Review: Chaos Craft

Chaos Craft
Julian Vayne & Steve Dee

Published by The Blog of Baphomet; deliberately NO ISBN – see below for purchasing details. 257 pages with 69 black & white pictures.

Chaos Craft Julian Vayne and Steve Dee

 

Julian writes: published by the blog, we chose to make it exclusively available from us and selected small bookshops. You will not find this book on Amazon. Price £12, plus p&p. (Total cost £15 within the UK, approx. £19 to Europe, and £23 to US/rest of world). Due to the cottage industry nature of our business, please allow up to one full lunar cycle (28 days) for delivery.

Packaged wrapped in museum grade acid-free tissue paper, and a sturdy cardboard box, to ensure safe delivery whilst minimising impact on the environment.

Published on 10 December 2014

“Available now, collected together within a physical volume, we present fifty-six posts from The Blog of Baphomet’s two-year project Chaos Craft. Combining the chaos magick 8 colour system, with the 8 festivals of the witchcraft wheel of the year, the authors recorded their own musings, the rituals created by their group, and some of the theoretical underpinnings of the group’s workings”.

I have been an admirer of Julian’s work for a number of years now. We first met in 2008 at the ‘Colours of Chaos’ conference in London. I subsequently saw him give presentations at the PF Devon & Cornwall conference in Bude, UK. Always fascinated by his subject matter and the way he talks – which is often hilarious – I had wondered if he would like to speak at one of our conferences. Finally, this year I was able to entice him to the Nether Lands to give a couple of talks at the PFI Netherlands conference on April 16, 2016.

During his talk on Chaos magic & witchcraft he talked about many of the subjects dealt with in the book Chaos Craft. (His second talk was entitled The Medicine Path, psychedelics and spirituality).

Written in collaboration with Steve Dee the main thread of ‘Chaos Craft’ is taking the Wiccan ‘Wheel of the Year’ and combining it with the ‘Eight Colours of Magic’ – a system derived from the works of Peter J. Carroll.

I was immediately struck by the way in which the book has been structured. Although it is described as a “Book of shadows” I think it is more like a “Magical Diary”, which I personally think makes for a much more intimate interaction. I can certainly hear Julian telling his story and can imagine Steve sharing his insights over his favourite beverage, tea.

I have had the book for a few days and only read it partially and cannot do it justice, so I have agreed with Julian to do an interview and a fuller review later.

However, I wanted to share the product information for those of you who missed Julian at the conference. I should add that, all of the copies of ‘Chaos Craft’ and other of his books all sold out.  🙂

In any event, check out his blog ‘The blog of Baphomet’ – for many more interesting articles. https://theblogofbaphomet.com/

A little bit about Steve Dee; he is a chaos magician, AMOOKOS initiate and gnostic explorer who lives in Devon. He likes cats, drums, body surfing and very loud music.  NB AMOOKOS Arcane Magick Order of the Knights of Shambhala.

12973115_1084489961609930_8234694150661102374_o

 

 

(Julian during one of his talks at the PFI NL conference April 16, 2016)

 

 

 

 

 

Geplaatst in Boeken, English articles, Recensies | Getagged , | Reacties uitgeschakeld voor Review: Chaos Craft

Volle maan van de havik 2015

Beltaine 2016

Ik heb net mijn verslag van vorig jaar gelezen en wat gaat de tijd dan snel zeg! Mijn opleiding verloopt voorspoedig en wat een bruikbare informatie krijg ik daar aangereikt. De ruimte in huis voor de coachingsessies is zo goed als af en via mijn sportschool heb ik een heleboel proefcliënten kunnen bereiken. Nog tot eind augustus ben ik bezig met lessen en daarna ga ik rustig verder met intervisies en de examens… easy going 🙂

Er bellen net een paar mooie mensen aan, een ouder (echt)paar dat me komt vertellen van Jezus. Ze zijn van de Jehova’s. Jaren geleden had ik mijn privé-Jehova’s, we besproken heel wat zo aan de deur en zelfs een keer in mijn huis. Ze bleven terugkomen en ik vond het niet erg, een goed gesprek is nooit weg. Tot dat ze weg bleven… geen eer aan mij te behalen waarschijnlijk 🙂 Ook nu wilden deze mensen een goed gesprek, helaas ben ik net bezig met mijn huiswerk voor school en het schrijven voor het blad Wiccan Rede. Ik ben een heks en zij zijn Jehova, maar wat belangrijker is, is wat ons gelijk maakt. Het ontzag dat we delen, ontzag voor God of de Godin, voor het geschrift of de natuur. Wat voor beiden gelijk is, dat is de liefde, liefde voor onszelf en de Ander. Met deze woorden aan hen, waarmee ze enkel maar konden instemmen, ga ik weer aan het werk achter mijn klapdoos 🙂 Genoeg te doen vandaag, de nestkastjes in de wijk moeten ook nog schoongemaakt en vervangen worden… liefde voor al wat leeft! Beltaine het feest van de Liefde… het heilig huwelijk en liefde voor alles wat groeit en bloeit 🙂

2015. Volle maan van de Havik, 4 mei

Beltaine. Net als bij Samhain zijn de sluiers, tussen de wereld van de levenden en de wereld van de doden, dun. Als je wilt zou je tijdens deze nachten makkelijker contact kunnen maken met overledenen en wie weet andersom 🙂 Het is vandaag 4 mei, de dag dat we de doden herdenken. De mensen die hun leven gegeven hebben voor onze vrijheid… of van wie het stomweg afgenomen is omdat het oorlog is/was.

Zullen mensen dan altijd elkaar naar het leven staan? Hoe komt dat toch? Wat is het in de mens dat we niet elkaar kunnen respecteren, elkaar kunnen liefhebben… juist om de verschillen, juist om de discussie. Op de grenzen van elkaars anders zijn, leer je juist jezelf kennen! Zijn we dan bang van onszelf? Willen we onszelf niet leren kennen? Is het veiliger om je achter een gemene deler te verschansen, of dat nu religie, politiek, ras of wat dan ook is?

De weg naar binnen, de zoektocht naar jezelf… zou dat het onbegrip en de haat in de wereld kunnen stoppen?

Voor mij geldt dat ik de afgelopen periode, de tijd dat ik vrij ben geweest van de aarde, opgestegen van de Klif, tijdens de volle maan van de Klif (Samhain), mijn besluit heb genomen om een nieuwe opleiding te gaan volgen. Een opleiding waarmee ik mensen ga begeleiden op de weg naar binnen, coachen! En niet zomaar coachen maar vitaal leven coachen 🙂 Coachen in wat is goed voor je qua voeding en beweging… en dan voeding in z’n totaalpakket, niet alleen wat je eet, maar ook hoe je jezelf voedt met gedachten, bezigheden, vrienden enz. Hoe kom jij aan je energie en waarschijnlijk nog belangrijker… hoe raak jij energie kwijt die er niet meer bij komt. Eigenlijk zoiets als ‘Jantje met zijn vingertje in de dijk’: ergens is er een lek en daar moet de vinger op gelegd worden 🙂 En dan natuurlijk beweging: hoe kom je in beweging om je energieniveau weer op peil te brengen. En ook lichaamswerk, ontspanning, ademen, zijn een onmisbaar onderdeel van de opleiding.

Zo’n zin in ! Mijn vooropleidingen zijn MBO-KW, HBO-MW en de driejarige Gestaltopleiding (een therapievorm waarin ‘hier en nu’ centraal staat en je onafgemaakte situaties en emoties afmaakt, zodat je verder kan). Ik heb 10 jaar in de bedrijfsopleidingen gewerkt en 17 jaar schoongemaakt… het wordt nu tijd voor een update en werk dat ik nog jaren kan doen. En het lijkt mij een mooie bijdrage aan de mensheid. Zelfkennis en zelfliefde leidt tot naastenliefde… hope so 🙂

Sla ik net de Modronagenda open bij de Havik… ”Deze maan heet de Havik en weerspiegelt het vuur dat je vergezelt op de Weg van de Vrede”, mooi hè.

Gans met jongen. Foto Loes.

Thema: Trouw zijn aan jezelf

Indiaans sjamanisme: De luisterende vrouw (het belangrijkste tijdens coachen, luisteren)

Om 20.00 zit ik samen met mijn zoon van 22 en mijn dochter van 19 op de bank naar de uitzending van dodenherdenking te kijken… we zijn stil. Ook op de Dam is iedereen stil. De laatste WOII-veteranen leggen ook hun krans, wat zijn ze broos… mooie mannen en vrouwen!!

Om 20.30 neem ik mijn wandelstaf en sluit de deur achter me. Gisteravond stond de maan vol aan de hemel… nu is er een dik wolkendek. Het is warm buiten, morgen zal het nog warmer zijn, tot wel 21 graden. Maar dat zal niet van lange duur zijn, er wordt onweer met windhozen en slagregens verwacht… dat wordt een nat Bevrijdingsfestival. Maar voor nu is het goed. Langs het water lopend zie ik de ganzen, zonder jongen. De eieren van de Canadese ganzen worden stelselmatig geschud. De bofferds die hun nest ergens héél geheim hebben gehad, hebben jongen. Twee stelletjes hebben jongen, 3 en 4 jongen. Een paar jaar geleden waren er zoveel ganzen dat de lol er een beetje af ging. De nesten werden wel kleiner, van wel 12 jongen naar zo’n 3 à 4 dus. De natuur regelt zelf ook het een en ander. Maar de afgelopen jaren regelt de gemeente dus.

De grauwe gans en de futen hebben wel jonkies, die mochten dus wel. De eenden zitten er ook kinderloos bij… die snap ik niet, er zijn zo weinig kleine eendjes… al jaren!!

Me zo verbazend over de kinderloosheid en verblijd door de prachtige kruidlaag die her en der de grond uit is geknald, vervolg ik m’n weg. De lucht is bezwangerd door alle bloeiende bomen, de één nog zoeter dan de andere… wat is dit toch een wonderlijk jaargetijde. Ik verbaas me altijd over de snelheid waarmee we alles weer zo gewoon vinden… het is gewoon weer groen om ons heen! De buren zijn nu het gras aan het maaien… alles groeit! Ik heb net ook de bessenstruik even vrij gesnoeid, anders krijgen de beginnende bessen geen zon.

Als ik zo mijn weg naar het buitengebied bewandel loop ik even langs bij mijn vriendin die haar moeder vorige week begraven heeft. Ik vraag of het goed is als ik na mijn wandeling even aanwip. Fijn, dan kan ik haar even spreken. Van de week alleen bij de dienst en begrafenis geweest.

Schapen in de wei. FOto Loes

Als ik even later langs de huizen loop, zie ik dat er in de glazen uitbouw van een huis een oudere man zit te lezen. Ouwe hippiemuziek op, kaarsje aan, boekje erbij… lekker genieten van de eerste warme avond!! De lucht is een beetje rood van de ondergaande zon. De eerste waterleliebladeren liggen op het water. De zomer is in aantocht en het gaat opeens snel! Als ik over de brug het buitengebied in stap, haal ik eens diep adem… zo heerlijk!! Ik roep Luca, mijn meewandelkat… ik heb hem al maanden niet gezien 🙁 Ik zou blij zijn als ik ‘m weer eens zag. Maar ook deze keer, geen Luca. Net als de maan… niet te zien. Mijn staf tikt lekker mee, deze keer heeft hij niet in mijn hand gelegen… maar echt mee getikt. Vanuit het weiland in de verte hoor ik lammetjes! O, wat zijn ze skattig, zo klein nog. Ik blijf een tijdje staan kijken naar de capriolen van de kleintjes. Een van de lammetjes lijkt zijn moeder kwijt. Door alle moeders wordt hij weggestuurd en dan heeft hij zijn moeder in het vizier. Het schaap dat zo lekker onverstoorbaar in de andere wei staat te grazen, blijkt zijn moeder. Hij wurmt zich onder het hek door en verenigt zich met haar, melk!!! Dan vervolg ik mijn weg, op naar B8. Ik ben heel benieuwd wat ik van ‘m krijg. Nog voordat ik het wilgenlaantje op stap bevliegt mij “Goede moed”. Tja, zo ga ik de opleiding tegemoet, vol goede moed! Er is goed moed nodig om met een dure opleiding te beginnen en te realiseren dat ik een baan moet zoeken. Natuurlijk heb ik werk genoeg… maar met de bijstand in zicht geldt zwart schoonmaken niet als werk 😛 Er moet wit geld op de bank komen te staan… ’t is niet anders. Lijkt me een mooi woord voor deze maan 🙂 Moed om uit mijn comfortzone te komen, te veranderen en te gaan staan voor wat ik allemaal in m’n mars heb.

Even later ben ik bij B8. Als ik contact maak met hem, geen ‘goede moed’… maar ‘Acceptatie’. Ik krijg ‘Acceptatie’. Ja, dat is het. Ik heb eindelijk geaccepteerd dat mijn man hoogstwaarschijnlijk niet meer aan de bak komt (61 jaar en geen up-to-date opleiding meer op zak). En dat ik zelf in beweging moet komen qua wit-werk. En het is allemaal zo vanzelf gegaan 🙂 ‘Slip of the finger’ op FaceBook… een advertentie popte up terwijl ik een foto wegklikte. De advertentie van de Academie van Holistisch Coachen, niets voor niets! En de opleiding ‘Vital Life Coach’, begint op 22 mei, bam! Actie! En toen ik mijn persoonlijke horoscoop voor 2015 er op na sloeg (geen idee waarom, doe ik ook niet ieder jaar) stond er werkelijk dat 2015 een goed jaar is om mijn oude professie weer op te pakken en weer geld te gaan verdienen zoals ik dat vroeger deed, werkelijk! Ik heb me toen maar direct in geschreven voor de introductie-avond. En het voelde goed. De boeken heb ik direct de volgende ochtend tweedehands aangeschaft, via Bol… voordat een ander het deed 😛 En de betaling heb ik nu net overgemaakt, morgen is de dag dat het binnen moet zijn. OMG ik heb het gedaan, twee jaar sparen geïnvesteerd in mezelf en de toekomst van mijn gezin, wow!

Buitengebied met knotbomen. Foto Loes.

