Interview with Taloch, November 24, 2018

In Wiccan Rede Online Samhain there was a feature about Taloch by Katherine Brown-Gurley, “Use the Magick, Make a Change” – Magickal Philosophy Taloch Jameson

I was curious to hear more about Taloch’s views on his ‘Magickal Philosophy’ and the plans for the “Wytches & Cunningfolk Camp” to be held in the Netherlands in 2019.

We met at the Castlefest Midwinter edition, on Saturday November 24, 2018,  where Taloch had just arrived and was preparing for the Winter Ritual ….

(Interview with Taloch – audio only) 

(At Castlefest with Taloch – courtesy Marloes Visser)

For more information about the “Wytches & Cunningfolk Camp”, on FRIDAY, MAY 17-19, 2019, in the Netherlands: https://www.thedolmen.com/tour_dates#post-358

and here: https://www.facebook.com/wytchesandcunningfolkcamp/

Clan Dolmen International Official Page: https://www.facebook.com/groups/272811573540633/

https://www.thedolmen.com/

 

 

 

 

and for more information about the Winter Ritual: https://winter.castlefest.nl/en/entertainment/winterritueel/

The Winter Ritual – courtesy Castlefest / The Dolmen

Geplaatst in English articles, Interviews | Getagged , , , | Reacties uitgeschakeld voor Interview with Taloch, November 24, 2018

Recensie: Paradijs in de polder

Paradijs in de polder. Ontdek wat landschap je vertelt
Arita Baaijens
Atlas Contact, 2018. 200 p. ISBN 978 90 450 3602 1. € 19,99
Paradijs in de polder, Arita Baaijens

Bestaat bezielde natuur in Nederland? Die vraag kwam op bij Arita Baaijens nadat ze jarenlang door de Sahara was getrokken, en daarna door Siberië en de Altaj, en daar boeken over had uitgegeven. In ‘Zoektocht naar het paradijs‘ had ze geprobeerd om – letterlijk – in kaart te brengen hoe landschap en geest elkaarbeïnvloeden. Na een reis vliegend boven Nederland zag ze het polderland en besefte hoe dit landschap ook haar had gevormd. Bovendien spraken mensen haar erop aan dat het wel makkelijk was om op een verre berg in vervoering te raken, maar hoe zat het met dichtbevolkte cultuurlandschappen dichter bij huis? Juist daar moest het landschap herontdekt worden.

Baaijens is wetenschapper, maar wat toetsbaar is, wat je kunt meten, zegt niet alles over een plek. Wetenschap is een methode om de werkelijkheid te benaderen, maar er zijn ook andere methoden. We kunnen de natuur ook niet uit de mens halen alsof we los zijn van de aarde.

Wij plaatsen onszelf in gedachten overal buiten en het liefst ook boven. De westerse mens ervaart de wereld niet, maar dénkt haar. Maar natuurlijk zijn we nog steeds onderdeel van de wereld. Een dag bestaat uit snapshots, een serie losse gebeurtenissen die plaatsvinden in de echte of in de virtuele wereld. Het brein ziet iets, oordeelt, plakt er een etiket op en stopt het in een doosje. Klaar. Volgende plaatje. Wie kent nog de sensatie van ruwe aardkluiten onder eeltige voetzolen, van slapen op de grond met de neus in het gras?

Na een samenvatting van de persoonlijke (zoek)tocht van Arita Baaijens, geeft ze tientallen oefeningen waarmee de lezer zelf op pad kan. Zelf contact kan maken met het landschap, gebruikmakend van alle zintuigen. Sommige oefeningen kun je alleen doen, maar samen doen is ook leuk, en voor sommige oefeningen heb je gezelschap nodig. Delen van de resultaten is ook goed, want:

Wat we nodig hebben zijn nieuwe woorden waarmee we elkaar kunnen vertellen wat ertoe doet en wat het leven de moeite waard maakt. Weiden met pinksterbloemen bijvoorbeeld. En landschappen die herinneringen bewaren, gewild onkruid in de stad en rivieren die vrij mogen stromen. De nieuwe taal die Paradijs in de polder wil introduceren houdt zich verre van nostalgisch treuren om wat geweest is en nooit meer terugkomt. We zoeken eigentijdse woorden en beelden, vitaal, aansprekend, vernieuwend en verbindend. Taal, kortom, die ons eropuit stuurt om te verkennen wat we over het hoofd hebben gezien.

Baaijens roept dan ook op om je ideeën te delen en ook de ‘deep maps’ die je maakt van een landschap. (In het boek uitleg en voorbeelden van ‘deep maps’).

De oefeningen zijn heel leuk om te doen, en moet je ook echt dóen, in plaats van er alleen over te lezen. Een paar kende ik al, bijvoorbeeld van IVN-excursies met kinderen. De theorie sluit aan bij wat andere mensen gelukkig ook al schrijven en doen. ‘Guerilla gardening’ en #gewildgroei, bijenhotels. Li An Phoa die duizend kilometer langs de Maas loopt om haar ideaal van drinkbare rivieren onder de aandacht brengen. IVN dat laat onderzoeken hoe (en waarom) goed groen doet. Er zijn Levend landschap-initiatieven tegen ‘landschapspijn‘. Mensen gaan ’therapeutisch wandelen’, of met wandelcoaches of nemen een bosbad. Erik Scherder vertelt waarom wandelen zo goed is voor je brein en er is tegenwoordig aandacht voor groene schoolpleinen en er is buitenschoolse opvang in de natuur. Met blote voeten.

De invalshoek is soms dat het goed is voor de mens, en soms dat het goed is voor de natuur, maar meestal is het goed voor beide. De wereld zou er anders uit zien als iedereen het besef zou hebben dat elke plek waarde heeft voor wie er leeft en woont: planten, dieren en mensen. Je kunt geen lijnen op een landkaart trekken met een lineaal. Je kunt geen olie winnen in het Waddengebied, op de Noordpool of in de Nigerdelta. Of chemicaliën lozen uit je farmaceutische fabriek in de rivier ernaast. Dat zou niet moeten mogen.

Het theoretische gedeelte van het boek geeft, net als ‘Zoektocht naar het paradijs’ nog veel meer namen van mensen die ideeën hebben over de waarde van natuur en landschap. Niet de economische waarde, maar de intrinsieke waarde van een landschap, de betekenis van de natuur voor de bewoners, de bezielde natuur. Net als Emma Restall Orr in The Wakeful World. Schrijvers, filosofen, enzovoorts die woorden geven aan het belang van de aarde, de natuur zelf. Woorden ook aan het belang van bewoners die klein in aantal zijn, en ver staan van de wereld van de machthebbers. Inheemse volkeren, bijvoorbeeld. Want onze Westerse ideeën, waarden en landkaarten zijn niet zo neutraal als je misschien denkt. ‘Native Americans’ raakten meer land kwijt door landkaarten dan door gewapende conflicten, vertelt Jim Enote in een video-interview, aangehaald op de pagina’s over ‘deep maps’.

Een belangrijk boek, waarvan ik hoop dat meer groepen het gaan lezen én gebruiken. Inspirerend!

Geplaatst in Boeken | Getagged , , | Reacties uitgeschakeld voor Recensie: Paradijs in de polder

De Overgang – En hoe ik mijn leesbril kwijt raakte

Yoeke Nagel blijft maar op zoek naar wat dat dan is: magie.

Ik was mijn leesbril kwijt. Hij kon ergens in mijn huis liggen, of ergens in Frankrijk waar ik een schrijfweek had gegeven. Of, daar wil ik even vanaf zijn, daar ergens tussenin misschien. Daar wil ik zelfs heel graag vanaf zijn, want ‘ergens tussenin’ zoekt niet handig. Nee, dat moet ik anders zeggen – en nu gaat het even razendsnel – misschien zoekt het tussen twee plekken in juist eindeloos goed: je wordt per definitie niet beperkt door de begrenzingen van de twee plekken zelf, er is alleen maar de ruimte daartussen, een plek waar niets is dat we kunnen benoemen. Een lege plek om te blijven, zoals de dichter zegt.

Het is zus of zo. Punt.

Dat vinden we over het algemeen heel lastig. We zijn gewend om De Dingen in te delen in benoembaarheden.

Iets is water of land. Iets is levend of dood, hier of daar, licht of donker, waar of onzin, hij of zij, dag of nacht, liefde of doet-me-helemaal-niks. Daar tussen ligt een vaag gebied, een overgangsgebied dat noch het ene noch het andere is. Dit is het gebied van niet-weten. Is het nu goed of fout om veganistisch te eten? Is het nou waar of onwaar dat vaccinaties ziektes voorkomen? Zijn wij nou vriendelijkere mensen dan hunnie daar in Amerika?
Veel mensen ervaren het als geruststellend om zo snel mogelijk het tussengebied van niet-weten te verlaten en een duidelijke mening te kiezen. Het is zus of het is zo. Punt. En met onze keuze weten we ook wie er bij ons horen en wie niet, aan welke regels we ons moeten houden en hoe we denken over de partij aan de andere kant van het tussengebied. Sukkels.

Je eigen verantwoordelijkheid

Bewust niet-weten, jezelf de tijd en ruimte gunnen om in het schemergebied tussen twee of meer opties te blijven rondhangen, is best lastig. Ja, je hebt er alle ruimte om te zoeken naar argumenten, emoties en ervaringen om je eigen visie te vormen. Maar je hebt niet veel houvast, meestal geen bevestiging van anderen, en je moet op eigen houtje loslaten wat je dacht te weten. Je moet leren leven met twijfel en proberen zelf te creëren wat je nodig hebt – ofwel bij het vinden van rust om in het niet-weten te blijven vertoeven ofwel bij het vinden van voldoende overtuiging om uit het niet-weten te stappen en je aan te sluiten bij een van de partijen die al bestaan. Niemand legt je iets op in het schemergebied dus alles wat je denkt en doet is je eigen verantwoordelijkheid.

Het is het gebied tussen de werelden en dat is beangstigend ruim.
Zo ruim dat je er in kunt vliegen. Op een bezem.

Magie en ritueel

Dit tussengebied is de ruimte waarin magie plaatsvindt: ruimte waar het ene Iets het andere Iets niet raakt. Klinkt misschien ingewikkeld, maar je ziet het dagelijks. Het is die geul tussen het parket en de tegelvloer, waar je haarspeld of een theelepeltje liggen. Het is de schemering tussen nacht en dag, als de boom langs de weg opeens op je overleden grootmoeder lijkt. Het is het moment tussen leven en dood, tussen hechting en loslaten, tussen meisje en vrouw, tussen single en verbonden; een moment waarin iets nog niet is. Het werk van de heks is om dat Niets te overbruggen. Een overgang te maken tussen het een en het ander, zodat het soepel in elkaar kan overlopen. In doehetzelfwinkels heet zoiets een Overgangsprofiel: een latje dat zowel op het parket als op de tegelvloer aansluit. Wij noemen het magie en ons gereedschap is het ritueel. De overgang is ons werkgebied, waar dat zich dan ook bevindt.

Niets wordt overbrugd

Merlin zei ooit: ‘Magie is de kunst van het beïnvloeden van het toeval’. De kunst van beïnvloeding is te leren. Maar toeval, de taal van de goden, kan alleen ontstaan als je niet zelf alles dichttimmert met zekerheden en controle. Je moet dus een zekere mate van niet-weten hebben om magie te kunnen bedrijven. Dat wil zeggen dat zelfs vaste formules, vaste handelingen, je magie kunnen verpesten als ze je teveel houvast geven. Dan sluiten ze het toeval uit en is een mooie overgang van het ene naar het andere Iets niet mogelijk.
Magische formules en niet-alledaagse handelingen horen juist zoveel twijfel op te roepen dat er ruimte ontstaat. Een Niets, dat overbrugd kan worden met Iets – waarmee een overgang gecreëerd wordt.

Wanhoop of creativiteit

Niet-weten dwingt je tot creativiteit of tot wanhoop. Het zet je voor een gapende ruimte tussen het een en het ander, tussen willen en kunnen, tussen zoeken en vinden. Ik wist bijvoorbeeld, zoals gezegd, niet waar mijn leesbril was. Het zou leuk zijn geweest als mijn antwoord hierop creativiteit was geweest: dat ik een nieuwe bril had gemaakt van strootjes en ander seizoensfähig knutselmateriaal. Maar nee hoor. Ik bleef maar twijfelen waar ik dat ding nou had gelaten en zakte wanhopig neer op de bank. Daar lag hij. In de lege ruimte tussen zitting en leuning. Ik had het kunnen weten.

Yoeke Nagel is bereikbaar via www.yoekenagel.nl

Op 17 november biedt ze een workshop Tarot Systeem Opstellingen aan in Arnhem.

Geplaatst in Columns | Getagged , , | 1 reactie

A Witch (Still) Amongst Us:  Remembering Lois Bourne…

There is something very special about the Gardnerian Tradition. One of those things, to me, is that we still have people within our community who lived, and worked with, and knew Gerald Gardner. It makes it all more real to me somehow.

Lois Bourne

In December of 2017, Lois Bourne passed on from this life. The title of this Wiccan Rede Online tribute to Lois is a play on words, citing the title of her autobiography A Witch Amongst Us. But it is more than that. In remembering Lois, we celebrate her life and her memory. We connect to the ways she may have shaped our practice and touched our lives, even if we are not aware of what those ways might be, and if we never met her. And in this way, she is still amongst us all.

“Witch among us” by Lois Bourne

Lois might be best remembered for being one of the early members and High Priestesses of Gerald Gardner’s Bricket Wood Coven in England. But she was more than that. There are some among us whose thirst for spirituality transcends the Gardnerian Craft and ventures into other practices. Lois was surely one of those souls, as over the course of her life she learned about many things including Ceremonial Magick, Santeria, Voodoo, Obeah, Eastern Mysticism, and other paths. She was particularly interested in Djinns, commonly known as genies. Lois studied them and noted that according to the Koran, Djinns were created from scorching heat or a smokeless flame, and they are supposed to have lived on earth long before humans. She learned that they fear iron, and people would carry daggers and wear steel rings as protection from Djinns. (In her discussions of this with Gerald, he explained that Djinns can be vengeful, especially the Djinniyats, the females.)

The very first words in Colin Wilson’s forward within her autobiography state that “Witches are born, not made…”  (A phrase we will see again later in this tribute…)  Lois was born on what she described as a bright Spring day, 10 April 1928.  She was “the seventh child of a seventh child.”

“My mother told me years later that she was alone in the final stages of labour due to the failure of a summoning bell, and she informed the hastening midwife with typical candour, ‘If this baby is born dead, I will never forgive you.’  I was eager for life then as now, and I did not die.”

She was 17 years younger than her nearest siblings, what Lois described as being an afterthought. As the youngest, she was greatly pampered and loved. Children who are fortunate enough to have this in their youth often grow into kind, loving adults. Her brothers gave her the nickname Bunty.

As a child, Lois was introduced to an old gypsy woman who was her mother’s acquaintance. The woman looked into the little girl’s palm and said, “She will have the sight and the power.” (Lois obviously learned many things from Gerald Gardner, including his knack for story-telling.)

Lois’s had fond memories of her parents.

“My father was a gentle, quiet man who taught me about birds and plants and trees, and hardly ever scolded me for childish misdemeanours.  My mother was a tempestuous volatile woman with the warm blood of the south in her veins, and less patient than my father, but warm and enveloping.”

Lois felt her mother had psychic sight as well, and that she had predicted an imminent disaster the night before Lois’s brother’s death. When Lois told her mother about visions she had, her mother listened patiently and never accused her of making them up, in spite of being part of an Anglican household.

“I know now that I was very fortunate in my choice of mother since her understanding did nothing to discourage my gradually unfolding psychic vision.”

Later in life, Lois described herself as an ordinary average-looking woman. If you sat next to her on a bus, she explained, you’d never know she was any different – unless you could sense it somehow.

While she swam upstream into many of the world’s religious paths, her main focus was witchcraft. Lois held a firm unfaded no-nonsense approach to the Craft, a trait which seems rare today.

The Craft is not for the weak, nor is it for the vain. The successful practice of witchcraft and the working of magic require that one should be psychologically healthy, mentally and physically strong, in control of one’s emotions and not subject to wild variations between high and low spirits. The inner circle of witchcraft is virtually closed, but the outside perimeter attracts its share of the psychologically disturbed, the lunatic fringe who see in the practice of witchcraft a short-cut to their heart’s desire and the possible attainment of power; there are in existence other occult groups which make useful receptacles for such would-be witches.”

She described her gifts as a latent power within herself, stirring and restless like a coiled slumbering snake flexing its muscles and longing to express itself.  And then, one fateful day, a librarian gave Lois a book entitled Witchcraft Today, which Lois stated, “enthralled me, and I read it literally in hours.”  This book changed her life, and perhaps our lives too.  Lois wrote to the author and was invited to meet him at his home. (So, the next time you meet a Librarian, thank them for opening the pathways the way that they do.)

Over a pot of tea, Lois and Gerald spent some time discussing her experiences and listening to her questions trying to understand more about the odd things that had happened in her life, voices she heard, and things she had seen.

“He listened to me gravely and then to my surprise said, ‘It is very clear to me that you are a witch.’ I laughed and replied, ‘You are surely joking, witches don’t exist outside myths and fairy tales.’ He smiled at my naivety and explained that witches have always existed, and that the powers inherent in me were needed by our ancient ancestors in order to survive since they showed where enemies lay in wait and the direction of good hunting grounds…”

Gerald explained to Lois that as civilization evolved, this “sixth sense” atrophied as it was no longer used. While its last vestiges are ignored by most, witches are the remnants of those in which the power was still strong. Seeing promise in Lois, Gerald introduced her to the other coven members. It was there that Lois could nurture her gifts in a supportive environment, surrounded by kindred spirits. If you were fortunate enough to have experienced that type of environment in your own Craft journey, you can understand how Lois may have felt.

