Een maal voor wilde honden

“Neem nooit iets te eten aan van een heks!” waarschuwen sprookjes en volksgeloof. Denk aan de stiefmoeder van Sneeuwwitje! De heks waarvoor wordt gewaarschuwd, is iemand die van buiten de eigen kring komt. Die misschien ogenschijnlijk niet meer, maar in wezen nog altijd een buitenstaander, een indringer, een vreemde is. Iemand met andere ideeën en gewoonten. Je weet maar nooit of zij het voedsel niet heeft betoverd of vergiftigd. Van zo iemand kun je immers alles verwachten…

‘Man ist, was man ißt’ (je bent wat je eet)

In Frankrijk kent men de ‘gastronomische maaltijd’. Bij geboorten, bruiloften, verjaardagen, reünies en andere belangrijke gebeurtenissen komt men met familieleden, vrienden of andere betrokkenen bijeen om gezamenlijk te koken en te eten. Deze maaltijd bestaat uit zes gangen en bij elke gang hoort bepaald bestek en servies. Het is van groot belang bij elk gerecht de juiste wijn te kiezen. Maar het belangrijkst van alles is het samenzijn en het aanhalen van de sociale banden. De Franse gastronomische maaltijd is in 2010 door UNESCO erkend als cultureel erfgoed. Tot op zekere hoogte vergelijkbaar is de zakenlunch, over de hele wereld een bekend verschijnsel. Voedsel en drank zorgen voor een ontspannen sfeer die het sluiten van goede deals bevordert, is het idee. Ook in de politiek worden diplomatieke banden nogal eens gesmeed of versterkt onder een etentje.

Voor de Fransen is hun eetcultuur een zaak van nationale trots. Nederlanders verbazen de rest van de wereld door hagelslag niet in de eerste plaats als luxe taartdecoratie te gebruiken, maar als een eenvoudig broodbeleg (in volkse koffiehuizen zag ik vroeger ‘broodje hagelslag’ op de kaart staan. In hippe café’s hadden ze zoiets niet. Daar was het meer ‘pistolet met mortadella’). Zowel Israëli’s als Libanezen eisen hummus op als nationaal gerecht, wat heeft geleid tot een wedijver in het maken van de grootste portie hummus. Engelsen hebben eindeloze discussies over de vraag of men bij het theedrinken eerst melk, of eerst thee in het kopje schenkt.

Hoor je erbij, of hoor je bij de anderen?

Bepaald voedsel wel of niet kunnen of mogen eten, hangt vaak samen met iemands sociale klasse. In de middeleeuwen aten rijke mensen brood van tarwe, maar de armen roggebrood. Vanaf de zestiende eeuw werden in Europa boeken gepubliceerd over tafeletiquette. De regels waren bedoeld voor de hogere kringen en verschilden nogal eens, maar “de hoofdzaak was toch dat men onderscheid kon maken tussen mensen die wèl wisten hoe het hoorde en mensen die dat niet wisten.”

Voorbeeld van dekken en dienen voor een diner, uit: Hoe hoort het eigenlijk? door Amy Groskamp – ten Have (twaalfde druk)

Structurele verschillen in eetgewoonten spelen mogelijk ook een rol in gevoelens van ‘instinctieve’ afkeer van een andere groep mensen. De nabijheid van iemand die knoflook heeft gegeten, kan moeilijk te verdragen zijn voor wie dat niet heeft. Sommige vegetariërs vinden dat vleeseters een beetje stinken. Een Latijns-Amerikaanse man beklaagde zich er ooit tegen mij over dat Nederlandse vrouwen “naar pannekoeken” roken. Dat vond hij onaantrekkelijk. Omgekeerd versterkt de geur van een gelijksoortig eetpatroon waarschijnlijk het gevoel van onderlinge verbondenheid.

Religieus onderscheid

Zo heeft ieder land, iedere streek en iedere bevolkingsgroep wel iets aparts, iets herkenbaars. De verbindings- en scheidslijnen in eetgewoonten die in onze geglobaliseerde wereld het meest in het oog lopen, zijn religieus-cultureel van aard. Moslims die vasten tijdens de ramadan, voelen zich verbonden met hun mede-vastende geloofsgenoten (en met mensen die uit armoede honger lijden, zeggen sommigen), en halen na zonsondergang de familiebanden aan door gezamenlijk te eten. Orthodoxe christenen eten tijdens hun vastenperiode strikt veganistisch. Hindoes mogen geen voedsel nuttigen dat is bereid door iemand uit een lagere kaste, en Brahmanen gebruiken geen knoflook en uien (die zouden de lagere driften stimuleren) maar kruiden hun voedsel in plaats daarvan met asafoetida (duivelsdrek).

Voedsel verbindt mensen, maar onderscheidt de groep die zo ontstaat tegelijk van anderen. Iemand die afwijkt van het gangbare door bijvoorbeeld alleen rauwkost te willen eten of geen alcohol te drinken, wordt bij een etentje al gauw als spelbreker gezien. De keuze voor een bepaalde manier van eten wordt dikwijls opgevat als kritiek op andermans eetgewoonten, of zelfs op een hele cultuur. Veel mensen vinden daadwerkelijk dat anderen dezelfde keuze zouden moeten maken als zijzelf. In Nederland weerklinkt af en toe gemor wanneer er niet meer uitsluitend broodjes ham in de kantine liggen, maar in India kunnen verschillende religieuze ideeën over voedsel leiden tot gewelddadige botsingen. Daar worden moslims soms aangevallen en zelfs vermoord door extremistische hindoes, omdat moslims rundvlees eten terwijl runderen voor hindoes heilig zijn. In een aantal deelstaten van India is het slachten van runderen verboden.

Kennen heksen voedseltaboes of -voorschriften?

Zijn er gebruiken of verboden met betrekking tot voedsel en drank waaraan een buitenstaander een heks of heiden zou kunnen herkennen? Volgens de volksverhalen gebruiken heksen geen zout in het eten en nemen ze geen brood aan, als bij een maaltijd het brood in stukken wordt gedeeld. Maar daarbij gaat het om de stereotiepe kwaadaardige sprookjesheksen. Zout verdrijft het kwaad, dus daar kunnen zij niet tegen, en als anti-sociale wezens willen zij niet deelnemen aan iets gezamenlijks en verbroederends als het delen van brood. In afgezwakte vorm is dat antisociale imago te herkennen in de ‘spelbreker’ die niet meedoet aan de vrijdagmiddagborrel, of die vraagt of er bij het feestje ook veganistische hapjes worden geserveerd.

Ondanks de inspanningen van velen om het mooie en menslievende in hekserij en heidendom te laten zien, hebben de woorden ‘heks’ en ‘heiden’ voor grote delen van de bevolking nog altijd een ongunstige klank. Jezelf zo noemen heeft dus iets provocatiefs. Het is aannemelijk dat iemand die daarvoor kiest, er ook niet voor terugschrikt, in te gaan tegen heersende gebruiken en opvattingen over voeding. Maar er zijn op dat vlak zoveel ideeën, adviezen en modes in omloop, dat moeilijk valt uit te maken welke nu eigenlijk breed geaccepteerd en welke controversieel zijn. Eigenzinnig eetgedrag hoeft daarom niet op hekserij of heidendom te wijzen.

Heidense koekenbakkers

Het Bijbelboek Jeremia vermeldt heidenen die koeken bakken en wijnoffers brengen voor een godin, die de Koningin van de Hemel wordt genoemd. Deze godin wordt onder meer uitgelegd als Asherah, Ashtoreth, Ishtar of Astarte, voor wie maanvormige koekjes werden gebakken. Het bakken van maankoekjes lijkt onder heksen tamelijk populair, en wijn kan een rol spelen in de rituelen, maar ik durf niet te stellen dat hedendaagse heidenen zich erg laten inspireren door de Bijbel!

Het vereren van de Koningin van de Hemel is trouwens al lang geen uniek heidens gebruik meer. In de katholieke kerk is Regina Caeli (Koningin van de Hemel) vanouds een benaming van Maria. Sinds 1954 is er zelfs een speciale feestdag ingesteld om Maria als Hemelkoningin te vereren. Na wat schuiven met data is dat 22 augustus geworden. Dit jaar willen enkele Amsterdammers deze ‘koninginnedag’ vieren met onder meer een piramide van laserstralen en een “Tsunami van Liefde”. De beschrijving van het evenement doet ondanks een verwijzing naar de paus niet bijzonder katholiek aan, maar zeker ook niet paganistisch. Er staat niets over koeken of wijnoffers.

Recepten voor duivekater en stroopbollen achterin een kookboek. Uit Medeia’s familie. Stroopbollen werden gebakken voor Luilak, volgens velen een heidens feest

Over het brood met de naam ‘duivekater’ wordt verteld dat het zou zijn voortgekomen uit heidense offers. De vorm van het brood met de knobbelige uiteinden zou verwijzen naar een schenkel. Ik vind het een weinig overtuigend, maar niettemin aansprekend verhaal en ik koop in december dan ook graag een duivekater (zelf bakken zit nog altijd in de planning). Daarbij moet ik vrijwel altijd even blijven wachten tot de nieuwe lading broden voldoende is afgekoeld om te worden vervoerd: zo groot is in die tijd van het jaar de vraag naar dit brood. Zoveel liefhebbers kunnen onmogelijk allemaal heidenen zijn.

Ook andere baksels zoals de ‘oudewijvenkoek’ worden folkloristisch herleid tot heidense gebruiken, maar geen van die baksels wordt uitsluitend, of zelfs maar overwegend door heidenen gemaakt of genuttigd. En zelfs de meest fanatieke christenen waarschuwen niet voor de gevaren van het eten van heidense koeken.

Onderscheiden of overschrijden?

Eén universele, herkenbare benadering van voedsel lijkt er onder heksen en heidenen niet te zijn. Is wellicht precies de afwezigheid van onmiskenbare kenmerken kenmerkend? Zinniger dan het willen afbakenen en onderscheiden van de eigen subcultuur, lijkt mij in elk geval het ter discussie stellen en zonodig overschrijden van beperkende grenzen en identiteiten, wanneer die zonder nadenken als vanzelfsprekend en vaststaand worden opgevat en als norm gehanteerd. Misschien is het typisch iets voor heksen om specifieke gebruiken en voorschriften die aangeven wie er wel en wie er niet bij hoort, binnenskamers te houden, maar buiten de beslotenheid van de eigen kring enigszins buiten de perken en gebaande paden te gaan. Met betrekking tot voedsel zou dat kunnen betekenen: eten delen met mensen met wie de meesten niet snel de maaltijd zouden delen.

Hekate’s Suppers

Inderdaad zijn in de Verenigde Staten verschillende personen en groepen, kennelijk onafhankelijk van elkaar, op de gedachte gekomen dat de heksengodin Hekate het op prijs zou stellen wanneer zij hun voedsel gingen delen met daklozen. Een van die groepen is verbonden aan het paganistische centrum Sacred Hearth Sanctuary in Reno, Nevada. Onder de naam ‘Hekate’s Suppers’ worden hier maaltijden voor daklozen verzorgd. Star Fitch, een van de initiatiefneemsters, was zo vriendelijk mij hierover te willen vertellen.

In de Griekse oudheid legden mensen op kruispunten en driesprongen voedseloffers voor Hekate neer, die vervolgens (naar men aanneemt) werden meegenomen door de allerarmsten, of opgegeten door wilde honden en andere dieren. Star en een vriendin lazen over deze ‘maaltijden van/voor Hekate’ in het boek Hekate – Her Sacred Fires en besloten met hun groep iets vergelijkbaars te organiseren voor de daklozen in hun omgeving. Zij zien Hekate als de godin die hulp en wijsheid schenkt wanneer de nood het hoogst is, en ze beschouwen het ondersteunen van mensen aan de onderkant van de samenleving als een onmisbaar onderdeel van hun toewijding aan de godin.