En zo lopen, nu, hier… en toen, bij B8 door elkaar. En als ik nu de tekst lees van deze maan, valt mijn oog op de volgende alinea: ”Het dier dat bij deze maan hoort is de havik. Net als de adelaar is het een krachtige vogel die je laat ervaren wat een sterk wezen je bent. Ook de havik heeft een scherpe blik en het dier laat je zo je leven vanuit een ander gezichtspunt zien. Je hebt verre reizen gemaakt en de levenservaring die je daarbij hebt opgedaan, zorgt dat je beter kunt inschatten wat bij je past en welke bagage je achter je kunt laten”. Mooi is dat ik de laatste tijd wierook van de Adelaar brand, juist om dat zicht vanuit boven… overzicht, afstand. Ook nu kringelt de wierook van de Adelaar omhoog, hoger en hoger 🙂

Ook lees ik dat op de klif waar ik een half jaar geleden mijn ’take off’ had, een godin op me staat te wachten. Eigenlijk nooit iets mee gedaan… waarschijnlijk stond ze er wel 😛 Nu schiet me te binnen dat ik zulke mooie godinnenkaarten heb. Het moment om te gebruiken! Wie zou er daar staan?? Ik schud de kaarten en vraag hardop wie mij op staat te wachten na mijn verre reis. Ik trek Mary Magdalene!! De hogepriesteres!! Voor Beltaine heb ik afgelopen maandag het volgende verhaal gepost op FaceBook. In aanloop naar Beltaine: “Heilig Huwelijk; Jezus werd gezalfd door Maria Magdalena en dit maakte hem tot Christus en koning. Hoewel ze erop aangesproken werd dat ze zulke dure zalf gebruikt in Johannes,(hoofdstuk 12, vers 7 en 8), is het Jezus zelf die haar de toestemming gaf. Het blijft vreemd dat Jezus aan een vrouw dit bijzondere voorrecht gaf, tenzij het om een Heilig Huwelijk ging.
In oude tijden werd een man in Palestina erkend als koning wanneer hij zichzelf seksueel verenigde met de Hogepriesteres.
Hij ontving zijn goddelijke kracht van de priesteres. In de seksuele vereniging werden man en vrouw zoals goden en ervoeren ze het goddelijke. De hogepriesteres is een medium voor de goddelijke zegening van de koning. Het lichaam van de priesteres staat symbool voor de poort naar de hemel.
Een vrouw heeft zelf de man niet nodig om contact te maken met het goddelijke. Zij is daar van nature mee verbonden. Zoals vrouwen niet naar de graal hoeven te zoeken, omdat zij hem al hebben, in tegenstelling tot mannen.
Ten tijde van Jezus en Maria Magdalena bestond de mysterieschool van Osiris. Daar werd een ritueel beoefend waarin de god, gespeeld door een priester, symbolisch dood ging. Na drie dagen wekte de priesteres, in de rol van de godin, de god weer tot leven. Zij sprak dan de woorden: “Ze hebben mijn heer weggehaald en ik weet niet waar ik hem kan vinden”. Maria Magdalena gebruikt gelijkaardige woorden in Johannes, hoofdstuk 20, vers 2 en 13. Dit zou er op kunnen wijzen dat ze rol van de hogepriesteres uit het ritueel symboliseerde.
Dat geeft haar ook de autoriteit om Jezus tot Christus te zalven. Mogelijk was het huwelijk in Kana dan ook het huwelijk van Jezus en Maria Magdalena. Jezus veranderde daar water in wijn. Water symboliseerde het menselijk lichaam en wijn de geest. Door water in wijn te veranderen transformeerde hij het lichaam in zijn spirituele staat. Het huwelijk is de verbinding tussen de mannelijke en vrouwelijke kant van God.
Bron: The Greek Kabbalah. Door Jack Courtis.”

En dan kijkt mij, vanaf de kaart, Mary aan 🙂 met in haar hand… een potje zalf! De godin staat voor ‘Unconditional Love’. “Love yourself, others, and every situation – no matter what the outward appearances may be”. Wat is het toch mooi als alle stukjes op hun plaats vallen.

Als ik B8 achter me laat en mijn weg vervolg, hoor ik de eerste nachtegalen! O, hier ga ik eerst ten volste van genieten. De mannetjes zijn altijd een paar weken eerder aanwezig dan de vrouwtjes. Zij zorgen dan alvast voor de verdeling van het territorium. Wie de meeste noten op zijn zang heeft verdient het grootse stuk. Ik tel een mannetje of zes. Soms zie ik tegen de avondlucht een vogel heen en weer vliegen, tussen de vleermuizen door 🙂 En dan gaat het concert aan de andere kant van het veld verder. En zo plotseling als dat het begonnen is, zo plotseling verstomt het gezang. Al met al toch een half uurtje genoten. Ondertussen is het behoorlijk donker geworden. De maan zal er niet zijn vanavond, het zit potdicht… daarom is het ook zo warm.

Ik mijmer al wandelend over de bloem die ik de Havik (of misschien wel Mary, dit jaar) aan zal bieden. Ik heb het koolzaad de hele winter door zien bloeien en de kanten van de weg zijn zo mooi geel nu… alleen in het bos, hier en nu… noppu, koolzaad. Het fluitekruid dan? De kruidlaag langs de weg naar het buitengebied staat vol met hoog opgeschoten fluitekruid… maar hier en nu, in het bos, noppu… kleine plantjes nog. Geen witte rand langs de paden om de weg te wijzen in het donker. Ik weet het niet 🙁 In de bosrand zie ik een bloeiende kers, maar de bloemen blijken al op z’n retour 🙁 tja, daar kom ik ook niet mee aanzetten.

Op de brug van de Klif blijf ik een hele poos staan. Het duurt een tijd voordat ik door heb dat ik inderdaad op de rand van de Klif sta. Hier ben ik een half jaar geleden opgestegen, op de vleugels gegaan! En nu, in volkomen stilte, sta ik hier. Geen wind, geen nachtegalen, geen kikkers… het is stil in en om mij. In de verte, op de dijk, zie ik lichtjes die ook niet goed weten welke kant ze op willen. Net als ik 🙂 Ga ik terug het bos in of ga ik de dijk op? Ik kies voor vooruit, de dijk op. Als ik bij de lichtjes kom blijken het een oudere man en zijn vrouw te zijn met hun fietsen. Ik maakt een grapje :”Jullie zijn toch niet verdwaald?”, tuurlijk niet. Nee, ook deze mensen komen voor de nachtegalen. Ik natuurlijk ook, begin mei is gewoon de tijd voor de nachtelijke concerten. Maar ze zwijgen nu in alle toonaarden, niets meer te horen. Ik vertel hen nog dat ze in het benedenbos gezongen hebben maar daar nu ook zwijgen. Soms zit het mee, en soms zit het tegen. Wel heel leuk om mensen te ontmoeten, in het pikkedonker, die met dezelfde passie voor de nachtegaal dit bos bezoeken. We zeggen elkaar gedag en vervolgen onze weg.

Op de weg terug gebeurt er weinig bijzonders, lekker doorgelopen. Wat een verschil met 7 jaar geleden toen ik voor het eerst het donkere bos betrad. De angst voor het donker, het onbekende, is totaal weg. De rust en de stilte zijn me zeer dierbaar geworden. Ook nachtelijke bezoekers van het bos doen me weinig meer. Soms kom ik mensen tegen, heel soms een enkeling, en de ontmoetingen zijn altijd prettig.

In het donkere water zie ik een zwart bolletje voortsnellen, een flinke rimpeling achter zich latend. Dat moet een woelratje zijn, de echte waterrat (nee, niet de bruine rat) dat skeetje, met dat bolle koppie, heule kleine oortjes die verzonken liggen in de dikke vacht. De lange platte staart en de kleine kraaloogjes. Jaren geleden een paar in de hand gehad, omdat ze de waterwegen aan het uitbaggeren waren. Toen kwamen ze de woonwijk in en hebben we mensen ‘verlost’ van die enge ratten 😛 Wat een mooie diertjes! Het zijn kleine bevertjes….met heule scherpe tandjes (toen nog een tetanus-injectie moeten halen). En nu zie ik voor het eerst eentje zwemmen.

Thuis gekomen, mooi nog geen bloem voor de havik/Mary. De volgende ochtend heb ik vrij. De zon staat al heel vroeg door het gordijn te schijnen… kom nou!!!! Het zou warm zijn vanochtend. Ik besluit er vroeg uit te gaan en terug te gaan naar het bos. Laat ik nou net het volgende lezen in de Modron-agenda :”Vlak voor zonsopkomst is het de tijd om je samensmelten in de liefde te bezegelen. Dit doe je door de bossen in te gaan en de dauwdruppels te verzamelen. Deze druppels dragen de kracht van de allereerste zomerzon en zijn daarmee extra helend en versterkend.”

Het is inderdaad warm buiten en ik stap op de fiets om rap in het bos te zijn, ik wil op tijd weer terug zijn voor ons bezoek aan het Bevrijdingsfestival.

Vogelkers

Vogelkers. Foto: Loes

In het bos aangekomen en na de kers aanschouwd te hebben, besluit ik dat het echt een andere bloem moet worden. Wat is het prachtig, nog steeds stil, en wat ruikt het heerlijk. Het vocht van de buien van afgelopen nacht en de warmte doen de geuren extra goed. Ik zie dat de essen alleen nog in de toppen uitlopen, waarschijnlijk hun laatste jaar. Vele lopen al helemaal niet meer uit. Een schimmel gaat hen neerhalen. Daar zie je het resultaat van monocultuur 🙁 De andere bomen krijgen nu extra veel licht en ruimte. De beuken, eiken, meidoorns, vlier, hazelaars en één die me nu opeens opvalt… wat een hoop witte bloemtrossen! En wat ruiken die lekker! Dit is de bloem… bloesem die ik dit jaar aan zal bieden 🙂 Even googelen… wat voor soort het is? Het blijkt de gewone vogelkers te zijn. Hij verspreidt een zoete amandelgeur, blijken ook familie van elkaar te zijn 🙂 Grappig dat men in het Fries het de wilde sering noemt.

De witte sering staat symbool voor jeugdigheid.
(Vroeg in het jaar bloeien en snel weer uitgebloeid).
En ook voor vertrouwen.

De bloesem van de pruimenboom (prunus padus is de vogelkers) staat symbool voor maagdelijkheid.
In Taiwan staat de bloesem voor onafhankelijkheid.

Al met al een mooie bloesem voor Mary en de Havik, en voor mij het komende jaar, ‘Vertrouwen’ en ‘Onafhankelijkheid’. Daar ga ik maar voor! En de jeugdigheid… gister voor het eerst jonger dan mijn eigen leeftijd bij de meting op de sportschool, metabolische leeftijd 53!!! 2,5 kg meer spier erbij in 6 weken!! Dit is een verjongingskuur die werkt 🙂

Al met al een mooie Beltaine ‘afwezige’ maanwandeling gehad in twee stappen… wat is de natuur toch mooi en vol met antwoorden! Gelukkig zit er ook wandelcoachen in de opleiding 🙂

Liefs, Loes

Net weer terug van ons rondje nestkastjes schrobben en vervangen. Het is vandaag 2 april en de eerste pimpelmezen zitten alweer op het nest. En zo gaat het opeens hard. Een paar weken terug dachten we dat er geen einde kwam aan de grijze, natte dagen… de krokussen waren er wel maar bleven angstvallig dicht op de sombere dagen. Geen hommel om ze te bezoeken, noppus. En nu de voorjaarsbloeiers op hun retour zijn breekt de zon eindelijk door! De citroenvlinders fladderen van tuin tot tuin (zo ook een stel ontsnapte valkparkieten 🙁 ) en de mezen houden ons goed in de gaten als we de ladder op en af klimmen. In veel kasten zitten al beginnende nestjes, we zijn laat. We halen de stapel oude nesten er maar onderuit, en planten de nieuwe terug. De kasten zijn zeker drie jaar niet verzorgd, mijn maatje stopte ermee en nu doe ik het samen met mijn man, wel zo makkelijk 🙂 Heerlijk om zo bezig te zijn voor de vogels en eindelijk naar buiten na een hele ochtend voor het beeldscherm… van tweedimensionaal beeld naar driedimensionaal beeld 🙂

Beltaine staat voor de deur, en het wordt tijd dat we daar weer eens vaker uit stappen. Via deze weg wens ik iedereen een heerlijke lichte kant van het jaar, met veel liefde en verdraagzaamheid… en natuurlijk heel veel plezier!

Geplaatst in Volle Maan Wandelingen | Getagged , , | Reacties uitgeschakeld voor Volle maan van de havik 2015

Review: Lifting the Veil

Lifting the Veil – A Witches’ Guide to Trance-Prophesy, Drawing Down the Moon, and Ecstatic Ritual

By Janet Farrar & Gavin Bone  
Marion Street Press Inc. 252  p.
ISBN 9781936863853
available in NL via Bol.com from 1st June 2016

Lifting the Veil book cover

In March 2003, Pagan Federation International was one of the organizers for the first European Inner Mysteries Weekend (and later the Trance-Prophesy Intensives) led by Janet Farrar and Gavin Bone. As an attendee, I later wrote a review of the weekend. I was highly impressed with the many taboos which Janet & Gavin dealt with regarding Trance-Prophesy and Drawing Down the Moon.  I am now extremely pleased to see that many of these subjects are described and dealt with in their new book Lifting the Veil. 

In the advance notice, we read “Written to fill an existing gap in the currently available knowledge on trance, prophesy, deity-possession, and mediumship within the neo-Pagan and Wiccan communities, Lifting the Veil was developed from Janet Farrar and Gavin Bone’s personal work and public workshops on trance-prophesy and ecstatic ritual over the last 20 years. The book covers the history and modern practice of trance as well as the methods of practice, including ecstatic ritual, drawing down the moon, sex magic, and working with the spirits of the dead. It also explores the Four Keys, which include the importance of understanding mythical cosmology and psychology, understanding the role of energy in trance, the nature of spirits and deity, and understanding what trance is and the techniques involved. Because trance-prophesy is a very subjective process, the book includes descriptions of the personal experiences of others and transcriptions from several independent sessions by modern seers and priestesses”.

The contents include a foreword by M. Macha NightMare followed by

Part I: The History of Trance in Ancient and Contemporary Pagan Spiritual Tradition.

Part II: The Four Keys to Trance-Prophecy: The Methodology of Oracular work, which include;

The First Key: Understanding Spiritual Cosmology

The Second Key: Understanding Spiritual Energy

The Third Key: Understanding Trance and Its Techniques

The Fourth Key: Understanding Divinity and Spirits

Part III The Practice of Trance, Prophecy, and Possession in Modern Paganism and Witchcraft, is perhaps the most interesting section since it includes the “Underworld descent technique” and recollections of the Trance Prophecy workshops.

Anyone who is interested in trance work and oracular work (seership) will definitely benefit from reading this book. Highly recommended!

janet and gavin eff 2003

Janet & Gavin at Castlefest, NL  2003, the same year they started holding ‘The Inner Mysteries’ weekends.

 

 

 

 

 

 

 

Geplaatst in Boeken, English articles, Recensies | Getagged , , , , | Reacties uitgeschakeld voor Review: Lifting the Veil

Recensie: Wat is hekserij?

Wat is hekserij? Een korte uitleg over wat hekserij inhoudt
Geschreven door Lunadea Ruthy Jankiewicz, met illustraties van Annemieke Bouwman
Uitgegeven door Lunadea, 2016, 58 p. € 9,95 plus porto

Voorkant van het boekje van Lunadea

Mooi vormgegeven boekje over hekserij als levenswijze, de kracht van de natuur en hoe je daar als heks mee kunt werken. “De handelingen en activiteiten die de heks uitvoert, maken hem/haar een heks: het uitvoeren van magie en rituelen, het vieren van de natuurveranderingen, helen, toekomst voorspellen. Heksen geven betekenis aan hun gevoel door handelen, dat maakt hekserij een kunde”, zegt Lunadea. De natuur speelt een belangrijke rol, maar religie lang niet voor iedere heks.
Lunadea gebruikt de term ’traditionele hekserij’ voor de manier waarop zij hekserij beleeft. Ze formuleert zorgvuldig waarom ze dat woord gebruikt en wat de verschillen en overeenkomsten zijn tussen deze vorm van hekserij en wicca.

