Interview with David Rankine, part 2, July 2013

David was one of the guest  speakers at the recent PFI Netherlands conference in April 2013. He talked about ‘The Grimoire Tradition’ an area of research which has been a focus  of  David’s work for the last few years. It was lovely to catch up with him and talk more about his recent work and some of the books he has worked on.

David helping out at the PFI Netherlands conference. Morgana, April 2013.

David told us the following about the Grimoire tradition:

“The word grimoire comes from the root grammar, and is used to literally represent a grammar of magick, or workbook of information and techniques. The books or manuscripts known as grimoires were generally written in the period from the thirteenth to eighteenth century. The style of conjurations and practices found in the grimoires can be traced back to earlier works like the
Greek Magickal Papyri (2nd century BCE 5th century CE) and the Coptic Magickal Papyri (1st 12th century CE). The elements commonly found in grimoires are the creation of the magick circle, magick tools, spirit lists (being the angels, demons or other creatures summoned), conjurations of the said spirits, and other correspondences or pertinent information.

The first of the major grimoires is Liber Juratus, or The Sworn Book of Honorius, which can be dated to the thirteenth century under its other name of Liber Sacer or Liber Sacratus. Liber Juratus contains the original Sigillum Dei Aemeth (Seal of Gods Truth) used by Dr John Dee and others, the magickal oath at the beginning, as well as long lists of appropriate angels for planetary and zodiacal work, and a whole host of material results to perform rituals for.”

When asked which book he had worked on and would recommend for anyone wanting to ’taste’ the life of a magician, or in this case Cunning Man, David didn’t hesitate and handed me the  book  he edited called ‘The Grimoire of Arthur Gauntlet – A 17th century London Cunning-man’s book of charms, conjuration and prayer’s’.

And indeed this is a veritable gem. The  original work now found in the British Library is listed under the rather non-descript title of :

“Sloane MS 3851”, which contains the following:

Grimoire of Arthur Gauntlet
fo.1 Instructions of Ptolemy
fo.1-2 Instructions of Cyprian
fo.4 Searles Prayer
fo.6b Prayer of Thy Genius, and Several Spells
fo.8 Magic of (the Ancients) Arbatel
fo.34b Signum Pentaculum Salomonis
fo.35 Spells, Experiments, Conjurations, etc.
fo.84 Fourth Book of Agrippa
fo.101 Invocations
fo.119b Wm. Bacon’s Roman Secret and Other Spells
fo.145 The Book of the Images
fo.151 Charmes for Divers Diseases
fo.157 To Have Conference with Spirits
fo.163 Experiments

(Facsimile of the contents page is on p.34)

On the back cover we read: “The Grimoire of Arthur Gauntlet is an outstanding example of a seventeenth century London Cunning-man’s book of practice. Cunning-folk were practitioners of magic and herbal medicine who dealt with problems in their local communities. Cunning-man Arthur Gauntlet was based in Gray’s Inn Lane in London, and his personal working book contains a fascinating diverse mixture of herbal remedies, prayers, magical and biblical charms, with previously unseen angelic conjurations and magic circles, in an eclectic blend of practical magic for health, wealth, love and protection.

This unique manuscript demonstrates both the diverse and spiritual nature of such Cunning-folk’s books of practice, as well as their magical emphasis on Biblical scripture, particularly the Psalms, and their opposition to witchcraft, found in charms and conjurations. Arthur Gauntlet worked with a female skryer called Sarah Skelhorn, and drew on numerous preceding sources for his craft, including the Arbatel, the Heptameron, Folger Vb.26, The Discoverie of Witchcraft, the Book of Gold, the writings of the German magus Cornelius Agrippa, the astrologer William Bacon and Queen Elizabeth I’s court astrologer Dr. John Dee, as well as other London Cunning-folk.

In his introduction, the author provides fresh insights into the hidden world of seventeenth century magical London, exploring the web of connections between astrologers, cunning-folk and magicians, playwrights, authors and church figures. These connections are also highlighted by the provenance of the manuscript, which is traced from Arthur Gauntlet through the hands of such notable angel magicians as Elias Ashmole (founder of the world’s first public museum, the Ashmolean in Oxford), Baron Somers (the Lord Chancellor), Sir Joseph Jekyll (Master of the Rolls) and Sir Hans Sloane (founder of the British Museum), as well as the astrologer John Humphreys and the cunning-woman Ann Savadge.

This is a unique work which draws attention to the often neglected place of women in seventeenth century magic, both as practitioners (such as skryers and Cunning-women), and customers. It also emphasises the vital and influential role played by Cunning-Men and Women in synthesising and transmitting the magical traditions of medieval Britain into the subsequent centuries, as well as their willingness to conjure a wide range of spiritual creatures to achieve results for their clients, including angels, demons, fairies, and the dead.”

Complete with numerous facsimiles of the Holy Pentacles, especially the ‘Signum Pentaculum Salomonis’ and other delights the manuscript is made accessible for the twentyfirst century reader.

I was particularly interested in “the conjurations to make Fairie Sybilia appear”. The Sybilline oracles and the connection with Melusine and the serpent is a classic theme in Medieval Europe. Sibilia, like Melusine is reported to have turned into a ‘monster’ (half serpent) on the day of Saturn.  And woe betides the man who saw her on that day.

Highly recommended for  anyone interested in learning more about the different strands of the English Magical tradition.

The Grimoire of Arthur Gauntlet – a 17th Century London Cunningman’s Book of Charms, Conjurations and Prayers.
By David Rankine (ISBN 978-1-905297-38-2)
Paperback £22.99, Hardback £45.00

Available from Avalonia Books.

Geplaatst in Boeken, English articles, Interviews, Recensies | Getagged , , | Reacties uitgeschakeld voor Interview with David Rankine, part 2, July 2013

Volle maan van de Speer – 2 augustus 2012

Spelen met ‘vuur’

Wickerverbranding op Castle Fest 2012

Wickerverbranding op Castle Fest 2012
Foto Loes

Vorig jaar met de volle maan van de Speer was ik op Castlefest. Het feest ter ere van Lugh! Als je het festivalterrein op loopt, staat Lugh recht voor je. Lugh met in zijn hand de speer! De speer van de Tuahta Dé Dannan (zie Wikipedia en Ireland Information). Lugh, ooit koning van Ierland en daarna naar het rijk van de fabelen en elfen verbannen. Om daarna te stralen als Zonnegod en centraal te staan tijdens het zonnefeest Lughnasadh. Tijd en geschiedenis spelen soms een mooi spel, mensenspel. En nu tijdens deze maan is deze speer onze richtingaanwijzer, die ons uitdaagt om ons innerlijk vuur te richten, in de strijd die ‘Leven’ heet. Deze speer kán ons onoverwinnelijk maken, mits we ons doel goed voor ogen hebben. Als we de speer (ons vuur) goed in de hand hebben. Dit spelen met vuur vergt natuurlijk oefening. Niet teveel en niet te weinig. Ben je al opgebrand voordat je je doel bereikt heb? Heb je je vuur onderweg naar je doel verloren… ploep, uit! Het spelen met vuur vergt inderdaad oefening en focus op je doel. En ook dat doel zal zijn bijstelling nodig hebben!

Als ik dat vertaal naar mezelf, wat natuurlijk de opzet is van mijn wandelen en schrijven, zie ik een duidelijk verschuivend doel door de jaren heen. Als jong meisje werd me weleens gevraagd – in van die vriendenboekjes – “Wat wil je worden?” Steevast was mijn antwoord: “Wijs”. Ik heb nooit een materieel doel voor ogen gehad, in de trant van ‘rijk’ of een duidelijk beroep. Op de kleuterschool wilde ik tijdens verkleedfeesten nooit een prinsesje zijn, altijd de heks! De vakken op LBO, MBO en HBO, zoals godsdienst, biologie, ethiek en filosofie, waren bij mij altijd favoriet. Het zoeken naar mijn plaats in het grotere geheel heeft mij altijd bezig gehouden. Ik heb het zelfs even gezocht in hulpverlening, maar de regeltjes, maniertjes en bureaucratie in deze stonden mij al rap tegen. Jaren heb ik doorgebracht in bedrijfsopleidingen, heerlijke jaren… maar in de praktijk blijken mensen weinig ruimte te krijgen om te veranderen. Vaak liep men tegen een jobhoppend middenkader aan dat weinig binding met het bedrijf had. Of collega’s die niet op een andere manier van werken zaten te wachten.

Wat nu?

Het moederschap, niet echt mijn doel… meer dat van manlief, die een duidelijke kinderwens had, heeft me een aantal rustige jaren gebracht. Meegaand in het tempo van de opgroeiende kinderen en wat werken in sprokkeluurtjes. Samen hebben we LARP ontdekt, samen buiten spelen… jong en oud samen! Samen plezier maken en je eigen fantasie beleven. Dit is ruim 10 jaar geleden en tegelijkertijd verzeilden we in één grote fantasiewereld op de Elf Fantasy Fair. Dit heeft bij mij echt wat getriggerd, hier ging duidelijk een knop om. De muziek, de vrije mensen (die hier een plek in het grotere geheel gevonden hebben, en er ook helemaal voor gaan), het plezier en het buiten zijn. Dit was voor mij de plaats waar ik vaker wilde zijn. Financieel niet haalbaar om daar als bezoekers vaak rond te lopen, dus als familie (dat kon toen nog) vrijwillig aan de slag.

Bewegend doel

Mijn doel om wijsheid te vergaren en eventueel door te geven, veranderde. Mijn doel was nu plezier maken met jong en oud. De plaats, meehelpen, te creëren voor jong en oud om zich vrij te voelen, waar een ieder zijn eigen wijsheid kan vinden en beleven. Vanuit het vrijwilligen en LARPen is het entertainment ontstaan waar ik me nu veelvuldig mee bezighoud. Ik heb nu een heerlijke groep mensen om me heen van zeer diverse pluimage. We vullen elkaar aan en zijn er voor elkaar, vriendschappen ontstaan en kinderen worden geboren 🙂 Samen zorgen we voor de vrolijke noot op festivals, groot en klein. Plezier geven aan mijn medemensen: ik denk dat ik daar mijn doel voor dit moment in gevonden heb. Als ik met mijn aanwezigheid een ander een plezier kan doen, een ander kan triggeren om ook voor die kant te gaan – ook plezier is een keuze! – dan denk ik dat daar wijsheid in zit. Plezier kán doorgegeven worden. Plezier kán besmettelijk zijn.

Ik weet wel dat voordat ik ‘hier’ kwam er heel veel rommel opgeruimd moest worden. Plezier kán alleen echt plezier zijn als er geen ‘oud zeer’ meer ligt, want dat neem je altijd mee, in alles wat je doet. Wijsheid is om dat eerst te lozen en regelmatig je hoekjes en gaatjes te controleren.

Een dubbel doel dus, ‘schoon blijven (en dat vergt lef!!) en plezier hebben en geven… doorgeven’, zorgen dat de schone energie van plezier doorgegeven wordt. Een energiestroom op gang brengen, een stroom die krachtig genoeg is om een helpende/ tegenkracht te zijn voor de negatieve krachten die er ook zijn. De kiezel in de poel, waar de kringen steeds groter worden. Of misschien wel de hazelnoot in de poel van de zalm. Soms is wijsheid uit je eigen duim te zuigen 🙂

Wat mij brengt bij de vollemaanwandeling van vorig jaar, de volle maan NA de volle maan van de Speer. De volle maan van de wijsheid, de ‘Volle maan van de Zalm!’

Vollemaan van de Wijsheid 31-08-2012

De wandeling

Het is avond en tijd om op te stappen. Ik zoek even mijn zin, vanochtend had ik ‘m nog, en hoe! Toen was ik eindelijk bezig met de belastingen voor mijn eigen stichting, sinds de BTW-vrijstelling loop ik behoorlijk achter. Nu ben ik weer bij tot augustus, lekker!

Mijn zin ben ik kwijtgeraakt toen mijn dochter een afwijzing kreeg voor haar intake voor de opleiding ‘Bewegingsagoog’. Die hadden we niet zien aankomen en de grond waarop klopt niet. Juist een punt dat voor haar zou moeten pleiten, is haar afwijzing geworden. De interviewer heeft niet verder doorgevraagd naar het afbreken van een extra sportklas, in het derde jaar van haar vorige opleiding. Ze had er al twee jaren sportklas opzitten die fantastisch waren en het derde jaar was niet wat het beloofde te zijn. Dus ze bedankte er verder voor, het zou teveel in de papieren lopen. Wel heeft zij dat jaar en het volgende jaar paardrijklas gevolgd, ook vanuit de school, en dat was al duur genoeg. Ze heeft daar jaren voor gewerkt en gespaard.

Vanmiddag dus direct een mailtje naar de school gestuurd en een ‘Lans voor haar gebroken’.

Mijn zin is er nu dus even niet, maar daar heb ik geen boodschap aan. Het is donker, het is prachtig helder weer, na een regenachtige dag, dus gaan met die banaan!

Voor het eerst sinds ruim een jaar ga ik weer vanuit huis aan de wandel. Hazelaarstaf, fototoestel en mobieltje mee, wandelschoenen aan. Ik sluit de deur achter me en het is goed.

Het is stil buiten. De lucht is zwoel en ruikt fris. Als ik nog maar even onderweg ben en dus nog in de woonwijk loop, zie ik haar al in vol ornaat! Tussen de wolken laat ze zich even duidelijk zien. Ik voel me direct verbonden, wat is dat toch heerlijk! Ik maak even pas op de plaats, aan de oever van de plas. Even diep ademen en m’n gedachten tot rust laten komen, even ‘Hier en Nu’ worden. Ik loop heerlijk buiten: ”Doe dat dan ook, helemaal!”.

Na de regen van vandaag is er waarschijnlijk niemand die het idee heeft om naar buiten te gaan. De hele wandeling ben ik dan ook niemand tegengekomen.

Als ik de brug van de woonwijk naar het buitengebied over ben, sla ik linksaf, richting bos. Wat heb ik dit gemist! Vorige volle maan zat ik met twaalf goblins op Castlefest, dus mooi geen wandeling.

Als ik bij het weiland ben, roep ik Luca, mijn grote zwarte, staartloze, kattevriend en meester van het Westerveldse Bos. Ik roep hem altijd drie maal. Als ik weer terugstap op de weg, vliegt er een uil over. Wat is dat toch een sensatie! Niets te horen, hij verdwijnt over de weilanden, aan de overkant, de duisternis in. De uil, symbool van wijsheid, “niets voor niets”.

De maan is even achter de wolken en ik loop richting B8. Voor nieuwe lezers… ik loop al zes jaar mee bij ‘Modron Vrouwencollege’ en al die tijd loop ik met volle maan naar een knotwilg, in het wilgenlaantje, dat het bos in loopt. De eerste jaren naar Boompje, een opvallend iele verschijning in de rest van de laan. Boompje is een paar jaar geleden omgewaaid en het jaar daarna weer uitgelopen. In die tussentijd heeft Luca mij voorgesteld aan buurboom, Boom 8, in de rij 🙂 B8 voor het gemak. Ondertussen lijkt Boompje voorgoed ter ziele. Toch groet ik het stompje van Boompje altijd, een eerbetoon aan een o, zo wijze boom.

