Kolonisten

Sinds een heel lange tijd, zo lang dat niemand aan boord zich meer precies kon herinneren hoe lang, reisden ze in hun kunstmatige wereld, hun ruimteschip.

Er waren natuurlijk de scheepsjournalen met verslagen van hoe het in het begin geweest was, aan boord leven, maar die werden allang niet meer bijgehouden.

Daarvoor waren ze al te lang onderweg.

Ze waren vertrokken vanaf hun planeet in een zonnestelsel dichtbij het centrum van het heelal en waren almaar doorgereisd naar de buitenkant.

Door de expansie van het heelal was dat gedoemd een oneindige reis te worden en ze hadden op hun tocht al onnoemelijk veel galactische stelsels en de daarbinnen gelegen zonnestelsels aangedaan, op zoek naar een voor hen leefbare wereld.

Dat was behoorlijk tegengevallen.

Je zou toch mogen verwachten dat er in een oneindig heelal met een onbenoembaar aantal planeten ergens dichterbij hun thuisplaneet wel een geschikte woonplaats gevonden had kunnen worden, maar nee.

Aan de zwerftocht van eeuwen en eeuwen leek maar geen einde te komen.

Bij het spitten in de scheepsarchieven waren ze er achter gekomen dat wat ze hun thuisplaneet noemden, eigenlijk een plaats was waar ze na veel omzwervingen pas terecht waren gekomen.

De oorspronkelijke afstammingsplaneet lag heel ergens anders, veel verder naar de rand van het heelal toe. Die was destijds verlaten omdat hij dreigde ten onder te gaan aan een teveel aan straling, veroorzaakt door het langzame oplossen van de ozonlaag, de hele planeet dreigde daardoor steriel te worden. Hierop werd besloten dat ze allemaal zouden vertrekken en de planeet bij hun vertrek zo schoon mogelijk zouden achterlaten, zodat nieuw leven een kans zou krijgen mocht de ozonlaag zich toch weer herstellen.

Ze hadden alle sporen van hun bewoning uitgewist en op strategische plekken in de oceanen wat eencelligen uitgezet, die zich misschien tot een hogere levensvorm met bewustzijn zouden ontwikkelen.

Daarna hadden ze zich ingescheept en waren vertrokken, naar een nieuwe bestemming dichtbij het centrum van het heelal. Een reis van eeuwen, maar daar hadden ze dan ook een geschikte nieuwe planeet gevonden en daar hun beschaving opgebouwd.

Totdat hun zon dreigde supernova te worden en ze ook daar vandaan weer moesten vertrekken.

Nu ze, naar bleek voor de tweede keer in het bestaan van hun ras, van hun thuisplaneet waren verdreven en ze al zo lang onderweg waren, hadden ze besloten dat ze, omdat er maar geen geschikte nieuwe planeet gevonden kon worden, op weg zouden gaan naar hun oer-afstammingsplaneet en hadden de koers gewijzigd.

De leefomgeving aan boord was hetzelfde als die op hun planeet was geweest voordat die door het ontploffen van hun zon werd weggevaagd. Het eten werd gekweekt in aparte ruimtes en de klimaatbeheersing was perfect: temperatuur, luchtvochtigheid en zuurstofgehalte waren helemaal aangepast aan hun levensbehoeften.

Eindelijk kwamen ze in een veraf gelegen zonnestelsel terecht. Het zag er wel aardig uit, zo’n beetje op een kwart van de rand van het galactisch stelsel. Volgens de boordcomputer moest zich in dit stelsel hun eigenlijke thuisplaneet bevinden.

Er cirkelden een aantal planeten om de zon, een stuk of negen à tien.

De derde planeet vanaf de zon zag er wel mooi uit: blauw en wit en groen, zo op het eerste gezicht voor hen geschapen. Jawel, dat was hem! Hier kwamen ze oorspronkelijk vandaan. Ze verlegden hun koers en vlogen direct op de mooie planeet af. Hij was werkelijk prachtig, alleen nu ze dichterbij kwamen zagen ze op sommige stukken afwijkende kleuren: bruin, grijzig, rood en geel in soms felle, soms wat vieze tinten. En boven sommige gedeelten hingen grote grauwe nevelwolken, alsof er beneden iets in brand stond. Hmmm, dat kon weleens een woekering zijn van de eencellige organismen die ze in het verre verleden hadden uitgezet om zich tot nieuw leven te ontwikkelen, je had natuurlijk altijd kans dat dat ging woekeren en de zuurstof, die ze zo hard nodig hadden, wegnam.

Voordat ze gingen landen en herkoloniseren, hun oeroude geboorterecht opeisen, moest er maar eerst een ontsmettingsmiddel worden gebruikt om die vieze plekken te neutraliseren.

Er waren wel richtlijnen voor hoe te handelen als ze een voor hen geschikte planeet zouden vinden, maar die zaten ergens verborgen in de software die het schip bestuurde en er zaten wat gaten in het geheugen van de boordcomputer. Dat kon ook niet anders, na eeuwen en eeuwen te hebben blootgestaan aan allerlei kosmische straling.

Bovendien, het was uiteindelijk toch hùn planeet, nietwaar?

De ontsmettingscapsules werden klaargemaakt en gericht. De werking van zo’n capsule was dat hij op de plek van inslag openging en ringvormig, om de hele planeet heen, een baan ter breedte van duizend kilometer zou ontsmetten, van de juiste hoeveelheid zuurstof voorzien en korte metten maakte met alles wat er volgens de originele specificaties van die planeet niet thuishoorde; dat werd allemaal tot in z’n atomen uit elkaar gehaald. Alleen de aanwezige plantengroei werd gehandhaafd.

Vanaf de witte poolkap bovenaan tot die aan de onderkant werden in een rechte lijn tweeëntwintig capsules gericht en afgevuurd.

– – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – –

Het hele snelwegennet stond weer vast. Jakkes, dat was ook elke dag hetzelfde. Tijd dat hij met pensioen ging en zich terugtrok op zijn groentetuin.

Op de radio hoorde hij het al: in verband met mist en regen stond er in het hele land bijna 600 kilometer file. Zuchtend schoof hij wat onderuit in zijn stoel en tuurde door de voorruit naar de bewolking. Hé! Daar kwam wat uit de wolken tevoorschijn, het leek wel een Zeppelin. Alleen gingen die nooit zo hard en zeker niet recht op de grond af. Nou, het was te hopen dat het ding ergens in een van de schaarse weilanden terechtkwam waar het verder geen schade kon aanrichten.

Toen het ding de grond raakte was er een enorme flits en daarna niets meer.

Niemand heeft ooit geweten wat de aarde geraakt heeft.

 

Anne

Geplaatst in Artikelen | Getagged , | Reacties uitgeschakeld voor Kolonisten

De boom in vluchten

Het is alweer een poos geleden. Ik zat nog op het VWO, en ik vond het leuk om af en toe een stuk over de Veluwe te fietsen. Ik bedacht dat het wel een leuk plan was om alleen, in het nachtelijke donker, naar het Kootwijkerzand te gaan. Dat is een grote zandverstuiving omgeven door bossen. De maan scheen helder dus ik kon nog wel een beetje om mij heen kijken. Alleen in een groot bos bij een grote zandvlakte, in het donker.

Ineens hoorde ik een bijna buitenaards gebrul. Alsof een groot monster uit oude tijden weer tot leven gekomen was. Het leek vlakbij! Ik werd best wel bang. Wat kon ik doen? De boom in natuurlijk! Bomen genoeg!

Die boom, daar heb ik wel minstens een kwartier in gezeten. Misschien wel langer. Ik zat daar maar. Hoe lang zou ik er moeten zitten? Tot het morgenlicht? Zat ik me niet voor niets zo bang te maken? Als het een wild zwijn was, dat agressief was, dan was het nog wel gevaarlijk ook… maar was het monster wel dichtbij? Het geluid draagt erg ver over zo’n zandvlakte. En in het donker, en vooral als je alleen bent, werken je zintuigen anders: ze zijn gevoeliger, of er is minder ruis, hoe dan ook, misschien was het beest wel ver weg. Net als de waakhonden wier geblaf af en toe hoorbaar was. Ik wist dat die honden minstens drie of vier kilometer ver waren.

En toen bedacht ik me dat het ook wel eens burlende herten zouden kunnen zijn. Die maken van dat soort geluiden in de paringstijd. Op de website van het Park Hoge Veluwe staat het als volgt omschreven:

Het burlen is een machtig geluid, het beste te omschrijven als iets dat tussen het brullen van een leeuw en het loeien van een stier in zit.

Even terug, naar een behoorlijke introductie. Hoe kwam ik eigenlijk zo? Nou… mijn moeder nam me altijd mee naar buiten. Als kind zat ik bij de welpen en de verkenners van Scouting, waar we op kamp nachtspelletjes deden. Later zat ik ook nog even bij de NJN (Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie). Bij de NJN gingen we een keer ’s nachts vleermuizen spotten en dan merk je al dat het allemaal anders aanvoelt. Bij Ninjitsu moesten we soms oefeningen geblinddoekt doen. Dus zo groeit dat een beetje. Helaas ben ik de meeste natuurkennis weer kwijtgeraakt, maar kamperen en buitensport doe ik nog graag. Rond een kampvuurtje zitten in het donker, wie wordt daar nu niet gelukkig van?

En zo komen we bij het thema. Duisternis. Rondlopen in de nacht, soms de letterlijke nacht, soms de nacht van de ziel. Je zintuigen staan op scherp, en als je niet gek wilt worden en uren in een boom wilt zitten, dan kun je van binnen ook maar beter net zo koel, stil en duister zijn als je omgeving. Gelukkig is er vaak dat kleine beetje maanlicht dat dingen zichtbaar maakt, of soms een mooi kampvuur waar je warmte kunt vinden. Tot het morgenlicht weer opkomt.

De Spaanse monnik en mysticus Johannes van het Kruis (1542-1591) staat bekend van het naamloze gedicht dat bekend geworden is als ‘Donkere nacht van de ziel’. Het gaat over de verlorenheid, hopeloosheid en bijna depressieve toestand waarin iemand zich kan bevinden voordat de ziel het contact weet te vinden met het heilige.

De psycholoog Carl Jung (1875-1961) zag daarin een overeenkomst met de nigredo, het “verzwarten”, een vroege fase in een alchemisch proces. Meer vergelijkingen dringen zich op. De nacht die aan de dag vooraf gaat, de reis die de zon door de onderwereld maakt in de nacht, de eigen onderwereld (“Schaduw”), de geesten die tijdens Samhain weer nader komen, ontgroenings- en initiatieriten, de persoonlijke crisis als middel tot persoonlijke groei, de nieuwe maan en volle maan die elkaar altijd opvolgen, kortom de afwisseling van toestanden.

De les lijkt in al die dingen steeds te zijn: loop niet weg voor de duisternis. Ergens is er een klein lichtje, er komt weer een nieuwe morgen. Maar die morgen wordt pas goed en vruchtbaar als de lessen die de duisternis ons geeft ook echt geleerd worden. Dat is een andere boodschap dan die van de positiviteits-guru’s, die het donkere aspect lijken weg te wuiven. Het is ook geen pessimistische boodschap, want er valt te leren in het donker, en bovendien is het niet altijd duister.

De vier windrichtingen, de vier fasen van de maan, of de vier fasen van de zon: slechts één ervan is in duisternis gehuld. De andere drie staan in een ander teken. Iemand die enkel in duisternis leeft is niet gezond en heeft misschien hulp nodig. Iemand die nooit de duisternis ervaart staat stil. We leven in alle seizoenen, letterlijk en figuurlijk, niet altijd van harte, maar altijd mee in de beweging. Je kunt ze dan maar net zo goed volledig ervaren en ontvangen wat het je geven kan. We gaan nu richting de donkere dagen. In het donker zijn je geest en zintuigen scherper. Of was dat al eerder gezegd?