Er zijn hoofdstukken over de vier elementen, over magie en rituelen, jaarfeesten en de maan en over heksengroepen (covens, heksengroepen en sibbes). Het meest uitgebreide hoofdstuk gaat in op ‘heksenpraktijken’: meditatie, toekomst voorspellen, kruidenleer en heling, spirits en voorouders, amuletten en talismans en spiritualiteit. Down to earth, met aansprekende voorbeelden en goede adviezen. Over kruidenleer en heling: “Heksen kunnen veel, maar iedereen heeft grenzen aan zijn/haar kunnen. Weet waar die van jou eindigen en die van een ander beginnen.”

Al met al een sympathiek boekje dat de ondertitel waarmaakt.

Geplaatst in Boeken | Getagged | 2 reacties

Sfeerimpressie release DVD Heksen in Holland

Het statige pand waar de Première Party plaatsvond

Het statige pand waar de Première Party plaatsvond

In het afgelopen jaar werd het me steeds duidelijker dat er iets belangrijks gaande was. Tijdens bijeenkomsten stak het elke keer hardnekkig de kop op. Een grote camera, een microfoon, een enorm fototoestel. De uitrusting leek zich langzaam uit te breiden… Tot er ook een grandioos ding aan vast zat dat, ondanks de wiebelende arm, het gevaarte met de lens temde om een ‘steady’ beeld te geven. Opvallend genoeg elke keer dezelfde gezichten die half verscholen gingen achter de apparatuur.

Op de PFI-conferentie hadden ze zelfs hun eigen hoekje waar allerlei mensen van verschillende traditie of stroming zowat in lucht gekleed vandaan vertrokken: hen werd het hemd van het lijf gevraagd. Her en der kon men uit het geroezemoes opmaken dat ze bezig waren voor een project. Best omvangrijk nog ook, naar wat ik uit het gefluister kon begrijpen.

Tijdens de picknick van Silver Circle waren ze er opnieuw bij. Deze keer leken die half verscholen gezichten wel verworden tot halve machines. Vergroeid met hun lenzen, de wiebelende armen inmiddels dik gespierd van het gewicht van die apparatuur. Op de achtergrond een kalmerende stem die maar vragen bleef stellen, bijna hypnotisch, en de antwoorden werden opgeslokt door het oog van de lens.

Vanaf de zijlijn sloeg ik het telkens gade. Als bezige bijen zoemden ze met hun uitrusting voorbij, de verhalen van anderen drinkend als nectar. Steeds als ze opvlogen naar de volgende bloem, eh paganist, namen ze stuifmeel mee. Kleine tipjes van de sluier van het project waar ze vol vuur aan werkten.

De makers van de DVD

De makers van de DVD

Toen ik deze halve machines in hun natuurlijke habitat mocht aanschouwen, met gevaar voor eigen leven en vanaf een veilige afstand, pas toen overzag ik de omvang van dit project. Heel secuur was er onderzoek gedaan, kennis verworven, en uiteindelijk tot een samenhangend geheel gesmeed. De kalme hypnotische stem nam je mee het jaarwiel rond. Wat een prachtige creatie! Elke milliseconde tot in de puntjes verzorgd, een waar kunstwerk!

Via betrouwbare bron werd eenieder verzocht om deze magnum opus te komen bewonderen. Ergens middenin het land, langs de Kromme Rijn, zo’n 5 kilometer van het drukke Traiectum. Een prachtig stukje natuur waar de rivier tussendoor meandert. Daar aangeland, ja per bezem, miezerde het najaar mij tegemoet. Twijfelend aan mijn navigatie stond ik bij dit statige pand en zag ik bekende gezichten. Ook veel nieuwe gezichten, waaronder het volledige gelaat van de halve machines (die er zonder uitrusting bijzonder vriendelijk uitzagen). De warmte van een groots weerzien gonsde door de zaal. Klinkende glazen met bruisende inhoud, knisperende chocoladewikkels, en het zachte gekraak van nootjes maakten het overduidelijk, er was een feest aan de gang.

Aanwezigen.

Aanwezigen.

Er weerklonk een kuch, een kleine dame met ontzettend paars haar nam het woord. De stilte hoorbaar aanwezig, begon zij te vertellen over de geboorte van het idee. Het 35-jarig jubileum van Silver Circle, zoveel belevenissen, mijlpalen, en als bekroning hiervan dit immense project. De tijd die men erin heeft gestoken inmiddels niet meer te tellen. Alle aanwezigen zaten inmiddels reikhalzend op het puntje van hun stoel klaar, klaar voor de eerste glimp op dit werk. Door de hele gemeenschap mogelijk gemaakt met kleine en grote giften, hand-en-spandiensten, en vooral ook de gespierde armen van die leuke mensen die deze keer zonder machinerie aanwezig waren. Het bleek een waar feest voor het oog van de aanwezigen, waar in stilte (nou ja, zacht gefluister) van genoten werd. Na deze ‘teaser’, en tussen de warme begroetingen door, was ook de stand van Silver Circle aanwezig. Hier werd onder andere de DVD als een warm broodje uitgereikt in hongerige handen.

De stand van Silver Circle

De stand van Silver Circle

Ik ben erg trots op dit pronkstuk van de gemeenschap en bemachtigde mijn exemplaar. Het heeft inmiddels zijn effect bewezen, een duidelijke weergave van datgene dat mij het jaarwiel rond bezighoudt en inspireert. Elke nieuwsgierige wordt voorzien van antwoorden op de meest prangende vragen omtrent datgene wat ik beleef, ervaar, en doe. Hierbij werd mij de gelegenheid geboden om nogmaals het glas te heffen: op de gemeenschap en wat deze in saamhorigheid voor elkaar krijgt.

Blessed be!
~CC~

Geplaatst in Artikelen | Getagged , , , | Reacties uitgeschakeld voor Sfeerimpressie release DVD Heksen in Holland

David Bowie en de mysterietraditie

Het is moeilijk om grip te krijgen op de Engelse zanger David Bowie, die op 10 januari op 69-jarige leeftijd overleed aan de gevolgen van leverkanker. De man wisselde vaker van personage dan een normaal mens van ondergoed. En altijd zat er een mystiek kantje aan. Zelf lichtte hij vrijwel nooit een sluier op.

Cover van 'Blackstar'

Cover van ‘Blackstar’ (2016)

Na 10 jaren radiostilte kwam Bowie in 2013 als een donderslag bij heldere hemel met het nieuwe album ‘The next day’, en twee dagen voor zijn overlijden verscheen zijn laatste plaat ‘Blackstar’. Het is een intrigerende titel. In het antieke judaïsme stond ‘de zwarte ster’ gelijk aan de planeet Saturnus (1). En als het album ook nog eens prominent een zwarte vijfpuntige ster op de hoes toont, gaan de alarmbellen helemaal af. Dat mystieke kantje van Bowie sijpelde altijd wel door, in teksten van nummers, in anekdotes. Er zijn foto’s zelfs, waarop hij zich liet afbeelden als een Egyptische godheid. Was het dwepen met? Was Bowie een ingewijde in de mysterietraditie? Een vrijmetselaar? (2)

Hij heeft er zelf nooit veel over willen zeggen. In 1995 gaf de zanger tijdens een interview (3) toe dat hij zich in de jaren zeventig had toegelegd op de kabbala en de leer van Aleister Crowley. ,,Die heel donkere en behoorlijk beangstigende onwereld aan de verkeerde kant van het brein. En recentelijk heb ik me verdiept in de Gnostiek.’’

Twee jaar later zei hij tijdens een interview (4) met het Engelse popblad New Musical Express weer dat hij altijd had gevonden dat Crowley een charlatan was. In plaats daarvan noemde hij Arthur Edward Waite als “vreselijk belangrijk” in die jaren zeventig. ,,En een ander, Dion Fortune, die een boek met de naam Psychic self-defence heeft geschreven. Je moest door de kamer lopen om stukjes touw en oude potloden te pakken en rare dingen op de muur te tekenen, en dat nam ik allemaal heel serieus, hahaha. Ik tekende doorgangen naar andere dimensies, en ik ben er zeker van, voor mezelf, dat ik echt andere werelden in liep. Ik tekende dingen op muren en liep er gewoon doorheen, en zag wat er aan de andere kant was.’’

Bowie lacht het een beetje weg, omdat hij werd bevraagd over een voorval in Los Angeles, waar hij midden jaren ’70 woonde. Zwaar verslaafd aan cocaïne was hij ervan overtuigd dat zijn huis behekst was. De witte heks Walli Elmlark werd vanuit New York ingevlogen voor een duivelsuitdrijving. Zijn toenmalige vrouw Angie was er in haar biografie zeker van dat het zwembad kolkte tijdens de bezweringen om de demonen uit te drijven.

Baphomet

Baphomet, door Éliphas Lévi

Tussen de regels door lezen we dat Bowie mediteerde, divineerde, in elk geval halverwege die jaren ’70. Dat hij zich aan de hand van Dion Fortune in de Westerse mysterietraditie verdiepte. Dat hij het werk van Arthur Edward Waite spelde. De medeschepper van de Rider-Waite tarotkaarten, priester bij de orde van de Golden Dawn, vrijmetselaar, rozenkruizer, alchemist, kaballist, en vertaler van de invloedrijke Franse occultist Éliphas Lévi. Laat David Bowie nou net diens boek Transcendental Magic, its Doctrine and Ritual noemen in zijn top 75 van beste boeken. Terwijl Crowley driftig grutte in het werk van alle voornoemde namen.

Wie had dat kunnen denken van die schuchtere tiener, die eind jaren ’60 Europa doortrok met zijn akoestische gitaar. Wie goed luisterde naar zijn doorbraaksingle ‘Space oddity’ hoorde daarin niet alleen de astronaut Tom die zoek raakt in het heelal, maar vooral een LSD-trip. En dan belandt in 1971 ‘Hunky Dory’ in de platenbakken. Een album beïnvloed door boeddhisme en het occulte. Met name het nummer ‘Quicksand’, dat verwijzingen bevat naar de Golden Dawn en Aleister Crowley. “I’m closer to the Golden Dawn, immersed in Crowley’s uniform of imagery”, zingt David Bowie op het laatste nummer van kant 1.

En ook het androgyne imago dat Bowie zich toen aanmat, zou wel eens op het esoterische gedachtegoed gebaseerd kunnen zijn. De vergelijking met Baphomet komt op, de tweeslachtige god die al door de tempeliers werd aanbeden (5), en die in de Golden Dawn een nieuw leven kreeg. Het meest bekende beeld van de god met geitenkop en borsten, een pentagram op het voorhoofd, zoals we dat nu kennen, werd door Levi getekend rond 1850. De Geit van de Sabbat kreeg een halve eeuw later een prominente plek in het werk van Crowley, die het androgyne karakter van Baphomet expliciet roemde. “…His letter is ayin, the Eye, so that he is Light; and his Zodiacal image is Capricornus, that leaping goat whose attribute is Liberty”, schreef Crowley. Het moet Bowie, met zijn opvallend grote pupil (een gevolg van een vechtpartij als kind), en zelf een steenbok, op zijn minst hebben aangesproken.

En dan was er nog de rivaliteit tussen Bowie en zijn jeugdvriend en Led Zeppelin-gitarist Jimmy Page, over wie de meest occulte van de twee zou zijn. De legende wil dat David Bowie zich zelfs op Tibetaanse magie (“de donkere zijde van het boeddhisme”) stortte om Page af te troeven.

Van de zanger verschijnen in die tijd bovendien foto’s waarop hij verkleed gaat als farao, of Egyptische god zelfs, en sfinx. Sommigen zien een verwijzing naar Crowley, die zich op een vergelijkbare manier liet fotograferen. Maar Bowie verdiepte zich in die jaren, zegt hij zelf, ook in het Egyptische pantheon. Andere beelden tonen hem met een levensgroot derde oog.

Cover van 'Station to Station'

Cover van ‘Station to Station’ (1976)

De paar jaar daarop zijn er weinig directe elementen uit het occultisme aan te wijzen in Bowie’s werk. Daarin komt in 1975 verandering met de baanbrekende plaat ‘Station to station’, die hij in Los Angeles opnam. Zijn biograaf schetst het beeld van een zwaar aan cocaïne verslaafde artiest in een staat van psychische doodsangst (6). Uit een schaars interview blijkt dat de zanger zich in zijn huis had omringd met archeologische Egyptische voorwerpen, zwarte kaarsen, en occulte tekens op de muren.

Het was kennelijk een staat waarin hij een uiterst duister album kon creëren. Een plaat waarop de magie van Crowley en de Golden Dawn wordt aangevuld met bijvoorbeeld de kabbala. De achterkant van de hoes geeft dat al weg: Bowie wordt gefotografeerd terwijl hij een levensboom tekent. Maar er duiken ook christelijke elementen op. Het lijkt erop dat Bowie zich heeft teruggewerkt van het 19e-eeuwse occultisme naar de vroegchristelijke gnosis – zonder daarbij Crowley en de Golden Dawn uit het oog te verliezen.

De albumtitel is een duidelijke verwijzing naar de kruisstaties van Christus, maar ook naar de posities op de kabbalistische levensboom. Bowie gaf beide lagen ook zelf toe.

Here are we
One magical movement from Kether to Malkuth
There are you
You drive like a demon from station to station

zingt Bowie in het titelnummer. Hij verwijst naar twee sephirot (posities op de levensboom): een val van de goddelijke kroon naar het aardse koninkrijk. ‘Word on a wing’, aan de andere kant, is doordrenkt van het christendom. De tekst leest als een gebed tot Jezus Christus. Bowie gelooft compleet, in alles, lijkt het wel. In zekere zin is dat logisch. In de gnosis kwamen immers elementen van alle belangrijke religies tot die tijd samen. En de gnosis diende weer als bron voor latere mystieke levensbeschouwingen.

Kabbalistische levensboom, zoals afgebeeld op de titelpagina van Portae Lucis (Poorten van het Licht) van Paulus Ricius (1516)

Wijze man met kabbalistische levensboom, zoals afgebeeld op de titelpagina van het boek Portae Lucis (Poorten van het Licht) van Paulus Ricius (1516)

Het zijn zeldzame momenten waarin Bowie de luisteraar meeneemt op zijn eigen spirituele reis door het leven. De zanger lijkt er voorzichtig mee te zijn om ernaar te verwijzen in zijn teksten. In zijn Berlijnse periode (1977-1979) zijn ze nauwelijks te vinden, en ook de jaren ernaar is het moeilijk speuren naar ‘occulte’ boodschappen in de songteksten. Ja, in de jaren ’90 duiken er nummers op als ‘Pallas Athena’ , die zich laten horen als gebeden. En Bowie valt tijdens een liefdadigheidsconcert ter ere van de pas overleden Queen-zanger Freddie Mercury, 20 april 1992 in het Londense Wembley-stadion, op zijn knieën om het Onze Vader te bidden.

In 1996 neemt hij ‘Earthling’ op. Een plaat waarvan hij zelf zegt dat het vinden van een balans tussen atheïsme en “een soort van gnostiek” het onderliggende thema is. ,,Ik blijf heen en weer gaan tussen de twee thema’s, omdat ze veel voor me betekenen. Ik bedoel, de kerk komt niet binnen in mijn schrijven of mijn gedachte, ik voel niets voor welke georganiseerde religie dan ook. Wat ik nodig heb is het vinden van een balans, spiritueel, tussen de manier waarop ik leef en mijn einde. En die periode, van nu tot mijn einde, is het enige dat me fascineert.” Enkele jaren daarna trekt hij zich jarenlang terug uit de publiciteit.