“I am now glad to have developed at an early age a measure of psychic perception and for its increase throughout the years of my life. I consider myself to have been exceptionally favoured to have been led to a group of people and a learned teacher, all of whom gave me the opportunity to unfold my magical powers and learn of their proper direction.”    

Before the visit was over, Gerald gave Lois a copy of his novel, High Magic’s Aid, as he often did as a barometer with people. “The purpose of giving me this book was obviously to test my resolve.” What barometers or similar devices do you use today when assessing a newcomer and testing their resolve?

Patricia Crowther

Patricia Crowther

Patricia Crowther fondly remembers Lois, although she had not worked extensively with her. Patricia explains:

I met Lois only once when Gerald invited Arnold and myself to the Halloween coven rituals at the Five Acres Sun Club, St. Albans in 1960. Gerald’s coven held their meetings in the “Cottage” which he had bought and transported to the wooded grounds of the Sun Club. Lois was the High Priestess of that coven and that night was the only time I worked with her in the Circle. When Gerald introduced us to Lois, I thought she was a very nice-looking person, and sensed she had considerable magical powers, but she said very little to us on that occasion. Over the years we exchanged letters on certain Craft matters which had to be discussed…”

Lois came to the coven after the schism between Gerald and Doreen had already taken place, so she missed those group tensions. Dayonis was HPS with Jack Bracelin as HP, and Lois became Maiden, a role which Lois described as a “deputy” to the HPS. This term (deputy) is still used today in many covens downline from Olwen, who perhaps learned the term from Lois, or vice versa.

Lois described her initiation, done at midnight on Candlemas of 1958 at the Bricket Wood cottage, as “profoundly moving” and called it one of the most important ceremonies of her life. Recuperating from surgery, Gerald was recently out of the hospital and well-enough to attend.

In her 1998 book Dancing with Witches, Lois explained that it was the coven’s custom and “their law that a woman should be initiated by a man, and a man by a woman.”  To me, this is quite telling as it shows that there were key aspects to the Craft that were indeed considered “law” — and cross-gender initiation was one of them. While some portray the Craft today in a softer “anything goes” vein – it is important to remember that this more fluid mode of practice is a rather modern-day innovation and was not always considered part of the Craft.

In describing Gerald’s own firm well-defined approach to the Craft, Lois remembers that Gerald was insistent on what she called “correct procedure” – a trait which Lois appears to have absorbed through her roots and passed on to bear fruit in others she taught.

“In magical work he was meticulous and pedantic in his insistence on correct procedure, and he had a quiet persistence and watchful awareness of any slight deviation. Sometimes when working a ritual with him I would make a slight error in word or action and hoped Gerald overlooked it, but he never did, so I learned to be careful and exact in all my movements and words within the magic circle. This precision bore fruit, because my endeavours were successful, and I was encouraged to pass on this meticulousness to my students in future years.”

It seems that while our early elders did demonstrate a tremendous amount of creativity, they also believed in a structure, a discipline. What Lois called “correct procedure” echoed what she was taught by Gerald, and what Gerald was likely taught by others, to which he encouraged her to pass on to others. Sound familiar? While the vocabulary has evolved over the years and across the oceans, but what Lois describes is maintaining “Tradition.”

Is there someone in your own life who comes to mind when you read Lois’s remembrances of Gerald? If so, journal those thoughts.  Save the stories and anecdotes while they are fresh in your mind, so that you can refer to them in future years as cue cards to tell your own downlines someday about their roots, and yours.

How Lois described her rituals may be somewhat different (or perhaps somewhat similar) to what people do today.

“Well, we work within a nine-foot circle, and witches work within a circle to conserve the power, unlike cabalistic magicians who work inside a circle to protect themselves from the things which materialize outside. As high priestess, I start in the east and with a sword I draw a circle. In the centre of the circle there’s an altar, and on the altar there’s usually water and salt and several tools, and at each quarter of the circle there will be a candle. When we work indoors, the candles at the quarters of the circle are to represent the fires which we would normally have if we were working outside. After I’ve drawn the circle I consecrate and bless the salt and water, and I go round the circle sprinkling water. This is to purify it, and then I purify myself. At this stage I take a sword or a witch’s knife – a black-handled knife – and I draw down the power, after having drawn a pentacle at each corner – I call them corners, but they’re points of the circle. And then I bring the other witches into the circle, and the business of the evening begins. Each one of them is purified in turn, and then we start whatever we have to do.” 

“We enter into a trancelike state, and we have the power to leave our bodies and to overlook people. Now if you read books about the old witch trials, you hear about cat familiars – animal familiars. In the old days of witches, this is where the significance of the animal familiars comes in. The animals were trained; they weren’t just household pets, they were specially trained to watch over the witch’s body while she was out of it.” 

“But in this day and age, you see, we have our friends around us. If we work in a circle, we have friends, and they watch over us so we don’t need the animals to see that we’re all right.”

One gift that Lois leaves behind for all of us (including many future generations of the Craft) are her many detailed descriptions of Gerald, enabling us all to see him through her eyes.

Lois was more than just a coven member to Gerald. She truly loved him and her grandfatherly descriptions of him show the utmost respect and compassion. She took her young sons to visit Gerald at the club, with Gerald making paper ships and airplanes with them, spinning yarns that surely bedazzled a young child’s heart. “They adored him” and later they pestered “When can we see Dr. Gardner again?”

In her books, we find more than mere mundane ink on paper. One gift that Lois leaves behind for all of us (including many future generations of the Craft) is her many detailed descriptions of Gerald, enabling us all to see him through her eyes.

“Gerald was a very gentle person, and very generous in his estimate of other people. In all the years I knew him, I never heard him utter an unkind word or criticism of anyone; he gave everyone the benefit of the doubt and always hesitated to draw conclusions without proof.” 

“He was an elderly gentleman on the outside, but inside there was still Gerald the innocent little boy. This is why he got on so well with my sons; he became one with them and he did not talk down to them, as adults often do with young children.” 

“I’ve visited Gerald at his home on the island on many occasions, and I loved his quaint cottage. The inside was itself almost like a miniature museum, for the walls of the lower rooms, the narrow staircase and the study upstairs were hung with swords, spears, daggers, pikes, medieval blades, Toledo rapiers, curved Saracen scimitars and the Malayan kris. Hundreds of books lay in untidy groups: books on magic, witchcraft, psychical research, secret societies, folklore, archaeology, weapons – a lifetime’s collection.”

Lois noted Gerald Gardner’s passion for the Craft and how it shaped his life. She was not just witnessing Gerald’s vision being manifested, she was an important part of that vision’s manifestation. In describing Gerald’s feeling of having true purpose and insatiable will towards the Craft, Lois conjured a very fitting (and quite Thelemic) image, quoting Jalau’ddin Rumi, founder of the Mevlevi Dervishes:

“It is as if the king had sent you to a country to carry out one special, specific task. If you go to the country and you perform a hundred other tasks, but if you have not performed the task you were sent for, it is as if you have performed nothing at all. So man has come into the world for particular task and that is his purpose. If he does not perform it, he will have done nothing.” 

“For most people, the task for which they have come into the world remains obscure, but for Gerald Gardner, it was crystal clear, it was to revive and promote the acknowledgment and worship of the action gods and goddesses of our ancestors.”

She exchanged frequent letters with Gerald and described his handwriting as “very difficult to decipher, often resembling a drunken spider crawling across the page, and I asked him to type his letters.”

She told affectionate stories about Gerald, for example about him being hard of hearing, which Lois thought was a timely device so that Gerald could ask the person to repeat something, thus giving himself a bit more time to form his reply. She also noted that Gerald’s asthma attacks seemed to be timed during debates with Jack Bracelin about the club, or when Gerald could not get his way.

However, Lois staunchly defended Gerald of criticism and false accusations of sexual deviations, based solely on books written by an under-informed author in California who clearly had a biased axe to grind.

“These inventions people closely associated with him knew to be a travesty of the truth, but such rumours, so I have heard, persist even today. If he knew of the lies – and I am not at all sure that he did, because I often thought that much of the time he lived in a little world of his own – he bore it all stoically.” 

“It is true that Gerald was less than completely honest on occasions, but the ancient wisdom which is the basis of witchcraft is changeless and constant, and the nature of the gods remains the same. Whether his portrayal of the craft is an accurately ancient one or modern invention is only important to pendants and historians.  In the final analysis, the magic works.”

Lois became High Priestess of the coven at Bricket Wood when Dayonis left the group and moved to Canada. According to Lois, “It was a great shock to everyone…”

“As maiden of the coven, I now gravitated to being leader. I was very diffident and did not feel that my experience was sufficient for the position, but everyone was very patient with me, and over time I gained confidence and ability.”

I’m sure many of us have all felt the same way at times when fate thrusts a challenging situation upon us. Lois points out a vital lesson that is just as important today as it was decades ago:  Through the supportive unity that coven members share with one another, people can gain confidence and grow, and over time they in turn can instil this very same confidence in others. As members of a coven, or the larger Gardnerian community, we are never alone…

Lois felt that she had lived in Spain in past lives, and something terrible had happened to her there.  Gerald sensed she may have been a victim of the Inquisition. During a hypnotherapy session, Lois regressed into a battle field where she was a doctor amputating a young man’s leg in 1916. A traumatic regression, indeed…

According to Gerald, Spain was the most pagan country in the world! He had planned a trip to Mallorca, Spain with noted Sufi author and friend, Idries Shah. Gerald invited Lois to join them. Once there, Lois was fascinated by Gerald’s tales of Mallorca’s ancient history, from the ancient Phoenicians and Greeks, to the Romans who took the island in 121 BC.

This trip, and the tales Lois shares, portrays a side of the Craft – and of life itself – where young ears bring joy to old stories. If you have ever travelled with a grandparent, you know what Lois may have felt. (And if you are that grandparent, you can easily imagine the heartfelt joy that a wide-eyed Lois brought to Gerald as he shared tales of bygone times, and quite likely telling the same story more than once…)

“He was like a travel brochure, and I propped myself up against a rock, closed my eyes and allowed him to gurgle on about the next seven centuries of occupation by marauding forces until he came to the Arab occupation in AD 711, which stimulated my interest, having noticed Arabic place names to the pre-Christian folk dances and songs in the world communities.”

Lois was quite taken with Idries, shown seated to Gerald’s left in the above photo.

“He was about 5‘10“ in height, slim and upright with jet black hair and eyes; his complexion had a deep tan, he possessed a typical Arab appearance and was a devout Muslim. He was a very handsome man with an imagination of a remarkable kind and a constant flow of ideas, some of which were brilliant.” 

“He had a formidable personality and intellect and a power which seem to exude from his very pours. He was a very pleasant companion, kind and patient with Gerald, and his attitude towards me was friendly, courteous and gentlemanly. I liked him very much.”

One night while Idries and Lois were out dancing, Idries proposed they play a practical joke on Jack Bracelin. Idries told Jack that Lois was considering running off with a Spanish pop singer. Jack did not likely believe it, but the inclusion of this anecdote in her book Dancing with Witches tells us that it was a special memory for Lois, and that she admired someone with a sense of humour, like Idries.

Dayonis emigrated to Canada and Lois Bourne became High Priestess, with Jack still as High Priest. In 1964, Gerald died and there was something of a falling out between Lois and Jack over the future of Bricket Wood. Lois left and set up her own coven elsewhere and Jack took over ownership of the Naturist club, including the cottage.

A frequent visitor in the Gardner home, Lois and Donna got along well. Donna was very fond of Lois and regarded her as a true friend to Gerald.

Donna Gardner
British film star Katie Johnson in the 1955 movie The Ladykillers

Donna reminded Lois of the actress Katie Johnson who starred in the film The Ladykillers in 1955.

Katie Johnson

“Donna had been a stabilizing influence on Gerald’s life, she preserved him from his worst excesses and I suspect kept watch on the suitability or otherwise of his friends. Without her he was like a ship drifting hopelessly without a rudder; an elderly man by his own confession not a student of human nature or a good judge of it, prey to self-seeking people.”

Gerald and Donna

After Donna’s death, Gerald gave Lois a gold bracelet which had belonged to Donna, which Lois truly treasured.

In helping Gerald organize his home after Donna had died, she found a letter from Dafo to Gerald and described the conversation that ensued.

“She wrote in a very stern manner, castigating him for his blatant publicity tendencies, warning him about the deplorable people he became involved with, and casting aspersions on the motive of his converts. 

Gerald replied, ‘she is old has become crabby!’

While for many years some people believed that Dorothy Clutterbuck was the High Priestess who had initiated Gerald.  Lois speculated otherwise.

“…Mrs. Woodford Grimes was not only Gerald’s sponsor and working partner but the actual head of the coven into which he was initiated.”

While Gerald at one time planned to leave his estate to the Crowthers, and eventually left it to the Wilsons, Lois explained that he had asked her if she was interested in it as well. However, Lois had a family to care for, and was not suited to making the move to the Isle of Man.

“Gerald was worried about the museum and its contents and asked if I would be happy to be his heir. We talked at length about this, and I told him in complete honesty that I was not ideally placed to contemplate this.”

Lois felt that the museum was of limited interest to tourists unless they were brought there by a specialized coach tour, for which the driver was tipped for bringing this favour.  She also felt the museum was heavily subsidized from Gerald’s private income and pension, and without that support, it might not have lasted. As it turns out, Lois indeed “had the sight” —  as this eventually came to pass.

Gerald had confided to Lois just a few weeks prior to boarding the ship upon which he died, that he dreamt of his own death. He told a story of leaves falling from a tree with names of people written on them; Gerald had seen his own name inscribed upon one of the falling leaves. According to Lois, this dream depressed Gerald greatly.

“I endeavoured to comfort him and told him that his dream was born of his great exhaustion, and that he would return from his trip invigorated and with renewed strength. A few nights later I also had a dream. It was a very simple one of Gerald‘s wife Donna; she was wearing a long white dress fastened at the waist with a gold belt. She was young and slim, beautiful and just smiling. That was all.  I woke with the feeling that she was waiting for Gerald.” 

“Although I was saddened by his death, I rejoiced at the manner of his passing, it was quick and relatively painless, a death that he deserved, rather than suffering a long drawn out illness.”

Gerald’s death has a deeper, private meaning for Lois, perhaps unique compared to anyone else who knew him. We know the story that Eleanor Bone and others coordinated the move of Gerald’s grave when the cemetery was planning construction upon the spot where he was laid. Lois was quite happy with the new resting place and described it as the perfect place for him, near Carthage. Lois explains,  “Carthage was the domain of the goddess Tanit, whose name he gave to me at my initiation.”

In her interview with Pierre Berton, author of ‘Voices of the Sixties’ Lois stated that:

“Witches are born. You can’t be made into one. It’s something which you’re born with, and it’s something you have to make the best of, just like a birthmark.”

Lois felt being a witch was hereditary and commented on both her mother and her grandmother being witches. When asked by Berton if either of her young sons were witches, she replied:

I think my eldest son is inheriting it. The signs are there. But I don’t talk to him about it. 

My youngest son is not going to be a witch, I can see that. But my eldest son, I think, will be. He has a tremendous power over animals, and sometimes he tells me that he’s able to influence the masters at school, if there’s a question been asked and he knows the answer. He concentrates on the master and persuades the master through the power of his own will to ask him for the answer. I said to him: ‘I wish you’d influence the master to give you better marks in math, then.’ 

Lois described the very quintessential essence of the Craft in a way that we might all paraphrase when explaining it someday, with the God and Goddess as mere symbols for the life force they represent.

“We worship life – the life around us, the beauty of the countryside, the sun, the birds, the trees. We talk about the Goddess, but the Goddess is a symbol, and we can as easily worship the Deity in a beautiful flower or a blade of grass. Just as Roman Catholics in the Church have figures of the Virgin Mary or Christ on a crucifix; they don’t worship the plaster images, they worship the idea behind them, and in witchcraft we worship the life force, the idea behind the Goddess.”

A veiled Tanith speaks to millions of British TV viewers during her Panorama interview.

A veiled Lois/Tanit

Lois had a gift for presenting the Craft in a positive light when talking with the press. She accompanied Gerald for a TV appearance on the BBC’s show, Panorama. For privacy (and perhaps a bit of mystery) she covered her face with a black veil. She identified herself only as Tanith.

According to Dr. Ronald Hutton, this show was seen by 12 million people. You can hear more, in Lois’s own words, in the brilliant documentary ‘A Very British Witchcraft’.

In the “semi-auto” biography, Gerald Gardner – Witch, we learn more about Lois’s debut on Panorama. When Gerald offered to bring another witch to the interview, the BBC was delighted! Using only the name Tanith, Lois struggled to protect her identity at a time where being a public witch was not an option for her.

Bracelin writes:“Gardner and Tanith were ushered into an inner dining room, where we had a very good buffet supper; then she was shrouded again, and we went into the studio.”  

“But it was when the programme ended that the pressure really came on. ‘Tanith was swept into an inner room, and I was hauled into the press room, to meet some very heated reporters. ‘Why was the girl masked?’; ‘Who is she?’; ‘Why is she a witch?’; ‘What is going on?’; ‘Who is she, and where does she live?’  More and more perspiring, agitated, excited, confused pressmen crowded into the room. Some of them knew no more than that they had been told by news editors to get to the studio and find out ‘who the witch was’.  After forty-five minutes of this, a deadlock seemed to be forming.” 

“Eventually everyone went downstairs and crowded around the car which was to take Gardner home. Now, they were sure, they would trap the Maiden of the St. Alban’s Coven. It was just as well that the witches had anticipated this. I had a car ready inside the building and was able to run the gauntlet with the veiled witch while Gardner was causing a diversion.”

Regardless of whether the story of witches with the get-away car is embellished or not, it shows that Lois certainly impressed the press, and they wanted to know more. Regardless of all the attention paid to her, Gerald commented that they did not give enough airtime devoted to her, but instead they spent too much time on him, and the tools that he brought to show. During the interview, Gerald was asked about magick, orgies, working skyclad, and the other usual topics of the era.

