Shaking up your Magick

I’ve been exploring shaking recently. The kind of trance state that is sometimes associated with Seiðr (seething*) magic in the Norse traditions, or simply as ‘shaking’ within the Christian tradition (hence The Quakers et al). There are a couple of good books on the market which explore this approach, Jan Fries Seidways  and Shaking Medicine by Bradford Keeney (which comes with a nice CD of sounds to shake to).

Shaking trance turns up in many spiritual traditions, and there are many techniques you can use to get into that state. But as with most things in magic (especially in the DIY-punk-inspired style of Chaos Magic), no guidebook is as good as your own experience. Playing with this state I’ve discovered that, unsurprisingly, if I spend some time stretching (using yoga, tai-chi and other non-stylised movements) getting into the shaking trance is easier than if I plunge straight in. Sometimes a rattle helps, so there is a neat ouroboros feedback loop feedback from one’s own movements through sound and vibration (even if you’re shaking to pre-recorded sound) and back into movement.

Different shakes can arise. Sometimes they start at the periphery of the body, but for me, the deepest and most powerful ones start at the root – the dan tien[i], the muscles of the core. As with much martial arts practice the idea of allowing movement to arise from the belly, the spot we quite literally grow from (attached to our mothers via the umbilical cord), makes the movement of the arms and legs deeper and stronger than if the limbs are used in isolation.

The shake can go through phases. Faster or slower, moving the body around in the space or keeping it fairly static and merely vibrating; shivering on the spot. The rule is, feel into it and go with it.

So what’s the point? There are many different uses of shaking trance. There are the physical and psychological healing benefits. By shaking ourselves we unblock channels of lymph, energy, blood and mentation. We stir the blood and stimulate the organism with global sensation. Vibrations pass through the organs as well as along the arms and legs. We feel good.

Then there are the more clearly esoteric uses. Shaking trance can be used as a state to build ‘energy’ or ‘gnosis’ for acts of results magick, casting sigils and all that. But for my money, one of the most interesting features of it is the oracular or inspirational use of shaking.

In the context of Seiðr there is a sense in which this trance technique can be regarded as a passive process (as opposed to the more outward moving techniques of rune carving and singing known as Galdr). The practitioner is carried away by the vibrations of the body-mind; spontaneous glossolalia, song and even prophecy may arise. They may be a sense of the body changing into other animal or mythic forms, emotions well up, dislodged from the depth of the mind, floating up to awareness. So although the technique is one we deliberately employ there is very much a sense that the practice unfolds through the practitioner rather than originates from him or her. To use a metaphor derived from Indian esoteric iconography; we create the conditions for kundalini to strike up the Sushumna; we light the touch paper and our occult organism does the rest. We shake out obsolete patterns and dance into the Mystery.

Julian Vayne

(First appeared in “The Blog of Baphomet” October 21, 2012. Reproduced with permission. Revised Feb 2018)

[i] What is the Dan Tien? Dan Tien is one of three energy centers in the body. It is most important for martial artists and energy practitioners. In Taoism, martial art, Qi Gong, and Traditional Chinese Medicine, it is known to be the sea of Qi/Chi, the elixir field, or red field. It is also known as the Alchemical Cauldron. It is not only the storage or reservoir of energy, it is the connection to the rest of our body. Where does the human energy come from? The core. All power which mobilizes the body originates from the Dan Tien. Of all the areas in the human body, the Dan Tien is most important to spirituality because it is the source of vitality and health. It helps you to become magnetic, have greater stamina, be stable, vibrant, strong-willed, and have abundant health.

Geplaatst in English articles | Getagged , , , | Reacties uitgeschakeld voor Shaking up your Magick

Mijn lichaam riep

Wat is zelfbeeld? Hoe heeft een diagnose daarop invloed? Dit is een artikel over blinde vlekken, en dat die altijd een rol zullen blijven spelen. Hoezeer je ook streeft naar zelfkennis en bewustzijnsverruiming.

Mijn lichaam riep. Ik hoorde het wel, maar begreep het niet.
Uit elke vezel en cel welde een diep, diep verlangen op.
Naar iets. Een roep om vervulling.
Van wat?

Dacht altijd dat ik een gulzig type was, en altijd honger had. Soms was het roepen minder: in de stilte, in het holst van de nacht, met donkere maan. Zonder mensen, in een weids landschap. Aan zee, in de bergen, the middle of nowhere. Als ik mediteerde.