Tot 2013, het jaar waarin hij na een afwezigheid van tien jaar terugkomt met het album ‘The next day’. Het is een plaat die verwijst naar Bowie’s Berlijnse periode. Optredens doet hij niet. Er gaan verhalen dat de zanger meerdere hartinfarcten heeft gehad. De opnames zijn in het diepste geheim gemaakt.

Datzelfde geldt voor ‘Blackstar’, zijn uiteindelijke testament. Vanuit het niets wordt het album op 8 januari 2016 uitgebracht, op Bowie’s 69ste verjaardag. De eerste lovende kritieken zijn al verschenen als twee dagen later blijkt dat de zanger is overleden aan de gevolgen van leverkanker. Het is een album dat in het verlengde staat van ‘Station to Station’, donker, melancholiek, maar dan zonder de drugs die er in de jaren ’70 aan te pas kwamen. Het is een album dat bol staat van de verwijzingen naar mysterietradities en christendom. Alleen al de titel verwijst naar het antieke judaïsme, waarin Saturnus de ‘zwarte ster’, een ster des doods als het ware, werd genoemd.

Bowie doet boete. En in ‘Lazarus’ lijkt hij zijn eigen dood aan te kondigen, aan de hand van een Bijbels figuur. Een figuur dat later uit de dood op zal rijzen. Of Bowie daarin ook zou kunnen slagen? Hij omarmde de godheid in vele vormen, maar zorgde ervoor dat hij kort na zijn dood in het geheim werd gecremeerd. Misschien wel om het zekere voor het onzekere te nemen.

Noten:

  1. Emma Jung, ‎Marie-Luise von Franz – The Grail Legend (1998)
  2. https://www.instagram.com/p/BAZ8AmJozwb/
  3. New Musical Express, 25 november 1995
  4. New Musical Express, 1 februari 1997
  5. Thomas de Quincey – Suspira de profundis (1873)
  6. Peter Doggett – The Man Who Sold The World: David Bowie And The 1970s (2011)

Apodassos

Geplaatst in Artikelen | Getagged , , | 1 reactie

Understanding Polarity in the 21st Century

A few weeks ago I found myself doing one of these tests with multiple options for each answer. As the questions started rolling in, I found it harder and harder to choose between both of the possible choices. ‘It’s really none of them’ I thought to myself. And even though I tried to choose the ‘most’ accurate option, the final result proved that there was something wrong with that system.
Slightly annoyed by the test, I started to ponder about the extent of this in the society we live in. Even in our daily lives, many aspects are reduced to a false dichotomy. It’s either in or out, up or down, you either agree or disagree, you either have to choose this or that, and so on.

False DichotomyOf course, the sensible answer to this is ‘No, actually, I do not. I have a myriad of possibilities to choose from’. But that would require further explanation. And, in the case of the test, it would require including endless possibilities or choices, which is highly unpractical.

So, what do we do? We stick to the known and practical method. If we do it in our educational system (and the way abilities are tested and graded), why not in a simple test?

This fits perfectly in a society where people who challenge these aspects are labelled as ‘PC Police’ (i.e. Politically Correct Police — and yes, it is a real thing).

However, it is surprising to find it amongst witches, magicians and occultists — the trailblazers and transgressors par excellence. And yet, one of the most recurrent concepts in occultism, as it is Polarity, seems to be founded and fed by the same dichotomy: male – female, and from those, positive – negative, dark – light, birth – death, and so forth.

While the above are, most certainly, frames in which Polarity may take place, constraining the principle to them (or those that show similar characteristics) seems rather simplistic.

Moreover, when doing so, we tend to characterise those aspects, mainly the male – female and positive – negative ones, with fixed attributes; which are both fixed and also ‘fix’ the aspect, preventing it from changing.

‘Male’ becomes then a symbol of strength and force; and ‘female’ becomes a symbol of love, and that which is nurturing.

Even when the female principles are (many times for political correctness’ sake) characterised with attributes like ‘strength’, it is usually a motherly-kind-of-strength.

In part, we have to thank Aristotle for this:

‘But the female, as female, is passive, and the male, as male, is active, and the principle of the movement comes from him […] the female always provides the material, the male that which fashions it, for this is the power that we say they each possess’

And to other classic authors we have also to thank for the attributions of male and female with left — right, and hot — cold. (Although, Aristotle also believed that it was the man who gave the Soul to the body produced by the woman!).

Along with this, we can find a point of reference in ‘The Kybalion’ and its Principle of Polarity. Although ‘The Kybalion’ only addresses male – female in the Principle of Gender, as a duality manifested in every individual; much like Jung’s AnimaAnimus.

This essentialism, as Robin Artisson points out in an article I recently came across, is a common characteristic in Integral Traditionalism. However, we can find the same views on a variety of currents and individuals in today’s occultism. These are more often than not backed up with an apparent correlation both in Nature and different human cultures.

But let’s be honest — we can find as many examples of male/female duality as we can find for trinities (3), or Oneness (Hi starfish!).

Another reason why the biological representation of male — female may sometimes fall short as a ‘Universal’ example of polarity, can be found in the Principle of Polarity of the Kybalion itself, in ye olde concept of the different shades between two poles.

Both poles are connected and there is an infinite amount of shades between them, different degrees. Both of them, and everything in between, are part of the same unity. While this makes perfect sense if we consider male and female as a spectrum, with both of them being latent in everything, that would not be the case if they are conceived as separate and independent elements required for Polarity to take place.

Shades of Grey

But whether we choose male —female, or black — white, we can always go further and make the line a chromatic circle.

And the circle, a sphere.

 

Often, when Polarity is discussed making use of this male – female interaction, the conversation ends up justifying the need of those two specific poles based on their place in the reproductive process. This is also usually exalted as the symbolic source of cosmic or universal life.

And this is when things get really interesting. The interesting part being the process called stellar nucleosynthesis, by which two Hydrogen (H1) protons (actually, four: 2 + 2) create Helium (H4) by means of fusion inside a star.

fusion-sun

Illustration of the proton–proton chain reaction sequence
By Borb, CC BY-SA 3.0

So, no; life in this universe does not revolve around penises and vaginas. It has existed eons before we first walked this Earth, and it will continue eons after we are gone. To think that Life in the Universe is ruled by the (current) means of reproduction of a species is, to say the least, quite anthropocentric.

If we were to remove every sexed species from the Universe tomorrow, life would still go on. And so would the principle of Polarity.

But, how is this relevant if we live on Earth? First of all, it prevents us from using expressions like ‘source of life in the universe’ or ‘Mystery of Life’, and to constrain them to a single form of Polarity.

It also allows us to open ourselves to a new world of possibilities. In the same way that undergoing an initiatory process opens our mind and soul to a new reality that was hidden in ‘ordinary’ sight — so does it leaving room for a deeper meaning of Polarity.

Polarity is, in essence, a constant interaction between more than one force or element. It is the movement, the striving of those forces, and the rhythm in it, that creates the dynamism. As occultists, witches or magicians we observe the underlying patterns of that rhythm, get insights and tap into it, or try to emulate it — either conscious or unconsciously.

Therefore, new possibilities mean new insights. Why Love – Hate? And not Love – Death (Thanatos & Eros), or Love — Soul (Eros & Psyche).

I have tried to leave aside the subject of gender and sexual orientation here, because I believe that the underlying principles of Polarity are not dependent of them. Too often, the conversation on the topicality of Polarity’s imagery is stifled, labelled as a consequence of a recent and increasing shift of the views on gender in nowadays society (and political correctness, of course).

The above also goes hand in hand with suggestions that the whole conversation takes place in order to bend a long-standing and universal principle like male – female polarity, to current social norms.

However, we know that the conception of gender beyond the binary frame is not, in the slightest, something new. And neither is that the case of Polarity.

Unfortunately, this is where our multiple-choice test fails.

Do not get me wrong, the test will still works if one’s preferred option is present amongst them. But it cannot be considered Universal anymore (much like our education system, as I mentioned earlier).

And that is unsettling, to say the least — especially when it is a system in which we root something as sacred and (unfortunately) fixed as a system of belief or practice.

When a system like that falls short, we humans usually try to stretch it for a while, making some exceptions and cherry picking.

If its universal character is shaken by changes in society, new discoveries, or just deeper insights, we quickly resort to Nature and biology. When this fails, we ultimately resort to tradition and the sacredness of such principle.

Alchemical Wedding

Alchemical Wedding 2.0

Looking back to history, we can find this same pattern repeating over and over again. The irony in this being that we will never be able to identify ourselves with such context and learn from it.

Our perception of Reality is the one in which we live right now, and abstracting ourselves from it is probably one of the biggest challenges of any occultist. We can, most of the times, do it very, very briefly. Therefore, we don’t just believe we are right, we know it!

We might believe that people who were proved ‘wrong’ in the past were simply stupid. Most of us find it difficult to understand how is it possible that, during countless years, people believe that the Earth was flat; or the centre of the Universe. And yet, they were as adamant about their Reality as we are about ours.

Marja de Vries puts this beautifully when talking about the Law of Divine Paradox in her book ‘The Whole Elephant Revealed’:

[…]Any truth can be true only within a given context, despite the fact that we are not always aware of that context. Examples of such a context are our beliefs and this can be our conscious as well as our unconscious beliefs. The greater context of our relative truth is our state of consciousness. Any model of the truth that we create is inevitably only a reflection of our own particular level of consciousness.

Even in science, the number of superseded theories is astonishing. And yet, the ones in which we believe and use right now, are the ‘right ones’. I am sure the future generations will also ponder how come we didn’t realise X or Y.

If we have that attitude towards something as methodical as science, magic and occultism are no exceptions.

But how do we make this happen? How do we improve and implement this understanding? Do we have to toss away something that works for many people?

Not at all. We did not have to toss black & white away when we introduced colour TV, did we?

The truth is, all this isn’t new. People are not changing how Polarity (or even gender) works in the Universe. If anything, we are expanding our perception of it — again, our own personal ‘reality’.

In the example of the test mentioned above, I found that a set of different options with different degrees for each response, worked perfectly in another test. Between Yes and No I had different circles going to a neutral center. Not only that, but the answers to specific questions were also conditioned by what was answered in others. Still limited, but much, much better.

And, whether we are aware of it or not, we are working in a whole spectrum of polarities everyday. Every conversation we have is an active work of polarity. Every time we ponder between different aspects and reach a conclusion based on them, or products of the interaction of those aspects, we are working polarity.

All we have to do is change our discourse, and our attitude towards it.

 

References

Aristotle., and Platt, A. (n.d.). On the generation of animals. Adelaide: The University of Adelaide Library, pp.4, 21.
Three Initiates, Deslippe, P. and Atkinson, W. (n.d.). The kybalion.
Vries, M. (2012). The whole elephant revealed. Winchester: Axis Mundi Books, p.163.

 

Geplaatst in English articles | Getagged , , | Reacties uitgeschakeld voor Understanding Polarity in the 21st Century

The Guild Structure of British Traditional Wicca

Introduction

Within British Traditional Wicca (called in Britain simply “Initiatory Wicca”), there exists a structure known as the degree system. One’s first degree is initiation, or becoming one of the Wicca. Second and third degree initiates are acknowledged to be more experienced initiates of progressively greater skill, talent, or “power.”

But what does it all mean in practice? In order to answer this question, let’s discuss the parallels that the medieval guild structure has with the Wiccan degree system.

A guild was an association of artisans who controlled the practice of their craft in a particular town. A few guilds in France even gave rise to the earliest of the universities, where our modern academic degrees—bachelor’s, master’s, doctorate—retain this guild-like structure: apprentice, journeyman, master.

medieval guild

For those not conversant with matters medieval, here is a brief description of the guild structure.

Apprentices lived with their master while being taught the craft; parents paid for the apprenticeship. An apprentice did not marry until apprenticeship was over, and in return the master guildsman taught well. At the conclusion of apprenticeship, the youth became a journeyman, who had fully learned his trade but was not yet a master. He now earned a wage and was expected to save enough money to start up his own business. For the journeyman to become a master, he had to submit a master work piece to a guild for judgment. If the work were deemed worthy, the journeyman would be admitted to the guild as a master.[1]

However, an extremely significant difference exists between the craft guild system and the Craft or Wiccan degree system. That difference is simple—there is no requirement for any initiate to seek elevation to a higher degree.

In the trade guilds, apprentices are expected to complete training in trade skills and rise to journeyman status as an employable worker in that trade. Mastery is not a guaranteed status, for that requires a certain aptitude or talent beyond the skills, whereas apprentices become journeymen or “flunk out.” In contrast, in the Craft an initiate may continue at first degree without seeking to achieve a higher degree, as they choose. Initiates may, equally, choose to seek elevation as they grow in their Craft and in their life.

Let me state clearly, here, that one must seek out training, initiation, or elevation in British Traditional Wicca. One must ask, or one does not receive; the Wicca do not proselytize. At the same time, asking does not guarantee that any candidate will be accepted for training with a coven’s outer court, initiated into a coven, or elevated to a higher degree. Receiving a yes or no answer from one coven may not be the final answer—but no is a valid answer. Coven leaders make their decisions for the good of their Craft and their coven. Often, no means “not now” or “not with these elders” or “I don’t know why, but my spidey-sense says not him, or not for us.”

Apprentice

Historically, an apprentice was contractually bound for a set period of time (usually seven years) to serve a master at a trade or craft—weaving, metal-smithing, carpentry, stone-working, etc. The apprentice’s duties were often simple labor at the outset, cleaning the shop and learning the most basic activities by observation and instruction: the names and uses of the tools of the trade; the materials used and how they were acquired, stored, readied, and put to use; and the social interactions of the shop, between customer and master, or master and workers, which might include lesser masters, journeymen, and other apprentices.

The duties of an apprentice were to learn his trade in all its aspects, and to keep the secrets of that trade. The master committed in his turn to train the apprentice in the specific trade—the obverse side of the contractual coin. The master provided instruction at the level needed and opportunities to learn by doing. He also corrected the inevitable errors of a novice and remedied the difficulties encountered in novice projects.[2]

The first degree

In British Traditional Wicca, one’s “apprenticeship” begins with initiation. At the time of Gerald Gardner’s initiation in 1939, witchcraft was illegal in Britain. As described by Gerald Gardner, it was only during his actual initiation that he even discovered that the coven initiating him were witches. “I was half-initiated before the word ‘Wica’ which they used hit me like a thunderbolt, and I knew where I was, and that the Old Religion still existed.”[3]

Gardner’s initiation was when he began to learn the Craft specifically. His long interest in matters magical and occult informed his witchy education, but it was not until he was a sworn “brother of the Art Magical” that any information was shared—be it written or oral or action. Like the apprentice of old, Gardner was oath-bound to keep the secrets of the Wicca.

In Gardner’s published non-fiction, he states that he may not describe the magical techniques and words that the Wicca use in their rites; he is keeping his oath of secrecy. For this reason, when writing his 1949 novel High Magic’s Aid, he instead used material from the 19th century McGregor-Mathers English translation of The Key of Solomon (a Latin grimoire of ceremonial magic) to flesh out the scenes that depicted magical workings (spells).