So, all this begs the question –How many of the BBC’s 12 million Panorama viewers saw Lois and Gerald on TV that night, became curious about the Craft and the Old Gods, and decided to learn more?

In 1961, Lois spoke with the Psychic News about witchcraft. She dispelled myths of Devil worship, explained reincarnation, the annual sabbats, magick, and other things which she felt were important to her beliefs and practices.

According to noted author and historian Philip Heselton, Lois described a woman in her books as Margo, someone who was very dear to Lois, and very influential in her spiritual development.

Philip explains: Lois Bourne, another early member, got to know Monica very well. Referring to her by the pseudonym ‘Margo’, she writes in her book, Dancing with Witches that Monica:

Philip Heselton

“ … possessed a prodigious knowledge of magic and witchcraft, and her psychic powers were phenomenal. She exuded a compelling intensity in magical rituals, and the walls of the old witch’s cottage seemed to vibrate with the strength of her presence. When she made vocal calls and whoops in the frantic power raising finale, it seemed as if every owl in the woods around us had been roused to settle on the roof above us, hooting their answer to her wild and primitive summons. The atmosphere inside the cottage pulsated with presences as we collapsed, gasping for breath, and strange shapes and shadows wreathed themselves around us sinuously and benignly, responding to her call. [Monica] though was perfectly composed and unruffled by efforts which had exhausted us, and she surveyed us with a secret little smile playing round her lips, her grey-green cat’s eyes glinting in the candlelight. When we roused ourselves from our combined lethargy, she threw back her head and laughed, showing her white, even teeth, and said in a voice husky with emotion ‘Now that is real witchcraft!’

According to Lois, Monica confided that in addition to being a member of Gerald’s coven, she was also a member of a different coven in Norfolk which was unrelated to Gerald. Having read about Gerald in the press, Monica visited Gerald, to check him out.

(Courtesy of Philip Heselton)

“She was a completely genuine aristocrat with obvious strong psychic and magical abilities, and we were all quickly enamoured of her, especially the males of the coven. Quite unconsciously, she exhibited a strong sexual attraction, and a sweep of her long-lashed grey-green eyes reduced them to jellies.” 

“She very quickly became a valued member of the coven. Gerald came over from the island especially to initiate her.” 

“She is a much more developed witch than I am. She doesn’t teach me anything; she helps me to remember. You see, witchcraft isn’t a question of learning anything; it’s a question of learning how to remember. This may seem very strange to you, but witches believe in reincarnation, and we believe that if we were witches in a past life we’ll be witches in this life. To learn how to work witchcraft again and to work our spells, we have to remember. And no one can teach us; we must learn for ourselves.”

Monica drove Lois to coven events, something that made quite an impression on Lois.

“She would appear in a disreputable old van smelling of wet dogs, and we drove crazily to the covenstead. She was the second worst driver I have ever known; my heart was often in my mouth, as she was continually being honked at by other drivers.  

I do not know how I survived my journeys with her, but I had the feeling that the gods held her in special favour and that, whilst I was with her it extended to me.”

Wilfred Bourne

Wilfred Bourne

 

Lois and Monica became close, and after Gerald’s death Lois joined Monica’s coven and met some quite interesting people, further widening Lois’s breadth of occultism. She described Monica’s home as “The house was full of shadows and whispers, and I was sure it was haunted.” Monica was the “Magistra” of the coven, a title which Lois would later use to describe herself, with her husband Wilfred as Magus.

It is important to note that her experiences at Bricket Wood were a start for Lois, and that she continued to grow spiritually after they were over.

Later in her life, Lois would return to Spain, but this time with a different mission. She wanted to meet a woman who she described as Doña Isabel.

She was also a bruja (witch) and since childhood had been taught by her mother – who had in turn been taught by her own mother, and back through many generations. There had always been a girl child who had inherited the power of second sight and the ability to ‘make things happen’ as she put it. 

Like Gerald, Lois used her travels to broaden her spiritual quest. She journeyed to Jamaica and met with the local practitioners there. She learned of spells with beads, body parts from human beings, cats and dogs, soil from graves, egg shells, rum, blood broken glass (and who knows what else)… She learned of divination with pebbles that were cast on the ground and read depending on how they fell.

One of the locals, whom Lois called Mother Tomas, gave her a reading about her past lives.

“She described Margo (Monica English) to perfection and even echoed her words, “You did not choose the gods. The gods chose you.” 

In the reading, Mother Tomas also described a man which had a profound influence on Lois. Mother Tomas described him as “an older man, a magician with standing white hair and a white beard.  He walks with a silver top stick and has a copper bracelet around his wrist and he stutters.”

From Lois’s own writing, we know that both Monica and Gerald did indeed have a profound influence upon Lois – and both were described quite accurately by a complete stranger, thousands of miles away from England during a past life regression. To me, this reminds me of what Gerald published in The Meaning of Witchcraft, explaining how we return again being born at the same time as our loved ones. Fondly remembering meeting her coven for the first time, “I felt as if I already knew them.” 

After reading this paragraph, please look away from this page for a moment. Conjure up images of people in your mind who have touched your own life. Which ones did you feel you already knew as soon as you met them?  Which ones do you believe you will find and know and love again in your next incarnation?  And which people in your life are . . . something less? Knowing the difference can be a wonderful discovery and help you set priorities in life.

In her later years, like many people, Lois became more private.  While rare, her public appearances were memorable.

Lois was an honoured guest and speaker at the Charge of the Goddess (A Day for Doreen) conference held in London in 2009 by the Centre for Pagan Studies, in Association with the Atlantis Bookshop. She was interviewed by Brian Botham, a co-founder of the Doreen Valiente Foundation, about her life, beliefs and practices. Explaining that she had a well-rounded life which was not defined by or limited to the Craft. “I’m a witch, so what?” she said to the audience. “I lead a very private life and have a lot of interests.”

“Witchcraft has always existed. It existed before Gerald and it still goes on…  Wicca is a sanitised version for the public.”

My favourite photo of Lois was taken that day. Most photos we have of Lois show a wide-eyed young-woman, early in her path of discovery, eagerly taking in as much as she can. However this photo shows Lois as a mature elder, coming full circle – speaking to a wide-eyed audience eager to take in every word she spoke! If you have those in your own life you consider elders, people with tales and wisdom to pass on, make time to enjoy them. You do not need a stage and a microphone to do this. (…although the bottles in the background of Lois’s photo do look quite inviting.)  And if you “are” that elder – someone who has taken more trips around the sun than we have wax-stains on the circle room floor —  take the time to share your insights. One on one, in groups, in writing, or any way you can.

(Charge of the Goddess Conference – “A Day for Doreen” 13 September 2009)

In 2012, I called Lois by phone to ask permission to include her in an historical project I publish each year using old Craft photos and quotes. Lois loved the idea.  In a subsequent call on February 1, 2013 she told me that she had a drawer with lots of old photos but did not have the strength to go through them.  She told me that after her stroke she was in the hospital for three months. Afterwards she was subject to depression, panic attacks and more ailments.  (What her husband described to me as “palling” –  a British slang term which he patiently explained to me, an uninformed American, as meaning very sick.)

Regarding her health, Lois said:

“The doctors told me that all the symptoms I’ve got will disappear and I shall be quite normal.  I just have to be patient — and I’m not very patient.” 

“It’s going to take time.  I have to start thinking in terms of weeks and months rather than in days.” 

“If you are part of a coven, please do healing on me.  All my friends are doing healing and I do feel the benefit of it.  I am sure that without it, I would be very much worse than I am.” 

“Maybe it’s time I do what I want to do, instead of doing what other people expect me to do!”

The last statement shown above is key. Looking back, how much of us wait too late in life to focus on self as a choice we make rather than as a necessity?

We had a brief conversation about the Craft. She was quite opinionated about Witches in America, citing people who “set up little communes and call themselves Reverend”

Lois stated that in her personal opinion “There are no witches in America.  It’s a European phenomenon.”  

She felt that it really did not matter whether someone worshipped the Old Gods or Jehovah or whatever. Lois felt that there is only one God, who she called the “architect of the universe” who created other smaller gods and goddesses to handle people. “The Gods of the witches are part of this hierarchy.”

During our first talk, after just a few minutes of exchanging ideas, Lois told me that I was “on the right path and just keep doing what you are doing.” While I was not exactly sure what she meant, it was reassuring to hear. In retrospect, to borrow one of Lois’s book titles, I was very fortunate to have had my own “Conversations with a Witch” — even if only briefly by phone.

At age 89, Lois died on 22 December 2017 in Watford, England, departing from this life at the Winter Solstice.

Her husband Wilfred died in March of 2015. But they both are remembered…

Remembrances of Lois given out at the event…

If you have not read any of Lois’s books, please pick one up and read it. If you’ve read one, why not read another? If you’ve read it many years ago, why not re-read it with a fresh pair of eyes? 

Lois tells not just of early Craft history, but of her own discovery of magickal wonders, new things, travels to other countries and thrilling experiences with exotic practices.

Sources for this tribute include:

Dancing with Witches, by Lois Bourne

A Witch Amongst Us, by Lois Bourne

Witchfather, by Philip Heselton

Gerald Gardner – Witch, by Jack Bracelin

Online sources, personal conversations and letters, and a bit of inspiration…

(Footnotes and page numbers are purposely omitted, as an invitation for readers to explore a bit and dig deeper into Lois’s work.  If there is a specific area or quote you would like to learn more about, please contact me privately.)

Link, (revised October 2018 )

AnthLink@aol.com

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Geplaatst in English articles | Getagged , , , , , | Reacties uitgeschakeld voor A Witch (Still) Amongst Us:  Remembering Lois Bourne…

The Witches Cauldron and fluid condensers

It may surprise you that many initiated witches today do not talk about the cauldron, and yet, it is one of the most recognizable tools of “the trade” to folks outside of the religion of witchcraft. Surprisingly, most Druids discuss the use of a cauldron more frequently than initiated witches do. Many Halloween images and television shows make the cauldron a very central figure within programming concerning witchcraft, so why would so many modern witches of today not discuss the cauldron in books, blogs and in talks?

The interesting thing is that cauldrons are very practical tools that come in all shapes, sizes and makes. They can serve as a practical tool of the witch today and can also serve as a magical tool. Unlike other covens, cauldrons serve as a very recognizable feature in our own Wolfa Coven – though it is not always seen in the same light amongst all the many witchcraft traditions.

To me – first and foremost, the cauldron is a practical tool. It can hold the Seasonal feast at the quarterly meetings that can be heated or brewed right on the outdoor fire or can be carried to the Sabbat – making it a quick meal to be able to heat up and be enjoyed outdoors. When the cooler nights of the year come in, this warm soup and brew can be a real comfort.

Modern cauldron, cooking pot

In the photo, this modern type of cauldron holds a wonderful soup that was made by one of the Vestals of our coven after the Spring Seasonal. This particular soup was not made on the fire outdoors, but on the gas stove (open flame) in the kitchen in a modern cauldron – a large cooking pot! Yes, a cauldron is foremost a cooking pot for food to be shared by the coven.

The stereotypical image of a cauldron boiling and frothing over an open flame outdoors is also one that evokes the power of the imagination in the mind of the witch. In fact, we do have a ritual in which this is used: a cauldron, outdoors over the fire where thought-forms are boiled up in such a brew. Another ritual is performed using a cauldron on the tripod outdoors to make a traditional love philtre, which in that particular secret recipe, is able to be consumed. It is a very magical experience indeed!

Cast Iron seems to be the most traditional type of metal that you see most cauldrons made of. As a practical witch, I also have a beautiful red enamelled cast-iron cauldron that is used only for edible brews. In this particular pot, (not pictured here) I will heat up and brew apple cider to which I have added various warming herbs that raise the body temperature during cold winter nights, and even herbal brews such as a simple cough syrup made of Elderberries!  Herbal tisanes as well are made within it that may be shared for pleasure, as a folk remedy or for a magical effect as well – potions that are safe to drink.

I personally feel it is important for me to keep a separate cauldron of this nature, such as my enamelled cast-iron one for edible potions only to ensure that no contamination of non-edible things have a chance of mixing!

Yule cauldron

A temple cauldron that was used at a Yule Sabbat is pictured here in which a candle was placed inside it and the cauldron ringed with fresh cut pine and holly from outdoors. It is even small enough that we can leap over it if we wish while shouting out our wishes.

Fire-dish for outside

This very simple fire-bowl pictured above is one that is lightweight, made of metal and easy to move and carry as a portable receptacle to make a balefire (baalfire) or a need-fire. It has a very cauldron-like look to it. It is sometimes placed outdoors and we can sit around it late at night and enjoy the flames for warmth. It can also be used as a central need-fire for the purposes of spell-making outdoors.

Magical workings that are sometimes called “Petitions” can be offered up to the flames of the fire and be consumed. This seems to be most typically done by writing on paper with a pen or pencil wishes that can be consumed and seems to be a trusty stand-by when you have a lot of folks attending and not sure what type of magic you wish to work. It is a way of presenting prayers for ourselves and our loved ones to the Life-Force or the Supreme Being that we acknowledge. It also follows one of the fundamental traditions of when you release a spell, the release should be a culmination of the desire – such as if it was planned and burned during the proper planetary/angelic hour. After it has been burnt, it is easy to forget about the request and move on – allowing it to work without constantly digging up the freshly planted seed!

At the Seasonal Rituals, we tend to take a moment to collect up petitions to be given over to the fire. Many of these are typically for concentrating healing prayers for other people or will be written out in an appropriate way for the Seasonal.  For example, the next Seasonal we shall celebrate is the Winter Seasonal at the time of All Hallows’. The petitions we would write at the Rite of Winter or All Hallows’ would be petitions related to releasing our past failures in the last total solar cycle, including the release of past wrongs and ignorance. (Intentional and unintentional) It is not a time for long periods of mourning but marking the period of rest and reflection and the invocations and incantations given are to ask that we survive and be carried through the dark winter season.

Witches love tossing burnable petitions into a fire.  The collection of herbs, plants and flowers put together for a particular purpose and tied together with a bit of string can be a natural petition – from the earth and back to the earth.  If you do not know the meaning of flowers and plants, it is easy to find at a local bookstore a few books on the language of flowers and what they represent – as people would have in the past been able to send secret messages by the types of flowers they left for another person, so why not a message to the Mother Goddess and Father God? You might also be able to put these together related to the planetary correspondence. If you need help with certain herbs or plants and understanding their planetary correspondence to put together a Herbal petition, you can review these in Culpepper’s  Herbal or in ‘Herbs: Medicine & Mysticism’ by Sybil Leek. Sybil’s book is an up-to-date version of Culpepper’s English Herbal with great additional information.

Typical Dutch Pennsylvanian ‘Hex pot”

Some cauldrons might take on a regional flair depending on the culture of your locale. Since our coven is located in the “Hex-Belt” of Pennsylvania, finding old cauldrons called “Hex Pots” at times can be found. The one pictured above is one particular antique.  They are typically painted with birds known as distlefinks, tulips, etc. Most of these “Hex Pots” are typically for decoration and not for magical or consumable cooking use. This one above is one of a couple of antique Hex Pots I have from my location.

You would be surprised how many homes in Pennsylvania that you might drive by and see people hang them in their front yard and plant flowers in them. This may not be a custom in all places, but it seems to be one in Pennsylvania culture.

I also have a small, separate cast-iron dish that I will typically add water and drops of a magical fluid condenser that has been prepared. These magical fluid condensers serve as methods of expansion and release of thoughts, utilizing the appropriate element to unload my thoughts into the ether so it may take shape – shaping the aether with the thoughts I wish them to form in order to reach its target. This is a potent form of elemental control using specially prepared potions and the gymnastics of the mind. I typically will keep that particular small cast-iron pan near the bottle of magical fluid condenser for just this purpose.

Candlemas cauldron

This photo is from a Candlemas past in which burned seasonal petitions were added to a cauldron-looking plant pot. A flower bulb was planted on top of it so that as the flower bloomed the desires of the coven would come true. I must say that this plant, the Amaryllis, turned out to be a beautiful and VERY LARGE one – to the size that I have NEVER seen it grow to before!

I must say that at least among the Wolfa Coven, the cauldron has not disappeared, but firmly an important part of our coven activities. One Priestess of our coven even commented a year ago that, “My husband has banned me from buying another cauldron!” 

The cauldron is still an effective tool today like it once was. Whether a food safe cauldron is used to cook up the soup enjoyed by the coven, herbal tisanes, or even the old burnt petition or candles. It seems today that when the cauldron is used, it is used less and less for food to hold the Sabbat feast or for brewing tisanes and more so for burning petitions among witches that I have met outside of our coven.

One reason for this may be because the abundance of coffee mugs that most folks seem to have around. Brewing an herbal tisane works well in a coffee mug and provides extra room in the mug when you have to steep separate herbs at different times in order to make an effective potion without losing or disrupting the quality of the herbs being carefully steeped.

When the potion is most delicate, I will brew them right in the teapot.

Blessed Be & Happy Samhain!

Examples of fluid condensers:

Air Elemental Fluid Condenser: 

For use with the air elementals – sometimes called the fairies or sylphs

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Fire Elemental Fluid Condenser:

For use with the fire elementals – sometimes called the salamanders

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Water Elemental Fluid Condenser:

For use with the water elementals – sometimes called the mermaids or the undines

 

 

 

 

 

 

 

 

Earth Elemental Fluid Condenser:

For use with the earth elementals – sometimes called the satyrs or the gnomes

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Further references:

Elemental fluid condensers: https://covenofthewolfa.wordpress.com/2018/06/04/elemental-fluid-condensers/

Geplaatst in English articles | Getagged , , | 1 reactie

Oud nieuws in de verjongingsketel – Samhain 2018

even-doodervaring

In september stond in de Volkskrant een lang artikel van Volkskrant-redacteur Fokke Obbema, een gezonde vijftiger die afgelopen jaar een hartstilstand kreeg. De maanden erna was hij bezig met het verwerken van deze onverwachte confrontatie met zijn eigen sterfelijkheid. Eerst probeerde hij gewoon verder te leven alsof er niets ingrijpends was voorgevallen. Maar in zekere zin was zijn leven, namelijk zijn leven van vóór de hartstilstand, ten einde. Toen hij moest erkennen dat hij toch echt in een nieuwe levensfase was beland, ging hij op zoek naar het ‘waarom’ – kortom hij maakte diverse bekende aspecten van rouw door.