Dus mijn wandeling leidt altijd naar mijn raadsboom en ik merk dat het me goed heeft gedaan om weer eerst ‘Hier en Nu’ te worden. In de wandeling vanaf huis kan ik de beslommeringen achter me laten. Ik kom dan schoner in het buitengebied aan, ontvankelijker.

Ondertussen is de maan doorgebroken, de wolken trekken weg, wat een heldere avond!

Als ik bij Boompje kom en hem begroet, krijg ik al, voordat ik hem aanraak, “Vrede”. Ik voel direct de aanwijzing dat ik vrede moet hebben met de afwijzing van mijn dochter… tttssss. Maar er is meer, deze maan van de zalm is ook het moment om terug te zien. Wat is er geworden van mijn intenties van het afgelopen jaar? Dan denk ik terug aan vorige maand, toen ik op Castlefest zat. Ieder jaar maken wij als groep (voor de nieuwkomers, www.greenthingz.nl is mijn stichting en er werken zo’n 35 mensen per jaar voor/in deze entertainment groep) een offer voor de wickerman. Dit jaar was het Gaia, de Aardmoeder. Mijn offer bestond dit jaar enkel uit vruchten, noten, kruiden en groenten… vruchten van Moeder Aarde. Geen wensen, of woorden… alleen een dank voor alles dat mij en de hele groep is toegevallen. We zijn een gezonde en warme groep mensen. Wat een genot om dat om me heen verzameld te hebben.

Wickerpop Moeder Aarde op Castle Fest 2012

Wickerpop Castle Fest 2012
Foto Loes

Een stapje terug

Vorig jaar, met de volle maan van de Speer, vroeg ik het volgende voor het komende jaar “Dan neem ik mijn hazelaarstaf ter hand, zegen haar en neem de Artemishouding aan. Met haar onderkant op de doorbrekende maan gericht… richt ik mij op gezondheid en liefde! De intentie van ons offer dit jaar op CastleFest, gebracht aan het Wickerbeast, een zwijn dit jaar. Daarna vraag ik aan de elementen wijsheid en zorgvuldigheid in spreken, voelen, eigenen en in mijn passies”.

Als ik hier op terug kijk denk ik dat ik hier wel in geslaagd ben, in grote lijnen 🙂 Natuurlijk heb ik ook mijn uitglijders gehad, alhoewel ik die niet zo rap kan oplepelen. Op alle vlakken een goed jaar gehad. En als ik naar het thema van deze maan kijk “Word een bron van inspiratie voor je gemeenschap”, daar ben ik ook lekker mee bezig. Met de stichting en met mijn natuurfoto’s: zoveel mensen worden daar blij van en willen ook spelen en/of meer genieten van de natuur. Het is fijn om mensen te inspireren met plezier!

Hier en nu

Gezondheid blijft wel een heikel punt, ik ben veel te zwaar 🙁 Last van voeten en benen, gelukkig wel aan de beterende hand, maar toch. Dit kan en moet beter, zucht. Drie keer fitten per week à twee uur en natuurlijk, bij alles wat ik doe…lopen. Maar mijn inname blijft te hoog, al die festivals en gezellige feestjes houden mijn zwembandjes op peil 🙂 Wat dat aangaat, oogst ik teveel!

Van B8 krijg ik geen ander woord, ‘stilte en vrede’, ik zal het ermee moeten doen.

Als ik uitgemijmerd ben, vervolg ik mijn weg, in vrede. Het bos is op de open plaatsen helder verlicht en aardedonker op de plekken waar het maanlicht niet komt. De ondergroei van brandnetels hangt gedeeltelijk over het pad en maakt het heel beklemmend. In het donker wandelen is fijner als er ruimte is, dan is het allemaal wat overzichtelijker, voelt het veiliger. Als er nu een ree uit de bosrand voor me zou staan, zou ik me een slag in de rondte schrikken.

Aan het einde van het pad gloort de brug van de Klif. Daar is ruimte en licht. Eindelijk kan ik de brug op en daar blijf ik ook. De brug ligt onderaan de dijk en achter de dijk ligt de Westerveldse Bult, de oude vuilstort en nu een beboste heuvel. Uit het bos vandaan komt een duidelijk gekraak van takken. Ik stap terug in de schaduw op de brug. Het maanlicht valt op het bos bovenaan de dijk. Als ik zo een tijd sta te luisteren komt er een kat vanuit het bos aangelopen, de brug op, zou het Luca zijn? Als het dier de brug op loopt zeg ik: ”Hoi, Luca?” Bij het ‘Hoi’ schieten de nagels het hout van de brug in en het arme dier schrikt zich waarachtig een slag in de rondte! In een streep rent hij terug naar waar hij vandaan komt. Dat was vast Luca niet…

Het gekraak aan de overkant stemt mij niet gerust. Volgens mij maken dieren niet zo’n herrie of er moet een beer zitten. Maar mensen praten vaak, tenzij ze alleen zijn, dan niet. Het bos achter me is stil en ik was zó blij dat ik er uit was. Toch trekt mij de stilte meer dan het gekraak aan de overkant. Ik besluit dan ook terug te lopen. Nu voelt het fijn, de vredigheid die het nachtelijk bos biedt, soms kijk ik nog even achterom 🙂 Op mijn weg terug neem ik nog een paar mooie foto’s van de maan. Vooral als ze boven het water staat heb ik genoeg licht voor een mooie plaat. De schaduwen van de bomen spelen op het pad, helaas valt dat niet vast te leggen. Foto’s nemen leidt wel af, foto’s zijn ‘straks en daar’ in plaats van ‘hier en nu’. Dat merk ik vaak als ik op fotojacht ben: foto’s zijn voor later en geven me het gevoel dat ik wat doe. Soms is het juist goed niets te doen, open te staan voor wat er ook wil/kan/mag zijn.

Vrienden

Als ik langs B8 en Boompje loop ben ik het bos alweer uit. Het wilgenlaantje uit, het pad op. Wat is het uitgestorven, ik zou Luca graag weer zien.

Aan het einde van het pad komt een zwart stipje me, al mekkerend, tegemoet gerend en ik roep “Luca!!!”, en zo lopen we op elkaar toe. Ik ga bij hem op de weg zitten en zo genieten we van elkaar, we hebben elkaar zeker twee maanden niet gezien! Heerlijk om hem precies hier, waar we elkaar zes jaar geleden ontmoet hebben, weer te ontmoeten.

Na een kwartiertje sta ik op en vervolg mijn weg, Luca blijft achter, in het schijnsel van de laatste lantaarn van het buitengebied, mijn vriend.

Opgetogen van de mooie ontmoetingen en het spannende gekraak, loop ik mijn weg naar huis. Bij huis aangekomen neem ik weer plaats op de plek van ‘de boom die was’, zo kom ik weer ’thuis’. Mijn avonturen achter me latend, buiten, heerlijk en alleen… zo verlangend naar mijn vrienden 🙂

Liefs, Loes

En nu, op 7 juli 2013, vlak voor weer een hele drukke festivaltijd, verlang ik naar ‘vrede en stilte’. Ik ben een jaar verder en ik zoek naar een retraitecentrum waar ik eens echt een week in stilte kan leven… spannend! Kijken of er echt vrede heerst, diep van binnen. En dan schrijven… dat lijkt me heerlijk! Eens kijken of er nog wat wijsheid vergaard is de afgelopen jaren.

Geplaatst in Artikelen, Volle Maan Wandelingen | Getagged , , | 3 reacties

Review: From Aphrodite to Melusine

From Aphrodite to Melusine. Reflections on the Archaeology and the History of Cyprus
Matteo Campagnolo, Marielle Martiniati-Reber
Publisher: La Pomme d’or, Geneva, 2007  
Paperback, 203 pages, 24 coloured illustrations and maps, bibliography, index
English edition: ISBN 987-954-8446-04-4
in French: ISBN987-954-8446-03-7
http://www.pommedor.ch/cyprus.html

 

From October 2006 until March 2007 the exhibition ‘From Aphrodite to Melusine. Reflections on the Archaeology and the History of Cyprus’ wason display at the Geneva Musee d’Art et Histoire. During the exhibition a series of talks were organised on various aspects of Cyprian history. This book is the collection of these papers.

In Cyprus, an Island with Exceptional Geology byDanielle Decrouez,  two important  geological facts emerge about Cyprus, namely that it is an island without marble (unlike the Greek Cyclades for example) and also that the name Cyprus refers to the copper found there.  Kupros in Greek / cyprium in Latin. Copper has been extracted since antiquity.

The reference to Aphrodite reminds us that it was believed that Aphrodite, Goddess of love and beauty, rose from the waves at Petra tou Romiou, near to Paphos. In Esther Wolff’s talk ‘Notes on the Act of Perfuming Clothes and on the Cypriot Origin of Minoan and Greek perfumery’ we read about the burning of aromatic substances which gives  rise to the word ‘per fume’ through smoke. Clothes (especially those made of linen) were scented by dipping them in oil but as the essences became prohibitively expensive the practice was gradually reserved for religious rites.

In ‘The Cypria, Stasinius, Homer and the Orient’ by Andre Hurst the events leading up to the Trojan War are related. It is in the Cypria that we hear of the Judgment of Paris and the Golden Apple of discord cast by Eris. This is followed by the ensuing argument between the goddesses Aphrodite, Athena & Hera as to who is the most beautiful. Paris gives the prize to Aphrodite who then promises him Helen, the most beautiful of mortal women, as his wife. Paris departs in his search for Helen which ultimately leads to the fall of Troy.

The reference to Melusine alludes amongst others,  the tale or ‘Roman de Melusine…  or Histoire de Lusignan’ compiled by Jean d’Arras about 1382–1394.

 

Raymond walks in on his wife, Melusine, in her bath and discovers she has the lower body of a serpent. Illustration from the Jean d’Arras work, Le livre de Mélusine (The Book of Melusine), 1478.  http://en.wikipedia.org/wiki/Melusine

The core of the Melusine tale is that of a fairy who marries a knight. They marry under one conditio… that he may not see her on a particular day… Saturday. She gives him wealth and esteem but of course he perchances a look and sees that she is half human and half serpent. She then disappears… with all the wealth.

This tale was connected to the Lusignan family who came from Poitiers. In their family arms there is a snake-woman. Since 1192 they had been the Master of Cyprus when Guy de Luisgnan bought it from Richard the Lionheart. It is believed that the Melusine tale was brought to Southern France via Cyprus. There are several papers in this book about the Lusignan dynasty, for example of the relations between the ‘Frankish States of the Levant and Cyprus under the Lusignans’ (David Jacoby).

As we read the different papers we become aware of the strategic position of Cyprus in the Age of the Crusades but also its place in the Eastern Mediterranean and the hinterland of Anatolia to the West and Egypt to the South in the Ancient World. A remarkable place whose main source of wealth is copper and olive oil.

This collection of papers reveals a fascinating history of Cyprus.

Geplaatst in Boeken, English articles, Recensies | Getagged , , | Reacties uitgeschakeld voor Review: From Aphrodite to Melusine

De mythe van het tarantisme als wedergeboorteritueel – 2

Dit vervolg op het eerste deel van het artikel over tarantisme (door Luna Verde) behandelt het als antropologisch en cultuurverschijnsel.

4 – Het Oude Griekenland, rituelen en cultussen uit de oudheid en hun invloed op folklore en cultuur in Zuid-Italië

Opvallend veel van de elementen van het recente fenomeen van het tarantisme, waarin de figuur van de christelijke Sint Paulus sinds de Middeleeuwen als genezer centraal staat, zijn terug te vinden in Oud-Griekse rituelen, die bestonden al eeuwen voor het christendom. In deze context kunnen wij de theorie plaatsen van verschillende antropologen en etnologen die beweren dat het tarantisme een veel oudere geschiedenis heeft dan de Middeleeuwen, hoewel documentatie van historici over een fenomeen met deze specifieke benaming niet eerder dateert dan de zeventiende eeuw, toen de medicus Epifanio Ferdinando en anderen een eerste poging deden tot wetenschappelijke analyse van het fenomeen.

Een ander belangrijk document dateert ook zeventiende eeuw, toen de Duitse Jezuïet, musicus en egyptoloog A. Kircher een gedetailleerde beschrijving van het ritueel beschreef in zijn studie over het fenomeen dat toen nog plaatsvond in de open lucht.

Ook opvallend en heel belangrijk is hoe de recente gevallen die geregistreerd werden door de etnoloog en antropoloog De Martino, blijken vereenvoudigd, kaler en daarom verschillend zijn ten opzichte van de beschrijving van het document van Kircher. Volgens Epifanio Ferdinando, Baglivi en Kircher zijn de tarantati “motum pensile amant”, oftewel ze houden van een schommelende, hangende beweging, net als de spin die aan zijn web hangt.

In recentere studies van de psychiatrie werd tarantisme in de meeste gevallen als een massahysterie afgedaan, maar er werd vaak geen rekening gehouden met de invloed van het katholicisme. Dat het laatste onderdeel van het ritueel in het kathedraal van Sint Paulus in Galatina plaatsvond, heeft vele van de oudere elementen van het ritueel laten verdwijnen, en zonder die elementen was het onmogelijk om andere antropologische en/of etnologische uitleg eraan te koppelen. Het besef van dit aspect is in moderne tijden ook bij de ‘slachtoffers’ praktisch afwezig, en de uitvoering van het ritueel kan alleen geplaatst worden in de christelijke cultus van Sint Paulus. Er is dus duidelijk geen bewustzijn van een continuïteit van oudere cultussen.

Belangrijk is ook te weten dat in het verre en recente verleden het tarantisme, en praktijken die veel erop leken, bekend waren in heel Zuid-Italië en andere landen in het Middenlandse Zeegebied, en niet alleen in Puglia.

Het Zuiden van Italië is langdurig een kolonie van Griekenland geweest in de Oudheid (Magna Graecia): cultussen en vormgeving van rituelen werden veel door de Griekse cultuur beïnvloed.

Het symbolisme van de beet, van het planten- en waterscenario, van de schommel, de spiegel, de giftige dieren en hun verschillende kleuren, de spiegel en het zwaard en de bevrijding door middel van muziek en dans zijn allemaal terug te vinden in beschrijvingen over rituelen en verhalen van oude historici, dichters en schrijvers, en refereren aan oude mythes, cultussen en legendes.

