Rituelen voor dreuzels

Vieren dat je kankervrij bent, eindexamen doen, je nieuwe huis in gebruik nemen, terug naar kantoor, je rijbewijs inleveren… Elke grote stap gaat gemakkelijker met de ondersteuning van een passend ritueel.

Maar hoe stapt een dreuzel de drempel over van toen naar straks, als die de ballen verstand heeft van rituelen? Dan schakelt die iemand in die dat wel heeft. De kans bestaat dus dat ook jij een keer gevraagd wordt om met een passend ritueel andermans grote stap te begeleiden.

Ook tante Corrie kan genieten

Elke dreuzel beschikt immers over tenminste één magische kwaliteit: het herkennen van iemand die een ritueel kan begeleiden. Als jij dat kunt staat je naam op het Grote Prikbord en dat schept verplichtingen: iemand moet het doen en jij bent het. Dus komen er vanzelf vragen.

‘Kun jij toevallig ook een huis reinigen? Van eh… Dingen, en zo?’

‘Wil je ons huwelijk voltrekken? Maar dan, eh… nou ja, meer spiritueel?’

En dan natuurlijk de slotvraag: ‘En denk je dat we tante Corrie wel kunnen uitnodigen, die heel gelovig is?’

Ik ben ervan overtuigd dat het mogelijk is om elk ritueel zo vorm te geven dat het betekenisvol en zelf uitvoerbaar is voor de vrager en dat elke tante Corrie ervan kan genieten.

Alledaags ritueel op maat

Wie getraind is in de magische betekenis van de elementen, de exacte werking van elke denkbare kaarskleur, het uitspreken van klassieke rijmende spells, het leggen van de juiste knopen in een koord, dagelijks persoonlijk contact onderhoudt met drie pantheons en een goede chantstem heeft, maakt natuurlijk handig gebruik van die kwaliteiten bij de invulling van een ritueel. Althans: als dat ritueel wordt uitgevoerd met mensen die ook zo’n training hebben gehad. In dat geval is het betekenisvol, veilig en efficiënt om met klassieke kennis en technieken tussen de werelden te stappen.

Maar dat hoeft niet, hè. Een ritueel kan ook heel alledaags zijn. Als je gevraagd wordt door de buren, een nichtje of een oude schoolvriendin om een moment van waarde te creëren, dan komt het erop aan om betekenisvolle handelingen te vinden voor het openen van de poort naar het onderbewuste, de stilte, verbondenheid, het besef dat we allemaal deel uitmaken van een groter geheel, dat in elk mens sluimert. We hoeven deze wereld geen moment te verlaten voor een bijzonder ritueel.

Het leuke is dat we voor een betekenisvol dreuzelritueel nooit kunnen terugvallen op bestaande aanroepingen, formules of standaardhandelingen: je moet het op maat maken voor de vrager en zijn of haar gasten, if any.

Maak het zo simpel mogelijk

Een ritueel, zei Marian Green eens, is een manier om stil te staan bij verandering. Het geeft focus. En hoe ingewikkelder het ritueel is, hoe meer tijd je jezelf gunt om die verandering tot stand te brengen, door te maken en eraan te wennen.

Voor heel ingewikkelde veranderingen zoals moeder of vader worden, sterven of verhuizen, kun je gerust een ritueel van een week pakken, elke avond een stukje. Maar als het kort kan, dan doe je het kort.

Een ritueel, zei Starhawk eens, maak je zo simpel mogelijk. And then you simplify.

Geen ingewikkelde teksten declameren, maar betekenisvolle handelingen uitvoeren en woorden tot een minimum beperken. Liever zingen dan spreken. Uitleg vooraf.

Zowel Marian als Starhawk weten rituelen neer te zetten waar geen enkele gewilde verandering weerstand aan kan bieden.

Dat zit ‘m niet in het kort of lang, maar in het vinden van een goede vertaling van de gewenste wereldse verandering naar een passende rituele handeling.

Voorbeeldritueel: afrekenen met het verleden

Wat passend is, blijkt wel als je spreekt met de persoon die een ritueel vraagt.

Stel: X heeft een gewelddadig huwelijk achter de rug en wil een ritueel om af te rekenen met het verleden. Als dat de formulering is die X gebruikt, laat dan van daaruit je creativiteit de vrije loop naar een mooi ritueel. Associeer er lekker op los, overleg, laat je bijsturen, houd het begrijpelijk. Afrekenen met het verleden… Afrekenen doe je door geld te betalen voor een dienst of een product. Wat kan er symbool staan voor het product ‘verleden’? Moet er een rekening worden aangeboden? Wat moet daar op staan, wat was de waarde van dit deel van het verleden? Wat maakte dat X zich losmaakte van dat verleden? Waarmee betaalt X dat verleden?

Als je doorvraagt zal X je ongetwijfeld dichter bij de rituele antwoorden kunnen brengen.

De waarde van het huwelijk was dat X er het verlangen naar vrijheid en ruimte van kreeg – en uiteindelijk de moed om die vrijheid en ruimte ook te kiezen.

Voor die waarde heeft X betaald met zich klein en onzichtbaar te voelen.
X durfde pas weg uit het huwelijk toen een goede vriendin zei: ‘Jij kunt het makkelijker in je eentje’.

Welke concrete, voelbare vorm zou deze aspecten van ‘afrekenen met het verleden’ kunnen symboliseren?

Kom met wat voorstellen en check of dat aanslaat.
Bijvoorbeeld: X gaat gehurkt (‘Ik voelde me klein’) zitten en krijgt misschien een grote doek over zich heen als versterking van het gevoel ‘onzichtbaar’ te zijn. Na een moment stilte klinkt ‘I will survive’ en alle aanwezigen kunnen het refrein lekker meebrullen tot X er plezier in heeft de doek af te werpen en mee te zingen. Dit is het moment om met een (vooraf met korte uitleg aangekondigd) collectebusje langs te gaan en letterlijk een bijdrage te vragen voor de afrekening met het verleden. Zo dragen de vrienden bij aan dat afrekenen en heeft bovendien X een extraatje om zich opnieuw te installeren in een eigen woonruimte.

Maak het niet te zwaar: X komt niet voor therapie maar voor een ritueel einde aan de shittijd, om een nieuw begin te kunnen maken.

Daarom is het wat over de top om X een paar uur in de touwen te zetten en dan een tientje af te troggelen om de schaar te mogen lenen – al zou het misschien ook best passende symboliek zijn.

Vertaal naar symboliek

Bij de voorbereiding van een ritueel telt alles wat gezegd wordt mee. Elke opmerking kan je op een idee brengen voor een handeling die een voelbare betekenis heeft in het veranderingsproces dat de hoofdpersoon doormaakt.

Komt er een ritueel voor een nieuwe ontwikkeling in het leven van de hoofdpersoon? De een heeft een beeld bij hoe ‘zoiets’ eruitziet. Een klein tafeltje met wat waxinelichtjes, misschien? Dat rekenen we goed. Perfect voor een altaartje en maak er dan voor het gemak 4 waxinelichtjes van (of 5 als je Centrum ook als windrichting telt).

De ander stelt een voorwaarde die je op nieuwe ideeën brengt: ‘Als er maar geen flapperende gordijnen aan te pas komen’. Prima. Maar misschien is het wel mooi als er vanachter een stilhangend gordijn iemand tevoorschijn komt, die de komst van ‘het nieuwe’ symboliseert. En misschien kan die dan, als symbool voor overvloed en succes, een cadeau aanbieden. Of een bonbon.

Een derde roept dat een feestje pas geslaagd is als er lekker eten wordt geserveerd. Mooi! Een bord met piepkleine hapjes misschien, die allemaal symbool staan voor de bijzondere gebeurtenissen die geleid hebben tot dit moment.

Wordt er gevraagd om ondersteuning van een nieuwe stap en het feestvarken is dol op zingen? Doen we! Van elk tweeregelig rijm is een herhaalbaar liedje te maken dat de functie van chant heeft. Alle gasten kunnen meezingen en zo een geluidsnet van vertrouwen weven waarop de hoofdpersoon mag dobberen – en een grote stap zet over een symbolische drempel. Iets praktisch: een stofzuigerslang of zo.

Is het een ritueel voor verbinding en de hoofdpersoon is bang voor het donker? Wat ontroerend dan als die met liefdevolle begeleiding met blinddoek om, met zachte aanrakingen wordt begroet en daarna, tadaaaaaa, het volle licht en blije vrienden te zien krijgt!

Verandering voelbaar maken

Geen enkele opmerking is zinloos, want elke opmerking kan leiden tot een handeling met symbolische waarde. Hoe mooier die vertaling van intentie naar zichtbare en voelbare activiteit is, hoe minder uitleg je erbij nodig hebt. Dat is ook de oorsprong van rituele handelingen: laten zien, laten beleven en meemaken wat er gebeurt op een onzichtbaar niveau van de werkelijkheid. Of de verandering plaatsvindt in de toekomst, in het onderbewuste, in de andere wereld – dat dondert niet: je kunt het hier en nu zichtbaar en voelbaar maken met goedgekozen symboliek. Reken maar dat uitgerekend tante Corrie precies aanvoelt wat er eigenlijk gebeurt. Zij is gewend om de werkelijkheid achter de realiteit te horen.
Och, en de kans bestaat natuurlijk dat je door die symbolische handeling uit te voeren niet alleen je aandacht richt op verandering maar die ook alvast in werking stelt. Daar hoeven we geen uitsluitsel over te geven, ook niet aan tante Corrie. We hebben gewoon een bijzonder feestje waarop nog es iets te beleven valt.

Het belangrijkste onderdeel van een mooi ritueel is misschien nog niet eens de zorgvuldig gekozen vorm ervan zelf, maar de bereidheid van de deelnemers om erbij aanwezig te zijn met alle aandacht. Toewijding. En hebben we niet een hele gereedschapskist vol technieken om dat te manifesteren?


foto © Medeia

Geplaatst in Columns | Getagged | Reacties uitgeschakeld voor Rituelen voor dreuzels

Some thoughts on Skyclad…

In Paganism polarity and duality are often mistaken for the same thing. Essentially, Dualism, as the name suggests, is the categorisation into two opposites, man and woman, good and evil, God and the Devil, body and mind etc. Dualism is potentially divisive and is metaphysically (in the good sense) problematic. For example, if the mind and body are two separate things, then how does the spiritual mind interact with the causally closed body.

Likewise, for Good and Evil or God and the Devil, you have to come down on one side or the other. Dualistic thinking on Good and Evil categorises moral action as either one or the other. However more mature thinking and experience tells us that evil acts can bring beneficial consequences and the road to hell is paved with good intentions.

Polarity on the other hand does not deal with opposites but in wholes. It is about different positions on a spectrum, rather than the categorisation of aspects. Take gender, for example, what counts as male or female is not as clear cut as biology implies. Even biological psychologists see gender as something of a murky grey area related not just to genitalia but also to hormones and brain structure. We know that males generate female hormones and females have male hormones. There are some men who we might consider to be towards the feminine end of the spectrum and some females who are towards the masculine end.

When we get to the social levels of explanations it becomes even more confused. How much of gender is socially constructed? Some gender is obviously cultural, as are the acceptability of freedom for expression of same-sex sexuality; just think of the Greeks compared to fundamentalist Christianity.

Crafte perceives the world through polarity rather than duality, and therefore takes sexuality as a whole and therefore suggests that it is not split into neat little boxes, but rather individual human expression represents points on its range. Your position on that spectrum is likely to vary as you go through life. This means Polarity allows for a fuller range of expression.

Crafte prefers to consider integrals and positions on a spectrum, rather than carving up into categories. Where do you stop and the environment begins? Where is the distinction between your biology and yourself? What is the distinction between a Frenchman and a European? And where does West stop and East begin?

(Adoration’ by Stephen Sinding (1846-1922) Glyptoteket Museum in Copenhagen)

It is true that many of the rites and actions of the Crafte relate to a male/female interaction. For example, cross-gender initiation, cakes and wine, drawing down the moon, the kiss of friendly parting etc. These symbols are expressed in the Crafte. Initiatory Witchcraft has its traditions and these are part of what makes it the Crafte rather than, say, ceremonial magic. There is a discipline in following these traditions and finding meaning in them, rather than picking and mixing what we like, which serves our ego rather than transforming it. There are potentially things in Crafte myth and ritual that you will not like, but by working with them, persevering with them, you find meaning, often hard-won, and experience a mystery you would not have discovered if you just changed it to something you found more palatable.

Remember the Jungian concepts of anima and animus, the contrasexual sides of our psyche. For Jung, these archetypes were the source of creativity within the psyche, but as they are repressed, were hard for the individual to own. Jung reckoned it was better to begin to work with the shadow before attempting to know the anima and animus.

But from a post-Jungian perspective, we need to acknowledge that culture has moved on since Jung’s time and now for many their dark side is harder to face.

It is probably harder and more painful for us in our society of political correctness to work on the shadow. Woke is yet another story.

One way to come to know our anima/animus is through projections onto others. Our partners often receive the projection of these aspects of our psyche, which potentially leads to problems in relationships.

(The “soul” which accrues to ego-consciousness during the opus has a feminine character in the man and a masculine character in a woman. His anima wants to reconcile and unite; her Animus tries to discern and discriminate. (C. G. Jung, CW, Vol 16, par 522)

Another way to come to know this unconscious aspect of ourselves is through our projections onto the Mother Goddess and the Horned God. Consider how you see the Old Ones. How do you experience the character and personality of the Goddess if you are male? And the Horned God if you are female?

This may give you insights into the contra-sexual side of your own psyche, allowing you to take possession of it, rather than letting it lay in your unconscious. Once you start to take ownership you can make conscious use of it, and see the world in a wiser way. But it is important to remember, as with any work, that it is an ongoing process, not a once and for all goal.

There is a line from The Charge of the Goddess which says: “And as a sign that ye be truly free, ye shall be naked in your rites”.

Without a doubt, the most controversial practice in Initiatory Witchcraft is that of ritual nudity or being Skyclad. The term was ‘borrowed’ from Tantric yoga and is practised especially within initiatory traditions such as Gardnerian and Alexandrian Craft, yet it is the first practice to be dropped in Popular Wicca and is labelled as weird and perverted by the media, and even by other pagans. Being skyclad is a controversial and counter-cultural practice, but we do work unclothed.

The reasons for working skyclad can be summed up in three categories, sociological (or social-psychological), psychological and magical. However, the reason most often given argues that this could be construed as a knock to ceremonial magicians who wear robes for their magical rituals, But, if magic power can’t get through clothes, then it is not much of a magical power. Gardner’s explanation also makes the mistake of seeing magical power as something physical, whereas we know it is about altered states of consciousness, authority and emotions, especially those generated by sexuality, numinously experienced.

However, maybe Gardner was right if we say that being skyclad has an effect on our consciousness, or state of mind, which can influence magic as we have seen.

By being naked in circle and sharing ourselves as we are, we are participating in Sacred Sexuality but not Sacred Sex.

In the past, some groups used to perform actual sexual intercourse in what is called the Great Rite in the Gardnerian Third Degree, it was intended to “shock” the Initiate into an ASC. But of late, it is only done in symbolic form. I have spoken out, over the last 40 years, against what I believe to be Sexual Abuse. Now we have other methods to achieve that same end and we must do away with unnecessary, and outdated, techniques. Crafte must adapt, and update.

The feelings associated with the Mystery, initially generated by a skilled high priestess,  flow around the circle from one person to the next. This can only be done if we are happy with ourselves and can participate in the sensuality of the circle. Perhaps this is a better magical reason for working skyclad

The first time the new Witch finds themselves skyclad with others is during their initiation, and looking at Initiation we shall gain some insights into some of the psychological and sociological reasons why witches work skyclad. In most traditions, initiation is seen as a death and a rebirth, so symbolically we enter the circle for the first time as we entered the world, naked and vulnerable.