“Een bevredigende verklaring ontbreekt en zal er vermoedelijk ook wel nooit komen. Met kennis over de toedracht wilde ik de illusie van controle over mijn bestaan terug. (…) Minder controle over mijn bestaan dan ik zou willen – ik ervoer het heel concreet, maar het geldt voor ons allen. Tastend in het duister bewegen we ons voort, terwijl we doen alsof ons pad helder wordt verlicht.”

In een video spreekt hij over het inzicht dat hij verwierf: “het besef dat dit het is: dit is het leven, en hier heb… – nou eigenlijk: dankbaarheid voor het leven”. Hij werkte op de afdeling buitenland, maar heeft de internationale politieke analyses nu verruild voor het werk op de meer reflectieve boekenredactie. In een podcast vertelt hij dat hij het ontbreken van levensbeschouwelijke artikelen in de krant als een gemis was gaan ervaren en daarom een serie interviews met diverse mensen wilde publiceren over de zin van het leven. Het artikel, de video, podcast, lezersreacties en interviews zijn te vinden op https://www.volkskrant.nl/kijkverder/t/2018/zin-van-het-leven/

psychedelica

Het gebruik van psychedelica kan iemand naar een andere ervaring van de werkelijkheid voeren, die zo ingrijpend is dat hij of zij de wereld daarna nooit meer zal zien zoals voorheen. NRC Handelsblad besprak begin augustus het nieuwste boek van Michael Pollan (auteur van o.a. Een pleidooi voor echt eten). Dit boek heet How to Change Your Mind. What the New Science of Psychedelics Teaches Us About Consciousness, Dying, Addiction, Depression, and Transcendence en het gaat erover, de titel zegt het al, hoe psychedelica iemands bewustzijn, en daarmee ook opvattingen over het bewustzijn kunnen veranderen.

In een LSD-trip “lost tijdelijk min of meer het bindweefsel van het menselijk ego op. De ervaren werkelijkheid wordt helemaal anders omdat de ordening die het centrale ‘ik’ normaliter oplegt aan de waarneming tijdelijk wegvalt. Het is bijna waarneming zonder subject (…) Vrijwel alles krijgt diepe woordloze betekenis en is ook hyperreëel – juist omdat de kritische observator tijdelijk uitgeschakeld is. Tijdens een paddo-trip in zijn tuin legt Pollan bijvoorbeeld ‘diep contact’ met de klimop daar en nooit hoort hij de tweede cellosuite van Bach meer zo mooi als toen: ‘ik werd de cello’. (…) De levenslessen uit de trip zijn – volgens Pollan zelf – wel weer vaak enorm triviaal: Alles Is Liefde! Maar, een belangrijke les van Pollan is dat voor wie dat echt aan den lijve heeft ondervonden, zo’n kreet helemaal niet meer zo oppervlakkig klinkt.”

Een ander artikel uit die krant meldt daarentegen dat volgens sommige mensen het regelmatig innemen van minieme doseringen psychedelica iemand in staat stelt langer door te werken, beter op te ruimen en de belastingpapieren op tijd in te vullen. Of dat nog veel met diepzinnige levenslessen te maken heeft, valt te betwijfelen.

elfenstruik

Elfen zijn te vinden in een overgangsgebied of de geestestoestand tussen objectieve realiteit en pure verzinsels in, wordt gesteld in de documentaire The Fairy Faith (zie hieronder). Of zoals het in de momenteel lopende kinderserie De Elfenheuvel op Ketnet heet: de Tussenwereld.

In september zag ik op Canvas een aflevering van Simon Reeve in Ierland waarin de programmamaker onder meer een bezoek bracht aan de Ierse verhalenverzamelaar en -verteller Eddie Lenihan. Lenihan neemt de verhalen over elfen serieus en vindt dat anderen dat ook moeten doen.

Elfen zijn niet de schattige sprookjesfiguurtjes uit Victoriaanse kinderboeken, waarschuwt Lenihan. Ze stelen bijvoorbeeld kinderen of ontvoeren volwassenen, die dan jaren later in verdwaasde toestand ronddwalen en niet beseffen hoe lang ze zijn weggeweest. Ze kunnen ook de oogst laten mislukken. In The Fairy Faith – in search of fairies (ik neem aan dat het deze film uit 2000 betreft) vertelt iemand dat men dacht dat de aardappelziekte, die in Ierland voor hongersnood zorgde, door elfen was veroorzaakt.

In 1999 voerde Eddie Lenihan actie om te voorkomen dat een snelweg zou worden aangelegd precies over de plaats waar een elfenstruik groeide. Samen met Simon Reeve bezocht hij nu de plek en liet zien dat de weg met een bochtje om de struik heen loopt.

Beelden uit het programma van Simon Reeve over Ierland. Links de elfenstruik in 1999; midden en rechts de huidige situatie

Rubens en zijn tijd

Elk tijdperk is in zekere zin een overgangsperiode, te weten tussen de tijd ervoor en die erna, maar in sommige tijden lijkt de wereld ingrijpender te zijn veranderd dan in andere. De tijd waarin de schilder Rubens leefde was zo’n periode. Rubens staat momenteel in de belangstelling, met in België onder meer het stadsfestival ‘Antwerpen Barok 2018. Rubens inspireert’, de tentoonstelling ‘De meester leeft’ in het Rubenshuis, en een serie podcasts van Klara, en in Nederland in Museum Boijmans Van Beuningen (Rotterdam) een tentoonstelling van olieverfschetsen van de meester op paneel, getiteld ‘Pure Rubens’.

Peter Paul Rubens werd geboren in 1577, negen jaar na het begin van de Tachtigjarige Oorlog (hierover gaat een documentaire serie die tijdens het schrijven van dit stuk wordt uitgezonden bij de NPO – ik heb er nog niet naar kunnen kijken), en stierf in 1640, acht jaar voor het einde ervan. Ongeveer gelijk met het einde van de Tachtigjarige Oorlog kwam de Dertigjarige Oorlog ten einde. Over die laatste was in september een tweedelige documentaire te zien op de ZDF. Die documentaire baseert zich op ooggetuigenverslagen en toont de verschrikkingen van de oorlogen en de onzekerheid van het bestaan in Midden-Europa in die tijd.

Er waren hevige conflicten tussen katholieken en protestanten, met bijvoorbeeld de Beeldenstorm (elf jaar voor Rubens’ geboorte) en de Nederlandse Opstand, het begin van de Franse Godsdienstoorlogen en de aanloop tot de Engelse Burgeroorlogen. Zowel de Statenvertaling van de Bijbel als de King James Version kwam in het begin van de zeventiende eeuw tot stand. Het was ook de tijd van misoogsten ten gevolge van de ‘Kleine IJstijd’. De grote Europese heksenvervolgingen worden hier wel mee in verband gebracht.

‘De verschrikkingen van de oorlog’ (ook onder andere namen bekend, o.a. ‘The Consequences of War’). Allegorisch schilderij van Rubens. Collectie Galleria Palatina (Palazzo Pitti), Florence (afbeelding van Wikipedia)

In veel gebieden werd in deze periode de moderne Gregoriaanse kalender ingevoerd, genoemd naar paus Gregorius XIII, die deze in 1582 verordende. Niet iedereen volgde de paus en in sommige streken ging men er pas eeuwen later toe over. Bij de overgang van de Juliaanse naar de Gregoriaanse kalender moesten er een paar data vervallen om het lentepunt (belangrijk voor het berekenen van de paasdatum) weer op 21 maart te krijgen. Soms wordt verteld dat er in Engeland om die reden relletjes uitbraken waarbij de mensen hun ‘gestolen’ dagen terugeisten, maar of dat echt zo was, wordt betwijfeld.

In 1569 (acht jaar voor Rubens’ geboorte) had Gerardus Mercator een nieuwe manier gevonden om de wereld in kaart te brengen: de Mercatorprojectie. Deze maakte het mogelijk een scheepskoers te volgen aan de hand van een kompas, en dit stimuleerde de internationale handel (o.a. grootscheepse slavenhandel), kolonialisme en missie. Het fluitschip was een vrachtschip uit die tijd. Voor de scheepsbouw was veel hout nodig en hierdoor raakten tal van gebieden ontbost. Door het houttekort groeide de behoefte aan een andere brandstof en ging men turf steken.

De komeet van 1618 boven Augsburg (afbeelding van Wikipedia)

Het was ook de tijd waarin opmerkelijke hemelverschijnselen zoals met het blote oog zichtbare supernova’s (in 1572 en 1604) en kometen (1577 en 1618) bedenkingen deden rijzen bij de opvatting dat de hemel een volmaakte wereld was zonder ontstaan en vergaan, opgebouwd uit perfecte sferen. Astronomen als Tycho BraheJohannes Kepler en Galileo Galilei publiceerden over hun bevindingen en kwamen hierdoor in botsing met de kerk. Keplers moeder Katharina, die een kruidengenezeres was, en ook hijzelf werden er trouwens enige tijd van verdacht heksen te zijn.

De historische veranderingen zijn goed te volgen op de tijdlijn in de special van het tijdschrift Eos Wetenschap over Rubens, die ik in augustus in de boekhandel aantrof.

Rubens en ‘het occulte’

De Rubensspecial wekte mijn belangstelling doordat ik op de voorkant o.a. “aanhanger occulte wetenschap” zag staan. Dit verwees naar het artikel ‘Een GOD in het diepst van zijn gedachten’ van Teresa Esposito. Esposito is onderzoekster aan de Universiteit van Gent. Zij stelt in het artikel dat Rubens zich bezighield met “occulte wetenschappen en natuurfilosofie”, maar dat hieraan tot nog toe weinig aandacht is besteed.

Er bestaat wel een Theoretisch notitieboekje van de hand van Rubens waaruit zijn esoterische belangstelling naar voren komt, maar omdat Rubensdeskundigen in de negentiende eeuw neerkeken op zaken als alchemie, kabbala en magie, namen zij die aantekeningen niet serieus. Ze veronderstelden dat het boekje niet authentiek was, of anders een jeugdzonde.

Rubens was bevriend met bekende geleerden zoals de wetenschapper Peiresc en ‘tophumanist’ Lipsius, en kwam over de vloer bij tal van vorsten en andere hooggeplaatste personen die hun portret door hem wilden laten schilderen of een ander schilderij van hem wensten (waarbij hij tevens min of meer als diplomaat en spion schijnt te hebben gefungeerd). Keurige katholieke negentiende-eeuwse kunstkenners konden zich kennelijk niet voorstellen dat een zo deftig en geleerd man als Rubens zich inliet met zulke hocuspocus.

Esposito wijst erop dat de wetenschap in Rubens’ tijd werd gekenmerkt door het zoeken naar de oorspronkelijke religie van de mensheid, de prisca theologia. Het was daarbij van groot belang de antieke auteurs te bestuderen, omdat die de oude mysteries in hun geschriften bewaard zouden hebben. Daarbij geloofde men dat hermetische geschriften zoals de Smaragden Tafel, net als de Boeken van Mozes, tot de oudste, eerbiedwaardigste teksten der mensheid behoorden. Er was veel belangstelling voor neoplatoonse, kabbalistische, alchemistische en dergelijke verhandelingen. Objecten uit de oudheid zoals standbeelden, drievoeten en gemmen waren andere potentiële dragers van oude wijsheid. Ook hoopte men Gods bedoelingen te kunnen achterhalen door de natuur en haar verborgen (occulte) principes te doorvorsen. Kunst bootste de natuur na en het creatieve scheppingsproces weerspiegelde Gods scheppingsproces, was de gedachte. Volgens de onderzoekster zijn dergelijke ideeën van belang om Rubens’ werk beter te begrijpen, en kan het Theoretisch notitieboekje daarbij een rol spelen.

Rubens en Hecate

Portret van Peter Paul Rubens en zijn zoon Albert. Zeventiende-eeuwse kopie van een origineel uit 1610. Collectie Hermitage Museum, Petersburg

Van dezelfde onderzoekster vond ik op internet een paper, in 2016 gepubliceerd in De Zeventiende Eeuw (jrg.32, nr.2), getiteld ‘Occult knowledge and sacred geometry. A new interpretation of a portrait of Rubens and his son from the Hermitage Museum’. Hierin bespreekt zij een portret van Rubens met zijn zoontje Albert.

De schilder van dat werk is onbekend. Het was mogelijk bedoeld als tegenhanger van een portret van Rubens’ eerste vrouw Isabella Brant, de moeder van Albert, die in 1626 tijdens de pestepidemie in Antwerpen overleed. Beide schilderijen werden vermeld in Alberts inventaris van 1657 (“de contrefeystsels van den vaeder ende moeder van Mynheer”).

Op het portret van Rubens en zoon zijn verschillende objecten te zien die verwijzen naar de klassieke oudheid en naar een humanistische belangstelling, zoals een vaas met een gorgonenkop op een drievoet-standaard met leeuwenpoten en een boek op tafel, een papier met een geometrische schets in Rubens’ hand, en bovenal: op de achtergrond een klassiek standbeeld met een lamp in een nis. Het beeld werd lang aangezien voor de drie Gratiën maar stelt, naar men nu aanneemt, Hecate voor. Het is een kopie van een Grieks beeld van Alcamenes uit ca. 420 v.C en het is bekend dat Rubens dit beeld in zijn bezit had. Het staat nu in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden.

Hecate op het portret van Rubens en zoon, en op een toegangskaartje voor het RMO

Esposito gaat ervan uit dat Rubens wist dat het beeld Hecate Triformis voorstelde, en dat hij het op zijn portret wilde hebben afgebeeld in combinatie met de lamp, om te verwijzen naar de naam Phosphoros (lichtdraagster, lichtbrengster), een van de namen van de godin. Het licht symboliseerde het heil en de redding. Hecate was, net als Hermes, een godheid die zowel in de goden- als mensenwereld, als in het dodenrijk kon komen. Vermoedelijk zag men haar net als Hermes als een zielengids; niet alleen omlaag naar het dodenrijk, maar ook omhoog naar de goddelijke wereld. In het neoplatonisme vervult Hecate onder meer de rol van middelares tussen de goddelijke en menselijke wereld, kosmische wereldziel en de ‘baarmoeder van de Natuur’: de kracht die, bevrucht door de Goddelijke vonk of bliksem van Zeus, de wereld genereert. Naast een voortbrengende godin is zij een doodsgodin, en ze wordt ‘Begin en Eind’ genoemd, wat doet denken aan het christelijke ‘Alpha en Omega’. Esposito maakt aannemelijk dat Rubens goed bekend was met dergelijke ideeën. In zijn notitieboekje staat een opmerking over de symboliek van het getal drie, die doet vermoeden dat hij een overeenkomst zag tussen de Drievoudige Hecate en de Heilige Drie-eenheid uit het christendom.

Nehalennia

Tot slot iets wat ik niet direct met het thema ‘overgang’ in verband kan brengen maar wat lezers van Wiccan Rede Online wel zal interesseren. Het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden stelt sinds kort het Nehalennia-altaar van Marcus Justinus Albus tentoon, uit ca. 200 n.C., waarop de godin in drievoud is afgebeeld.

Het altaar is in 1982 bij de Colijnsplaat gevonden. De meeste afbeeldingen van Nehalennia tonen haar als één persoon, met een mand appels, een hond en soms een schip. Dat ze hier in drieën is weergegeven, kan een voorbeeld zijn van wat ‘Keltisch drievoud’ (Celtic triplicity) wordt genoemd. Het is echter ook mogelijk dat het altaar oorspronkelijk was gemaakt als altaar voor de Matres (moedergodinnen), maar door M. Justinius Albus in Zeeland aan Nehalennia werd gewijd. Dit stond half oktober in de wetenschapsbijlage van nrc•next.

Geplaatst in Nieuws | Getagged , , , , , , , , | 2 reacties

Review: Traditional Wicca, ‘A Seeker’s Guide’ by Thorn Mooney

Traditional Wicca, ‘A Seeker’s Guide’
Thorn Mooney
Llewellyn, 2018, 264 pages, ISBN 9780738753591.

A few days ago I (finally!) had the pleasure of meeting Thorn Mooney at The Atlantis Bookshop in London for the presentation of her new book ‘Traditional Wicca: A Seeker’s Guide’ and ‘consummate’ our online friendship with wine! Like a good Aries I have been impatiently waiting for the book to come out, and my mind was set on reviewing it afterwards. However, as I was grasping it with my hands on my way back to Warsaw, the thought crossed my mind: ‘You are going to write a good review regardless, you have been fanboying her before it was cool!’.
You see, I love providing feedback, but only when it is relevant. And when I do, I tend to be quite critic — seldom do things in life reach ‘perfection’ (whatever you want to understand by that). I finished reading it a few moments ago, after which I remained silent, and religiously placed it on my shelf. And my first impulse, is to start writing this…

Fine, you have read the comments online. You have seen people tweeting about it, but…what is it with this book?

It is current.
It is useful.
It is relevant.

Like Deborah Lipp says in her review, it is the book many of us would have liked to have the idea to write. In fact I was writing a similar series of articles for my Spanish website with similar topics! (I am just so glad it was Thorn, because it makes it so much better!).

It is the book I would have liked to have 15 years ago (although I would have probably gotten frustrated as an underage seeker!).

But, most importantly, it is the book that I would like all the Seekers to read before approaching for training.