Er zijn veel voorbeelden waarmee duidelijk wordt dat er een samenhang is tussen die beschrijvingen en tarantisme. Nicander, priester van de cultus van Apollo, dichter en medicus, vertelt over de razernij van vrouwen die gebeten worden door giftige dieren (schorpioenen, slangen, spinnen) en hoe de kleur van het dier de symptomen bepaalt (wit is tamelijk onschuldig, rood geeft koorts en dorst, en zwart delirium); Plinius vertelt over een fenomeen waarin de lokale bevolking van Latmos, en met name bijna alleen de jonge vrouwen, gevoelig was voor het gif van een bepaalde schorpioen, terwijl buitenlanders er geen last van hadden. In Puglia werd algemeen gedacht dat alleen het inheemse volk bezeten kon raken door het gif van de tarantula.

In een fragment van Aischylus die over de godin Lyssa vertelt (Lyssa is de personificatie van razernij, woede, hondsdolheid etc.; haar angel wordt ‘pijl van de schorpioen’ genoemd: in de mythe van Io, de maagdpriesteres die door Zeus wordt verleid en later in een koe veranderd om haar te vermommen, zorgt de jaloerse godin Hera dat zij gebeten wordt door een paardenvlieg en hierdoor doelloos blijft rennen, vergezeld door de obsessieve melodie van de herder Argo door bossen en stranden, totdat ze bij de wateren van de rivier de Nijl bevrijd wordt van haar bezetenheid door de kracht van de wateren en de bomen. Een vergelijkbare scenario wordt in de studie over tarantisme van de medicus Nicola Caputo (18de eeuw) beschreven. Vroeger werden de rituelen in de buitenlucht gehouden en de mensen kwamen bij boomgaarden of bossen, waar een waterbron, een rivier of een meer was. De bezetene werd met een koord, misschien bij de voeten in een boom gehangen, of zat op een bewegende schommel tot dat zij een soort extase had bereikt die haar tot een genezing of bevrijding zou brengen.

Deze elementen zijn de zelfde in het Menadisme en alle orgiastische praktijken binnen de cultus van Dionysos en Bacchus, waarin de ‘oistros’ zich manifesteert: het woord Estrus komt uit het Grieks οἶστρος, vertaalbaar met het woord uitzinnigheid maar ook horzel, beet. Belangrijk is in deze context dat dit soort rituelen en de mythes die eraan gekoppeld zijn hun wortels hebben in de puberteits/ initiatie-rituelen van de prehistorie, die later werden opgenomen in mysterie-cultussen.

Een ander element dat eerder centraal stond in het ritueel, was dat van de schommel: volgens het document van Kircher hingen de tarantati door middel van koorden aan bomen en ze bleven lang schommelen, omdat de ritmische beweging helend werkte.

In Delphi werd na de lange epidemie van zelfmoordgevallen tussen de Attische maagden het feest van de ‘aiora’ geïntroduceerd: op de tweede of derde dag van de Anthesteria, het feest van de prille lente, een feest dat het oude jaar afsloot (negativiteit verdrijven, verering van voorouders en voorspoed voor het nieuwe jaar). Volgens een van de theorieën verbeeldden de maagden het afscheidsmoment van hun vader (in de mythen was de vader van Erigone dood en ze pleegde zelfmoord) en de vervanging hiervan met een eventuele bruidegom. De maagden schommelden in bomen, mogelijk met hun hoofd naar beneden, totdat ze een extase bereikten. Dit symboliseerde de overgang tussen leven en dood, en duidt op mogelijke, oudere mensoffers uit het Neolithicum of eerder, oftewel vruchtbaarheidsrituelen.

In het boek van de Wetten van Plato wordt de theorie geïllustreerd waarmee men orde kan scheppen tussen de angsten van de pasgeborenen met een schommelende beweging, om de bewegingen van de ziel te reguleren, hetzelfde dat in de Dionysische rituelen gebeurt. Slaapliedjes hebben daarom meestal een schommelend ritme.

Al deze elementen zijn ook terug te vinden in het mythe van Arachne, de weefster die Athena uitdaagde in een wedstrijd en door de godin werd gestraft: zij sloeg het meisje op haar voorhoofd met een buxustak en veranderde haar in spin toen ze naar het bos rende om zichzelf op te hangen in een boom in een zelfmoordpoging.

In de oudere rituelen van tarantisme had de spiegel een belangrijke rol als voorwerp dat gebruikt wordt door een ‘bruid’ die zich voorbereidt, net als in de liturgie van de Villa dei Misteri in Pompeii voor de mystieke bruiloft met de god Dionysos, want de vrouwen die bezeten werden door de spin moesten zich als ‘bruid’ van Sint Paulus kleden (Kircher).

5 – Invloed van het christendom op de folklore van Puglia

Het is helaas heel lastig om sporen van nuttige informatie en bewijzen te vinden om reconstructies te kunnen maken van rituelen die beschreven worden als episodes van tarantisme in middeleeuwse bestiaria en medische documenten voor de zeventiende eeuw.

De taranta en haar giftige beet verschijnen in middeleeuwse verslagen van de periode van de Kruistochten, toen het Normandische leger aangevallen werd in Sicilië door giftige spinnen bij een kamp in de regio van Palermo (‘Historia Sicula’ van G. Malaterra, anno 1064): de soldaten werden in een lauwwarme oven gelegd, een praktijk die terug te vinden is in Sardinië tot het heel recente verleden, in de argia-rituelen.

Het oudste document dat specifiek de tarantula noemt en een ritueel beschrijft dat veel elementen van de recentere uitvoeringen heeft, is een onderdeel van het ‘Sertum papale de venenis’ (anno 1362). In de beschrijving van het genezingsproces komt vrolijke muziek aan bod, het eten van verschillende soorten vlees, wapens, gekleurde linten en geurige kruiden en hars.

De regio van Puglia ligt in een deel van het Middenlandse Zeegebied, dat eeuwenlang theater is geweest van de botsing tussen christendom en islam, toen epidemieën en oorlogen en de angst van de bevolking voor de dood langdurig en sterk aanwezig bleven en zich diep geworteld hebben in de folklore: een exorcisme tegen ziekte en bezetenheid was in tijden toen medicijnen weinig konden doen tegen de zwarte dood symboliseerde de wedergeboorte sterker dan ooit.

Voor de cultus van Sint Paulus zich vestigde, werden andere heiligen benaderd door mensen die verschijnselen van vergiftigingen hadden (hydrofobie, slangenbeten of beten van andere dieren of fantastische wezens als bijv. de basilisk; of epilepsie en andere zenuwaandoeningen of dwangmatige, epidemische gedragsstoornissen), zoals Sint Vitus, waarvan de cultus heel belangrijk was in Noord-Europa: “Vitus is de beschermheilige van dansers, zangers en epileptici, en schutspatroon van Het Gooi. Zijn naamdag is op 15 juni. Zijn relieken worden sinds 836 bewaard in het Duitse Corvey. Hij gaf zijn naam aan het syndroom sint-vitusdans.” (Bron: Wikipedia).

De relatie tussen deze cultus en de middeleeuwse massa-epidemieën overlapte met de sporen van de orgiastische cultussen en het menadisme van de Oude Wereld voor het Christendom. Het nieuwe religieuze model moest een tijdelijk compromis sluiten om deze praktijken te kunnen tolereren, in de hoop dat de essentie ervan zou veranderen. Sint Paulus hoorde bij een ander hiërarchisch systeem, waarin God boven Christus staat, Christus boven de man en de man boven de vrouw: de vrouw moest haar hoofd bedekken tijdens de liturgie, en toont een heel ander gedrag van die van de menades. Toch blijft in het ritueel van het tarantisme het element van dans met overdreven en vaak expliciete seksuele bewegingen centraal staan. Sint Paulus wordt vaak afgeschilderd met een zwaard of staf waar omheen een slang gewikkeld is, net als de Oud-Griekse god van de geneeskunde, Asclepios. Sint Paulus had het gif van de slangen overleefd op het eiland van Malta, en daarom werd soms water met zand of aarde uit Malta als geneesdrankje gebruikt voor de tarantati (in de meeste gevallen niet authentiek, opzettelijk als placebo of simpelweg als oplichterij).

Het ritueel dat eerder buiten werd gehouden, begint in recentere tijden binnen. Na enkele dagen, als het slachtoffer naar de kapel gebracht wordt om de heilige te bedanken voor de genezing, vindt de laatste dans plaats op het plein en dan in de kerk, waar alleen familieleden mee kunnen (de andere dorpelingen moeten buiten wachten) en er wordt na het dansen een soort rituele dood verbeeld, en de muziek brengt haar tot wedergeboorte. Op het platteland werden de oogstfeesten waarin de collectieve psychische onrust zich manifesteerde sterk onderdrukt en aangepast door de Kerk. Het feest van Sint Vitus en van Sint Johannes waren heel dicht bij elkaar op het kalender (15 en 24 juni) en de pogingen tot onderdrukking van dans- en muziekrituelen onder de boeren lukten niet helemaal.

Als wij kijken naar de beelden in de documentaire van De Martino, kunnen we zien hoe tarantisme in een soort doodstrijd verkeerde: in de kapel werden de tarantati bij elkaar verzameld, en hun crisissymptomen manifesteerden zich, maar er was geen muziek, geen dans, geen gekleurde linten: hooguit deden de slachtoffers enkele pogingen tot ritmisch bewegen en gezang en later kropen ze over de vloer heen, hadden last van misselijkheid en af en toe zeiden ze een gebed op: er was geen logische volgorde, net alsof er een mozaïek uit elkaar was gevallen, waarvan enkele stukjes opgeraapt werden. Typisch van dit crisismoment was de kreet “aiiiii”, waarbij de tarantati op het altaar of op andere onderdelen van de kerk klommen; ze ramden tegen de tralies van de nis van Sint Paulus, werden gedragen door familieleden en in sommige gevallen gaven ze over of urineerden op de grond: het tarantisme als fenomeen was dus beroofd van zijn waardigheid, van zijn symboliek, en werd verlaagd tot zelfstandige episodes waar de historicus bijna niets meer te vertellen kon hebben en de psychiater zijn plaats innam. Bijgeloof en persoonlijke elementen van behoefte aan aandacht, hysterie en sociale frustraties waren ook op dit punt bepalend voor deze uitingen.

Na de gratie die ontvangen werd door Sint Paulus, dronken de tarantati het water uit de heilige put, en lieten een vaak behoorlijk hoog offer in geld achter bij een kluis van de kapel. Sommige boeren werden door deze hoge kosten, die zich ieder jaar herhaalden, geruïneerd, ook omdat de musici daarbij steeds hogere bedragen vroegen voor hun exorcismes, en dit soort musici werd steeds lastiger te vinden, omdat dat mannen die nog hun krachten konden gebruiken emigreerden naar Noord-Italië, Noord-Europa, Amerika of Australië. Het boerenland bloedde dood, en hiermee verdwenen de tradities van het boerenvolk.

6 – Sporen van tarantisme in moderne muziek en dans (neo-tarantisme)

De hedendaagse context van de populaire muziek in Salento zorgt ervoor dat er een interessante verschijning van rituelen uit het verleden ontstaat. In de jaren ’90 kende de muziek en dans van tarantisme een grote boom bij concerten en festivals, en nog later ook in de night club scene. Fans van allerlei generaties volgen dit genre. Bij evenementen is duidelijk dat de drang tot dansen onweerstaanbaar is, bijna alsof mensen voor een avond ’tarantati’ worden. Het verschil is dat het tegenwoordig een simpele en bewuste keus tot plezier maken is, of hoogstens een zoektocht naar ‘altered states of consciousness’, ofwel andere vormen van bewustzijn, om toerisme aan te trekken en geld te verdienen. Voor de tarantati in het verleden was het dansen de enige weg tot genezing.

Zou de promotie van tarantulamuziek misschien politieke en etnische doeleinden hebben in hedendaagse herbelevingen van het fenomeen? Of is het mogelijk dat de kracht van deze muziek gebruikt kan worden voor algemene geneespraktijken en welzijn? Volgens de meesten is het antwoord nee: tarantisme is niet meer verweven met een veelbetekenend geloofspatroon. In grote lijnen zou men kunnen beweren dat de veranderde staat van bewustzijn die eigen is bij andere healing-praktijken ook in tarantisme te vinden is, maar de context waarin tarantisme zich manifesteerde is verdwenen met de grote sociale en economische verandering van de landbouw, en jongere generaties hebben weinig besef van die realiteit.

Aan de andere kant laat een betere focus op de individuele ervaringen van deelnemers van tarantismerituelen en neo-tarantisme-optredens zien dat een therapeutische functie mogelijk is bij beide. Ook al zijn er grote verschillen tussen inhoud en context van tarantisme en neo-tarantisme en ook al is het doel nu heel anders dan in het verleden. De deelnemers maken kans op nieuwe ervaringen omtrent de waarneming van het zelf en de perceptie van anderen, en deze kunnen een brug zijn tot het verleden: cultuur, natuur en bovennatuurlijke aspecten.

Hoewel omstandigheden onveranderlijk zouden zijn, kan de perceptie ervan toch veranderen. Muzikale therapie kan over het algemeen een gevoel van eenzaamheid, fragmentatie en onvolkomenheid veranderen in erbij horen, eenheid en volkomenheid. Ook de tarantula van de afgelopen eeuwen zorgde voor een gevoel van reïntegratie van het individu in het grotere netwerk van de dagelijkse realiteit.

Religie is altijd de ruimte geweest waarin trance plaatsvond. In de Westerse moderne maatschappij heeft de trance een deel van haar macht verloren, en verplaatst zich nu in andere contexten, buiten de heilige rituelen. De massa heeft toegang tot ervaringen die lijken op het soort dat vroeger alleen voor de ingewijden beschikbaar was, maar geen verbinding heeft met het goddelijke zijn.

Is het dus mogelijk een parallel te vinden tussen de trance van een tarantata en de moderne ‘altered state of consciousness’? Volgens de Franse etnoloog Lapassade is dit een lastig punt waarmee hij het niet helemaal eens is: passie en gevoel worden vervangen door oppervlakkige, niet-communicerende slaap van het intellect, omdat de zintuigen worden verdoofd of onnatuurlijk geprikkeld.

De enige mogelijke verbinding tussen de trance van de boeren tijdens de rituelen en de moderne behoefte aan andere dimensies is een soort vlucht uit de dagelijkse sleur en frustraties, maar de groei van het muzikale fenomeen en de gerelateerde evenementen is niet zozeer een behoefte aan trance maar meer aan sociale gelegenheden en gezelligheid: het publiek is erg gemengd, ouderen, families met kinderen en jongeren vieren samen feest.

Er is ook trouwens een toeristisch element, een handige business bij deze evenementen die steeds populairder worden ook in andere regio’s en zelfs in het buitenland. In Amerika, bijvoorbeeld, is de Italiaanse Alessandra Belloni bekend om haar fascinerende theater- en muziekvoorstellingen: zij geeft ook muziekopleidingen en therapeutische workshops waarin de pizzica en andere mediterrane soorten muziek gebruikt worden om psychische en lichamelijke kwalen te helpen genezen.

