hij twee maanden kon verdwijnen om daarna doodleuk weer op z’n plek te staan, met beschermende hoes en al. Het zal altijd een raadsel blijven… maar B8 wist ervan!! Zijn woord van vlak voor de terugkeer was ‘onverwacht’… dat dus! Ik had me al neergelegd bij zijn verdwijning. Soms willen dingen niet, niet afdwingen! En dan…

Als ik bij Boompje sta, ja, het is nu een boompje… hij loopt uit!! Dat betekent dat hij worteltjes heeft en een eigen sapstroom kan onderhouden 🙂 en dus spruitjes kan maken! Als ik zijn stammetje omvat (yep, geen tak meer… maar een stam!) wens ik hem veel sterke worteltjes. Ik krijg direct terug: ”En jij broccoli :-)” Smartass! Bij B8 hoop ik een wat ‘volwassener’ reactie te krijgen. Als ik contact maak met hem krijg ik ‘Ontworteld’. O, wat een triest woord. Ik moet direct denken aan mijn zwakke voeten en de steeds terugkerende problemen ermee. De hiel / achillespees, de steunzolen die ik nodig heb, de slappe banden in voet en enkels, het teveel lopen op de hiel… dus veel bewust lopen met gebruikmaking van de tenen!! Het helpt wel. Mijn tenen, vooral aan de kant van de last van de hiel, deden niet mee. Ik moet met mijn tenen de grond ‘in duwen’ bij iedere stap/afzet. Dus ook mijn voeten rechter neerzetten!! Meer aarden tijdens het lopen dus!! Mijn worteltjes (tenen) de grond in duwen! Als steenbokje ben ik hoofdteken van de aardetekens… maar de steenbok reikt naar Lucht!! De hoogte in! Als ik Aarde en Lucht samen kan brengen zal het nog wat worden 🙂

Wat me doet denken aan mijn voornemen om tijdens een spirituele / wellness-fair hier in de wijk een mooie oefening aan te bieden aan de bezoekers. In mijn grote ronde sahara-tent wil ik de ademhalingsoefening ‘hartopener’ geven met aansluitend de chakra-klanken (alle ‘klinkers’). Zo kunnen mensen zelf hun eigen klank laten horen en ervaren wat die trillingen op diverse plaatsen in je lichaam los kunnen maken. En in de beslotenheid van de ronde tent moet dat een fijne sfeer geven. Dus aarden met lucht!

Maar ik blijf toch wat triest tijdens de wandeling als ik aan ‘ontworteld’ denk. Alsof ik iets niet volledig heb gedaan, alsof ik iets heb laten liggen, alsof ik iets mis. Als ik daar nu een kaart op trek, uit het Godinnendek trek ik een kaart die ik niet eerder trok: ‘Saravati’. De kaart van The Arts 🙂 ik mag me meer gaan richten op muziek/zingen en schrijven 🙂

En zo mooi dat deze kaart aangeeft dat ik me laat ‘versluieren’ door het materiële. Ik vind het financiële plaatje erg belangrijk, het houdt voor mij onafhankelijkheid in. Maar dat is natuurlijk schijn… het zorgt waarschijnlijk voor mijn ‘ontworteling’. Het is het foutje in mijn gids 🙁 het maakt misschien dat ik ‘het’ net mis, dat ik net ‘te laat’ kom, dat ik sneu ben 🙁

Je bent een grenzeloos wezen. Als het lijkt dat er beperkingen zijn in de vorm van tijd, geld of anderszins, dan komt dat alleen doordat je geest gericht is op de materiële wereld. Haal het gordijn van de materiële wereld weg voor het raam waar je uit kijkt en je zult jezelf ervaren zonder grenzen. Omring jezelf met muziek , laat dat je creatieve denken stimuleren en nieuwe ideeën tot bloei komen. Laat je gaan met de muziek en geef jezelf de vrijheid om te investeren en te experimenteren met het concreet maken van je creatieve ideeën. Geniet van het grenzeloos zijn!”

Het valt zo wel op z’n plek. Maar o, wat is dat moeilijk!!!!!! Ik maak van muziek voor het gemak even klanken. Het idee is goed 🙂 maar ik zal nog meer ‘vertrouwen’ moeten hebben!!