Nakedness is a massive social taboo in our present culture, fuelled as it is by the media and feelings of bodily insecurity. Certain monotheistic belief systems conflate the state of being unclothed with having physical sexual intercourse; try attending a naturist gathering! An awful lot of our identity is also tied up in the clothes that we wear, which we use to a large degree to represent how we wish to be seen to the world. In one sense they protect our ego and are used to advertise group membership, class, affiliations, status, tastes and other social constructs, c.f. military uniforms.

The Occult has a history of breaking taboos and reversing the so-called natural order of things. This is one of the reasons that the Occult is so feared, and generates little public support. The Crafte is very much in that tradition.

So by breaking one of the most potent of our society’s social taboos, by being naked, the new initiate, like the hero of the mono-myth, is taken out of the ordinary world of social duty and convention and placed into the realm of high adventure.

This mythological act has the psychological effect of creating anxiety which is appropriate to such a significant ritual as well as initiating self-reflection towards personal authenticity.

Bypassing through the fears generated by going against socially constructed constraints the initiate gains insight into themselves and the nature of their reality.

In this sense, for many, going skyclad acts as the archetypal dweller on the threshold, the ordeal which the initiate must pass in order to be deemed worthy of their new exalted status.

All initiation rituals have an element of an ordeal, they are about death, as well as a rebirth.

For football clubs it might be drinking a pint of urine, for Judaism, it is circumcision, for the aborigines, it is the splitting of the penis, and for Crafte it is being naked with people who are not your partner.

According to sociologists and anthropologists, a tradition that has an initiation ritual that is difficult and generates feelings of anxiety creates groups with greater social cohesion.

If initiation is difficult and has to be earned, the status achieved afterwards is valued far much more than if the membership was easily given.

Because our society has such a negative view of the human body, the initiate who places themselves in a position where they are naked, bound and blindfolded is also demonstrating the trust in the coven that is required for them to effectively work their rituals. It is the act of perfect love and perfect trust which in turn places an enormous responsibility on the coven and initiators not to abuse that trust in any way.

It is that trust that makes the coven operational and functional and is essential to the working of magic or experiencing the mysteries. We have to trust our coven fellows completely so that we can let go and have these profound experiences. The coven must be worthy of the trust placed in them.

(And ye shall be naked in your rites… statue in Pisa, Italy. Photo Morgana 2016)

In Initiatory Crafte, Skyclad is practised in pretty much all the coven’s rituals (unless they are outside and likely to be disturbed). Again this is stepping outside society’s norms, sharing ourselves as we truly are. There is a power in stepping outside social authority, in a way it is a taking back of power that has a powerful effect on our psyche, which in turn can be used in our magic.

By taking off our clothes with people who are not normally our sexual partners, we know that something special is going to happen. We are putting ourselves outside of the ordinary and preparing for the extraordinary. When we are skyclad we are sharing ourselves as we truly are with the coven. There are no defences, no masks, no personas and nothing psychologically or physically to hide behind.

This is the essence of sacred sexuality and the flow of feeling about that magic circle.

We share in that flow of feeling, a flow of feeling that can only come from acceptance of ourselves and others, freely expressed.

It is that feeling, that sharing of ourselves, which creates the bonds between the witches that make a coven. This can be terrifying and as such is not for everyone. It is a level of feeling and intimacy that western culture finds frightening. It is challenging and difficult to be ourselves, to let down our defences, to put aside our personas and this is harder for some people than others. As such, working skyclad is the first practice to be dropped in Popular Wicca and sacred sexuality is not far behind it. But then Popular Wicca loses one of its sources of power in sacred sexuality and miss out on the sociological, psychological benefits that working skyclad brings.

There are many reasons why people might find being skyclad difficult.

They may have a poor body image. People are enslaved to feeling bad about themselves by so-called norms held up by the media. They might be fearful of ridicule by other members of the group or be spoken about behind their back.

For such people initiation into the Crafte is potentially an enormous ordeal should they seek it, but the freedom of being accepted for who they are, without comment and with love, is also equally as liberating.

This is also true of those people whose poor body image stems from old age or being overweight. Again the freedom of being accepted as they are can be freedom. There are people of all adult ages, shapes and sizes in the Crafte who practise skyclad and all have improved their body esteem by being with people who accept them as they are. It is about loving yourself, warts and all.

Some people who have suffered from sexual abuse understandably might find the vulnerability of skyclad work very difficult to cope with. If such a person joins a coven, they have made an enormous achievement which is worthy of an enormous amount of respect.

To my mind, there is something very powerful in working naked, something visceral and at the same time mysterious. It connects us somehow to something deep and numinous. It strips away cultural conditioning from our personas leaving something primitive and primary. It may be posited that it affects our magic because it affects our state of consciousness, and magic is the manipulation of meaning in the mind to transform subjective reality, which in itself can alter objective reality.

In the Western Mystery Schools, Ceremonial Magicians are trained to construct a powerful magical persona, their magical personality, so they become the all-powerful magician capable of the deeds of magic required. It usually begins with play-acting, but like all good characters it takes on a life of its own, enough so that it can become a problem for trainee magicians until they can master it.

However the Witch does the opposite, instead of creating a magical character they strip away their personas and social duties until the primal self is left, and that self’s power and potency comes from being connected to the whole.

What if someone wants to join a coven and does not want to work skyclad? Should they expect the coven to change for them? Surely it is unfair for an individual to expect a club to change the rules just for them, and likewise with covens.

Working skyclad is what sociologists would call an inner group marker. It is something the group does that creates the collective identity of a witches coven where participants feel that they are in a group that is doing something that is special. Therefore an individual can’t expect the coven to change its skyclad practises to working robed, or whatever, just for them.

If you decide to join a coven, then you are agreeing to the way they do things.

Before you undertake to join a coven, it is important to think whether you would be able to work skyclad. If you do not think you would be able to do so, then consider why, and if you still don’t think that you could, then do not ask to join. Remember the Crafte is not for everyone, and it is not looking for recruits but does make itself available to the genuine seeker.

It is important to consider how your partner is likely to feel about you being naked with other people. Are you going to tell them about it? What you decide to do is up to you, as long as you remember that as a Witch you have to take responsibility for your own actions. You might decide that you will tell your partner, but what if they react badly to it. It might affect your marriage especially if it is already in decline.

Make sure you are not telling your partner just to ease your guilty conscience because you might not be doing anything to ease their state of mind; that is a cowardly way out. A guilty conscience might be the price you have to pay for initiation. Likewise, are you keeping it secret just to get one over on him or her? Perhaps you enjoy keeping the secret.

None of these things is right or wrong per se, besides it is unrealistic to think that we can always do right. Sometimes we have to be pragmatic and take the lesser of two evils. But do it in the knowledge of what you are doing, and take full responsibility.

Men often find it easier being naked than women do. This is particularly true as it is common in our society for nakedness to be equated with sex. Initiatory Witchcraft, of course, does not equate one with the other. This does seem to be born out in practice with females being much cagier about their involvement with skyclad rituals to their partners than males are to theirs.

Finally, there are some practical matters to consider, for example, what happens if a lady has her period? The answer is that she can wear a pair of plain knickers or a half-slip, in the circle. As for erections in the circle, I have never known that to happen. If it did then I’m sure the High Priestess could find a new use for her athame, or could quieten things down with an apt phrase such as “Thank you, but not just now”.

I have been in the Crafte for a long time and I have worked skyclad all that time, and I can say that there is a definite difference of feeling between a skyclad and a robed ritual. The skyclad ritual feels more connected, visceral and numinous somehow. That being said there are times when it is not appropriate to work skyclad.

It is a matter of common sense. If you are working outside and it is cold, or there are nasty biting insects, or you are likely to be stumbled upon by strangers, then plain clothes are probably best. Explaining why you are naked in the local woods, chanting and carrying ritual knives is not got to make the local constabulary happy.

Working skyclad is something I am used to and is second nature to me, but as always, it’s up to you. I believe that all that I have said can be encapsulated in one short phrase.

DON’T FUCK WITH THE CRAFTE.

References

The term ‘skyclad’ is derived from Indian religions, where the term Digambara literally means ‘sky-clad’. England had close links with India at the time when Wicca first became public in England, so this usage could well have been familiar to English speakers with a knowledge of Far Eastern religions. In particular, Gerald Gardner, who first popularized Wicca in England, was a noted folklorist with an interest in Far Eastern culture who spent much of his adult life in Ceylon and Burma, so it seems very plausible that he could have been familiar with this Hindu term.

https://findwords.info/term/skyclad

Anima / Animus: https://nl.pinterest.com/pin/924504629725730398/

Stephan Sinding, Adoration

 

 

Geplaatst in English articles | Getagged , , , | Reacties uitgeschakeld voor Some thoughts on Skyclad…

Oud nieuws in de verjongingsketel: Monsters en hoopvolle verhalen

In de winter zijn de nachten lang en wordt de aarde bezocht door een stoet van angstaanjagende bovennatuurlijke wezens. Of misschien vormt deze donkere tijd eenvoudig de beste periode en sfeer voor het vertellen van griezelverhalen. In elk geval duiken in de folklore van diverse landen woeste beesten, boze geesten, luidruchtige duivels, griezelige heksen en levende skeletten op; soms vergezeld van een heilige die kennelijk voor een goede afloop moet zorgen, maar soms ook niet.

Boes & Merdules

In Ottana op het Italiaanse eiland Sardinië gaan met carnaval de Boes e Merdules de straat op. Carnaval valt meestal net buiten de periode tussen Samhain en Imbolc waarin de meeste wintermonsters rondspoken, maar deze carnavalsstoet doet zo sterk denken aan de winterse optochten met gehoornde monsters uit noordelijker streken, dat hij daar zonder meer toe gerekend kan worden. De boes torsen een enorme hoeveelheid grote koeienbellen waarmee ze lawaai maken. Ze dragen gehoornde maskers en langharige schapenvachten, maar stellen ossen voor, volgens de culturele vereniging die de optocht organiseert. Hun maskers hebben een geluksster op het voorhoofd en bladeren langs de kaken. De ossen symboliseren de levenskracht.

De merdules dragen ook schapenvachten, maar zijn de koeherders: de mens die de natuurkrachten tracht te bedwingen. De aanvoerder van de herders wordt de gobbeddu genoemd, de gebochelde. Hij draagt een verwrongen, duivels masker. En dan is er nog de filonzana. Zij is gekleed als een oude weduwe met een spintol, die de levensdraad spint – en dreigt af te snijden als men haar niets te drinken aanbiedt! Ook de ossen vragen van tijd tot tijd iets te drinken. Op de laatste zondag van carnaval bieden zij op hun beurt de toeschouwers te drinken aan. Dit mag niet worden geweigerd.

Krampus

Van de diverse wintermonsters raakt Krampus internationaal steeds bekender en populairder. In Nederland wordt in Rotterdam sinds 2013 elk jaar een Krampustocht georganiseerd. Er is goed nagedacht over het ‘verhaal’ van de Rotterdamse Krampus. Want Krampus is van origine Oostenrijks, maar manifestaties van het bovennatuurlijke en verhalen daarover veranderen meestal een beetje als ze zich verplaatsen, aangepast aan de tijd en omgeving en de mensen aan wie ze zich voordoen. Een Rotterdams gezegde luidt: ‘zo oud als de weg naar Kralingen’ (= heel oud) en daarom komt het oeroude wezen Krampus in Rotterdam uit de Kralingse Plas, die vanzelfsprekend nòg ouder is dan de weg.

Krampusloop in Rotterdam, 2021 (foto’s © Phaedrus)

Nuuttipukki; Mari Lwyd

In sommige delen van Finland komen kerstbokken, joulupukki of nuuttipukki genaamd, langs de huizen om voedsel of een andere gift te vragen. Als ze dat niet krijgen, maken ze de kinderen bang en zal de oogst mislukken. In Wales komt Mari Lwyd of de Grijze Merrie, een spookachtige verschijning met een paardenschedel, langs de deuren. Zij houdt een rijmende woordenstrijd met de bewoners, die ermee eindigt dat Mari Lwyd en haar metgezellen worden binnengelaten en versnaperingen krijgen. Dit brengt geluk voor het komende jaar.

Grýla en de kerstkereltjes

IJsland kent een zekere Grýla, volgens sommigen een angstaanjagende heks, volgens anderen een reuzin en volgens weer anderen een trol, met haar echtgenoot Leppalúði. Zij zijn de ouders van de dertien kerstkereltjes, een soort kabouters die in de nachten vanaf 11 december tot kerst allerlei voedsel stelen, maar ook cadeautjes achterlaten in de schoenen die kinderen daartoe bij het raam hebben gezet. Brave kinderen krijgen iets aardigs en stoute kinderen iets in de trant van een rotte ui – als ze geluk hebben, want het kan ook zijn dat Grýla komt en ze meeneemt in de zak om ze op te eten. 

Leppalúði is te lui om een bedreiging te vormen. Grýla’s mannen hebben nooit veel voorgesteld: een eerdere echtgenoot vond zij zo saai dat ze hem maar opat. Maar hun kat is wel weer gevaarlijk. Die is reuze hongerig. Het is zaak om alle borstrokken, truien, sokken en andere handwerken tijdig af te hebben, en ook kleding te geven aan degenen die daar zelf niet voor kunnen zorgen, want als niet iedereen, braaf of niet, met kerst iets nieuws aan heeft, vreet de kerstkat ze op! Met het hele kerstdiner daarbij.

Lussi en zonnebrood

De kat komt in zekere zin ook voor in de Noorse variant van het Sint-Luciafeest. Sint-Lucia, 13 december, werd in de dertiende eeuw als de langste nacht beschouwd, schrijft Maria Kvilhaug. Zij vertelt op haar blog over de heidense voorgangster van Sint-Lucia, Lussi. Lussi, wier naam ‘Licht’ betekent, was de angstaanjagende moeder of koningin van alle spoken en andere bovennatuurlijke wezens. Zij zag er streng op toe dat met Yule al het bakken, brouwen, weven, spinnen en ander werk was gedaan. Zo niet, dan kwam ze met geweld door de schoorsteen naar beneden het huis in, waar de schoorsteen niet altijd bestand tegen bleek. Het belangrijkste was misschien wel dat er lussekatter oftewel Lussikatten-broodjes waren gebakken. 

Luciabroodjes uit Nederland (foto © Erik)

Lussekatter worden net als de Zweedse Luciabroodjes bereid met saffraan, en bij voorkeur gemodelleerd in de vorm van een dubbele spiraal, die het pad van de zon door het jaar symboliseert. In de spiralen worden rozijnen of andere gedroogde vruchtjes gedrukt die kattenogen voorstellen. Kvilhaug suggereert een mogelijk verband tussen de naam van deze broodjes en de godin Freya. Freya’s wagen werd immers getrokken door katten. Ik vraag me af of er een verband zou kunnen zijn tussen de Noorse lussekatter en de Noordhollandse duivekater, die als kenmerkende ingrediënt niet saffraan maar citroen heeft (beide kunnen worden geassocieerd met de zon), en waarvan de uiteinden meestal worden ingeknipt en opgekruld tot spiralen. Het ‘duive-‘ in de naam van dit brood wordt wel uitgelegd als ‘duivel’: Lucifer wellicht?