High-Magic-s-Aid

Our rites are transformative, productive of subtle change in those who undergo them. Any new initiate is exposed to words and actions and energies within the magical circle that are outside of prior experience.[4]

It is often said that one’s first degree is especially about getting to know the Goddess, a reality necessitated by the patriarchal roots of modern culture, one in which the very title Pope means “father.” Like the apprentice, a new initiate has duties which are, primarily, to learn: to know the Wiccan calendar, to call a quarter, to structure a ritual, to memorize an esbat ritual, to cast a circle, etc.

Our solar-calendared rituals follow what is now called “the Wheel of the Year” in a neat progression of eight sabbats at the solstices and equinoxes alternating with the cross-quarters that begins at Hallowe’en.[5] Hallowe’en, Candlemas, May Eve, Lammas, these are the fire festivals central to the Wicca. One sabbat ritual at a specific season is a scant introduction to that sabbat’s energies as well as its traditional ritual.

Think about it. You may remember one special Yuletide, but it is more likely that, for instance, you think of youthful summer camps or Mardi Gras events as a collective montage that is seasonal in nature and features a number of actions and feelings that mean that time of year to you. So it is with our sabbats. Doing them more than once takes more than one year.

Yule 2014

(Yule, Morgana, 2014)

For this reason, the lunar esbat rituals become familiar to the new initiate much more quickly. Celebrated once or twice monthly at full and new moons, frequent repetition aids both the memorization expected of initiates and aids them to perform the energetic steps that occur in creating, working, interacting with deities, and concluding any ritual circle. By the time initiates have completed a year working in coven, they have experienced at least twelve esbat rituals as well as the four fire festivals, and more likely all eight of the currently practiced sabbats.[6] They will have memorized the esbat ritual text and actions used in coven, and the annual progression of the sabbats have taught the basics of the Wiccan progression of seasons and energies. An experienced first-degree initiate can call a quarter, or all four, perform a simple traditional circle solo if required, work with an experienced partner to lead a pre-arranged esbat or sabbat within the coven, and aid in the general running of the coven. Energetically, the initiate will raise and ground energy as led by the coven leaders or elders.

If the initiate is working towards a hoped-for elevation to the second degree, the necessary first degree material has been completely hand-copied into the initiate’s own book of shadows. Likely the initiate has pursued individual own study interests in support of the coven or personal practice. Within a particular coven’s practice, the initiate may be assigned reading, writing, or practical exercises to complete as a part of training. Thus, sometime following that oft-quoted “year and a day,”[7] a first-degree initiate may be elevated to the second degree.

Journeyman

Journeymen artisans were expected to do just that, journey. Travel from town to town, work with others of the same guild in which they had apprenticed, learn and share styles, materials, tools, and techniques. Like apprenticeship, a journeyman’s study could take years. Journeymen were paid a wage, might live apart from the master’s residence, often married and started a family.

To transition to mastery, journeymen undertook to create a master-piece, a piece of work by their hands that was adjudged to be work worthy of a guild master. And not every journeyman, sometimes called a “jack,” succeeded in becoming a master in his guild. “Jack of all trades and master of none” refers to a person unsuccessful in achieving master status. A competent journeyman often remained in his master’s business as a valued assistant and still might rise to mastery in time. In larger craft workshops, a number of masters might work in a common facility.[8]

The second degree

Whether an initiate has been once or thrice round the Wheel of the Year and its sabbat cycle, elevation to the second degree brings many responsibilities and connections. First and foremost, second-degree elevation connects an initiate to the current of energy specific to initiatory Wicca. Such connection causes inevitable changes in an initiate—ones that need to be absorbed throughout her ensuing year and a day. The second degree carries a responsibility to the Craft as a whole.

The expectations for a newly elevated second-degree witch begin with getting to know the God, a task which often involves path-workings and underworld trance journeys.

Once the degree has settled, the second may guest with other covens, or attend multi-tradition open sabbats or classes of other traditions of witchcraft. During second degree work, initiates explore within themselves as well as without.  Often second-degree initiates find challenges in dealing with their shadow selves, those parts which they’d rather not acknowledge, confront, resolve, nor have others know.

The duties of a second-degree witch include learning to teach magical skills, assisting the leaders of the coven, and learning the process of initiation to first or second degree.[9]  The teaching requirement of second degree does not send our initiates out in search of converts; the Wicca do not proselytize. A second-degree initiate may have personal or family knowledge that interests the coven. For example, a student of eastern European ancestry might give the coven a class on traditional techniques and designs for dying pysanky, Slavic Easter eggs. Another may pursue research into home-brewing methods for making ritual ales or wines or meads, and share successful recipes in ritual. A working geologist may introduce the group to practical uses of natural minerals, including how to find the crystal that works—in contrast to the one that just looks pretty.

Psyanky eggs

A second-degree practitioner may be given responsibilities beyond that of every coven member. A woman might be named “maiden” of the coven, often considered a deputy high priestess. Similarly, a man might be appointed “guardian” or “summoner” or asked to understudy the role of the high priest. Such understudy roles match the custom of the “maiden coven,” where its coven leaders are second-degree initiates growing into fully-fledged coven leaders under the guidance of their parent coven.

Underworld journeying, shamanic studies, divinatory methods beyond any yet used, Craft history, the second degree calls the witch to live the Wiccan path as much as study it. Inevitably, bumps and bruises, missteps and mistakes occur along the way. Often, coven leaders are called upon to assist with mistakes, correct missteps, cluck over the bumps, and salve the bruises… or not, as seems good to them. Sometimes a coven leader’s hardest task is to allow the error to occur, and wait until asked for assistance before deciding whether to act or to let be, to speak or to keep silent.

During second-degree studies, practitioners determine or discover any Craft specialties. They may have healing talent, and learn ways to use it within Craft as well as without. They may find they develop undiscovered psychic skills, or even the ability to teach them. A second-degree witch may choose a wider audience, presenting open rituals for the local pagan community, offering classes in herbs, stones, divination, or dance. Nothing in the tradition forbids such public teaching, and nothing in the tradition demands it.

Second degree also requires practitioners to step out of their comfort zone, another form of journeying. They may be adept at tarot but ignorant of astrology, talented at rhymed spells but unable to keep a steady beat on drum or rattle. Learning unfamiliar skills, stretching into tasks and techniques that are unfamiliar or outright alien, these challenges broaden practitioners while adding more tools to their witchy toolbox.

Unlike the first degree, once one has progressed to the second degree, one is expected to work to achieve the third degree. First degrees are practitioners, plain and simple, with but responsibility to their gods, their coven, and themselves.  Second degree engenders a deeper change, imbuing a sense of having begun something which is less than complete… and an awareness of challenges to come.

Master

In the guild system, once a panel of masters in one’s own guild adjudged one’s submitted master work piece(s) as being of the standard expected of a master in that guild, then one became a master. To give an example, journeymen knitters in one 14th century European guild presented three items to be judged of master-work quality: a man’s shirt, a hat, and a carpet.

Alex and Maxine via Stewart Photo 2

(Alex Sanders with Tarot cards)

The third degree

One’s training in any degree truly begins when the ritual initiating or elevating one to that degree is complete.[10] Thus, Gerald Gardner was taught the secrets of the Craft only after his initiation. Similarly, once a candidate is brought to second or third degree, a period of further learning follows, no matter how well-prepared and how apt the candidate may be. At the same time, every BTW coven is autonomous—independent, a law unto itself. This autonomy means that the newly minted third degree witch—theoretically—springs forth fully formed with lore and wisdom at the ready. In practice, any new coven leader consults with her mentors while “finding her feet.”

Once the ritual that creates a third-degree witch is complete, that witch may move into leadership of her coven. She may remain in a supportive role to her coven leaders; for instance, she may be especially skilled in a magical ability, and talented in the teaching of it. In the mobile population and fluctuating job market of our modern society, she may find herself relocated from a region thick with BTW covens to one with but one or two across three states… or none. In such a case, any third-degree witch can found a coven from scratch, a time-consuming labor of love. Equally, she may simply work as “a witch alone” for a time.

By the same token, a witch may be head of the only BTW coven—as far as anyone knows—within several hundred miles, or encounter life-altering circumstances that put her in the midst of a metropolitan region where every second coven among a baker’s dozen is BTW. She might choose, in such a case, to join an existing coven… or even an elder’s coven, a rarity that occasionally blossoms.

All Wiccan covens are led by a third-degree priestess,[11] called in BTW the High Priestess, and assisted by the priest of her choosing, usually also third degree, the High Priest. As with guilds and mastery, achieving the third degree moves a witch into some kind of a leadership role. Because covens are led by thirds, a new third-degree witch may step in to lead an existing coven, or “hive off” from the parent coven to form a new one.

Some of the lore and practice of the higher degrees are unsuited to less-experienced witches. For this reason, written, oral, and ritual practices are usually passed by coven leaders to first, second, and third degrees separately, most often individually. For example, a new initiate may never have experienced the intense combination of spiritual and physical energies that often occur during a magical working in coven. Thus, coven leaders must ensure that when initiates do encounter such, they recover successfully with any needed assistance. Further, coven leaders teach their initiates how to recognize and care for their own needs if working magic alone, as well as in coven, a common practice for many witches.

Any elder may choose to share written, oral, and ritual practice with any initiate as it seems needed, so that a first-degree or second-degree coven member might come to have some lore and material usually restricted to a third-degree witch. In an example of my knowledge, when a witch’s sister was stalked and assaulted with emotional wounds to the entire family, that witch consulted her coven leaders.

Those coven leaders chose to summon arcane aid to back up the mundane legal actions already taken—a restraining order, police charges filed, action for damages, and so on. In an arcane echo of these mundane actions, the coven leaders led a degree-specific circle of the second and third degree members of their coven, which then “bound” and “banished” the perpetrator from doing further injury. And so did that witch come to have written and oral lore—at second degree—which was usually reserved to the third degree.

Conclusion

Such is one of many duties of leadership, to ensure both the continuation and safe practice of our Craft, just as the master in a guild workshop both taught and oversaw safe practice of his craft. The Wicca do not proselytize; however, our elders find that a fair number of individuals seek out the Wicca hoping to learn magic, join a coven, work love spells, gain power, break hexes, acquire status, and so on.

A very few of those seekers discover that the more they learn about British Traditional Wicca, the greater the sense of coming home, of returning to a spirituality and deities they never knew they missed. And some of us find the teachers who “fit” for us happen to be of the Wicca… which is how my own journey into the Craft grew from chance meetings into my own initiation, and thence to hiving off and founding my own coven. A saying among us encapsulates this progression: “May the Gods preserve the Craft!”

[1]   http://www.a-london-tourist-guide.com/medieval-guilds.html

[2]   Apprenticeships often included fostering; apprentices were housed and fed and clothed by their contracted master, living as a part of his extended family. I do not discuss this aspect of the master-apprentice relationship here, except to note that it existed—its relevance to Wicca is that a coven leader’s role often seems quasi-parental.

[3]   The Meaning of Witchcraft, Gerald B. Gardner, 1959

[4]   Wicca is often called an experiential religion for this reason—it is not about believing, it’s about doing, experiencing, and dealing with the result.

[5]   Historically, the four cross-quarter sabbats or “fire festivals” of Candlemas, Beltane, Lammas, and Samhain or Hallowmas were the Wiccan large events; the solstices & equinoxes were celebrated at the closest full moon circle or esbat. A particularly successful Yule ritual in the late 1950s in Gardner’s coven led to the coven asking to celebrate the solar quarters as separate sabbats.

[6]   For simplicity’s sake, I write as though no one ever catches the flu or has an auto accident or a close relative die.

[7]   The phrase “a year and a day” describes one full year counted inclusively‚ a term used in mathematics but most often applied to the calendar. Example: one full week, counted inclusively, is 8 days Sunday through Sunday. The same effect arises in music, where an octave (meaning eight) higher is seven half-tones up from the original pitch.

[8]   http://en.wikipedia.org/wiki/Journeyman

[9]   At second degree, most North American initiates have the ability—but not the authority—to initiate another person into the Wicca; that authority remains with the third-degree coven leaders, who may appoint a working pair of second degrees to lead what is sometimes called a maiden coven. Initiations into such a maiden coven are performed by the second-degree leaders… whose authority to perform the initiations are granted by their elder third degrees. In contrast, some European BTW covens are led by second-degree initiates; the third degree being viewed as almost a spiritual retirement, or one undertaken by a working partnership together to complete the hieros gamos.

[10] Between the two largest segments of initiatory Wicca, Gardnerian and Alexandrian, it has been said that Gardnerians initiate and then train to that level, different from Alexandrians, who train to a level and then initiate to match. These two methods represent the ends of a spectrum along which any coven may operate—if true in practice at one time, that practice has altered in most locations.

[11] In the commonest North American practice, many third-degree witches are coven leaders.  In other parts of the world, both second and third-degree witches are coven leaders, and as noted before, British and European covens are often led by second-degree practitioners. In either system, third-degree coven leaders become autonomous and independent.

 

Other references:

image of  ‘Medieval Guilds’

‘High Magic’s Aid’

Yule photo, Morgana 2014

Psyanky eggs

Photo Alex Sanders with Tarot cards
This article originally appeared in Patheos, under the title:
Degrees, Guilds, and Initiation Into the Wicca,
November 4, 2014

Published with permission by Deb Snavely.

Geplaatst in English articles | Getagged , , , , | Reacties uitgeschakeld voor The Guild Structure of British Traditional Wicca

Volle maan van de Overstroming 2015

de Wijde Aa, een grote plas

Imbolc 24 januari 2016

Imbolc is van oudsher een ploeg- en zaaifeest. De ploeg werd gezien als een bezield wezen waaraan geofferd werd. Met de ploeg werd de eerste voor geploegd, een diepe wond die aangebracht werd in de Godin, Moeder Aarde. De eerste voor werd altijd om het dorp aangebracht en was een heilige plek die je niet overstak. Het snijden in het lichaam van moeder aarde werd gezien als een ingreep die enorme krachten losmaakte. Deze krachten verdreven alles wat zich daar op het etherisch vlak bevond en als zodanig was het een reinigende handeling. Na de feesten die hiermee gepaard gingen werden de akkers geploegd. Nu kon de hemelgod moeder Aarde bevruchten met zijn zaad en water. Het ploegen nam enkele weken in beslag… dat is heel wat anders dan vandaag de dag.

In het boek ‘De acht jaarfeesten’ van Joke en Ko Lankester staat een mooie koppeling met oude en nieuwe inzichten:”Toch gaan ook binnen de wetenschap steeds meer stemmen op dat het magisch wereldbeeld, dat tot de vorige (1800-1900) eeuw overheersend was, niet louter op fantasie en onwetendheid berust. Zolang de wetenschap rekende met ondeelbare atomen werd magie als bijgeloof afgedaan. Sinds de kwantumfysica de atomen herleid heeft tot vormen van energie wordt de magie ook binnen de wetenschap serieus genomen als een methode, en waarschijnlijk een heel effectieve, om deze energie te beïnvloeden.”