De vorm die de bijeenkomsten van Hekate’s Suppers aannemen is tweeledig. Eén deel bestaat uit een besloten ritueel dat eens per maand plaatsvindt. Een kleine groep Hekatevereerders brengt offers naar een kruispunt en smeekt de bijstand van de godin af voor de daklozen en voor henzelf. Het andere deel speelt zich af in het gebouw van Sacred Hearth Sanctuary. Hier kunnen daklozen eens in de twee weken op donderdag een maaltijd krijgen, en spullen zoals slaapzakken, kleding, zeep, maandverband en andere benodigdheden. Er wordt ook gezorgd voor hondenvoer. Dat is niet alleen nuttig voor daklozen met een hond, maar ook betekenisvol in verband met Hekate. Zij wordt immers vaak aangekondigd of vergezeld door honden en soms neemt ze zelf de gedaante van een hond aan.

De donaties worden ingezameld in het Sacred Hearth Sanctuary en zijn hoofdzakelijk afkomstig van pagans uit diverse stromingen. Het initiatief is niet speciaal gericht op pagans; naar de spirituele opvattingen van donateurs en begunstigden wordt niet gevraagd. De groep van ‘Hekate’s Suppers’ werkt samen met andere organisaties voor daklozen. Ze richten zich daarbij op praktische kwesties en brengen hun paganistische achtergrond niet ter sprake. Evenmin wordt er iets als een heidense zegenwens uitgesproken bij het uitdelen van voedsel en goederen. De hulpactie is niet opgezet om hekserij of heidendom in een gunstig daglicht te stellen, laat staan om ‘zieltjes te winnen’. Alleen de naam Hekate’s Suppers geeft iets prijs over de achtergrond van de leden van die groep. Maar de meeste mensen staan niet stil bij de naam, omdat die ze niets zegt.

Hier, een lekker appeltje…

Voedsel delen met mensen uit andere groepen dan de eigen, wordt natuurlijk door meer mensen gedaan. De media berichten regelmatig over dergelijke acties. Maar bij die gelegenheden komt er altijd een nadruk te liggen op groepsidentiteiten: Proef eens hoe lekker deze vluchtelingen kunnen koken; kijk hier eens hoe gastvrij moslims kunnen zijn; en zie je wel dat het christenen zijn die zich daar ontfermen over drugsverslaafden? De grenzen tussen de groepen worden tijdelijk opgeheven maar daarbij tegelijk benadrukt. Soms probeert men er een ander wij-gevoel voor in de plaats te zetten, dat de verschillen tussen de (sub)culturen zou moeten overstijgen: we zijn allemaal Amsterdammers, of: we zijn allemaal mensen. Maar het benadrukken van de ene groepsidentiteit vaagt de andere niet uit. Een moslim die zich bovenal Amsterdammer voelt, is daardoor niet ineens minder moslim. En dat ook ‘vreemde’ mensen mensen zijn, wisten we al lang, al lijkt het wel eens te worden vergeten.

Voedsel met anderen delen vanuit een bepaalde levensovertuiging, maar zonder daarbij de aandacht te vestigen op die overtuiging, zoals de groep van Hekate’s Suppers doet, blijkt nog niet zo eenvoudig. Een echte heksentoer! Zouden de sprookjes dan toch gelijk hebben? Is een heks iemand die anderen iets te eten aanbiedt, zonder te onthullen dat ze een heks is? Zolang het aangebodene niet wordt ‘vergiftigd’ met de onuitgesproken eis dat de anderen door dit gebaar van verbroedering als bij toverslag veranderen in dankbare en ruimdenkende medemensen, is dat idee zo gek nog niet. Eten is weliswaar transformatie (zie het redactioneel), maar niet elke transformatie is te sturen. Ook niet als je een heks bent. Laten we niet vergeten – hoor het gehuil van wilde honden in de verte – dat de wereld altijd meer zal omvatten dan het beperkte, vertrouwde gebied waarbinnen we ons op ons gemak voelen.

Geplaatst in Artikelen | Getagged , , , , | Reacties uitgeschakeld voor Een maal voor wilde honden

Review: Getting Higher – the Manual of Psychedelic Ceremony

Getting Higher – The Manual of Psychedelic Ceremony
Julian Vayne. Foreword by Dr David Luke. Illustrations by Pete Loveday   
Psychedelic Press.
ISBN: 9780992808877. £10.99 

In the video trailer Julian describes Getting Higher as “a manual for exploring the use of psychedelic substances in the contexts of spirituality, self-transformation and magic. This is the psychonaut’s essential guide. The techniques presented here work whether you’re a scientist or a shaman; there’s no requirement to believe in anything other than the wonder of your own neurochemistry and the value of the psychedelic experience”.

And indeed, although it is a slim volume, it is a veritable fountain of information. The first part is preparatory work with detailed information about “the psychedelic experience”.  In the section “Core Techniques” Julian describes how one can navigate a psychedelic experience. Using Breath techniques for example. Or Ritual Singing practices including dancing and movement. Internal journeys or what we sometimes call pathworkings can also enhance the experience. Weaving magic in an ‘altered state of consciousness’ is perhaps the real guide Julian is presenting in this book.

As I was going through the book I also realised that much of what Julian is describing is what we often call trance-work.

For initiated witches, this book is basically a manual for the “8-fold path – the way to the centre”. Not all the paths incorporate the use of drugs, of course, but the thing that they have in common is that they enhance our ritual practice. As we work with Pan and Dionysus a knowledge of their intoxicating and ecstatic ways must be most advantageous! In this book, Julian gives us ways – with or without drugs – to achieve those states of consciousness, or as he calls the Altered State and Magic

Highly recommended!

Author bio: Julian Vayne is an occultist and the author of numerous books, essays, journals and articles in both the academic and esoteric press. While his name is closely associated with chaos magic Julian is also an initiated Wiccan, member of the Kaula Nath lineage and Master Mason. Over the past 30 plus years, he has participated in a group ceremony with a variety of druids, shamans, and others as well as sharing his own practice through public workshops, retreats and networks of practitioners including The Illuminates of Thanateros. He is a leading contributor to theblogofbaphomet.com and co-director of The Psychedelic Museum psychedelicmuseum.net

Illustrator bio: Pete Loveday is a British artist and cartoonist. His seminal underground comics charting the adventures of hippie character Russell include Big Bang Comics, Big Trip Travel Agency and Plain Rapper Comixlater reprinted as Russell: The Saga of a Peaceful Man and Russell’s Big Strip Stupormarket. For many years Pete was a regular stall holder at Glastonbury Festival, the Secret Garden Party and Beautiful Days. His work has appeared in publications ranging from Encyclopaedia Psychedelica through Soft Secrets to The Idler, has graced albums from Dream Matrix Telemetry by Zuvuya and Terence McKenna to Ouch! by P.A.I.N, and has even been used for bizarre advertising campaigns for Nike and HP Sauce. Loveday attributes his black sense of humour to having spent the first Summer of Love disemboweling chickens in a poultry processing factory, a traumatic experience which left him with a morbid fear of death. Some of his work may be found at www.russellsaga.com

The video trailer: https://vimeo.com/210684370

Written by Julian Vayne, Foreword by David Luke, illustrations by Pete Loveday. Published 1st May 2017 by Psychedelic Press UK. With thanks to G&F, Nikki Wyrd and the spirits of Devon & Cornwall. Thanks to Amodali Zain and Mother Destruction for permission to use their music. With gratitude to the Medicine Community and star-spangled dreamers the world over. Ahoy!

Weekend workshop – in the Netherlands – with Julian Vayne & Nikki Wyrd, February 9-11, 2018, FFI: https://www.facebook/.com/events/276874339460984

 

 

 

 

Geplaatst in Boeken, English articles, Recensies | Getagged , , , , , , | Reacties uitgeschakeld voor Review: Getting Higher – the Manual of Psychedelic Ceremony

Handvasten – de relatie die je goed rekent

Logo rubriek Wiccan Rede Online Magazine

De afgelopen periode werd ik – ik ben een bofferd! – een paar keer gevraagd om een stel te handvasten. Een geweldige eer natuurlijk en een groot feest om voor te bereiden met de handvastelaars zelf. De kunst is om een mooi, creatief en passend ritueel te bedenken dat voldoet aan de hoop en verwachting van het stel en ook voldoende diepgang heeft om voelbaar een stevige blessing mee te geven aan de relatie. Valt niet mee. Er zijn zoveel prachtige handelingen uit te voeren tijdens een ritueel! Klassiekers: de kracht van de elementen in de binding leggen, twee dranken mengen, of een bloedceremonie. Minder klassiek: chocolade ronddelen, springen over de sjaal van oma in plaats van een bezem, samen een ballon opblazen bij ‘lucht’. Of een glas kapot trappen, een stukkie Korinthiërs invoegen of geblinddoekt naar het altaar wandelen… En hoe meer spannende plannetjes ontstaan, hoe meer er uiteindelijk geschrapt moet worden. Want een ritueel (ook een handvasten) moet simpel zijn en dan nog wat versimpeld worden voordat het uitgevoerd wordt. Lastig voor elke creatieve geest.

Moge je geest creatief zijn

Een creatieve geest is een vervloeking van de goden. Wie er eentje heeft – een creatieve geest hè, ik ga ervan uit dat je goden zat hebt – weet er alles van. Je verzint iets leuks om te doen Een boek schrijven! maar voordat je er aan begonnen bent is er alweer een nieuw plan Naar Portugal! dat minstens zo leuk is als de twee volgende Een schuur bouwen op mijn balkon! plannen die over elkaar heen buitelen Accordeon leren spelen! Nee, elke dag een uur mediteren en dan hardlopen! om als eerste door jou gematerialiseerd te worden.
Een waarschuwing: dat werkt niet. Er komt niks van terecht. Wie niet kiest blijft fladderen en creëert niks nieuws op aarde.

Wie iets wel doet, doet nog veel meer niet

Energie volgt adem en adem volgt aandacht, leerde ik van T. Thorn Coyle. En dat werkt op zoveel niveaus zo! Vliegt je aandacht alle kanten op, dan is ook je energie zo op en heeft geen enkel plan voldoende lucht om een beetje vorm te krijgen. De creatieve geest dwarrelt plannenmakend rond en komt helemaal nergens toe. De werkelijke blokkade om een plan uit te voeren is bij mij niet zo zeer weerstand om ergens aan te beginnen. Ik begin juist graag aan dingen, eventjes, tot ik iets anders bedenk om aan te beginnen. De blokkade is – bij mij tenminste – het besef dat ik, als ik het ene doe, niet tegelijkertijd ook het andere kan doen. Ergens de tanden in zetten betekent dus verlies van alles waar ik niet mijn tanden in zet. Dat zet druk op de ketel zeg! Het moet dan wel wat zijn wat ik ga doen, anders is het dat verlies van de dingen die ik niet doe niet waard. Het jammere is: als ik te bang ben dat ik dingen mis loop en daarom mijn aandacht niet goed richt op een activiteit, loop ik ook mis wat ik eigenlijk heel graag had willen doen.