What has she done?

Forget about introductions on what Wicca is or is not. Forget about endless pages on etymology and history of Wicca. The endless parade of chapters about Wicca; the Sabbats; the Esbats; The Goddess; The God; The Elements; the Tools…

There are is no specific information of what Wicca is, or how to start practising it. No spells or similar how-to’s. And no meditations or exercises that you will never actually perform.

And yet, it is probably one of the most relevant books for a seeker to read.

Thorn quickly jumps into explaining what Traditional Wicca is, and what are the main characteristics that differentiate it from other forms of modern Wicca or Witchcraft. She then starts tackling relevant issues that have, and still do, make virtual (and non virtual) rivers of ink flow.

‘…What is Traditional Wicca? Fine, but, how is it different? Coven, yeah, a group of witches bu, how is it different in Traditional Wicca? What is all the fuss about lineage? Why no self-initiation? I have heard traditional covens are very stiff and hierarchical, is that true?…’

Certainly, a lot of information has been written about the questions above. These questions have been addressed thousands of times in correspondence, emails, blogs, social networks. But it has never, until now, been woven into a single, cohesive, pattern, and bound into a single book.

If you wanted to research (and you probably still should!) answers to these questions, you would have to look in different groups, and blog posts, and communities. For each item you find you will find a hundred different points of view.
Which, again, you should probably read anyway. But Thorn offers a starting point in this book.

How has she done it?

There is no acrimony or dismissive attitude towards the whole modern spectrum of Wicca. There is no telling of how special a path is versus another. She wields the same honest, casual, and relatable tone that has drawn attention to her blogs and her videos — and the reason why most of us love them!

In this book she openes that door even further, sharing her own experiences and struggles. As you go through the book, the different challenges she has faced in all those different topics are showcased, in such a way that it triggers intense throwbacks and flashes, making you internally scream ‘I fell just like that at one point’.

Some of the sentences are so simply, yet so true and relatable, that they should have been printed in gold ink:

My initiates don’t serve me; I serve them. I may be the high priestess, and I may call most of the shots, but I’m also the one cleaning the toilets.

Empathy aplenty

Empathy has quickly escalated to my top list of skills that I hold dear, and I yearn to see in my everyday world (this is mostly Brené Brown’s fault).

In Thorn’s book, this is an approach that is present throughout the read.

In the first part of the book she has tackled the topics that she has felt are more relevant for the Seeker and likely to come up to their mind. While this might seem like an easy tasks, most of the books I have found take either the point of view of a newcomer (written by a newcomer), or that of an expert (written by an expert). It is easy to forget what was it like when you started once you have walked several miles on one path, and it takes a lot of effort to step back and think ‘How did I feel at that point?’.

But this is specially present in the second part of the books, that contains the only how-to’s in it: How to seek and approach a coven.

Every piece is met with ‘Hey, I have been there, this is what I tried. These are other things I know about now, and that you might want to try as well’.

But the highlight of empathy, and the passage that made me shed an actual teas, was the following:

Acacia kneeled before the altar […] it was a big night for her […] she was acting as high priestess for the evening […]. She commanded the space well and had clearly worked hard to memorize the ritual. […] But all of a sudden, the candlelight flickering across her face, she hesitated. A moment too many passed and her eyes snapped to mine, panicked, silently screaming. I could read her face instantly because I’d been exactly there a hundred times: Oh shit. What comes next?
“Take a breath, the words are in there”, I said in a low tone across the altar.
Another moment passed. She took a deep breath but still nothing came. She looked at me again.
“You’re a Witch. Forget about the script. Consecrate the salt.”
Acacia took another breath — this one stern — and her face shifted. She relaxed visibly. The words that came next weren’t the ones on the page she’d spent so long trying to recall. But they were magical and right nonetheless. She forgot, yes, but she knew the essence of what she was doing, so the power wasn’t lost.

I have been there too. We all have been there. It hits very close to home.
But the highlight here is not just the empathy, but also vulnerability.

It is easy to show examples. It is easy to go to a job interview and say ‘I am way too perfectionist’ when asked about our flaws. It is easy to write as ‘Le High Priestess’ (please also note how she has not capitalised high priestess or high priest throughout the book).

It is not that easy to showcase situations that, while they might open a door to relatability and empathy, it also shows that we err — and we do it miserably sometimes!
There are no ‘Oh, yes, I err too’ followed by a polite silence, in this book.

Points of Improvement?

I was trying to find some point on improvement for the book. I always like to offer something that could have been better. The only one I thought of was that, during the first part of the book, some of the statements are way too general. My (Gardnerian) mind resorted a couple of times with ‘Hey, not really, there is considerable consensus on that’. But I quickly realised that Thorn was, once again, two steps ahead.

It is easy to get to specific into a topic, and I am sure Thorn would have loved to spend several chapters (or books) on a few of them. But that would be a disfavour to the aim of the book.

It would also condition the Seeker towards certain points of view — she rather leaves an open door.
On top of that, there was my own precondition as a Gardnerian in Europe — the variety we have here is much more limited in terms of traditions.
So, unfortunately, no point of improvement to add.

A New Classic

After meeting Thorn in London, and hearing her talk about her book, I am not sure if she realises what she has done. Wittingly or unwittingly she has set herself (and her book) to become a ‘new classic’. To be one of those books that ought to be at the end of every book about Wicca, in those pages with a list of ‘Recommended Reading’ that we all end up adding to our wishlist. A default book for coven leaders to recommend to potential seekers (it is already on my website!).

While different in content and audience, I dare to say (and Thorn would probably hate me for that) that classics like ‘Living Wicca’ or ‘Teen Witch’ have nothing on Thorn’s book.

If you are a seeker, you feel lost, or if you are just curious about what all the fuss is about Traditional Wicca; or even an initiate looking for reading for your newcomers: This book is a must have!

Geplaatst in Boeken, English articles, Recensies | Getagged , , , | Reacties uitgeschakeld voor Review: Traditional Wicca, ‘A Seeker’s Guide’ by Thorn Mooney

Pathworking – Het gebruik van visualisaties binnen het paganisme

 

PATHWORKING

Het gebruik van visualisaties binnen het Paganisme

Flierefluiter

© 2015

Inleiding

Visualiseren, het oproepen en vasthouden van beelden voor je geestesoog, is een belangrijke basisvaardigheid binnen het paganisme. Je gebruikt het bij het doen van rituelen, bij magisch werk en bij meditaties en trancereizen.

In dit artikel wil ik wat meer vertellen over hoe je deze vaardigheid kunt aanleren en versterken en hoe je hem op verschillende manieren kunt toepassen. Ik begin met een korte inleiding over wat visualiseren is en zal vervolgens een aantal oefeningen geven om deze vaardigheid te trainen. Hierna zal ik het gebruik van visualisaties bij rituelen en magie en het visualiseren van symbolen bespreken. Vervolgens ga ik in op het gebruik van geleide visualisaties of pathworkings en hoe je deze zelf kunt schrijven. Tenslotte beschrijf ik nog het werken met visualisaties waarbij de beelden (deels) spontaan uit je onderbewuste opkomen, de zogenaamde creatieve visualisaties of trancereizen.

Uiteraard schrijf ik dit allemaal in de hoop dat je er zelf mee aan de slag gaat en dat de kunst van het visualiseren een waardevol onderdeel van je paganistisch pad wordt.

Visualiseren

Zoals gezegd is visualiseren het oproepen van beelden voor je geestesoog. Deze omschrijving moet je ruim zien, het kan gaan om het zien van een bepaald beeld terwijl je je ogen hebt gesloten (zoals het vasthouden van het beeld van een mandala in meditatie) maar ook het met open ogen zien van een bepaald beeld over het normale zichtsveld heen (zoals het zien van een energetische cirkel om een groep mensen heen tijdens een ritueel). Verder hoeft een visualisatie zich niet uitsluitend te beperken tot het zien van beelden (bijvoorbeeld een bospad), maar kan het in principe alle zintuigen omvatten (bijvoorbeeld het horen van vogels, het voelen van de wind en het ruiken van de bosgrond).

Visualiseren is een krachtige techniek omdat je er bewust ervaringen mee kunt oproepen die voor je hersenen als ‘echt’ aandoen. Als je visualiseert dat je je grote teen beweegt of een aardbei eet, dan worden in je hersenen dezelfde gebieden actief als wanneer je echt je grote teen beweegt of een aardbei eet. Uit onderzoek blijkt dat wanneer je elke dag een half uur visualiseert dat je hardloopt je conditie ook echt verbetert. Niet zo sterk als wanneer je echt gaat hardlopen maar wel meetbaar en significant.
Door te visualiseren kun je dus met je geest je lichaam beïnvloeden. In de reguliere geneeskunde wordt visualiseren daarom ook steeds vaker toegepast. In het CWZ-ziekenhuis te Nijmegen kunnen patiënten die een chemokuur volgen een cd krijgen met daarop een visualisatie die de bijwerkingen hiervan vermindert.
In de psychologie worden visualisaties gebruikt als ontspanningsoefening en om angsten en trauma’s te overwinnen en veel sporters visualiseren als voorbereiding op een belangrijke wedstrijd zichzelf met een medaille om op het erepodium om hun zenuwen te verminderen, hun motivatie te verhogen en zo de kans om te winnen te vergroten.

Binnen het paganisme worden visualisaties gebruikt bij rituelen, bij magisch werk en bij veel verschillende meditaties. Zo zul je in rituelen vaak enkelvoudige beelden als symbolen en energiestromen visualiseren en bij magisch werk het doel van je magie. Tijdens meditaties zul je soms hele verhalen visualiseren waarin je zelf de hoofdrol speelt of gewoon kijken welke beelden er in je opkomen.
Al deze vormen van visualiseren zal ik in dit artikel bespreken, maar ik wil beginnen met een aantal oefeningen om je vermogen om te visualiseren te versterken.

Leren visualiseren

Iedereen kan visualiseren en iedereen doet het ook. De meest voorkomende vormen van visualiseren zijn dromen en dagdromen, hierbij zie je voor je geestesoog beelden die spontaan opkomen uit je geest. Deze beelden zijn zo levensecht dat je niet doorhebt dat ze eigenlijk niet ‘echt’ zijn en op het moment dat je dat wel beseft is de (dag)droom meestal ook meteen afgelopen. Bewust beelden oproepen en vasthouden is veel moeilijker dan ze spontaan ondergaan, maar het is met voldoende oefening goed te leren.

Hieronder staat een aantal oefeningen waardoor je je deze kunst eigen kunt maken. Neem hier echt de tijd voor, trek voor elke oefening minimaal een week uit en oefen minimaal één keer per dag. Waarschijnlijk kun je na een paar maanden prima visualiseren, hoewel er ook mensen zijn die er jaren voor nodig hebben of het nooit goed leren. Maar hoe dan ook, oefening baart kunst!

Oefening 1: Neem een alledaags voorwerp en zet het op een meter afstand van je neer. Een koffiemok, een beeldje, een speelgoedauto; alles mag. Kijk gedurende een minuut aandachtig naar het voorwerp en sluit dan je ogen. Roep het beeld van het voorwerp nu voor je geestesoog op zodat je het weer ziet en hou dit beeld zo lang mogelijk vast. Als je het kwijt bent, kijk je weer een minuut, sluit daarna weer je ogen en probeer het nu weer voor je te zien. Doe dit ongeveer vijf keer. Neem elke dag een ander voorwerp.

Oefening 2: Neem een alledaags voorwerp en zet het op een meter afstand van je neer, kijk er een minuut goed naar en zet het dan weg. Sluit nu je ogen, roep het beeld van het voorwerp voor je geestesoog op en hou het zo lang mogelijk vast. Als je het kwijt bent, open je je ogen, je ademt een paar keer diep in en uit en sluit je ogen weer. Wederom roep je het beeld van het voorwerp voor je geestesoog op en probeert het vast te houden. Doe dit dagelijks een keer of vijf. Neem elke dag een ander voorwerp.

Oefening 3: Ga rustig zitten, sluit je ogen en roep voor je geestesoog het beeld van een voorwerp op dat je goed kent, zonder dat je er net naar gekeken hebt. Probeer dit beeld vast te houden. Als je het kwijt bent, open je weer je ogen, ademt een paar keer en begint opnieuw.

Oefening 4: Neem vier vellen zwart A5-papier en schilder op elk blad een symbool in een andere kleur. Bijvoorbeeld een rood pentagram, een blauw vierkant, een gele driehoek en een groene cirkel. Dan neem je als eerste het vel met het rode pentagram en zet het voor je. Je kijkt er een minuut aandachtig naar, sluit dan je ogen en roept het beeld voor je geestesoog op. Als je het beeld kwijt bent, kijk je er weer een minuut naar en begint opnieuw. Eigenlijk net als oefening 1. Dit doe je een week lang voor elk symbool.

Oefening 5: Neem weer de vellen met symbolen van de vorige oefening. Kijk een minuut naar het rode pentagram en leg het dan weg, sluit je ogen en roep het beeld voor je geestesoog op. Als je het beeld kwijt bent, adem je een paar keer en sluit je ogen en roept het beeld weer op. Net als bij oefening 2. Dit doe je een week lang voor elk symbool.

J.M.W. Turner, Sunset

Oefening 6: Ga rustig zitten, sluit je ogen en roep voor je geestesoog een bepaalde kleur op. Je hoeft geen voorwerpen, symbolen of andere vormen te zien, alleen een bepaalde kleur en hou deze vast. Als je de kleur kwijt bent, andere beelden of kleuren of helemaal niets meer ziet, begin je weer opnieuw net zolang tot je de kleur een paar minuten vast kunt houden. Oefen dit op verschillende dagen met verschillende kleuren.
Als dit je goed afgaat kun je de kleuren voor je geestesoog laten wisselen, je roept bijvoorbeeld eerst rood, dan geel, oranje, blauw, paars en tenslotte groen op.


Oefening 7: Als de vorige oefeningen je goed afgaan dan kun je beginnen met het oproepen van beelden over je normale zichtsveld heen. Je gaat hiervoor op een plek zitten waar je ruim zicht hebt, een bankje in het park aan de rand van een grasveld is ideaal, en je probeert het beeld voor je te veranderen door er dingen aan toe te voegen. Je visualiseert bijvoorbeeld een circustent op het grasveld, probeer dan echt die tent te zien staan op het grasveld voor je, stel je voor hoe er mensen naar toe lopen, hoe er een clown omheen loopt en hoe er een olifant naast staat. Je ziet deze circusbeelden dus over het normale beeld van het grasveld heen, het echte beeld en de visualisatie vormen samen dus een beeld.
Ik vind dit zelf altijd een erg leuke oefening en ik nodig je dan ook uit hier eens mee te gaan spelen. Visualiseer het grasveld eens zoals het er 100 jaar geleden uitzag, zoals het er uitziet in de verschillende seizoenen of in verschillende weerstypen. Stel je voor dat een coven wicca’s er rond de meiboom danst of dat Odin er met zijn Wilde Jacht overheen raast.

Tot nu toe ben je bij de oefeningen vooral toeschouwer geweest, je zag bepaalde beelden omdat je die zelf bewust hebt opgeroepen. Bij de volgende oefening gaat het er om beelden spontaan te laten verschijnen zonder vooraf te bedenken wat je wilt zien. Waarschijnlijk heb je hem als kind wel eens gedaan.

Oefening 8: Wacht tot het een dag is met mooi weer, een blauwe hemel met witte wolken en liefst een lichte wind. Ga op je rug liggen en kijk naar de wolken, neem de vorm van de wolken waar en stel je voor dat het geen wolk is maar iets anders. Kijk of er een beeld in je opkomt en probeer dat beeld vast te houden. Kijk of het beeld verandert als de wolk van vorm verandert. Volg de beelden die uit je geest opkomen en probeer ze te zien in de wolk en kijk ook of je ze gelijktijdig met de wolk kunt zien.

Bij de laatste oefeningen betrekken we ook de andere zintuigen bij de visualisatie, we gaan proberen onszelf in een beeld te ervaren.

Oefening 9: Voor deze oefening ga je naar een museum waar ze schilderijen hebben, het beste kun je schilderijen van landschappen nemen die realistisch en gedetailleerd geschilderd zijn en een bepaalde sfeer oproepen. Het is ook handig als je redelijk grote schilderijen neemt. Als je een geschikt schilderij hebt gevonden ga je er voor staan en bekijkt het goed, je bekijkt het schilderij als geheel maar neemt ook de details goed in je op. Neem de tijd om ontspannen het schilderij goed op je in te laten werken. Stel je dan voor dat jezelf onderdeel van het schilderij bent, dat je in het landschap staat. Kijk of je het landschap om je heen kunt zien, of je de grond onder je voeten kunt voelen, de wind of regen op je huid, de kou of de warmte.

Probeer jezelf in het landschap te ervaren en probeer deze ervaring bewust een tijd vast te houden.

Oefening 10:Als je na je museumbezoek weer thuis bent, probeer dan of je de ervaring van jezelf in het landschap van het schilderij weer kunt oproepen en vasthouden. Als dit goed gaat probeer dan eens of je jezelf, zonder schilderij, ook in andere landschappen kunt voorstellen met alle zintuiglijke ervaringen die daarbij horen.

Hoewel de visualisatieoefeningen hierboven best intensief zijn en veel tijd en energie kosten, hoop ik dat je het toch kunt opbrengen om ze uit te voeren. Mijn ervaring is dat ze goed werken en je een vaardigheid aanleren waar je binnen en buiten het paganisme veel plezier van zult hebben.

Gebruik van visualisaties bij rituelen en magie

Bij rituelen draait alles om het richten van je aandacht/wil op het doel van het ritueel. Alle teksten, handelingen en de hele aankleding van het ritueel zoals het altaar en andere gebruikte voorwerpen verwijzen naar dit doel en dienen om de aandacht/wil hierop te richten; het gebruik van visualisaties versterkt dit nog eens extra.