Als ik van B8 wegloop vliegt er een uil voorbij en even later nog één, twee uilen! Als dat geen wijsheid is… maar makkelijk zal het niet zijn voor me. Ik ga het brede graspad op omdat het schelpenpad mij teveel ‘herrie’ maakt op deze stille avond. De nachtegalen zijn er nog niet, de kikkers zijn op een na… stil. De concerten van nachtegaal en kikker komen nog… hier ben ik niet te laat voor 🙂

Als ik op het gras loop, voelt dat zoveel beter dan het geknisper van het schelpenpad. Aan het einde van het pad ligt een stukje wetland, waar ook vaak uilen jagen. Maar hier blijft het stil en zonder uilen… want die zijn zó stil. Aan het eind van dit stukje land ligt een bruggetje met één reling, dat uitkomt op de dijk. Op de dijk is het heerlijk! De maan staat te stralen en verlicht het hele bos. In de verte zie ik in het bos van de ‘Bult’ een groot kampvuur. De ‘Bult’ is de oude vuilstort die jaren geleden met bos aangeplant is. Onderaan de dijk ligt het ‘Benedenbos’ en bovenaan de dijk begint de Westerveldse Bult, een flinke klim! Deze bult ligt aan de Westerveldse kolk, een mooi stuk open water met eilanden erin. En op het strandje is een kampvuur en er klinken vrolijke geluiden vanuit het bos. In het bos kom ik een jongen tegen die weg gaat, we groeten elkaar. Het is een drukke bedoeling daar aan het strand. Ik loop op de groep toe voor een foto. Niemand die mij bemerkt 🙂 Ze hebben muziek aan en hebben het heel gezellig met elkaar. De foto van de groep bij het vuur is mooi. Natuurlijk niet super met mijn cameraatje maar dat boeit niet 🙂 Ik voel me beetje vreemd, zo dichtbij kunnen komen zonder ‘gesnapt’ te worden. Maar de aandacht vragen zou storen en de foto niet mooier maken.

Ik loop terug naar de dijk en vervolg mijn weg naar huis. Onderweg maak ik nog wat plaatjes van de stralende maan. Fijn dat mensen de weg naar het bos, vuur en water weten te vinden. Niets mooier dan plezier hebben met elkaar rond een kampvuur in de vrije natuur! Nu maar hopen dat ze ook alle spullen die ze meegenomen hebben weer mee terug nemen! Heb vertrouwen…

Bij thuiskomst is het bijna 00.00, nog even bankhangen en dan op één oor. Ik geloof dat ik de komende lichte kant van het jaar heel wat te doen heb!! De materiële wereld is behoorlijk belangrijk voor mij… agenda en financiën, dat loslaten?! Hoe dan???? Ik denk dat het antwoord al in mijn gids staat… of misschien is het zelfs de titel van mijn gids “VERTROUWEN”.

Liefs, Loes

Ja, vertrouwen… vertrouwen in onze veerkracht als samenleving. Vertrouwen in de Nederlandse overheid en economie, die veel Zzp’ers zal steunen om overeind te blijven in deze onzekere tijden. Ik heb er alle vertrouwen in dat het ons gezonder zal maken, persoonlijk maar ook als samenleving. En de wereldeconomie zal waarschijnlijk flink onderuit gaan… maar er wel gezonder uitkomen. Nu houden we een luchtkasteel in leven… iets wat wacht om leeg te lopen, of doorgeprikt te worden. We zullen het meemaken.

Heb vertrouwen!

Toch maar even een kaart getrokken om te vragen wat deze bijzondere tijd mij te melden heeft.
Diana, de maangodin 🙂 die ik al eerder trok. De godin die je gefocust doet zijn. Je van het positieve uit laat gaan. Je in je kracht zet. Verbonden is met de natuur en de dieren. Zorgt dat je je prioriteiten niet uit het oog verliest en negatievelingen de deur wijst… ze staat voor kracht, focus en vertrouwen.

Het komt goed, ook dit gaat voorbij!

Liefs, Loes

Geplaatst in Artikelen, Volle Maan Wandelingen | Getagged , | Reacties uitgeschakeld voor Volle maan van de Havik – Beltaine 2020

Review: Hine’s Varieties – Chaos & Beyond

Hine’s Varieties – Chaos & Beyond
Phil Hine, foreword by David Southwell,
ISBN 978-1-935150-76-3. Original Falcon for ordering.
Also included is an excerpt from one of the chapters and the video of the launch of the book at Treadwell’s on February 13, 2020. Signed copies are also available at Treadwell’s, 33 Store St, Bloomsbury, London WC1E 7BS, Website: https://www.treadwells-london.com/

A wordplay on Heinz Varieties this is indeed a rich variety of essays Phil Hine has written over the last 40-odd years. In many parts autobiographical it was also a reminder of my own first steps on the path as a teenager in the North West of England. Some of Phil’s memories had me chuckling… as we dabbled in the psychedelic world of the 1970’s.