Perchta

Andere winterse wezens zijn bijvoorbeeld Perchta, de Vrouw Holle-achtige godin/heks die vaak als metgezellin van Krampus optreedt. Volgens de gebroeders Grimm voerde Perchta of Berchta samen met Berchtold de Wilde Jacht aan. Haar naam zou zoiets als ‘stralend, schitterend’ betekenen en mogelijk verwijzen naar de helderheid van het licht als het heeft gesneeuwd.

Perchta ziet er op toe er in het huis wordt gewerkt (gesponnen, schoongemaakt) op dagen dat er gewerkt moet worden, en gerust op heilige dagen zoals haar eigen feestdag (6 januari), of mogelijk gedurende de hele periode vanaf kerstmis tot en met driekoningen. Op de vooravond van 6 januari dient er een maal met vis gegeten te worden. Het is ook belangrijk een bord pap voor haar buiten te zetten. Als je je aan dat alles niet houdt, loop je het risico dat zij je buik openknipt en vult met rommel, en dan weer dichtnaait. Of ze steekt het onafgemaakte brei- of naaiwerk in brand. Maar wie zich goed heeft gedragen, ontvangt zegeningen voor het komende jaar en soms een kleine beloning.

In het Oostenrijkse Rauriserdal verschijnt Perchta in het meervoud, als de Schnabelperchten, die grote scharen en naald en draad dragen, en “gaaaaa gaaa” zeggen. Met hun grote witte snavelkoppen doen ze denken aan de paardenschedel van Mari Lwyd, maar gezien de naam gaat het toch eerder om vogelachtige wezens.

Wangkarnal

Zelfs in een Aboriginalgemeenschap in Australië, waar het met kerstmis zomer is, komen met kerst griezelige vogelwezens tevoorschijn: de wangkarnal-kraaien. Zij maken de kinderen een beetje bang, maar delen ook de kerstcadeautjes uit. De historische achtergrond van dit gebruik is onbekend. Men vermoedt dat deze versmelting van oude inheemse mythen met het christelijke kerstfeest is ontstaan in de jaren ’70.

Samen-leving

Kenmerkend voor de winterperiode lijkt eveneens de constatering dat een mens niet louter een individu is, maar tevens tot een gemeenschap behoort. Afgezien van de enkeling die erin slaagt geïsoleerd en zelfvoorzienend te leven in de Canadese wildernis (ik heb hier iets over gelezen, maar kan het niet terugvinden), zijn we voor een belangrijk deel afhankelijk van de mensen om ons heen en hebben we daarom ook een verantwoordelijkheid ten opzichte van die anderen. Vooral rond kerstmis wordt de mensheid eraan herinnerd, dat we niet alleen aan onszelf moeten denken maar ook zorg dienen te dragen voor anderen, met name voor degenen die niets terug kunnen doen in ruil voor bewezen gunsten.

Wederzijdse hulp

In Nederland zien we steeds vaker een ‘weggeef-, leen- of ruilkastje’ langs de straat of stoep staan waarin mensen boeken, speelgoed, huisraad en siervoorwerpen zetten die ze zelf niet meer nodig hebben, zodat die kunnen worden meegenomen (en eventueel later weer teruggezet) door mensen die er iets van kunnen gebruiken. Het prettige aan deze vorm van ‘wederzijdse hulp’ (het begrip is afkomstig van de anarchist Kropotkin) is dat mensen hiervoor niet hoeven aan te kloppen bij een overheids- of liefdadigheidsorganisatie. Een kastje oordeelt niet over iemands rijkdom of behoeftigheid. Men geeft weg wat men kan missen; men neemt wat men nodig heeft.

Op verschillende plaatsen in het Verenigd Koninkrijk zijn sinds enige tijd ‘gemeenschappelijke koelkasten’ (het zijn niet altijd letterlijk koelkasten) waarin mensen op een vergelijkbare manier voedsel kunnen neerzetten of wegpakken. Gedeelde koelkasten zijn al langer bekend in andere landen, waaronder de Verenigde Staten. Daar bieden ze vooral steun in arme zwarte buurten. In het Verenigd Koninkrijk gaat het voornamelijk om het tegengaan van voedselverspilling.

Wijze weymouthden

Interessant aan de afgelopen periode was dat er van diverse kanten werd gewezen op het niet-menselijke dat óók deel uitmaakt van de gemeenschap, en waar we evenzeer zorg voor dienen te dragen: de natuurlijke omgeving. Yes! publiceerde een fragment van Robin Wall Kimmerer uit het pasverschenen boek The Mind of Plants: Narratives of Vegetal Intelligence. Kimmerer vertelt daarin hoe het zitten lezen onder een weymouthden (White pine: Pinus strobus) een toestand van inzicht en verbondenheid teweegbrengt: “In deze bosbibliotheek heb ik één boek op schoot en één tegen mijn rug. Het ene is geschreven op cellulose, het andere is geschreven in cellulose. Als ik bij Weyouthdennen zit, begrijp ik zonder woorden dingen die ik nog niet wist.” 

Voor de inheemse volkeren van Noord-Amerika is de weymouthden een van de oude wijze leraren. Zij spreken niet over de boom als een object, maar als een persoon. Ook andere levende wezens, zoals essen en otters, zijn personen. Dat betekent niet dat bijvoorbeeld bomen als een soort mensen met blaadjes worden gezien. Zij hebben hun eigen manier van zijn. In inheemse mythen wordt verteld dat alle wezens vroeger dezelfde taal spraken, maar dat wij zijn vergeten hoe we moeten luisteren. Kimmerer hoopt dat we opnieuw de taal van het bos kunnen leren verstaan, het schrift van de natuur kunnen leren lezen.

Een andere taal

In de Volkskrant mijmerde Asha ten Broeke over de mogelijkheid van een andere taal: één waarin de wereld een levend geheel vormt en niet wordt gereduceerd tot de economische waarde van een onsamenhangende verzameling zaken en krachten. Een taal die niet langer de illusie schept dat de enorme milieu- en klimaatsproblemen waar we mee te maken hebben, moeten (en kunnen) worden opgelost door simpelweg “iets beter aan de stikstof- en broeikasknopjes [te] draaien terwijl we verder gewoon doorgaan met onze business”. Een taal is niet allesbepalend voor het wereldbeeld van degenen die die taal spreken, maar taal en wereldbeeld hangen wel nauw samen. Ten Broeke verwees in haar column naar een ander boek(je), van de hand van dezelfde Robin Wall Kimmerer die ik hierboven noemde: The democracy of species.

In NRC vertelde wetenschapsredacteur Marcel aan de Brugh hoe hij het experiment aandurfde: wat gebeurt er als je een meer persoonlijk contact aangaat met – bijvoorbeeld – een zomereik? Kan dit de verstoorde relatie tussen mens en natuur herstellen, en kan zo’n andere benadering een oplossing bieden voor de wereldwijde problematiek van “ontbossing, vervuiling, overbevissing, snelle afname van de biodiversiteit, opwarming van de aarde”? Aan de Brugh noemt onder meer Beyond nature and culture van Philippe Descola als belangrijk boek in het denken over dit vraagstuk.

Descola is filosoof en antropoloog. Hij was een leerling van Claude Lévi-Strauss en heeft onderzoek gedaan bij de Achuar in het Amazonegebied. In Par-delà nature et culture (Beyond nature and culture) wijst hij op de rol die het christendom heeft gespeeld in het ontstaan van de grote kloof tussen mens en natuur. In het christendom wordt de mens boven de natuur gesteld: als heerser of als rentmeester, maar in beide gevallen erboven, erbuiten. In andere culturen bestaat het hele onderscheid van enerzijds de mens en de menselijke cultuur en anderzijds ‘de natuur’ niet eens.

Praten tegen een eik

Eik en regenboog (foto © Medeia)

Studenten antropologie en natuur- en landschapsbescherming krijgen soms als oefening opgegeven om een tijd rustig bij een boom of in de tuin te gaan zitten observeren. Alleen maar kijken, zonder oordeel. Wie deze oefening heeft gedaan, voelt iets in zichzelf verschuiven, schreef Marcel aan de Brugh, die de oefening ook zelf deed. Het begon ermee dat hij besloot de zomereik in zijn tuin een jaar lang te volgen met een natuurwetenschappelijke, fenologische blik. Maar in de loop van het jaar voelde hij dat er een soort verstandhouding ontstond tussen hem en de boom. Hij begon ‘zijn’ eik gedag te zeggen. De verandering in zijn gevoel beperkte zich niet tot de eik, maar strekte zich uit tot andere levende wezens, zoals het nestje muizen dat hij in een keukenla aantrof. 

Tegelijk maakte deze nieuwe connectie hem ongemakkelijk. Hij voelde zich een beetje belachelijk. Antropologe Anke Tonnaer van de Radboud Universiteit vertelde hem dat dat kwam doordat gedachten over zulke vormen van saamhorigheid in onze cultuur min of meer taboe zijn. Dat maakt het moeilijker om de verbondenheid te ervaren. Rituelen en het toepassen van menselijke termen op de niet-menselijke natuur, zoals ‘horen’ of ‘praten’, maken het makkelijker. Bomen zijn vaak het middelpunt van rituelen, misschien omdat ze een verbinding tussen hemel en aarde vormen.

Duivelssteen

In het Engelse Shebbear speelt een grote steen de hoofdrol in een plaatselijk ritueel. Elk jaar komt op de avond van 5 november een groep dorpelingen die met behulp van koevoeten omkeren, om het ongeluk voor een jaar af te wenden. De steen wordt de Duivelssteen genoemd. Daaronder zou namelijk de Duivel zijn begraven nadat hij door de aartsengel Michael was verslagen. Bij het omkeren van de steen kunnen de mensen controleren of de Duivel niet stiekem naar buiten is gekropen. Voorafgaand aan het omkeren worden de kerkklokken “met dissonant geweld” geluid. 

Gelukkig zijn ze ook in 2021 weer geslaagd in deze belangrijke onderneming. De dominee van het dorp hield een toespraak waarin hij opmerkte dat de mens ook zonder hulp van de Duivel de aarde naar de verdoemenis weet te helpen – denk maar aan de klimaatverandering. Het jaarlijkse ritueel met de steen herinnert eraan dat we ons moeten blijven inspannen voor het goede. De dominee helpt al twintig jaar mee met het omkeren.

Een man van 88 wist te vertellen dat de steen vóór de oorlog de Herderssteen werd genoemd. Hoe en waarom de omkeertraditie is ontstaan of waarom dit gebruik de Duivel zou dwarsbomen, is onbekend. Er wordt van alles over verteld, zei hij. Bijvoorbeeld dat er eens een rat onder de steen vandaan wegrende, en de mensen toen dachten dat dat de Duivel was.

Geplaatst in Nieuws | Getagged , , , , , , , , , | Reacties uitgeschakeld voor Oud nieuws in de verjongingsketel: Monsters en hoopvolle verhalen

Aardewezens

Zo af en toe als ik aan het werk ben met cliënten melden ze zich. De aardewezentjes die in de bovenste aardlaag wonen. Dan willen ze dat ik degene met wie ik aan het werk ben met hen in contact breng. Diegene heeft meestal moeite met gronden. Dat is niet verrassend, want bijna al mijn cliënten hebben dat. Wat diegene ook heeft is het vermogen om hen op te merken en open te staan voor het contact. Vaak omdat ze een sjamanistische of paganistische achtergrond hebben. Soms is er al contact geweest met, zeg maar, familie.

Wat ze willen is altijd hetzelfde: helpen met verbinden. Helpen met het verwijderen van afvalenergie uit de grondingskoorden zodat de aarde-energie volop kan gaan stromen. Het is blijkbaar een deel van hun takenpakket om te zorgen dat wij goed verbonden zijn. Goed verbonden zijn is niet alleen fijn voor ons. Maar ook voor hen. Want mensen die goed verbonden zijn, staan stevig en hebben hun basis in zichzelf. Dat maakt dat ze veel minder vatbaar zijn voor de waan van de dag en voor allerlei zaken die ongezond zijn voor zichzelf en voor hun leefomgeving. Het is een vorm van samenwerken die voor ons grotendeels onbewust is. Maar zeer reëel.

Nou zijn eigenlijk al mijn cliënten hoogsensitief en ze hebben ook bijna allemaal moeite met ontvangen. Dat kan het je openen voor de aarde nogal lastig maken. Want als je je opent, dan gaat het stromen. Net zoals wanneer je de kraan openzet. Het gebeurt gewoon. Maar als jij vindt dat je pas iets mag hebben als je er genoeg voor gedaan hebt, dan kun je de kraan dichtzetten. Dan stroomt er niks. En het kan zo’n gewoonte zijn om die kraan dicht te hebben, dat zeg maar de hele leiding verstopt geraakt is met oude energetische boodschappen die helpen de boel op slot te houden. En dan komt deze groep in actie. Ze dragen de oude energie weg naar plekken waar deze gerecycled kan worden.

Ze poetsen, ze trekken. Jouw oude energie heeft nut. En omdat jij loslaat, krijg je er schone voor terug, die jou voedt. Het is een cyclus en jij bent er onderdeel van. En omdat ze hun gang gaan, helen ze een stukje bij je, dat maakt dat de energie makkelijker stromen kan.

Contact met deze wezentjes kun je opbouwen. Je kunt een plekje maken voor hen op je altaar. Een beetje aarde, een steentje, een mooie kaart, een kaarsje. Je kunt een offertje brengen in je tuin of op je balkon. Je kunt ze ’s morgens bij het gronden even groeten. ‘Aandacht geven aan’ gaat vaak ongemerkt samen met ‘je openen voor’. En hoe meer je je opent, hoe meer zij hun gang kunnen gaan en hoe beter jij verbonden bent met de aarde. Zodat jij je beter kunt voeden maar ook beter je plek in kunt nemen. Win-win.

Geplaatst in Artikelen | Getagged , , | Reacties uitgeschakeld voor Aardewezens

Holy week processions in Santiago de Compostela… and the curious case of the cofradia

In April 2019 I was in Santiago de Compostela for a conference, and it just so happened that it was during ‘Holy Week/ Semana Santa’ leading up to Easter.

One of the first things I noticed in several shops was a strange, kind of Ku Klux Klan model. I also saw a couple of folders – in Spanish, of course,  with photos of processions with people with these same high pointed hats bearing huge floats looking decidedly Christian. The folder was announcing the ‘Semana Santa’ events including the dates and times of the processions. My curiosity was aroused so I looked for more information and made a note in my diary… (See folder below) I also wanted to find out more about the people involved. And of course if there were any pagan elements.

I found out that the bearers are called Cofradias. I would later see groups carrying their own banners, including the town they came from:

“One of the many Brotherhoods that take part in the Easter Week in Santiago de Compostela is the Brotherhood of the Vera Cruz (The True Cross). Their existence goes back to the year 1548 when it was founded in the convent of San Francisco to commemorate the institution of the eucharist by means of a procession featuring the float of  The Last Supper.”

I also found an excellent article describing the Cofradia:

What is a Cofradia?

The Term Cofradía  – pronounced in three syllables co·​fra·​día – emphasis falls on the last syllable – stems from Old Spanish confrade, from con — from Latin com = with — + frade  = brother, monk, priest, from the Latin word fratr, frater, which can be translated into English as Cofraternity – Fraternity.

What are Religious Cofradías in Spain? A religious Cofradía is a fraternity of laypersons, both men and women, young and old, who have come together for the purpose of promoting special, church-approved, deeds of Christian charity or piety in the community. Cofradia members have not taken the vows of any religious order, but they conform to rules laid out by the Church.