Reken het goed

Dat principe geldt in hoge mate voor het voorbereiden van een ritueel. Er moeten keuzes gemaakt worden. Maar hoe? Het voorbereiden van een ritueel kost zoveel tijd als er beschikbaar is, leerde ik van Starhawk. En gelukkig is er bij het voorbereiden van de meeste handvastrituelen maar weinig tijd beschikbaar. Een goed gesprek vooraf, dan een hele tijd niks en dan is het opeens zo ver. Uit de hele lijst afgesproken handelingen worden er vaak op het laatste nippertje door het stel zelf nog een paar weggesnoeid zodat het ritueel niet te lang gaat duren, want er moet ook tijd zijn voor het feest er na. Zo ontstaat, omdat het moet, een samenhangend geheel van gesproken woord, aandacht, handelingen, diepgang, overgave en plezier. Van alle mogelijkheden die bedacht zijn, moet er gewoon een aantal worden goed gerekend. Die krijgen de aandacht en vormen samen het uiteindelijke ritueel. De rest van de opties niet. Dat wil niet zeggen dat de rest stom was of niet betekenisvol. We hebben het alleen niet goed gerekend, dit keer. En niemand zal de afgevallen handelingen of woorden missen. Wat telt is dat er een ritueel ontstaat dat klopt. Want alleen door een plannetje goed te rekenen kan het met liefde en aandacht werkelijkheid worden, krijgt het voldoende energie en lading.

Deze geliefde is de mijne

Eigenlijk speelt bij het voorbereiden van het handvasten-ritueel dus precies hetzelfde proces als bij de handvastelingen zelf. Zij hebben de keuze uit een vrolijke wereld vol mogelijke partners. Daar zitten vast hele leuke bij. Afhankelijk van de onderlinge afspraken kun je daar gerust ook heel veel plezier mee hebben nadat je je in een ritueel verbonden hebt met een partner. Maar een relatie die je bevestigd hebt met een handvasting is wel degelijk in intentie anders dan andere relaties. Met het uitvoeren van het ritueel geef je jezelf, de ander en de goden zelf te kennen dat je deze relatie, deze ander, helemaal goed rekent, met al zijn of haar irritante trekjes en lekkere hoekjes. Aan hem, aan haar, aan hen, geef je je aandacht en je energie, zodat het echt wat bijzonders kan worden met jullie. Welke vorm, hoe lang, met wie allemaal, maakt niet uit. Wat uitmaakt is dat je tijdens je handvasten helemaal doorvoelt: dit is mijn geliefde, hier verbind ik me mee op de manier die past bij ons. We gaan ruzies uitpraten, verdriet delen, enorm lachen en lol trappen en dat kost allemaal tijd die je niet aan iets anders kunt besteden. En toch is al die gerichte aandacht en energie die je geeft aan elkaar goed besteed, omdat het je relatie voedt, verdiept en nog mooier maakt.

Aandacht. Adem. Energie.

Het leven biedt ongelofelijk veel mogelijkheden. Voor de creatieve geest nog net iets meer dan voor de ingedutte veiligheidsdenker. Eindeloze hoeveelheden interessante activiteiten, mooie plannen, lekker eten, opwindende geliefden, geweldig leuke onderdelen van rituelen – en toch wordt het pas wat als je kiest. Als je een optie goed rekent en daar je aandacht op richt. Adem volgt. Energie ontstaat. Niets is meer onmogelijk. En dat is volgens mij de kern van magie.

Yoeke Nagel, interheksueel met een Reclaiming-achtergrond
www.yoekenagel.nl

Geplaatst in Columns | Getagged , , , | Reacties uitgeschakeld voor Handvasten – de relatie die je goed rekent

Oud nieuws in de verjongingsketel gegooid – Lughnasadh 2017

Religieuze mix

Eind mei berichtte Trouw over een glossy voor en over mensen die zich voelen aangetrokken tot meer dan één religie. Volgens onderzoek van de Vrije Universiteit in Amsterdam (protestants-christelijk) en het Dominicaans Studiecentrum voor Theologie en Samenleving (katholiek) kan bijna een kwart van de Nederlanders als ‘multireligieus’ of ‘flexibel gelovig’ worden beschouwd. Zij hebben bijvoorbeeld een huisaltaar met beeldjes van Boeddha en Maria en een gekalligrafeerde soefitekst, of ze zingen zowel christelijke als joodse liederen als hindoeïstische mantra’s.

De glossy was een eenmalige uitgave en heette MiX. Het verschil met een blad als Happinez was volgens de makers dat Happinez zich richt op ‘ongebonden spirituelen’ die een beetje religieus shoppen maar zich niet erg in de religieuze tradities verdiepen, en MiX (blijkbaar) op mensen die het allemaal wat serieuzer opvatten en zich in principe wel willen binden, alleen niet aan slechts één religie. Trouw noemde deze benadering ‘religieuze polygamie’.

Initiatiefneemster en theologe Manuela Kalsky zei hierover: “In het Westen zien we een religie vaak als een min of meer afgebakend fenomeen: je gelooft het één of je gelooft het ander. (…) In het dagelijks leven is het allemaal niet zo geordend en overzichtelijk.”

Of de hoofdletter-X in de naam van de glossy betekende dat het christendom voor alle betrokkenen een belangrijk deel uitmaakte van de multireligieuze mix, heb ik niet kunnen ontdekken.

Religieuze placebo

Religieuze activiteiten zoals het bezoeken van een bedevaartsoord, het ondergaan van een rituele wassing, heilig water drinken of het kijken naar een plaatje van Maria kunnen voor gelovigen een pijnstillend effect hebben, was in juni te lezen op de website van De Kennis van Nu. De werking van religie zou aldus vergelijkbaar zijn met die van een placebo. Maar ook de luisterende aandacht van een religieus specialist, “de pijn beter een plek kunnen geven” vanuit een spiritueel gezichtspunt, en de afleiding van het bezig zijn met rituele handelingen in plaats van met de klachten, spelen waarschijnlijk een rol.

Hoewel sociaal psychiatrisch verpleegkundige Marjan Mensinga blij is wanneer patiënten gelovig zijn, staat niet vast dat iemand beslist religieus moet zijn om een dergelijk pijnstillend effect te kunnen ervaren. Uit hersenscans komt naar voren dat voor niet-gelovigen het kijken naar een plaatje dat hen aanspreekt, bijvoorbeeld een sportfoto of een erotische afbeelding, op dezelfde manier werkt als een plaatje van Maria voor katholieken. Jaren geleden werd al bekend dat het kijken naar een foto van een geliefde pijnstillend kan werken.

Religieuze relletjes

Dat religie niet alleen een naar gevoel zoals pijn kan verminderen, maar ook gevoelens van onbehagen kan veroorzaken, bleek onder meer in april in Engeland, waar Anglicaanse gelovigen aanstoot namen aan de aanwezigheid van een als asperge verklede man bij een kerkelijke inzegening aan het begin van het jaarlijkse aspergefestival. God danken voor asperges kon wel, vond men, maar zonder rare verkleedpartijen.

In Nederland veroorzaakte de rapsong ‘Kind van de Duivel’ van Jebroer (niet Jezus maar Jebroer) consternatie. Het lied was bijzonder populair onder basisschoolleerlingen in Vriezenveen en dominees en ouderlingen riepen ouders daarom per brief op, hierover met hun kinderen te praten “om een stuk bewustwording te creëren”. Volgens een ouderling moeten kinderen die het lied meezingen “beseffen dat ze hiermee ruzie en oorlog over zich afroepen in plaats van liefde en harmonie”.

Een reclame van de protestantse stichting Kerk in Actie schoot in het verkeerde keelgat bij katholieke en orthodoxe christenen. In een filmpje wordt een actie tegen armoede in Colombia verbeeld door het versnipperen van een poster van Jezus, waarna de snippers her en der in Colombia terechtkomen. Het achterliggende idee was de gedachte van ‘delen’. Bij de protestantse herdenking van het Laatste Avondmaal wordt Jezus in de gedaante van een brood (“dit is mijn lichaam”) in stukken gescheurd en verdeeld onder de gelovigen.

Maar katholieken en orthodoxen, bij wie beelden en iconen een belangrijke rol spelen, ervoeren het verscheuren van een afbeelding van Jezus als godslastering, een destructieve en agressieve daad gericht tegen Jezus zelf. Het verscheuren van het stuk drukwerk werd vergeleken met de Beeldenstorm van 1566 en met het vernietigen van religieus cultuurgoed “door ISIS en andere christenhaters”.

In Ierland klaagde iemand Stephen Fry aan wegens godslastering, vanwege een uitspraak die de bekende acteur en televisiepresentator twee jaar eerder had gedaan in het televisieprogramma The Meaning of Life. Op de vraag wat hij, gesteld dat hij bij de hemelpoort zou komen, tegen God zou zeggen, had Fry geantwoord: “Ik zou zeggen: botkanker bij kinderen? Waar slaat dat op? Hoe durf je, hoe haal je het in je hoofd een wereld te scheppen met zoveel ellende die niet onze schuld is! Dat deugt niet, dat is door en door kwaadaardig. Waarom zou ik eerbied moeten hebben voor een wispelturige, kleinzielige, stompzinnige god die een wereld schept met zoveel onrecht en pijn?”

Het zou anders liggen, vervolgde Fry, als hij na zijn dood voor de Griekse god Hades kwam te staan, want de Griekse goden kwamen er tenminste eerlijk voor uit dat ze menselijke begeerten kenden en wispelturig en onredelijk waren. Zij pretendeerden niet alwetend of volledig vriendelijk en welwillend te zijn.

De Ierse politie onderzocht de zaak, maar slaagde er niet in een “aanmerkelijk aantal gekrenkte gelovigen” te vinden. Dit vormde volgens de wet de voorwaarde voor een veroordeling wegens blasfemie. Het voorval leidde er wel toe dat mensen vonden dat de wet op blasfemie gênant was en maar eens op de schop moest.

Religieuze rituelen

De Volkskrant plaatste in mei een korte ingezonden brief van Paul Schermers, die stelde dat alle goden – dus ook de door Fry zo bewonderde wispelturige Griekse goden – door machthebbers zijn verzonnen om het volk onder de duim te houden, en dat de aanklacht tegen Fry liet zien dat de christelijke middeleeuwen nog lang niet voorbij waren.

Hierop volgde een reactie van Mark Beumer, die er op wees dat de middeleeuwen niet zo achterlijk, en trouwens ook niet zo christelijk, waren als soms wordt gedacht. Weliswaar was, zo schreef Beumer, het monotheïsme “bij uitstek het instrument om mensen onder de duim te houden met heilige boeken, geschreven door mensen”, maar de meeste oude beschavingen, ook de Griekse, waren polytheïstisch. Daarbinnen mocht iedereen de goden vereren die hij of zij wilde. Ook monotheïstische goden waren toegestaan.

Volgens Beumer is het belangrijk om onderscheid te maken tussen mythologie en religie. In mythen worden goden vaak afgeschilderd als wispelturige wezens. Ook de christelijke god die verantwoordelijk is voor kinderkanker is zo’n mythologische god. De antieke religie berustte echter niet op een geloof in de waarheid van zulke verhalen, maar op rituelen die iets van deze of gene godheid gedaan wilden krijgen, bijvoorbeeld een ritueel ter ere van Hygieia of Asclepios voor genezing, of ter ere van Hera voor een goed huwelijk.

Rituele humor

Rituelen waren in de oudheid van groot belang, schreef Inger Kuin in het artikel ‘Lachen, schelden en drinken voor de goden’ in Geschiedenis Magazine (juni 2017), omdat er zoveel van afhing: een goede oogst, gezondheid, liefdesgeluk, winnen op het slagveld, enz. Het kan daarom verbazing wekken dat het er bij veel rituelen niet bepaald plechtig aan toeging. Een onderdeel van de Eleusinische mysteriën was een voettocht van Athene naar Eleusis waarbij de deelnemers, wanneer ze een bepaalde brug over gingen, door omstanders werden uitgescholden en belachelijk gemaakt. Dit brugritueel (gephyrismos) werd ‘verklaard’ door het verhaal over de wanhopige godin Demeter die tijdens de zoektocht naar haar dochter moest uitrusten in Eleusis, en daar werd opgevrolijkt door de vrouwelijke bediende Iambe, die allemaal flauwe grappen maakte en de godin er aan herinnerde dat lachen en vreugde onmisbaar zijn in het leven. Zelfs, of misschien wel juist, in situaties waar vrolijkheid ongepast lijkt.