Evert, 2016-09-27

Geplaatst in Artikelen | Getagged , | Reacties uitgeschakeld voor De boom in vluchten

Following the Sunwheel

Following the Sun-Wheel

The Shape of My Practice

by Ian Elliott 7-24-16

Dedicated to my High Priestess, Wendy Morris

I am a third degree Celtic witchcraft elder. I live in Norway, a country with covens few and far between. I helped found a coven still thriving in Colorado Springs, with my high priestess, Wendy Morris. I moved to Norway eight years ago to be with my family, but I maintain contact with the coven in Colorado and my close friend Wendy. I have been solitary for some years now, and have developed a style of solitary witchcraft which I would like to share with all who are interested. My practice follows the paradigm of the Sun Wheel, which many will recognize in its calendar form, the Wheel of the Year. However, it is not necessary to practice it on the calendar dates, though that is beneficial, especially if you are in a coven. I will begin and end my description in the North, the Place of Power.

*

Witches chart their sacred occasions around the year on ‘the Wheel of the Year’. The wheel resembles a compass, with the eight sabbats marked out on the eight cardinal and intermediate points. Thus, Yule corresponds to the northern point, Ostara to the eastern, Litha to the southern point, and Mabon to the western, with Imbolc, Beltane, Lughnasadh (or Lammas) and Samhain mapped to the northeastern, southeastern, southwestern and northwestern points, respectively.

The Wheel of the Year can also be used to map the lunar month and the twenty-four hour day. The winter solstice (Yule), the dark moon and midnight correspond to the northern point at the top of the wheel. By following the Wheel, witches and other Pagans can align themselves with the energies of those times.

In addition, the four quarters, marked out on the wheel by the lines connecting the intermediate points (northeast to southwest and southeast to northwest), correspond to the four classic elements 1 of earth (northern quarter), air (eastern), fire (southern) and water (western quarter). These elements contain inner elemental powers, the four powers of the Magus: to keep silent or be still (north), to know (east), to will (south), and to dare (west). The ongoing purpose of witchcraft is to cultivate the four elemental powers in one’s life in a balanced fashion.

Once she is dedicated to learning the Craft for a lunar year and a day, the apprentice witch’s natal horoscope is charted, if birth information is available. The planets’ positions in the various signs are noted with respect to the elements of those signs, and in this way the tasks chosen for the present incarnation are indicated, in order to achieve a better balance among the four elements. As the balance between the elemental powers improves, the fifth power of the Magus gradually becomes available to the witch, the power to go, meaning to go on astral journeys up and down the inner pillar, exploring the various worlds or dimensions encountered along the way.

In my own case, I have most planets in air signs, then in water, then a few in earth and none in fire. This is presumably because I have already done fire work in past lives and now I am meant to emphasize the other elements in that order. Thus, I began by cultivating knowledge (air), then daring (water; daring to explore the unknown), then stillness, both mental and physical (earth), and, as a final touch, will (fire). I am beginning to make astral journeys, first from a state of lucid waking, 2 and subsequently from lucid dreaming, dreaming while being aware I am in a dream. Both are springboards to traveling up and down the inner pillar, cognate with the World Pillar or the trunk of the World Tree.

The Sunward Path

In witchcraft we say that words will have power if we do not tell lies. We are not constrained to tell the truth on every occasion, but have the option to remain silent instead. This is following the sunward path with our speech, and if we do this, the Sun will empower our words. In the same way, if we promise to do something, we should expend every effort to keep that promise. Not to do so is another form of lying. If circumstances prevent us from keeping our commitment, we should explain this to whomever we made our promise, and offer an alternative. Otherwise, our word will be doubted, and we shall have to pull the weight of a broken commitment behind us. That will inhibit and diminish our magical power.

The sunward path is the path of optimum use of energy. It is not an ethically prescriptive path. It does not say, unconditionally, do not lie. It says, “If you want to make the best use of your energy, either tell the truth or remain silent.” It is similar to the Rede, which means advice. “If you want to be free to do as you will, harm none.”

The Hindu teaching about this states that if we take our journey through life facing the Sun (and therefore following the Sun), the shadow of pleasure will follow us. If we turn our backs on the Sun, the shadow of pleasure will ever recede before us. The shadow takes the shape of our own outline, but omits our substance. Thus we will never succeed in catching our shadow.

This does not mean that the witch abstains from pleasure. She is not running from her shadow, and accepts pleasure as it comes to her, but looks toward the Sun, the light of truth and Self-knowledge. As the Sun lightens the world, it both symbolizes and embodies truth.

Cultivating the Elemental Powers

In order to cultivate the four elemental powers of knowledge, will, daring and silence, a certain amount of free energy is necessary. This energy is usually in short supply, because it has been appropriated by habits conditioned by society and largely squandered. The key to accessing and cultivating elemental powers, then, lies in saving what little free energy we possess.

In each quarter, the business of cultivating elemental power goes through four phases, corresponding to the three lunar phases of purification, consecration and charging, and culminating in the ‘earthing’ phase of the dark moon. This last phase lies on the transition point to the next quarter. Thus, the earthing phase of the northern quarter lies on the Imbolc northeastern point, overlapping a little with the quarters of Earth and Air.

Purification is governed by the Maiden and the waxing phase of the moon, and consists in freeing up a portion of our everyday energy, thus creating space for the influx of elemental power. Before we can receive something new, we must let go of the old. Once space has been created, the accumulated power can be put to some focused use. This is consecration, governed by the Mother and the full moon phase. As power continues to accumulate and be channeled into the consecrated purpose, it becomes magnetic, as it were, capable of creating real change in the witch’s habits and perceptions. This is charging, the harvest of power governed by the Crone and the waning moon. These phases need not occur during the actual lunar phases, for ‘she is old or young as she pleases,’ but timing to the lunar month invokes the Lady’s special assistance. Finally, the cultivated power sinks into the witch and becomes second nature, part of her emerging magical personality.

The work of cultivation takes two forms, which may be called practice and praxis. Practice involves performing or inhibiting certain actions at set times and, when possible, set places, preferably on a daily basis. Praxis, a word I am adapting, consists of small actions taken randomly throughout the day or night when we think of them. Both practice and praxis are necessary to cultivation, and should support each other.

The linchpin of praxis is to bear in mind the words “my energy.” At any given moment, you have the freedom to observe what is capturing your energy, and to decide to withdraw your energy from it if you so choose. “My energy, my choice” is the motto of praxis. This is especially important in moments of negative expression, such as voicing irritation, which can whittle away our energy, or outbursts of anger, which can consume all the magical energy freed over the course of a day.

North

In the quarter of the north, praxis involves restraining certain habits of nervous motions when they start up: twitchings, scratchings, tapping the foot, and other small nervous movements which, taken collectively, consume a large amount of our energy each day and promote mental unrest. When some energy has been saved and accumulated through praxis, the witch can try sitting still at certain times of the day, further quietening down the body through regular practice.

As the body begins to be still, the restlessness of the mind comes to the fore. The witch now realizes the point of cultivating stillness, and the full moon phase at the northern point begins, through meditation.

Since the witch is left free at this point to choose how he or she will meditate, I can only describe my own experience. As I close my eyes, I notice my phosphenes 3 briefly, then my current thought patterns emerge. 4 I note them as they recede, and presently I am able mentally to slip between them, falling a little down my inner pillar to quieter thoughts and feelings. This feels like a sudden mild jerk, as in an elevator which has slipped its cable a few inches, or as we sometimes feel while falling asleep.

My mind is still talking to itself a little, but increasingly it is more like whisperings. The usual feelings and images which accompany me in everyday life recede, and presently older nuances of feeling from earlier times in my life float by. These are accompanied with earlier feelings of my own existence, and I seem to become more flexibly myself, like a deck of cards that has been shuffled and re-dealt. I am still myself – it is still the same deck – but there is a new deal.

I may hit some hot spots at times, old obsessions or enthusiasms, and I try to work around these and continue descending into the quieter depths of memory. I am going down into what witchcraft calls my ‘Deep’. How far I go will depend upon how completely I have cultivated my four elemental powers in balance together. Thus, the power ‘to go’, the power of aether or spirit, is approached gradually through many descents. When I reach the Summerland or Tir-na n’og, and come into contact with my root-soul, I may experience aspects of myself from previous lives. One Vedantin monk who went this far presently got up, quit the monastic order, and went into the desert to study wildflowers. He had never desired to do so in living memory, but apparently he had been a botanist in a previous life.

This means to me that when I reincarnate, my root-soul begins growing a new shoot up into Middle-Earth, and as I live my life here, my shoot or inner pillar keeps growing. The way back down to my root-soul, then, lies through my past memories and feelings.

On the way back up the inner pillar to my body resting in Middle-Earth, many feelings from my ‘Deep’ accompany me. These include the way it felt to be me and alive many years ago, along with insights from those times. As I awake into my everyday attention, these feelings and insights from long ago have at first an uncanny, fermenting effect on my everyday personality, like yeast added to bread dough. At the same time, energy flows more freely through my mind, as some of my usual obsessions have been swept aside by the force of my descent and the arrival of past nuances of feeling. I feel more childlike, for I have more free energy not harnessed by mental foci. Children are playful because much of their energy is not directed by a mental agenda. Perhaps this is a foretaste of that joy reported by witches who have reached the ‘true Sabbat’.

As these nuances begin integrating with the concerns of my everyday life, the flow of free energy in me stirs within, and feelings of inspiration and intuition arise. I have reached the boundary between stillness and knowledge, governed by the Dark Moon; I have arrived at the northeastern point.

East

The northeastern point is celebrated at Imbolc, February 2nd, or, more authentically, February 1st. 5 This is the time when ewes begin to feel the stirrings of unborn lambs in their wombs. Likewise, the witch, having reascended his or her inner pillar, feels the stirrings within of feelings and images recovered from the long past, along with the creativity enjoyed then before it was covered over and forgotten in later years.

This is a joyful phase, recalling the enticements of the elf-maid of Brittany, as she lured young men to the plain of Tir-na n’og, the plain of youth:

Deuit ganin-me da gompezenn al Levenez

O! Mar goufec’h e teufec’h’vit atao!”

Come with me to the plain of Joy.

Oh! If you knew, you would come there forever!” 6

Energy must continue to flow freely in order for the ideas it contains to emerge at the eastern point. The praxis for ensuring this is to catch the mind at the point of continuing past conversations, or anticipating future ones. One simply acknowledges them, thinking ‘that is the rehash,’ or ‘that is the rehearsal,’ and the mind will tend to relax into the present sensuous moment. This prepares it for the encounter with unique energy in the form of music, artistic images, or ideas. The Maiden works with this in the phase of purification when she gradually winnows the free flow of feelings and images from the ‘Deep,’ shaping them towards the eastern point of consecration, when the Mother articulates them as ideas. This is the time to surrender to the new, taking it in as for the first time, as we did in childhood. Too much critical analysis at this point, saying “that sounds (or looks) like x,” will assimilate it to past habit, missing its unique quality. A hallmark of such new ideas is that they are taken in lightly, without strong feelings of partisanship. As children we felt free to learn a large variety of things and enjoyed playing at ideas, strong preferences being formed only later in adolescence.

South

According to my natal chart, I have no planets in Fire, and I have interpreted this as meaning I worked with that element in a past life, so that I need to catch up with the other elements. That being so, I should have an overview of the quarter, and in fact I have. The Sun-Wheel is often depicted in ancient cultures as a swastika, but note it is a sunwise-turning swastika, with the bent arms trailing back to the left, the opposite of the Nazi symbol. To me the swastika resembles a fire-drill, as seen from above. The bent arms are twirled sunwise, with the drill making friction in the flints below, in ‘the Deep,’ thus igniting the fuel at its base.

At the southeastern or Beltane point, it becomes clear how one’s everyday life needs to make room for new knowledge. Old habits must be set aside or redirected. This is the purification phase of Fire, and here the fire-drill comes into play, creating friction between old and new habits, and building that magical heat the Hindus call ‘tapas,’ the fruit of spiritual discipline and austerity, which will rush up from the ‘Deep’ when it has accumulated sufficiently.

The practice of purification can involve something I call the ‘Inventory’. A spell, music or other creative act is a projection of energy, and it requires a conduit to carry the energy involved. Most of our conduits are blocked by past projects we have neither brought to completion nor canceled. By making an inventory of the physical clutter in the home, or of an overcommitted schedule, a witch can discern which projects are worth completing and which should be dropped and forgotten. In the case of the latter, the documents and other debris left over from the unfinished project need to be discarded or put to a different use. In the course of doing this, the witch will acquire practice in putting a project out of mind, a process that is of paramount importance in spellcraft, after the spell is cast.