Later I would observe much of what he recalls from the Netherlands, after I moved there in 1974. I can certainly relate to his experiences with Wicca and the Occult as he describes them in ‘from Wicca to Eris’ and further. He recalls his adventures in what he calls the ‘chaos scene’ when he moved to Leeds in 1986.

The book is divided into various sections, Chaos, Paganisms, Practice, Tantra, Sexualities, Histories and Fiction. I particularly liked the chapters about ‘Practice’… ‘Master, Mentors, Teachers and Gurus’.

On mentoring, “The central focus of mentoring is the empowerment of the student through the development of his or her abilities. To do this effectively requires that the Mentor respects the uniqueness of that person. We can see the results of dysfunctional teaching when we meet so-called magicians who appear to be little more than mirror-reflections of their teachers, who lack independent voices , and hold the world at bay with their belief-systems which (as Peter J. Carroll once quipped) ‘act not seen as crutches for the feeble, but broken legs for the incapable…’ The tendency to teach magic to others cookbook style, rather than encouraging individuals to twist techniques and theories so that they are relevant to their immediate life experience is responsible for much of the blinkered, narrow thinking of many modern occultists. I suspect that this is due to the fact that many teachers have a position to cling to which involves keeping students around them rather than letting them go off and pursue their own interests. Some of the best Mentors, in comparison, are those who view the mentoring process as a learning experience for themselves.”

At the launch of his book, at Treadwell’s Phil is interviewed by Christina. She asks some pertinent questions and he recalls some of the experiences he writes about.

(Phil Hine and Christina Oakley Harrington in conversation -Treadwells, Feb 13, 2020)        

Full video interview see: http://originalfalcon.com/hines-varieties.php

I really enjoyed Phil’s candidness about some very intimate situations in his life.

In the introduction to the section on Sexualities Phil writes,

“My early experiences in occult groups (and reading occult books) with regards to sexuality were not, on the whole, without issues. The prevailing attitude I encountered in the UK occult scene of the 1980s was that if you weren’t straight, you couldn’t be a witch or magician. This attitude ranged across the entire gamut of occult genres — Witchcraft, Ceremonial Magic, Tantra. Even the Neo-Tantra/Sacred Sex movement, which began to become popular in the early 1980s shared this view. Nik Douglas and Penny Slinger’s best-selling Sexual Secrets (first published in 1979) held the view that “homosexual freedom” led to the decline of empires and that gay men should use yoga techniques to suppress their desires and thus avoid “karmic consequences”. Nowadays, it is easy to come away with the impression that the world of Paganism and the Occult has always been accepting of non-normative sexualities. If people aren’t accepting, then it is often laid down to individual aberrations and not embedded culture. It’s easy to forget that in the 1980s and 1990s (in the UK at least) it was not unusual to find people mouthing statements that we would now recognise as homophobic, and largely not being challenged or called out for doing so.”

Some of those statements are still not being challenged but Phil’s book goes a long way in dispelling some myths. As Rodney Orpheus writes, “Hine’s Varieties offers a unique window into the life and spiritual journey of a master magician”.

Highly recommended!

Phil Hine is a former editor of the internationally acclaimed magazine Chaos International. He has facilitated workshops and seminars on modern magical practice in America and Europe and contributes regularly to a wide range of occult journals.

Other books by Phil Hine: 

Condensed Chaos, An Introduction to Chaos Magic (The Original Falcon Press)
ISBN 978-1-935150-66-4

Prime Chaos, Adventures in Chaos Magic (The Original Falcon Press)
ISBN 978-1-935150-67-1

Pseudonomicon (The Original Falcon Press).

Geplaatst in Boeken, Recensies | Getagged , , , | Reacties uitgeschakeld voor Review: Hine’s Varieties – Chaos & Beyond

De wraak van Moeder Aarde?

Logo rubriek 'Gedachten' in Wiccan Rede Online Magazine

Niet voor het eerst verbaas ik me over de complottheorieën die rondgaan op sociale media. Nu er een pandemie heerst, worden ook daar allerlei vergezochte ‘oorzaken’ voor genoemd. Het bewust onder de mensen brengen van een virus door iemand die je wantrouwt, of Moeder Aarde die de mensheid zat is. Ken je natuurwetten en de wetten van de magie!