BIBLIOGRAFIE:

  • La Terra del Rimorso, door Ernesto De Martino. Uitgever Il Saggiatore, 1961.
  • Morte e pianto rituale nel mondo antico, doot Ernesto De Martino. Uitgever Bollati Boringheri, 1958
  • Il mondo magico, door Ernesto De Martino. Uitgever Bollati Boringheri,1973
  • De Tarantulae anatome et morsu, door Nicola Caputo, 1741
  • La Pizzica, la Taranta e il Vino, il pensiero armonico, door Pierpaolo De Giorgi. Uitgever Congedo, 2010
  • Tarantismo e Rinascita, door Pierpaolo De Giorgi. Uitgever Argo, 1999

LINKS:
Pino Zimba e Zimbaria – Lu baciu – Pizzica (YouTube)
La Tarantata – Pizzica salentina (YouTube)
Tarantism: A rythm for your soul (YouTube)
Women in the folk traditions of the Salento: ‘Tarantismo’ (PDF)
Dossier Tarantismo e salento, tra storia e presente

MUZIEK
Concertone de La Notte della Taranta 2011: Pizzica di S. Vito (YouTube)
Notte della Taranta – Indiavolata – Mauro Durante (YouTube)
Pizzica di San Vito (YouTube)

AFBEELDINGEN
Afbeelding 1 in deel 1
Afbeelding 2 in deel 1
Afbeelding 1 hierboven
Afbeelding 2 hierboven.

Geplaatst in Artikelen | Getagged , | 2 reacties

Oud nieuws in de verjongingsketel gegooid – Lughnasadh 2013

Molly

Enige tijd geleden zag ik een foto van een mooie geel-tot-witte pioenroos die ‘Molly the Witch’ wordt genoemd, omdat de botanische naam Paeonia mlokosewitschii zo moeilijk is uit te spreken. Onlangs las ik de geschiedenis van een menselijke Molly the Witch. Molly Leigh leefde van 1685 tot 1748 in Burslem in het Britse Staffordshire en was blijkbaar zo lelijk dat de mensen bang van haar waren.

Ze maakte zich weinig geliefd in de gemeenschap door de melk die ze verkocht soms met water aan te lengen. Ze opende een kleine spaarbank, maar gaf de mensen geen rente. Vreemde verhalen deden de ronde: ze zou als pasgeboren baby al op harde broodkorsten hebben geknabbeld. Een zwarte vogel kwam haar soms gezelschap houden. Op een dag probeerde de dominee de vogel dood te schieten, waarop Molly een verwensing uitte die er, naar men meende, toe leidde dat de dominee de daaropvolgende week aan één stuk door stomdronken rondliep. Nou, dan weet je het wel! Een heks!

Na Molly’s begrafenis wilde een groepje stoutmoedige dorpelingen eens rondsnuffelen in haar boerderij, maar o schrik! daar zagen ze haar in een stoel bij de haard zitten! In de periode die volgde, kwam Molly nog vaker spoken. Daarom werd haar graf opnieuw geopend, er werd een staak door haar hart geslagen, een zwarte vogel werd levend in de kist gestopt en het graf werd een halve slag gedraaid.

Hierna is het graf met rust gelaten, ook toen er in de jaren zeventig en tachtig plannen waren voor een snelweg langs de kerk en het kerkhof en het kerkhof werd gereorganiseerd. Ook Molly leek zich rustig te houden.

Maar dit jaar, eind juni, liep een jonge vrouw over het kerkhof. Zij was zwanger en had al drie dagen met grote tussenpozen weeën. Toen ze voorbij het graf van Molly liep, kwamen de weeën ineens zo snel dat er geen tijd meer was om ergens anders heen te gaan en ze ter plekke moest bevallen. Ze werd geholpen door haar man die via de telefoon van iemand te horen kreeg wat hij moest doen, terwijl hij doodsangsten uitstond vanwege al het bloed dat zijn vrouw verloor. Maar alles ging goed. De ouders hebben even overwogen om het kind Molly te noemen, maar kozen toch voor Mikayla Jessica, want dat vonden ze mooier.

Plaquette

Misschien zal Mikayla als ze groter is nog wel eens naar het graf van Molly gaan, maar een echte heksenpelgrimsplaats zal het niet worden. Anders is het gesteld met het huis in Brighton waar Doreen Valiente ooit woonde. Daar werd tijdens de zomerzonnewende een blauwe plaquette onthuld met de tekst:

Doreen Valiente

1922 – 1999

Poet, Author and

Mother of Modern

Witchcraft

Lived Here

Doreen Valiente liep als klein meisje al rond met een heksenbezem, als tiener experimenteerde ze met magie en in 1953 werd ze als heks ingewijd. Ze noemde zichzelf echter pas openlijk een heks na de dood van haar man en van haar streng-christelijke moeder. Voor die tijd zei ze dat ze hekserij bestudeerde. Bij het grote publiek was ze vooral bekend als iemand die pleitte voor acceptatie van hekserij als legitieme levensovertuiging, en tegen discriminatie van heksen. Ze ging in tegen de toen nog wijdverbreide gedachte dat hekserij gelijk stond aan satanisme en zwarte magie.

Men verwacht dat Valientes huis-met-bordje een paganistisch pelgrimsoord zal worden. De onthulling ging gepaard met veel ceremonieel, muziek, dans en spectaculaire outfits. Volgens John Belham-Payne, Doreens rituele partner (working partner), zou zij zich in die drukte weinig thuis hebben gevoeld. Zij leidde een teruggetrokken leven en stond niet graag in de schijnwerpers. John Belham-Payne overlegt met de gemeente Brighton and Hove over de mogelijkheid voor een hekserijmuseum, waar de collectie van Doreen Valiente gehuisvest kan worden.

Meer over Doreen Valiente en deze dag is te lezen in het artikel van Lucya Starza in dit nummer van Wiccan Rede Online.

Voorouders en vergoddelijking

Janet en Stewart Farrar waren ingewijd en zeer summier opgeleid door Alex Sanders. Toen zij in de jaren zeventig in Ierland gingen wonen, keken ze naar de teksten in hun Book of Shadows en vonden dat “kale botten, zonder vlees”. Ze besloten het geheel meer aankleding te geven met wat ze in hun omgeving aantroffen aan volksgebruiken. Ze publiceerden hun werk in het boek Eight Sabbats for Witches, dat later deel werd van The Witches’ Bible. Met toestemming van Doreen Valiente, “want veel van het originele Book of Shadows was haar werk”.

Dit vertelde Janet Farrar in een uitgebreid interview met Nels Linde van het Pagan Newswire Collective. “Vóór dat boek waren er geen Eikkoning en Hulstkoning in de hekserij. Er was geen wiccaning, geen handfasting, geen requiem [voor een heks]. Dat was allemaal Stewarts werk. (…) We zagen het niet als het ontwerpen van een nieuw systeem van werken, we wilden slechts de lege plekken invullen.”

Janets huidige partner Gavin Bone nam ook deel aan het gesprek. Hij stelde dat hekserij steeds in ontwikkeling is: in de jaren vijftig was een belangrijk aspect het afleggen van joods-christelijke gedrags- en denkpatronen; in de jaren tachtig werd het sjamanisme ontdekt als oorspronkelijke spiritualiteit met een rechtstreekse verbinding met het goddelijke. Tegenwoordig hebben veel mensen een persoonlijke band met één bepaalde godheid, of een krachtdier of andere manifestatie van het goddelijke.

Aan voorouders wordt nu meer aandacht besteed dan vroeger, volgens Gavin. Veel goden zijn ooit begonnen als voorouders. Op het festivalterrein van Heartland Spirit Festival, waar het interview plaatsvond, waren kleine heiligdommetjes gemaakt voor Stewart Farrar, Alex Sanders en Gerald Gardner. Daarmee zijn zij echter nog geen goden. Aleister Crowley zou misschien ooit een god van de Craft kunnen worden, maar “het proces van vergoddelijking heeft veel tijd nodig. De energie moet vanuit het goddelijke komen, het gaat niet van ons uit. Wij geven slechts vorm aan de energie, gaan er een verbinding mee aan.”

Wicca Man

De opnames voor de documentaire Britain’s Wicca Man zijn al gemaakt in 2011, vertelde Morgana mij. Er is zoveel gefilmd dat iedereen een lange documentaire verwachtte, maar die is in Groot-Brittannië nooit uitgekomen. Vragen naar het hoe en waarom bleven onbeantwoord. Wel werd dit jaar op de Australische televisie een korte versie uitgezonden. Ook in Polen schijnt deze te zijn vertoond.

De ‘Wicca Man’ uit de titel (een knipoog naar de film The Wicker Man uit 1973) slaat op Gerald Gardner, volgens de Australische inleidster een excentrieke man die aan het eind van de jaren dertig de basis legde voor de “moderne heidense hekserij, ook wel bekend als wicca”. De documentaire verhaalt over Geralds jeugd als een ongewenst en ziekelijk kind, dat voor zijn gezondheid naar het warme India werd gestuurd. Daar groeide hij op zonder formele opleiding. Alles wat hij leerde, leerde hij zichzelf, vertelt zijn biograaf Philip Heselton.

In de Britse koloniën raakte Gardner zeer geïnteresseerd in de culturen van de plaatselijke bewoners met wie hij op de thee- en rubberplantages te maken kreeg, in het bijzonder hun magische rituelen. Daarnaast had hij veel belangstelling voor het westerse occultisme, zoals het spiritisme dat Sherlock-Holmesauteur Arthur Conan Doyle aanhing. Eenmaal terug in Engeland legde hij contact met een groep vrijmetselaars die zich toelegden op een vorm van inheems-Britse hekserij die leek op wat hij kende uit het Oosten.

Op Facebook las ik de nodige kritiek op de film, maar naar mijn idee wordt er toch een heel aardig beeld gegeven van de tijd en de man, en de plaats van wicca in de maatschappelijke ontwikkelingen die volgden. Nu maar afwachten of er ooit een uitgebreidere versie opduikt.

Inboorlingetjes?

In de documentaire over Gerald Gardner werd erop gewezen dat veel mensen denken dat de ceremonies van de hekserij eeuwenoud zijn, maar dat ze in de vorm waarin wij ze kennen waarschijnlijk niet verder teruggaan dan de jaren dertig van de vorige eeuw. Uit het interview met Janet Farrar en Gavin Bone bleek dat veel gebruiken en rituelen zelfs nog recenter zijn. In Quest (juni 2013) was te lezen dat dit verschijnsel zeer algemeen is: “De Britse historicus Eric Hobshawm schreef er een boek over: The Invention of Tradition. Daarin liet hij zien dat veel tradities bewust gecreëerd zijn, bijvoorbeeld om een gevoel van nationale eenheid te creëren.”

In het artikel wordt de vraag gesteld of de traditionele leefwijzen van niet-westerse volkeren beschermd moeten worden, zoals we ook bedreigde diersoorten trachten te beschermen tegen verdwijnen. Het standpunt van de auteur lijkt over te hellen naar: nee, want er bestaan sowieso geen onveranderlijke tradities. De ene cultuur verandert sneller dan de andere, maar dat dingen veranderen betekent niet dat daarmee de identiteit van een volk verdwijnt. Diversiteit is echter wel belangrijk. Onder aan het artikel staat een link naar een organisatie die zich inzet voor de rechten van inheemse stammen.

Het taalgebruik van Quest bij deze gevoelige kwestie is af en toe bepaald neerbuigend: in de inhoudsopgave wordt het artikel aangekondigd met “Vaarwel volkjes?” en bij het stuk zelf staat een inzet met de kop “Ontdek je stammetje?”

Ivan Kupala

In de Oekraïne is het eeuwenoude, heidense midzomerfeest gekerstend en wordt tegenwoordig gevierd als Ivan Kupala-dag, stelde de Daily Mail. Ivan is de Slavische vorm van Johannes en Kupala is afgeleid van een woord voor baden: de dag van Johannes de Doper dus. De foto’s zien er niet specifiek christelijk uit. Feestvierders dragen bloemkransen in het haar en springen over vuren.

Een groep nieuwheidense Oekraïeners wilde een eigen versie van het Kupalafeest vieren, maar werd daarbij lastiggevallen door leden van de militia (Oekraïense politie) die hun paspoorten innamen en zeiden dat ze waren geïnformeerd dat er op die plaats satanische riten waren gepland. De informatie over het aantal deelnemers aan de heidense (niet satanistische) viering en de geplande tijdstippen van ritueel en zang en dans hadden ze blijkbaar van sociale media.

Een militielid wilde weten waarom ze op de kreet “Glorie aan Christus” niet reageerden met dezelfde woorden en de woordvoerster van de heidenen zei dat zij, als hij “Glorie aan de Oekraïne” riep, wel volgens het gebruik “Glorie aan de helden” zou antwoorden. Uiteindelijk kregen ze hun paspoorten terug en vertrokken ze naar een andere plaats, om daar bloemen in het water te gooien “zoals onze voorvaderen dat deden”, mopperend dat de politie de groepjes emo-goths die overal rommel lieten slingeren, wèl met rust liet. Tijdens die reis bleken ze te worden gevolgd. Na een zogenaamde sanitaire stop wisten ze de achtervolgers kwijt te raken en rond middernacht konden ze een ingekort ritueel doen.

Volgens de traditie bloeit sint-janskruid op de geboortedag van Johannes de Doper, 24 juni, maar dit jaar veel later

 Oud aftelversje

Johannes de Doper

zijn kont is van koper

zijn gat is van blik

rikketikketik!

(Echt oud, niet zojuist-verzonnen-oud. Hoe oud weet ik niet. Maar ik leerde het van mijn ouders en die weer van hun ouders, dat staat vast.)

Levende voorouder

Begin juni werd Nelson Mandela met een longontsteking opgenomen in het ziekenhuis en hij verkeert sindsdien in kritieke, maar stabiele toestand. In zijn familie spelen conflicten over het verplaatsen van de graven van drie van Mandela’s kinderen en sommige mensen geloven dat Mandela’s ziekte een teken is dat de voorouders ontstemd zijn. Er zijn er ook die denken dat Mandela’s geest door de conflicten niet de rust kan vinden om heen te gaan.

Mandela’s toestand doet in Zuid-Afrika de discussie over euthanasie oplaaien. Traditionele genezers (sangoma’s) hebben verklaard dat Mandela zo lang mogelijk in leven moet worden gehouden. Degene die de knop omdraait, zal zijn leven lang met een schuldgevoel rondlopen en bovendien het land in het ongeluk storten, zeggen zij. Alleen de voorouders mogen hem uit zijn lijden verlossen.

In de ogen van de sangoma’s is Mandela zelf een “levende voorouder”: als het geweld in de samenleving oplaait, roepen mensen zijn naam om iedereen te herinneren aan de idealen waar hij voor staat. Volgens hen is de oud-president momenteel in beraad met de voorouders over de toestand van de natie. Ze hebben gebeden dat de voorouders hem nog niet laten sterven, omdat de levenden hem nog nodig hebben.