Every project or task that extends over time requires a groove or conduit to convey the energy from one day to the next. By canceling past projects that are no longer needed or desired, and by completing others, the witch opens up a number of conduits which can serve to convey the energy used in spells. At the same time, beginning new projects makes use of the magic of the beginning, which becomes available increasingly as we get free of ever-pending tasks. The witch moves out of the dead calm of in medias res, always being in the middle of affairs, to the creative space of beginning afresh. New projects are then monitored and dropped if they become bogged down and no longer progress towards their goal.

When home and schedule have been sufficiently freed from clutter, and the work needed to optimize conditions for the new project has been done, the witch has reached the southern point of Litha or Midsummer. The Mother at the full moon phase now consecrates it to action. In case of a spell, the witch may now resort to a book of methods. 7 As the witch practices the mechanics of the spell, or the musician masters the new music, it becomes familiar and second nature. The Crone’s phase of charging lends it a personal style, called ‘the knack’ at Lammas (or Lughnasadh), as symbolized by the sacred loaf baked on that occasion and eaten at midnight.

West

Let us review our journey thus far. In the North, the journey back up the inner pillar brings with it liberated magical energy and psychic materials from ‘the Deep’. At the northeastern point these are integrated with portions of the everyday psyche covertly, in the Dark Moon phase of Imbolc. Every time this point is reached, the magical personality grows and partially replaces the old conditioned everyday personality.

At the eastern point, new knowledge emerges, and is articulated, through ideas, music, art, or the sense of a magical goal.

At the southeastern point, habits and conditions in everyday life are identified which must be changed in order to realize the knowledge physically. This identification is intuitive at first, in keeping with the character of the Dark Moon.

In the south quarter, space is cleared for the spell or other creative work by suppressing or redirecting habits incompatible with its construction. This is followed by the construction of the spell (music, art, etc.) in physical terms. The Crone charges the work accomplished by uniting it with the will, so that at the southwestern point the spell or other work becomes the knack, the personal skill of the practitioner. As in previous Dark Moons, this is accomplished covertly, as symbolized by the oven baking the sacred loaf on Lammas Eve.

The western quarter is the quarter of daring, that is, daring to penetrate the unknown. Its element is Water, which seeks the lowest point and goes around obstacles by taking their shape. The work of Fire replaces many comfortable habits with the new construction of the spell or other creative endeavor. These habits are missed because they provided a sense of orientation; they were shields against the onslaught of the unknown.

In the west the witch goes fearlessly into the unknown, in anything from taking a new route to work to undergoing some form of initiation. The portals of the unknown lie in altered perception or attention. The witch spreads his/her visual attention from where the eyes are pointing to the side, top or bottom of the visual field, and the aural attention to background sounds. As much as can be seen of the head without looking in mirrors or some other reflecting surface is held in the attention. This naturally places the attention on the periphery of the visual field. Background sounds are reproduced mentally as a way of increasing focus on the aural environment.

These practices, or praxes, sound exhausting but are actually relaxing because they switch off our usual sensory filters. The witch becomes one with his/her perceptual environment. Every day is like a day at the beach.

Continual practice or praxis of redirection opens up the body at certain points, such as the muscles at the outer corners of the eyes, to an inflow of energy carrying feelings similar to those encountered in the north, during the journey down the inner pillar. The difference is that now these feelings come up by themselves into the everyday world. At the western point of Mabon one’s dead ancestors and friends may begin showing up in dreams. When they do, they may be invited to attend ‘dumb’ suppers through the month of October, culminating in the great Sabbat of Samhain at the end of the month. In the Craft we say that the human dead are released for visits at Mabon, and the nonhuman dead are added to their number at Samhain, in the emergence of the Wild Hunt.

It is at or around Mabon, the autumn equinox, that the ‘fast’ spell is cast, though a ‘slow’ spell can be cast at Samhain, earthed when finally released. 8 This can be timed to follow the actual wheel of the year, or sequenced with previous work following the Sun-Wheel. The Sabbats celebrate these points around the Sun-Wheel and often witches in a coven will time their private work to draw on the solar energies abundant at those times, but shorter sequences can occur outside the calendrical dates.

The spell, then, may be cast in Circle by raising the Cone of Power, working together with other witches, or some more private method, such as the spell of nine knots, may be used. The important point is that the witch should be open to the spirit world through practices of daring, as described in the examples given above. Note that these are my practices, but other witches may employ visualization, mantra, or a number of other methods.

At the northwestern point of Samhain, the ‘slow’ spell is released into ‘the Height’ and (with the Wheel of the Year), added to the Wild Hunt and earthed with it when it returns to the Underworlds. Thence it will rebound into our world of Middle-Earth and accomplish its magical purpose.

It is now forgotten, as though it had never been, as the witch enters the quarter of silence and stillness once more.

*

Bibliography

Farrar, Janet and Stewart, Spells and How They Work, Custer, WA, Phoenix

Publishing, 1990.

1 In modern terms, these four elements correspond to the solid, liquid and gaseous states of matter, and to observable energy or fire. The fifth point of aether corresponds to more subtle states such as plasma.

2 In lucid dreaming, we are aware of being in a dream while dreaming; in lucid waking, we are aware of being awake while waking. Neither state is taken for granted.

3 Impressions of lights and squiggles produced by the pressure of the eyelids on the retina.

4 In dreams these appear as synopses, defining in advance the current dream-situation.

5 Changed to February 2nd by the Church.

6 From Janet and Stewart Farrar, Spells and How They Work, pp. 95-96.

7 Such as Janet and Stewart Farrar’s Spells and How They Work. See Bibliography.

8 A fast spell is released suddenly, as with the Cone of Power. A slow spell is released gradually, as with candle spells, which are cast gradually as a candle burns down.

Geplaatst in English articles | Getagged , , | Reacties uitgeschakeld voor Following the Sunwheel

Review: The Gods Within

The Gods Within – the Pagan Pathfinders Book of God and Goddess Evocations
Jean Williams and Zachary Cox
Moondust Books. ISBN 978-0-9547498-1-1

the-gods-within-book-cover-2

“Originally produced as a small pamphlet by the Neopantheist Society in 1979, this is a fully revised and much expanded edition”.

Indeed a small volume but full of interesting material. It is also pocket history of the “Pagan Pathfinders”, the experiential group Jean & Zach founded in 1975. Still going strong PP introduced many well-known witches and pagans of today to the world of paganism.

Jean & Zach are also well known for their involvement in the Pagan Federation – since the 1990’s.

“The Gods Within” is divided into two major sections: the how and why of using evocations. The word evocation is specifically used instead of invocation, “ .. traditionally, the occult use of the word evocation has referred to the magical practice of summoning a spirit or demon into manifestation in a triangle set outside a magical circle and to establish command over it, commonly regarded as a rather dangerous operation. This not what we do in PP nor is it the purpose of these evocations. The term is used in a psychological rather than magical sense; the aim is to evoke feelings, images and ideas from within the psyche of the individual”.

After an elaborate introduction, we move on to the “Gods and Goddesses”. Divided into three sets – Graeco-Roman, Egyptian and Celtic – 15 different gods and goddesses are reviewed.

From Aphrodite to Dionysus, from Pan to the Morrigan, each god or goddess is described from mythological attributions followed by an evocation. The evocations follow a certain order and style and together they create a body of recognisable ritual texts.

This is a wonderful addition to any witches’ Book of Shadows.

(Originally appeared in Wiccan Rede, Lammas 2008)

 

Geplaatst in Boeken, English articles | Getagged , , | Reacties uitgeschakeld voor Review: The Gods Within

Recensie: Nevelvrouw

Nevelvrouw, Kind van de wegen, deel 3
Linda Wormhoudt
Uitgeverij A3 boeken, 2016, 246 blz. € 19,50. ISBN 978 94 91557 29 3

cover_nevelvrouw

Na ‘Nephilim‘ en ‘Beschermheer‘ is dit het derde deel van het levensverhaal van Linda Wormhoudt. En ook dit keer heeft ze meerdere lagen verwerkt in het verhaal, en vertelt ze het verhaal vanuit meerdere standpunten.

De zoekende vrouw uit Nederland reist in dit boek naar IJsland, op zoek naar Hella, de godin van het dodenrijk. “Ga naar IJsland en zoek de rivier die naar boven stroomt”, was de boodschap die zij in haar dromen kreeg. Naast een verslag van een reis naar een ander land, is het ook een verslag van een innerlijke reis, een spirituele zoektocht. Het vervolg van de reis die Linda eerder maakte naar Koerdistan en naar Sami-gebied. Ze is nog steeds volger van Odin, maar zal ontmoetingen hebben met andere goden. En met vergeten volkeren: reuzen, trollen, alfen, de huldra.

Na het lezen van het boek weet je veel meer over IJsland dan tevoren. Over het vulkanisme en hoe het landschap daardoor wordt bepaald. Over de geschiedenis van de bewoners, de Denen die als immigranten kwamen en hun Ierse slaven, en over de kolonisatie van Groenland. Maar ook over de oorspronkelijke inwoners van IJsland en de magie die deze verschillende groepen bedreven. Een grote rol spelen de runen, en dan vooral de runen die door de afzonderlijke stammen en personen worden gebruikt. Verloren gegane runen die nu beschreven worden en weer kunnen worden gebruikt. Zolang je ze met respect gebruikt en met toestemming van de krachten waar ze vandaan komen.

Die kennis wordt je soms aangereikt in korte hoofdstukken, en is elders onderdeel van het verhaal. Door de verschillende standpunten zou je kunnen spreken van meerdere verhalen, maar de draden maken samen één kleed, één roman.

Ik heb het vermoeden dat dit – voorlopig? – het laatste deel is van de reeks ‘Kind van de wegen’. De weg leidt ergens heen waar Linda een bestemming heeft. Ook daarover wordt een tip van de sluier opgelicht.

Ik weet niet of dit boek, als roman, iedereen zal aanspreken. Maar ik heb ook dit deel weer verslonden, en weet dat ook anderen niet kunnen wachten om het te lezen. Wie interesse heeft in seidr en runen, wie tussen de regels door kan lezen over een ander wereldbeeld, die zal ook dit boek zeer waarderen. En als het woord ‘rouwvrouw’ je aanspreekt, lees het dan vooral ook.

Geplaatst in Boeken | Getagged , | Reacties uitgeschakeld voor Recensie: Nevelvrouw

De Wijze Vrouw, Lot of Moeder Dood

– bron onbekend –

De Wijze Vrouw is dat deel van de Godin dat soms Lot of Moeder Dood wordt genoemd. Ze wordt vaak als lelijk voorgesteld of gezien, omdat mensen de dood als iets lelijks zien.

In de christelijke religies wordt de dood ontkend en wordt gesteld dat je eeuwig kunt leven, maar de waarheid is dat de priesters dat niet weten.

Moeder Dood is de grote schoot waarin alles samensmelt en waarin alles altijd andere vormen aanneemt. Niet één individu blijft eeuwig leven, maar de Wijze Vrouw schept een oneindigheid van nieuwe combinaties.

Zonder Haar zou niets kunnen leven, omdat alle levensvormen andere levensvormen moeten vernietigen om in leven te kunnen blijven.

Een plant kan worden getransformeerd in vlees van een koe of een mens; koeienvlees kan ook mensenvlees worden als de koe is opgegeten. De lichamen van zowel mensen als dieren kunnen terugkeren naar de aarde om meer planten te laten groeien. Dood vlees kan veranderen in wormen die terugkeren in de aarde of in gassen die terugkeren naar de lucht. Daarom bevinden er zich altijd delen van onze voorgangers rondom ons, misschien zelfs in de lucht die we inademen en het voedsel dat we eten. Al het leven uit het verleden en het heden is één, voortdurend aan veranderingen onderhevig maar in wezen hetzelfde. Geboorte en dood zijn net zo natuurlijk en zo heilig, de twee uiteinden van elke levensduur.

Je kunt de Godin niet volledig kennen voordat de sluier van de dood voor je wordt opgehouden, en je zonder angst in het gezicht kunt kijken dat je versteent.