Al met al is februari van oudsher een maand om te reinigen. De naam van de maand is zelfs afgeleid van februare, een Sabijns leenwoord dat ‘ritueel reinigen’ betekent. Reinigen op alle vlakken, van de woning tot je eigen lijf en leden, de woning van je geest. En de reiniging van de geest zelf, het loslaten van belemmerende patronen en gedachten… de wortels van ons handelen. Genoeg te doen dus in februari!

En wat eerst als ramp beschouwd werd, blijkt op den duur nu juist de handeling/gebeurtenis te zijn geweest die je vooruit hielp. De overstroming die de landgodin Boann veroorzaakte door haar ongeduld bleek achteraf een brenger van vruchtbaarheid.

Imbolc valt dit jaar vroeg, in januari al! En als ik mijn bespiegeling van vorig jaar doorlees dan zijn er veel overeenkomsten! Vorig jaar was het een lauwe winter en dit jaar schiet het ook niet op. In december stonden de narcissen al in bloei! Er is een paar dagen ijzel geweest, maar dat is het dan ook. De voorjaarsbloeiers staan al tijden te bloeien en de eerste citroenvlinders heb ik in december reeds hun voorjaarsrondje zien maken! Naar verluid zijn de nachtegalen alweer op hun stek, terwijl half april een gewone tijd is. Volgens sommigen zijn ze niet eens weggeweest en de hele winter door te horen geweest!

En net als vorig jaar loopt het grote eiland voor onze kust weer behoorlijk onder water! In Schotland proberen de mensen uit alle macht hun huizen droog te houden 🙁 Mij hoor je niet klagen met onze warme winters.

Vanochtend, net als vorig jaar, wezen knotten en gister een heerlijke boswandeling gemaakt en overstelpt met Rode Bekerzwammen….vorig jaar één kunnen spotten. Dat is een mooie ontwikkeling!

En de pijn in mijn nek en schouders? Vorig jaar liep ik daar nog flink mee te klooien. De vooruitzichten, de toekomst, wel of geen werk… het drukte zwaar op me. Ik ben nu op de plek in de tijd waar ik voor vreesde 🙂 En het is net als een donker bos… als je er naar kijkt, dan is het beangstigend. Wat kan er allemaal in dat bos zitten? Wat kan er mij allemaal gebeuren in dat bos? Wie komt mij redden als mij daar iets overkomt? Zo, is het ook met de toekomst. Er tegenaan kijken is vaak zwaarder dan er zijn.

De overdaad aan bekerzwammen doet mij goed… vooral als ik ze als symbool bezie! De bekers van overvloed, van kelk van het vrouwelijke, de bokalen (emoties/zielenleven) van de tarot!

Manlief heeft nog steeds geen werk en zijn WW is afgelopen… en een vervolguitkering hebben we besloten niet aan te vragen! Geen bemoeienis van uitkeringsinstanties – we gaan onze eigen boontjes doppen en we gaan wel zien hoe donker het bos zal zijn.

Mijn nek en schouders zijn zachter dan vorig jaar om deze tijd! Ik ben in mei een opleiding tot Vital Life Coach begonnen, bij de Academie voor holistisch coachen. Een opleiding die zich richt op voeding, bewegen en mind-setting. Heerlijk om weer in de schoolbanken te zitten! Het zorgt voor een blik vooruit en groei! Dat in tegenstelling tot angst en verlamming wat me eerst vastzette, in lijf en leden.

Imbolc, een tijd van oude patronen loslaten, durven te vallen en gaan voor hetgeen ligt te wachten op ontluiken. 2016, een jaar van verrassingen en vertrouwen in mezelf en mijn toekomst.

Het bos waar Loes wandelt

2015, Volle maan van de Overstroming, 4 februari

Thema: “Welk oud patroon is zo gewoon geworden dat je het niet meer ziet?”

Indiaans sjamanisme: “Zij die de wijsheid bewaart”

Februari: “Weg van de Overgave, durf te vallen”

Iedere maand heeft, net als iedere maan, een thema… de grote cyclus van het jaar! Deze maan vraagt mij om te kijken naar een oud patroon. Een trekje van mezelf dat ik als eigen beschouw. En waar ik ondertussen blind voor ben geworden… maar wel z’n viool speelt op de achtergrond! En nu vraagt de maand Februari of ik dit eens effe los wil laten, me over wil geven aan… vertrouwen!

Februari is de maand dat alles nog dood lijkt, maar diep in de koude donkere grond roert zich het leven al. De dagen lengen en de zon krijgt zoetjes aan meer kracht.

Op 4 februari heb ik ook weer de eerste Facebook-werkgroep opgestart voor een grote opdracht voor mijn stichting. Met 25 mensen gaan we in juli weer aan de slag en daar is natuurlijk een tijdje voorbereiding voor nodig. Dus ook hier is het gedaan met de winterrust.

De kraanvogel is het krachtdier van deze maan. De vogel van geduld en balans. Net als de ooievaar kunnen zij tijden op één poot staan. Dan moet je werkelijk in balans zijn. Mooi is dat ik van mijn fysiotherapeut een oefening heb gekregen voor de pijn in mijn rechterwreef. Ik moet op één been gaan staan en dit zolang mogelijk volhouden. Zo train ik de spieren in mijn voet, die ik te weinig gebruik (steunzolen). En echt, wat is dat moeilijk! Zo ben ik dus bezig om in mijn eigen centrum te komen. Wie weet wat deze oefening mij nog brengt 🙂 Ik loop teveel op mijn hielen en te weinig op mijn voorvoet/tenen. En dat is dan waarschijnlijk weer de oorzaak van mijn hielspoor geweest… en dan is mijn kringetje weer rond.

Maar nu naar mijn wandeling. Ik zie nu pas dat ik een dag te vroeg ben gaan wandelen! Ik ben dinsdag de 3e gaan wandelen, helemaal in de veronderstelling dat ik mooi op tijd was. ’s Maandags had ik mijn vriendin aan de lijn die me vertelde dat haar moeder net een half uurtje geleden was ingeslapen via euthanasie. En dat dat zo mooi tijdens volle maan was gebeurd… nou bijna dan. Samen waren we in de veronderstelling dat het de 3e volle maan was. Maar niets voor niets 🙂

Vanuit mijn werk pak ik direct mijn camera en ga de paden op de lanen in! Het is 17.00 en de zon staat te knallen! Het is weken grijs geweest en deze zonnekracht doet me zó goed. De hele dag verlangde ik al naar dit moment… naar buiten! Het is fris en op de schaduwplekken ligt nog wat sneeuw.

Lucht met oranje wolken

Om de zonsondergang in het bos mee te kunnen maken besluit ik met de auto die kant op te rijden. De auto parkeer ik bij de Wijde Aa, een grote plas aan de rand van de stad. De lage zon kleurt de rietkragen in de verte oranje en de knalblauwe lucht met wattige wolken doet me denken aan een schilderij van Van Ruysdael, de zeventiende-eeuwse schilder. De oude ratelpopulieren pakken met hun toppen de laatste zonnestralen. En als ik onder hen sta en omhoog kijk, vervalt de hoogte en lijken het wel boabab-bomen. Van die bomen die door de goden ondersteboven in de grond zijn gestoken, leuk die oude sagen.

Met mijn neus in de lucht (damn, wat heb ik de zon gemist de afgelopen tijd) draai ik me om en loop de Kolksteeg in, richting Westerveldse Bos. De ganzen vliegen af en aan… mijn totemdier als steenbok (als ik Kenneth Meadows, schrijver van ‘Moeder Aarde astrologie’ mag geloven). En de gans is eigenlijk dagelijks in mijn leven. Als ik de deur uit loop, vliegen er bijna altijd ganzen over. De weilanden en singels hierachter zitten altijd vol ganzen, zomer en winter.

Op de brug naar de woonwijk staat een jonge man in de verte te staren. Eerst liep hij voor me en nu staat hij daar te staan. Door de lage zon in zijn rug en zijn capuchon kan ik zijn gezicht niet zien. Als ik voor hem langs loop zoek ik zijn gezicht op. Hij staat te genieten van het schouwspel, net als ik. “Wat is het mooi he?” Hij beaamt het direct :”Ja, zo mooi!!” Gelukkig zijn er meer mensen die het zien 🙂 Soms vraag ik me weleens af waar iedereen is, als het hier zo mooi is. Het kán zo uitgestorven zijn hier en dat is dan ook weer het mooie aan dit gebiedje.

Even later ben ik bij Boompje en B8. Ik zoek Boompje even op… in de graspol die zijn stoffelijke restje omhuld. Het is stil in hem, nog even en dan zal ook dit er niet meer zijn. Dan kan ik ‘m alleen nog uitmeten in het ritme van de bomenrij, waar hij nu in ontbreekt. B8 de 8e knotwilg in de rij staat met een oranje gloed te stralen. Vorige maan heb ik nog een sneeuwhaas op zijn stam geplakt 🙂 Nu wordt zijn stam alweer verwarmd door de zon. Als ik contact maak krijg ik “Vlug”, ja, het is een vluggertje vandaag… ik loop te stuiteren en heb er best de pas in. Zal hij dat bedoelen? Als we zo een tijdje samen staan te staan… hij op één poot ik op twee, krijg ik “Geest” van ‘m. Grappig is dat als ik bij mijn totemdier de sneeuwgans kijk, mijn oog valt op de volgende zin “De gans is de hoeder van de aarde gebonden, persoonlijke droom. De geest van een gans kan een hoge vlucht nemen en grote afstanden afleggen.” Grappig is dat als ik op “Geest” google ik bij ‘Geestrijke drank’ uitkom en “Wat door vlugheid van geest en gevatheid uitmunt, en daardoor een aangename indruk maakt, tot vrolijkheid stemt.” Dat is grappig 🙂 En bij de Wikipedia “In het algemeen wordt met geest de essentie, het wezenlijke, van iets aangeduid. Het concept dat de dingen niet alleen zijn zoals ze zich aan ons presenteren, maar daarnaast een diepere, wezenlijke kern hebben, is in veel gedachtegoed terug te vinden. In sommige betekenissen is het begrip geest verwant aan het begrip ziel. Daarnaast wordt het begrip in overdrachtelijke zin gebruikt, zonder dat het door een uitgebreide filosofie onderbouwd wordt, bijvoorbeeld in de betekenis van scheppende, drijvende kracht.” Ik denk dat de ‘geest’ die B8 bedoelt (omdat hij samen genoemd wordt met ‘vlug’) richting “De scheppende, bezielende kracht die van buiten af mensen kan inspireren” gaat. En dan valt de ‘geest’ van de sneeuwgans ook op z’n plek. Niks geen spoken maar ‘bezieling’!! Wat bezielt mij 🙂 Ja, dat vraag ik me zelf ook weleens af. Wat zijn de krachten die in mij werken? Mooi is dat de lijsterbes de krachtboom van deze maan is en als ik de tekst van Modron erbij pak en het volgende lees “het is de boom die aangeeft dat er krachten in de Natuur werken die groter zijn dan wij. Met lijsterbes open je je voor de ruwe krachten van storm, bliksem, overstromingen en vulkaanuitbarstingen en leer je hoe het onderbewustzijn (de geest?) werkt. Het onderbewustzijn ligt als een fundament onder het oervrouwelijk principe”. Het dragende, beddinggevende, voedinggevende principe… de aarde die het nieuwe leven in zich draagt. Het staat allemaal op uitbarsten, maar voor nu ligt het nog vredig te slapen in de oerzee van levenswater… de baarmoeder.

Wat mij bezielt? Waarom doe ik wat ik doe?

Mijn drijfveer is grotendeels gericht op ‘gezond’ blijven. Ik heb er eens een dagje over nagedacht. Gisteravond gezond gekookt, gisteravond wezen fitten met mijn dochter, ik ben vanochtend wezen knotten (wilgen knotten) met mijn man en vanmiddag naar de opening geweest van de meewerkplaats van het Greenman Project. En ik heb een fijn gesprek gehad met mijn zoon, die zijn vriendin vanavond verkering gaat vragen 🙂 Dit waren mooie bezigheden om de vragen eens te overdenken. Ik wil graag gezond blijven, ik wil mijn gezin koesteren, ik sta graag in contact met mensen die me inspireren en me jong houden, ik ben graag buiten in de natuur… en dan moet het ook nog makkelijk gaan 🙂 Wat me teveel moeite kost, past me waarschijnlijk niet. Ik loop meestal de makkelijke weg… en tracht zoveel mogelijk te genieten onderweg.

Doch ik weet ook dat ik altijd bedacht ben op ‘voldoende’ te hebben. Mijn valkuil is dat ik soms denk in toekomstige tekorten… maar waarom zal ik nu mezelf belasten met iets wat misschien nooit komt? “De mens lijdt het meest door het lijden dat hij vreest. Doch dat nooit op zal dagen. Zo heeft men meer te dragen, dan God te dragen geeft”. Dus ik tracht alleen zo te handelen dat ik zaken regel die ik nu kan doen, voor later. En de verdere zorgen los te laten… vertrouwen te hebben in hetgeen dat komen gaat. En toch heb ik behoorlijk spanning in de spieren tussen schouders en nek, met andere woorden, ik tors teveel. Ik neem teveel hooi op de schouders enz.

Ondertussen zie ik nu pas de witte tekst op de witte glazen beker waar een witte kaars in zit 😛

“A life filled with wonder is a wonderful life”… en dat staat al een paar weken voor mijn neus 😛 Ik ben weer een dag verder en op de sportschool ben ik net even een beetje te enthousiast geweest….nu pas echt last van m’n nek. Wel weer een mooie gedachte gehad. Ik ga er altijd vanuit dat God in een ieder van ons huist. Dat onze lichamen de tempels zijn waarin hij huist. Dat hij enkel kan ervaren door ons. Dat hij enkel goed en kwaad kan ervaren door ons. Wat is er dan een mooier cadeau aan hem dan ten volste te genieten van het leven. We zijn altijd (als mensheid) bezig het leven te doorgronden. Maar dat weet hij natuurlijk al… hij heeft ons geschapen. Maar wat hij niet kan is genieten van zijn creatie… dat kan hij alleen door ons 🙂 Wij zijn zijn ogen, handen, voeten, oren… en in iedere emotie goddelijk. Laten we ons verwonderen over zoveel schoons om ons heen en het goddelijke voeden met liefde 🙂 “A life filled with wonder is a wonderful life”. Ik denk dat het mijn taak is om God te laten lachen! Grappig, ik heb al jaren een kaart (van een kaartenset) in de kast staan. Deze kaart mocht ik ooit ’trekken’ in het esoterische winkeltje in Zwolle en hij heeft altijd een plekje gehad in huis. Op deze kaart staat “In de hele wereld is er niemand zoals ik! God glimlachte toen ik geboren werd…”

Ondertussen sta ik in mijn verhaal nog steeds bij B8. Na zijn twee boodschappen aan mij, waar ik toch aardig mee bezig ben geweest, stap ik het bos in. Door de bomen heen zie ik de lucht rood kleuren. De dijk ga ik niet meer halen. Daar zijn de vergezichten zo prachtig met zonsondergang. Mijn oog valt op een grote (voor de kleine rode bekerzwam) rode bekerzwam. Wat is er nu een mooier symbool van de Godin, van het vrouwelijke, dan een rode kelk die uit de aarde ontspruit. En dan ook nog een aarde die is ondergelopen, waar ik zompig doorheen loop. Deze kleine zwam is mijn symbool van deze Imbolc. Helemaal alleen staat ze hier. Geen soortgenoten in de buurt en mijn oog (het goddelijke oog 😛 ) valt op haar. Ze wordt opgemerkt en bewonderd. Het is zelfs mogelijk om in de schemering een foto van haar te maken. Zo kan ik haar bij me houden en herinneren.