Met enige huiver, want waar je energie aan geeft, dat groeit, is het idee, wil ik dit onderwerp toch aansnijden in Wiccan Rede Online. Medeia benoemt elders in dit nummer de vraag of het coronavirus een straf van god, godin of goden voor falende politieke leiders zou zijn. Maar mijn vage onvrede werd het beste benoemd door Asha ten Broeke in haar column in De Volkskrant van 17 april, onder de titel ‘Moeder Aarde’.

Het idee is dat een ramp of ziekte niet ‘vanzelf’ kan ontstaan. Dit heeft zulke grote gevolgen voor zoveel mensen, dat kan blijkbaar niet spontaan zijn veroorzaakt, door toeval. Daar moet ofwel menselijk ingrijpen achter zitten, ofwel de aarde zelf probeert ons iets duidelijk te maken. Degenen die geloven dat de coronacrisis is opgewekt door menselijk ingrijpen, wijzen graag een schuldige aan. Dat kan een complete bevolkingsgroep zijn (die waar je zelf niet bij hoort, maar waar je een hekel aan hebt) of een overheidsinstantie, als je de overheid wantrouwt. Er komt ‘een laboratorium’ aan te pas waar virussen niet alleen bestudeerd worden, maar ook vervaardigd. En expres losgelaten op de mensheid. Door diezelfde overheid die ook ‘chemtrails’ loslaat op de complete bevolking – inclusief de families van die machtshebbers, maar daar hoor je niemand over – en die kinderen ziek wil maken door ze te vaccineren. Voor dat laatste wordt dan een ‘bewijs’ overlegd waarvan allang bekend is dat het onzin is (dat kinderen autisme zouden krijgen van de vaccinatie). Hoe het was toen veel kinderen ziek werden en soms stierven aan de gevolgen van polio of de mazelen, is uit het collectieve geheugen verdwenen. Misschien dat iedereen straks wel in de rij staat voor een vaccin tegen Covid19.

Is het dan Moeder Aarde die probeert van ons af te komen door nu en dan een ziekte op ons los te laten? Als dat al zo is, dan is dat niet bewust, niet moedwillig. Wetenschapper James Lovelock formuleerde in 1969 de ‘Gaia-hypothese’, mede-ontwikkeld door Lynn Margulis. Deze wetenschappelijke hypothese stelt dat de biosfeer op de niet-levende omgeving inwerkt op een zodanige manier dat er een zelfregulerend complex systeem ontstaat, zodat er gunstige omstandigheden blijven bestaan voor het leven op Aarde. Alle levende materie op aarde wordt gezien als één organisme, dat werkt net als andere, kleinere organismes. Als een pandemie al wordt ‘veroorzaakt’ door Moeder Aarde, dan is dat door een terugkoppelingseffect.

In magie maken we gebruik van wetten, en we weten dat er natuurwetten zijn. Is de zwaartekracht er om jou iets aan te doen? Nee, die is er gewoon, en leer er maar mee omgaan. ‘Oorzaak en gevolg’ bestaat gewoon, maar je moet soms je best doen om te zien wat dan precies de oorzaak is dat iets anders tot gevolg heeft. Ook in dit geval is het de mens die in te nauw contact komt met wilde dieren, en daardoor zich ziektes op de hals haalt die hij anders niet zou krijgen. Net als eerder bij ebola, dat veroorzaakt wordt doordat mensen ‘bush meat’ eten, en bij de Q-koorts, is hier sprake van een zoönose: een infectieziekte die van dieren op mensen kan overgaan. Dat die zo snel kan toeslaan over de hele wereld, komt doordat wij zoveel reizen. Ik zou hier graag een afbeelding bij plakken van de strip van ‘Jan, Jans en de kinderen’, waar je ziet dat dochter Catootje niest en (het paard van?) de melkboer aansteekt, waardoor uiteindelijk koningin Juliana verkouden wordt en niezend te zien is in het journaal. Maar een vliegtuig verspreidt een ziekte nog een stuk sneller dan een melkboerenkar met paard, en over grotere afstanden.

Dat we met zoveel mensen op een kluitje wonen, helpt zo’n ziekte ook om zich makkelijker en beter te verspreiden. Ook een aardbeving of een vulkaanuitbarsting kan nu veel meer mensen treffen, omdat er nu eenmaal tegenwoordig veel meer mensen zijn. Die ook nog vaak in een aardbevingsgebied of nabij een vulkaan wonen. Of in de buurt van rivieren of zeeën die overstromen, omdat daar het land vruchtbaar is. Als je dan ook nog woningen bouwt in wat eigenlijk uiterwaarden zijn, dan zie je dat het de mens is die sommige plagen over zichzelf afroept. Oorzaak en gevolg. Maar kun je daar een schuldige voor aanwijzen? En waarom zou je dat willen? Kunnen we niet gewoon accepteren dat ziekte ons allemaal kan treffen? Dat het er – helaas – bij hoort, dat we niet alles naar onze hand kunnen zetten?