Soms wordt de Wijze Vrouw voorgesteld als zwart, omdat Zij de uiteindelijke duisternis is. Soms lijkt Ze wit, omdat de winter wit is wanneer de dingen gehuld zijn in kou of omdat de wormen van de dood wit zijn.

De maagd is ook wit, dood betekent een nieuwe combinatie van de elementen en vroeger of later een wedergeboorte.

We zijn net als de bladeren die in de tijd van Samhain vallen; door hen worden we op ons lot gewezen. Er wordt geen enkel individueel blad opnieuw geschapen, maar er zullen nieuwe bladeren komen die het leven van de boom zullen voortzetten.

Iemands eigen leven zal niet voortduren, maar iemands wezen zal weer in de kringloop worden gebracht en het leven zal doorgaan.

Dat is de wet van de natuur, en dat moet genoeg voor ons zijn, want we leven elke seconde van ons leven ondersteund door de natuur, of we ons daar nu wel of niet van bewust zijn.

De mensen zijn niet tevreden met één mensenleven – ze verspillen het omdat ze denken dat het na hun dood aan ze zal worden teruggegeven, maar dat idee druist tegen de natuur in.

Het is beter dít leven lief te hebben zolang het duurt en er zonder spijt afscheid van te nemen.

Maar de mensen zijn bang voor de leegte en bang voor het donkere niet-zijn, bang om het gezicht van de Wijze Vrouw te zien.

Ze stellen zich zelfs liever een hel van eeuwigdurende pijn voor dan dat ze hun vergankelijke kleine zelf voor eeuwig zien verdwijnen in de duisternis…

Kinderen zijn bang voor het donker, maar volwassenen zouden meer moed moeten hebben. Duisternis is de schoot en de graftombe, het begin en het einde. Niets bestaat eeuwig, zelfs de bergen niet, zelfs de sterren niet, zelfs de Goden niet.

Vroeger of later verzwelgt de Wijze Vrouw ze allemaal, want Zij is oneindige tijd.

We zijn allemaal onderworpen aan haar wet van de voortdurende kringloop.

We hoeven niet bang te zijn voor ons eigen heengaan – daarover hebben we net zomin controle over als we hadden over onze geboorte.

 

Anne

Geplaatst in Artikelen | Getagged , , | 1 reactie

2015 Volle maan van de Klif

2015-volle-maan-van-de-klif-011

Een nieuw jaar is begonnen! Alle beren die ik vorig jaar op de weg zag… zijn nooit gekomen! Op zich een mentaal rustig jaar achter de rug. Wel lekker druk geweest met mijn opleiding tot Vitaal Leven Coach, heel wat mensen mogen coachen en zelf veel oefeningen moeten doen m.b.t. ontspanning en ademhaling. Manlief heeft nog steeds geen betaalde baan, dochterlief heeft haar werk opgezegd en loopt momenteel thuis en zoonlief heeft zijn tweede jaar niet gehaald en werkt in de horeca. Allemaal anders dan ik me voorgesteld had… maar voorstellen is fantaseren en kan je een rad voor ogen draaien. En als ik om me heen kijk, dan is alles oké 🙂 We zijn gezond, we zijn gelukkig en we hebben elkaar.

Mijn opleiding is bijna klaar, nog twee examens te gaan en dan mag ik op de samenleving losgelaten worden.

Als ik naar het thema kijk van deze maan: ‘Ruim oude emoties op’ … is me dat mooi gelukt 🙂 en hoe ik me voel… een fiere vrouw!

2015-volle-maan-van-de-klif-015

2015 Volle maan van de Klif

Thema: Ruim oude emoties op

Indiaans sjamanisme: Fiere vrouw

Mijn oog valt net op een mooie zin 🙂 “Je parachute gaat pas open als je springt!” Natuurlijk valt mijn oog niet zomaar op deze zin… niets voor niets! De Klif staat voor het moment in het jaar dat je de sprong mag wagen! De sprong van de Klif, alles achter je latend, de diepte in! Oude zaken en gevoelens mogen achter blijven, omkijken heeft geen zin. Er op vertrouwend dat inderdaad de parachute pas open gaat als je springt!

Het oude jaar voorbij, het nieuwe tegemoet. Wat is er een hoop gebeurd afgelopen jaar! En wat gebeurt er een hoop zo op de scheidslijn tussen oud en nieuw! Het zal zo wel allemaal voorbij komen in mijn volle maan wandelverslag van 27 oktober 2015.

Het is koud! En het is helder! De maan staat tussen de schapenwolkjes te wachten tot ik mijn wandelstaf pak en de deur achter me sluit… vast. Het is leuk om zo’n band te hebben met de maan, ik heb altijd het gevoel dat we communiceren met elkaar. Dik aangekleed, muts op en handschoenen aan. Als ik de hoek van de straat omsla is het ook direct donker. Heerlijk, de wintertijd is het afgelopen weekend weer ingegaan. Nu kan ik direct na het eten gaan wandelen. In de zomer moet ik altijd wachten tot 23.00 voor het een beetje donker is.

De hockeyvelden zijn druk bezocht en de ganzen laten flink van zich horen op de velden. Het is dus allesbehalve rustig. De komende dagen zal het weer ook heerlijk zijn, er komt een fijne nazomer aan!

In m’n hoofd ben ik druk. Alles passeert de revue, het wachten op uitsluitsel van de hockeyclub voor werk voor mijn man, als beheerder voor hun clubhuis. Hij wacht hier ondertussen al negen weken op en in januari is zijn WW afgelopen… het mag dus wel wat sneller gaan. Mijn start met proefcliënten voor mijn opleiding Vitaal Leven Coach. Gelukkig heb ik genoeg animo onder de mensen van de sportschool. En de sportschool is heel erg behulpzaam. Ze hebben reclame voor me gemaakt en flyers en ik mag een ruimte van hen gebruiken. Ik voel me heel bevoorrecht. En zo leuk… ze kondigen mij aan als een collega van hen als ik in de groepen kom spreken over mijn vraag om proefcliënten. En dan nu maar hopen dat ik het allemaal waar kan maken! Een flinke sprong!

En morgen is mijn zoon jarig, 23 jaar! Twee weken geleden is hij uit huis gegaan. Hij studeert nu aan de HKU en is helemaal op z’n plek! Wat heeft hij jaren lopen dolen! Ik kon hem er ook niet mee helpen… hij moest zelf zijn passie zien te vinden. Na een versnelde HAVO gaat hij nu voor Kunst en Economie, tja… dat had ik niet voor hem kunnen verzinnen :-). En overmorgen moet mijn dochter afrijden… ze heeft zich een paar weken terug versproken. Ze had het liever geheim gehouden. Haar theorie heeft 9x geduurd! Nu wil ze ons graag overvallen met haar examen… mislukt! En zo is er heel wat om m’n gedachten over te laten gaan.

En voor ik het weet is de brug naar het buitengebied in zicht. Ik weet nu dat Luca er gelukkig nog is. Ik roep hem weer 3x aan, bij het grote hek, over de velden. Als hij buiten is, heeft hij me gehoord.

Ik overweeg nog even om via de dijk te lopen en het bos aan de achterkant te benaderen. Maar ik ben gewoon te benieuwd welk woord B8 voor mij heeft. Op het pad naar B8 blijf ik even staan. Ik moet nog echt even ‘hier en nu’ komen. Adem in, adem uit, adem in, adem uit… heerlijk, die frisse avondlucht! Jammer genoeg verlichten de hockeyvelden het hele buitengebied… het went. Ondertussen is de grondmist komen opzetten. De verte is beneveld, net zoiets als de diepte voor de Klif! De maan staat er helder boven, mooi contrast. De ganzen zijn ook niet meer te zien in de velden… alleen maar te horen.

2015-volle-maan-van-de-klif-030

Wat beter in het moment loop ik het wilgenpad op. Het gras is net gemaaid, ergens tussen nog wat hoog gras moet het stompje van Boompje staan. Met mijn voet voel ik de hele grasrand door. De maaier heeft ook geweten dat er ergens een stompje is… en heeft daar zijn messen niet aan gewaagd. Tussen het gras vind ik een laag bij de gronds stompje. Niet meer dan een verharding in de grond. Dit is wat er na zo vele jaren rest van mijn oude vriend. Ik zet mijn voet op dit harde plekje. Ik krijg “Afscheid” van mijn oude vriend. Een traan welt op maar zet niet door. Met wat vochtige ogen laat ik deze boodschap tot me doordringen. “Afscheid”, dat is een gevoel dat al een tijd bij me is. Afscheid van misschien wel vele vette jaren nu de bijstand lonkt. Afscheid van mijn eigen Stichting Greenthingz, gelukkig wordt het graag overgenomen door mijn eigen mensen. Mijn opleiding heeft nu mijn volle aandacht nodig. Afscheid van mijn zoon, het is al wat stiller in huis. En misschien op korte termijn, hals over kop, afscheid van mijn dochter… want zij wordt hoofd kostwinner, als wij geen werk vinden voor januari. En dat willen wij niet! Ze heeft zich nu ingeschreven als woningzoekende en samen met een lid van haar dameswielerploeg oriënteert zij zich nu op de Zwolse woningmarkt. En natuurlijk zal Boompje ook het afscheid van ons tweeën bedoelen. Wat een treffend woord weer. En valt het afscheid mij zwaar? Ik weet het niet. Ik voel me regelmatig emotioneel als ik aan onze financiële positie denk. Maar ik weet ook dat juist dit soort situaties poorten opent die je zelf eerst niet zag… of niet wilde zien. Op zich heb ik een hoop achter te laten op de Klif. De vraag is: “Durf ik de sprong aan?” Ik weet nu, dat de parachute pas open gaat als ik spring! Ik bedank Boompje voor mijn mooie woord en ga nog een tijdje bij B8 staan. Met mijn rug tegen zijn volle stam. Het uitstekende takje, dat altijd in m’n kont prikte, is er niet meer… vreemd. Ik kan heerlijk tegen ‘m aan staan… leunen. Heel zachtjes komt “Steun” door. En zo is het ook 🙂 In moeilijke situaties is er vaak wel steun… alleen ik moet het wel horen en zien 🙂 en het ook willen zien en horen! Ik doe het zo graag allemaal zelf 😛

Als ik na de ontmoeting met mijn bomenvrienden het donkere bos in loop, is daar ook weer zo’n inkoppertje: ”Het bos is nooit zo donker als het lijkt!” Ook nu weer is het bos verlicht door het maanlicht. Het licht van de sportvelden dringt niet zover door in het bos. Ik voel me helemaal op m’n plek! En zo probeer ik ook te vertrouwen op de toekomst. Het is vast niet zo donker als dat het er nu uit ziet en wie weet, voel ik me straks helemaal op m’n plek. Want als ik me alleen maar hoef te focussen op mijn opleiding (hopende dat ik de auto en de benzine dan nog kan betalen) en voor de rest niet aan het werk ben… wow, dan hou ik tijd over! Als de kinderen financieel onafhankelijk zijn en hun eigen huishouden runnen, is dat een zorg minder. Mijn man en ik zijn in soortgelijke situatie gestart 28 jaar geleden (alleen had ik toen werk en hij bijstand) en we gaan misschien weer terug naar die tijd… alleen wonen we dan wel samen.

Als ik het bos door ben gelopen, lonkt daar mijn brug van de Klif. Met gemak beklim ik de reling van de brug. Ik schuif direct door naar het midden van de brug. Nu sta ik boven het water. Met mijn schenen leun ik tegen de reling die wat hoger zit. Ik spreid mijn armen (met in mijn hand de hazelaarstaf, anders kwam ik nooit op de reling) en voel. Voel hoe de wind – er is geen wind! – onder mijn vleugels komt… nou, mooi niet dus. Vanuit mijn onderrug keer en wend ik me alsof ik vlieg, van links naar rechts en weer terug. Toch sta ik nog steeds op de Klif. Ik heb een prachtig uitzicht en geniet daar maar van. De sprong of lift (met de wind onder de vleugels) heb ik niet gevoeld. Toch weet ik dat ik zal gaan… alleen niet vandaag! Het is alsof ik ergens op wacht.