Onsterfelijkheid

Op den duur zal de techniek zo ver zijn ontwikkeld, dat het mogelijk wordt om eeuwig te leven, verwachten sommige mensen. De Nederlandstalige New Scientist (voorheen NWT Magazine) had in het juninummer een themakatern over onsterfelijkheid. Hierin ging het over de cryonisten, mensen die zich onmiddellijk na hun overlijden op een speciale manier willen laten invriezen, om pas weer uit de diepvries te worden gehaald op het moment dat men in staat is de verouderingsschade aan het DNA te repareren. De meeste cryonisten realiseren zich dat die toekomst niet is gegarandeerd, maar ze hebben genoeg geld om de gok te wagen. Het invriezen kost $ 30.000 en daar komt nog $120 per jaar bij, plus de kosten van het vervoer naar het Cryonics Institute in Amerika.

Uitvinder en futuroloog Ray Kurzweil denkt dat het jaar 2045 het keerpunt in de menselijke evolutie zal zijn. Vanaf dat moment zullen computers slimmer zijn dan mensen, zegt hij. Dan kunnen nanorobots als een soort hulpvaardige virussen door het menselijk lichaam reizen om alles in kaart te brengen en waar nodig te herstellen of zelfs te vervangen door iets kunstmatigs. Of er is een mogelijkheid om, net als bij een computergeheugen, een back-up te maken van het menselijk geheugen op een externe harde schijf. Een belangrijke stap in die richting is mogelijk de memristor, een computer die niet alleen maar met de waarden 1 en 0, of ‘ja’ en ‘nee’ werkt, maar net als menselijke hersenen ook alles daartussenin.

Kurzweils theorie dat de evolutie van de mens inhoudt dat het biologische deel steeds meer zal worden vervangen door betere technologie, wordt transhumanisme genoemd. Op de vierde conferentie van de European Society for the Study of Western Esotericism (ESSWE) in Gotenburg, waar academische onderzoekers deze zomer bijeenkwamen om te spreken over esoterie en gezondheid, stelde Egil Asprem dat het transhumanisme een hedendaagse vorm van esoterisch denken vertegenwoordigt. Het is weliswaar geen historisch uitvloeisel van al bestaande occulte bewegingen, maar er zijn structurele overeenkomsten in de manier van denken. Bijvoorbeeld de gedachte dat er in de nabije toekomst een historisch keerpunt zal zijn, waarna het menselijk bewustzijn zijn huidige begrenzingen achter zich laat en de mensheid zal beschikken over ongekende vermogens – waaronder het overwinnen van de dood. Vanwege deze overeenkomsten wordt het gedachtengoed wel opgepikt door moderne occultisten.

Het thema in New Scientist sluit af met het artikel ‘Onsterfelijkheid is niet leuk’. Er worden wat praktische niet-leukheden opgesomd zoals toenemende overbevolking als niemand meer dood gaat, en toekomstige natuurrampen als meteorietinslagen en de ontploffing van de zon die iemand dan zal meemaken. Aan de andere kant is er het risico dat men zich stierlijk gaat vervelen (‘been there, done that’). Het sterkste argument tegen de onsterfelijkheid is filosofisch: Een leven zonder begrenzingen is vormloos en daarmee zinloos.

Levende groenten

Maar wat is ‘dood’ eigenlijk? Aan de Universiteit Twente ontdekte men dat hersencellen van onthoofde ratten een minuut later een opflikkering van elektrische activiteit vertoonden, en dat de cellen weer werkzaam, dus ‘levend’ konden worden als er dan zuurstof en glucose werd toegediend, schreef de Wetenschappelijke Scheurkalender op het blaadje van 6 juli.

Ook bladgroenten die al zijn afgesneden en wortels die al uit de grond zijn getrokken, zijn niet meteen dood, stond in juni in de Volkskrant. Amerikaanse biologen ontdekten dat groenten overdag afweerstoffen aanmaken die beschermen tegen vraat. ‘s Nachts neemt de hoeveelheid van deze glucosinolaten weer af. Dit dag-en-nachtritme blijft bij geoogste groenten nog ongeveer een week doorgaan. Bij groenten die lang in een donkere koelkast liggen of juist voortdurend in kunstlicht, raakt het ritme verstoord. Verhitting, zoals bij het inmaken in potten en blikken, vernietigt veel van de enzymen die nodig zijn voor de aanmaak van glucosinolaten.

Het gehalte aan glucosinolaten in een groente beïnvloedt de smaak. Hoe gezond een groente is voor de eter, varieert ook. Ruud Verkerk van de Universiteit Wageningen ontdekte al eerder dat kool die wordt gesneden, glucosinolaten aanmaakt en daarmee voor de mens gezonder wordt.

goudsbloemen

Ook afgeknipte goudsbloemen behouden dagenlang hun dag-en-nachtritme van openen en sluiten

Groente ruilen

Op de website van  Blik op Weststellingwerf las ik over een mooi initiatief: groente ruilen! Iemand in Groningen bedacht dat het beter is voor mens en milieu als onze groenten niet de halve aardbol over zouden reizen voordat we ze konden opeten. Groente uit eigen tuin is het best, en bovendien goedkoper dan uit de winkel. Maar iedereen die een moestuin of fruitboom heeft, of heeft gehad, weet dat je op een zeker moment omkomt in de appels en geen sperzieboon meer kunt zien. De meesten geven een groot deel van hun oogst dan weg aan familie en vrienden, een enkeling verkoopt het overschot aan een bevriende groentehandelaar, maar ze kunnen het nu ook met onbekenden ruilen tegen een andere groente, die ze zelf niet in de tuin hebben. Op de website van Groente Ruilen kun je je aanmelden met een e-mailadres en invullen welke groente je over hebt. Je gegevens worden alleen gebruikt om het ruilaanbod op de kaart te zetten. Op de kaart kun je ook zien welke groente er in jouw omgeving wordt aangeboden.

Bananen lezen

Begin juli vertoonde het programma Koppen XL op België 1 de documentaire ‘De waarheid achter de waarzegger’. Daarin werd van enkele mediums, helderzienden en paranormaal adviseurs onthuld hoe ze de dingen konden weten die ze schijnbaar van overledenen of door gedachtenlezen ‘doorkregen’, en hoe verbijsterend veel ze daarmee konden verdienen.

Een man gaf adviezen over beurskoersen (€ 200 per half uur). Om het vertrouwen van de cliënt te winnen, kraste hij eerst iets op een notitieblokje en liet dan de ander een getal noemen, dat hij vervolgens op zijn notitieblokje toonde. Hij bleek bij deze verbluffende act gebruik te maken van een goochelaarsduim: een dopje met een potloodpunt waarmee hij zodra er een getal werd genoemd, dat ongemerkt met zijn duim kon opschrijven.

Een vrouw gaf shows gaf waarin ze zogenaamd met overledenen sprak (inkomsten: € 12.000 per voorstelling, en daarvan twee per week). Zij bleek via de namen die men opgaf bij het bestellen van kaartjes, eenvoudig van te voren op internet de meest intieme details te kunnen vinden. “Ter herinnering aan haar heeft één van jullie een tatoeage laten zetten… met een vlinder – klopt dat?” Natuurlijk klopte dat: die foto stond op Facebook.

Volgens de niet-helderziende Mark uit Los Angeles is waarzeggen niets anders dan een combinatie van intuïtie, psychologisch inzicht en ervaring, toegepast met een systeem en overtuigingskracht. Hij demonstreerde dit door een reading te doen met runensteentjes. Daar kwam ook beredeneerd gokwerk bij kijken: hij zei tegen een vrouw dat ze in de verpleging werkte (dat klopte), en verklaarde dit succes achteraf door het ervaringsgegeven dat éénderde van de mensen met zo’n vriendelijke uitstraling in de verpleging werkte. Hierna stapte hij over op een ander systeem en ging hij bananen lezen: “Ik zie aan de manier waarop je de banaan pelt, dat er een reis voor je in het verschiet ligt.”

 

~ Met dank aan iedereen die me nieuws toestuurde of vertelde of me ergens op wees,

ook als ik het uiteindelijk niet heb gebruikt! ~

Geplaatst in Nieuws | Getagged , , , , , , , , , , , | Reacties uitgeschakeld voor Oud nieuws in de verjongingsketel gegooid – Lughnasadh 2013

The Green Man & the Green Woman – part I

The Green Man & the Green Woman By Ko Lankester,
Photographs Joke Lankester

It is one of the mysteries of life that a foliate figure confronts us when we visit museums, churches or palaces. Many people have noticed them since Lady Raglan published her famous article The Green Man in 1939. It was Marian Green (!) who first called the Green Man to our attention when she told Joke about this phenomenon during a summer week in Holland in 1989. Two years later Marian showed us the four Green Men that have watched over the tomb of Lord Berkeley and his mother since 1337 in Bristol Cathedral. One of them has leaves growing out of his beard, covering his head.

Green Man Bristol Cathedral

Since then we have been fascinated by this enigmatic character, watching out for him on our trips all over Europe. We were in for some surprises. We discovered the Green Man often has a body, and is not just a head, as many people think. We also stumbled upon many Green Women, although hardly anybody seems to have noticed them to this day. Since Lady Raglan’s article a Green Man was supposed to be the head of a man. Period. We were mesmerized by this dictum for years, just looking for Green Men, not women, not recognising them when we encountered them. In fact, when we visited England in 1991, Joke took a photograph of a Green Man roof boss in Canterbury Cathedral, manufactured between 1379 and 1400, stems and leaves issuing from the corners of his mouth. It took us years to notice that the figure in the centre of the vault is a Green Woman. Her head is surrounded by leaves and flowers. If you don’t expect stems and leaves flourishing from the mouths of Green Women then you will miss them, or dismiss them as just women, or saints, as is often done.

2 Green Man & Green Woman Canterbury Cathedral

The Roman Green Man and Green Woman

In 2011 A3-Boeken published our book De Groene Man en de Groene Vrouw, the result of twenty years of research all over Europe. After summarising Greek prototypes we described how the Green Man and the Green Woman emerged from the Roman Republic in the first century BC. Often Greek artists, being the expert sculptors, created the images, but they never depicted Green Men or Green Women before the Romans turned the Hellenistic world into a collection of Roman provinces. Since the first century BCE wealthy and powerful Romans told poor Greek artists what they wanted. It is true that the Romans admired the way the Greeks depicted their Gods and Goddesses and as a rule Greek sculptors were free to design Roman Gods and Goddesses as their Greek equivalents. But the Romans also liked the way Roman painters had embellished the houses, temples and palaces of Rome with strange creatures, partly human, partly animal and partly vegetable. In 25 BCE the Roman architect Vitruvius published his book on architecture and he complained how Roman painters had sacrificed reality, creating a myriad of frescoes populated with monsters, their heads or upper bodies emerging from vegetation, balancing on candelabra, consisting of fragile stems, supporting temples and other objects that seemed to float in the air. These structures Vitruvius deemed impossible to build, so they had nothing to do with reality, and art, the master tells us, should imitate the reality of nature.

Nero was particularly fond of the scenes Vitruvius detested. Between 64 and 68 AD he built the Domus Aurea (Golden House), a gigantic palace in Rome, and had all the walls, corridors and vaults decorated with frescoes featuring candelabra, men, women and animals emerging from vegetation. After the emperor had been forced to commit suicide because of his disgraceful behaviour his palace was filled with rubble, walled up and covered with the public Baths of Titus. The frescoes with candelabra and fantastic creatures were associated with the hated Nero and removed from the walls of Rome. Not many frescoes have survived this clearance, but the Palazzo Massimo alla Terme in Rome has reconstructed the Villa Farnesina, decorated in 19 BCE, displaying many frescoed rooms. One of the frescoes displays a candelabrum, formed by a plant and three creatures growing out of it. In the middle a Green Woman emerges from a bud. The lower part of her body seems to be part of the plant. From the waist up she is a female, but the stalks emanating from the top of her head underline her vegetable roots. Again the structure on her head is a sort of crown, revealing her royal status. The plant underneath her forms two volutes out of which two white creatures grow. The woman stretches her hands lovingly towards them, apparently to bless or feed them. The fresco displays in a nutshell the role of the Green Woman throughout the ages: she rules the other world, a realm where there are no strict boundaries between divine, human, animate or inanimate beings.

3 Rome Palazzo Massimo Villa Farnesina

The lower half of the body of the Roman Green Woman sometimes consists entirely of leaves. So she is free to move, not tied to the soil, while at the same time she displays her connection to the vegetable kingdom. Above the gate of the Temple of Hadrian in Ephesus (Turkey), 118 AD, a Green Woman watches over the deified emperor. The snakes in her hair identify her as Medusa, the Goddess who takes care of the deceased and is often depicted as a caring (not evil) Goddess on Greek and Roman sarcophagi. Beneath the waist, however, her body is made up of acanthus leaves from which two horns of plenty emerge.

4 Ephesus Medusa as Green Woman Temple of Hadrian

The Green Man with stems issuing from his mouth or with leaves growing on his face was contrived by the Romans and spread across the Roman republic and empire. A marble slab, on display in the garden of the archeological museum at Antalya (Turkey), probably from the second century AD, shows a face with acanthus leaves growing all over it. The hollow eyes indicate a theatre mask which was depicted on a sarcophagus.

5 Green Man in Museum Antalya

The oldest Green Man found on Dutch territory was made between 150 and 250 AD on the side of an altar for the Goddess Nehalennia, a votive offering by the Roman Sextus Severinus Severus for the temple of Nehalennia near Colijnsplaat in Zeeland. On the altar the Goddess sits on her throne, between her dog and a basket filled with fruits, a tray with more fruits on her lap. On the left side of the altar a Green Man is depicted, acanthus leaves covering his face. The altar is on display in the archeological museum RMO in Leyden.

6 RMO Green Man at Nehalennia.

The Romanesque period

The Green Man and the Green Woman emerged in pagan Europe. So they were bound to disappear when the Roman Empire was first converted to Christianity and then fell apart when the last emperor was deposed in 476. Until the 6th century Green Men were portrayed incidentally on capitals, following Roman examples, and then they disappeared from the scene. When they reappeared in the 11th century it was not in a pagan or secular setting, but in Romanesque churches, especially in France, but in other European countries as well.

Scholars often tell us Romanesque images teach the simpletons in their congregation to choose between the blessings of Heaven and the monsters and tortures of hell. Books about Romanesque churches carefully display the two extremes. However, medieval men and women were not that straightforward. They believed in a world full of miracles and mysterious events, a universe in which the divine could take many forms. What seemed to be a beggar or a monster could be an epiphany of the divine. What looked like the gates of Heaven could lead you to a bottomless pit. Romanesque images, weird and wild, served to open up a strange and enigmatical world, a universe in which the Green Man and Green Woman seemed to be at home.