The Link between Charitable Acts and Eternal Reward In many parts of Spain, religious devotion and daily worship in the Catholic Church were at the centre of daily life.  Cofradías, or religious charitable organizations, developed during the 16th Century as members strove to find deeper meaning in their religious devotion and to ensure suitable rewards in the afterlife. The importance of charitable works that helped the poor was felt so strongly by some members of the cofradias that they made bequests to certain charities in their wills, leaving items such as bedding, clothing, or monetary gifts.

One of the First Institutions Created by Members of the Public Many cofradias, had a positive religious, social, and economic impact on society. They were one of the few institutions formed by the public to meet the needs of the public. Even though each cofradia had its own set of rules or by-laws which every member promised to live by, they worked in harmony with the Church.

In the late middle ages, Popes would grant permission for the creation of cofradias and would grant members rewards such as physical protection, eternal membership in the Cofradías both in life and in death, along with access to indulgences and forgiveness of sins.

“He who gives charity, extinguishes hunger and covers nakedness, extinguishes his own faults and covers his own sins.”    ( Friar Tomas Trujillo ) 

Cofradias Cradle of the Arts. Originally, the Cofradias were advocacies of supporting strong professional institutions. Thus, for example, in medieval Europe, the creation, legislation, and regulation of theatrical performances depended on Cofradias, some of which were created by kings or bishops. Among the best known and most important were the “Cofrères de la Passion” in Paris or the “Disciplinados de Jesus Cristo”, in Umbria. Other examples are the brotherhoods of Dutch or guild painters, and the Spanish theatrical la Cofradía de la Pasíon y Solitud (brotherhood of The Passion and Solitude) as well as the 17th Century Brotherhood in Madrid, Los Escalabos del Sacramento Bendecido (Slaves of the Blessed Sacrament), whose members included highly talented poets, playwrights, and writers.

Cofradías Today Cofradias still work and are created in the same way and with the same criteria as they were from the beginning. There are about three million Cofrade members in approximately 10,000 brotherhoods throughout Spain today.  One of their key roles is the preparation of the Easter Festival, a religious event that is currently going through its “silver age” although within the framework of a “secularized” society in which processions become a way to bring the Church closer to the people. Most brotherhoods organize a procession, at least once a year, either alone or together with other brotherhoods.”

On reading the above I was reminded of the Freemasons and the charitable work done by them. Freemasons are also renowned for their regalia. The Cofradias wear a hood, often a tall pointy one, which is called a capirote, and are used during the Semana Santa’s celebrations.  “Traditionally, capirotes were used during the times of the Spanish Inquisition: as a punishment, people condemned by the Tribunal were obliged to wear a yellow robe – saco bendito, aka blessed robe – that covered their chest and back. They also had to wear a paper-made cone on their heads with different signs on it, alluding to the type of crime they had committed.

Centuries later, cofrades (people affiliated to Catholic brotherhoods) and nazarenos (hooded penitents) started to use them during Easter processions to symbolize their status as penitents. Today, the capirote still indicates the penitent’s attempt, through penance, to get closer to God; it also covers the person’s face, in order to mask their identity.”

The hooded penitents are found participating in ‘Semana Santa’ in many parts of Spain including Granada, Madrid, Palencia, Cartagena and Seville.

I am also reminded of some of the celebrations throughout Europe where costumes including pointy hats are included. The fool, the harlequin, for example…but this is all for a different article. NB the Dunce’s Hat – a white pointy hat has a totally different origin.

In any event, the Cofradias and the processions, as such, don’t seem to have any pagan connections. But perhaps our Spanish readers have other insights?

I managed to take some photos and video’s of the processions in April 2019. Enjoy!

References:

Program Semana Santa folder April 2019. In Spanish.

Programa Semana_Santa_ Holy week_april 2019

Easter week Santiago de Compostela: https://www.magichillholidays.com/easter-week-santiago/

What is a Cofradia?: https://northernspaintravel.com/what-is-a-cofradia/

Why Spain’s Easter white hoods are a symbol of penance, not of right-wing extremism: https://www.thelocal.es/20190408/capirotes-are-a-symbol-of-penance-not-of-right-wing-extremism/

Video’s 

Geplaatst in English articles | Getagged , , , , , | Reacties uitgeschakeld voor Holy week processions in Santiago de Compostela… and the curious case of the cofradia

YOLO? Wat betekent het geloof in reïncarnatie voor je wereldbeeld en gedrag?

‘You Only Live Once’ is een kreet waar ik me niet in kan vinden. Omdat ik niet geloof dat we uitsluitend dit ene leven hebben, maar vooral ook omdat dat motto vaak uitdrukking is van een ‘Na ons de zondvloed’-mentaliteit. Kan het idee dat we vaker leven ertoe leiden dat we ons meer bekommeren om leefbaarheid en rechtvaardigheid?

Een van de uitgangspunten van wicca is het idee van reïncarnatie: dat je opnieuw geboren zult worden. Hoe precies, dat is nergens vastgelegd. Ieder kan daar een eigen voorstelling van maken. De enige informatie die we tegenkomen is de mededeling dat we opnieuw zullen leven, opnieuw onze geliefden zullen ontmoeten, en met hen samen onze ontwikkelingsweg zullen vervolgen. Het gaat over die ontwikkelingsweg, over het idee dat je steeds terugkomt op aarde om nieuwe dingen te leren of om door lessen te leren een beter mens te worden. (En dan uiteindelijk…? Daar is ook geen vastgelegd antwoord op, dat wordt weer geheel aan je eigen inzichten overgelaten.)
Het begrip reïncarnatie wordt vooral gezien in zijn geestelijke betekenis. En het is een visie op de dood, op een hiernamaals, een leven na ons huidige leven. Niet op ons aardse leven, en of dat een vervolg krijgt in een (nabije) toekomst. Maar daar wel ik het in dit artikel wel over hebben.
Want als we de aarde opnieuw gaan bewonen, als we hier weer terugkeren, willen we dan niet dat de omstandigheden optimaal zijn? Is het dan niet in ons eigen belang dat de aarde leefbaar is, en dat alles rechtvaardig verdeeld is? Hoe kan het dan dat niet alle heksen zich volop inzetten om de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDGs, Sustainable Development Goals)1 van de Verenigde Naties te bereiken? Zie het kader met alle zeventien duurzame ontwikkelingsdoelen.

Wordt hierover gesproken?

Gek genoeg is dit vrijwel nergens een punt van discussie. Ik trof twee stukken op internet2 waarvan een de verwijzing bleek naar een boekje3 (dat ik meteen bestel). In persoonlijke gesprekken komt wel naar voren dat men dit belangrijk vindt. Afgelopen jaar ben ik twee keer een artikel tegengekomen over hoe we goede voorouders kunnen zijn. Het ene was het stuk ‘De échte ceo verbetert de wereld, niet zichzelf’ van Jeroen Smit4. Het andere was een van de vele artikelen naar aanleiding van het boek van Roman Krznaric: De goede voorouder5. In kranten zie ik wel vaker stukken over hoe wij omgaan met ons ecosysteem, en over hoe we omgaan met andere groepen, maar daar wordt niet de link gelegd met ons eigen voortbestaan als aardeburgers. Hooguit wordt gesproken over hoe we de wereld achterlaten voor onze kinderen en kleinkinderen, en dat zijn dan niet per se onze eigen nakomelingen maar alle mensen die na ons zullen bestaan. En ik vond de website MaatschapWij6, met hele interessante en inspirerende artikelen. In de noten een paar korte samenvattingen van of citaten uit artikelen die ik graag onder de aandacht breng.

Ook las ik in een Engelstalig artikel in dit nummer van Wiccan Rede Online een passage7 die aansluit bij mijn verhaal. De woorden van Peter Mark Adams in vertaling (door mij):

Het vermogen om je verbonden te voelen aan alle levensvormen is de sleutel tot onze voortdurende persoonlijke en geestelijke ontwikkeling. Het is ook de sleutel tot ons voortdurende overleven als een soort. De mensheid wordt uitgedaagd om zich te verheffen boven de onbewuste demonisering van andere groepen, volkeren en culturen en boven onverschilligheid ten opzichte van de vernietiging en vervuiling van onze natuurlijke omgeving.
Over de hele wereld eroderen de krachten van globalisering en industrialisatie zowel de biologische als de culturele diversiteit. We zien dezelfde merken, kleding, vermaak, en voedselproducten, waar we ook gaan. Minder kritiek is er op het feit dat deze consumptiecultuur, die een gemis aan culturele diversiteit vertegenwoordigt, ertoe neigt de perceptuele/waarneembare diversiteit te ondermijnen, die ons natuurlijk vermogen is om ons te verbinden met de realiteit, via verschillende stadia van bewustzijn.

Mondiale voetafdruk / Earth Overshoot Day

Die consumptiecultuur zie ik bij de mensen die ‘YOLO’ als motto hebben, zonder zich af te vragen wat hun levenswijze voor consequenties heeft. Die zich niet realiseren dat zo’n consumptiepatroon ertoe leidt dat de aarde snel uitgeput raakt. Als je alle bruikbare ruimte op aarde verdeelt over alle mensen en je geeft de natuur de ruimte om zichzelf te herstellen, dan heeft iedere wereldbewoner recht op 1,8 hectare (of minder, als de aarde zelf wat ruimte overhoudt voor biodiversiteit). Maar de ecologische voetafdruk8 van de gemiddelde Nederlander is 6,2 hectare. ‘Earth Overshoot Day’ is de dag waarop de mensheid – vanaf 1 januari geteld – meer van de aarde verbruikt heeft dan wat de aarde zelf op één jaar terug kan opbrengen en aan afvalstoffen kan verwerken. Die dag valt bijna ieder jaar vroeger, en is nu in augustus of juli. Wat we de rest van het jaar consumeren, is roofbouw. Ik besprak Earth Overshoot Day al in mijn artikel in het Beltane-nummer: Vrijheid voor de mens en rechten voor de aarde. Daarin noem ik ook al de donut-economie, het economisch model dat econome Kate Raworth heeft ontwikkeld en waarin wel ruimte is voor de begrenzingen die de aarde stelt. Wikipedia: “Simpel gezegd is het doel om de behoeftes van iedereen te realiseren binnen de draagkracht van de Aarde”. Amsterdam is al concreet bezig met de donuteconomie9.

Planetaire grenzen

We dreigen de negen planetaire grenzen te overschrijden10 van wat de aarde aankan: klimaatverandering; biodiversiteit, landgebruik, biochemische stofstromen, chemische vervuiling, zoetwatergebruik, aerosolen in de atmosfeer, oceaanverzuring, atmosferische ozon. (Ik hoef niet uit te leggen dat de gevolgen elders op aarde sneller ingrijpender zijn, toch?)
Alarmerend, vooral omdat we als individu niet zoveel opties zien om onze bijdrage te leveren aan oplossing van de problemen. Een betere wereld begint niet alleen bij ons. Grote bedrijven en landen zullen toch echt ook hun verantwoordelijkheden moeten nemen. Waarom gebeurt dat niet? Volgens Roman Krznaric is de belangrijkste vraag van onze tijd: Hoe kunnen we goede voorouders zijn? Nooit eerder in de geschiedenis van de mensheid hebben onze acties zo’n weerslag gehad op de toekomst. Maar aan toekomstige generaties wordt zelden gedacht als beslissingen worden genomen, stelt hij in zijn nieuwste boek De goede voorouder. Integendeel: deze tijd wordt gekenmerkt door ziekelijk kortetermijndenken. Politici kijken nauwelijks verder dan de volgende verkiezingen, de laatste peiling of tweet.
Om dat laatste probleem op te lossen, zijn er initiatieven11 waarbij burgers meedenken op zo’n manier dat verkiezingen niet nodig zijn en het langetermijndenken volop de kans krijgt: burgerassemblees, burgerloting, enz.

Wat kunnen we zelf doen?

Zorg ervoor dat je ‘voetafdruk’ vermindert. Laat je informeren over wat werkelijk zoden aan de dijk zet. Afvalscheiding is mooi, maar minder spullen kopen is het beste wat je kunt doen voor het milieu!
In de woorden van de Volkskrant (20 januari 2022)12: ‘Minder vlees, minder kleren, minder reizen – het is niet anders’.
En volgens De Correspondent: “Het is natuurlijk eerst zaak om te weten hoeveel broeikasgassen je uitstoot, en op welke manier. Dan kan je vervolgens op zoek naar de effectiefste maatregelen. Want bedenk: je kunt een euro (of een uur vrije tijd) maar één keer besteden. Zo is het isoleren van je woning meestal effectiever dan het aanschaffen van een elektrische auto, en kun je met één retourtje Thailand meer dan vijf jaar vegetarisch eten tenietdoen.”
Meer tips13 in de noten onderaan dit artikel.
We kunnen als individuen de problemen niet oplossen, maar we kunnen wel onze bijdrage leveren. En dan tellen alle individuen samen wel degelijk mee. Een vriend zegt wel eens: “alle mensen zouden eens een week lang moeten stoppen met het kopen van … (vul hier een product in, bijvoorbeeld een merk frisdrank). Moet je kijken wat voor een schrikeffect dat oplevert.”

Voorouders

Het concept van zelf een goede voorouder te zijn, spreekt me heel erg aan. Het doet me denken aan de toespraak van ‘opperhoofd Seattle’: Hoe kun je de lucht bezitten?14, een boekje dat in de jaren ’70 erg bekend was. Wij zijn niet alleen de nakomelingen van onze voorouders, maar ook de voorouders van de mensen die na ons komen. Hebben wij hun belangen voorop bij alles wat we nu doen en bij alles wat we nu nalaten? We – de mensheid – kunnen het tij nog keren van klimaatverandering en van verlies aan biodiversiteit, al dreigen we nu de planetaire grenzen te overschrijden.
Door onze – individuele – consumptie (en het niet consumeren van wat niet duurzaam is), met ons stemgedrag, via het deelnemen aan acties, het ondersteunen van organisaties, door vrijwilligerswerk, via magisch werk en door zorg te dragen voor de kleine dingen die we wel direct kunnen beïnvloeden kunnen we ons goede voorouders betonen. Daarmee ondersteunen we onze nakomelingen en die van de mensen in onze omgeving, en wellicht ook onszelf in toekomstige levens. Want je weet niet waar je terecht gaat komen. Dan kun je er maar beter voor zorgen dat iedereen een goede kwaliteit van leven heeft, met schone lucht, gezond voedsel, een dak boven het hoofd en vrijheid om eigen keuzen te maken. Voor een leefbare aarde en een rechtvaardige samenleving.


De Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen

“De SDG’s zijn zeventien doelen om van de wereld een betere plek te maken in 2030. Ze zijn een mondiaal kompas voor uitdagingen als armoede, onderwijs en de klimaatcrisis. SDG Nederland is het netwerk van iedereen die in ons land aan de doelen wil bijdragen.”