Als ik weer beneden op de brug sta, geniet ik van deze plek. Nu ik er over nadenk… ik was voor het eerst op de linker reling gaan staan, al die jaren ben ik rechts gaan staan. Misschien is rechts meer vooruit en links terug? Ik heb nog de tijd om te gaan 🙂 Het hoeft niet vanavond, het kan nog de komende twee weken! Met afnemende maan is daar nog alle tijd voor. Ik laat me leiden door het krachtdier ‘de raaf’. De raaf zal me leren bewust keuzes te maken, onderscheid te maken wat bij me past en wat niet. Ik zal dus nog een wandeling maken komende week.

westerveldse-bos-25-09-2015-078

De weg terug naar huis maak ik langer dan nodig. Ik besluit om over de dijk te lopen via het gemaal. Langs de uiterwaarden, de paarden liggen te rusten in de wei en kijken wat sloom op als ik langs wandel. De mist hangt over het water en de weilanden aan de andere kant van de dijk. In de verte hoor ik de ransuilen, het zijn net visdiefjes… alleen vliegen die niet in het donker. Op deze plek zijn altijd ransuilen te horen. De uil staat natuurlijk voor wijsheid en het paard biedt bescherming 🙂 Genoeg om op te steunen in mijn weg naar zelfkennis. In de Modron-agenda staat een mooie zin: “Maar de duik naar jouw bron is niet zonder gevaar. Je kunt verdrinken in je eigen verdriet. Daarom is het nu belangrijk om jezelf te zuiveren van alle herinneringen die tranen in je doen opwellen.” Doet me denken aan de volle en tedere zoen die ik laatst van mijn man kreeg. Gewoon omdat hij weg ging voor zijn dienst op de dierenambulance. De tranen sprongen mij spontaan in de ogen! Toen hij weer thuis kwam heb ik ‘m dat verteld. Tranen omdat ik hem onze financiële toekomst niet wil aanrekenen (61 jaar) maar ook de pijn die het mij doet om mijn dochter te vertellen dat zij weleens kostwinner in huis kan gaan worden. Dan zou ze haar wielerpassie op moeten geven… al wat we opgebouwd hebben. Het gevoel weer terug naar af te gaan zonder bonus. Ik zal mezelf nog meer moeten zuiveren van mijn ‘daar en straks’. Zal ik dat halen in twee weken? De raaf zal me helpen te onderscheiden, het paard zal me steunen en de uil geeft me wijsheid om daarin keuzes te maken. Mens wat ben ik rijk!

De omweg naar huis gaat lekker vlot. Ik ben helemaal warm van de stevige pas. Eens kijken wat me de komende dagen brengt.

Nou, daar heb ik niet lang op te hoeven wachten! Zoonlief kwam op zijn eigen verjaardag naar huis. Maar nog voordat hij er was, ging de voordeurbel. Na exact 11 jaar staat daar mijn broer op de stoep! Elf jaar geleden, op de verjaardag van mijn zoon, was hij voor het laatst met zijn vrouw en kinderen bij me. Korte tijd daarna is hij met een lange brief bij me gekomen om officieel afscheid van me te nemen en met mij, van mijn hele gezin. De Halloween-slingers van geraamtes en andere Halloween-zaken waren de druppel geweest voor mijn schoonzus, die niet tegen botten en aanverwante zaken kan. Zoonlief had altijd Halloweenfeestjes met nachtelijke boswandelingen 🙂

Maar in het kort kwam het er op neer dat wij duivelsaanbidders waren en aangezien zij ware Christenen zijn is dat niet te verenigen. Tegen de tijd dat wij bekeerd zouden zijn mochten we weer bij elkaar over de vloer komen, voor die tijd niet. En als ik bij hem zou komen ‘heksen’, aan mijn zilveren draad???, dan zou hij mijn draad doorknippen. Ik kreeg er ook een boekje bij van een ex-heks, wat mij uitlegde wat die zilveren draad dan wel zou zijn. In het kort kwam het er op neer dat hij tot moord in staat zou zijn. Ik heb hem dat toen ook via de mail gevraagd en dat klopte… oké. En dan nu na 11 jaar komt hij zijn neefje feliciteren. De wonderen zijn de wereld niet uit! Mijn ouders hebben heel erg veel verdriet gehad van zijn handelen. Ze konden nooit ontspannen iets organiseren voor hun gezin en op zijn verjaardag voelden zij zich altijd alleen tussen de familie van schoonzus. Ik ben benieuwd wat er nu staat te gebeuren, krijgen we misschien binnenkort een uitnodiging om bij hen te komen? Mijn ouders waren stomverbaasd toen ze mijn broer op de bank zagen zitten. Even zo mijn kinderen die vlak na elkaar binnen kwamen. En ik, wat ik ervan vind? Eigenlijk niets bijzonders, ik heb altijd gezegd dat onze deur altijd open zal staan voor hem en zijn gezin.

En vlak voor het eten ging hij weer weg, zijn dochter ophalen van ballet. Tegen mijn moeder zei hij nog: ”Wat heerlijk, ik voel hier zoveel humor!” Daarna met mijn ouders en gezin samen gegeten en in de loop van de avond kwamen vrienden van zoonlief een biertje en taart halen.

En gister de 29ste komt dochterlief met een brede smile bij mijn ouders aan. Ik was daar aan het schoonmaken en hing net uit het raam. Geslaagd!!! Eindelijk na 2,5 jaar (9x theorie) de motivatie te pakken en in één keer geslaagd voor de praktijk!

Wat mij het nieuwe jaar brengt? In ieder geval een goede start om tranentrekkers op te ruimen en vol te gaan op vertrouwen in de toekomst… hoe moeilijk mij dat soms ook afgaat! En volgende week staat me weer een wandeling te wachten 🙂

Liefs, Loes

De wandeling is er nooit van gekomen. Ik ben ook niet gesprongen het afgelopen jaar. Ik heb alleen veel los moeten laten. Gevoelens van ‘niet willen’, niet willen dat we als mensen onze autonomie kwijt zouden raken. Dat we constant de hete adem van een uitkerende instantie in ons nek zouden voelen. Gelukkig besloot mijn man de vervolguitkering niet aan te vragen, wat een opluchting! Liever zelf de boel bij elkaar sprokkelen dan de hand ophouden en afhankelijk worden van, wat dan ook! Deze beer hebben we gelukkig omgelegd. Wel zat dit ‘verzet’ al aardig in mijn ‘systeem’, mijn spieren hadden zich al aardig voorbereid op wat komen ging…

westerveldse-bos-25-09-2015-098

Een mens lijdt dikwijls ’t meest
Door ’t lijden dat hij vreest
Doch dat nooit op komt dagen.
Zo heeft hij meer te dragen
Dan God te dragen geeft.

Het leed dat is, drukt niet zo zwaar
Als vrees voor allerlei gevaar.
Doch komt het eens in huis,
Dan helpt God altijd weer
En geeft Hij kracht naar kruis.”

Tja, en zo zijn oude wijsheden nog actueel. Het is nu zaak om mijn lijf te ontstressen, de knopen te ontwarren. De fysio heeft er zijn handen vol aan en ik mag de oefeningen thuis doen 🙂

En wie weet gaan we het gewoon redden op de manier zoals alles nu draait. De God(in) geeft kracht naar kruis en zo zal het altijd wel zijn. Niet teveel beren kleien, gewoon de weg blijven zien! Waar een beer staat kan ik niet vooruit kijken of mogelijkheden zien… dus, adem in, adem uit, adem in, adem uit… het leven zit vol keuzes en nu zorgen dat we die zien. Dus ontspannen en uit m’n hoofd, dat is de juiste levenshouding om te kunnen ontvangen wat zich aandient.

En de volle maan wandeling van de Klif zal me dit jaar vast weer naar mijn eigen brug en diepten voeren… ik ben benieuwd. Ik ben van plan om zeker de rechter brugleuning te beklimmen… vooruit het leven in!

Geplaatst in Volle Maan Wandelingen | Getagged , , | Reacties uitgeschakeld voor 2015 Volle maan van de Klif

Review: Witchcraft Today – 60 Years On

Witchcraft Today – 60 Years On
Edited by Trevor Greenfield and Introduction by Rachel Patterson. 
Moon Books, 2014. ISBN 978-1-78279-168-3 
Paperback £8.99 / $14.95

witchcraft-totay-60-years-on

This is an anthology published in celebration of the 60th anniversary of Gerald Gardner’s seminal work, Witchcraft Today, published in 1954.

In the last 60 years, Witchcraft or Wicca has mushroomed into probably the most successful of all neo-pagan paths. One wonders if Gerald Gardner had any idea of the impact his book, which was originally called “A New Light on Witchcraft”, would have?

We know that one of the reasons that he wrote “Witchcraft Today” was to contest the writings of Pennethorne Hughes who had said that witchcraft, ‘as a cult-belief in Europe, is dead. As a degenerate form of a primitive fertility belief, incorporating the earliest instructive wisdom, the practice is over’ (Witchcraft 1952)

Gerald wrote in his book, “I have been told by witches in England: ‘Write and tell people we are not perverts. We are decent people, we only want to be left alone, but there are certain secrets that you mustn’t give away.’ So after some argument as to exactly what I must not reveal, I am permitted to tell much that has never before been made public concerning their beliefs, their rituals and their reasons for what they do; also to emphasise that neither their present beliefs, rituals nor practices are harmful.”

Philip Heselton in his essay The Making of Witchcraft Today goes into further detail.

Frances Billinghurst, from South Australia, continues with her essay on The Evolution of Alexandrian Witchcraft.

It is fascinating reading the various accounts of the different paths which have emerged during the last 60 years on. From Seax Wicca to Dianic Wicca.  From Solitary Witchcraft to Hedge Witchcraft, it makes one realise how diverse things have become.

In “Part II- Journeys on a Crooked Path” we read more personal accounts, of the difficulties people have encountered finding a group, or a coven to work with.  Some have found Faery Lore to be their guide whilst others have learnt the Art of Herbcraft.

This book is a delight for all those still wondering what Witchcraft really is – now in the 21st century. I am sure Gerald Gardner will be smiling and chuckling at the thought of Pennethorne Hughes’ original observation.

 

 

 

 

Geplaatst in Boeken, English articles, Recensies | Getagged , , , , , | Reacties uitgeschakeld voor Review: Witchcraft Today – 60 Years On

Web Guide – Webwegwijzer – Samhain 2016

Websites that might interest our readers, on the subject of Witches and Pagans with Disabilities

Interessante websites die we verzamelden voor de lezer over het onderwerp ‘Heks en handicap’

Disability Within Paganism
“I was born disabled. This ultimately makes my experience of disability different from someone with an acquired illness–although I have those as well. My experience of disability is that it is woven into my character. Being disabled means that I see things from a vantage point that others may not see. It often means that I also see darkness from people who would not be so openly hostile to me if they didn’t feel in the right making certain value judgments about me.”

Rantings of a Disabled Witch

Aislynn, July 31, 2010
“I don’t usually complain about being an individual with a disability, but I’ve noticed that the ratio of people in the Pagan community who are accepting and welcoming of it is shrinking further and further.”
Aislynn explains how her disability, albinism, affects her in the Pagan community. Visual impairment makes it difficult to read near a bonfore, she’s not able to attend to afternoon meetings outside, and has problems travelling.

Celebrating My Disabled Pagan Life: Photoblog
Léithin Cluan, October 11, 2016
“Every time a Pagan or polytheist tries to tell others that they should only take natural remedies or dictates what health should look like, I get twitchy.
I’m currently deep into drafting my thesis about disability and a particular religion (which will eventually be 100,000 words long, so it’s keeping me fairly busy). I’m exploring big themes. And the more I read and write about certain religions (you know, the ones that Pagans are often so quick to judge), the more nervous I get about how Pagans can be very similar in our attitudes towards bodies and minds. We, too, dismiss disabled and chronically ill people for being different. We may do it much more subtly. But we do it.”

Pagans with Disabilities Face Unseen Challenges
Terence P Ward, May 25, 2016
“In the collective Pagan communities, it is not at all unusual to encounter people with disabilities. There are no studies to suggest that there are more Pagans and polytheists with disabilities than in any other cultural and religious subgroup. However, the fact that such people are so visible might indicate a level of accommodation and acceptance that may not be present within other communities. Whether or not being under the Pagan umbrella provides more support, many people with disabilities still yearn for better accessibility on festival grounds and in ritual spaces, and can still often feel isolated from their community of choice when unable to fully participate.”