Ibiza (foto: Ishtar)

En bepaald voedsel dempte, al was het maar even, ook het roepen van mijn lichaam. Pure soep, zelfgemaakt, van bot en van groentes. Een perfecte avocado (maar hoe vaak tref je die, meestal vallen ze tegen, de beste houden de kwekers zelf natuurlijk). Mooie thee, precies goed getrokken. Een kom warme havermout met kaneel en frambozen. Maar echt genoeg was het nooit. Dus lonkten de chips en de koekjes, misschien hielp dat. Ook, even, maar na de eerste verdoving volgde altijd de kater.

Als ik niet oplette, in tijden van drukte en stress bijvoorbeeld, was ik constant aan het grazen. Het vroeg veel om dat niet te doen. Een dagelijkse strijd die ik lang niet altijd won. Hapje hier, koekje daar, mandarijntje zus, dadeltje zo. Proefstations in de supermarkt, merkpromotie op straat door het uitdelen van een reep of een drankje? Ik zorgde dat ik het kreeg, door dralen en rondjes draaien, zelfs door schaamteloos in de rij te gaan staan. “Jij houdt wel van gratis hè?” Dat was het dus niet echt. Maar ondanks al mijn reflecterende vermogens, al het trainen van mijn bewustzijn, al dat mediteren zag ik niet wat het dan wel was.

In een periode van angst en wanhoop liep ik halve nachten in een straf tempo, uren achter elkaar. Kilometers. Naast een baan in de horeca. Dat hield me rustig, voorkwam drama, het kalmeerde me voldoende om maatschappelijk te kunnen blijven functioneren, hield depressie op afstand. Fietsen, dansen, wandelen, de liefde bedrijven, een berg bedwingen (gewoon lopend, zodra er pikhouwelen en touwen aan te pas komen haak ik af), waden door de branding? Ik doe het graag. Is lekker. Dan voel je dat je leeft. Yoga is voor mij inmiddels zoiets als ademen: ik ben pas echt wakker na wat houdingen.

Mager ben ik nooit geweest, zelfs niet toen ik nog een slank meisje was. Dat ijle en lange en slanke, dat was wel mijn ideaal, maar zeer onbereikbaar. Ook toen ik nog maat 34 had, had ik iets vlezigs. Korte vingers en ledematen. Klein van stuk. Stevig vooral in de heupen en benen. Met mijn zwangerschappen kwam ik flink aan. Na de eerste lukte het me nog om terug op gewicht te komen, na de tweede ging dat niet meer. Ik weet dat aan een gebrek aan discipline. Dat stress een rol speelde zag ik ook wel, dat er iets ‘anders’ was voelde ik goed. Dat roepen van mijn lichaam, dat diepe verlangen naar vervulling maakte het zwaar om in beweging te komen op de manier waarop ik dacht dat het zou moeten. Dat het roepen mijn lichaam zwaar máákte, dat dat op zichzelf ook roepen was, dat zag ik nog niet.

‘De Gulzigheid.’ Gravure van Johannes Wierix. Collectie Rijksmuseum

Dus ik was gulzig, en discipline niet mijn sterkste kant, dacht ik.
Maar – sommige dingen doe ik wél moeiteloos en met regelmaat.

Dingen waar anderen dan weer van vragen ‘hoe doe je dat, hoe houd je dat vol?! Mij lukt dat niet!’ Mediteren bijvoorbeeld, ik doe het graag en vaak. Niet omdat het zou moeten, maar omdat ik daarin de stilte, de rust en de ruimte vind die ik zo nodig heb maar zo zelden tref. Door te mediteren geef ik toe aan een diep verlangen. Ik mediteer dus eigenlijk uit ‘gulzigheid’.

Sporten, ik hou er niet van. Sportschool en groepen, hou op schei uit. Het idee alleen geeft me rillingen over mijn rug. De opbouwende schema’s. Het tanden op elkaar, nog éven volhouden. Het ‘pijn is fijn, dan pas bouw je spieren op!’ Dromen uit, verstand op nul en mechanisch dóórgaan, zonder oog voor de ervaring. Ik kan dat niet, voel me erdoor ingesnoerd, wil spelen! Maar ik wil wel graag bewegen. En ik dacht dus, dat dát is hoe je echte prestaties neerzet, hoe je doelen bereikt, ergens komt. Vervulling vindt.

Maar wat ik ook deed, het bleef een gevecht tussen accepteren wat is, en werken aan wat kan.
Zo’n gevecht kost bakken met energie. Daar ben je dan zo aan gewend, dat je het energielek niet eens doorhebt.