Het visualiseren van de cirkel

Zo kun je om de elementen op te roepen een tekst uitspreken waarin je het element uitnodigt en het pentagram van het element in de lucht tekenen maar door tegelijkertijd te visualiseren dat er een storm opsteekt, een vuur oplaait, een hoge golf aankomt, een grote berg of rotsblok verschijnt versterk je de tekst en de handeling van het oproepen van de elementen enorm. Dit geldt ook voor het trekken van de cirkel; als je bij het rondlopen met je athame en het uitspreken van je tekst ook het verschijnen van een energetische cirkel visualiseert zal je cirkel een stuk sterker zijn.

Ook andere onderdelen van je rituelen kun je versterken door een visualisatie toe te voegen aan de handelingen en teksten. Experimenteer hier eens mee en kijk waar een visualisatie wel en waar het geen toegevoegde waarde heeft.
Het is zelfs mogelijk om een ritueel alleen maar te visualiseren en alle handelingen en teksten weg te laten, je zit dan gewoon met gesloten ogen voor je altaar en voert het ritueel in je geest uit. Je visualiseert dat je alle handelingen doet en alle teksten uitspreekt. In mijn ervaring is dit een stuk minder krachtig dan wanneer je de handelingen en teksten ‘echt’ doet en visualisaties er aan toevoegt, maar in sommige gevallen (bijvoorbeeld als je ziek in bed ligt) kan een gevisualiseerd ritueel een goed alternatief zijn.

Net als bij rituelen draait het bij magie om het richten van je aandacht/wil op het doel van het magisch werk en visualisaties kunnen dit enorm versterken. Als je bijvoorbeeld een talisman voor Venus maakt kun je de werking versterken door bij het consacreren eerst het symbool voor Venus voor je geestesoog te laten verschijnen en vervolgens te visualiseren hoe dit symbool oplost in je talisman. Als je vervolgens ook een spell uitspreekt als bijvoorbeeld ‘Vrouwe Venus, laat mij een lieve vriendin vinden’, dan kun je bij het uitspreken hiervan jezelf visualiseren terwijl je met een nieuwe vriendin op een bankje in het park zit te zoenen.

In dit voorbeeld visualiseer je meteen het gewenste eindresultaat, maar je kunt er ook voor kiezen om het bereiken hiervan in verschillende stappen te visualiseren. Hieronder een voorbeeld van koordmagie voor het zoeken naar werk waarbij je negen knopen in een koord legt en telkens een stapje op weg naar je doel visualiseert.
Bij elke knoop spreek je een tekst uit volgens de knopenspell van Dorien Valiente (vertaald door Joke en Ko Lankester) en doe je een visualisatie:

Met de knoop van één begint mijn magie meteen! Visualiseer dat je een sollicitatiebrief schrijft.
Met de knoop van twee geef ik snelheid mee! Visualiseer dat je brief verzonden wordt.
Met de knoop van drie geef ik aan voor wie! Visualiseer jezelf.
Met de knoop van vier haal ik kracht naar hier! Visualiseer dat je een uitnodiging voor een gesprek krijgt.
Met de knoop van vijf groeit zij buiten kijf! Visualiseer dat het gesprek goed gaat.
Met de knoop van zes snijdt zij als een mes! Visualiseer dat de sollicitatiecommissie tevreden met je is.
Met de knoop van zeven wil ik uitkomst geven! Visualiseer dat je bericht krijgt dat je aangenomen bent.
Met de knoop van acht is mijn magie volbracht! Visualiseer dat je de baan hebt.
Met de knoop van negen geef ik haar mijn zegen! Visualiseer jezelf tevreden aan het werk

Een methode die ik zelf vaak gebruik is het gewenste resultaat van mijn magisch werk in een visueel beeld uitdrukken, door bijvoorbeeld een mandala of een bindrune te maken waarin het gewenste doel wordt uitgedrukt.

Bindrune voor een huis

Zo heb ik voor een vriendin die wat down was een mandala gemaakt in de vorm van een smiley en voor iemand die snel een woning nodig had een bindrune in de vorm van een huis van de runen Othela, Algiz en Naudiz.

Bindrune voor een huis

Deze symbolische afbeeldingen van het gewenste doel geef ik aan de persoon voor wie de magie bedoeld is met de opdracht er een bepaalde periode iedere dag een paar keer naar te kijken. Zo visualiseren zij het doel van de magie en richten hun aandacht/wil op het bereiken ervan.

Visualiseren van symbolen

Het visualiseren van symbolen is een goede manier om de kracht en werking van dat symbool te activeren, vandaar dat je in het voorbeeld van de vorige paragraaf het Venussymbool visualiseert en in je talisman laat oplossen. Maar het visualiseren van een symbool kan ook een goede manier zijn om de betekenis en de werking te leren kennen.
Als je bijvoorbeeld de rune Algiz wil leren kennen dan kun je hem voor je geestesoog oproepen en het beeld een tijdje vasthouden. Terwijl je dit doet let je goed op welke gedachteassociaties, emoties en fysieke ervaringen het beeld van de rune bij je oproept. Later kun je je dan afvragen wat dit zegt over de rune. Je kunt ook kijken of het beeld van Algiz misschien spontaan verandert, welke beelden er op volgen en wat die zeggen over de betekenis en werking. En als je dit een paar keer gedaan hebt dan kun je misschien visualiseren dat de rune Algiz in jou oplost en opmerken of je iets van zijn energie, betekenis en werking kunt ervaren.

In het tantrisch boeddhisme is het gebruikelijk om mandala’s die verbonden zijn met bepaalde godheden of boddhisatva’s te visualiseren om op die manier contact met hen te leggen en hun eigenschappen in jezelf te activeren of versterken. Dit kun je ook binnen het paganisme toepassen.
Zo zou je contact kunnen leggen met Odin door een valknut te visualiseren of met Cerridwen door het beeld van haar cauldron op te roepen. Maar in mijn ervaring werkt dit toch het beste door een mandala van de betreffende godheid te visualiseren. Deze zou je kunnen zoeken op internet (zoals de Cernunnos-mandala) of zelf maken.

Cernunnos-mandala

Bij het visualiseren van een mandala voor bijvoorbeeld Cernunnos roep je eerst het beeld als geheel voor je geestesoog op en houdt het dan vast. Kijk er goed naar en laat het beeld op je inwerken, merk op welke gedachten, emoties en fysieke ervaringen het beeld bij je oproept. Je kunt in gedachten Cernunnos een vraag stellen en let dan op of er misschien een antwoord in je opkomt. Het kan ook zijn dat een bepaald onderdeel van de mandala speciaal je aandacht trekt, bijvoorbeeld de zon, en laat dat dan goed op je inwerken. Vraag je af wat Cernunnos met de zon te maken heeft en merk op welke associaties er eventueel in je opkomen.

Je kunt deze visualisaties om contact te leggen met een godheid versterken door tijdens het visualiseren van de mandala ook de naam van de godheid te herhalen als een soort mantra.

Het visualiseren van een mandala om contact te leggen met een bepaalde godheid is een krachtige oefening die goed werkt. Je kunt hem het beste negen dagen achter elkaar doen zodat het visualiseren en vasthouden van het beeld steeds beter en gemakkelijker gaat waardoor je meer aandacht overhoudt om te letten op wat de oefening met je doet. Meestal zullen er tijdens het visualiseren al veel gedachten, emoties en andere ervaringen zijn, maar het kan ook gebeuren dat deze pas later komen.

Geleide visualisaties

Het doen van geleide visualisaties, ofwel pathworkings, gaat een stap verder dan het visualiseren van enkele beelden. Bij een geleide visualisatie roep je niet alleen beelden op voor je geestesoog maar een totaalervaring van alle zintuigen. Een geleide visualisatie is eigenlijk een verhaal waarin je zelf de hoofdrol speelt. Meestal zal dit verhaal door iemand worden voorgelezen of verteld waarbij je jezelf voorstelt dat je de ervaringen en gebeurtenissen zelf meemaakt. Hierdoor kun je ervaringen opdoen die je ‘in het echt’ niet kunt meemaken. Je kunt ook zelf vooraf een verhaal bedenken en dat vervolgens in gedachten uitspelen.

De mogelijkheden van geleide visualisaties zijn heel uitgebreid. Je kunt ze gebruiken om de essentie van een jaarfeest of een ander ritueel mee te maken, om natuurwezens/mythologische wezens/archetypen te ontmoeten, om de kracht van een element te doorgronden, een bepaalde ervaring opnieuw te beleven in meditatie of voor bijna elk ander doel dat je bedenken kunt.

Zo kun je bijvoorbeeld het element Aarde verkennen en ervaren met de volgende visualisatie die ik gedaan heb tijdens mijn coventraining.
Hiervoor ga je rustig zitten of liggen, je sluit je ogen en je stelt je voor dat je op een open plek in het bos bij een hunnebed staat. Je neemt even de tijd om de plaats in je op te nemen, de grond onder je voeten en te luisteren naar het geluid van de vogels en de wind in de bladeren. Dan loop je naar het hunnebed toe en gaat er met je rug tegen aan staan.

Voel de stevigheid van de steen tegen je rug, voel de koelte van de steen en besef dat deze steen er al duizenden jaren staat en er waarschijnlijk over duizend jaar nog staat. Ga dan met je aandacht naar je voeten en voel de aarde onder je, voel het reliëf in de bodem, voel het zand tussen je tenen en ervaar hoe de aarde je ondersteunt en draagt.

Stel je dan voor hoe je voeten uitgroeien tot wortels en de bodem in dringen, voel hoe ze diep de aarde ingaan en daar verder vertakken tot een stevig wortelstelsel. Voel hoe je verbonden bent met de bodem. Stel je voor dat je via je wortels aarde-energie in je opneemt, hoe je via je wortels door de aarde gevoed wordt, en voel deze energie en voeding door je heen stromen. Ervaar hoe dat is.

Ga dan met je aandacht terug naar je rug en de steen van het hunnebed waar je tegenaan staat. Voel opnieuw de kracht en stabiliteit van deze steen en ervaar hoe je hierdoor gesteund wordt. Laat je rug samensmelten met deze steen en ervaar hoe de stevigheid, de kracht en de eeuwigheid van de steen ook jouw stevigheid, kracht een eeuwigheid worden. Laat dit goed op je inwerken.

Nu ga je weer met je aandacht naar je hele lichaam, loop alles met je aandacht na en besef dat je een mens bent. Dat je rug tegen de steen van het hunnebed leunt en dat je voeten op de grond staan. Kom weer helemaal bij jezelf en maak je los van het hunnebed. Loop weer naar de plek waar je je visualisatie begon, kijk nog even naar de open plek in het bos en het hunnebed en neem afscheid. Beweeg voorzichtig je tenen en vingers, strek je eens goed uit en open dan je ogen weer om terug te keren in je normale leven.

Bij deze geleide visualisatie gaat het om een ervaring die je (hoogstwaarschijnlijk) niet eerst zelf in de ‘echte’ wereld hebt meegemaakt, maar je kunt ‘echte’ bijzondere ervaringen ook tot een visualisatie verwerken.
De volgende geleide visualisatie heb ik geschreven toen ik na een verbroken relatie alleen op vakantie was in Engeland. Ik zat destijds op de Glastonbury Tor te mediteren en voelde opeens een enorme opluchting, de wereld leek heel ver weg van me en ik kon alles wat gebeurd was helemaal loslaten. Daarna ben ik naar de Chalice Well gelopen en heb ook daar gemediteerd. Op deze plek kwam ik heel dicht bij mezelf en kwamen de emoties goed los. Deze ervaring van afstand en loslaten enerzijds en bij mezelf komen en de emoties doorleven anderzijds heb ik tot een geleide visualisatie verwerkt om deze te kunnen blijven oproepen en gebruiken op momenten dat ik dat nodig heb.

Ga gemakkelijk zitten, sluit je ogen en adem een paar keer diep in en uit.
Stel je voor dat je aan de voet van een heuvel staat. Rechts is een grote haag met een poort er in en links loopt een pad de heuvel op. Je loopt naar links en gaat het pad op. Het is een graspad en loopt door een weiland naar de heuvel. Je volgt het pad en langzaam gaat het meer stijgen. Het is mooi weer, de zon schijnt en je hoort de vogels fluiten.

Glastonbury Tor

Je loopt verder over het pad en het begint nu echt steil te klimmen. Het pad wordt ook steeds smaller en je komt steeds hoger. Rechts is de helling van de heuvel en links kijk je naar beneden. Je ziet dat de plek waar je begonnen bent al een stuk kleiner is geworden. Voorzichtig loop je verder over het smalle steile pad. Het pad kronkelt om de heuvel heen en na elke bocht zie je dat je alweer een stuk hoger bent en meer uitzicht hebt. Met elke bocht kom je hoger en dichter bij de top van de heuvel.

Dan, na een tijd voorzichtig verder lopen en klimmen, zie je dat de heuveltop een paar meter voor je ligt. De heuvel heeft een platte top en er staat een toren op. Je loopt er naar toe en gaat voor de toren op de grond zitten. Je voelt de warmte van de zon op je huid en de wind in je haren en je kijkt om je heen. Vanaf de top heb je een prachtig wijds uitzicht over de omgeving. Je ziet de wijdse akkers en velden, je ziet een beekje stromen en aan de horizon zie je bossen. Je ziet ook een dorpje met kleine huisjes en kleine mensjes. Ergens loopt een weg waar kleine autootjes op rijden.

Als je zo om je heen kijkt naar de wijde wereld daar beneden in de verte, voel je de afstand tussen jou en hen tot diep in je wezen. Je bekijkt alles maar neemt er geen deel aan. Je voelt hoe alle dagelijkse beslommeringen ver weg zijn, hoe alle zorgen van je af glijden. Je ziet de kleinheid van alle dingen, hoe alles doorgaat zonder jou en je voelt je vrij.
Na een tijdje daar gezeten te hebben en alle zorgen van je af te laten glijden, sta je op en ga je verder. Je loopt recht vooruit naar een pad dat je nu pas opvalt. Het loopt naar beneden via een lange maar gemakkelijke trap met grote treden. Je loopt het pad en de trap af en komt beneden in een tuin aan. Je kijkt eens om je heen en ziet in een hoek van de tuin een bron.

Chalice Well

Je loopt naar de bron toe en ziet dat het een soort put is. Er zit een mooi versierd deksel op en in de grond liggen allerlei fossielen tussen de tegels. Je gaat bij de bron zitten en kijkt ernaar. Je voelt dat het een bijzondere bron is en voelt de vochtige koelte uit de put komen. Hier kom je heel dicht bij jezelf. Je voelt allerlei emoties opkomen, verdriet, vreugde, pijn, blijdschap, rust. Je laat je emoties de vrije loop. Na een tijdje voel je jezelf weer in balans komen, er komt een rust en vrede over je heen en je bent weer helemaal klaar om de wereld in te gaan.

 

Je staat op en loopt de tuin weer in. Wat verderop staat een vrouw bij een poort en je loopt er naar toe. De vrouw geeft je een zoen en doet de poort voor je open. Als je er doorheen loopt, zie je dat je weer op dezelfde plek bent als waar je bent begonnen.
Dan beweeg je je handen en voeten, haalt een paar keer diep adem en opent je ogen.

Het schrijven van geleide visualisaties

Verder is het belangrijk dat je het verhaal heel beeldend beschrijft. Zeg niet alleen dat je op een open plek in het bos bent, maar benoem dat je de bomen aan de rand van de open plek ziet staan, dat de open plek zelf met gras begroeid is en dat het zonlicht door het bladerdek naar binnen valt. Dit helpt de mensen die de visualisatie doen om zich alles beter voor te stellen. Let hierbij wel op dat je het niet overdrijft, je hoeft bijvoorbeeld niet te vertellen wat voor soort bomen er staan tenzij dat relevant is voor de betekenis van de visualisatie.
Laat ook nog wat details over aan het voorstellingsvermogen van de persoon die visualiseert.

Behalve beelden is het ook belangrijk om de andere zintuigen in je verhaal te betrekken: niet iedereen is even visueel ingesteld en kan even goed beelden oproepen voor z’n geestesoog. Beschrijf daarom ook dat je de warmte van de zon op je huid voelt, dat je de aarde onder je voeten voelt, de wind in je haren, dat je de bloemen kunt ruiken, dat je de vogels hoort fluiten en wellicht je hart bonzen.
Ook fysieke ervaringen en emoties kun je in het verhaal opnemen. Zo kun je zeggen dat het moeite kost en je stevig zweet als je in je visualisatie in de brandende zon een heuvel op loopt en dat je verdriet voelt als je in een visualisatie een dood dier ziet liggen.

Het is belangrijk dat een geleide visualisatie niet zozeer een film is die je voor je geestesoog afspeelt, maar een totaalervaring die je in je geest intens beleeft.

Qua opbouw is het belangrijk dat je visualisatie een voorbereiding, een begin, een middenstuk, een einde en een afronding heeft.
De voorbereiding wil zeggen dat mensen in een ontspannen toestand komen voor ze gaan visualiseren. Meestal volstaat het om de deelnemers te laten gaan zitten of liggen in een comfortabele houding, hun ogen te laten sluiten en een paar keer diep te laten in- en uitademen.
Het begin van de visualisatie is meestal dat mensen visualiseren dat ze zich op een bepaalde plek bevinden, een bosrand, een open plek, aan de voet van een heuvel, en van daaraf zich naar de plek begeven waar de eigenlijke visualisatie, het middenstuk, zich gaat afspelen. Zo hebben mensen even de tijd om te aarden in hun innerlijk of onderbewuste en letterlijk in de visualisatie te komen.
Het middenstuk is dat deel van het verhaal waar de visualisatie om draait, waar de gewenste belevenis plaats vindt.
Als dit gebeurd is dan bestaat het einde van de visualisatie er uit dat je mensen via dezelfde weg waarlangs ze gekomen zijn weer terugleidt naar de plek waar de visualisatie begonnen is. Zo is het voor de deelnemers duidelijk dat de visualisatie afloopt.
De afronding van de visualisatie is bedoeld om mensen weer langzaam terug te brengen naar de ‘normale’ wereld door hen instructies te geven rustig hun vingers en tenen te bewegen, zich uit te rekken, een paar keer diep in en uit te ademen en dan langzaam hun ogen weer te openen. Het is ook goed om als laatste nog uitdrukkelijk te benoemen dat mensen weer terug zijn in het hier en nu.