Disabled Pagans
Patti Wigington
Pagans with physical disabilities find themselves facing a unique set of issues that able-bodied people don’t have to content with. Rituals are often held in places that are inaccessible to people with mobility issues. Transportation to and from events can be a problem. Pagans who are blind or deaf, for example, have a completely different set of needs than those who can see and hear. There are many disabilities that we cannot see. Tips for making things more accessible for community members with disabilities when hosting a Pagan event.

Dedication Ritual for the Less Ambulatory
August 19, 2010
Modified for the less ambulatory by Masery, former Myrddin of the Elodrym.
Adapted from The Order of the Elodrym’s initiation ritual.
Elemental calls written by Aquillus Cattus and adapted for this ritual.

Quaker Spaces and Accessibility: Part 1 & 2
Stasa Morgan-Appel
February 28, 2016 & February 29, 2016
“How can Friends’ Meetings and organizations be more accessible to, and inclusive of, people with disabilities? …
This article is written from the perspective of a Friend with disabilities, in consultation with other Friends with a number of different disabilities. It’s a non-exhaustive list of opportunities for thought, worship, and action. I expect it will challenge many readers. Most of all, it’s an invitation to think about disability, accessibility, and inclusion in different ways than perhaps you already do.”

How not to plan an accessible event
Jane, July 13, 2016
“Enjoyed this post from Autistic Hoya about How Not To Plan Disability Conferences (How Not to Plan Disability Conferences, http://www.autistichoya.com/2015/07/how-not-to-plan-disability-conferences.html). Some of these tips are relevant to anyone (like, say, a Pagan ritual or festival organizing group).”

Madness, Shamanism, and Wicca
Yvonne Aburrow, Dowsing for Divinity, September 9, 2015
“The history of madness and attempts to treat it is long, convoluted, and fascinating. Different theories and treatments have come and gone, depending on the mood of the age. I think it is worth remembering that in many cultures, such episodes are not seen as mental illness, but a blessing from the gods. Many shamans have had similar experiences to what western medicine dismisses as mental illness.”

Being Depressed and Being Wiccan
Thorn Mooney
“As someone who has been coping with self-injury and depression for the past couple of decades, I thought I’d do my part to shine a light on what depression can look like from a Pagan perspective.”

Wicca and Depression
Thorn Mooney

Witchcraft or Mental Illness?
Beatriz Quintanilla, June 21, 2010
Mental illness has been known throughout human history, and the symptoms have always been recognized as something different—an abnormal behavior. In ancient times, madness was considered a punishment of the gods but also as the distinctive characteristics of the chosen ones; the manifestation of the symptoms was seen as a sign of a divine message.
At the end of the Middle Ages, but more precisely, during the Renaissance, the blame fell on witches and diabolical possession.

Disability and Religious Diversity : Cross-Cultural and Interreligious Perspectives (book)
D. Schumm, M. Stoltzfus
2011, ISBN 978-0-230-33948-4
“This collection of essays examines how diverse religions of the world represent, understand, theologize, theorize and respond to disability and chronic illness. Contributors employ a variety of methodological approaches including ethnography, historical, cultural, or textual analysis, personal narrative, and theological/philosophical investigation.”
Pages 75-90:
Disabled Rites? Ritual and Disability in Wicca. Jo Pearson

How to Include the Physically Challenged in Group Rituals (article)
A.C. Fisher Aldag, The Llewellyn Journal
“Anyone can do magic. You don’t have to be able to dance to raise energy. You don’t need an eagle’s eyesight to have psychic visions. People with physical handicaps are fully capable of performing ritual, casting spells, and celebrating the holidays. Many elders and differently-abled folks have wonderful experiences and talents to offer the Pagan community. Yet sometimes we are not fully included in Pagan or Wiccan rituals. Some of us choose to work solitary for that reason.”

Gehandicapte Goden (artikel, PDF)
Flierefluiter, 2010
“Een tijdje geleden kreeg ik een beeldje van de Egytische god Min kado. Opvallend aan dit beeld was, behalve de grote stijve penis, vooral het ontbreken van een arm en een been. Na wat onderzoek op internet bleek dat Min soms met al z’n ledematen en soms met een of twee ledematen minder afgebeeld wordt. Een verklaring hiervoor kon ik echter nergens vinden en dat maakte me nieuwsgierig. Ik wilde weten hoe het nu precies zat met Min en met andere gehandicapte goden uit diverse pantheons. Om meer te weten te komen dook ik in de boeken, op het internet en besprak ik het onderwerp op diverse fora. Dit artikel is het voorlopige resultaat hiervan.”

The Disabled Goddess: Reflections Upon Paganism, Christianity, and The Disabled Experience (article)
Lucas Walker, May 2014
“At issue for this paper is the field of disability theology, itself an offshoot of disability studies, a social sciences field developed specifically by and for the disabled community.”

Pagan Federation Disabilities Team

Disabled Witches and Pagans and friends
This group is for those who disabled or less abled than others. We will discuss creative ways of accessibility, service dogs, and more.

Pagans and Wiccans with Disabilities
Created by Moon Beam
This is a place where Pagans and Wiccans with Disabilities or those that know a family member or friend with a disability can talk about any issues that concern them as well as share stories and offer tips, advice, and support.
Wiccan Together Com
Real Pagan Net

Geplaatst in Web Wegwijzer | Getagged , , | Reacties uitgeschakeld voor Web Guide – Webwegwijzer – Samhain 2016

Oud nieuws in de verjongingsketel gegooid – Samhain 2016

Draken en drakendoders

Augustus was de maand van volksverhalen, sprookjes en legenden op de website IsGeschiedenis. Draken, kabouters en elfjes openden de serie. Volgens Evelijn Hillebrand kent men overal ter wereld verhalen over draken, maar hebben die dieren alleen binnen het christendom een slechte naam. Draken zouden afgezanten van de duivel zijn. Hillebrand citeert een passage uit het bijbelboek Job om dit te illustreren. In de online-Bijbel komt in dat gedeelte het woord ‘draak’ niet voor, maar gaat het over de Leviathan. De christelijke identificatie van de draak met de duivel lijkt mij vooral gebaseerd op de Openbaringen.

jasondraak

Jason en de draak die het Gulden Vlies bewaakt. Gravure van Johan Wilhelm Baur bij Ovidius’ Metamorfosen

Een link onderaan het artikel verwijst naar een bespreking van het thema ‘de Drakendoder’ op de Verhalenbank. Daar is te lezen dat verhalen over een drakendoder, die dikwijls na enige verwikkelingen trouwt met de prinses, tot de oudste sprookjes ter wereld worden gerekend en alleen in Australië niet voorkomen. Als voorbeelden van Drakendoders worden o.a. Perseus, Sint-Joris, Siegfried en Beowulf genoemd. Ook in de verhalen rond koning Arthur komen drakendoders voor.

Ruim twee weken daarna kwam op IsGeschiedenis de draak nog eens ter sprake. Yoricksmakman ziet de herkomst van de uitdrukking ‘de draak met iets steken’ in het middeleeuwse toneelspel, waarin de legende van Sint Joris een populaire voorstelling was. Geleidelijk aan ging men het verhaal steeds komischer spelen, en de draak waar de heilige zijn zwaard of lans in stak werd een lachwekkend monster van stro. Hieruit zou de moderne betekenis (ergens de spot mee drijven) zijn voortgekomen.

Atlantis

Op 16 augustus besprak Evelijn Hillebrand verhalen over verdwenen beschavingen zoals El Dorado, ‘de verloren stad Z’ en Atlantis. Shambala ontbreekt, maar Petra en Palmyra komen wel in het lijstje voor, al wordt niet duidelijk wat die te maken hebben met het thema ‘volksverhalen’. Atlantis is waarschijnlijk het bekendst.

Plato schrijft in de Timaeus en Critias over een welvarend eiland of eilandenrijk met die naam, bevolkt met afstammelingen van de zeegod Poseidon en de mensenvrouw Cleito. Generaties kwamen en gingen, en de goddelijke eigenschappen van de Atlantiërs (denk hierbij aan louter goede en verheven eigenschappen; Plato wil niets weten van verhalen over bijvoorbeeld ruziënde goden) raakten op de achtergrond en de menselijke erfelijkheden kregen de overhand. In plaats van zich bescheiden te verheugen in hun welvaart, werden de mensen hebzuchtig en maakten ze misbruik van hun macht. Zeus kon dat niet langer aanzien en besloot ze te straffen. Het eiland verging binnen één etmaal in een reeks aardbevingen en overstromingen.

Er is later veel gespeculeerd over de ligging van Atlantis. Veel mensen brengen het in verband met de natuurrampen die een einde zouden hebben gemaakt aan de Minoïsche beschaving op Kreta maar vooral op Thera (Santorini). Dit laatste vanwege de atol-vorm van dat eiland, die doet denken aan Plato’s beschrijving van een eiland dat bestond uit concentrische ringen. Een argument daartegen is dat Plato schreef dat Atlantis aan de andere kant van de Zuilen van Hercules lag, d.w.z. niet in de Middellandse Zee maar voorbij Gibraltar.

Anderen denken dat Plato Atlantis heeft bedacht als eigen variant op bestaande verhalen over grote overstromingen en andere natuurrampen, waar hij ook aan refereert. In beide dialogen is sprake van Deucalion. Dit is een bekende Griekse mythe met hetzelfde thema: de mensen willen niet meer deugen en Zeus laat het zo hard regenen dat alles overstroomt. Alleen Deucalion en zijn vrouw Pyrrha overleven. Zij bevolken de aarde opnieuw door in opdracht van Zeus of een orakel “de botten van hun moeder” over hun schouders te gooien. Hun moeder is de Aarde, dus de botten zijn stenen. Uit die stenen ontstaan nieuwe mensen.

Natuurrampen

In beide dialogen vertelt Critias het verhaal over Atlantis als iets wat Solon van een oude Egyptische priester zou hebben gehoord. In de Timaeus vertelt de priester dat er talloze natuurrampen zijn geweest die de mensheid bijna uitroeiden, en dat er nog veel zullen volgen. Niet alleen overstromingen maar ook branden: de Griekse mythe van Phaeton, over een zoon van de zonnegod die eens in de zonnewagen mocht rijden maar daarbij te laag over de aarde scheerde en alles in brand zette, om tenslotte te worden gedood door een bliksem, zou verwijzen naar een dergelijk natuurverschijnsel.

Verhalen over grote overstromingen zijn inderdaad bekend uit verschillende culturen. Bekend zijn die uit het Gilgamesj-epos en uit de Bijbel, die mogelijk varianten van eenzelfde overlevering zijn. Maar ook in het hindoeïsme en in China kent men verhalen over een zondvloed. Op 30 augustus besprak Evelijn Hillebrand dit op IsGeschiedenis.

In het Chinese verhaal over een zondvloed waaruit Hillebrand citeert, lijkt geen sprake van een goddelijke afstraffing van een zich misdragende mensheid. Het water stijgt zo hoog dat zelfs de hemel gevaar loopt! Maar doordat een prins begint met dijken bouwen, en na hem zijn zoon kanalen graaft en rivieren uitbaggert om het water in goede banen te leiden, een project van 13 jaar, wordt het natuurgeweld bedwongen en is meteen de basis voor de Chinese landbouw gelegd.

Westenschouwen

Op 9 augustus ging het op IsGeschiedenis over de sage van de Zeemeermin van Westenschouwen. In dit verhaal willen de vissers van het rijke dorp Westenschouwen aan de Oosterschelde in Zeeland zo veel vis vangen dat ze steeds verder de zee op gaan en op een dag zelfs een zeemeermin vangen. In plaats van die terug in het water te gooien, nemen ze haar mee aan land, waar ze sterft. Hiermee is duidelijk een grens overschreden. De man van de zeemeermin spreekt een rijmende vervloeking uit en Westerschouwen wordt verzwolgen door de zee. Alleen de kerktoren blijft over. Dit verhaal speelt aan het eind van de middeleeuwen.