Bij een feest voor Dionysus riepen deelnemers vanaf karren beledigingen en grappen naar voorbijgangers. en ook het vrouwenfestival de Thesmophoria kende “the ancient Greek dissing thing” (omschrijving van Horrible Histories) waarbij de vrouwen flauwe en schunnige opmerkingen over elkaar maakten. Er kwamen terracotta beeldjes van vrouwelijke genitaliën aan te pas, die verwezen naar het verhaal over de dienares Baubo die haar onderlichaam ontblootte om Demeter aan het lachen te maken. Op Rhodos was een ritueel voor Heracles waarbij de halfgod zowel offers kreeg als werd uitgescholden. Verder kenden de oude Grieken lachrituelen voor Apollo en Artemis, en in Sparta zou een tempel voor de Lach hebben gestaan.

“De goden zagen hoe Hefaistos hijgend
de zaal door liep. De gelukzaligen
barstten in onbedaarlijk lachen uit.”
– uit het eerste boek van de Ilias (vertaling: Patrick Lateur)

De Romeinen hadden het feest van Saturnus, waarbij veel werd gedronken en gelachen. Er werden spelletjes gespeeld en deelnemers maakten elkaar belachelijk. Bij de triomftochten van militairen, waarbij oorlogsbuit, krijgsgevangenen en offerdieren naar de tempel van Jupiter werden gevoerd, zongen de soldaten obscene liedjes over hun generaal. Een geschiedschrijver uit de eerste eeuw v.C. merkte al op dat dit gebruik leek op het ‘grappen maken vanaf de wagens’ van het Griekse Dionysusfeest.

Ook in de oudheid waren er mensen die zich afvroegen of scheldpartijen en schuine grappen en grollen niet te lichtzinnig waren voor religieuze riten. Aristoteles vond dat vrouwen en kinderen er maar beter niet bij konden zijn. Maar de meeste schrijvers hechtten belang aan de rituelen. Men wilde ze zeker niet afschaffen. Volgens Plutarchus waren de scheldwoorden bedoeld om kwade machten af te weren en hedendaagse wetenschappers zien de obscene beeldjes en handelingen als vruchtbaarheidssymboliek, maar dergelijke verklaringen gaan niet op voor alle lachrituelen. Al bij Homerus was sprake van onbedaarlijk lachende goden (vandaar de uitdrukking ‘een homerisch gelach’), en de opvatting in de oudheid was dat de mensen in hun rituelen lachten in navolging van de gelukzalige goden. Daarin verschilden deze rituelen van het latere carnaval, want “dit idee vind je in het christendom niet terug”, schrijft Kuin.

“De goden, schenkers van het goede, stonden
in het portaal, de gelukzaligen
barstten in onbedaarlijk lachen uit
toen zij bewonderend het kunstig werk
aanschouwden van de schrandere Hefaistos.”
– uit het achtste boek van de Odyssee (vertaling: Patrick Lateur)

Misplaatste grap

In mei maakte in Duitsland de rechtspopulistische AfD-politicus Rainer Podeswa een opmerking die humoristisch was bedoeld, maar die niemand grappig vond. Podeswa probeerde de maatregelen die de Groenen voorstelden om de opwarming van de aarde tegen te gaan, belachelijk te maken door ironisch de Heksenhamer als leestip voor te stellen: “Destijds werden er honderden vrouwen verbrand, daarmee werd het klimaat gered.”

De uitspraak was voor velen zo choquerend dat ze het zelfs niet als slechte grap konden zien. De website van Die Welt bracht het nieuws aanvankelijk onder de kop ‘AfD-politicus adviseert vrouwenverbranding om het klimaat te redden’, maar wijzigde dat later in ‘AfD-er veroorzaakt opschudding met verwijzing naar Heksenhamer’.

De Heksenhamer was het in 1486 gepubliceerde handboek voor heksenjagers. In de vijftiende eeuw vond een verandering in weersomstandigheden plaats, doordat men aan het begin van een kleine ijstijd stond. In een aantal opeenvolgende jaren gingen oogsten verloren door hagel-onweersbuien en heksen kregen hiervan de schuld. In werkelijkheid bestond er geen verband tussen de onregelmatigheden in het weer en ‘hekserij’, legde een deskundige nog even ten overvloede uit aan Die Welt.

Volgens de Heksenhamer waren het met name vrouwen die zich met hekserij bezighielden. Het boek vormde de basis van het systematische vervolgen van vermeende heksen in Europa. De vervolgingen duurden tot in de achttiende eeuw en hebben naar schatting 40.000 tot 60.000 mensen het leven gekost.

Hekserij om het weer te beïnvloeden. Afbeelding uit het boek ‘De Lamiis et Pythonicis Mulieribus’ van Ulrich Molitor (1489)

Misplaatste woordkeus

De Amerikaanse president Donald Trump beklaagde zich in mei per tweet over de berichtgeving over hem in de media, met de bewering dat die de grootste heksenjacht op een politicus in de Amerikaanse geschiedenis vormde. Ook bij andere gelegenheden noemde Trump zichzelf het slachtoffer van een heksenjacht. Newsweek berichtte hierop dat de president geen flauw benul had van wat een ‘heksenjacht’ was en gaf een kleine opfriscursus Amerikaanse geschiedenis: het woord ‘heksenjacht’ wordt in de politiek gebruikt voor het willen opsporen en uitschakelen van personen of groepen die de maatschappelijke orde zouden bedreigen. Het bekendste voorbeeld hiervan is de vervolging van communisten en mensen die werden verdacht van sympathie voor het communisme in de jaren ’50, onder senator McCarthy.

Verder terug in de tijd waren er de heksenprocessen in Salem. Aan het eind van de zeventiende eeuw ontstond hier opschudding in de puriteinse gemeenschap toen enkele meisjes zich raar gingen gedragen en zeiden dat dat kwam doordat ze behekst waren. De meisjes werden serieus genomen en veel vrouwen, maar ook mannen werden vervolgd, waarvan twintig ter dood werden gebracht en vijf stierven in de gevangenis. Toen ook vooraanstaande personen uit de gemeenschap van hekserij werden beticht, begon men te twijfelen aan de waarheid van de beschuldigingen en kwam er een eind aan de vervolgingen. In 1953 gaf Arthur Miller deze geschiedenis gestalte in zijn toneelstuk The Crucible om commentaar te leveren op de politiek van McCarthy. Op de plaats waar in 1692 negentien van de veroordeelde ‘heksen’ zijn opgehangen, is in juli dit jaar een monument opgericht met hun namen.

Nog zoiets, maar anders

En hoe zat het met politieke ‘heksenjachten’ voordat Trump president werd? In het recent verschenen boek Witches, Sluts, Feminists: Conjuring the Sex Positive wijdt Kristen J. Sollee een heel hoofdstuk aan de verkiezingen van 2016, waarin presidentskandidate Hillary Clinton door zowel Trump-supporters als aanhangers van Bernie Sanders werd uitgemaakt voor boosaardige heks: “the Wicked Witch of the Left”. De haat die tot uitdrukking kwam bij het breed uitmeten van haar tekortkomingen, wees volgens de recensie van Sollee’s boek in The Guardian op een diepgewortelde haat en angst voor vrouwen, vooral vrouwen die hun invloed willen doen gelden.

Als reactie op seksisme en misogynie, in het bijzonder de minachting voor vrouwen door Trump, werden er tijdens de Amerikaanse verkiezingscampagnes diverse tegendemonstraties en acties georganiseerd, waarbij vrouwen zichzelf heks noemden of zich als ‘heks’ verkleedden, linkse politiek associeerden met het ‘pad van de linkerhand’, en opriepen tot het beheksen/vervloeken van het patriarchaat.

Volgens Sollee begon het gebruik van het woord ‘heksen’ als geuzennaam voor politiek actieve vrouwen aan het eind van de negentiende, begin twintigste eeuw, toen de suffragettes actie voerden voor vrouwenkiesrecht. Daarna werd het opgepikt door de feministen uit de jaren ’60. De ‘heks’ staat voor alles wat het patriarchaat duister, ongrijpbaar en bedreigend vindt: niet alleen politiek actieve, maar ook sexueel bevrijde vrouwen, ‘sletten’. Ook dit imago wil Sollee claimen voor het feminisme. In 2013 richtte ze hiertoe het platform Slutist op. Maar ze erkent dat jezelf een slet noemen niet in alle sociale contexten positief uitpakt.

Idem

Voor The Conversation schreef David Frankfurter een artikel met de nogal provocerende titel ‘What witch-hunters can teach us about today’s world’. Wat we van heksenjagers kunnen leren, is uiteraard niet hoe brandstapels de CO2-uitstoot zouden kunnen verminderen, maar wel hoe populistische politici hun macht en charisma vergroten door in te spelen op angsten die leven onder de bevolking. Vervang de angst voor heksen uit de vijftiende eeuw en daarna door angst voor Joden, communisten, satanisten, moslims, immigranten… Door een bepaalde groep mensen af te schilderen als de belichaming van het kwaad, kan iemand zichzelf presenteren als redder.

De werkwijze van zowel Europese als Afrikaanse ‘deskundigen’ die zeiden of zeggen heksen of satanisch misbruik te kunnen opsporen, komt volgens Frankfurter neer op het toevoegen van vier nieuwe elementen aan al bestaande ideeën over heksen, namelijk: stellen dat het heksengevaar juist nu bijzonder groot is; onthullen dat de heksen tot nog toe ongekende methoden hanteren om kinderen te beïnvloeden en de samenleving te ontwrichten; nieuwe manieren voorstellen om heksen te ondervragen en uit te schakelen; en tenslotte zichzelf presenteren als de specialisten die heksen en tekenen van hekserij kunnen herkennen en onschadelijk maken. Op dezelfde manier spreken politici bijvoorbeeld over “radicaal islamitisch terrorisme”, schrijft Frankfurter: alsof zij het best van iedereen weten wat het gevaar precies behelst, hoe het te herkennen is, en hoe ze het moeten aanpakken.

Heksenjagerspopulisme heeft het meeste succes in perioden van maatschappelijke crisis, zoals ten tijde van de pestepidemie of het kolonialisme. Frankfurter schrijft het niet zo expliciet, maar wat wij van dit alles kunnen leren, lijkt mij dat we ons niet bang moeten laten maken. Het lukt namelijk niet altijd om de mensen voldoende angst in te boezemen. De 15de-eeuwse monnik Bernardino wist de bevolking van Rome wel op te zwepen tot heksenvervolgingen, maar in Siena kon hij de mensen niet overtuigen.

Evenmin slaagde een Saoedische journalist er begin juli in, mensen ervan te overtuigen dat sheikhs uit Qatar miljoenen dollars uitgaven aan louche tovenaars uit Senegal en Mauretanië, om de diplomatieke crisis tussen Saoedi-Arabië, de Verenigde Emiraten, Bahrain en Egypte enerzijds en Qatar anderzijds, met behulp van djinns op te lossen. Inwoners van Qatar maakten zich vrolijk om de bewering en twitterden foto’s van een ‘heel normaal Qataars kantoorbureau’ met daarop een mysterieus dampende pompoen, een zwarte stenen schedel en andere Halloween-achtige attributen, of van Hermione en Ron uit de Harry-Potterfilms in het schoolkostuum van Zweinstein, met het commentaar dat dàt de kleren zijn die Qatari’s dragen, in plaats van de traditionele Arabische vrouwen- en mannengewaden. De Britse website The New Arab maakte de haast onvermijdelijke woordspeling ‘Djinn, no tonic’.