Een geleide visualisatie is vaak een heel intense ervaring die veel concentratie en energie kost en heftige reacties kan oproepen. Neem daarom na afloop even de tijd waarbij mensen die dat willen hun ervaringen kunnen delen of vragen kunnen stellen.

Als je een geleide visualisatie voorleest voor een of meer deelnemers dan is stemgebruik heel belangrijk. Probeer rustig en duidelijk te spreken, hoorbaar maar niet te hard en in een ietwat lage toon. Zo komen mensen gemakkelijker in de meditatieve stemming of lichte trance die nodig is voor dit soort visualisaties. Neem ook voldoende pauzes om mensen de tijd te geven zich voor te stellen en te beleven wat je vertelt. Niet te kort maar ook niet te lang. De juiste manier om geleide visualisaties te vertellen is een kwestie van Fingerspitzengefühl dat je ontwikkelt door het vaak te doen.

Geleide visualisaties in jaarfeestrituelen

Geleide visualisaties zijn vaak onderdeel van een ritueel om bijvoorbeeld een jaarfeest of een esbat te vieren. In het ritueel druk je symbolisch uit waar het jaarfeest over gaat en op deze manier verbind je jezelf met wat er op dat moment in de natuur gebeurt. Door in dit ritueel ook een geleide visualisatie te doen beleef je het jaarfeest ook in je innerlijk of onderbewuste en wordt de verbinding nog veel sterker. Geleide visualisaties zijn daarom een goede aanvulling op ‘gewone’ rituelen.
Zeker als je het ritueel met een groep mensen doet is een geleide visualisatie een goede manier om alle deelnemers tegelijkertijd op hetzelfde te laten focussen en een intensieve beleving van en verbinding met het jaarfeest te laten beleven. Hieronder als voorbeeld een geleide visualisatie voor in een Beltaneritueel.

Ga comfortabel zitten of liggen en sluit je ogen, adem een paar keer diep in en uit, laat alle spanning en gedachten los. Stel je voor dat je in een weiland bij een eikenboom staat, de zon schijnt en het is aangenaam warm, je voelt een licht briesje door je haren gaan. Als je om je heen kijkt zie je dat overal tussen het gras bloemen staan zoals paardenbloemen, korenbloemen en madeliefjes. Je kunt de zoete geuren van de bloemen en het gras goed ruiken.
Dan hoor je zachtjes muziek in de verte, je kijkt om je heen maar ziet verder niemand. Je luistert nog eens goed en hoort dat de muziek van achter een haag in de verte komt. Je loopt door het gras en de bloemen naar de haag toe en ziet dat het een grote, hoge en prachtig bloeiende meidoornhaag is. De muziek kun je nu beter horen. Je loopt langs de haag tot je bij een poortje komt, je opent het poortje en gaat door de haag heen.
Dan sta je weer op grasveld maar dit keer ben je niet alleen. Overal lopen mensen met mooie gewaden, jurken en andere feestelijke kleding. In hun haar dragen ze bloemenkransen. Ze lachen, zingen, dansen en zoenen met elkaar. In het midden van het grasveld zie je een glooiende lage heuvel met een meipaal er op. Aan de meipaal hangen lange gekleurde linten en mensen dansen er vrolijk omheen.

Je loopt naar de heuvel toe en als je er bijna bent komt er een jong meisje in een witte jurk naar je toe. Ze heeft een bloemenkrans in haar handen en geeft hem aan jou. Je doet de krans in je haren en loopt verder de heuvel op.
Boven gekomen bij de dansende mensen krijg je een lint in je handen gedrukt en als vanzelf ga je mee dansen rond de meipaal. Je danst rond en rond en wisselt regelmatig een kus uit met de andere dansers.

Na een tijd gedanst te hebben stopt plots de muziek, iedereen stopt met dansen en kijkt naar twee personen die de heuvel op komen lopen. Het zijn een prachtige vrouw in een rood kleed en bloemen in haar haar en een knappe man in een groen gewaad met een gewei op zijn hoofd. De vrouw heeft een kelk i haar hand en de man een dolk. Ze gaan tegenover elkaar staan, de man doopt de punt van zijn dolk in de kelk van de vrouw en dan kussen ze elkaar. Hierna komen ze naar jou toe lopen.
De vrouw biedtje iets te drinken aan uit haar kelk, je proeft dat het een zoete mede is, ze geeft je een kus en fluistert je iets in je oor. Ook de man komt naar je toe lopen, geeft je een kus en fluistert je iets in je oor.
Hierna begeleiden ze je zwijgend de heuvel af, over het grasveld naar de meidoornhaag. Bij het poortje blijven ze achter terwijl jij erdoor naar het grasveld aan de andere kant gaat. Daar zie je dat de zon al bijna onder is. Je loopt over het grasveld weer naar de eik toe.
Dan adem je een paar keer diep in en uit, je beweegt je vingers en tenen, je rekt je eens goed uit, en dan,als je er aan toe bent,open je je ogen. Je bent weer helemaal terug in het hier en nu.

Creatieve Visualisaties

De laatste vorm van visualiseren die ik bespreek zijn de zogenaamde creatieve visualisaties of trancereizen, een techniek die uit het sjamanisme afkomstig is maar ook in de meeste andere paganistische stromingen gebruikt wordt. Ook hierbij gaat het om een langere totaalervaring die zich in je geest, je onderbewuste, afspeelt maar het verschil is dat je de ervaring niet vooraf invult zoals bij geleide visualisaties maar grotendeels open laat.

Creatieve visualisaties zul je meestal op dezelfde manier beginnen en eindigen omdat dit het je gemakkelijker maakt om in en weer uit de meditatieve staat van lichte trance te komen waarin je de visualisatie doet. Het middenstuk, de eigenlijke trancereis, zal echter elke keer weer anders zijn.
De meeste mensen die aan trancereizen doen visualiseren eerst dat ze naar een bepaalde plek gaan zoals een open plek in het bos, een grote boom, een poort, een grot of het strand. Vanaf deze plek zullen ze vervolgens verder reizen en er aan het einde van de creatieve visualisatie weer terugkomen om vanaf hier weer terug te keren naar het hier en nu en de ‘normale’ bewustzijnstoestand.
Vaak ontmoeten trancereizigers op de plek waar ze aan het begin van de visualisatie naar toe gaan een begeleider voor hun reis. Dat kan een menselijk wezen zijn, een voorouder, een mythologisch wezen, een natuurwezen, een godheid, een dier of iets heel anders. Deze begeleider kan de hele reis meemaken, je alleen maar een bepaalde richting op wijzen, je naar je reisdoel dragen of uiteraard iets heel anders doen. De eerste trancereizen die je maakt zullen er vaak op gericht zijn om een dergelijke begeleider te zoeken en contact met hem/haar/het op te bouwen.
Als je eenmaal contact hebt met een begeleider voor je trancereizen dan kan het eigenlijke reizen pas goed beginnen. Hierbij is het belangrijk dat je vooraf goed nadenkt over het doel van je reis en dan niet in de zin van waar je naar toe wilt reizen maar waarom je wilt reizen, wat je ermee wilt bereiken.

Creatieve visualisaties of trancereizen worden meestal ondernomen om het antwoord op een vraag of de oplossing voor een probleem te vinden in je onderbewuste, maar ook andere doelen zijn mogelijk. Zo kun je tijdens trancereizen de strijd aangaan met de oorzaak van een ziekte of tegenslag, je kunt healing zoeken, magie bedrijven of de hulp zoeken van geestwezens. De mogelijkheden van trancereizen zijn enorm, de grenzen ervan vallen ongeveer samen met de grenzen van je onderbewuste voorstellingsvermogen (en iedereen die wel eens droomt weet dat die vrij ruim zijn).
Hierin schuilt dan meteen ook het grote nadeel van trancereizen: ze kunnen nogal heftig zijn! Voor dit soort creatieve visualisaties is een diepere meditatieve staat, een diepere trance, nodig dan voor geleide visualisaties en ze vragen ook veel meer concentratie. Dit maakt dat lichaam en geest bij trancereizen heel actief zijn en ook een zekere mate van stress ervaren. Dit wordt versterkt door de onvoorspelbaarheid van de reis. Je moet constant alert zijn op wat er zich voordoet en alles is in principe mogelijk. En dan kan het dus zomaar gebeuren dat je ietwat gespannen en heel alert creatief ligt te visualiseren op zoek naar de reden waarom je steeds minder zin hebt in je werk en dat er dan opeens een grote, agressieve rode draak op je af komt rennen met de bedoeling je aan stukken te scheuren en te verslinden!
Nu ben ik de eerste om toe te geven dat dit je beter tijdens een trancereis kan overkomen dan tijdens een boswandeling in de ‘normale’ wereld, maar desondanks kun je er behoorlijk van schrikken, veel stress van krijgen, slecht van slapen en er op allerlei manieren nog een tijd last van hebben. Om dit risico zo klein mogelijk te houden is het belangrijk om een goed contact op te bouwen met je begeleider (en beschermer) en is het verstandig om niet te vaak trancereizen te doen en te beginnen met niet al te ingewikkelde doelen van je reis. Garanties zijn er niet, maar de kans op een te heftige ervaring is kleiner als je reist om advies te vragen over welke tarotset je moet kopen dan wanneer je reist om de oorzaak van je spinnenfobie te achterhalen en aan te pakken.

Omdat voor creatieve visualisaties/ trancereizen een diepe meditatieve staat, of zelfs een lichte trance, nodig is vragen ze meer voorbereiding dan geleide visualisaties. Voor een trancereis ga je meestal liggen zodat het lichaam zijn houding vanzelf kan aanhouden en je bij een onverwachte beweging niet het risico loopt van je stoel te vallen. Je sluit je ogen, ademt een paar keer diep in en uit en doet eventueel nog een korte ontspanningsoefening. Hierna kan de trance opgewekt worden en meestal gebeurt dat door het ritmisch geluid van een trommel of ratel.
Het is mogelijk om jezelf in trance te trommelen, maar het gaat veel beter en gemakkelijker als iemand anders dat voor je doet, live of vanaf een cd. In principe blijft het trommelritme gedurende de hele reis op de achtergrond aanwezig. Zorg dus voor een cd die ongeveer een half uur tot drie kwartier onafgebroken trommelmuziek laat horen.
Als je door het trommelen en je eigen ontspanning een lichte trance voelt opkomen, kun je beginnen met je trancereis. Je visualiseert dan eerst dat je naar het beginpunt van je reis gaat en daar je begeleider treft en vervolgens laat je het gewoon gebeuren, je laat je meevoeren door je begeleider en kijkt wat er allemaal gebeurt.

Als de reis voorbij is keer je terug naar de beginplek en neemt afscheid van je begeleider. Dan keer je terug volgens dezelfde weg als je gekomen bent, je beweegt je handen en voeten, ademt een paar keer diep in en uit, rekt je uit en als je daar aan toe bent dan open je je ogen. Je neemt de tijd om weer te wennen aan het terugzijn in het hier en nu en doet eventueel nog een grondingsoefening om af te sluiten en weer helemaal te aarden.

Hieronder een voorbeeld van het begin en einde van een creatieve visualisatie of trancereis:

Ga comfortabel liggen of zitten, sluit je ogen en adem een paar keer diep in en uit. Laat je gedachten los en richt je aandacht op het ritme van de trommel, ontspan je.
Stel je voor dat je op een grasveld aan de rand van een bos staat. Voel de grond onder je voeten en de wind in je haren, hoor de vogels fluiten. Voor je zie je een pad dat het bos ingaat. Je loopt er naar toe en gaat het bos in. Aan beide kanten van het pad staan bomen en daaronder dicht struikgewas. Hier en daar zie je bloemen. Je loopt het pad verder af en het bos wordt steeds dichter. Dan ga je een bocht om en je ziet wat verderop een open plek in het bos. Je loopt er naar toe.
De open plek is met gras begroeid en aan de rand staan allemaal verschillende bomen, je herkent eiken, berken, hazelaars en vlier. Er staan ook andere bomen die je niet kent. De open plek wordt verlicht door de stralen van de zon die hier gemakkelijk door de bladeren naar binnen vallen.

Aan de overkant van de open plek staat een heel hoge en dikke boom. De boom straalt een grote kracht uit en je loopt er naar toe. Dan zie je dat er iemand bij de boom staat. Is het een mens, een dier of een ander wezen? Je loopt er naar toe en het wezen gebaart dat je hem moet volgen. Dat doe je.

Vanaf hier begint de eigenlijke trancereis. Je laat je door het wezen, je gids, meenemen op avontuur en na afloop brengt hij/zij/het je ook hier weer terug.

Je bent weer terug bij de grote boom op de open plek. Je bedankt je gids voor de reis en neemt afscheid. Je neemt ook afscheid van de dikke boom en draait je om. Je steekt de open plek over naar het bospad en loopt het bos weer in. Je volgt het pad tussen de bomen en struiken door tot je aan de rand van het bos bent. Dan loop je weer het grasveld op naar de plek waar je begonnen bent.
Je richt je aandacht weer op het ritme van de trommel. Je beweegt je handen en je voeten en ademt een paar keer diep in en uit. Je rekt je eens uit en als je er aan toe bent open je je ogen weer. Je bent weer terug in het hier en nu.

Dit begin en einde van je creatieve visualisatie kun je iedere keer als je gaat trancereizen weer opnieuw gebruiken. Dat helpt je om goed in en uit je trance en je visualisatie te komen.

Ik heb in dit artikel allerlei manieren beschreven waarop visualisaties gebruikt kunnen worden binnen het paganisme. Het is voor veel mensen een moeilijke techniek om te leren, maar met de beschreven oefeningen moet je een heel eind kunnen komen. Ze vragen veel tijd en inzet, maar in mijn ervaring is het zeker de moeite waard om te leren visualiseren. Voor mij is het een techniek die mijn paganistisch pad heel erg verrijkt heeft!

Geraadpleegde Literatuur:

D. van Kampenhout (1995) Handboek Sjamanisme. Bres, Amsterdam
J. & K. Lankester (1996) De kringloop van het leven. De Ring, Hollandscheveld
W.J. Ousby (1986) Zelfhypnose. BZZTÔH, Den Haag
A. Ridgeway (1999) Psychic Living. Citadel Press, New York
M. & R. Reudiger Dahlke (1997) Meditatiegids. Verba, Hoevelaken
J. Stoop (2014) Heidense Hekserij. Boekenbent, Barneveld

 

Meer artikelen van Flierefluiter zijn te vinden op:

www.jackstoop.eu/yggdrasil.htm

Geplaatst in Artikelen | Getagged , , | Reacties uitgeschakeld voor Pathworking – Het gebruik van visualisaties binnen het paganisme

“Use the Magick, Make a Change” – Magickal Philosophy Taloch Jameson

As a singer, a songwriter, and the beating heart of the internationally renowned Celtic rock band, The Dolmen, Taloch is a familiar figure. He is also a serious Esoteric Scientist, an Occult seeker, a Cunning Man, and a life-long, practising Witch. For years an iconic, antler-crowned celebrant at Stonehenge seasonal observances, this coming November he is set to travel to The Netherlands to once again lead the Winter Ritual at Castlefest in Lisse.

(Winter Ritual at Castlefest in Lisse.)

Rooted in the spiritual heritage of an unusual combination of family bloodlines, his path was set on his paternal side with both Native American and English Romani ancestry, including a lineage arising from the insular granite island of Portland off the coast of Weymouth, Dorset, long known as a place of legend, magic, and fiercely guarded tradition. It was here that Taloch was born beneath a looming thunderstorm and Taurus Sun in the last year of the nineteen fifties, and here that the rich history and tradition of the land began to play an integral part in his early life.

The people of Portland, although within sight of and now artificially connected via bridge span to the mainland, have long considered themselves a world apart. Ringed by lonely coastal paths, ancient cliff caves, and populated in the distant past by furtive gangs of smuggler- pirates, within its deadly swift sea currents are said to dwell sirens, mermaids and supernatural monsters – one must beware the ghostly, black ‘Roy Dog’ that will snatch the unwary over the rock face and into the sea, to be drowned in an instant. Further, a staunch belief in old form Witchcraft had long played a vital part in the community, for Portland is the site of the infamous ‘Conjurer’s Lodge’, a building that stands to this day in the village of Chiswell. Established in 1816 after the local Methodists excommunicated sixty or so church members for ‘heresy and superstition’, the Lodge was for a decade or more the alternate spiritual home of those certain island families who defiantly refused to renounce their ancient and deeply held belief in the existence and effectiveness of Witches and Cunning-folk.

Spending an equally significant amount of his younger life on the historically Druid, magick-drenched island of Anglesey, home to his mother’s Welsh Kale (Romani) family of uncles, aunts and ancestors, it was within this simmering cauldron of folklore and tradition Taloch was immersed, eventually earning, at about age fifteen or sixteen, the spiritual and bardic family name he bears today. All this, along with his later, private training as a protégé of some of the most distinctive names in the history of contemporary magick and occult sciences, served to firmly set his lifelong vocation.

As the founding member of the eclectic Pagan organisation Clan Dolmen International (formerly known as The Dolmen Grove), Taloch has functioned as Ceremonial and Spiritual Facilitator since its establishment almost thirty years ago. (In honour of the individuals and families who refused to relinquish their convictions, the last few years have seen the revival of Conjurer’s Lodge as an inner circle of Clan Dolmen, a place for the study and practice of Traditional Witchcraft, within which he also serves as officiant, instructor, and spiritual adviser.)