Dit zijn die 17 doelen:

SDG 1 – Beëindig armoede overal en in al haar vormen

SDG 2 – Beëindig honger, bereik voedselzekerheid en verbeterde voeding en promoot duurzame landbouw

SDG 3 – Verzeker een goede gezondheid en promoot welzijn voor alle leeftijden

SDG 4 – Verzeker gelijke toegang tot kwaliteitsvol onderwijs en bevorder levenslang leren voor iedereen

SDG 5 – Bereik gendergelijkheid en empowerment voor alle vrouwen en meisjes

SDG 6 – Verzeker toegang en duurzaam beheer van water en sanitatie voor iedereen

SDG 7 – Verzeker toegang tot betaalbare, betrouwbare, duurzame en moderne energie voor iedereen

SDG 8 – Bevorder aanhoudende, inclusieve en duurzame economische groei, volledige en productieve tewerkstelling en waardig werk voor iedereen

SDG 9 – Bouw veerkrachtige infrastructuur, bevorder inclusieve en duurzame industrialisering en stimuleer innovatie

SDG 10 – Dring ongelijkheid in en tussen landen terug

SDG 11 – Maak steden en menselijke nederzettingen inclusief, veilig, veerkrachtig en duurzaam

SDG 12 – Verzeker duurzame consumptie- en productiepatronen

SDG 13 – Neem dringend actie om klimaatverandering en haar impact te bestrijden

SDG 14 – Behoud en maak duurzaam gebruik van oceanen, zeeën en maritieme hulpbronnen

SDG 15 – Bescherm, herstel en bevorder het duurzaam gebruik van ecosystemen op het vasteland, beheer bossen en wouden duurzaam, bestrijd woestijnvorming, stop landdegradatie en draai het terug en roep het verlies aan biodiversiteit een halt toe

SDG 16 – Bevorder vreedzame en inclusieve samenlevingen met het oog op duurzame ontwikkeling, verzeker toegang tot justitie voor iedereen en bouw op alle niveaus doeltreffende, verantwoordelijke en toegankelijke instellingen uit

SDG 17 – Versterk de implementatiemiddelen en revitaliseer het wereldwijd partnerschap voor duurzame ontwikkeling.


Het begrip reïncarnatie in wicca

In meerdere culturen wordt uitgegaan van reïncarnatie, maar niet altijd op dezelfde manier. In wicca is het idee vooral dat je je steeds meer ontwikkelt, en dat je niet teruggaat naar een ‘eerdere fase’ of ‘primitiever stadium’. Je bouwt voort op de levenslessen die je in vorige levens hebt opgedaan.

Morgana legt het zo uit, in Twijgen uit de bezem:

Reïncarnatie is het geloof dat ieder individu een ziel heeft die onafhankelijk is van het lichaam en dat deze ziel na de dood terug kan keren in een nieuw lichaam. Het kan net zo min bewezen worden als het bestaan van een creatieve energie en de voorstelling die men zich ervan maakt verschilt van persoon tot persoon.
Het belangrijkste is dat wanneer we in reïncarnatie geloven, we geloven dat er meer is dan alleen dit ene aardse leven waarin we nu verstrikt zijn. Reïncarnatie is nauw verbonden met karma, een woord dat uit de Oosterse filosofie afkomstig is en zoveel wil zeggen dat een bepaalde handeling in het huidige leven gevolgen kan hebben voor een leven erna.
Ook karma en de voorstelling die men zich daarvan maakt, verschilt van mens tot mens. Met name de onvermijdelijkheid van de gevolgen van bepaalde handelingen wil nog wel eens aanleiding zijn voor discussie.


Het begrip karma in wicca

Ook het begrip karma wordt – in Westerse esoterische kringen zoals in wicca – vooral gezien in een spirituele betekenis. Je handelt ten opzichte van andere mensen op een manier die voor hen goed is, en dat levert goed karma op. Of je misdraagt je ten opzichte van andere mensen, en dat levert slecht karma op. Als je het nog in dit leven rechtzet, heeft dat geen consequenties voor je volgende leven. Maar als je het nu niet oplost, zal het in een volgend leven terugkomen als een belofte die nog ingelost moet worden. En nog afgezien van slechte handelingen: het zijn je emoties die je verbinden met mensen. En daarbij is liefde net zo sterk als haat. Je komt in een volgend leven je geliefden weer opnieuw tegen (misschien in een andere rol, een andere verhouding ten opzichte van elkaar) maar ook degenen die je haat.

Er is niet een instantie die bijhoudt hoe jij je gedraagt ten opzichte van anderen, maar je maakt aan het einde van je leven zelf de balans op. Eén visie is dat je als je net gestorven bent jezelf beziet door de ogen van anderen. De lessen die je daaruit leert, kun je als leidraad nemen voor het leven dat je hierna op je gaat nemen. De meeste mensen herinneren zich hun vorige levens niet, en ook van de keuzes voor het huidige leven ben je je doorgaans niet bewust. Maar je zult momenten meemaken waarop je een keuze moet maken. Alleen dát die momenten komen is voorbeschikt. Welke keuze je maakt, daar heb je vrijheid in. Al zal bij een ‘verkeerde’ keuze de les waarschijnlijk in een volgend leven terugkomen. Of misschien zelfs later in dit leven.


Noten

1 – Wikipedia: Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDGs, Sustainable Development Goals) van de Verenigde Naties. https://nl.wikipedia.org/wiki/Duurzame_Ontwikkelingsdoelstellingen
https://www.sdgnederland.nl/ “De SDG’s zijn zeventien doelen om van de wereld een betere plek te maken in 2030. Ze zijn een mondiaal kompas voor uitdagingen als armoede, onderwijs en de klimaatcrisis. SDG Nederland is het netwerk van iedereen die in ons land aan de doelen wil bijdragen.”

3 Wat Niet Is Maar Kan Zijn. Met essays van: Michelle Alexander, René ten Bos, Dean Bowen, Sander Donkers, Clarice Gargard, Sisonke Msimang, Rashid Novaire, Vamba Sherif, Jan van de Venis en Louwrien Wijers. ‘Als je vandaag zou sterven en één generatie later terugkeert, in welke wereld zou je dan geboren willen worden, ongeacht waar of wie je bent?’ Vanuit dit gedachte-experiment verkennen tien schrijvers en negen kunstenaars de mogelijkheid hun eigen belangen opzij te zetten voor een betere wereld voor volgende generaties.
Uitgeverij Jurgen Maas, september 2020, € 15,00. https://nest.myonline.store/a-60939624/shop/wat-niet-is-maar-kan-zijn/

4 Jeroen Smit: De echte CEO verbetert de wereld, niet zichzelf https://jeroensmit.net/de-echte-ceo-verbetert-de-wereld-niet-zichzelf/

5 Toekomstige generaties zouden een stem moeten krijgen bij de politieke beslissingen van nu, bepleit politicoloog Roman Krznaric in zijn alarmerende boek De goede voorouder. Hoe ziet hij dat voor zich? Volkskrant, 1 januari 2021, https://www.volkskrant.nl/cultuur-media/we-behandelen-de-toekomst-als-een-stortplaats-van-ecologische-schade-en-technologische-risico-s~b5f82c88

6 https://maatschapwij.nu/
– Matthijs Schouten: “Wie denken we als mensheid wel dat we zijn?” MaatschapWij, 18 juni 2021, https://maatschapwij.nu/videoportret/matthijs-schouten-natuurfilosoof/
“De meeste debatten over duurzaamheid gaan over beleid, het bedrijfsleven of technologie. Terwijl de onderliggende oorzaak van alle ecologische crises volgens natuurfilosoof Matthijs Schouten toch echt ons wereldbeeld is.”
– Van natuurvernietiger naar Aarde-burger: zo creëren we een levende economie, MaatschapWij, 24 januari 2022, https://maatschapwij.nu/blogs/vandana-shiva/. “Hoe kunnen we een economie creëren waarin het welzijn van al het leven centraal staat? Volgens ecologisch activist en ecofeminist Dr. Vandana Shiva begint het allemaal bij een ander wereldbeeld: “We moeten inzien dat we Aarde-burgers zijn, onderdeel van één Aarde-familie.”
– Wil je de Aarde redden? Word weer verliefd op haar! MaatschapWij, 23 december 2019, https://maatschapwij.nu/videoportret/charles-eisenstein/ “The Story of Separation. Volgens Charles is the story of separation de blauwdruk van onze huidige samenleving. In dit verhaal speelt het individu de hoofdrol. De individuen zijn niet verbonden met elkaar, niet met de wereld om hen heen en niet met de dieren die daar ook in leven.”

7 Peter Mark Adams: “The ability to feel connected to all life-forms is the key to our continued personal and spiritual development. It is also the key to our continued survival as a species. Humanity is challenged to move beyond the unconscious demonization of other groups, peoples, and cultures and its indifference to the destruction and pollution of the natural environment. Around the world, the forces of globalization and industrialization are eroding both biological and cultural diversity. We encounter the same brands, clothing, entertainment, and food products wherever we go. Less commented on is the fact that this uniform consumer culture, which represents a loss of cultural diversity, tends to undermine perceptual diversity, which is our natural ability to connect to reality using different states of awareness.” In: Review: The Power of the Healing Field.

9 – Donut (economisch model), in: Wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Donut_(economisch_model)
– Hoe Amsterdam met ‘donutdenken’ groen én betaalbaar wordt – NRC, 3 dec. 2021, https://www.nrc.nl/nieuws/2021/12/03/hoe-amsterdam-met-donutdenken-groen-en-betaalbaar-wordt-a4067853
– Amsterdam wil donutstad worden. Hoe staan we ervoor? Change.Inc, 27 september 2021, https://www.change.inc/circulaire-economie/amsterdam-wil-donutstad-worden-hoe-staan-we-ervoor-37057

10 Bron: Voorbij netto-nul naar planeet-positief. Drie transities om Nederland terug te brengen binnen de grenzen van een leefbare aarde. Denkwerk, januari 2022. https://denkwerk.online/media/1118/denkwerk-voorbij-netto-nul-naar-planeet-positief.pdf

11 – Burgerassemblee: https://decorrespondent.nl/9220/niet-alleen-verkiezingen-maar-ook-loting-zo-vernieuwen-76-000-belgen-de-democratie/921603540-d04bcec4
– Democratisering door burgerloting, Tegen verkiezingen. https://www.tegenverkiezingen.nl/
– Opinie: Wie betrokken burgers wil, moet gaan loten (Volkskrant, 7 oktober 2020, https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/opinie-wie-betrokken-burgers-wil-moet-gaan-loten~ba98906e/
– Het burgeramendement: baat het niet dan schaadt het niet? (De Nederlandse Grondwet, 28 januari 2020, https://www.denederlandsegrondwet.nl/id/vl5oh9ij45vv/nieuws/het_burgeramendement_baat_het_niet_dan

13 – Hoe kun je klimaatneutraal leven (NPO, https://npokennis.nl/longread/7555/hoe-kun-je-klimaatneutraal-leven)|
– De nummer 1 milieuimpact: spullen kopen (Simpel Duurzaam) https://simpelduurzaam.nl/de-nummer-1-milieuimpact-spullen-kopen/)
– De grote klimaatgids: dit kan jij zélf doen tegen klimaatverandering (De Correspondent, 29 januari 2020) https://decorrespondent.nl/10792/de-grote-klimaatgids-dit-kan-jij-zelf-doen-tegen-klimaatverandering/4347748412656-8275979a
– Ontdek wat jij kan doen (Milieu Centraal) https://www.milieucentraal.nl/over-milieu-centraal/ontdek-wat-jij-kan-doen/
– Babette Porcelijn schreef een boek voor vergroeners. ‘Pak dat kalf, demp die put!’ (Trouw, 7 oktober 2021) https://www.trouw.nl/duurzaamheid-natuur/babette-porcelijn-schreef-een-boek-voor-vergroeners-pak-dat-kalf-demp-die-put~b804f7f0/

Geplaatst in Artikelen | Getagged , , , , , | Reacties uitgeschakeld voor YOLO? Wat betekent het geloof in reïncarnatie voor je wereldbeeld en gedrag?

Volle maan van de overstroming

Vandaag is het 3 januari 2022. We zitten al weken onder een dikke grijze zonloze deken van de winter. Drie weken geleden hebben mijn man en ik een positieve coronatest gehad en we zijn er flink beroerd van geweest. Nu zijn we langzaam aan het opkrabbelen. Manlief heeft nog steeds pijn in de keel en dikke lymfeklieren in de hals, dus zijn lijf is nog hard aan het werk. Zelf voel ik me alweer zoveel beter. Ik heb tot over de 40 graden koorts gehad en dat was best beangstigend omdat ik geen flauw idee had waarheen het kon gaan. Lopen ging niet makkelijk en we hebben zelfs een plasstoel geleend voor de nacht. De trap af naar beneden was geen optie. Gister het gevaarte gelukkig alweer weg kunnen brengen 🙂 Fysiek gaat het redelijk. Mijn oefeningen (rek, strek en wat lichte kracht) gaan steeds beter en langer. Zelfs wat spierpijn van gister, dat voelt goed. De dagelijkse wandeling van 500 meter (ja, echt een lachertje 🙁 ) gaat nu ook zonder gebruik te maken van de bankjes. Maar het niet kunnen hebben van prikkels en dan vooral mensen (denk aan winkels) baart me best wel zorgen. Ik voel me gewoon wegdraaien (flauwvallen) als ik het winkelcentrum in loop, ik ga dan maar snel terug naar de auto en laat de boodschappen aan manlief over. In huis ben ik redelijk actief met opruimen, schoonmaken, oefeningen doen, krant lezen (lukte eerst ook niet), spelletjes doen (wilde eerst echt niet) en wat rommelen om het huis. En natuurlijk dit schrijfwerk, Daar moest ik een week geleden ook echt niet aan denken! Dus er zit vooruitgang in 🙂 De vollemaanwandeling van eind december heb ik natuurlijk ook aan me voorbij laten gaan. En ik heb geen idee of ik de volle maan van 18 januari ga halen, we zien wel.

2021-01-28 Volle maan van de overstroming

Thema: Welk oud patroon is zo gewoon geworden dat je het niet meer ziet?

Indiaans sjamanisme: Zij die de wijsheid bewaart.

“De biechtmoeder luistert naar jouw verhaal”

Ondertussen is het Imbolc, 1 februari, en ik kom net terug van het laatste gesprek voordat ik ingewijd kan worden bij Ad Fontes, de orde van de weefsters, de vrouwelijke equivalent van de vrijmetselarij. Vorig jaar door mijn boompje Uriël op dit pad gezet, door zijn woord ‘weefster’.

Tijdens het uitwerken van die wandeling op het woord ‘weefster’ gegoogeld, en me verder laten leiden op dit pad. Het contact was snel gelegd en de gesprekken erg fijn. Mijn diepe wens is om me te verbinden met vrouwen in mijn directe omgeving en dan vooral waardevolle verbindingen. Verbindingen die uitdagen en inzicht kunnen verschaffen. Geweldig dat dit zo op mijn pad is gekomen.

Voorlopig zullen er echter geen inwijdingen zijn in verband met corona. Ik heb geen haast, het komt zoals het komt, in z’n eigen tijd.

Vanochtend gewandeld ondanks de ijzel. De laatste ijzel was ook alweer twee jaar geleden, hoorde ik op het nieuws. Tijdens mijn wandeling twee bikkels van meiden ontmoet, die even gingen zwemmen in de kolk! Steeds meer mensen werken aan hun eigen gezondheid, goed om te zien! En dan is het nu eindelijk tijd voor mijn vollemaan wandelverslag van afgelopen donderdag.

Omdat er nu een avondklok is ingesteld, mag ik niet meer na 21.00 op straat worden aangetroffen. Best een domper, nu ben ik genoodzaakt om voor het eten mijn wandeling te doen. Ik ben dan veel meer aan tijd gebonden, dat merkte ik wel. Mijn man moet vanwege werk vroeg onder de wol, dus later eten is geen optie. Dus na mijn werk direct de schoenen aan en paraplu mee. De hele dag heeft het flink geregend en nu is het droog, dat is toch een mooie uitnodiging 🙂 Maar veel vertrouwen heb ik er niet in, de plu gaat mee.