Toveren, divineren… duelleren?

Ook in Canada ziet men hekserij niet als een serieus maatschappelijk gevaar. Bij een herziening van het strafrecht werd het verbod op hekserij opgeheven, samen met de verboden op duelleren en op het voorspellen van de toekomst. Advocaat Omar Ha-Redeye lichtte het besluit toe: de oude wet kwam voort uit een christelijk denkkader waarin onaangepaste vrouwen werden bestraft en niet-christelijke tradities gedemoniseerd. Om personen te vervolgen die bijvoorbeeld anderen wijsmaken dat er een vloek op ze rust, die zij voor veel geld kunnen verwijderen, is het echter genoeg om een wet op oplichterij te hebben. Canadese pagans hebben zich ingespannen voor de afschaffing van de oude wet, en zijn blij dat ze nu tarot kunnen leggen zonder bang te hoeven zijn voor arrestatie. Wat het verband is met duelleren, weet ik niet. Waarschijnlijk dacht men: als we dan toch verouderde wetten schrappen, nemen we die ook gelijk mee.

~ met dank aan iedereen die me op nieuws attendeerde ~

Geplaatst in Nieuws | Getagged , , , , , , , , , | Reacties uitgeschakeld voor Oud nieuws in de verjongingsketel gegooid – Lughnasadh 2017

Volle maan van de speer 2016 (bewerking 2017)

Als ik zo mijn verslag van vorig jaar doorlees lijkt dat alweer zo ver weg! Wat is er een hoop gebeurd in het afgelopen jaar! Ik heb mijn opleiding tot Vitaal leven Coach afgerond, zelf weer de leiding genomen over Stichting Greenthingz, manlief is via uitzendbureau’s weer alle dagen aan het werk en mijn ouders (82 en 84) vragen en krijgen extra aandacht. Een eigen praktijk heeft momenteel geen prioriteit. Ik heb in een mooie zweethutsessie gevraagd om geduld en compassie in verband met mijn ouders. En gevraagd steun te krijgen bij het loslaten van mijn ouders, een proces dat ook tijd en compassie vraagt, dat is NU even belangrijker dan mijn eigen praktijk. Het besef dat ik gezegend ben hen beiden nog te kunnen koesteren… daar is compassie en tijd voor nodig. Daar kan ik niet gehaast mee omgaan, dat voelt niet goed.

En terwijl ik mijn kopje thee inschenk, valt mijn oog op een tekst op het labeltje (ja, zelfs de thee heeft me iets te vertellen!) “Love is where compassion prevails and kindness rules”.

17-08-2016 volle maan van de speer

Indiaans sjamanisme: Zij die heelt.

Thema: Bouw aan je zelfvertrouwen.

Officieel is het morgen om 10.30 volle maan. Dan zou het dus ’s avonds reeds afnemend zijn. Ik kies er voor om vlak voor haar hoogtepunt te gaan wandelen, haar te ontmoeten. Ik wil haar heel graag boven de kim zien komen… dus vroeg op pad!

Om 19.30 trek ik mijn wandelschoenen aan ik gord mijn riem om, om mijn camera aan te bevestigen. Mobieltje in de achterzak en sleutel in mijn sok 🙂 Meer heb ik niet nodig op deze tocht. Ik twijfel of ik mijn staf mee moet nemen. Ik laat ‘m heel bewust thuis. Een rechte tak vind ik wel onderweg… mijn speer! Al die jaren was dat mijn staf 🙂 Nu ik er over nadenk, zelfs op Castlefest heb ik niet met mijn staf gelopen… wel met een aftandse ragebol, de ‘navelpluis-verwijderaar’. Ik vraag me af of ik zijn steun niet meer nodig heb. Wat je wel doet zegt iets, maar natuurlijk zegt wat je niet doet net zoveel!

Tijdens mijn trainingsrondjes Westerveld kom ik niet zoveel meer ín het bos, ik gebruik dan enkel de paden om het bos. Heerlijk hoor, dat stevig doorwandelen, maar de intimiteit van het bos mis ik wel en dat voel ik nu heel erg! Wat is het fijn om weer de rust op te zoeken van mijn bos. Mijn favoriete bospad in helaas compleet onbegaanbaar gemaakt. Er zijn bomen omgetrokken en de brandnetels staan tot ruim boven mijn hoofd. Het pad liep langs de heuvel en werd weinig gebruikt door de gemiddelde mens… maar nu is het niet meer te doen. Voor de reeën waarschijnlijk wel fijner, meer rust voor hen. Als de brandnetels weg zijn, ga ik toch nog een een kans wagen. Er zullen vast veel zwammen op de omgetrokken bomen groeien! Ik ga dwars door het bos de heuvel op en weer af, een moeilijke weg met rulle grond waar ik zo af en toe flink in wegzak. De spinnenwebben zitten ook geregeld in mijn gezicht. Het is echt herfst aan het worden. Ik heb ook geen zin om het pad te volgen en op de top aangekomen laat ik me aan de andere kant van de heuvel naar beneden zakken. Dan moet ik ook mijn dichtgegroeide pad over… met moeite dus. Daarna is het donker en kaal… in deze koude en natte glooiing groeit niet veel op de grond. Het bladerdak is dicht en het lukt me niet om te ontsnappen via de lichte kant. Ik word gedwongen om de schaduwkant te bewandelen. In het licht liep ik vast in de manshoge brandnetels.

Soms heb je dat zo 🙂 Ook in het leven moet je de schaduwkant bewandelen om uit een dal te geraken. De lichte kant lokt maar je komt er niet door… of je moet dan zoveel strijd leveren! Ook nu is de schaduwkant langer en minder aantrekkelijk. Ik moet zelfs langs mijn hoopje afval dat ik er net zelf heb neer gelegd (sorry, maar ik moest heel nodig!). En zo is dat met schaduwzijden je komt je eigen afval weer tegen 😛 iets waar je zo graag vanaf wilde. En soms stinkt dat behoorlijk 🙂

En zo loop ik zonder mijn hazelaarstaf deze weg… en ik heb ‘m geen moment gemist! Voordat ik deze donkerte in liep heb ik nog een speer geworpen, dat is waar ook 🙂 Na mijn ontlastende moment heb ik een mooie rechte tak (yep, een hazelaartak) genomen en hem na een mooie Artemis-houding (speer ligt horizontaal in je hand, één voet naar achter en je voet dwars, gewicht op je achterste voet en je andere arm in de richting waarin je de speer wilt werpen en dan… blijf zo elf ademhalingen staan. Werp dan je speer en hou je doel voor ogen) het dal, de schaduw in geworpen!Niet vreemd dat ik dus nu de lichte kant niet kán nemen! Mijn doel is de schaduwkant, een kaal, vochtig en kil gebied…

Gelukkig is geen dal zo diep of er volgt wel een berg 🙂 In de hoogte zie ik onder hazelaarstruiken het zonlicht kieren! Aan de rand van bos staan veel hazelaars, die de diepten mooi verborgen houden. Aan mij dus de schone taak om de heuvel te beklimmen, het licht tegemoet.

Als ik onder de hazelaars vandaan kom doet het licht pijn aan m’n ogen. Twee mensen die bovenop de heuvel staan kijken me verbaasd aan, een pop-up mens 🙂 Bovenop de heuvel heb je totaal geen weet van de kale, donkere diepten die daar wel zijn. Grappig, zo is dat ook met het leven. Als je bovenop, in het licht, staat, heb je soms geheel geen idee dat er zo vlakbij diepe, duistere, koude en kale dalen zijn… waar mensen net uit zijn geklommen 🙂

Als ik me verdiep in de Speer, en me er terdege bewust van ben dat het de speer van Lugh betreft, dan wordt het weer een ander verhaal.

Lugh kreeg de speer van de Tuahta Dé Dannan (spiritueel krijgersvolk), het volk dat de speer meebracht van hun reizen naar de onderwereld. Ze vonden de speer in Goirias, het brandende fort. Met deze speer werd Lugh onoverwinnelijk en kon hij zijn vuur nog beter richten en kon hij vuur met vuur bestrijden! En deze goddelijke richtingduider kan je ’s zomers zien in de vorm van bliksem aan de zomerse hemel.

En spiritueel gezien daagt de speer je uit om te werken met je innerlijk vuur. Ik zie het als inspiratie: kan ik activiteiten neerzetten en volhouden. Kan ik het zó doen dat ik daar anderen mee verwarm / inspireer of verschroei ik mensen / stoot ik ze af? Of is mijn vlammetje zo klein en onopvallend dat het geheel geen doel bereikt… Hoe werk ik met mijn passie en hoe inspireer ik daar anderen mee?

In de tekst van Modron wordt het ook mooi beschreven :”De Speer vraagt je ook om grenzen te stellen zodat je je vuur niet nodeloos verspilt. Ze leert je om te werken met strijd, disbalans, en inspanning en tegelijkertijd de hoop en het avontuur te voelen op het moment dat je veranderingen bespeurt in de krachten van je vuur. Accepteer de veranderingen die het leven nu brengt en zie ze als een nieuwe uitdaging om het leven te richten. Lugh als zonnegod en koning van de oogst begeleidt je. Hij helpt je je vertrouwen verder op te bouwen, als een echte vuurmeester: want hij weet hoe vuur te gebruiken!”.

Bovenop de heuvel aangekomen hoop ik de maansopkomst te kunnen zien. Maar aan de stand van de ondergaande zon kan ik zien dat ik de maan vanaf hier niet kan zien, de bomen staan in de weg. Na een kort gesprek met een oudere man die ook komt genieten, daal ik af. Onderaan de heuvel zie ik haar al boven de kim staan. Net te laat voor de eerste glimp. Ik besluit het schiereiland in de kolk te bewandelen. Er liggen nu wel veel plezierjachten aangemeerd, maar dat weerhoudt me niet om een paar prachtige plaatjes te schieten van deze sterke maan! De hemel is paars gekleurd en de maan abrikoos 🙂 Aan de ene kant de oranje ondergaande zon en hier de opkomende maan… zo gaaf!

Als ik mijn plaatjes heb geschoten besluit ik om me meer op de kracht van dit moment te gaan richten. De schemering is al zover gevorderd dat de meeste mensen zich terugtrekken in hun boten en uit het bos. Als ik langs de dijk loop zie ik dat het paardje dat gewoonlijk verderop staat nu een afgezet plekje heeft gekregen bij de schapen onderaan de dijk. De schapen zijn er niet en het grote paard dat altijd bij het paardje staat is er ook niet. Het paard, dat is ook een sterk symbolisch dier, wat heeft hij mij te vertellen? Het paard vertelt mij :”Ik laat je zien waar je grenzen liggen en bescherm je voor gevaar”… wow, die is sterk!

Als ik namelijk bij de parkeerplaats kom, twijfel ik of ik het bos in ga via deze weg. Er staat een auto en ik vermijd deze plaats eigenlijk altijd in de avond/nacht. Deze plek staat bekend als homo-ontmoetingsplaats en dealplek, de politie surveilleert hier gelukkig geregeld. Toch neem ik de weg langs de parkeerplaats. Opeens komt er een man het pad op gelopen vanaf de parkeerplaats. Hij loopt een flink stuk voor me, maar toch voelt het niet goed. Als hij uit het zicht verdwijnt, omdat de weg een bocht maakt, besluit ik het graspad rondom het bos te nemen… de andere kant op dus. Ik wil niet opgewacht worden. Misschien een hersenspinsel, maar luisteren naar je intuïtie is iets dat ik mijn kinderen leer en zelf dus ook moet doen.