In Romanesque churches the Green Man often takes his abode in capitals. In the abbey of St George in Saint Martin de Bosscherville, built around 1180, a Green Man stares at us in the Chapter House. Leaves issue from his mouth, forming a typically Romanesque palmette underneath and volutes on the sides. There are many others like this in the abbey and myriad Romanesque churches in France and elsewhere.

7 GM in St Martin-de-Bosscherville

The image in Saint Martin de Bosscherville may seem crude and bestial, but Romanesque Green Men are not always like that. In 1135 the Holy Roman Emperor Lothair III ordered the building of an imperial dome in Königslutter, in which he and his wife are buried. On the outside of the choir a dignified Green Man is depicted, leaves growing from his beard and moustache. The stern look in his eyes gives him an imperial authority, overlooking the world between the worlds, the limitless realm.

8 GM Königslutter

His creative power is displayed in another image, in which dragons issue from his mouth.

9 GM Königslutter

The dragons are not the monsters that contemporary scholars claim serve to warn simpletons of the horrors of hell. There are other dragons on the choir and in the adjacent cloister, and they are beautiful, vigorous creatures, some with a human head, and some with animal features.

In the Romanesque age the Green Woman is not as conspicuous as the Green Man, but she is not absent. Often she is the counterpart of the Green Man, the two of them occupying both ends of an arch. In the church of Saint Germain des Prés in Paris (12th century) she is depicted as sovereign of the other world. On one of the polychrome capitals two winged dragons and two birds worship the Green Woman amid palmettes.

10 Green Woman in St Germain des Pres

We know she is the Green Woman because another capital shows the very same woman with palmettes issuing from her dress.

Romanesque Green Men may be found on the façade of churches, on capitals, keystones, cornices, porches, tympanums, and baptismal fonts. Secular buildings in that age are mostly unadorned and the Green Man and Green Woman are not displayed in them. From the 7th century onward illuminated manuscripts used initials to delineate the fascinating sphere between the worlds of God and man, the realm where the Green Man and Green Woman were at home.

The Green Man and the Green Woman in the Gothic Age

The Gothic Green Man is a phenomenon most people are familiar with: a foliate head, sometimes with vegetation emanating from his mouth. In Chartres Cathedral, erected between 1200 and 1225, three Green Men support corbels in the southern porch. In the middle a Green Man has acanthus leaves growing from his beard and nose. The Green Man on his left produces oak leaves and acorns; the one on his right vines with bunches of grapes.

11 Chartres 3 Green Men on southern porch

The northern porch of Chartres Cathedral displays three Green Women amid oak leaves.

12 Chartres 3 Green Women on northern porch

Although there is no foliage growing on their faces or issuing from their mouths, the oak leaves and the presence of their male counterparts in the southern porch identify them as Green Women.

In many ways Gothic architecture is a restrained version of the unbridled Romanesque wilderness. Gothic churches strictly distinguish between Heaven, Hell and the world of man. Ecclesiastical and secular leaders represent the latter. Christ and the Holy Virgin show you the way to Heaven, assisted by saints and Church Fathers. Christ also represents the Last Judgment, in which sinners are banished to eternal damnation. The Green Man and the Green Woman stood their ground, adapting to the changed environment. Romanesque vegetation is crude and stiff. Gothic artists refined their botanical depictions and the Green Man and the Green Woman profited from it – as the examples from Chartres show. The façade of the churches they had to abandon, but they retained the roof bosses, as the photograph from Canterbury illustrates.

Generally speaking the Green Man was pushed back in Gothic churches, compared with the Romanesque period, while the Green Woman all but disappeared. The Green Women in Chartres are exceptional. However, there is one place in Gothic Churches that did give shelter to the Green Man and the Green Woman, a new phenomenon: the misericord. This is a narrow ledge underneath the seats in a choir stall. When the seat is turned up the misericord provides support to one while standing. Although misericords are new they are the only places in Gothic churches reminiscent of the Romanesque wilderness, a doorway to the realm between the worlds of God and man. Many misericords are enigmatic, blocking rational explanations, prying open your basic instincts, which may be the only way to approach the divine. One misericord from Barcelona Cathedral, made between 1394 and 1399, may serve to illustrate this point.

13 Barcelona misericord

From a pot in the middle long leaves grow. In the middle a young man (left) and a woman (right) emerge from the vegetation. They lovingly embrace each other. Grape or ivy leaves on their heads emphasize they are a Green Man and a Green Woman. On the sides two other persons arise, their heads covered with leaves. The left one seems to be a man, the right one a woman. They emerge from the vegetation, being a Green Man and a Green Woman. The man has raised his right leg and seems to ponder the possibility of stepping out. But the leaves on his belly mark him as a Green Man, so he may not be able to step out and join the world of man. Writers on the subject often characterize misericords as funny, and that they certainly are, but most are also enigmatic and fascinating.

The Renaissance Green Man and Green Woman

In the 15th century Gothic architecture was gradually replaced by a new style, based on Roman art: the Renaissance. One important renewal, coffering the ceilings, instead of covering them with a vault, proved detrimental to the Green Man and Green Woman, as it discarded both corbels and roof bosses, the traditional abode of the Green Man and Green Woman. Tracery, the typical Gothic ornaments, with their trefoil or quatrefoil openings, which often displayed a Green Man in the middle, was considered outdated and dropped from architectural designs.

So the Green Man and the Green Woman lost their homes. They could have disappeared forever if the Domus Aurea had not been rediscovered in 1480. Some people in Rome discovered rooms and corridors underneath the ground, embellished with many fascinating frescoes. Until the 19th century the rooms were held to be part of the public baths Titus had built. Painters and sculptors were lowered down into the ‘Baths of Titus’ and they were astonished by the quality of the frescoes and even more so by the strange creatures they found depicted. As the subterranean rooms reminded them of a grotto the creatures were dubbed grotesques. And that is the name that has been used to indicate the Green Man and the Green Woman until Lady Raglan renamed them as Green Man. Among the artists visiting the place were Barnadino Pinturicchio and Raphael with the sculptor Giovanni da Udine. All three have been employed by popes and cardinals and the prelates were fascinated by the grotesques, which were considered typically Roman ornaments. Roman paintings were virtually unknown at the time and since the church claimed to be heir to the great Roman Empire the images were deemed essential to revive Roman glory. Artists lavishly copied the frescoes and within decades grotesques spread like wildfire across Europe. The Green Man and the Green Woman were back, more glorious than ever.

(Continues in part II).

Ko & Joke Lankester

Geplaatst in English articles | Getagged , , , | 1 reactie

Cassiopeia draait rond en rond en rond en…

“Spiegeltje, spiegeltje aan de wand…” Sneeuwwitjes’ stiefmoeder die via een spiegel zicht heeft op wat zich elders afspeelt, blijft een sterk en fascinerend beeld. Van almachtige Godinnen tot Hollywood-filmiconen – de spiegel gedijt als stijlmiddel en toegangspoort tot andere werelden, tijden en de eigen ziel. Zie ik een Dame met een spiegel, dan denk ik direct aan Cassiopeia, de Ethiopische koningin die een sterrenbeeld werd.

Op herfst- en winteravonden zie je haar duidelijk in de sterrenhemel. Boven de poolster, aan het eind van de Melkweg: Cassiopeia, het sterrenbeeld dat eruitziet als een W of een M, afhankelijk van haar positie in de sterrenhemel. Als kind zocht ik haar altijd op, ze fascineerde me. Dit circumpolaire sterrenbeeld is zo makkelijk te herkennen, dat het voor veel mensen het eerste sterrenbeeld is dat ze kunnen vinden. Ze werkt uitstekend als uitvalsbasis voor wie door de sterrenhemel wil reizen…

Cassiopeia

Cassiopeia

Cassiopeia was de vrouw van koning Cepheus van Ethiopië, en beweerde dat zij en haar dochter Andromeda mooier waren dan de Nereiden, de zeenimfen en dochters van de oude zeegod Nereus. Poseidon (Poseidon is de Olympische zeegod die op dat moment heerste; Nereus is een pre-Olympische oudere zeegod) hielp de Nereïden en strafte Cassiopeia voor haar hoogmoed: hij ontketende een zeemonster dat de Ethiopische kust teisterde en mens en dier opvrat. Het land lag er dor en desolaat bij. Men raadpleegde het orakel; dat vertelde dat alleen het offeren van het vlees van Andromeda, Cassiopeia’s dochter, het monster kon kalmeren. Hierop werd Andromeda op een rots aan de kust geketend om door het monster te worden verorberd. De Olympische held Perseus kwam net op tijd, versloeg het monster en redde Andromeda, zodat hij met haar kon trouwen. Voor straf is Cassiopeia ondersteboven als sterrenbeeld aan de sterrenhemel geplaatst, en draait zij eeuwig om de poolster…   Naast Cassiopeia zijn ook Andromeda, Cepheus, Cetos (Cetus of Walvis) en Perseus als sterrenbeeld aan de hemel geplaatst, zodat hun verhalen en lessen voor altijd ‘gelezen’ kunnen worden door de mens.

Cassiopeia / Andromeda / Perseus
courtesy of Gary Becker

Cassiopeia is bij ons het meest bekend uit de oud-Griekse mythen, maar veel eerder al was dit sterrenbeeld bekend. Bij de Hurrieten heette Cassiopeia Baba – dat betekent heuvel, of berg. Waar wij de ene helft van het jaar een W, en de andere helft een M zien, zag men toen twee heuvels of bergen, oude symbolen en verblijfplaatsen van Godinnen. Maar waar die oude Godinnen op een troon zaten als teken van hun almacht, is Cassiopeia eraan vastgebonden of houdt ze zich panisch vast, om tijdens haar draaiingen om de poolas niet van de troon, nog haar enige houvast, geslingerd te worden. Haar troon wordt ook wel gezien als martelstoel, als straf voor haar ijdelheid en hoogmoed. Volgens Sahara-nomaden is Cassiopeia de hand van Fatima, de dochter van de profeet Mohammed. Haar hand is het bekende symbool dat beschermt tegen het boze oog. (Opvallend als je bedenkt dat de ogen wel de spiegel van de ziel worden genoemd. Ook vraag ik me weleens af of het boze oog misschien het derde is.)

Op de voor ons bekendste afbeeldingen heeft Cassiopeia een palmtak in haar hand. Dat is een symbool voor onsterfelijkheid. Met haar hoogmoed plaatste zij zich boven de Nereïden. Wie weet was zij ooit zelf een godin, die door de latere machten van haar troon is gestoten en tot sterfelijkheid veroordeeld? Zo bezien is het verhaal van Cassiopeia ook een verslag van een machtsstrijd, die door haar is verloren, maar niet zonder protest. De palmboom is ook een van de heilige bomen die hemel en aarde verbinden, en is, als dadelpalm, een belangrijke bron van voedsel, symbool voor vruchtbaarheid en nauw verbonden met de Mesopotamische Godinnen Inanna en Ishtar. Later was de palmtak verbonden met Apollo, zonnegod die de oude chtonische orakels zoals het bekende Delphi heeft ‘overgenomen’ van oudere, veelal chtonische Godinnen.

Er zijn ook afbeeldingen waarop Cassiopeia wordt afgebeeld met een spiegel in haar hand. Dit, zegt men, vanwege haar ijdelheid. Nu is de spreekwoordelijke ijdelheid van de vrouw iets waartegen men door de eeuwen heen vaak krachtig ageert. Lees bijvoorbeeld het christelijke bijbelboek Jesaja. De felheid van de afkeuring van make-up, sieraden, mooie kleding, zang/dans/theater heeft me altijd een beetje verbaasd. En ik kon me ook niet goed voorstellen dan men zo tekeer zou gaan tegen iets wat alleen maar ijdelheid behelst. Kennelijk schuilt er een grote kracht achter die versierselen, en heeft die ijdelheid een doel en betekenis.

Vele Godinnen hebben een spiegel als attribuut. De Egyptische Hathor is er één van, de Cypriotische Aphrodite een andere. Aphrodite is geboren uit zeeschuim, het zaad van een oude zeegod, en kwam aan land op Cyprus (in het Grieks Kupros, waar het woord ‘koper’ vandaan komt), bekend om z’n kopermijnen. De koperen spiegel van Aphrodite is tevens het symbool voor vrouw en vrouwelijkheid alsmede de planeet Venus, zoals het teken van Mars man en mannelijkheid symboliseert. Daarnaast is dit teken het alchemistische symbool voor koper. Verder lijkt dit symbool opvallend op de Egyptische Ankh, de sleutel van het leven.

 

De planeet Venus heeft twee gezichten: als avondster brengt ze licht in de duisternis en als morgenster reist ze uit voor de zon en kondigt daarmee de dag aan. Venus reflecteert het zonlicht, dat wat de zon gedurende z’n reis door de dag of de nacht meeneemt. Wij mensen zijn niet in staat om direct in de zon te kijken; dat wat de zon rechtstreeks te bieden heeft is te fel en krachtig voor ons, dat zou ons verbranden. Wat de zon ons te vertellen heeft, vernemen wij via de maan, of via Venus. Maandivinatie is wel bekend, Venusdivinatie minder. Al experimenterend ontdekte ik dat koperen spiegels inderdaad sterke beelden reflecteren rond schemertijd. Ik heb zelf een spiegel van koper gemaakt en ben daarmee aan de slag gegaan. In de avondschemering krijg je mee wat de zon overdag heeft gezien, en in de ochtendschemering lees je de nachtelijke zonneavonturen.

Koperen Venusspiegel

koperen Venusspiegel
privébezit Ishtar

Het draait inderdaad niet alleen om ijdelheid, of schoonheid. Het gaat over het beheersen van de kunst van het reflecteren in al haar facetten – blijf je je bewust van waan en werkelijkheid, of beheerst het jou en begin je te denken dat jij net zo groots en onsterfelijk bent als dat wat je waarneemt?

Geschreven door Ishtar
Met dank aan M.

Ishtar heeft zo lang zij zich kan herinneren een fascinatie voor alles wat samenhangt met mythen en mysteriën. Zij verdient haar brood als masseur/reflexoloog/pedicure, is getrouwd en moeder van twee blakende bloedjes. Wat betreft het occulte voelt zij zich schatplichtig aan vele leraren en mensen die korter of langer met haar meewandel(d)en op haar pad. Via de klassieke teksten die via kleitabletten, papyri, steen en andere informatiedragers ook nu nog bestudeerd kunnen worden is er diep contact mogelijk met leermeesters uit het verleden. Ishtar maakte een aantal jaren deel uit van de Hermetic Order of the Temple of Starlight, en daarvoor en daarna zijn er tal van wijze, geleerde en empathische leraren en studiegenoten geweest. Werkelijk inzicht in de Mysteriën volgt uit studie, meditatie en ritueel – wie klopt wordt binnengelaten.