Het is stil buiten, met uitzondering van de ganzen en smienten. Het is duidelijk dat er ‘leven’ in de lucht zit… of in de onderbuik 🙂 De ganzen en zwanen zijn zeer alert op elkaar. De nestplaatsen worden nu al verdedigd. De smienten zijn stelletjes aan het vormen. Gelukkig zijn het duikeendjes! Zes mannetjes die allemaal gecharmeerd zijn van één vrouwtje… pppffttt, ze duikt onder en geen idee waar ze weer omhoog is gekomen 🙂 Maar deze vertoning zal nog weken te zien zijn, voordat ze weer vertrekken. Het zijn de vaste wintergasten, die elders broeden. De wilde eenden hebben zo te zien hun keus al gemaakt, daar zie ik allemaal stelletjes van zwemmen. Alleen de fuut is nog moederziel alleen, zijn of haar roep is duidelijk te horen boven de herrie uit. Ja, het gaat nu snel. De natuur staat op springen. De kleine bloempjes van de hazelaar heb ik vorige week al op de foto gezet. Die prachtige knalroze bloempjes bovenaan de stuifmeelkatjes worden makkelijk over het hoofd gezien. Voor mij zijn ze de eerste voorjaarsbloeiers 🙂

Gister waaide het nog flink en nu is het windstil. Het water ligt er strak bij… als niemand door de spiegel zwemt. De weilanden zijn goed bezet door de ganzen, er wordt heel wat afgegraasd hier.

Al snel ben ik in het buitengebied en ik loop snel naar Uriël, ik heb beloofd om met een uur weer thuis te zijn. Het is nog niet eens echt donker en de maan heb ik nog niet gezien. Het is grijs en nog te vroeg voor haar verschijnen boven de huizen.

Uit het bos komen twee mensen aangelopen, die willen vast voor het donker thuis zijn 🙂 Mijn weg leidt juist naar het bos. En de schemer loopt snel over in de avond. Op het wilgenlaantje aangekomen gaat mijn aandacht natuurlijk uit naar Uriël. Ik ben heel benieuwd welk woord ik vandaag van ‘m krijg. Ik trek mijn handschoenen uit en omvat zijn stammetje. Direct krijg ik ‘ontsnapt’. Mmm, ‘ont-snapt’… snap ik ergens iets niet 🙂 Of wordt ik niet gesnapt… begrepen of gepakt 🙂 Of ben ik ontsnapt aan iets… of ontsnap ik ergens aan, zelf uit eigen beweging? Wat een mogelijkheden schieten door mijn hoofd. Wel een prachtig woord, dat ik niet eerder heb mogen ontvangen. Het is ook duidelijk met een ‘t’, geen opdracht om te ontsnappen, maar eerder iets dat ik al hebt gedaan. Eens even op googelen (alhoewel ik Ecosia gebuik, geen google 🙂 ) Tjonge er kan een hoop ontsnappen: gas, water, lucht, iets aan de aandacht en natuurlijk ergens uit ontsnapt. Maar nog steeds valt er bij mij geen kwartje. Zou mooi zijn als dat te maken heeft met zo’n oud patroon… dat ik het in eerste instantie niet eens zie. Dat is niet voor niets het thema van deze maan. Ik ga dan ook voor “wat is er aan mijn aandacht ontsnapt?”. Dat is mijn vraag aan de kaarten die ik besluit te trekken… allereerst de Rider Waite. Bokalen 6… “Bekers Zes staat ook voor de ongelijke relatie zoals bijv. de ouder–kind relatie waarin de ene persoon de ander beschermt en beleert. De kaart kan ook het geven en ontvangen inhouden maar dan meer in de zin van dat wat je mee hebt gekregen in je opvoeding.” Dit stukje spreekt mij erg aan omdat ik nu mantelzorger ben voor mijn moeder. En na het overlijden van mijn vader afgelopen oktober is dat best een behoorlijke taak.

Het Modron Vrouwenorakel geeft mij de kaart ‘Weg van de overgave’ – Donkere maan van de overstroming (hoe passend!) De Lijsterbes – seksualiteit. Overgave nodigt mij uit om me te verbinden met het hier en nu en niet bang te zijn om te struikelen over het verleden. De lijsterbes is de boom van deze maan en nu verbonden met het schenken van nieuw leven ofwel seksualiteit. Extase en levensenergie horen daar ook bij. De Keltische naam voor levensenergie is nwyvre, waar stroomt mijn nwyvre lekker en waar wordt die geblokkeerd? ‘Toevallig’ is dit de enige kaart die niet klopt in dit deck. De afbeelding van de lijsterbes is geen lijsterbes, maar de bes van een Gelderse roos.

En als laatste trek ik een kaart uit het deck dat ik van een vriendin kreeg, “de maan”. Die geeft mij de “Eimaan (afnemende maan, energie stroomt naar binnen, rust, zelfreflectie, evalueren, loslaten of afstoten). Zorg en bescherming ; Dromen zijn boodschappen uit het onderbewuste. Welke droom durf je wel te volgen en welke niet? Luister actief naar dag- en nachtdromen”.

Bij alle drie de trekkingen zie ik de zorg voor mijn moeder terugkomen… beschermen en inderdaad beleren. Ze zit zo vol met zichzelf, haar angsten, haar paniek, haar totale afhankelijkheid van zorg (van mij en mijn man), haar onkunde, haar eenzaamheid, haar verzet tegen wat is. Heel langzaam komt er wat rust over haar. Haar woede- en paniekaanvallen heb ik al een paar weken niet gezien. Heel langzaam komt er wat rust. Wat niet wegneemt dat ze steeds eenzamer wordt. Alhoewel ze nu, na haar staaroperatie, minimaal 3x daags ‘bezoek’ heeft van buurtzorg 🙂 En morgen komt er een oud-collega van haar. En soms zegt ze dat het eten haar goed heeft gesmaakt 🙂 Eten is ‘besmet’ voor haar. Eten staat voor levensenergie en met haar doodswens (ze wil naar mijn vader) staat ‘eten’ daar haaks op. Mijn vader kookte de laatste 30 jaar 🙂 de keuken en de boodschappen waren zijn domein. Maar ook hier zie en hoor ik kleine veranderingen komen, het smaakt. En ik, ik hou mezelf goed in de gaten, dat ik mijn grenzen goed bewaak en de negativiteit niet ‘binnen’ laat komen. Er is veel verdriet, eenzaamheid en woede om me heen… maar niet in mij. Ook mijn band met mijn moeder, die niet geweldig was in mijn jeugd, ik was meer een vadersdochter :-), is een dingetje. Het was altijd zaak om de zin en mening van mijn moeder te delen, dan was het leven het makkelijkste. Ze kon je ‘straffen’ als je ergens iets deed wat niet in haar straatje paste. Doodzwijgen was zo’n probaat middel. Of het totaal afwijzen van mijn vriend (ondertussen al 29 jaar mijn man) en hem de toegang tot hun huis verbieden. Nee, het was geen liefdevolle moeder. Haar wil was wet, voor ons kinderen, maar ook voor mijn vader. Het is soms best wel eens moeilijk om liefdevol voor haar te zijn. Maar dat gaat me steeds beter af. Vooral als zij wat relaxter en positiever in het leven staat. Pijn, verdriet en eenzaamheid mogen er zijn… maar woede, venijn, negativiteit geef ik geen aandacht. Ik troost niet, alles mag er zijn. En ik merk dat ze steeds vaker haar eigen negativiteit opmerkt en een halt toe roept 🙂

Ook al die oude gevoelens mag ik loslaten en haar beschouwen in het hier en nu.

Maar wat is er nu ontsnapt… of wie is er ontsnapt? Ik ga maar eens slapen, eens kijken of een droom helderheid brengt.

Ik krijg er niet echt een vinger achter. Misschien toch weer de coachingspraktijk? Dat ik coachen heel gaaf vind om te doen, dat ik er goed in ben… maar dat ik er geen geld voor vraag. Want werken is voor mij nog steeds: fysiek moe worden. Coachen is fijn en mooi… maar ik word er niet moe van. Mag ik geld vragen voor het geven van aandacht aan iemand? Mag ik geld vragen voor luisteren naar iemand? Ik vind dat nog steeds vreemd aanvoelen. En als iemand nu geen ruk opschiet met mijn coaching, dan is dat toch weggegooid geld? Ik blijf hier nog steeds om de hete brij heendraaien. Ergens ontsnapt er hier iets aan mijn aandacht 🙂 Het is een vak, ik heb er de dure opleiding voor gedaan, ik heb een prachtige coachingsruimte, mijn cliënten zijn heel tevreden… wat mis ik hier? Misschien de zekerheid van het inkomen dat ik nu verdien? Moet ik dat loslaten om te coachen? Dat is eigenlijk wel de bedoeling 🙂 15 februari komt er weer een nieuwe cliënt. Natuurlijk gratis… via de FB groep ‘sisters geven en nemen’. De hulpkreet van een vrouw kwam mij onder ogen en via een PBtje gaf ik aan haar te willen helpen, en ze reageerde al vrij snel. Misschien ga ik binnenkort eens geloven in mezelf als coach, misschien dat ik dat nog mis. Want er zijn legio mensen die goed kunnen rondkomen van hun coachingspraktijk.

Ik ga even een ander patroon gestalte geven… een wandeling van 1,5 uur 🙂 Kan nog net voor het eten!

En dan is het alweer vrijdag, meer dan een week geleden dat ik van mijn wijze Uriël het woord kreeg 🙂 Hihihi, ‘het woord krijgen’, dan mag jij het gaan zeggen. Dan mag ik gaan zeggen wat er aan mijn aandacht ontsnapt… tja, dat dus. ‘Dat’ is waarschijnlijk nog steeds een ‘blinde vlek’, een oud patroon dat onderdeel van mijn persoonlijkheid is geworden… een ‘zo ben ik nu eenmaal’- trekje. Heb ik zulke ‘blokkerende’ trekjes? Ik kom echt niet verder dan mijn weerstand om geld te vragen voor betrokken gedrag… misschien als ik meer totaal onbekenden coach, dan zal het misschien niet zo vreemd zijn om geld te vragen. Nu coach ik mensen die ik al zijdelings of goed ken, dan is dat waarschijnlijk toch anders… I think.

Ik gooi voor nu de handdoek in de ring en stap terug naar mijn plek aan de stam van Uriël, op 28 januari 2021. Met dit mooie woord in gedachten vervolg ik mijn weg door het bos. De maan heeft zich een moment laten zien, wazig. Prachtig om haar even te zien maar echt duidelijk wordt ze niet. De foto van haar is een heldere vlek aan de hemel. Net als het woord naderhand, prachtig om te krijgen maar wazig en moeilijk om duidelijk te krijgen. Mijn weg leidt naar de dijk, en tijd om een stukje verder te lopen ontbreekt. Hopelijk kan ik volgende keer weer gewoon na het eten, in de avond, lopen. Ik stap lekker door en als ik vlakbij huis ben, ruik ik de kookkunsten van manlief al. Hij staat lekker te kokkerellen in onze nieuwe keuken. Wat een groot goed om zo’n lieve, zorgzame, hard werkende en gezonde man te hebben <3 Het is me al zo ‘gewoon’ dat hij er is en dat hij doet wat hij doet. Misschien is dat nog wel mijn grootste ‘blinde vlek’. Dat ik mijn handjes mag dichtknijpen zo’n geweldige lieverd naast me te weten, in voor- en tegenspoed. We hebben daar beiden hard voor gewerkt, het kwam niet vanzelf. Dat dit gegeven me nooit – aan mijn aandacht – mag ontsnappen. En dat ik het nooit als vanzelfsprekend mag aannemen… want het kan zomaar ‘over’ zijn. Laten we er met volle teugen van genieten in de wetenschap dat ook dit eindig is. En dat maakt het nog waardevoller <3 Volgende week wordt mijn liefde 67 jaar. En dat gaan we mooi vieren!! Corona of geen corona.

Liefs, Loes

Grappig als ik het woord ‘ontsnapt’ nu zou kunnen plaatsen. De toetreding tot Ad Fontes is het ‘m niet geworden. Na het laatste gesprek kwam er nog een verzoek van twee oude leden van de groep om een gesprek te hebben. De dames hadden zich duidelijk niet voorbereid op mijn ‘verhaal’ en wisten soms niet waar ik het over had. Het was voor hen duidelijk een ‘kijken wat voor vlees we in de kuip hebben’ -treffen. Puntje bij paaltje was ik te opvallend, te zelfverzekerd, zo’n vrouw die het allemaal al wel weet… en waar we er al genoeg van hebben in de groep (coaches). Deze feedback werd duidelijk onder woorden gebracht en was voor mij ook duidelijk. De andere vrouwen waar ik gesprekken mee had waren prettig in tegenstelling tot het éénrichtingsverkeer met de, vooringenomen, oudgedienden. De dames hebben echter een andere reden als terugkoppeling gegeven naar de staf. Ik zou niet beschikken over zelfreflectie en ik mocht me weer aanmelden als ik wist wat dat inhield. De grootmeesteres wist ook niet goed wat ze met deze terugkoppeling moest. En mijn terugkoppeling dat er gezegd was dat er al genoeg coaches in de groep zaten en dat ze die zelfbewuste, alles wetende vrouwen eigenlijk zat waren, werd niet herkend als reflectie van de dames. Ik heb de grootmeesters alle wijsheid gewenst, met een duidelijk onderliggende onvrede in de groep. En eigenlijk ben ik, nu achteraf, blij dat ik ontsnapt ben uit een groep met onuitgesproken onderliggende irritatie. Ik ben en blijf toch maar liever die einzelganger die het bos in trekt en daar mijn reflecties doet bij die prachtige volle maan… die een reflectie is van de nu zó gemiste zon.

Er is nu een waterig zonnetje en ik ga zo voor mijn korte wandelingetje, eens kijken of ik iets verder kom.

Nou, ik ben behoorlijk ver gekomen! Ik heb mijn volle maanwandeling gedaan op tempo 🙂 dat is iets van 3,5 km in het buitengebied hier. Flink doorgestapt en goed op mezelf gelet. Fysiek kan ik het weer goed aan. Maar samen met iemand (die het voorstelde) doe ik liever niet, teveel prikkels en ik ben een alleenwandelaar. Even bij B8 langs geweest (Uriël is niet meer) en kreeg “Zeer” van ‘m. Was hij nu zeer verheugd of deed het hem zeer mij zo te zien? Ik krabbel wel weer op, op een zeer hoog tempo 😛 Van de week eens een winkel proberen, dat doet nu nog zeer 🙂 ook dat loslaten. Angst voor de angst is het ergste, dan houdt het zichzelf in stand.

Als cadeautje zag ik de eerste hazelaarbloempjes aan de takken zitten… een maand eerder dan gewoonlijk. Maar wat wil je ook met temperaturen die bij maart horen, op 3 januari!

Nou, ik kan niet beter afsluiten dan iedereen een gezond 2022 te wensen <3

Liefs, Loes

Geplaatst in Volle Maan Wandelingen | Getagged , , | Reacties uitgeschakeld voor Volle maan van de overstroming

Je eigen altaar

Je begint net met wicca, en je wilt het helemaal volgens de regels doen. Natuurlijk wil je een altaar, maar wat moet er allemaal op staan? Dat ligt er maar aan wat voor soort altaar je bedoelt, en waarvoor het dient. Het woord heeft meer betekenissen. Een toelichting, en een toetje, niet alleen voor beginners.

Als wicca een examenvak was op school, wat zou dan het antwoord zijn op deze vraag?
Wat er op een wicca-altaar hoort te staan is:
a. niets, tenzij je bezig bent met een ritueel
b. attributen die horen bij het seizoen
c. dat hangt ervan af waarvoor het altaar bedoeld is
d. offergaven
e. de laatste trends uit de wiccawinkel: een LotR-zwaard, een Avatar-beeldje.