A catalyst for change within the lives of countless numbers who have sought out his tutelage and acting as teacher, guide and mentor to people around the globe, he is a proponent and practitioner of the psychological and very real use of personal Magic to bring about positive change and growth in the individual and the world at large.

Taloch observes that all human beings are natural conductors of magick and capable, under certain conditions, of realising and producing it. Magick is perceived by Taloch as a consciously manipulated force that causes change in accordance with the will of the practitioner. It can be further defined as consisting of the mysterious underlying forces that glue the world together: it is the force that ignites the furnace of the stars and the same force that dictates the processes of all cellular, organic life; it is the unknown force that is at the heart of the attraction between proton and electron, between lover and beloved, and is manifest in the great voids between Universal objects large and small.

By manipulation of this natural power found in ourselves and all things, we elicit change not only within the One (ourselves) but outward for the benefit of the Many. Like concentric circles created on the surface of a pond, this force can ripple outwards, embracing and modifying the vibratory nature of all things around us. Yet it is our magickal intent that informs the ultimate effect of our endeavours, whether for good or ill.

(Taloch: Solstice at Glastonbury Tor)

Central to Taloch’s magical philosophy is Clan Dolmen’s pentagonal ‘Fivefold Ethos’ embracing “Equality, Opportunity, Wisdom, Freedom, and Love by:

  • the recognition of the Equality of all members, irrespective of age, experience or wealth. In the Clan, there are no formally recognised titles or grades that place anyone member above any other.
  • the Opportunity for individuals to nurture and develop their own understanding of spirituality, magick and practice, whilst enjoying the companionship of like-minded people.
  • The pursuit of spiritual Wisdom. Knowledge and wisdom are not one and the same, but all personal viewpoints within the Clan are respectfully considered; no one person has the exclusive advantage over any other incomprehension or discernment. The purpose of gained wisdom is the advancement of human consciousness.
  • representing Freedom within the Clan with active respect for each person’s individual choices, expressed in their lifestyle and/or spiritual path. Diversity of all kinds is welcomed and encouraged within the Clan, for by acceptance of differences, we all experience growth.
  • Love is everything. Love is the Higher Law. Love is the very bedrock of life and the foundation of Magick.  It is through Love, the most powerful creative force, that negativity is repelled and positive change realised.”

Stewardship of the Clan and its goals are facilitated by members who volunteer their time to the Clan Dolmen International Round Table, with oversight provided by the current Arladhis. It is within this Clan framework that true Magick is made manifest and personal goals accomplished.

In conclusion, Magick, per Taloch, is not based in a religion of any sort but is anchored to an earth-bound spirituality with deep antecedents in human history. Looking far back into our past, we see that almost all human society was at one time aware, by acute necessity, of the cycles of Nature and its echo within our own cyclical lives as well as the world at large. We understood explicitly that we are not only connected to the Earth, we are indeed literally made of it – water (blood), air (breath), fire (passion) and earth (minerals).

Whilst the organic bodies in which we dwell are subject to an ancient and necessary vegetable law, we come, through Magick, to understand that we are also vessels of an indwelling Spirit: the pinnacle of the Pentagram and the point of all communion.

– By Katherine Brown-Gurley, October 2018 –

© Taloch 2018

(Taloch: Cunning Man and Witch)

References:

www.thedolmen.com

 

Geplaatst in English articles | Getagged , , , , , , , | 1 reactie

In de Zweethut met Carl Bigheart

Op 28 en 29 mei 2018 was er in Vorden de zweethut met Carl Bigheart. Ron Vink, die sinds 1999 met Carl de zweethut doet, gaf een interview. Hierna een samenvatting daarvan.

De zweethut en de beenderen van Moeder Aarde, die in het vuur herboren worden.

Hoe Carl Bigheart naar Nederland kwam

Wij kregen in ‘96 een uitnodiging naar het Wesak-festival, het feest van Boeddha, in Vierhouten. Er waren wel 400 mensen en veel kinderen. Om het festival aan te kleden waren er mensen voor de keuken en anderen. Wij werden uitgenodigd voor activiteiten met de kinderen. Carl was uitgenodigd om het festival te openen. Hij haalde zijn veren uit zijn tas te voorschijn en zijn ‘Eagle Bone Whistle’. Hij bad en zegende iedereen. Daarna werd op het grote plein een vuur aangestoken, dat het hele festival bleef branden. Een aantal van ons was zeer geraakt door wie Carl was. Zo hebben we hem ontmoet.

Frank heeft Carl in Amerika ontmoet en hem daarna naar Nederland uitgenodigd op het Wesak festival. Carl hield toen ‘drum cirkels’. De zoon van Frank staat vandaag bij het vuur. En daar staat zijn moeder, samen met Frank, Tessa en Angelika, allemaal mensen die vanaf het eerste uur erbij waren. Sommigen zaten nog als kinderen in de eerste zweethut. Kiaro, die vandaag het vuur verzorgt, zat toen nog in de buik van zijn moeder. Zo hebben we alle leeftijden bij elkaar om deze ceremonie met elkaar te vieren.

Voor de eerste ceremonie waren vuurmensen nodig. Om te helpen nam Carl Niclas Touching Fire mee uit Amerika. Allerlei mensen voelden zich aangetrokken en boden hulp aan. Nu plande Carl een bezoek aan Nederland en wij zochten met elkaar naar plaatsen voor ceremonies. De setting was nog heel summier, maar we kregen alles voor elkaar. Er was overal hulp, om de Zweethut op verschillende plaatsen in het land neer te zetten, ook in België; en de dekens en de stenen te regelen; en tipi’s, zodat mensen zich konden omkleden en hun spullen droog konden wegleggen. Weer anderen verzorgden de keuken. De eerste jaren trokken we als een karavaan door het land, om mensen naar de Zweethut toe te halen. Zo begon 22 jaar geleden de stichting.

 

De deelnemers leggen elke steen met gebeden op het hout.

Fysiek gebed 

Carl komt uit Vermont. Hij kreeg zijn ‘Universal Teachings’ van een Abenaki grootmoeder, Grandmother Doris, die niet meer is. Het bijzondere dat ik aan Carl beleef, is dat hij zo bezielend en laagdrempelig is. Uit vele richtingen voelen mensen zich welkom, of dat nu boeddhisme is, of hindoeïsme, of welke traditie dan ook. Iedereen is welkom om te bidden met elkaar. Carl maakt vanaf het begin het gebed fysiek. Zoals hij vandaag ook het vuur inzegende. Als je luistert naar wat hij zegt, is hij in dialoog met Spirit, The Great Mystery, of God, of hoe je het ook wilt noemen. Zodra hij de verbinding legt tussen het vuur en het altaar voor de Zweethut, knielt hij neer bij het altaar, het hart van de ceremonie. Wanneer hij aan Moeder Aarde tabak aanbiedt, raakt hij de aarde aan. Hij heeft ons geleerd, de verbinding zo fysiek mogelijk te maken. De grassprieten zijn de haren van Moeder Aarde. Voordat het vuur aangestoken wordt nodigt hij de ‘Eternal Flame’ uit om te stromen. Tevens vraagt hij, dat het negatieve achter mag blijven en dat al het positieve binnen mag komen in de hut, dat het er mag zijn voor de mensen.

De zweethut heeft de deur naar het Oosten en op het vuur, dat in een lijn ligt met het hart van de hut. De gloeiende stenen brengen de energie in de hut en de stoom van het gewijde water naar de deelnemers in de hut, die met hun zweet de energie weer teruggeven aan Moeder Aarde.

Het Rode pad, een manier van leven 

Deze speciale weg is voor mij geen religie. Ik heb niets tegen religies. Toch zitten er veel restricties aan en dingen eromheen, waardoor ik me niet vrij voel. Deze ‘Way of Life’ verbindt je met de elementen, zoals het vuur brandt en alles wat daaromheen leeft. De eenvoud van de ceremonie; de wilgentenen, die bedekt worden met dekens, de stenen, die verwarmd worden in het vuur, binnen gebracht worden tijdens de ceremonie, waar het water overheen gegoten wordt; de liederen die gezongen worden; de verbinding, de eenvoud, het zitten op de aarde. Dit alles maakt het voor mij een complete ervaring. Die verbinding is voor mij in deze turbulente tijd essentieel; om de werkelijke verbinding met onze werkelijke moeder en vader in stand te houden en mee te nemen in het dagelijks leven. Om niet te ver heen en weer geschud te worden. Zo dat we onze essentie blijven voelen en onze voeding. Dat is het, wat voor mij deze ceremonie bijzonder maakt.

Het aarde altaar ligt op de lijn tussen vuur en hart van de zweethut. Rechts de Sacred Pipe, steel en kop al verbonden, leunt tegen de veren paal. Deelenemers leggen hun aardse en spirituele kostbaarheden op het altaar.

Heidense oorsprongen 

Je vindt vergelijkbare ceremonies terug in veel tradities. De Maya’s hadden een soortgelijke ceremonie, waarbij de hut onder de grond zat. Ook onze Keltische tradities verwarmden stenen en goten water. Onze hedendaagse sauna heeft een heel sociale functie, waar je gezellig met elkaar samen bent om jezelf te reinigen. Doordat het in de zweethut donker is, wat de zintuigen prikkelt, en door samen te bidden, werkt de ceremonie verdiepend. 

Deelnemers kunnen ‘Tobacco Ties’ binden, kleine zakjes met tabak erin, die geladen worden met gebedsintenties. De kleuren symboliseren de windrichtingen, Moeder Aarde, Vader Hemel enz. Zwart staat soms voor het ‘Grote Mysterie’, Creatrix of Creator.
‘Iedere ceremonie heeft als doel leren geven’ 

Ik word dit jaar 50 en zal Abraham ontmoeten. Ik ben niet zo van verjaardagvieren. Twaalf jaar geleden waren we al tien jaar bezig met de zweethut-ceremonies. Toen had ik sterk het gevoel dat ik me verder wilde verdiepen in deze rode weg en tradities. Ik wilde een commitment maken aan Spirit. Ik wist al een tijdlang van de ‘Sun Dance’, een belangrijke ceremonie van de Lakota. De Sundance-ceremonie bevat vier dagen ‘purification’, waarin zweethutten worden opgebouwd en gedaan. Daarna wordt vier dagen lang van zonsopgang tot zonsondergang gedanst. Daarvoor wordt een houten constructie om een cirkel heen gebouwd, waar mensen zich kunnen beschermen tegen de zon. Mensen die aan de buitenkant staan ondersteunen de mensen die in de cirkel aan het dansen zijn.

Daar is een Story. White Buffalo Calf Woman gaf de ceremonie. Zij kwam om de tradities te brengen, de verschillende ceremonies. De Lakota’s hadden voor de nodige hulp gebeden. Specifiek in de Sundance krijgen mannen gelegenheid bij hun kwetsbaarheid te komen en de dankbaarheid voor het leven te geven. Om zoals vrouwen de geboorte van nieuw leven te ervaren als verbinding met boven en beneden. De geboorte van nieuw leven is een intense ervaring, die speciaal is voor de vrouw, waar wij als man moeilijk bij kunnen komen. Die ceremonie is gegeven, om als man voor het leven te kunnen danken. In de Sundance geeft een man het enige dat hij zelf heeft, zijn eigen vlees en bloed, om zijn dankbaarheid voor het leven te uiten. Op het moment dat je geroepen wordt om de Sundance te doen, geef je dit aan iemand die hulp nodig heeft. Er zijn trouwens ook vrouwelijke Sundancers. Ik denk dat iedere ceremonie het doel heeft om te leren geven. Dat leer je ook in deze ceremonie. Vaak is het zo, dat ieder jaar dat je daar naartoe gaat, je je eigen vlees en bloed geeft, zodat iemand heling kan ontvangen. Omdat de ceremonie zo sterk is en zo krachtig, kan de persoon verlichting ervaren. 

De veren van diverse vogels symboliseren hun kwaliteiten, ze steunen en begeleiden door het riitueel. Red Tail Hawk, Uil, Arend, Buizerd.

Een bepaalde orde van gebed 

Het is goed eerst de ‘eigen bagage af te leggen. Daarvoor doet Carl de zweethut. Carl heeft heel bewust voor een bepaalde orde gekozen. De eerste ronde is voor onszelf. Niet omdat we zelf zo belangrijk zijn, maar om daarna er meer te kunnen zijn voor de ander. De omschakeling vanuit ons dagelijks leven naar de tijdloosheid gebeurt zodra je de zweethut in gaat. Je komt weer in verbinding met je intuïtie. Je raakt afgestemd op je zintuigen, voelen, zien en horen in het donker, loslaten van de bagage die je meebrengt. Om dan in de tweede ronde voor je ‘relatives’ te kunnen bidden. Carl noemt het weleens ook ‘the two-legged family’, onze medemensen.

De derde ronde staat in het teken van Moeder Aarde en alle, alle ‘relatives’. Mitakuye Oyasin betekent ‘for all my relations’, voor al mijn relaties. En dat betekent zo veel meer dan ‘alleen maar’ de dieren. Ook de ‘elementals’ en de ‘spirits’, de spirits van dit land, de bomen, de kruiden, de planten en de groente die we eten. Uiteindelijk is het een heel krachtig gebed, zo eenvoudig, maar zo veel omvattender. Daarom is het misschien een van de sterkste gebeden. In de derde ronde sta je ook stil bij bijvoorbeeld de stenen die gloeiend de hut binnenkomen. ‘The stone people’, het stenen volk, dat zijn leven geeft. De beenderen van onze moeder, die al duizenden jaren in de aarde zitten en hun kennis geven. Het verwarmen in het vuur baart ze opnieuw. De stoomenergie, die we in de hut inademen, reinigt ons van binnen en raakt onze organen. Zo kunnen we detoxen. Daarom drinken we bij de ceremonie veel water.

De vierde ronde is zoals het leven zelf. Op het moment dat je binnen om dingen gevraagd hebt, is het ook goed om dankjewel te zeggen voor dat wat je ontvangen hebt. De vierde ronde staat meestal in het teken van dank.

Niet enkel gebed en spiritueel instrument zijn geordend. Ook het gereedschap voor het vuur en meer heeft zijn eigen plek.

Sacred Pipe 

Ook de ‘chanupa’, de Sacred Pipe, is een instrument dat White Buffalo Calf Woman aanreikte. Zij verscheen aan twee Lakota-indianen als witte buffel, die transformeerde in een beeldschone vrouw die verschillende ceremonies bracht. De Sacred Pipe is een verbinding. De ‘bowl’, de kop van de pijp, symboliseert het vrouwelijke, en de ‘stem’, de steel, symboliseert het mannelijke. De holle steel verbeeldt het element lucht. Op het moment dat de pijp verbonden wordt, wanneer het mannelijke en het vrouwelijke samen komen en het nieuwe leven geboren kan worden, verbinden ze het leven. Het tabak, het kruid, neemt de intenties van de gebeden op. Wanneer je de pijp aansteekt laat je de gebeden los. Het is als de geboorte van een kind. Dat geboren wordt in de bescherming van de ‘bowl’, als baarmoeder, de zweethut waar nieuw leven geboren kan worden. De rook stijgt op naar de ‘Creator’, en de gebeden worden gelezen door de Spirit. Ze reizen vier dagen door alle dimensies heen en worden daar gehoord.

De pijp is een instrument waar je met Spirit directe verbinding maakt, ‘to share breath with Spirit’. Je deelt je adem met de Creator. Dat maakt dit instrument zo bijzonder. Dat is wat je overal terug ziet in deze gebruiken.

De pijp is, alle pijpen op de hele wereld zijn, verbonden aan ‘catlinite’, een bepaalde steen rood van kleur. Het mooie verhaal van de ‘Natives’ zegt dat de rode steen het bloed vertegenwoordigt dat ons allen verbindt, alle volkeren. Over de hele wereld zijn alle pijpen, ook van andere soorten steen, van andere oorspronkelijke volken, met elkaar verbonden en aan de essentie van die plek, catlinite, ‘pipe stone’ in Minnesota.

Kinderen brengen een voedseloffer naar het vuur om te danken voor het eten en al het goede.

.
‘Een netwerk van levend gebed’ 

Wanneer een nieuwe pijp wordt gemaakt, een nieuwe pijp wordt geboren, wordt deze op die manier gewekt en verbonden. Wanneer één pijp wordt aangestoken, worden de energieën van alle pijpen op de hele wereld aangewakkerd. Dit vormt een belangrijk netwerk, een netwerk van levend gebed. Opdat de mensen geestelijk gezond zullen zijn, wakkeren en helder blijven. Daar gaat het om in de symboliek van de pijp.

De steen van de pijp is verbonden aan de steen van de Sacred Mountain, een berg waar de zon voor het eerst catlinite raakt. Abenaki zijn de People of the Dawn. De verwelkomers van het nieuwe licht zijn georiënteerd op het Oosten, ‘the door is facing East’. Dat maakt de verbinding anders. Onze hut staat in het Westen, maar ze kijkt naar het Oosten. We hebben een ‘door facing East’ en een ‘door facing West’. De Lakota hebben een ‘door facing West’, in de richting van de donderwezens. En de Abenaki zijn gericht op de nieuwe zon, ‘the New Day’. 

https://en.wikipedia.org/wiki/Abenaki

https://en.wikipedia.org/wiki/Ceremonial_pipe#Varieties_and_terminology

https://en.wikipedia.org/wiki/Mitakuye_Oyasin

https://en.wikipedia.org/wiki/Sun_Dance

https://en.wikipedia.org/wiki/White_Buffalo_Calf_Woman

http://bigheart.nl/

Facebook Bigheart Community NL : https://www.facebook.com/groups/bigheartnl/?fref=ts

Franz Kalab

Geplaatst in Artikelen | Getagged , , , | Reacties uitgeschakeld voor In de Zweethut met Carl Bigheart