Totdat ik kort geleden te horen kreeg dat ik een aandoening heb. Lipoedeem. Die mededeling zorgde voor nogal een shift in mijn zelfbeeld. Wat het met je doet als er wordt gezegd: chronisch, niets aan te doen. Mindblowing, zo’n mededeling. ‘Niets aan te doen’ slaat je behoorlijk uit het veld. Het is een zinnetje dat verlammend werkt als je niet uitkijkt. De week nadat ik het hoorde, was ik koud tot op het bot en sliep ik enorm veel. Kennelijk had ik veel te verstouwen, die mededeling was echt een shock.

Hoewel er feitelijk niets verandert – dit speelt al sinds mijn puberteit, in langzaam, met horten en stoten steeds toenemende mate – staat alles op z’n kop. Die shift heeft ook iets raars. De dag na de diagnose was er niet wezenlijk iets anders met mij aan de hand dan de dag vóór de diagnose. En toch ervoer ik een wereld van verschil.

Wat ik ervoer als fysiek normaal, blijkt gekoppeld aan een aandoening. Trainingsschema’s mogen aan de kant. Ideeën over mezelf moet ik, soms radicaal, bijstellen. Sinds ik een massage- en coachingspraktijk heb, zag ik mezelf als iemand die anderen helpt. Op de een of andere manier sloot dat uit dat ik zelf hulp nodig zou kunnen hebben. Echt afvallen zet ik beter uit mijn hoofd, maatje slank is definitief van de baan. Ik eet redelijk gezond, ik beweeg meer dan gemiddeld, en ik heb rondingen. Punt. Met dat alles hoef ik ‘eigenlijk’ niet méér dan ik al doe aan de slag. En met mijn discipline is minder mis dan ik veronderstelde.

Ik merk ook hoe sterk de patronen zijn die horen bij ziekte, aandoeningen, elke vorm van labels. Ja, het is een opluchting om te weten wat ik mankeer, dát ik wat mankeer. Dat geeft mij de ruimte, ik zou bijna zeggen: toestemming, om beter voor mezelf te zorgen (want dat is nodig voor mijn gezondheid). Maar van een aandoening kun je ook je identiteit maken, een excuus om dingen niet meer te doen. Want ja, “het ís nou eenmaal zo…”

In het Mauritshuis (foto: Ishtar)

Zo ongeveer een leven lang doe ik aan zelfreflectie, streef ik naar ‘gnothi sauton’, steeds ruimere zelfkennis. Het idee, of de hoop, is dan tegenwoordig toch dat je met al dat streven steeds beter wordt in zelfbewustzijn, en dat je op een goede dag klaar bent en jezelf volledig kent, en dus nooit meer grensoverschrijdingen toestaat of aandoet. Maar zo werkt het niet natuurlijk, het leven is, hoe graag we het misschien ook anders zien, geen lineair avontuur. Ja, deels. Elke minuut die je meemaakt, is voor altijd voorbij. Maar het circulaire van patronen, reacties en dergelijke speelt een minstens zo grote rol als het lineaire. We blijven in- en uitademen, inkrimpen en verruimen. We willen vast blijven houden wat ons bevalt, en vermijden wat onaangenaam is. We bouwen een wereld met en vanuit een bepaalde interpretatie, gevoed door onze opvoeders, de tijd en plaats waarin we leven. Het is verdomde moeilijk, soms misschien zelfs onmogelijk, om volledig uit die kaders te breken.

Ik zag mijzelf als gezond, maar gulzig. Tot ik te horen kreeg dat ik minder gezond ben dan ik dacht. En daarmee viel een hele serie muurtjes om van beperkende gedachten. Een heftige ervaring, vooral omdat het me deed inzien hoe onnodig hard ik al die tijd voor mezelf was geweest. Zo’n label verschaft helderheid, en kan in die zin verder helpen. Maar een label legt ook vast, beperkt, en in die zin verkleint het juist je mogelijkheden en wereld.

De opvallendste mindshift merkte ik een paar dagen na de mededeling op: het roepen vanuit het diepst van mijn vezels en cellen is gestild. Kennelijk is dit het, wat mijn lichaam mij al die jaren wilde vertellen. En wat ik maar niet verstond. Had ik beter kunnen luisteren? Anders? Meer op zoek naar het juiste antwoord kunnen gaan? Ik weet het niet.

Door deze ervaring realiseer ik me des te meer, dat we in onze maatschappij te weinig leren omgaan met onze intuïtie. Onze cognitieve vaardigheden worden (op bepaalde gebieden) stevig getraind. Onze fysieke motoriek komt ook nog redelijk aan bod, er wordt positief gereageerd als je druk bent met sporten bijvoorbeeld. Maar onze intuïtie leren we vooral passeren en uitschakelen. Zodat we als volwassene weer jaren bezig zijn om ook die intuïtieve spieren te trainen. Wat vaak raar wordt gevonden, zonde van je tijd, maar ook fascinerend. We spreken de taal van de intuïtie (dromen, symbolen, duiding van zintuigelijke sensaties) maar gebrekkig. Ook als we er ons wél uitgebreid in verdiepen. Ook voor intuïtie geldt, dat hoe jonger je hem leert spreken en verstaan, hoe groter je vaardigheden zijn.