In de bosrand ga ik tegen een boom aan zitten, met zicht op de maan. Ik voel me best kwetsbaar, zo op de grond. Natuurlijk kan ik iedereen aan horen komen, maar toch blijf ik wat onrustig om me heen kijken. Lekker mijn ogen sluiten gaat me niet goed af.

Na verloop van tijd vervolg ik mijn pad het bos in. De man zie ik niet meer. Via een tussendoor-pad kom ik bij mijn geliefde wilgenlaantje met B8. B8 blijft toch altijd mijn doel met mijn vollemaan-wandelingen. Het wilgenlaantje is een laantje dat het bos uit (of in) leidt. Als ik contact maak met B8 krijg ik het woord ‘Zekerheid’, of dat nu het krijgen van of het loslaten van is… dat weet ik nog niet. Het voelt voor mij de afgelopen tijd als het loslaten van…

Als ik google op zekerheid vallen mij een paar zinnen op… ‘hou niet van verrassingen’, ‘veiligheid’ en ‘waar je niet aan hoeft te twijfelen’. De eerste is al duidelijk bij het ontlopen van de man, ik word niet graag verrast! Veiligheid, heel belangrijk voor mij… vooral mijn eigen autonomie! Dat is waar mijn problemen het meest zaten met de baanloosheid van manlief… de uitkeringsinstanties 😛 En ‘het niet hoeven twijfelen’… mmm, dat vind ik nu juist weer machtig! Heerlijk die mentale en spirituele uitdagingen! Niets is zeker! Hoe meer je leert, hoe minder je weet 🙂 Het woord van deze maan zal me vast nog vergezellen deze maand… ‘Zekerheid’, dat heb je nooit! Dat is waar ik in ieder geval zeker van ben 🙂 De enige zekerheid die ik heb leren kennen is ‘Verandering’.

Ik besluit om tegen de stam van B8 aan te gaan zitten, eigenlijk nooit gedaan! Zijn stam blijkt een perfecte hellingshoek te hebben om tegen te luieren. In deze rust neem ik eens de tijd voor een ademhalingsoefening. Vanuit mijn opleiding tot Vitaal Leven Coach, ben ik nu aanbeland bij het deel dat de ademhaling en mentale ontspanning omvat. Ik besluit De Slinger te doen. Een oefening die je in kleermakerszit kan doen. Rechtop en heel bewust de adem door je ene neusgat laten komen en laten gaan door het andere. Ik voel dat ik makkelijker door mijn linker neusgat adem dan door het rechter. Het lukt wel maar ik moet me er op concentreren. Zo zit ik zeker tien minuten te slingeren 🙂 de maan komt langzaam om de top van B8 kijken. En dan om 21.41 klinkt er een pistoolschot, ik kijk achter me. Het klinkt best dichtbij (knalt er nu net een deur dicht hier in huis… schrik me rot!) en even later een tweede schot. Ik kijk weer op mijn mobieltje, zat ongeveer een minuut tussen. En dan een derde, wat gedempt schot… alsof het ergens in wordt afgeschoten (een auto?). Ik wacht op iets, een auto die wegrijdt of zo. Maar het blijft gewoon stil in het bos. Zou het op de parkeerplaats zijn geweest? Of aan de andere kant van het Zwarte Water? Misschien wel vossenjacht, ik weet het niet. Het is wel de tweede keer dat ik schoten hoor als ik hier ben. Vorige keer waren er schoten in de woonwijk (vier stuks) en daar werd een oproep voor geplaatst in de krant. Ik wacht het wel af.

De schoten herinneren mij in ieder geval aan de doelgerichtheid en vuurkracht! En dit kan dodelijk zijn! Vuurkracht kan inspireren, verwarmen, maar ook doden en verschroeien! Spelen met vuur het blijft gevaarlijk.

Als ik B8 bedank voor zijn bescherming en wijsheid (en achteraf het paard ook) vervolg ik mijn weg naar huis. Het is weer een, op het eerste gezicht, gewone wandeling geweest, m.u.v. de schoten. Maar de reflectie achteraf maakt dat het kwartje valt. Stappen die ik neem, paden die ik ga, ontmoetingen die ik heb en dingen die ik juist niet aanga… tja, het zegt zoveel.

Het thema van deze maan, ‘bouw aan je zelfvertrouwen’, ja daar werk ik wel aan 🙂 ik heb het volste vertrouwen in mijn stappen, in mijn beheersing van mijn vuur, en in mijn intenties. Ik volg mijn passie en inspireer anderen op een plezierige manier zonder daar normerend en dwingend in te zijn. Dat werkt zo in mijn groene werk en dat gaat ook zo werken in mijn coachingspraktijk. Stapje voor stapje komt dat doel ook dichterbij… schaduwwerker, op weg naar het licht!

Zij die heelt…

Een eigen praktijk heb ik voor nu even op de lange baan geschoven. Eerst even mijn passie, ‘Stichting Greenthingz’, weer goed op de rails zetten. Weer wat aan de sfeer doen, wat nieuwe mensen erbij zoeken en natuurlijk opdrachten verwerven. En sinds een paar weken blijken mijn ouders toch meer aandacht nodig te hebben. De gezondheid van mijn vader (die mantelzorger is voor mijn moeder) laat de laatste tijd behoorlijk te wensen over. Hier ben ik dus gewoon nodig en dat wil ik ook. Ik wil niet dat ik, als ik bij hen ben of iets met hen doe, het gevoel heb dat ik eigenlijk iets anders wil doen.

Wel heb ik hele mooie mensen leren kennen op het Eigenwijs Festival en laat één van hen nu een paar straten verderop wonen. Een mooie vrouw die net als ik schoonmaakster is en beginnend coach. Binnenkort gaan we eens samen wandelen op Westerveld, eens kijken wat we voor elkaar kunnen betekenen. Nog geen praktijk opstarten wil niet zeggen dat ik niet kan netwerken 🙂

Alles heeft zijn tijd nodig, het is de kunst om op tijd in te stappen.

En werken met vuur? Daar heb ik met het Eigenwijs Festival ook van geleerd. Nu na een week zijn de blaren weg. Maar lopen over gloeiende kolen is best lastig en vergt waarschijnlijk toch een betere voorbereiding of een andere intentie. Eigenlijk had ik geen intentie, ik was enkel nieuwsgierig, wilde het ook een keer gedaan hebben. Was benieuwd of ik het vuur aan zou gaan, tja, dat wel 🙂 Maar daar heb je dus vuur voor nodig en dat heb ik gevoeld, zes pijnlijke stappen! Gelukkig waren het overwegend platte blaren waar ik geen last van heb gehad na het verkoelende zalfje van de EHBO – eerste hulp bij oververhitting 🙂 Dit kan op mijn bucketlist van zaken die ik niet (meer) hoef te doen. Ik speel liever met mijn passie dan met vuur, dat laat ik graag aan anderen over. Zoals ik al zei bij de voorbereiding van de vuurloop: ”Het voelt voor mij zo tegennatuurlijk, alles in me zegt dat ik weg moet blijven van vuur. Als mens hebben we daar niets te zoeken, het is zó tegennatuurlijk!” En dan toch gaan… daar is best lef voor nodig 🙂

Liefs, Loes

 

Geplaatst in Volle Maan Wandelingen | Getagged , , | Reacties uitgeschakeld voor Volle maan van de speer 2016 (bewerking 2017)

Tales of India: from modern Silicon Cities … to ancient tribal villages

2017 was going to be the year that I wanted to try and go back to India. It would mark the 40th anniversary of my overland journey from Istanbul to Delhi. Arriving via the Khyber Pass, between Pakistan and India, my first stop was in Amritsar. I’ll never forget visiting the Golden Temple of the Sikhs and making thanks for my safe passage through Turkey, Iran, Afghanistan and Pakistan. I’d made it!

I spent the next few months travelling through India, Nepal and Sri Lanka. On the way back from Sri Lanka I decided to go to the British Hill Station of Ootacamund, in the Nilgiri Hills of Tamil Nadu. I was in awe of the ‘Blue Hills’ and vowed I would come back one day.

I was also already regretting that I’d spent most of my time in the northern part of India and left too little time to explore the south. Kerala and Karnataka looked amazing, but I decided to return to Europe. So, in 1978 I flew back from Delhi via an overnight stop in Kabul. The Russians had invaded Afghanistan so I was escorted to my hotel from the airport. This would later herald the ‘beginning of the end’ for backpackers making the overland journey from Europe to India. No longer would we be able to use public transport/ buses freely from country to country, although crossing the borders were always hazardous even in the 70’s, sometimes taking up to a whole day to cross.

So fast forward to 2016. Obviously going ‘overland’ was not an option so I started to look at flights to Bangalore/ Bengaluru. I also checked the best time of the year to visit Southern India. January to May seemed to be the best period to go…and what better time to escape the greyness of a Dutch winter?

On January 4, 2017, I left Amsterdam arriving in Bengaluru (via Delhi) on January 5. I was glad to reach my hotel in the older part of the city which felt familiar. I would notice that many things have changed in India in 40 years, especially with the advent of internet and Bengaluru is one of the so-called Silicon Cities of India, but so many things were still the same.

Settling in after a long journey I decided to go te bed fairly early. However roundabout 2am I was awakened by John phoning. I was absolutely stunned when he informed me that Alan had suddenly died! Alan who I had known since 2001 and often tracked me on my travels making sure I was safe – had only 2 days earlier wished me as always “safe travels. How was this possible??

The following morning, still dazed at John’s news, I decided to take a walk near to the hotel. Within 5 minutes I literally stumbled across a beautiful Buddhist temple, Mahabodhi Loka Shanti Buddha Vihara. At the bookshop, next to the temple, candles were also available so I bought one and lit it for Alan inside the temple. I sat for quite some time thinking about him and praying for “safe travels” on his new journey. I would watch over him for a change.

(Mahabodhi Loka Shanti Buddha Vihara, Bengaluru, Morgana 2017)

(A candle for Alan – may he never be forgotten. January 6, 2017)

During the next few days I acclimatised, visited more temples …  and planned the next leg of my journey. To Ooty.

Ootacamund/ Udagamandalam

I will never forget travelling to Ooty in the 70’s using the 1-meter gauge mountain railway. It still exists but it is more of a tourist attraction these days. So, choosing a super sleeper bus this time I arrived one early morning in Ooty after the 10-hour journey from Bengaluru. Even the modern Volvo bus took 3 hours to travel the 53-km journey from Mettupalayam to Ooty. The train took 5 hours 😊 But, what a journey through the hills along the precarious roads. I would later see the beautiful tea plantations and the forests of the Nilgiris.

(Nilgiri Mountain Railway, a UNESCO world heritage site)

From Wikipedia, “The origin of the name Udagamandalam is obscure. The first known written mention of the place is given as Wotokymund in a letter of March 1821 to the Madras Gazette from an unknown correspondent. In early times, it was called OttakalMandu. “Mund” is the Anglicised form of the Toda word for a village ‘Mandu’. The first part of the name is probably a corruption of the local name for the central region of the Nilgiri Plateau.

The stem of the name (Ootaca) comes from the local language in which Otha-Cal literally means Single Stone. This is perhaps a reference to a sacred stone revered by the local Toda people. The name probably changed under British rules to Udagamandalam from Ootacamund, and later was shortened to Ooty.

Ooty is situated in the Nilgiri hills. The name meaning blue mountains in Tamil and most other Indian languages might have arisen from the blue smoky haze given off by the eucalyptus trees that cover the area or from the Kurunji flower, which blooms every twelve years and gives the slopes a bluish tinge. Because of the mountains and green valleys, Ooty became known as the Queen of Hill Stations.”