Vanaf de negentiende eeuw kwamen er weer resten van het dorp Westenschouwen boven water. Veel Zeeuwse dorpen zijn in stormvloeden onder de golven verdwenen, maar tijdens de Tachtigjarige Oorlog zijn ook gebieden opzettelijk onder water gezet om de Spanjaarden tegen te houden. Volgens IsGeschiedenis ging de rijkdom van Westenschouwen echter teloor doordat de haven verzandde. De vissersbevolking trok weg uit het dorp en tenslotte spoelde ook het land weg.

Aan zeemeerminnen of –mannen wordt tegenwoordig minder geloof gehecht, maar zeelieden uit vroeger tijden zeiden die soms te hebben gezien. Meestal was de waarneming van zo’n half-menselijk, half-vissig wezen een voorbode van onheil, schrijft Evelijn Hillebrand.

Stavoren

Een verzande haven kennen we ook uit het verhaal van het Vrouwtje van Stavoren, dat eveneens op IsGeschiedenis werd genoemd. Een rijke middeleeuwse koopvrouw, de machtigste vrouw in Stavoren, heeft haar schepen uitgezonden om het kostbaarste ter wereld voor haar in te kopen. Een kapitein komt terug, niet met goud of zijde of exotische dieren of specerijen… maar met graan. Doodgewone tarwe. Het vrouwtje is zo boos dat ze de kapitein beveelt die goedkope rommel ter plekke overboord te kieperen.

Maar een zwerver (in de versie van het verhaal die ik ken, is het een oude vrouw) protesteert tegen die verspilling en zegt dat graan het kostbaarste ter wereld is en dat de hoogmoedige vrouwe dat zelf nog wel eens aan den lijve zal ondervinden. De rijke dame lacht honend, neemt een kostbare ring van haar vinger en gooit die ook in zee. “Eerder komt deze ring terug uit zee, dan dat ik ooit bedelen zal!” Maar op een dag vindt een dienstmeid van de vrouwe de ring terug in een vis die ze voor het eten wil klaarmaken. Bij een storm vergaan alle schepen uit Stavoren, en de overboord gegooide tarwe laat de haven verzanden.

Dit verhaal wordt verteld als verklaring voor het ontstaan van de zandbank in de buurt van Stavoren, die het Vrouwenzand wordt genoemd. Die naam is echter niet afgeleid van de rijke koopvrouw, schrijft Gijs Leggers, maar van Onze Lieve Vrouwe. In vroeger tijden stond daar namelijk een klooster. Door de stijgende zeespiegel was het klooster in de dertiende eeuw genoodzaakt te verhuizen. De oorspronkelijke betekenis van de naam Vrouwenzand raakte daardoor vergeten.

Samos

Het verhaal van de ring in de vis is nog ouder dan de middeleeuwen. Herodotus vertelt in het derde boek van zijn Historiën over Polycrates, heerser van het eiland Samos, die daar een zeemacht opbouwde die volgens Herodotus die van de legendarische koning Minos van Knossos naar de kroon moest steken. Polycrates zorgde er met geschenken voor dat de grootmacht Egypte, in de persoon van koning Amasis, op zijn hand was.

Het ging Polycrates zo voor de wind dat Amasis zich zorgen begon te maken en hem een brief stuurde, waarin hij schreef: “(…) jouw grote voorspoed baart me zorgen, omdat ik weet hoe jaloers de goden zijn. (…) Ik heb nog nooit gehoord dat iemand, wie het eerst in alles meezat, op den duur niet doodongelukkig is geworden. Laat mij je een goede raad geven…” en hij adviseerde Polycrates, te bedenken aan welk bezit hij het meest gehecht was, en dat dan weg te gooien “op zo’n manier dat het nooit meer teruggevonden kan worden.”

Het vervolg laat zich raden. Polycrates koos na zorgvuldige overweging zijn favoriete gouden zegelring met smaragd, voer uit en gooide midden op zee zijn ring overboord. Een paar dagen later vond het keukenpersoneel de ring terug in een grote vis. Polycrates schreef hierover aan Amasis, die tot de conclusie kwam dat mensen elkaar niet tegen het noodlot kunnen beschermen. Hij verbrak de band met Polycrates. Polycrates kwam tenslotte op gruwelijke wijze aan zijn eind in een oorlog met de Perzen.

De thematiek van moeten afstaan wat je het meest dierbaar is, komt ook terug in het verhaal over Pantaar, de tovenaar van Ekilibrië in het boek Koning van Katoren van Jan Terlouw.

Vliegende Hollander

Er werden nog veel meer verhalen besproken op IsGeschiedenis, waaronder witte wievenAnansiKantjilRoodkapjede Graal… Te veel om allemaal te noemen. Als laatste noem ik de Vliegende Hollander.

vliegendehollander

Illustratie van Robert Cruikshank bij het toneelstuk ‘The Flying Dutchman’ van Edward Fitzball

Dit is net als het Vrouwtje van Stavoren een verhaal over iemand die de handel belangrijker dan al het andere vond. Het andere in dit geval was het eerbiedigen van een heilige dag. Niet zomaar een heilige dag maar een dag die draaide om het offer van Jezus ten behoeve van de mensheid; bij IsGeschiedenis eerste Paasdag, maar er bestaat ook een versie met Goede Vrijdag. Omdat er die dag na lang wachten eindelijk een gunstige wind stond, besloot de kapitein van een schip niet langer in de haven te blijven, maar ondanks protesten van gelovigen uit te varen, “al zou ik tot in eeuwigheid moeten varen!” Wat dan ook prompt de straf van hogerhand was. Zijn schip kon nergens meer voor anker gaan en werd een spookschip, eeuwig varend in een vliegende storm, dat onheil betekende voor de schepen die het zagen.

Van origine is dit waarschijnlijk geen Nederlandse legende, schrijft Esdor van Elten, maar een Brits propagandaverhaal uit de zeventiende of achttiende eeuw, toen de Britten en Nederlanders met elkaar wedijverden om de grootste economische wereldmacht te worden. Moraal van het verhaal: die Hollanders kennen God noch gebod en denken alleen maar aan winst! Blijkbaar hadden de Hollanders zelf geen probleem met zo’n reputatie, want het verhaal sloeg ook in Nederland aan, zozeer dat ‘de Vliegende Hollander’ (of ‘the Flying Dutchman’) een populaire bijnaam werd.

Michel de Hollander

De Duitse televisiezender SWR maakte in september een begin met een serie over volksverhalen met een historische basis en geschiedenissen met een mythisch kantje uit het zuidwesten van Duitsland. Ze lieten de geschiedenis van het gebied en van het verhalenvertellen beginnen in het gebied Schwäbische Alb, met de Leeuwmens uit het Lonedal: een beeldje uit het stenen tijdperk van een figuur die half-mens, half-leeuw is.

De ‘Web-Doku’ bij de programma’s toont een oude landkaart, waarop je een gebiedsnaam kunt aanklikken en vervolgens een van de verhalen uit de desbetreffende aflevering kiezen. Ik denk dat nog niet alles is uitgezonden, want de verhalen uit Odenwald zijn er pas vanaf 16 december beschikbaar.

Een van de verhalen uit de serie, ‘Das kalte Herz’, gaat over een arme kolenbrander in het Zwarte Woud, die niets liever wil dan geld en aanzien. Hij gaat naar het kleine glasmannetje, een goede geest die drie wensen kan vervullen. Maar hij verprutst zijn wensen en is snel weer arm. Dan gaat hij naar de reus Holländermichel, die hem enorme rijkdom belooft – in ruil voor zijn hart. De kolenbrander sluit de deal en wordt steenrijk. Maar hij merkt dat hij nergens meer plezier aan beleeft.

Gelukkig komt het glasmannetje de kolenbrander te hulp. “Het glasmannetje staat voor de traditionele waarden in het Zwarte Woud: vlijt en bescheidenheid,” legt de verteller van SWR uit. Volgens Sigmund Freud stond het voor het slechte geweten. Aan het einde van het sprookje is de kolenbrander arm maar tevreden, met een zuiver hart en een schoon geweten.

Op een andere website is meer te lezen over de woudgeest Holländermichel, hier ‘der Holländer Michel’ genaamd. Het is een grote vent die zich op een dag aansloot bij de houthakkers, die grote sparren omhakten en daar vlotten van maakten die naar Keulen werden gevaren en uiteindelijk bestemd waren voor de scheepsbouw in Holland. Holland, waar ze (zegt de verteller van SWR) zo rijk waren dat de schilders echt goud gebruikten in hun kunst.

Na verloop van tijd kwam Michel met een aantal extra grote stammen aanzetten, voegde die bij een vlot dat al klaar lag, en voegde zich zelf bij de houtvlotters. Eenmaal in Keulen stelde hij voor om alleen wat kleine stammen te verkopen en verder stroomafwaarts te gaan met de grote, om die zelf in Holland te verkopen voor de prijs die men er daar voor betaalt, aldus de tussenhandel uit te schakelen, en de winst in eigen zak te steken. Naar Schwarzwalder normen was dat een oneerlijke truc waar geen zegen op kon rusten. En inderdaad: de vlotters raakten bezeten door geld verdienen en brachten, naast geldzucht, nog meer slechte Hollandse gewoonten mee terug naar Duitsland, zoals drinken, gokken en vloeken.

De Hollandse Michel werd wat hij waarschijnlijk altijd al was: een woudgeest die in stormachtige nachten de grootste sparren velt. Op de Hollandse schepen die met Michels hout zijn gebouwd, rustte ook al geen zegen. Elke keer dat de reus in het woud een spar neerhaalde, sprong in zo’n schip een plank los, waardoor het met man en muis verging.

De hoogste sparren in het Zwarte Woud worden tegenwoordig niet meer gekapt, maar nog wel altijd ‘Hollanders’ genoemd. Ze kunnen meer dan 50 meter hoog worden.

Heksenberg

Van de Kandelfels in Waldkirch brak in 1981 in de Walpurgisnacht de top af, die de Duivelskansel werd genoemd, en zorgde voor een lawine van rotsblokken. Zaten heksen daar achter? Tussen het puin vond men een heksenbezem… Volgens het volksgeloof plachten de heksen op de Duivelskansel te dansen, en als er een nieuw meisje bij kwam, danste zij met de Duivel in eigen persoon. Hadden ze dit keer extra wild gedanst? Volgens de wetenschap kwam het niet door heksengedans maar door temperatuurwisselingen, en waren er breuken in de rots ontstaan doordat jaren achtereen water in rotsspleten was bevroren en weer gesmolten.

Tegenwoordig spreekt niemand meer van heksen, zegt de verteller in de SWR-documentaire ‘Schwarzwald – Kelten, Hexen und Waldgeister’. Ze heten nu wijze vrouwen, en stellen hun krachten in dienst van de mensheid.

Keltenberg

In dezelfde regio ligt de Belchen, de “koning van het Zwarte Woud”: een berg met vijf toppen waar Keltische priesters astronomische waarnemingen zouden hebben verricht ten behoeve van de landbouw. Hier is nooit bewijs voor gevonden. De 18de-eeuwse schrijver Johann Peter Hebel was er echter van overtuigd dat de Belchen een Keltisch centrum was geweest. “Men zegt wel dat alle feestdagen, van Kerst tot Pasen, een Keltische oorsprong hebben. Het meeste is onhoudbaar, maar de mythe leeft,” constateert de verteller.

Met enkele geestverwanten vormde Hebel er een geheime kring, een soort natuurloge. Zij hadden een geheimtaal en eigen mythologie. Ze beschouwden de Belchen als de zetel of het altaar van de zeegod Proteus. Om toe te treden moest een aspirant-lid een ritueel in de open lucht ondergaan dat, afgaand op de beelden van de documentaire, bestond uit naakt voor de anderen verschijnen en (zee?)water, inkt (?) en zand over zich heen gegooid krijgen. Tenslotte moest de blik op de bergtop worden gericht. Het ging in de Hebelbund om natuurervaringen en vriendschap.

Vandaag de dag is er de Keltenbund die een nieuw soort ‘Belchisme’ aanhangt. Sago Müller, zegsman van die bond, wordt de Keltenvorst genoemd. Hij is eigenaar van een gasthuis waar regelmatig Keltenliefhebbers logeren. Men kan er wild zwijn eten, ‘naar oeroud recept’ gekruid met jeneverbes, tijm, majoraan, rozemarijn, peper, oerzout, een scheutje mede en een geheim kruid. Bij belangrijke gesprekken wordt een grote drinkhoorn met mede doorgegeven. De naam van de Belchen is volgens de Keltenvorst afgeleid van de zonnegod Belenos. “Het is toch mooi om ergens in te geloven.”