Kleine rode bekerzwam

De lucht is prachtig! Ik besluit over de dijk mijn weg te vervolgen en de heuvel van de Barden te beklimmen. Gewoonlijk bewaar ik deze klim voor de Volle maan van de Barden… maar de heuvel lokt mij met al die mooie kleuren in de lucht. Aan de voet van de heuvel loop ik eerst naar het water. De kolk waar men vroeger dacht dat er een draak zich schuil hield 🙂 Ja, die oude sagen en verhalen gaan ook over plekken dichtbij. Na een paar mooie plaatjes geschoten te hebben ga ik de heuvel op. Overal in de omgeving is het land onder gelopen en de rode lucht weerspiegelt daar magisch in. Dan krijg ik na verloop van tijd een helder moment. Tegenover de zon zal de maan opkomen! Ik spurt naar de andere kant van de heuvel en net als ik op de top om de bomen heen kijk in de richting vanwaar de maan moet komen, zie ik een zacht oranje plek in de donkere wolken op de horizon. En dan breekt ze de wolken open… heel even maar. Nog geen minuut laat ze zich zien! Ze is gigantisch! Ze gloeit oranje tussen de zwarte wolken. En dan sluit ze de gordijnen weer. Poppetje gezien… kastje dicht! BAM, en ik heb een paar hele gave foto’s van haar kunnen maken! Aan de ene kant van de heuvel de zonsondergang en aan de andere kant de maanopkomst 🙂 Ik kan me geen mooiere viering van Imbolc voorstellen. Het vrouwelijke en het mannelijke laten zich beide in hun mooiste pakje aan me zien, wat een voorstelling.

De maan komt even tevoorschijn tussen de wolken

De hele weg verder laat ze zich niet zien. Ondertussen zijn de kleuren veranderd in 50 kleuren grijs 🙂 Het moment van de dag dat je de kleuren ziet of herinnert, zie je dat het gras groen is of weet je dat het gras groen is. Ik vind dit altijd zo’n magisch moment. Ondertussen is het redelijk glad geworden. En na een flinke doorstapwandeling langs het haventje en het gemaal, loop ik de weg op. Ik zie dat de baas van de schaapjes die hier staan, zijn dieren komt verzorgen. Weer of geen weer, deze man komt altijd even kijken bij zijn schaapjes. Het zijn er maar een paar maar het is zo goed te zien dat iemand echt om z’n dieren geeft. En zo kom ik weer bij mijn auto. De avond is gevallen en ondertussen rammel ik van de honger.

Weer een mooie ervaring rijker schuif ik thuis aan de warme maaltijd.

Als ik nu de Modron-agenda open sla en lees wat er bij ‘Volle maan van de Overstroming’ staat… is het net mijn wandeling die ik teruglees 🙂 En de vraag :”Geef jij je over aan de krachten van de maatschappij of aan de leiding die je ziel je biedt?” Voorlopig zit ik met een hittepit en een sjaal om mijn nek… de maatschappij! Wat is het voor mij toch moeilijk om dat vertrouwen te hebben! Met mijn mond… maar mijn lijf vertelt echt een ander verhaal. Ik heb nog een aardige weg te gaan, shame on me!

Liefs, Loes

De toekomst ziet er niet veel rooskleuriger uit dan een jaar geleden. Eigenlijk, als ik er feitelijk tegenaan kijk, zitten we in een lastig pakket. Wat is het dan dat ik me beter voel dan een jaar geleden? Wat ik het meeste vreesde was de bemoeienis van een uitkerende instantie, het feit dat inwonend kind voor ons zou moeten gaan zorgen omdat zij een betaalde baan heeft… dat, dat gaf mij de meeste kopzorgen. We zouden ons kind vroegtijdig uit het nest moeten werken… niet leuk. Nu is die druk van de ketel en de noodzaak om nog beter voor werk te gaan zorgen is duidelijk. En of het nu wit of zwart is, mij maakt het niets meer uit. Achteraf is dit altijd recht te breien met de aangifte, voorlopig voel ik me weer vrij! Met minder rondkomen is niet erg, zolang we onze gezondheid en elkaar maar hebben. En niemand die ons dwingt besluiten te nemen waar we niet op zitten te wachten.

Ik ben heel benieuwd wat ik volgend jaar kan schrijven!!

Geplaatst in Volle Maan Wandelingen | Getagged , , | Reacties uitgeschakeld voor Volle maan van de Overstroming 2015

Oud nieuws in de verjongingsketel gegooid – Imbolc 2016

Amulet

In december stond in Nature een artikel over een oud object. Samengevat en zonder de slagen om de arm die in de wetenschap essentieel zijn, maar een artikel zonder academische pretentie minder leesbaar maken: het ging om een amulet in de vorm van een zilveren plaatje dat gevouwen en opgerold in een loden omhulsel met versiering van andere metalen had gezeten. Het amulet kwam uit Jerash in Jordanië. Deze stad werd in 749 verwoest door een aardbeving. Pas in de 19de eeuw kwamen er weer mensen wonen. In 2014 groeven Deense archeologen een huis uit 749 op en daarin vonden ze dit amulet, dat dus minstens uit de achtste eeuw dateert.

Al in de oudheid werden magische teksten op papyrus of op dunne plaatjes (lamellae) van goud, zilver of lood geschreven en dan opgevouwen of opgerold. Vaak kunnen dergelijke metalen plaatjes niet opengerold en uitgevouwen worden, omdat ze dan breken. De schrijvers van het artikel hadden echter een manier gevonden om het plaatje te scannen en ‘digitaal te ontvouwen’ en te bestuderen. Er stonden 17 regels op, die leken op een tekst in Arabisch schrift, maar dat niet waren. Daarbij waren er tekens die niet op Arabisch of op enig ander schrift leken, en daarom als magische karakters werden geduid.

Pseudo-Arabisch schrift werd eveneens gebruikt voor magische doeleinden, niet alleen door moslims, maar ook door joden en christenen. Het is onbekend welk geloof de eigenaresse of eigenaar van het amulet aanhing, staat in het artikel in Nature. Teamleidster dr. Rubina Raja zei tegen de Daily Mail dat het amulet mogelijk was gemaakt door een Joodse magiër voor een Arabier. Waarop ze die veronderstelling baseerde, stond er niet bij.

Misschien dacht dr. Raja aan dergelijke cilindervormige amulethouders (hirz), die overal in de islamitische wereld voorkomen. Zeker tot in de jaren ’60 van de vorige eeuw vormden deze een noodzakelijk deel van bruidsschatten in Jemen, waar ze door Joodse zilversmeden werden gemaakt

Beschermtekens

Bij recent onderzoek in de Tower of London ontdekten archeologen tientallen magische tekens die het gebouw en zijn bewoners moesten beschermen tegen blikseminslag, hekserij en andere gevaren. Er was een soort ruitpatroon dat een net voorstelt om demonen te vangen, een zigzag die als dubbele V voor Virgo Virginum (Maagd der Maagden) of andersom als de M van Maria gelezen kon worden, en een wielachtig symbool dat volgens het artikel in de Independent ‘hexfoil’ (hexafoil?) of ’triskele’ wordt genoemd (dat is niet hetzelfde – M), waarin de kennelijk erg rechtlijnige demonen in een cirkel vast zouden komen te zitten. Ook waren er rituele brandplekken in het houtwerk aangebracht, en dierenbotten, stukjes leer en kapotte voorwerpen in een schoorsteen verborgen. De beschermingstekens dateren uit een periode van halverwege de 16de tot begin 18de eeuw.

Oude angst

De zestiende-eeuwse angst voor hekserij was geen volkomen nieuw verschijnsel, maar kwam voort uit veel oudere opvattingen. Historiek besprak het boek Heksenhoer, sterf! Magie, ketterij en hekserij vroeger en nu van Ugo Janssens. Janssens noemt onder meer de Soemerische wetgeving ten aanzien van tovenarij, zoals die was vastgelegd op kleitabletten en een stenen zuil. Als de volgorde van onderwerpen in de recensie overeenkomt met die in het boek, volgt daarop een bespreking van visies op magie in Bijbel en Koran, komen vervolgens verhalen uit de klassieke oudheid aan bod, en springt de auteur dan naar de zestiende eeuw.

Een ander artikel in Historiek besteedde aandacht aan Johannes Wier, die vijfhonderd jaar geleden in Grave werd geboren. In Grave ging dit feit geruisloos voorbij, maar in Tecklenburg in Duitsland (waar hij overleed) was een herdenking georganiseerd.

Wier was een van de weinigen die zich openlijk uitspraken tegen de heksenvervolgingen. Hij geloofde niet in magie, ook niet de magie van de kerk. Hij liet zien dat het amulet dat een pastoor een meisje had omgehangen, zonder gevaar afgenomen kon worden. Toen ze het openmaakten, bleek er alleen een onbeschreven stukje vergeeld papier in te zitten. Volgens Wier waren mensen die zeiden duivelse stemmen te horen en naar heksensabbats te kunnen vliegen, geestesziek. Wier wordt beschouwd als een voorloper op het gebied van psychiatrie en mensenrechten.

Depressie

In december, en opnieuw in januari was bij de VPRO/BOS de driedelige documentaire Sunny Side of Spirit te zien over de omgang met psychische problemen in andere culturen. Zijn psychische problemen overal hetzelfde of komt bijvoorbeeld depressiviteit niet voor in Afrika? Documentairemaakster Sunny Bergman had ooit een West-Afrikaanse vriend die dat laatste beweerde. In Ghana sprak ze met mensen die niet goed wisten hoe ze het woord in hun eigen taal (Ewe) moesten vertalen. Was depressie niet zoiets als heel moe? Of hetzelfde als stress? Ze kenden wel het woord ‘didi’ dat werd vertaald als “je ziel is naar beneden gezakt”.

Op een debatavond in De Balie spraken enkele deskundigen over de documentaire. Er werd gezegd dat depressie wel een westers woord (afgeleid van het Latijnse deprimere = neerdrukken), maar geen typisch westers verschijnsel is. Depressie komt minstens zoveel voor in Afrika, maar het wordt er anders benoemd, bijvoorbeeld als zielsverlies, of een gevolg van hekserij. In het Westen zijn mensen erg bezig met altijd maar gelukkig willen zijn en daardoor is hier disproportioneel veel aandacht voor depressie.

De panelleden maakten duidelijk dat er altijd een culturele component is in hoe we psychiatrische aandoeningen benoemen, classificeren en duiden. Ook de behandelmethoden zijn in verschillende culturen verschillend. In Nederland worden mensen bij een depressie aangespoord professionele hulp te zoeken, over zichzelf na te denken en eventueel medicatie te gebruiken. De familie wordt op afstand gehouden, o.a. door privacyprotocollen. Maar in Ghana vindt men dat iemand zich dan juist niet in zichzelf moet terugtrekken. Iedereen is moreel verplicht zich om anderen te bekommeren, zelfs als die geen familie zijn. Professionele hulp en medicijnen zijn vaak niet voorhanden.

Wintipriesteres Marian Markelo vertelde dat het wintigeloof rituelen kent voor wanneer iemands ziel verzwakt is, om de ziel terug te halen en te versterken zodat de persoon zich weer op een sociale manier kan gaan gedragen. Ondersteuning vanuit de familie is daarbij belangrijk. In genezingsrituelen wordt aandacht besteed aan lichamelijke, spirituele en sociale aspecten. De winticultuur wordt collectivistisch genoemd, maar er is ruimte voor het individu; er is een balans tussen ‘ik’ en ‘wij’.

Voorouders

In de eerste aflevering van de documentaire, die in Ghana was gefilmd, kwam een man voor met problemen die in de voice-over als depressie en alcoholisme werden benoemd. Hij had geen kinderen en ging gebukt onder het stigma dat dat met zich meebracht. Gesprekken met familieleden en kerkbezoek (met zang en dans) hielpen hem wel, maar om de spirituele oorzaak van zijn problemen en een oplossing ervoor te vinden bezocht hij een traditionele genezer. Deze orakelpriester zag dat de man thuis “de familiezetel” had, wat betekende dat hij was gevraagd als dorpshoofd. Omdat hij niet op dat verzoek was ingegaan, waren de voorouders ontstemd. De remedie was dat hij ofwel die taak op zich zou nemen, ofwel de zetel ceremonieel overdragen aan een ander.

Dit trok mijn aandacht omdat ik jaren geleden in het Tijdschrift voor Psychiatrie (waarschijnlijk het themanummer over transculturele psychiatrie, waarvan nu een aantal artikelen online staat – maar niet het stukje dat ik me herinner) iets soortgelijks las. Als ik het me goed herinner ging dat over een vrouw die dromen van slangen en kwade apen had, die ze zelf in verband bracht met “de stoel” die zij had. Navraag bij mensen uit haar culturele gemeenschap leerde dat dat inderdaad iets was waarvan men wist. Er is toen gezorgd dat de vrouw naar haar geboorteplaats terug kon gaan om de stoel (en dus de functie) aan iemand anders over te dragen.

Scepsis

Binnen de context van de candomblé-religie in Brazilië wordt veel menselijk gedrag toegeschreven aan de invloed van orixa’s: geesten of goden die bezit kunnen nemen van de mensen. Dit kwam aan bod in de derde aflevering van Sunny Side of Spirit. Mentale problemen worden behandeld met medicijnen en psychotherapie, maar soms is dat niet genoeg en dan gaat men naar een candomblé-tempel om de spirituele kant van de zaak aan te pakken. Daar kan men zien welke orixa iemand heeft, en weet men wat er in dat geval gedaan moet worden. Een probleem kan zo een wegwijzer naar de candomblé zijn, naar een andere manier van leven.

De orixa van Sunny was Oxóssi, de jager, dat was iedereen in één oogopslag duidelijk. Dat betekende dat ze van het bos hield, heel vrij was en haar eigen gang ging. “Dus ik ben deze zwarte man?” vroeg ze bij een beeldje van de jagergod. “Je geest, niet jij,” corrigeerde haar gids/tolk. Hoewel ze oprecht geïnteresseerd was, liep Sunny (tot grote frustratie van haar tolk) bij het willen begrijpen van de spirituele wereld op tegen de grenzen van haar rationele referentiekader. Candomblé-onderzoeker Mattijs van de Port kampte met een verwant probleem, vertelde hij in De Balie: “Ik maak dingen mee die ik niet goed in mijn wereldbeeld kan onderbrengen, en dus laat ik ze maar een beetje daar staan, want als ik dat toelaat dan moet ik mijn hele wereldbeeld overhoop gooien en ik weet dat dat bijvoorbeeld op de universiteit niet gewaardeerd wordt.”