I would find out much more about the TODA later when I visited the Tribal Museum…but I am jumping ahead…

First, I wanted to explore the Nilgiri Hills – and indeed the plantations and forests were as beautiful as I remembered. Only now the residential areas were so built up and sprawling along the roads that much of my idea of viewing a ‘paradise on earth’ slowly evaporated. I joined a day-trip and visited the most touristy places, including a tea plantation.

(A typical view of a tea plantation in the Nilgiri Hills – Morgana 2017)

Here you can also see the slightly blue haze which is always present. See note earlier. Apparently, the Eucalyptus trees are not indigenous to the Nilgiris but were introduced from Australia by the British. Eucalyptus oil is still widely produced as are other essential oils, such as clove oil.

For Gardnerian witches: according to Philip Heselton, David and Com, (Gardner’s governess) owned at least one tea plantation in Ooty. He writes:

“Gerald had kept a rather loose contact with Com and David after he had ‘escaped from her clutches’ in Ceylon. In 1912, David and Com had moved to the Nilgiri Hills in southern India and had acquired several tea estates, including Ripple Vale and Ibex Lodge Hill, the most famous of which was the Nonsuch Estate, which still exists.” letter from Gillian Hodges to the author 5 May 2008)

I asked the taxi driver who drove me around to the Toda village etc if he knew of the estates. He also confirmed that the Nonsuch estate still exists. He was willing to take me there but that it was a long way from where we were at that moment, so I declined his offer.

However, the most impressive and to me the most interesting places were the ones I visited on my own. As ever it starts with a walk… in this case through the Ooty centre.

Perhaps the most beautiful temple I saw this trip was the Jain Temple in Ooty. Completely made of dazzling white marble the intricacy of the stone work was like lace work. Of course, I couldn’t take photos inside but I was able to take these photos outside. The stone work inside was just as intricate. The atmosphere was so serene and calm that I spent some time thinking of Alan.  

1. Shree Vijayshantishwar Jagathguru Jain Mandir, Ooty

 

2. Shree Vijayshantishwar Jagathguru Jain Mandir, Ooty

 

3. Shree Vijayshantishwar Jagathguru Jain Mandir, Ooty WP_20170111_036

On the same day that I saw the Jain Mandir I also witnessed a celebration. From a distance, I could hear chanting… then I saw a large circle of mainly men moving clockwise.

Toda celebration in Ooty. About 200 men circled deosil, chanting – Morgana 2017

Then this small lady tapped me on the shoulder and told me that this was a TODA celebration.

Toda lady – wearing the typical Toda toga or ‘putkuli’ and with the typical hairstyle of ringlets. Morgana 2017)

She told me that they visited the market in Ooty every week to sell milk. She also invited me to go and visit the Toda village. I remember seeing a day trip advertised to visit the “Tribal village & Tribal Museum” and decided to do it a couple of days later. In between times I looked up my notes about Tribal culture in India and read up a little bit about the tribes in the Nilgiri Hills. (See the earlier reference about the name Ooty and the Toda).

Although my interest in India was inspired by the stories from the Bhagavad Gita and Hinduism, when I visited in the 70’s I soon found out that there were also many people who were classed as ‘Tribal’. I would later see many of the folkloric influences in Wicca were akin to the animistic practices of indigenous people.

I was therefore more than curious to find out more about the Toda. Their dress and the lady’s hairstyle (the ringlets) were so very different from the Hindus and so on. Hiring a private taxi, I first went to the Toda village. Today the Indian Government are encouraging the Toda – about 800 in total spread, over various hamlets, to live in houses made of concrete. The traditional house style resembling a beehive or barrel, is still emulated but is gradually being replaced by ‘normal’ oblong shaped houses.

(A traditional Toda dwelling- this one is being preserved in the “tribal village”. Morgana 2017)

So, who are the Toda and what do they believe?

There are several conflicting theories about the origin of the Toda.  There is an interesting article by Anthony R. Walker, “The truth about the Todas, On the origins, customs and changing lifestyle of the tribal community in the Nilgiris”.

He writes:

SINCE the early 19th century, a great deal of misinformation has been generated about the origins and socio-economic institutions of the Toda people of the Nilgiris in Tamil Nadu. But, for over a century now, following the arrival in the Nilgiris in 1901 of Cambridge University scholar W.H.R. Rivers, much painstaking anthropological and linguistic research has been accomplished. This has resulted, inter alia, in such books as Rivers’ The Todas (1906), M.B. Emeneau’s Toda Songs (1971), Ritual Structure and Language Structure of the Todas (1974) and Toda Grammar and Texts (1984), and this writer’s The Toda of South India: A New Look (1986) and Between Tradition and Modernity and Other Essays on the Toda of South India (1998).

Despite this solid body of research, it seems that some writers have no qualms about propagating arrant nonsense in the name of information. As it is said, “a good story travels a thousand miles while the truth decides which pair of socks to wear”. Unfortunately, a “good story” on the Internet travels even faster, and spreads more widely than ever before.

A particularly galling assemblage of ancient errors and modern absurdities about the Toda people is the anonymously written article “The Todas: Pagan Rituals, Primitive Rites”, posted on indiaprofile.com, apparently a site designed to promote tourism and disseminate information about India’s people and their cultures.” (For the full text of this article I have included the website link under ‘references’.)

Here are a couple of the information sheets I saw at the Tribal Museum in Muthorai Palada, Ooty.

1.Information sheet about the TODA, at the Tribal Museum, Muthorai Palada, Ooty – Morgana 2017

 

2. Information sheet about the TODA, at the Tribal Museum, Muthorai Palada, Ooty – Morgana 2017

The Tribal Museum, although not the easiest place to get to, is most definitely worth a visit with much information and artefacts about several different tribes.

Coming back to the Toda. As a pastoralist tribe, the Toda revere the Buffalo, especially the She-Buffalo.

A.R. Walker, “Central to Toda religion are sacred places associated with the community’s dairy-temples, their related buffalo herds, appurtenances and priesthood. These are not simply places where gods reside, but are themselves divine, the “gods of the places”, the Todas say. Entry into a Toda dairy is prohibited to all but Toda males of appropriate ritual status. But the dairy-temples are not “secret”; many are located within the munds themselves.”

From the information sheet, 2. “Toda worship a sect of their buffaloes. And their temple is a tall conical structure…”

When I visited the village, I was allowed to enter the meadow (first taking off my shoes of course) and to go right up to this strange conical structure. Normally women are not even allowed in the vicinity of this temple. Made of layers of grass-like fibre it towered about 12 meters. Apparently, the fibre was not local and was brought from afar especially for the temple. There was a single entrance. I was told that there was a special ceremony held only once every 12 years. The Priest who officiated was called the “Holy Milkman”.

Toda conical temple – Morgana 2017

In the village – mund– was another temple which appeared to be used regularly:

(A ‘regular’ Toda Temple – Morgana 2017)

Even in this ‘regular’ temple women were prohibited from entering. There was however another structure which looked as if it was a more communal meeting place where I suspect ceremonies like the one I had seen a couple of days earlier in Ooty were performed.

(A single column, stone, in the communal area of the Toda village – Morgana 2017) 

This single column reminded of what I had read about the name Ottacamund, “The stem of the name (Ootaca) comes from the local language in which Otha-Cal literally means Single Stone. This is perhaps a reference to a sacred stone revered by the local Toda people.”

Today the Toda earn their living by selling milk and embroidered cloths. At sunrise the Toda priest, the “Holy Milkman” offers his morning prayers and milks the sacred buffalo. Meanwhile the women and girls help milking the domestic buffaloes. They also gather together to curl their hair into the distinctive ringlets and to embroider their shawls/putkuli. The embroidery motifs are inspired by nature and their daily duties. The Sun and Moon but also reptiles, animals (rabbits) and of course the horns of the buffaloes are used.

“The fabric used is coarse bleached half white cotton cloth with bands; the woven bands on the fabric consist of two bands, one in red and one band in black, spaced at six inches. Embroidery is limited to the space within the bands and is done by using a single stitch darning needle. It is not done within an embroidery frame but is done by counting the warp and weft on the fabric which has uniform structure by the reverse stitch method. To bring out a rich texture in the embroidered fabric, during the process of needle stitching, a small amount of tuft is deliberately allowed to bulge. Geometric pattern is achieved by counting the warp and weft in the cloth used for embroidery.”

Recently the Toda embroidery was awarded “Geographical Indication/GI status. This means that prized goods are designated by their specific geographical location and protected by law.

(Toda embroidery awarded GI status – The Hindu, March 2013)

 Programme Coordinator of the Foundation T. Samraj said that henceforth only those registered with the three organisations could deal with Toda embroidery. The embroidery was unique in many ways and out of a total population of around 1600 only about 300 to 400 Toda women still practiced the art.

Pointing out that the art was several centuries old, members of the community said that in their dialect embroidery was called, ‘pukhoor’. While the most famous Toda embroidered item is the shawl called ‘pootkhuly’, over the years they have started making many things like wall hangings, table mats, shoulder bags, ladies and gents tops and shopping bags. While over the years the tradition has been passed down generations (from mother to daughter), during the past few years organisations such as the Tribal Cooperative Marketing Development Federation of India had been facilitating training programmes.” (The Hindu newspaper, March 2013) 

Looking at some of the Toda motifs I was reminded of the embroidery I knew from the Balkans and Slavic countries. Suddenly home was very close by 😊

References:

Ooty: https://en.wikipedia.org/wiki/Ooty [Accessed July 23, 2017]

Nilgiri Mountain Railway, a UNESCO world heritage site: https://en.wikipedia.org/wiki/Ooty#/media/File:NMR_up_train_at_Kateri_Road_05-02-28_04.jpeg [Accessed July 23, 2017]

Philip Heselton “Witchfather, A Life of Gerald Gardner, Volume 1, Into the Witch Cult” Page 105/ letter from Gillian Hodges to the author 5 May 2008)

ANTHONY R. WALKER – THE TRUTH ABOUT THE TODAS, On the origins, customs and changing lifestyle of the tribal community in the Nilgiris:  http://www.frontline.in/static/html/fl2105/stories/20040312000206600.htm [Accessed July 23, 2017]

This is the article which A.R.Walker disputes:  “The Todas – Pagan Rituals, Primitive Rites”:

http://www.indiaprofile.com/lifestyle/todas.htm  [Accessed July 23, 2017]

Information about Tribal Museum, Ooty: http://www.eooty.com/tourism/sightseeing/tribal-museum.php  [Accessed July 26, 2017]

Toda embroidery: https://en.wikipedia.org/wiki/Toda_Embroidery  [Accessed July 26, 2017]

http://www.thehindu.com/todays-paper/tp-national/tp-tamilnadu/toda-embroidery-gets-gi-status/article4556982.ece  [Accessed July 26, 2017]

Geplaatst in English articles | Getagged , , , , , | 2 reacties

Recensie Moongazers & Trailblazers

Moongazers & Trailblazers. Creative Dynamics in Low Country Wicca
Léon van Gulik
31 mei 2017
ISBN 978-90-826939-0-4

Cover off the book Moongazers and Trailblazers

Léon van Gulik studied Psychology of Culture and Religion at Raboud University Nijmegen. Whilst being a cultural psychologist, he chose the subject of Wicca and religious studies as the academic environment to communicate about his research. Wicca is a good example to show how religious creativity works.

Van Gulik wrote his dissertation in his own time, while having time consuming day jobs. Therefore this thesis is a collection of peer reviewed articles (and one chapter), rather than a monography. The articles are adapted for this book, and a substantial introduction of Wicca is added. Van Gulik conducted 45 interviews with 47 people, most of them in Flanders or the Netherlands. Participatory research was done at Greencraft meetings.
The general aim of this thesis is to contribute to a cultural psychological understanding of religious dynamics. Key question was: ‘How does religious creativity work in Wicca?’, broken down into two secondary questions: ‘What are the contents and structures of the sub-systems of the domain, the field, and the person with regard to religious creativity in Wicca?’ and ‘Through what processes do these sub-systems of religious creativity interact in the Wiccan context?’