Literatuur:

– Penguin Dictionary of Symbols – Jean Chevalier, Alain Gheerbrandt
– Sterrensagen de sterrenbeelden en hun mythologische verhalen – Manfred Hausmann
– Hall’s Iconografisch Handboek
– Verborgen Taal Van Sterren En Planeten – Geoffrey Cornelius & Paul Devereux
– New Larousse Encyclopedia of Mythology – Introduction by Robert Graves
– Greek Myths – Robert Graves

Internet sources:
http://www.mythography.com/myth/welcome-to-mythography/greek-heroes/greek-heroes-1/cassiopeia/
http://en.wikipedia.org/wiki/Cassiopeia_%28mythology%29
– http://www.theoi.com/Ther/KetosAithiopios.html

Film:
– Snowwhite by Walt Disney Studios

Illustraties, zie ook:
de stiefmoeder van Sneeuwwitje
– Rokeby Venus door Velasquez
Hamsa
Cassiopeia torture chair: Hyginus, Poeticon Astronomicon. 

Geplaatst in Artikelen | Getagged , , | Reacties uitgeschakeld voor Cassiopeia draait rond en rond en rond en…

Recensie: Witte wieven en elfen

Witte wieven en elfen, fluisteringen uit de Andere Wereld
Ruud Borman
A3, 2011. 137 p. ISBN 978-90-77408-90-2. € 24,50
http://www.ruudstijdreizen.blogspot.nl/

Ruud Borman hoorde verhalen over de witte wieven toen hij als kind bij zijn grootouders logeerde. Als archeoloog ging hij op zoek naar de oorsprong en betekenis van deze vertellingen. In Groot-Brittannië en elders ontdekte hij grote overeenkomsten tussen de bodemvondsten in ver uiteen gelegen gebieden. Maar ook ontdekte hij dat de verhalen over witte wieven in Nederland aansluiten bij de verhalen over elven in Groot-Brittannië en Ierland.

Witte wieven zijn nevelachtige gedaanten, vrouwen, die de eenzame reiziger kunnen achtervolgen of uitnodigen in hun woonverblijf. De wieven konden je helpen, of juist kwaad doen. Er zijn verschillende verhalen over wat er gebeurde als iemand een haarspit naar een wit wief gooide. Dat is een voorwerp waarmee je de zeis slijpt om gras of rijp graan te maaien. Je kunt je voorstellen hoe angstig het moet zijn geweest om buiten te zijn in een periode dat er nog nergens openbare verlichting was. De verhalen over witte wieven worden verteld in gebieden waar ook grafheuvels zijn uit de late steentijd of de vroege bronstijd. Als plaatsen waar de witte wieven zich ophielden, worden ook precies de plekken genoemd die speciaal zijn in het landschap. Heuvels of kuilen. Dat waren grafheuvels of urnenkuilen. De bewoners dachten eeuwenlang dat de heuvels hol waren, en dat daar de witte wieven woonden. Archeologen ontdekten dat er zowel mannen als vrouwen in de grafheuvels werden begraven. De doden kregen fraaie standvoetbekers mee en stenen hamerbijlen die waarschijnlijk een ceremonieel doel hadden gediend.

Ter voorbereiding op een tentoonstelling in Nijmegen bracht Ruud Borman een bezoek aan collega’s archeologen in Engeland. Het bracht hem naar de monumenten Stonehenge en Avebury en naar Glastonbury. En later ook naar Schotland, Wales en Ierland. Daar gaan elvenverhalen en de Arthurmythe een grote rol spelen in het verhaal.

Het mooie van dit boek is dat de auteur zowel kenner is van de oudheidkundige vondsten als geïnteresseerd in de spirituele kant. Hij heeft toegang tot collecties in diverse landen, waar de voorwerpen liggen die zijn gevonden in grafheuvels. Maar ook is hij bereid om de grafheuvels en moerassen te zien als toegangspoorten tot de andere wereld. Het boek is een verslag van de zoektocht van Ruud Borman, en leest als een avonturenroman. Wat dat betreft doet het denken aan ‘De glimlach van de Sirene’ van Selma Sevenhuijsen, dat ook bij A3 verscheen. Ik ben pas halverwege, maar wil het hele boek lezen. En dan kijken wat Ruud Borman nog meer geschreven heeft. Op zijn blog staat een voorproefje van zijn werk (een spannend stukje uit dit boek) en een aantal van de fraaie foto’s waar ook het boek vol mee staat.

Geplaatst in Boeken | Getagged , , | Reacties uitgeschakeld voor Recensie: Witte wieven en elfen

Review: The Whole Elephant Revealed

The Whole Elephant Revealed – Insights into the existence and operation of Universal Laws and the Golden Ratio
Marja de Vries
Paperback: Axis Mundi Books,  420 p. 
ISBN 978-1780990422
Kindle version available too.
See also Marja’s home page.

It is a long time since I was handed a book that from the first page I just kept thinking “Wow!!”… Eureka! This book did and continues to do so.

Marja begins her book with the twelfth century Sufi story about ’the Blind and the Elephant’. A group of blind people feel a part of the elephant and describe what they can ‘see’. Each person tells a part of the story but no one had fully understood the whole of the elephant.

As visually able people we can see the whole of the elephant and we understand that if the blind people connect all the bits of the puzzle they too will see the whole elephant.

This story is a wonderful way of reminding us that we can only truly understand the world when we connect all the pieces of the puzzle. We will also realise that there are many perspectives and many truths to assembling an idea of a ‘Universal Truth’.

Using ‘The Kybalion’ as a key to universal laws Marja explores the essence of Universal Truth. She explores the 7 laws from many different perspectives, from the ‘pure’ scientific to the more mystical, intuitive approach of shamans, witches and folk magicians.

The 7 laws are:

  1. The Law of Oneness
  2. The Law of Correspondence
  3. The Law of Vibration
  4. The Law of Polarity
  5. The Law of Rhythm
  6. The Law of Cause and Effect
  7. The Law of Dynamic Balance

Using cutting-edge scientific discoveries and the Golden Ratio as  an underlying universal principle, Marja finds similar discoveries in the non-scientific world. Many things too which we as pagans and witches will say: “yes! We have known that for centuries!” It is however Marja’s eyes and vision which have  been able to create a synthesis based on these insights. She presents a bigger picture but in sizeable chunks.

It is certainly a book to be read slowly… I am still reading a year after I got it. (Which is why I have been slow on writing the review…  🙂 )

Filled with  interesting quotes from all kinds of people such Sogyal Rinpoche (Tibetan Buddhist), Fritjof Capra (physicist), Alexander Lauterwasser (Cyematics Researcher) and many more. An excellent book with much ‘food for thought’! I highly recommend it to anyone who is looking for those missing bits of the puzzle.

Morgana

**

Marja de Vries “studied ecology, visited and learned from indigenous culture, sees the big picture, patterns and interrelatedness and gives talks about universal laws and restoring personal and global balance.”

She will be giving presentations in the next few months. Complete overview.

Just a couple of dates which might be interesting… and affordable…  🙂

Fridag October 11, 2013, Nijmegen, The Netherlands – Presentation ‘The Whole Elephant Revealed’ (in Dutch) as part of the theme ‘Looking with new eyes’ at the Han Fortmann Centrum

Program: 20.00 – 22.00
Place: Han Fortmann Centrum, Groesbeekseweg 428, Nijmegen
Price: € 10,-
More information: More information will follow at the website of the Han Fortmann Centrum

Monday October 14, 2013, Ede, The Netherlands Presentation ‘The Whole Elephant Revealed’ (in Dutch) in Spiritual Café Ede at the invitation of Sarala Krabbenborg from ToBeYounique!

Program: 20.15 – 21.30 presentation followed by time to ask questions
Place: “Het Oude Politiebureau”, Breelaan 2a, Ede
Price: € 13,-
Registration: more info will follow as soon as possible
More information: more info will follow as soon as possible

Belgium:

Thursday September 26, 2013, Antwerp, Belgium Presentation ‘The Whole Elephant Revealed’ (in Dutch)

Thursday November 14, 2013, Antwerp, Belgium Presentation ‘Societies in Balance’

Thursday December 12, 2013, Antwerp, Belgium Presentation ‘Learning and Education in Balance’ (at the invitation of Noortje Wiesbauer and Koen Fossey as first presentation of a series of three presentations at the University for the Public Interest in co-creation with Sint Lucas, School of Arts.

 

Original publication: De Hele Olifant in Beeld – Inzicht in het bestaan en de werking van Universele Wetten en de Gulden Snede (Ankh-Hermes, 360 p. ISBN: 978 90 202 8460 7,  € 29, 95. Ebook: ISBN:97 89020207286,  € 19,99. 

Short review in Dutch, from the Ankh Hermes website:

“DE HELE OLIFANT IN BEELD
Inzicht in het bestaan en de werking van Universele Wetten en de Gulden Snede

De hele olifant in beeld is een synthese van de gemeenschappelijke inzichten van vele verschillende wijsheidstradities in de werking van de Universele Wetten en de Gulden Snede en de recente baanbrekende wetenschappelijke ontdekkingen die met deze eeuwenoude inzichten overeenstemmen. Hierdoor wordt in feite een geheel nieuw wereldbeeld zichtbaar en wordt het mogelijk om te begrijpen wat er nodig is om de balans te herstellen, zowel in onszelf als wereldwijd. Omdat deze wetmatigheden een universeel karakter hebben, zijn ze van toepassing op alle aspecten van ons individuele en maatschappelijke leven. Ze kunnen dan ook gebruikt worden als uitgangspunt bij alle persoonlijke en maatschappelijke vernieuwingen, die tot doel hebben meer in harmonie te zijn met onszelf en met het grotere geheel.
Een geheel nieuw en samenhangend wereldbeeld wordt zichtbaar”.

Geplaatst in Boeken, English articles | Getagged , , , , | 2 reacties

Natuurreligie en natuurtalent

Wicca is een van de natuurreligies. Tijdens de jaarfeesten vieren we het begin en hoogtepunt van elk seizoen. Maar wanneer vier je een feest: als de kalender zegt dat het er tijd voor is? Of laat je je leiden door de natuur zelf? En wat doe je als het klimaat verandert?

Iedereen pakt dat anders aan, afhankelijk van wat voor persoon je bent. Wat voor type je ook bent, je kunt je gevoeligheid voor de natuur ontwikkelen.

Twee armen omhelzen een boom

Treehugger (we could not retrace the origin of this picture)

De energie van het land
Als het goed is, heeft de aanhanger van een natuurreligie een wezenlijke verbinding met de natuur. De spreekwoordelijke heks van ‘vroeger’ had affiniteit met het land: ze voelde wanneer de aarde wakker werd in het voorjaar. Zij wist wanneer ze welke kruiden moest oogsten. In de praktijk zien we dat het vooral stadsbewoners zijn die zich voelen aangetrokken tot wicca, druïdisme of paganisme in het algemeen. Voor hen is het moeilijk: wie weet er nog een graanveld in de buurt van zijn woonplaats? Wie weet er nog wanneer ‘het seizoen’ is voor aardbeien, voor spinazie of sperziebonen? Spreek eens met de eigenaar van een winkel in biologische producten. Die kan je vertellen dat het dit jaar niet allemaal ‘op tijd’ op gang kwam in Nederland. Groenten die je nu zou verwachten, liggen niet in de winkel. Honing van Nederlandse bijen is er nog niet: de bijen moesten deze winter bijgevoerd worden. Daarna was het voorjaar heel nat, en konden de bijen niet uitvliegen om stuifmeel te verzamelen. De boeren en tuinders en de imkers hebben wel degelijk een verbinding met de kracht van de aarde. Als ze van de biodynamische principes uitgaan, volgen ze de zaaikalender van Maria Thun, die ervan uit gaat dat alle hemellichamen invloed uitoefenen op de groei van de gewassen. Maar ook los daarvan voelen ze dat het zachter weer wordt. Ze hebben die connectie met de levensenergie van het land. En ze kunnen het ook zien aan allerlei tekenen. Dat kunnen wij, stadsheksen, ook leren. Verder in dit artikel vind je een aantal oefeningen om je gevoeligheid te ontwikkelen voor de natuurlijke ‘flow’. Maar misschien wil je eerst weten wat voor type je bent.


De Maan en onze verbinding met de Aarde

In de astrologie speelt de Maan een belangrijke rol in de geboortehoroscoop. De positie van de Maan vertelt iets over onze gevoelens en de rol van de moeder in ons leven. De wassende maansikkel, het astrologische symbool voor de Maan, wordt ook wel gezien als een radar of antenne, onze sensor waar we signalen mee oppikken en verbinding maken met onze omgeving. Haar invloed is zichtbaar en voelbaar in alles wat vloeibaar is: het water, de sappen in bomen en planten, onze lichaamssappen en vooral het hormonaal stelsel van organismen. De Maan in de geboortehoroscoop geeft ook aan waar onze wortels liggen en hoe goed we geworteld zijn.
De Maan in de geboortehoroscoop kan voor heksen een bron van informatie zijn en inzicht geven over onze eigen potentie tot het verbinden met de werkzame krachten in de natuur. De vier elementen vormen een belangrijke sleutel in het duiden van de Maan in de dierenriemtekens.

Hand met klei

Hand met klei (we konden de bron van deze foto niet terugvinden)

De Maan in de luchttekens
Als de Maan in een van de luchttekens staat, heeft deze persoon de neiging om gevoelens te rationaliseren. Met name bij de Maan in tweeling of waterman zal de persoon in kwestie meer moeite hebben met het ervaren van gevoelens. Deze persoon zal over het algemeen ook niet zo makkelijk kunnen openstaan voor het ervaren van bepaalde energieën of krachten. De Maan in weegschaal heeft met haar creatieve inslag en sterke drang naar harmonie en verbinding minder de neiging tot rationaliseren. De luchttekens zijn eerder geneigd om naar de kalender te kijken dan dat zij uitgaan van gevoelens of waarnemingen. De kracht van deze personen ligt in het verwoorden van gevoelens en ervaringen. Als iemand met de Maan in één van de luchttekens leert om gevoelens te ervaren zonder deze te rationaliseren, zal hij in staat zijn om deze prachtig te vertalen tot verhalen, gedichten of rituele teksten. De luchttekens zijn de bewaarders van traditie en kennis!

De Maan in de vuurtekens
De vuurtekens staan bekend om hun impulsiviteit en wilskracht. Het vuurelement wordt ook geassocieerd met onze intuïtie. Een persoon met de Maan in een van de vuurtekens is dan ook heel goed in staat om instinctief en intuïtief aan te voelen. De associatie tussen intuïtie en vuur is de astrologie waarschijnlijk binnengekomen door bekende astrologen die zijn opgeleid in de Jungiaanse psychologie. De belevingswereld van vuurtekens is een grote ketel waar allerlei inspiratie en creativiteit uit opborrelt. Hun actieve gevoelsleven en drift kan veel innerlijke onrust en gebrek aan concentratie veroorzaken. De vuurtekens zijn vaak sterk gericht op zichzelf en hebben dan niet door dat andere mensen hen niet bijhouden. Als deze personen werken aan hun zelfbeheersing en concentratievermogen zullen ze een bron van inspiratie zijn voor de mensen waar ze mee samenwerken. De vuurtekens zijn hoogvliegers en moeten vaak leren met beide benen op de grond te staan, zodat ze beter in staat zijn gebruik te maken van het talent om te werken met de natuurlijke krachten en de cycli van de Aarde.