Meubelstuk
Het juiste antwoord, daar kun je verschillend over denken. Laten we het houden op c. Het woord ‘altaar’ heeft immers meerdere betekenissen. Van oorsprong is een altaar een tafel waar rituele handelingen worden verricht, zoals het brengen van offers aan geesten of goden. Het altaar in wicca heeft ook die betekenis van ’tafel waar rituele handelingen worden verricht’, het meubelstuk waarop je de benodigdheden plaatst voor een ritueel, tijdens het ritueel. Afhankelijk van de traditie waartoe je behoort, kan het nog enigszins verschillen wat er allemaal thuishoort op je altaar. Meestal dingen als een pentakel, kelk, je athame, staf, kaarsen, eventueel beeldjes die de goden symboliseren, zout en water, en misschien de wierookbrander, als die niet ergens naast je altaar hangt. Je Book of Shadows kan er een plek vinden, en eventuele andere spullen die je tijdens dit ritueel nodig hebt, bijvoorbeeld een tarotdeck, of dingen die bij het seizoen passen. Als je klaar bent met het ritueel, ruim je de spullen weer op. Die zijn niet bedoeld als uitstalling, en je wilt niet dat iedereen eraan kan komen. Antwoord a. is dus ook goed, en is ‘het juiste’ als je uitgaat van de oorspronkelijke betekenis van ‘altaar’ in wicca.

Seizoenstafel
Zo langzamerhand is echter die betekenis verschoven, zijn mensen ook het woord ‘altaar’ gaan koppelen aan wat je ook een ‘seizoenstafel’ zou kunnen noemen, of een ‘seizoenentafel’, door het jaar heen. Om zo’n plek te hebben, hoef je geen heks te zijn. Ook in antroposofische kringen is het heel gebruikelijk om stil te staan bij wat jet seizoen betekent en daar op een plekje in de woonkamer aandacht aan te geven. Om te weten wat er bij het seizoen hoort, ga je eerst eens goed om je heen kijken op een plek waar je ‘het seizoen’ goed kunt bestuderen: buiten. Daar vind je dan misschien ook dingen die je een plekje zou willen geven. Wat blijkt: in de winter is het kaal, en dan zie je vooral structuren. In het voorjaar komt er weer nieuw leven tevoorschijn, in de vorm van pril groen, gele bloemen en lammetjes. In de zomer schiet het gewas hoog op, er zijn bloemen en vruchten. En in de herfst begint het oogsten pas goed vooral van noten en appels en peren. Dat is een wel hele simpele indeling van het jaar, maar je begrijpt de bedoeling. In werkelijkheid struikel je de ene keer over een kei met een gat erin, en komt je een andere keer een veer toewaaien, of je staat oog in oog met een dauwbepareld spinneweb. Dat web krijg je nog nioet zo makkelijk mee naar binnen zonder het te beschadigen, en als je een spin in huis hebt, wil die vast geen web weven boven je altaar, en zelfs als dat zou lukken, dan komen die druppeltjes nog niet vanzelf tevoorschijn. Maar misschien kun je een mooie foto vinden van zo’n web als je gezien hebt, en kun je die gebruiken. Het mooie van een seizoenstafel is dat de meeste huisgenoten het concept herkennen en accepteren, ook als ze wicca niet zo zien zitten.

Materiaal
Het hele idee van een seizoenstafel is dat je die inricht met wat je opvalt in de natuur, en met symbolen van wat er in dat jaargetijde speelt. Je kunt een standaardsetje verzamelen voor elk seizoen, en ieder jaar opnieuw dezelfde beschilderde houten eitjes ophangen aan een tak kronkelwilg. Niets mis mee, er zit ook kracht in herkenbaarheid, en het had vroeger een grote charme dat jaarlijks dezelfde doos met kerstspullen van zolder kwam, en ieder beeldje uit het stalletje uit z’n eigen papier gehaald werd en z’n vaste plaatsje kreeg – mijn ouders waren katholiek. Maar het is ook leuk om er wat meer aandacht aan te besteden, en om steeds nieuwe dingen te maken. Gebruik natuurlijk materiaal, zoals brooddeeg en echte schelpen, vers geraapte kastanjes en eikels, en uitgeblazen eieren die je met speciale verf beschildert. Als je een zachte sfeer wilt, met kabouters en andere elementalen van wol en vilt in pasteltinten, gebruik dan een antroposofisch werkboek om ideeën op te doen. Leuk ook als je kleine kinderen hebt, of met enige regelmaat op bezoek krijgt. Maar er zijn hele andere mogelijkheden om een seizoenstafel in te richten naar je eigen smaak. Ga aan de slag met dat brooddeeg, of een pak klei, of schildermateriaal. Of begin met een lijstje of doosje en verwerk daarin wat je hebt liggen. Het hoeft niet voor de eeuwigheid: neem een houten raamwerk en verwerk daar het lange gras in dat je hebt geplukt in het duin (controleer jezelf op teken als je klaar bent) en vlecht er de dingen tussendoor die je verder hebt meegenomen: een muizeschedeltje, een afgekloven denneappel, de veer van een uil en een afgebroken takje van een braamstruik, met wat onrijpe bramen eraan.

Huisaltaar
Mensen gedenken van alles, en vaak in de vorm van een altaar. Gebeurtenissen, en mensen die ze gekend hebben bijvoorbeeld. Zet een foto neer van een overledene, en een kaars ernaast, en eigenlijk heb je dan al een altaar. Omdat veel mensen er behoefte aan hebben om er wat meer van te maken, is er in de uitvaartwereld tegenwoordig een aardig aanbod ontstaan van kant-en-klare altaartjes, en er worden workshops georganiseerd waarin herdenkingsdingen worden gemaakt van allerlei materiaal. Meestal kun je foto’s en voorwerpjes verwerken in zo’n altaar, en soms is het speciaal gericht op textiel en knopen (van de lievelingskledingstukken). Je kunt er ideeën uit opdien, en je kunt de multiplex altaartjes ook gebruiken voor een ander doel dan om een overledene te gedenken. Er zijn ook webwinkels met ‘wicca-artikelen’ met een beperkt aanbod aan altaarmaterialen.
Een aantal websites is te vinden in de websiterubriek achterin dit nummer. (In 2022 is alleen www.Huisaltaar.nl nog actief). Ook een tafeltje, kastje of plank kan de basis vormen voor je altaar.

Speciale altaren
Wat je ook kunt doen, als je zo bezig bent met kleine altaarmodellen, is een altaar inrichten voor elke windstreek. Wat gebeurt er in je ritueel als je extra aandacht besteedt aan de vier windstreken afzonderlijk? Geeft het je een sterkere connectie met een windstreek als je de moeite neemt om symbolen te verzamelen en die mooi neer te zetten op de bestemde plek in de cirkel? Zou dat ook werken als je een connectie hebt, of zoekt, met een godin of god? (Let op: weet met wie je in zee gaat. Leer een godheid kennen voordat je die uitnodigt of beloften doet). Je kunt je door de kant-en-klare modellen laten inspireren om een altaar te ontwerpen en zelf te maken, misschien samen met een handig familielid. Schilder het naar eigen smaak en stijl. Afhankelijk van model en formaat, kun je er ook andere materialen bij gebruiken. Een doek als altaarkleed in een bepaalde kleur voor elk jaarfeest – of elke windstreek, of passend bij een godheid – bijvoorbeeld. En je hoeft je niet te beperken tot een altaar in huis of in de cirkel. Gebruik er landschapselementen voor, zoals keien, en betrek er toepasselijke planten bij, bijvoorbeeld kruiden.

Aandacht
Een altaar is een focus voor je rituele activiteiten. Niet alleen in de cirkel, maar ook bij meditatie kun je daar bewust mee bezig zijn. Je kunt ook een klein ritueel maken rondom je altaar, door het bijvoorbeeld regelmatig schoon te maken, als je wilt met een speciale plumeau of stofdoek, en door er regelmatig iets nieuws aan toe te voegen, en er eerst bij stil te staan wat dat nieuwe ding te betekenen heeft, hoe het in verband staat met wat er al stond, en door eventueel ook iets anders weg te halen. Je kunt wierook branden op je altaar of een kaars aansteken als je gaat mediteren. De aandacht voor je altaar – en eigenlijk voor wat het betekent, waar het symbool voor staat – is jouw offergave. Je altaar is een teken van iets anders, een symbool voor je betrokkenheid bij je religie of een bepaalde godin of god. Het altaar zelf is maar een ding, en hoewel het vast helpt als je er zorgvuldig en met eerbied mee omgaat, je huisgenoten herkennen het misschien niet als iets dat speciale betekenis heeft voor jou. Zet iemand een koffiekopje op je altaar, spring dan niet direct uit je vel. Je kunt uitleggen dat je dat liever niet hebt, en waarom, of denken dat het niet zo erg is, en dat kalmte in deze situatie meer respect toont voor de bedoeling van het altaar, en dat ruzie daar juist tegen in zou gaan.

Voorbeeld lucht
Stel dat je een altaar voor lucht wilt maken, dan zet je dat in het oosten. Maar wat zet je erop? Symbolen voor lucht uiteraard. Ook als je nog weinig kennis hebt van symboliek, kun je er een aantal symbolen bij voorstellen. De lucht is het domein van vogels en andere vliegende wezens, insecten. Een veer of vlinder(decoratie) kunnen er heel goed een plek vinden. Ruiken en horen gaan via de lucht, en wierook zowel als geluid hebben dus hun associaties met lucht, net als parfum en andere geuren, bijvoorbeeld sterk ruikende bloemen en planten: munt, maar ook de tabaksplant en muurbloem buiten en fresia’s binnen. Geluid doet je misschien aan muziekinstrumenten denken, maar sommige instrumenten hebben vooral een sterke connectie met een ander element. Speciaal bij lucht passen de blaasinstrumenten (fluit!) en de snaarinstrumenten (harp) en ‘windchimes’ die door de lucht bewogen worden en daardoor geluid voortbrengen.

Er zijn nog veel meer associaties mogelijk met lucht. Lees het artikel over lucht in het Wiccan Rede-archief, maar begin gewoon met een altaar, verzamel erop wat jij passend vindt, en ga erbij mediteren. In huis kun je een plekje vrijmaken op een plank, of een speciaal altaartje maken in etagèremodel, of wat dacht je van een mobile of andere hangende dingen? Buiten kies je voor een plek op het oosten, op een heuveltje, of een plek waar de wind door een pol riet of de kruin van een boom waait.

Voorbeeld Holle
Wil je nader kennis maken met de godin Holle, ook wel Vrouw Holle, Mutter Holle of Perchta genoemd, dan kun je een altaar inrichten in wit, omdat dat haar kleur is. Een spinnewiel of spintol zou er een plekje op kunnen vinden, maar misschien is het belangrijker dat jij je gedrag aanpast ter ere van haar, en ijverig huishoudelijke karweitjes gaat doen. Lees het sprookje, in zoveel mogelijk variaties, en probeer meer te weten te komen over de godin. Vul je altaar aan met symbolen waarvan je hebt gevonden dat ze bij haar horen. Mediteer, stel vragen aan Haar zelf. Let in je dagelijks leven op tekens die naar haar zouden kunnen verwijzen. Ineens strijkt er een groep ganzen neer op het fietspad waarover je dagelijks naar je werk fietst. Wat zegt de gans je? Is er een speciale boodschap, of herken je er iets in van jezelf? Hou je altaar schoon. Schrijf een verhaal over Holle, net de hand en met pen, in je netste handschrift. Of handwerk iets: weef, haak of borduur iets moois. Bedenk waarom wit haar kleur is. Vul je altaar aan als je iets nieuws hebt ontdekt. Als je genoeg gevonden hebt over Holle, bedenk dan wat je doet met het altaar en de spullen die je hebt verzameld. Wordt het een permanent altaar, of ruim je de dingen op? Neem een bewuste beslissing, laat het niet verslonzen. Misschien wil je tijdens de ’twaalf nachten’ in de winter het altaar opnieuw opzetten?

Voorbeeld herfst
Dit is het seizoen van de oogst, maar ook van het vallen van de bladeren, van het teruggaan naar de kern. Je kunt je altaar inrichten met een rijke oogst aan noten en vruchten, met poppetjes en dieren die je van kastanjes en eikels maakt, en met asters of chrysanten. Je kunt herfstbladeren verzamelen op straat en die eerst drogen en plat maken in een telefoonboek en later op je altaar leggen, of er iets mee maken (collage) of iets mee versieren (spanen doosje). Ga er vooral voor naar buiten, door weer en wind, om dingen te verzamelen. Voel hoe de wind aan je haren trekt, laat je nat regenen, of ga er ’s morgens vroeg op uit om de dauw te zien op de spinnenwebben, en de spinnedraden op je gezicht te voelen. Pluk de laatste bloemen of de laatste tomaten in je tuin. Zie hoe het jaar teneinde loopt, hoe de bladeren verkleuren en afvallen en de bomen kaal worden. Zie hoe de paddestoelen opkomen op de composterende massa. Zie hoe het leven zich terugtrekt: de planten in de grond, en soms in de knoppen aan de takken, en hoe vogels zich klaarmaken voor hun reis naar het zuiden. Zie hoe de zon elke dag later opkomt en vroeger ondergaat, en voel hoe het kouder wordt. Bedenk je hoe het vroeger was, om te leven in dit land zonder centrale verwarming, zonder het soort huizen dat we nu hebben. Verbind je in gedachten met je voorouders. Zoek contact met hen tijdens Samhain. Zet eventueel een foto van een voorouder op je altaar. Mediteer voor je altaar in de kou en in de schemering. Voel je verbonden met je voorouders, naar ook met degenen die na jou komen. Denk niet alleen aan je fysieke familieleden, maar ook aan je geestverwanten. En bedenk hoe de herfst in het jaar past, en onderdeel uitmaakt van de cyclus. Zoek ook daar symbolen voor om op je altaar neer te zetten.

Trends
Je ziet, je hebt geen duur Lord-of-the-Rings-zwaard nodig. Ook een staf met edelstenen is niet noodzakelijk, evenmin als een gouden of kristallen kelk. Belangrijker is uit te gaan van dingen die voor jou betekenis hebben, en dat kunnen heel goed zelfgemaakte spullen zijn. Beter zelfs dan gekochte, want in de dingen die je maakt, keg je een deel van jezelf, van je motivatie, je wil en je persoonlijkheid. De materialen die je gaat gebruiken in de cirkel, tijdens je rituelen, hoeven niet te voldoen aan de laatste mode, maar die moeten zo goed mogelijk ‘werken’. Probeer in ieder geval zoveel mogelijk van jezelf te leggen in de ‘wapens’ die je gebruikt in je rituelen. Als je dingen koopt, maak ze dan energetisch schoon. Zorg dat je materiaal op jou is afgestemd.
Natuurlijk kun je gebruik maken van winkels met ‘heksenartikelen’, ‘wicca-winkels’ op internet of in steden en de kraampjes op grote evenementen. Je kunt er ideeën opdoen, en je kunt er dingen kopen die je erg mooi vindt, en misschien dingen die je zelf niet zou kunnen maken. Maar bedenk dat er heel veel is dat je zelf kunt maken, met een beetje moeite, en dat het resultaat best mooi kan worden. Hou vooral het doel voor ogen. Heb je een altaar om ermee te showen, of heb je het omdat het iets voor je betekent? Bepaal daarop je keus van dingen die je erop wilt zetten.