The first chapter of the core of the thesis – Chapter 3, The Pagan Parallax, deals with the tension between traditionalism and eclecticism in Wicca, focused on the individual. Chapter 4, Sticks and Stones, is complementary to Chapter 3. It discusses how an established tradition in Wicca as a whole – Greencraft in this case – legitimizes itself to other groups in the field and implicitly to society at large.
Chapter 5, Scholar versus Pagan, continues with the description of Greencraft’s creative work. Chapter 6, Secrecy and Ritual Hygiene, is concerned with the role and meaning of secrecy in Wicca. In Chapter 7, Coining Names, Casting Selves, Léon explores how many Wiccans adopt a new name, and what the impact of the subsystems of the domain is on that of the person.
Chapter 8, Domestication the Imagination, deals with how the field distributes the artefacts of the domain to the creative individual, aiding his imagination.

The study explains, by using Wicca as its showcase, how individual, social, and cultural factors contribute to religious renewal, and, in turn, how adherents themselves are changed in the process.

Voor een Nederlandse samenvatting, zie de website van de Universiteit Tilburg.

 

Geplaatst in Boeken, English articles | Getagged , | Reacties uitgeschakeld voor Recensie Moongazers & Trailblazers

Recept Royal Red Rose

Nodig

Kom voor de korst
Kom voor de custard
Kom voor de appelplakjes
Taartvorm 20 cm
Klopper
Bakkwast
Bakjes om de eieren te splitsen

Voor de korst:
250 gram gepelde ongezouten walnoten
4 el gesmolten ongezouten boter
2 el (riet)suiker
1 eiwit
snufje zout

Voor de custard:
0,5L melk
6 eierdooiers
120 ml ahornsiroop
30 gram maïzena
0,5 tl zout
1 tl vanille extract (of de zaadjes van een heel vanille stokje)

Voor de appelroos(jes):
2-4 rode appels
vers citroensap van 1 citroen

De korst

Verwarm de oven voor op 200C. Maal de walnoten fijn tot ‘broodkruimels’. Doe de kruimels in een kom en pletter de boter, suiker, het eiwit en het zout erbij. Meng het met een vork tot een geheel. Druk het mengsel in een taartvorm (20cm). Bak het 15 min. in de oven en zet het daarna in de koelkast.

De custard

Giet de melk in een pan en verwarm het op een laag vuur tot je kleine bubbels ziet aan de rand van het oppervlak. Dan haal je de pan van het vuur. Ondertussen meng je de eierdooiers, de ahornsiroop, maïzena en het zout in een kom (als je vanillestokjes gebruikt, voeg dan nu de zaadjes toe; als je het extract gebruikt: dat komt er pas later bij). Als dat een beetje een gladde massa is geworden, dan giet je voorzichtig de warme melk eroverheen. Klop alsof je leven ervan af hangt tot een gladde massa, de eierdooiers worden op deze manier langzaam verwarmd. Kwak dat mengsel terug in de pan op een laag vuur, én blijven kloppen tot het een dikke massa is. Dan zet je het vuur uit. Voeg nu het vanille-extract roerend toe. Voor het mooi doe je de custard door een zeef in een mengkom. Dan weet je zeker dat je geen klontjes hebt. Doe de custard in de walnotenvorm. Laat dit 1,5-2 uur opstijven in de koelkast.

Appelrozen

Ondertussen was je de appels (NIET SCHILLEN!) en snij je de appels in vieren, klokhuis eruit halen. Daarna snij je dunne plakjes van de appel, zo’n 3mm dik (niet met een dunschiller, dan worden ze te dun). Verwarm de plakjes in een pannetje tot ze een beetje zacht voelen en je ze zachtjes kan buigen. Zet de appelplakjes weg in een kom met citroensap (anders worden ze bruin).
Je kan de appelplakjes tot kleine roosjes rollen en zet deze met de rode schil omhoog in de custard. Als dat niet goed lukt, veeg dan je tranen weg met een stukje keukenrolpapier, en maak er 1 grote bloem van (zie foto). Vul hiermee de hele bovenkant van de taart.

Topping (optioneel)

Je kan honing mengen met een beetje warm water en een beetje (abrikozen)jam en dan over de taart verspreiden met een bakkwast (of je vingers). Hierdoor gaat het mooi glimmen en heb je ook nog lekkere abrikozen erop.

Eet smakelijk!
Cerridwyn

Geplaatst in Artikelen | Getagged | 1 reactie

Review: Pagan Planet

Pagan Planet – Being, Believing & Belonging in the 21st Century
Edited by Nimue Brown
Moon Books, Jan 29, 2016.

ISBN 978-1-78279-782-1
e-book £2.99, $2.99 

“A book of inspiration and the real-life stories of Pagans who are walking their talk.”

Yes, this is an excellent book of inspiration. Nimue Brown has edited a large number of essays for this anthology from diverse practising pagans presenting a wide view on the subject of Paganism and their relationship with the Earth.

Most of the contributors are from the UK – Mike Stygal, former President, from Pagan Federation/ PF England and Wales wrote the foreword. In the Introduction Nimue, in fact, writes that “Contributors to this anthology were drawn from the lively pool of Moon Book authors”

Today – more than ever- the concerns of Global Climate Change are a hot item (pun intended). For many pagans, the environment is sacred and the effects of humans on the environment (pollution etc) is ‘literally’ a thorn in our eyes. The way we live as pagans is very much hands-on as we deal with government directives and consumerism.

This is a wonderful collection of different experiences and initiatives from Ian Chandler’s “PaganAid” to “Pagan Parenting” from Thea Protero, to “Living as a Heathen in 21st Century Britain” by Pete Jennings.

In the final essay “Turning Earthwards” Nimue writes “There is power in community. We are sustained by connections with like-minded people. Aware of other people’s struggles and triumphs, we are reassured about our own ups and downs, and occasionally blessed with something to celebrate. Just knowing you aren’t alone can be a powerful aid to keeping going. Seeing what others do can be profoundly inspiring.”

Be inspired, buy this book 🙂

 

 

 

Geplaatst in Boeken, English articles, Recensies | Getagged , , , , | Reacties uitgeschakeld voor Review: Pagan Planet

Review: Plant Spirit Gardener

Plant Spirit Gardener
Alanna Moore
Python Press, 1 November 2016.
ISBN 978-0-9757782-9-6 

Some of our Wiccan Rede readers may remember Alanna Moore when she gave a workshop about Dowsing and Power Towers in Zeist… I think in 2003…. 😊

Anyway, she is still active and according to the Geomantica website:

“Geomantica principal Alanna Moore is a master dowser with over 30 years’ experience. She helped to found the New South Wales Dowsing Society in 1984 and is now a patron of the Australian Dowsers Society. She is the author of seven books, has made 21 films and has produced several magazines about dowsing in Australia since 1982. Geomantica magazine began in 1998. It went online in 2000.

Alanna has extensively travelled around Australia teaching dowsing and geomancy, and building Power Towers to enhance plant growth. Since 2000 she has been an international speaker and teacher, presenting in New Zealand, Malaysia, Taiwan, Holland, Poland, Sweden, UK and Ireland. Alanna is also a permaculture farmer and teacher.  Specialising in ‘sensitive permaculture’ design, she is married to Peter Cowman, an Irish architect and director of the Living Architecture Centre, and general IT guy for Geomantica.”

She also introduced me to the concept of PERMACULTURE. 😊

Her newest book “Plant Spirit Gardener” is in effect an overview and collection of her ideas and experiences from the last 30 years and is an absolute must for anyone interested in connecting with Nature Spirits in their own garden.

Filled with many photos and diagrams with instructions this is an excellent guide!

Again, from the website – which is also full of tips and other books by Alanna – a synopsis of the contents:

Table of Contents of Plant Spirit Gardener:

Chapter one: What plants give us, page 7 – 21
The benefits bestowed by plants, Tree of Life, Sacred trees, Trees and serpents of knowledge, Plant interactions, Aboriginal tree telephones, Aboriginal Birthing Tree, Plants and our health, Forest therapy.

Chapter two: Plant spirits, page 23 – 54
Who are the plant spirits? Corn Gods, Plant totems, Tree Gods, The Green Man, Tree traditions in Europe, House spirits, Irish fairy bushes and haunted trees, Encounters with Forest Devas.

Chapter three: Herbs, Fairies and Healing, page 55 – 70
Shamanic herbalism, French herbal maverick, Irish herbal fairy lore, Biddy Early, Welsh fairy herb doctors, Ireland’s ancient herb hospitals, Therapeutic Gardening.

Chapter four: Connecting with plant spirits, page 71 – 86
The Findhorn experience, Spirits of the herbs, Flower essences, Healing trees, Trees to the Rescue! Music of the Plants, Initiating tree spirit contact, Developing love of nature and the plant kingdom, Tree Meditation, Fairy Meditation, Communicating with plant devas summary,  Connecting and Healing with Herb Devas summary.

Chapter five: Plant Energies, page 87 – 106
Electrical nature of trees, Bees and flowers talk to each other, Plants and cosmos, Diamagnetism and paramagnetism, Subtle anatomy, Tree emotions, Spiral Force, Critical rotational position, Fundamental Ray and Front Door, Communication waves and lines, The nature of dryads, Man of the Trees, Unhealthy energies, Electro-smog effects.

Chapter six: Dowsing plant energies, page 107 – 124
How to dowse for questions and answers, Plant dowsing questions, measuring by dowsing, dowsing for a friendly tree, Sacred Tree dowsing chart, Tree aura bathing, Plant aura dowsing, Plant energy spirals, Tree spiral dowsing technique, Tree chakra dowsing, Plant spirit dowsing, Drawing up the Sap, Indoor plant fairy, Dowsing sick trees, Energetic enhancement by visualisation.

Chapter seven: Dowsing in the Garden page 125 – 146
Seed dowsing and magnetising, Select most suitable species, Determine soil corrections, Garden dowsing lists, Match plants with companion species, Dowse for  best planting location and orientation, Trees and the Curry Grid, Find best day and time to plant, Determine if plants are affected by noxious energies, Moscow’s sick street trees – Dowser to the rescue!, Determine if soil is polluted, Determine plant healing methods, Geomantic garden design, Garden Energy Harmonising and Enhancement dowsing list, Determine best harvesting techniques, amounts and times, Select best location for earthing, Garden Dowsing Applications Summary.

Chapter eight: Gardening with the devas, page 147 – 168
Where can garden devas be found? What do devas think of us? Flowers, fairies and tree connections, Cut flowers and displaced devas, Flower blues, Co-creating with the devas, Biodynamic garden fairy, Luther Burbank’s plant magic, Being a friend to your plants, Tane – god of New Zealand’s’ forests, Keep fairy homes and pathways free from interference, Plant ‘green ribbons’, sacred trees and Deva Stations, Maintain only good thoughts in the garden, Negative thoughtforms, Keep fairy areas toxin and metal free, New Bronze Age, Re-locate plant devas if necessary, Gardening with the Devas summary.

Chapter nine: Divine gardening    page 169 – 193
Temple gardens, Good Feng Shui in the garden, Feng Shui Landscaping List, Blessing seeds and plants, Harvest and thanksgiving, Ceremonies at harvest time, Effects of song and dance, Garden altars and spirit houses, Gardening magic in the Pacific Islands, Garden sanctuary, creating sacred sites, Fairyfield dreaming, What if you don’t have a garden?  Divine Gardening Summary.

References pages 195 – 201.

 

 

Geplaatst in Boeken, English articles, Recensies | Getagged , , , , | Reacties uitgeschakeld voor Review: Plant Spirit Gardener