Dat je erover nadenkt wat de boodschap zou kunnen zijn, dat is goed. Want rampspoed overkomt je, maar jij zelf reageert erop en kunt het een plaats geven in je leven. Dat is wat magie ons ook leert: het enige dat je echt kunt veranderen, is jezelf.

Geplaatst in Artikelen | Getagged , | 2 reacties

Two historical studies in witchcraft and magic

Physical Evidence for Ritual Acts, Sorcery and Witchcraft in Christian Britain. A Feeling for Magic.
Edited by Ronald Hutton
>Palgrave Macmillan, 2016. XIV, 261 p. ISBN 978-1403-99566-7 (hardback), 978-1403-99567-4 (paperback)

Cultures of Witchcraft in Europe from the Middle Ages to the Present. Essays in honour of Willem de Blécourt
Edited by Jonathan Barry, Owen Davies and Cornelie Usborne
Palgrave Macmillan, 2018. XXIV, 283 p. ISBN 978-3-319-87634-4 (paperback), 978-3-319-63784-6 (eBook)
(Palgrave Historical Studies in Witchcraft and Magic)

Some things are hidden in plain sight. If you don’t expect to see evidence of another culture, it can remain unseen even if you’re staring at an important symbol of it. For instance ‘Green Men’ in churches have long been overlooked, and ‘Green Women’ have escaped notice even after their male counterparts were recognized. Other example is that when ‘female figurines’ were excavated, some archeologists – men – assumed the depicted women were ‘prehistorical pin-ups’. When in your society, now, God is a man, it seems to be difficult to imagine that once ‘God was a woman’ and that these figurines may have been religious, that they may have symbolized goddesses.

Thus it happened that evidence in historical archives and museum was never recognized as magical in nature, until archeologist and museum curator Ralph Merrifield studied them. In 1987, when he was retired, he published the book The Archeology of Ritual and Magic. He not only studied deposits from the pagan Roman and Anglo-Saxon period, but treated more recent artefacts in the same way. The belief in magic did not disappear when Christianity became the dominant culture, but researchers had attributed deposits to other motives of the people who had used them or buried them.

Times have changed, and there even is a whole series called ‘Palgrave Historical Studies in Witchcraft and Magic’. (See also the reviews Magic and Witchery in the Modern West and Witchcraft in Early Modern Poland). Series editors are Jonathan Barry, Owen Davies and Willem de Blécourt, the Dutch historical anthropologist specialising in the study of witchcraft and folk magic in Europe. In 1990 he wrote his Ph.D. thesis Termen van toverij: de veranderende betekenis van toverij in Noordoost-Nederland tussen de zestiende en twintigste eeuw.

The contributors of the second book, Cultures of Witchcraft in Europe from the Middle Ages to the Present. Essays in honour of Willem de Blécourt, are long-standing experts on the history of European witchcraft and magic. They are historians, anthropologists, literary scholars and folklorists from several European countries, who have all worked with De Blécourt. The authors explore themes and approaches which he had pioneered. The chapters are on:
– Witches and devil’s magic in Austrian demonological legends
– Hanna Dyâb’s witch and the great witch shift
– The mirror of the witches (1600): a German baroque tragedy in context
– Unravelling the myth and histories of the weiging test at Oudewater: the case of Leentje Willems
– The North Sea as a crossroads of witchcraft beliefs: the limited importance of political boundaries
– Kind in words and deeds, but false in their hearts: fear of evil conspiracy in late-sixteenth-century Denmark
– Ein gefehrlich Ding, darin leichtlich zuviel geschicht. The end of village witch trials in the Saar region
– News from the invisible world: the publishing history of tales of the supernatural c. 1660-1832
– Researche reverse witch trials in the nineteenth- and early twentieth-century England
– The catechism of witch lore in twentieth-century Denmark
– Magic and counter-magic in twenty-first-century Bosnia.