De Maan in de watertekens
Personen met de Maan in een van de watertekens zijn van nature heel ontvankelijk en sensitief. De Maan staat hier in haar eigen element en haar eigenschappen komen hier het meest tot hun recht. Ze voelen zich sterk verbonden met het water en gaan zelf gemakkelijk mee met de getijden van de Aarde, de Maan en de cyclus van de seizoenen. Deze personen hebben van nature een antenne om veranderingen in de atmosfeer om hun heen feilloos op te pikken. Het verschil met de vuurtekens is dat de watertekens receptief werken. Ze komen niet in beweging, ze laten de beweging op hen af komen. Ze kunnen geheel opgaan in ervaringen en gevoelens. De valkuil voor deze personen is dat ze de grenzen tussen zichzelf en anderen niet goed bewaken. Ze worden dan sponzen voor andermans negatieve energie en zij zullen zich daarvoor moeten leren afsluiten. Ook is het voor de watertekens belangrijk om de realiteit niet uit het oog te verliezen wanneer zij veel werken met magie en de astrale wereld. De watertekens zijn geboren genezers, hebben aanleg tot voorspellende vermogens en staan het makkelijkst open voor het ontvangen en kanaliseren van energieën.

De Maan in de aardetekens
De aardetekens zijn heel praktisch en gaan net als de luchttekens alleen af op wat feitelijk is. Het verschil tussen aardetekens en luchttekens word weer bepaald door de richting van hun energiepatroon. Lucht is een projectief element, het is een toeschouwer van wat er gebeurt en maakt daar een analyse van. Aarde is net als water een receptief element, ze laat iets op haar afkomen en door middel van haar zintuigen ervaart ze wat het is. Personen met de Maan in een van de aardetekens kunnen verzanden in het alleen willen openstaan voor wat op het eerste gezicht te ervaren is. Ze hebben ook de neiging om gevoelens te veel pragmatisch te benaderen. Uiteraard zorgen deze vermogens wel voor een stevige gewortelde basis om vanuit te werken, maar kan het deze personen ook weerhouden van een wezenlijke ervaring van datgene wat ze voelen. Het is voor de aardetekens heel belangrijk om vaker voor de onconventionele aanpak te kiezen. De brug die ze kunnen maken tussen de gevoelens en de zintuigen, stelt ze in staat om ten volle open te staan voor een verbinding met de natuurlijke cycli. De aardetekens kunnen hun vermogen tot gewaarworden gebruiken om vorm te geven aan rituelen en vieringen.

Weet je nog niet wat je Maanteken is? Neem dan een kijkje op deze calculator.


Jaarritme
Er zijn cycli die lang tevoren vast staan: de banen van zon en maan, sterren en planeten en de getijden. Maar wanneer het land ‘wakker wordt’ na de winter, dat verandert van plaats tot plaats en van jaar tot jaar. Wanneer begint de energie weer te stromen? Hoe weten de vogels wanneer ze een nest kunnen gaan bouwen? Wat maakt dat de planten en bomen uitlopen? Er zijn verschillende signalen. De lengte van de dag is er een van: na midwinter wordt het elke dag een beetje langer licht. De gemiddelde temperatuur overdag en ’s nachts is een ander kenmerk. Dat gaat wel eens fout: in 2012 was het in januari erg warm en zonnig. Je zag de narcissen boven de grond komen, en een enkele knop ging zelfs al open. Daarna sloeg het weer om, en kwam er een lange periode van kou en sneeuw. Planten en dieren zijn afgestemd op het ritme van het seizoen. Hoge temperaturen vroeg in het jaar, betekenen dat planten eerder gaan bloeien. Insecten ontwikkelen zich vroeger en vogels leggen eerder eieren. Trekvogels die terugkomen van een overwintering in het zuiden, komen dan te laat.
De ‘Natuurkalender’ is een project dat jaarlijks een aantal ontwikkelingen in de natuur registreert. Vrijwilligers laten het weten als ze voor het eerst speenkruid zien bloeien, de tjiftjaf gehoord hebben of voor het eerst in het jaar door een teek gebeten zijn. Het blijkt dat veel waarnemingen steeds vroeger in het jaar worden gedaan. Maar voor ons is het goed om te kijken naar de planten en dieren die genoemd worden. Deze houden zich aan een ritme: de planten bloeien niet het hele jaar door, de zwaluwen duiden aan dat het zomer is. Let zowel op de natuurkalender als op de natuur zelf. Je hoort het als de vogels een partner proberen te versieren. Een koolmees op liefdespad klinkt anders dan gedurende de rest van het jaar.


Oefeningen om natuurtalent ontwikkelen

Methode 1: ga elke dag op hetzelfde tijdstip naar buiten en neem waar. Voel hoe de lucht aanvoelt: warm of koud, droog of nat? Wat zie je, wat hoor je, wat ruik je? Hoe staan de bomen in je straat erbij? Welke planten zie je opkomen en bloeien? Leer ze kennen door ze op te zoeken in een flora. Welke vogels zie je, en hoe gedragen ze zich? Neem de hond mee of doe de oefening op je fiets onderweg naar werk of school. Maak aantekeningen van je waarnemingen.

Methode 2: ga op verschillende tijdstippen naar buiten en neem waar. Ga naar het stadspark, naar bos, hei, strand of weidegebied. ’s Morgens vroeg, aan het eind van de middag, als het donker is. Ga gerust met een vriend(in) of familie, maak er eventueel een uitje van. Maar let ook op wat er groeit en bloeit, en hoe het erbij staat. Probeer uit te vinden waar in jouw omgeving graan groeit, waar bieten of aardappelen worden verbouwd. Zijn er imkers in de buurt? Ga mee met een excursie onder leiding van een ervaren gids en leer zoveel mogelijk over planten en dieren. Maak aantekeningen.

Methode 3: ga zelf tuinieren, of bier brouwen, of verzorgingsproducten maken. Leer van iemand die er ervaring mee heeft, of leer het jezelf aan uit een boek of van een website. Als je een cake bakt, zet je die voor een bepaald aantal minuten in de oven. Maar je gebruikt niet alleen je kookwekker en thermometer om te bepalen of de cake gaar is. Het is ook aanvoelen – met een breipen in de cake prikken of met een houten lepel erop kloppen – en ruiken. Ontwikkel je gevoel voor het ambacht dat je hebt uitgekozen.

Methode 4: kijk om je heen in de plantsoenen wanneer er gesnoeid wordt. Zie wat er in de winkels en op de marktkraam ligt aan groenten en fruit, en snijbloemen. Kijk waar het vandaan komt. Past het bij het seizoen? Heb je een tuin of ken je iemand met een moestuin? Vergelijk dan wat daar staat met het aanbod in de winkels. Beoordeel of het ‘klopt’.


Twee reeksen feesten
Wicca kent acht jaarfeesten, maar eigenlijk zijn dat twee reeksen van vier feesten. De zonnefeesten hebben een vaste datum die je lang tevoren kunt opzoeken. Midwinter is rond 22 december; midzomer rond 21 juni. Dat zijn de ‘equinoxen’ ofwel de momenten dat de zon op het verste punt staat in zijn jaarlijkse cyclus. De equinoxen zijn de momenten waarop de zon precies halverwege staat. Dat is meestal op 21 maart en 23 september. Monumenten zoals Stonehenge en Newgrange geven precies aan op welk moment de zon opkomt op de kortste dag.

Tussendoor zijn er de ‘cross-quarter days’: de feestdagen tussen deze scharnierpunten. Dat zijn de feesten Imbolc, Beltane, Lughnasadh en Samhain. Imbolc (in de buik) ofwel Oimelc (ooi-melk) is het feest van het eerste leven begin februari. We vieren dat de eerste planten weer ontluiken, en dat er lammetjes worden geboren. Beltane viert rond 1 mei de vruchtbaarheid in al zijn aspecten: vanouds stonden de gewassen op het land en het vee centraal. Vroeger was ook de fysieke vruchtbaarheid van de mens van belang. Nu speelt dat minder een rol, maar gaat het om vruchtbaarheid in het werk en in relaties. Om creativiteit en om succesvol zijn in wat je onderneemt. Lughnasadh is ook wel bekend onder de naam Lammas, dat komt van (H)loafmas, brood-mis: begin augustus wordt het graan geoogst. Daarna komt de oogst van appels en peren, en in zuidelijker streken zijn de druiven rijp. Als het jaar om is, op Samhain, moet alle oogst van het land zijn. Dan begint het nieuwe jaar weer met de donkere periode.

Lughnasadh-brood in de vorm van graan

Landbouw en religie 
Paganistische religies zijn altijd verbonden geweest met het land. Dat is de oorsprong van het woord ‘Pagan’. Maar als je er goed naar kijkt, zijn alle religies en godsdiensten gericht op de vruchtbaarheid van het land. Elke religieuze stroming heeft een jaarcyclus, en kent feesten die de seizoenen vieren. Denk aan het Perzische Noroez (lentefeest), aan Pesach, Holi Phagwa, het Chinese Moon Cake Festival. De protestantse biddag voor het gewas en dankdag voor het gewas vallen aardig samen met onze heidense feesten! De Biddag voor Gewas en Arbeid op de tweede woensdag van maart, de Dankdag voor Gewas en Arbeid op de eerste woensdag van november. Nou maakt het nogal verschil waar in Europa je woont: in het Middellandsezeegebied kun je veel eerder beginnen met zaaien dan in het noorden, waar eerst de vorst uit de grond moet. Je ziet al verschil binnen Nederland. Als de vlier in Utrecht al is uitgebloeid, openen zich de eerste bloemen in Friesland. En het verschilt per gewas wanneer het gezaaid moet worden en wanneer het rijp is. Maar ergens in het voorjaar is het tijd om te zaaien, en in de loop van de zomer of herfst is het tijd om te oogsten. Dat vier je pas als er daadwerkelijk geoogst is. Alleen al omdat alle handen nodig waren op het land voordat de schuren vol lagen.

Magie was erop gericht om een goede oogst te verkrijgen, en om de gezondheid te bevorderen van de mensen en dieren in de gemeenschap. Als het te koud of te nat is, kan er niet worden gezaaid. Als het vriest terwijl de fruitbomen bloeien, zijn er misschien dat jaar geen vruchten. Blijft het lang droog, dan verschrompelen de bonenplanten. Is het lang nat, dan schimmelen de bieten, kolen en andere groenten en het zachte fruit. En als alles goed lijkt te gaan, kan één hagelbui of storm in de zomer het graan wegvagen. Ook laat in het jaar moet het niet al te nat worden, anders rotten de aardappelen weg in de grond. Kortom: de landbouw kan wel een beetje steun gebruiken. Van de Goden, van de mensen die contact hebben met de Goden: heksen en magiërs.


5 tips voor het vieren van de jaarfeesten

1. Verdiep je in folklore en mythologie van oude culturen. Specifiek die van je eigen voorouders, of een cultuur waar je op een andere manier aan verbonden bent. Gebruik daar uit wat voor jou interessant is. Wees niet bang om te experimenteren en reconstrueer het materiaal tot iets wat bruikbaar is voor jou jaarviering. Vaak werkt dit veel beter dan het overnemen van rituelen uit de bekende heksenboeken.

2. Gebruik je intuïtie! Niet alles in een ritueel hoeft voorbereid te zijn. Door ter plekke ruimte te geven aan wat er in je opkomt open je de deur naar nieuwe mogelijkheden. Spontaniteit en enthousiasme zijn goede eigenschappen om aan te spreken. Doe ook eens een ritueel waarbij je alleen je stem gebruikt en geen handelingen uitvoert, of juist het omgekeerde. Je leert op deze manier ook voorbij je eigen denkraam te kijken.

3. Werk met divinatie, visioenen en dromen om je rituelen vorm te geven. Om inzicht te verkrijgen in de onderliggende patronen van de natuurlijke cycli kun je heel goed gebruik maken van Tarot of een ander orakel. Aan de hand van die inzichten kun je een ritueel verder vormgeven. Als je in staat bent bewust te dromen kun je ook inspiratie halen uit de verhalen die voortkomen uit je onderbewustzijn.

4. Ga naar buiten en gebruik datgene wat daar voor handen is. Onderzoek wat er in je omgeving allemaal groeit en bloeit en wat er verder te vinden is aan materiaal wat gerelateerd is aan het seizoen. Je kunt eventueel iets mee nemen van buiten om in je eigen ritueel te gebruiken. Ook is het heel interessant om goed waar te nemen wat er in de natuur speelt en dit in je ritueel uit te beelden. Dat kun je doen door middel van toneel, dans of het maken van muziek.

5. Wees je bewust dat jouw eigen intenties de wetten van tijd, ruimte en werkelijkheid overstijgen. Soms kun je iets doen omdat het op dat moment voor jou belangrijk is. Stel je dus niet altijd afhankelijk op van wat de natuur om je heen doet. De juiste plaats en het juiste moment kun je zelf creëren. Je zult merken dat de natuurkrachten daar ook gehoor aan geven. Dat is de wisselwerking in de persoonlijke relatie tussen jou en de natuur.


Natuurreligie?
Wat vier jij eigenlijk in je rituelen? Sta je stil bij wat er in de natuur gebeurt? Besteed je ook aandacht aan de landbouw, en aan het land zelf? Paddy Slade beschrijft in Natural Magic hoe ooit de meimorgen in heel Europa werd begroet met een dans. De dansers stampten met hun voeten in een ritme van EEN-twee-drie om de aarde te wekken, klaar voor de zomer. Volgens haar wordt het in Cornwall nog steeds gedaan, “misschien is dat waarom ze in dat zuidwestelijke gewest betere zomers hebben dan elders in Groot-Brittannië”. Ook dansen en springen om te laten zien ‘zo hoog moet het graan worden’ was ooit gebruikelijk. In het Morris-dansen zie je nog sporen daarvan. Doen we dat nog, over de bezem springen die ‘zo hoog’ wordt gehouden, zoals ook Raymond Buckland beschreef in Witchcraft from the inside? En doen we dat dan buiten, waar gezaaid is, of houden we onze rituelen binnen? Het zou goed zijn om eens te horen hoe iedereen hiermee omgaat.
Houd je rekening met de stand van de maan, of die precies vol is, of ‘wassend’ of afnemend? En maakt het uit waar je woont, of dat op zand is, op klei of op veen? En wat voor type jij bent?

Discussieer mee, op de Facebook-groep van Silver Circle. Of laat een korte reactie achter onder dit artikel.

Bliss en Jana.

Geplaatst in Artikelen | Getagged , , , , , | 3 reacties