Vruchtbaarheidsberg

In Oberschwaben ligt de heilige berg Bussen. Duizenden jaren geleden hielden de Kelten daar vruchtbaarheidsfeesten, zegt de verteller in de documentaire ‘Oberschwaben – Glaube, Betrug und böse Gerüchte’. Wie een kinderwens heeft, kan ook nu nog een pelgrimstocht naar de Bussen maken. Boven op de berg staat een kerk waar kinderloze paren kaarsen branden voor Maria en bidden dat hun hartewens vervuld mag worden. Er zijn bovendien marsepeinen bakerkindjes verkrijgbaar, die men op moet eten om het gebed kracht bij te zetten.

In deze aflevering gaat het ook over heksen. Tussen een bezoek aan een genezeres die wratten weghaalt, waarbij zij opmerkt dat men haar in vroeger tijden waarschijnlijk een heks zou hebben genoemd, en een bezoek aan een nonnenklooster waar de zusters zich toeleggen op de kruidengeneeskunde, wordt iets verteld over de geschiedenis van heksenvervolgingen in het gebied. Zo was er een vroedvrouw die na hevige foltering bekende een pact met de Duivel te hebben gesloten. De vrouw werd samen met haar 22-jarige dochter onthoofd. De gelijkstelling van heksen aan wijze vrouwen / genezeressen, zoals in de aflevering over het Zwarte Woud, is ook hier sterk aanwezig. Een nonnenklooster op de heilige berg fungeerde trouwens in vroeger tijden als een huwelijksmarkt voor gegoede dames. De nonnen kregen brieven waarin de potentiële partners werden omschreven, als in contactadvertenties. De voormalige nonnen kregen meestal veel kinderen – de invloed van de berg?

Carnavalduivels

Het zijn mooie verhalen met interessante achtergronden en spannend verteld, en ook hier kan ik ze niet allemaal noemen. Vooruit, nog eentje dan. In Hohenlohe staat het slot Waldenburg. Hier hield de adel in 1570 een uitbundig carnavalsfeest op Vastenavond, hoewel in die tijd het carnaval door de kerk verboden was omdat het te vaak ontaardde in uitspattingen. De mannen hadden zich verkleed als duivels, met bossen vlas aan hun kleren genaaid, en de vrouwen als engelen met vleugels van papier. Toen het feest in volle gang was, verscheen de echte Duivel en zorgde voor een onvoorzichtigheid met de verlichting, waardoor de kostuums vlam vatten en er een grote brand ontstond. “Daarom moet men hem [de Duivel] niet boven de deur schilderen of uitnodigen, want hij komt vanzelf wel, of hij stuurt een afgezant,” waarschuwt een kroniekschrijver uit die tijd.

In de negentiende eeuw herleefde het gebruik om Vastenavond te vieren met mannen verkleed als duivels. In Tübingen heten ze Georgsdeiffel. Ze gaan gekleed in zwarte, langharige vachten en dragen maskers van rode, boos kijkende gezichten met slagtanden en hoorns. “Wanneer je duivel speelt, word je vanzelf een beetje wilder. Je groeit in je rol”, vertelt een van hen. De mensen zijn niet bang voor deze duivels. Kinderen soms wel, maar de regel is dat zo’n duivel dan even zijn masker optilt om te laten zien dat er gewoon een mens onder zit, en een snoepje geeft tegen de schrik.

Lang dacht men dat carnaval/vastenavond een heidense traditie was om de winter te verdrijven, zegt de verteller, maar de meeste historici zijn het er over eens dat het feest toch een christelijk karakter heeft. Voorafgaand aan de vastentijd (waarin strikt veganistisch werd gegeten) moesten alle voorraden van vlees, boter, kaas en eieren opgemaakt worden.

De duivels en narren die tijdens het carnaval opduiken, zijn symbolen van protest tegen de kerk. De verteller legt dit niet uit. Mogelijk weet in Zuidwest-Duitsland iedereen wel wat daar te protesteren valt.

Aradia

aradia

In diezelfde negentiende eeuw dat in Duitsland het carnaval herleefde, bestudeerde de Amerikaans-Britse folklorist, schrijver en reiziger Charles Godfrey Leland onder meer de Italiaanse folklore met betrekking tot heksen, en schreef hierover het boek Aradia, or the Gospel of the Witches, dat een belangrijke inspiratiebron zou worden voor de wicca, met name voor de Charge of the Goddess. Het boek wordt gepresenteerd als een vertaling van teksten die Leland zou hebben gekregen van de Toscaanse heks Maddalena.

Eind september publiceerde David Metcalfe een artikel over Leland en Aradia. Hij wijst er op dat Leland een typisch romantische sympathie voelde voor ‘het gewone volk’ en daarbij in het bijzonder belangstelling had voor de allerarmsten, onderdrukten, marginalen. Hij had oog voor de manieren waarop zij zich staande probeerden te houden: met magie – maar ook met diefstal, berovingen en moord. “Uit de vermeende onthullingen van een geheime heksencultus komt een realiteit van sociale ongelijkheid en klassenstrijd naar voren met een bitterheid die elke illusie onderuit haalt. (…) Dit is de rauwe schreeuw van degenen die werken, leven en sterven zonder zelfs maar resultaat van hun werk te zien, en die dagelijks zien hoe een ongeïnteresseerde elite in afstandelijke overheersing hun lot bepaalt.” Deze harde werkelijkheid schemerde ook door in de Duitse volksverhalen, waar bijvoorbeeld sprake was van rovers die de vingers van hun eigen kinderen afhakten om als magisch middel te dienen.

And thou shalt be the first of witches known;
And thou shalt be the first of all i’ the world;
And thou shalt teach the art of poisoning,
Of poisoning those who are great lords of all;
Yea, thou shalt bind the oppressor’s soul [with power];
(…)
And when the priests or the nobility
Shall say to you that you should put your faith
In the Father, Son, and Mary, then reply:
“Your God, the Father, and Maria are
Three devils…
For the true God the Father is not yours;
For I have come to sweep away the bad,
The men of evil, all will I destroy!

– Diana tot haar dochter Aradia, in het boek van Leland

Metcalfe stelt dat de Lucifer uit het boek, waar moderne heidenen soms moeite mee hebben, niet noodzakelijk de gevallen engel uit het christendom is, maar dat de betekenis van zijn naam, ‘Lichtdrager’ wel eens zou kunnen verwijzen naar de voorchristelijke zonnegod Apollo. In Aradia wordt gezegd dat Lucifer “van oudsher regeerde in de Hel” en dat vat Metcalfe op als verwijzing naar de chthonische Apollo, de god van de orakels. Apollo-orakels (zoals dat in Delphi) bevonden zich vaak boven geologische formaties van waaruit onderaardse dampen opstegen die de priesteres in trance brachten.

Wie moet ploeteren om zichzelf in leven te houden, heeft zelden tijd of voldoende scholing om erudiete mythisch-poëtische teksten te creëren, stelt Metcalfe. Leland heeft de volkstradities die hij aantrof op alchemistische wijze getransformeerd tot “de essentie van honger, wanhoop en wijsheid in de levens van degenen van wie alles is afgenomen. Leland neemt wat het gewone volk allang weet, maar voor zichzelf niet kan verwoorden, (…) om ze de vrijheid terug te geven die ze in wezen al hebben”.

Hij legt een verband met de Haïtiaanse revolutie, waar de geletterden onder de slaven de aanzet gaven tot het verzet tegen de Franse overheersing. In het septembernummer van Geschiedenis Magazine wordt die ‘De voodoo-revolutie’ genoemd. Kenmerkend aan deze opstand die leidde tot de onafhankelijkheid, was de combinatie van “voodoo, vuur en Verlichting”. In de zakken van een van de opstandelingen vond men namelijk “Franse pamfletten over de rechten van de mens (…) en een groot pakket spullen om vuur te maken; op zijn borst droeg hij een fetisj van kruiden, stukjes bot en haar” schrijft Leendert van der Valk. Voodoo of vodou, de plaatselijke variant van een Westafrikaanse religie, “bood slaven een gelegenheid zich te verenigen en was een van de weinige manieren om hun eigen culturele identiteit mee uit te drukken – al moest dat stiekem.”

Jack Bracelin

Een heel andere vorm van protest tegen de gevestigde orde was te zien in de Britse tegencultuur van de jaren ’60. Alex Sanders wilde de rebellerende jeugd een veiliger alternatief bieden voor LSD, schreef Christopher Josiffe in het artikel ‘Wiccan nudist head trip’ in Fortean Times (343, sept. 2016), en leerde de jonge ‘freaks’ astrale projectie.

De Gardneriaanse hogepriester Jack Bracelin daarentegen, die de administratie bijhield van de naturistenclub Five Acres waar de Bricket Wood-coven samenkwam, en die (met hulp van soefischrijver Idries Shah) de biografie Gerald Gardner: Witch schreef, zag in de klank-en-lichtshows van de psychedelische scene het middel om via een synesthetische ervaring een LSD-trip te evenaren, of te versterken. Na meningsverschillen in de coven en na Gardners dood richtte hij zich steeds meer op de tegencultuur, die hij beschouwde als een betere weg om de idealen van de wicca en de levensvreugde van de Godin te verspreiden dan het systeem van inwijdingen en geheimhouding.

Bracelin presenteerde zelf een lichtshow die hij, als eerbetoon aan de Five Acres Club en de coven, de Five Acre Light Show noemde. Later runde hij een eigen club, Happening 44, waar Mick Farren’s band (Social) Deviants regelmatig speelde. Ook andere bands traden er op, zoals Pink Floyd, Soft Machine en Fairport Convention. Op het toneel waren soms geïmproviseerde sjamanistische rituelen te zien.

Oude/nieuwe religie

Is wicca de moderne herleving van een oude religie, zoals Gardner het deed voorkomen, en mogelijk zelf inderdaad geloofde? Op 13 augustus was er een online-conferentie van Gardnerians op Facebook. Morgana vertelde daar iets over het ontstaan van de wicca, en over het begin van het tijdschrift Wiccan Rede en het Silver Circle netwerk.

Toen Morgana werd ingewijd aan het eind van de jaren ’70, woonde ze al in Nederland. Er waren in Engeland twijfels, vertelde ze in haar lezing, of wicca wel geschikt was voor andere landen. Maar men vergeet dan hoe bereisd en breed georiënteerd Gerald Gardner zelf was. Hij was oprecht geïnteresseerd in zowel oude heidense tradities als in de folklore, volksmagie en rituelen van andere culturen, en beperkte zich niet tot één vorm of bron.

Na lang op verschillende plaatsen in de Britse koloniën te hebben verbleven, keerde Gardner terug naar Engeland. Daar werd hij op doktersadvies lid van een nudistenclub, Fouracres (na de oorlog Five Acres) waar hij in contact kwam met mensen die, naar hij later tegen Doreen Valiente zei, een oeroude cultus praktiseerden. Uit het amalgaam van de riten van die groep en divers ander materiaal, zoals Aradia, de Sleutels van Salomo, de King James Bijbel, teksten van Rudyard Kipling, de Rigveda, het systeem van John Dee, iets uit een roman van Pierre Louÿs (of mogelijk uit de film of de operette naar die roman), teksten van Aleister Crowley, al dan niet omgewerkt door Doreen Valiente, enz. enz. – uit dat alles ontstond wicca.

Hoewel er dus tal van oude elementen in terug te vinden zijn, kreeg de wicca pas definitief vorm als neopaganistische inwijdingstraditie in de jaren ’50 van de vorige eeuw. Je kunt daarom volgens Morgana beter spreken van een nieuwe religie in een oude jas, dan van ‘de oude religie’ in een modern jasje.

~ met dank aan wie me op nieuws attendeerde ~

voor het verhaal over Polycrates heb ik gebruik gemaakt van Herodotos: Het verslag van mijn onderzoek (ISBN 90-6168-583-4)

Geplaatst in Nieuws | Getagged , , , , , , , , | 1 reactie