The first book, Physical Evidence for Ritual Acts, Sorcery and Witchcraft in Christian Britain, is really about physical objects and their meaning:
– Magic on the walls: ritual protection marks in the medieval church
– Apotropaic symbols and other measures for protecting buildings against misfortune
– Instances and contexts of the head motif in Britain
– Witch bottles: their contents, contexts and uses
– Concealed animals
– Shoes concealed in buildings
– Garments concealed within buildings: following the evidence
– Spiritual middens
– Textual evidence for the material history of amulets in seventeenth-century England
– Amulets: the material evidence
– Cunning-folk and the production of magical artefacts
– The wider picture: parallel evidence in America and Australia.

Apotropaic symbols were meant to avert evil, and can be found alongside entrances such as doors, windows and chimneys. They could be circular (or for instance a triquetra in a circle – see the book cover), heart-shaped, diamond-shaped, X-forms and letters of the name of the Virgin Mary. Some marks can be dated very precisely, and were certainly inscribed during the building of houses, barns and stables. The meaning is not so clear, although we know the entrances were perceived as danger zones in buildings.

Magic on the walls is also found in churches, as early graffiti. A large scale survey of medieval churches throughout England brought to light a mass of previously unrecorded graffiti inscriptions. Before they were studied they were thought to be rare, but the systematic and large-scale survey showed how widespread the phenomena once was. Not just in England, but all over Europe. There are at least five specific types or designs of apotropaic markings in medieval church context: compass-drawn symbols; VV symbols; ‘merels’ type (a series of squares or rectangles); swastika pelta of Solomon’s knot; and pentangles. The latter two are more rare than the other three.

As the chapter titles suggest, a lot of things were intentionally hidden in buildings, during the building. Amongst those the witch bottles, that are only found when buildings are demolished or repaired, or researched by archeologists. When builders find these objects, they may not recognize the objects as magical objects, or they do recognize them, and destroy them out of superstition.
Witch bottles were described in pamphlets and books in the seventeenth century and after. So we know of the magical intentions, and why certain items were used as contents.

It is very interesting that nowadays these objects are studied even though their meaning is unclear since there is no written evidence about the magical purposes. But without the realization that these pieces of folk culture may have a story to tell, they could be destroyed and no-one would ever know.

Geplaatst in Boeken, English articles | Getagged , , | Reacties uitgeschakeld voor Two historical studies in witchcraft and magic

May Day traditions: Jack in the Green, a photo gallery

From Wikipedia: “Jack in the Green, also known as Jack o’ the Green, is an English folk custom associated with the celebration of May Day. It involves a pyramidal or conical wicker or wooden framework that is decorated with foliage being worn by a person as part of a procession, often accompanied by musicians.

The Jack in the Green tradition developed in England during the eighteenth century. It emerged from an older May Day tradition—first recorded in the seventeenth century—in which milkmaids carried milk pails that had been decorated with flowers and other objects as part of a procession. Increasingly, the decorated milk pails were replaced with decorated pyramids of objects worn on the head, and by the latter half of the eighteenth century the tradition had been adopted by other professional groups, such as bunters and chimney sweeps. The earliest known account of a Jack in the Green came from a description of a London May Day procession in 1770. By the nineteenth century, the Jack in the Green tradition was largely associated with chimney sweeps.

The tradition died out in the early twentieth century. Later that century, various revivalist groups emerged, continuing the practice of Jack in the Green May Day processions in various parts of England. The Jack in the Green has also been incorporated into various modern Pagan parades and activities”

In 2017 I was in London and was able to witness one of the ‘modern pagan parades’. It was great fun as we walked from pub-to-pub, having a beer on the way, of course 😊

Here are some of the photos I made. I guess this year the parade will not be taking place ☹

 

(Joining the parade in Greenwich – alongside the Cutty Sark)

“Deptford, London: The Fowlers Troop Jack was revived during the early 1980s by members of the Blackheath Morris Men and friends. It is a revival of a Jack in the Green from about 1906 which was paraded by the original Fowlers Troop. The Fowlers Jack goes out on the streets of South East London or the City of London each May Day. The Jack is usually dressed on 30 April and is paraded on May Day.”

(The Fowlers Troop, from Deptford)

(Stopping at pubs on the way and having a beer…)

 

(The ‘main players’ with the chimney sweep.. and blackened faces)

(Morris dancing, an integral part of the celebration.. it’s never too early to learn )

References:

Jack in the Green: https://en.wikipedia.org/wiki/Jack_in_the_Green

Photos – Morgana, Deptford, London 2017

Geplaatst in English articles | Getagged , , , , , , | Reacties uitgeschakeld voor May Day traditions: Jack in the Green, a photo gallery