In Thailand (tweede aflevering) liep Sunny mee in een lange en massale processie of pelgrimstocht waarbij de godin Mazu (‘moeder-voorouder’) in een behoorlijk tempo in een draagstoel werd rondgedragen. Sunny had moeite met de gedachte dat de route, die niet bij voorbaat vast lag maar via GPS was te volgen, werd bepaald door de godin. “Mijn scepsis staat me niet toe om echt te geloven dat het beeldje Mazu in de draagstoel de stoet leidt. Het zijn toch gewoon de dragers…”

Voodoo

Van Afrika bezuiden de Sahara tot in het Midden-Oosten zijn honderden ‘culten’, legde prof. Joop de Jong in het Balie-debat uit, die sterk op elkaar lijken. Door de slavenhandel zijn deze Afrikaanse religies ook in de Amerika’s beland, waar ze zich vermengden met plaatselijke religies en vaak ook het katholicisme van de machthebbers. In Brazilië ontstonden zo candomblé en umbanda, op Cuba santería, in Suriname winti, op de Antillen brua en op Haïti vodou.

Haïti was al langer een arm land, maar na de aardbeving van 2010 was de toestand rampzalig. Wereldwijd zijn toen hulpacties gestart om het land er weer bovenop te helpen. Inmiddels raakt het geld op, schreef Trouw begin januari. Voodoo (ik volg hier de spelling van Trouw) moet nu in de wederopbouw een belangrijke rol gaan spelen. Tot voor kort was voodoo vooral de religie van het volk en wilden de machthebbers officieel niet met die ‘duivelse’ zaken worden geassocieerd. Maar nu heeft de president houngan (voodoopriester) Erol Josué benoemd tot directeur van een belangrijke organisatie, het Nationaal Bureau voor Volkenkunde. Dit lijkt te wijzen op een ommekeer in de mentaliteit. “Voodoo moet Haïti redden” kopte Trouw.

Maar de Verenigde Staten hebben op Haïti een geschiedenis van bezetting en interventie en ook nu komen de meeste hulporganisaties uit de VS. Amerikaanse hulpverleners zijn overwegend evangelische christenen, die fel gekampt zijn tegen voodoo. Volgens de voodoo kun je prima in voodoo geloven en naar de christelijke kerk gaan, maar volgens de pinkstergemeenten gaat dat niet samen. Veel Haïtianen voelen zich nu gedwongen “de duivel af te zweren” in de hoop op financiële ondersteuning. Maar daarmee raken ze in een identiteitscrisis, zegt Erol Josué, want voodoo ligt aan de basis van de onafhankelijkheid van Haïti en hoort dus bij het Haïtiaan-zijn.

De Haïtiaanse onafhankelijkheidsstrijd van Frankrijk en de bevrijding van de slaven werd in 1791 ingezet met een voodooritueel in het heilige woud Bois Caïman. De Nederlandse kinderboekenschrijver en psycholoog Richard Meijer heeft persoonlijk contact met houngan Raymond Zaza, oprichter en beheerder van een monument ter herinnering aan dat ritueel. Het monument is verwoest, en door de hongersnood en droogte is er geen geld om het te herstellen. Bovendien is houngan Zaza ernstig ziek. Hulp via de website Help Zaza blijft welkom.

Zuïsme

Op IJsland houden ze ook niet erg van een opgedrongen christendom. Hoewel ongeveer de helft van de bevolking zich christen noemt, hangen de meeste mensen geen ‘traditionele christelijke opvattingen’ aan. Dit bleek uit een onderzoek van de IJslandse humanistische organisatie Siðmennt. In de Lutherse staatskerk zijn homohuwelijken sinds 2010 mogelijk en in oktober vorig jaar heeft de bisschop van IJsland, Agnes M. Sigurðardóttir, gezegd dat hierover in de kerk geen controverse was en dat het evangelie mededogen en liefde predikte. Dit leek te betekenen dat priesters niet mogen weigeren een homohuwelijk te sluiten.

Wel is het zo dat op IJsland ieders geloofsovertuiging wordt geregistreerd. Er gaat dan automatisch een deel van de belasting die iemand betaalt naar de desbetreffende religieuze organisatie. Zo’n 80% van de bevolking staat ingeschreven bij de Lutherse staatskerk. Ongeveer 5% bij de Asatrú. Het deel van de belasting van mensen die nergens staan ingeschreven, gaat naar de staat.

IJsland met de Z van Zuïsme (afbeelding van Zuism á Íslandi op Facebook)

Als protest hiertegen is vanuit de IJslandse Piratenpartij de oude Sumerische religie van het zuïsme nieuw leven ingeroepen. Het zuïsme stond al sinds 2013 in de lijst van religieuze organisaties, maar dreigde te worden geschrapt als registratiemogelijkheid wegens inactiviteit. Daarop stroomden echter de aanmeldingen binnen en had het zuïsme binnen twee weken ruim drieduizend aanhangers, bijna 1% van de IJslandse bevolking. De beoefening van het zuïsme lijkt vooral te bestaan uit het zingen van Sumerische poëzie en de gedachte dat de goden zich de afgelopen vijfduizend jaar niet met andermans zaken hebben bemoeid, en daar ook nu geen belangstelling voor hebben.

Op hun website bepleiten de zuïsten “freedom of religion, and from religion” voor iedereen. Hun voornaamste doel is de scheiding van kerk en staat. Ze willen dat geloofsovertuigingen niet meer worden geregistreerd en dat financiële of andere bevoorrechting van religie wordt afgeschaft. De religieuze belasting die het zuïsme ontvangt, willen ze terugbetalen aan de leden. Volgens sommige mensen zou het zuïsme niet onder die belastingregeling mogen vallen omdat het “geen echte religie” is, maar een protestbeweging en een manier om belastinggeld terug te krijgen, maar dat werpt lastige vragen op: wanneer is iets een echte religie, hoe zou je de echtheid van iemands geloof kunnen controleren? De organisatie belooft zichzelf op te heffen als de doelstellingen zijn verwezenlijkt.

De Vantrú, waarvan de naam doet vermoeden dat ze de Vanir vereren, zijn, afgaand op wat ik van hun Facebookpagina kan begrijpen, ondubbelzinnige atheïsten.

Vertaalfout?

Hoe controversieel zou op IJsland de theorie van Prof. Ziony Zevit zijn? Deze religiewetenschapper stelt dat in het bijbelverhaal over de schepping van de mensen een vertaalfout zit. God zou Eva niet uit een rib van Adam hebben geschapen, maar uit diens penis, of preciezer gezegd een bot uit de penis, schreef de Mirror in december. Het verhaal zou een mythische verklaring zijn voor het feit dat de mens, anders dan tal van andere zoogdieren (waaronder primaten als de gorilla en chimpansee), geen penisbot heeft.

De Mirror liet lezers stemmen over de meest aannemelijke vertaling

Anderen hebben de rib van Adam in verband gebracht met een Sumerisch verhaal over Enki, die acht planten had opgegeten en daarom werd vervloekt door de godin Ninhursag, die die planten had geschapen. Om de vloek weer op te laten heffen moest Enki opsommen welk lichaamsdeel pijn deed, waarop Ninhursag een godheid schiep die de pijn kon wegnemen. Voor de pijn in zijn rib werd de godin Ninti geschapen. Het woord ti in spijkerschrift betekent ‘leven’ en met het teken voor ‘vlees’ erbij betekent het ‘rib’. Ninti is dus de Vrouwe van de Rib of de Vrouwe van het Leven. De naam Eva uit het bijbelverhaal betekent ‘leven’.

Vertaling?

Net zoals het graf van Alexander de Grote vroeger zowat elke komkommertijd wel ergens zou zijn gevonden, is in de loop der jaren heel wat keren verkondigd dat iemand erin was geslaagd de schijf van Phaistos te ontcijferen. Op den duur houd je het niet meer bij. In december berichtte de Greek Reporter dat dr. Gareth Owens nu toch echt de sleutel in handen zei te hebben.

Zilveren hangertje in de vorm van de raadselachtige Schijf van Phaistos

De Schijf van Phaistos is een aardewerken schijf van ongeveer 16 cm doorsnee, aan beide zijden voorzien van een spiraal van gestempelde pictogrammen. De schijf werd in 1908 door een Italiaanse archeoloog gevonden bij opgravingen van het Minoïsche paleis van Phaistos op Kreta, en zou dateren uit de 17de eeuw v.C. Over het algemeen wordt aangenomen dat de tekens een tekst vormen, die van buiten naar binnen loopt. Er is ook een theorie dat het een bordspel zou zijn geweest, en er zijn mensen die denken dat het hele object nep is.

Gareth Owens bestudeert de schijf al lange tijd. Hij denkt dat het om een echte tekst gaat, en is tot de conclusie gekomen dat het een hymne aan de godin Astarte is. Dit nieuws was niet zo formidabel als het leek. Vorig jaar was het grote nieuws dat het een gebed tot de Moeder zou zijn, waarmee de Minoïsche moedergodin van de vruchtbaarheid zou zijn bedoeld. Nu heeft Owens zijn interpretatie lichtjes gewijzigd: het gaat niet om een “zwangere moeder” maar om een “zwangere godin”, te weten de liefdesgodin Astarte. Of de tekst aan de ene kant is gericht tot de moedergodin en aan de andere kant tot Astarte. Ik word niet helemaal wijs uit de berichtgeving. Er is in elk geval geen sprake van dat hij de hele schijf zou kunnen lezen.

Mystificatie

Misschien is de Phaistosschijf een vervalsing, misschien ook niet. De oeroude Keltische volksverhalen die James Macpherson halverwege de achttiende eeuw zou hebben opgetekend uit de mond van Schotse plattelandsbewoners en vertaald uit een oud manuscript in het Gaelic, waren zonder twijfel een mystificatie. Rond 1900 was iedereen het er wel over eens dat Macpherson in de Highlands “hooguit wat volksliederen had genoteerd, die hij vervolgens had aangevuld met verhalen uit de Ierse literatuur. En met wat hij uit zijn rijk gevulde duim kon zuigen,” schreef Herman Clerinx in Geschiedenis Magazine (nov./dec. 2015).

Maar lang voor het zover was, had het boek The Works of Ossian, the Son of Fingal een ware Keltenhausse ontketend in heel Europa. De In de tijd van het classicisme ervoer men het als een verademing dat kennelijk de Grieken en Romeinen niet de enigen waren die tot zoiets beschaafds als poëzie in staat waren geweest. Volgens een gezaghebbende geleerde uit die tijd was het werk van de bard Ossian nog beter dan dat van Homerus.

De gedachte dat waardevolle oude poëzie bewaard was gebleven in orale volkstradities, gaf een aanzet tot het opschrijven en bestuderen van volksverhalen en –gebruiken (zoals bijvoorbeeld de gebroeders Grimm deden), en daarmee ook aan de beweging van de Romantiek. Clerinx vindt het jammer dat Ossian in vergetelheid is geraakt nadat bekend werd dat Macphersons boek een mystificatie was. Het boek heeft immers een grote invloed gehad op de geschiedenis en cultuur van Europa.

Sprookjes

Behalve met vervalsingen en mystificaties hebben oudheidkundigen nogal eens te maken met ‘goropiseren’, schreef Jona Lendering in zijn blog Mainzer Beobachter. Goropiseren is het verklaren van woorden of namen aan de hand van zelfbedachte etymologieën. Dat gebeurt vrij veel, maar is natuurlijk niet wetenschappelijk. Het Romeinenmuseum in Xanten (Duitsland) is daarom voorzichtiger geworden met het gelijkstellen van de godin Hludana, die op een votiefsteen wordt genoemd, met Vrouw Holle.

Dat is begrijpelijk, maar wel jammer, want het was zo’n mooi verhaal: Vrouw Holle, bekend uit de sprookjes van Grimm, en als ‘Holda striga’ (de heks Holda) uit middeleeuwse teksten, die uiteindelijk zou teruggaan op een Keltisch-Germaanse weergodin. “Ik sluit niet uit dat het klopt, maar het bewijsmateriaal is erg dun”, schrijft Lendering.

Debatten over de oer-herkomst van volkssprookjes gaan ondertussen volop door. Half januari schreef BBC News over een onderzoek waarbij methoden uit de erfelijkheidsleer waren toegepast op sprookjes. “Dit maakt het mogelijk, het verleden te reconstrueren als er geen tastbare bewijzen zijn.” Door dit te combineren met ideeën over taalverwantschappen en een vergelijking van volksverhalen uit verschillende culturen, kwamen de onderzoekers tot de conclusie dat veel sprookjes duizenden jaren oud moesten zijn. Niet slechts een paar eeuwen oud, zoals meestal werd gedacht.

Repelsteeltje-achtige verhalen gaan volgens de onderzoekers terug op een oerversie van zo’n 4000 jaar oud, en verhalen over een smid die zijn ziel in ruil voor bovennatuurlijke vermogens aan de Dood of een of andere duivel verkoopt, op een verhaal van ongeveer 6000 jaar geleden uit het gebied ten noorden van de Zwarte Zee.

Antropoloog Jamie Tehrani, een van de onderzoekers, is al langer met dit onderwerp bezig. In 2013 onderzocht hij onder meer de verwantschap van de Europese sprookjes van Roodkapje en de wolf en de zeven geitjes met een Oostaziatisch sprookje over de tijger-grootmoeder.

Pannekoek

Dat verzonnen tradities soms gewoon leuk kunnen zijn, bleek in Rotterdam en Groningen, waar op 29 november het feest van Sint Pannekoek werd gevierd. Deze feestdag werd voor het eerst genoemd in 1986 in Jan, Jans en de Kinderen. In een aflevering van die strip had Catootje geen zin in boontjes en verzon opa dat het een oude traditie was om op 29 november pannekoeken (toen nog zonder tussen-n) te bakken. Daarbij hoorde het hele gezin de kostwinner bij thuiskomst te verwelkomen met de woorden “Een vrolijke en gezegende Sint Pannekoek!” waarbij iedereen een pannekoek op het hoofd draagt.

Studenten zijn ooit begonnen hier een werkelijk bestaande traditie van te maken. Ter gelegenheid van het dertigjarig jubileum van het feest bedacht striptekenaar Jan Kruis de voorgeschiedenis van Sint Pannekoek: De traditie zou in de twaalfde eeuw zijn ontstaan in een klooster aan de Rotte, waar nu Kralingen ligt. De jonge monnik Gerrit legde op zijn verjaardag zijn enige (en warme) pannekoek op het kale hoofd van de oude abt, omdat die zo’n koud hoofd had. Een engel verscheen en wierp een hemelse pannekoek op het hoofd van Gerrit. Uit solidariteit legden de andere monniken hun eigen pannekoeken ook op hun hoofd. Ter herinnering aan dit wonder deelde het klooster op de verjaardag van Gerrit voortaan altijd pannekoeken uit aan de armen. In 1899 werd Gerrit heilig verklaard en heette voortaan Sint Pannekoek. Jan Kruis las het verhaal zelf voor in een videoboodschap die op 29 november werd afgespeeld voor de feestvierders in Rotterdam en Groningen.

De “echte neptraditie” heeft inmiddels verschillende vormen aangenomen. In een kerk in Rotterdam boden vrijwilligers een pannekoekenmaaltijd aan. De opbrengst van de vrijwillige bijdragen die hiervoor werden gevraagd, ging naar een actie van de voedselbank om sinterklaascadeautjes te kopen voor kinderen uit arme gezinnen. Diverse media en websites riepen op tot het opsturen van Sint Pannekoek-selfies.

Geplaatst in Nieuws | Getagged , , , , , , , | 1 reactie