Plankje met water, brandende kaars, wierook en wat natuurlijke spulletjes als mini-altaar

Reisaltaar
Als uitsmijter wil ik je een idee meegeven dat ik opdeed in het Catharijne-convent, het religieuze museum in Utrecht. Daar zijn namelijk een aantal ‘reisaltaren’ te vinden. Meestal een combinatie van koffer en kast met een set katholieke attributen in tin, bijvoorbeeld een kelk en een schaaltje voor de hosties. Het idee dat je een altaar mee kunt nemen, heeft mij niet meer losgelaten. Van andere heksen heb ik inmiddels ook gehoord dat zij een reisaltaar hebben, en als je een keer buiten gaat werken en de glazen windlichtjes voor je kaarsen zijn kapot gegaan tijdens de reis, dan wil je er waarschijnlijk ook een.

Bedenk eerst welke spullen je mee wilt nemen, en of dat steeds dezelfde dingen zijn, of dat je er per keer nog iets aan toe wilt voegen. Hoe gebruik je die spullen buiten? Zet je ze in de aarde, gebruik je een doek, of heb je een tafeltje bij je als je buiten een ritueel doet? Hou rekening met alles dat je mee zou willen nemen, misschien met uitzondering van je bezem. Ga dan op zoek naar een koffer of kist of iets anders van stevig materiaal, waarin de kwetsbare artikelen heel blijven tijdens het vervoer. Zoek bijvoorbeeld naar een fotokoffer, met metalen buitenkant en aan de binnenzijde schuimrubber tegen de onder- en bovenkant, en een interieur dat je naar eigen smaak kunt inrichten met schotjes die met enigszins stootwerend materiaal zijn bekleed. Misschien voldoet een beautycase ook. Kijk naar speciale koffers voor naaigerei, gereedschap of visspullen, kratten voor (verhuizing van) glaswerk en naar picknickmanden om op ideeën te komen en zoek ook de zolder af bij jezelf of in je ouderlijk huis. Er zijn constructies die op verschillende manieren uitklappen, en diverse draagwijzen. Natuurlijk kun je ook zelf gaan knutselen, of iemand lief aankijken die dat voor je kan doen. Met multiplex en beschermende laagjes leer of stof daarin geplakt, kun je een kistkoffer op maat maken. Hou er bij de indeling rekening mee wat de bovenkant is tijdens het vervoer en wat tijdens het gebruik. Kun je de koffer tevens als tafel (altaar) gebruiken? In plaats van een harde buitenkant is ook een ‘rol’ van stof met vakjes een mogelijkheid. Als jij een handig reisaltaar hebt ontwikkeld, deel dan je ideeën met ons.

Artikel overgenomen uit de papieren editie van Wiccan Rede, jaargang 31, nummer 1, Lente/Beltane 2010

Geplaatst in Artikelen | Getagged , , | Reacties uitgeschakeld voor Je eigen altaar

Commentary on Prof. Carlo Ginzburg’s book: ‘Hexensabbat – Entzifferung einer nächtlichen Geschichte’

Commentary on Prof. Carlo Ginzburg’s book: ‘Hexensabbat – Entzifferung einer nächtlichen Geschichte’ / ‘ Witches’ Sabbath: Deciphering a Night Tale’ (Wagenbach – revised Mar. 2005)

I recently read Prof. Ginzburg’s book about the witches’ sabbats.

It’s incredibly detailed and leads the reader through a wide range of antique tales as well as many examples of shamanic beliefs from Europe to Asia. It was easy to loose the thread to that what I was actually interested in, which is, the question whether there is some sort of evidence for a practised (witch)cult in Germany (or rather, Central Europe) where a witch cult like Wicca could have been derived from.

I chose Carlo Ginzburg because in books about the witch trials he’s quoted almost everywhere but always cut off from its context. It’s the same with Burchard von Worms. I’m still on the track to find out more about him. (See Silvia’s article in Wiccan Rede Online, “The attitude towards witches in the past and the background of the witch trials in Germany –” link can be found under references)

Prof.Ginzburg adds an exceedingly extensive list of quotations that show that there are very contradicting interpretations and opinions about many things which are concerned with witchcraft and/or any other cultural developments.

The book is called in German ‘Hexensabbat – Entzifferung einer nächtlichen Geschichte’ – the Italian original ‘Storia notturna. Una decifrazione del sabba’. It was first published 1989 but has been revised meanwhile.

It is a reflection on the backgrounds of the practices of ‘witches’ which they admitted during the witch trials – especially at the time when these were not forced by torture but reported more or less deliberately.

It includes an enormous amount of sources from Greek traditions and also of Siberian shamanic traditions. It explains as well how the pogroms against heretics, Jews and later witches came up (starting in France) and builds up a theory of why the belief in witches and fairies spread especially in certain areas like France, the Alps, parts of Germany and Scotland.

The discussion of the backgrounds is based on the files of secular and clerical trials or investigations.

Especially in the earlier period of the Middle Ages people who were accused of having contact with non-Christian groups or practising spells etc. were not necessarily tortured and as cruelly punished as in later times (most of the trials – the really bad ones – in Germany and the neighbour countries took place after the Thirty Years’ War).

This evidence has certain motives in common:

  • people reported having fallen into some sort of trance
  • they were led by either a dark female person or a goddess (with varying names)
  • they describe having changed into an animal
  • they admit having eaten human flesh (sometimes parts of themselves)
  • they report about the killing of animals
  • the goddess or leading person is able to heal the dead afterwards
  • they fly or ride to secret meeting places.

(Prof. Ginzburg points out a couple of more aspects but this would go too far here).

The files were written down in comparably late times. So it’s difficult to see proof in them that there was any sort of witch’s cult passed on from pre-Christian times until then. Obviously, this question wasn’t part of the investigation. So Prof. Ginzburg tries to construct a common past by putting these motives and elements together.

He describes the Benandanti as well because they ended up accused of the same things as the witches. They are described as having gone through the same procedure as the witches to get into a trance. The essential difference is that they understood themselves as witch hunters and were sent out to save nature while the witches went around to do harm to men and animals and to destroy the harvest.

Obviously, the witches had already been totally stigmatized during the late Middle Ages. They were definitely the ‘bad ones.’ While the Benandanti were active in Friaul in Italy there have been comparable examples in Slavic countries where werewolves (the good ones) fought against witches. There is no explanation why the witches were reduced to only harming the world around them.

Prof. Ginzburg works out a few points which should be seen in a common mythological context and where parallels seem to exist in unfamiliar cultures.

All the people reported that they fell into a sleep or deep trance caused by a drink. Many added as well that they were very thirsty and needed to drink a lot when they ‘came back’. Then they were led by a dark woman to whom they were connected, with different names like Richella, Artemis, Diana, etc. (depending on the different areas) to a strange meeting place. They used to fly or ride there.

Because of the characteristics featured Prof. Ginzberg assumes an old cult of matrons (there are a couple of statues of them especially in the west of Germany and in the countries around especially where the Romans settled).

Foto: Mediatus, 30. Juni 2010, https://de.wikipedia.org/wiki/Datei:Weyer_(Mechernich)_-_Weihestein_des_Caldinius_Firminius.jpg

A problem appears when looking for a link between Artemis/Diana and similar Mediterranean goddesses because they, the matrons,  were not connected to horses/ riding and/or to flying. He sees a sharing of characteristics towards the goddess Epona who was honoured in the Celtic parts of western Europe including the southwest of Germany. She is seen as a horse goddess (and of bigger cattle) besides other characteristics, and she was well known all around Europe. Concerning her symbols, she is a fertility goddess as well.

Following Prof. Ginzburg, there are aspects coming together which indicate an old cult of the dead. The persons who take part in the meetings have to travel to the underworld to go through a sort of initiation, to sacrifice and to be led by the goddess, to be born again.

Another hint is the imaginary eating of humans or drinking their blood. Not only in European but in shamanic traditions, far beyond, is the giving back of life to a person (or animal) killed beforehand and the typical characteristics of divine power. In many fairy tales, people/animals get killed or are trapped in a place and as soon as they are touched with a magical item (like a wand) they come back to life. Especially the motive of bones, sewn into an animals skin, appears quite often. They come back to life as soon as the goddess touches them with a magical tool. In many cultures, people who are born with the placenta/amniotic membranes still wrapped around their heads are said to have extraordinary qualities. This is called being ‘being born with a caul’  and is seen as a sign of good luck for both baby and parents. Parents and midwives in some cultures even dried and saved the caul as a good luck charm. According to Prof. Ginzburg, these motives are strongly connected.

Also according to Prof. Ginzburg, witches symbolize the underworld and the realm of the dead in the old traditions and are connected with the transition to another life. Like fairies, they were always connected to milk and blood, both essential for survival. It was a common thing to blame them for turning the milk sour. The animals in this tradition symbolized these processes.

They were especially active during the time between Christmas and New Year, this time being especially connected with the dead. It is a period that had an important significance in many cultures.

There seems to be a connection to still existing customs of dressing up as animals (like the Krampus figures e.g. people dress up as witches and animals, at Carnival for example, although this takes place later than the New Year festivities.

Prof. Ginzburg sees the origins of the death cult in Greek myths primarily and in shamanic rites in diverse places about the same time. In his opinion, these beliefs and traditions came together because the Scythians who were in contact with both transferred the traditions to the Celtic people. He thinks there are aspects of some archetypical transition as well as an oral passing on between the diverse cultures. These survived in cults in areas that were influenced by the Celts in the first place.

Apart from that during the Middle Ages, several groups of society became stigmatized. These were heretics who followed the Jews, who were in the first place. But after a while, the accused followers of the old cults were blamed as meeting at sabbats as well. Prof. Ginzburg sees an especial accumulation of witches’ trials in Celtic areas.

It’s difficult to see religion on its own in the examples which are described in the book. The process of death and rebirth on its own doesn’t make much sense without any context.

Nowadays we know that a long time before Christianity, there were shamans in western Europe as well, wandering in all directions and were in contact with each other. So there are more sources for spreading religious beliefs than the Celts.

It remains strange as well, as to why witches only seemed to have caused harm. I think this can’t be the centre of a cult. Why should it be so and what for?

After all, I think that we still don’t know whether there was a sort of religion that survived from olden times, the death cult being only a part of it. It is possible as well that only this part was still practised without further connection to anything else. It seems that the people who described to have taken part in flying said that something made them do it as if they were forced and didn’t follow it altogether voluntarily. There doesn’t seem to be a religious or philosophical background.

(Exhibition, Brughel’s Witches – photo Morgana 2015)

On the other hand, it has to be considered that all these things were written down by the people who accused them of having committed a crime, so they were not really willing to say much more.

Many documents were written many centuries after Burchard von Worms for example, and many details may have been lost. It can’t have been in the interest of any officials to admit that there was an existing death cult around ancient pagan goddesses. The Christian system couldn’t allow some sort of religious subculture.

In my opinion, it is strange as well that groups like the Benandanti and the accused witches used the same methods to get in trance. It seems that the only difference between them is the intention of their actions. The reasons for that are not really obvious.

In conclusion, I think that Prof. Ginzburg’s theories sound very plausible concerning the death cult and the belief about a goddess leading the humans (devil and demon worship appeared later). But I don’t think there is proof for a goddess and witch cult influenced by the Celts as an organized religious system. There may have been one, but we can’t be sure. And if there was one, I think essential elements must have been lost.

We also have to consider that Prof. Ginsburg’s book was written some decades ago. Meanwhile, we know much more about where and when different tribes of people were in contact. So there are certainly more aspects which have to be considered. And it will remain interesting what is still to be found out.

Nevertheless, his theories may lead us to have another look at some Christian as well as Pagan customs, such as the Eucharist, or even the Wiccan ceremony of Cakes and Wine. The (re)search goes on.

Silvia Schwikart, 13.04.2021

References:

** Silvia Schwikart: The attitude towards witches in the past and the background of the witch trials in Germany –

The attitude towards witches in the past and the background of the witch trials in Germany

 

 

Geplaatst in Boeken, English articles | Getagged , , , , | Reacties uitgeschakeld voor Commentary on Prof. Carlo Ginzburg’s book: ‘Hexensabbat – Entzifferung einer nächtlichen Geschichte’

Review: Lights, Camera, Witchcraft: A Critical History of Witches in American Film and Television

Lights, Camera, Witchcraft: A Critical History of Witches in American Film and Television
Heather Greene
Llewellyn, October 2021. ISBN 9780738768533

“There’s a little witch in all of us.” – This line from Practical Magic (1998, based on the 1995 novel of the same name) resonated with the 8-year-old me. My mother introduced me to this movie; It was her favourite, and it soon became mine as well. I cannot count the number of times we watched it together.

The ‘90s saw a revival of ‘witchy’ movies (and TV shows) and if you grew up with them as I did, you know how much of an influence they had. There was a shift in the portrayal of witches – from the ‘evil hags’ and ‘wicked witches’ that we were told about in Fairytales, to strong, empowered, beautiful women. That was truly an era of ‘kick-ass’ feminism. From the workplace to the music scene, TV shows and movies – women were at the forefront. It is no wonder then that this continued to this day. People are still very much drawn to Witchcraft. Whether it is something that makes them feel powerful, in control or simply gives them a sense of connectedness and unity; Witchcraft is currently increasing in popularity in the social media sphere.

The portrayal of Witches in the media has always been a subject close to my heart. I had studied the way women were portrayed in works of art, this included their portrayal in Fairytales and how that changed over time. I then wanted to focus my attention to present-day (social) media. As I furthered my research, I was recommended Lights, Camera, Witchcraft: A Critical History of Witches in American Film and Television by Heather Greene.

Heather Greene is a freelance writer, journalist and scholar. As I began reading about her work and ideas, it intrigued me to find that we have almost the exact same interests. Questions such as “In how far the Zeitgeist of each era has affected the portrayal of Witches in the media and vice versa. Has the portrayal of Witches in different media affected how people (mostly women) act in society?”

Lights, Camera, Witchcraft explores the history of Witches in television and media throughout the decades. This book is far from being a simple timeline of what happened when or simply a critical analysis of the witch. Greene explores each era in detail, making connections between the entertainment industry and gender studies, feminism, spirituality etc. It also uses critical theory to explore and critique different elements of the entertainment industry. In how far does the representation of Witches come from society itself on one hand, and in how far does that representation challenge the power structures of the time?

For example, let us look at the 90s. I do not know of a single young woman (in my circle), that grew up in that time that did not get influenced by how these witches were portrayed. They have all grown up with a rebellious streak – challenging the societal structures that are present today.

What sets Greene’s book apart is whereas a lot of different books out there on this topic will focus on the narrative of the witch or how “the witch” is characterized in for example comedies or horror movies, her work studies and focuses solely on “the Witch” as a character. A question she answers is “How did her appearance change depending on the decades and the socio-cultural and political climate?” Another interesting point is that she does not simply jump from decade to decade, but rather looks at the major changes that happened for example in the film industry. What were the big turning points and how did that affect “the Witch”?

Lights, Camera, Witchcraft is definitely destined to become a ‘cult classic’ – one of your go-to books if you are interested in any form of history of witches in American Culture. The book is around five hundred – 500! -pages long, which may seem like a lot but trust me you will binge each chapter just as you would your favourite Netflix show.

Ellfreya, January 2022

Further references:

Heather Greene is a freelance writer, journalist, and editor. She received a B.A. in film at Wesleyan University and an M.A. in film studies from Emory University. She also studied film and theatre at Cornell University and the University of Paris. She has written for Religion News Service, Turner Classic Movies, The Wild HuntCircle Magazine, Patheos.com, and other outlets. She is a member of Circle Sanctuary, Covenant of the Goddess, and the Religion Newswriters Association.

Heather Greene on her new book Lights, Camera, Witchcraft
9 Nov 2021 – John Morehead:

Geplaatst in Boeken, English articles, Recensies | Getagged , , , | Reacties uitgeschakeld voor Review: Lights, Camera, Witchcraft: A Critical History of Witches in American Film and Television