Elzentakken en de maan (foto: Ishtar)

Lichaamsbewustzijn is mijn vak, en toch verstond ik mijn eigen lichaam niet. Ja, hoe professioneel je ook bent, over jezelf heb je altijd nog blinde vlekken. Een huisarts mag zichzelf en haar gezin om die reden ook liever niet onder behandeling hebben. Er spelen te veel andere banden en belangen om een nuchtere en heldere diagnose mogelijk te maken. Maar toch. Ik ben geschrokken van de enormiteit van mijn persoonlijke blinde vlek, juist op het gebied waar ik anderen mee help. Wel zal deze situatie mijn werkpalet uitbreiden, mijn vaardigheden en intuïtie en inzichten vergroten. Ik leer beter begrijpen hoe het zit met de blinde vlekken van mijn klanten. En de enorme brok bescheidenheid die ik in mijn schoot geworpen kreeg, die draag ik voortaan met me mee.

Ondertussen geniet ik van de nieuwe ruimte die is ontstaan met het vallen van de muren van mijn oude wereld- en zelfbeeld. Tot ook die nieuwe ruimte weer is opgevuld, en de druk weer zal toenemen, tot ook die begrenzingen zullen vallen. Enzovoorts. Ik adem in, en adem uit. Ik krimp in, en expandeer. Net als alles en iedereen om me heen.

Geplaatst in Artikelen | Getagged , , | 1 reactie

Nature Spirits and Drumming – the effects of music, voice, drums and instruments in ritual

For the last couple of months I have wondered why the Archangels do not come or answer when invoked while other witches are drumming. It was a curious bit of realization for me to notice; that no matter how you called them or what invocation you used, they did not manifest or make their presence known when folks were drumming. (I have witnessed this occurrence more than once)

I have clairvoyantly observed many elementals and fairies manifest themselves in the physical, as well as the tree spirits/dryads that have come out to see what is going on and dance and play when drums were sounded. The effects should not be mental as if some empty ritual, but the physical place, space and even lighting can be seen and felt physically when done properly; both with the angels and with the nature spirits. So why do the Angels seem to not manifest themselves when witches begin to sound their drums?

The first thing I should probably answer is, “how do angels manifest themselves?”

The angels do not usually manifest in full form or even out of the corner of the eye like the nature spirits and fairies do. This is because their bodies are made up of much finer materials and matter than the bodies of fairies, spirits and elementals that have astral bodies similar to humans. Typically, I will witness the angels manifest in a golden light that permeates a space or a room. This golden light is not the angel itself, but the matter that is needed so that the angels have the ability to manifest within and gently speak to us. (This may be why we probably have ages upon ages of drawings of angels with white billowy robes, golden crowns and golden/blonde hair?)

Because the angels are not terrestrial, we have to create a space in which they are able to manifest in. Fairies and nature spirits are of our terrestrial world and work within the astral matter – angels are not of a terrestrial nature. Because of this, there is only special ways you can call on them within the terrestrial sphere.

Within a selected and secluded space for ritual, the witch or theurgist can call the angels to manifest within that golden space of fine ethereal matter, which is produced by the body of a witch or theurgist that is capable of calling forth these particular particles of moving energy from out of their bodies. Not all witches have this particular ability, and in truth, more might have the ability if they work in a coven that develops this skill. To make a phone call, you need a phone. To speak with angels, you need to produce a space in which their presence can manifest within.

The space that seems to be best conducive to this type of working is a quiet, unfrequented place. This can be done in a number of ways, such as one way our coven uses in which the ritual area is sealed off ritually for twenty-four hours.

You would not want to call upon the angels in the busiest areas of your home – angels come in quietly, whispering their short messages to us for brief periods of time. In that space, they respond well to long taper candles – as the flame of a candle seems to be related to the particles that which makes up their bodies. Pleasing incense seems to be a big assistance to help with this work. The sorcerers of old would use fragrant woods within a thurible to make a thurible-fire that incense can be burned upon, but today, the self-igniting charcoals do the trick.

Now, let’s discuss why I decided to finally engage in these clairvoyant sessions of when the angels choose to manifest or not…

As I said, I noticed that the angels did not come when drumming was present, but other nature spirits did. Secondly, after witnessing this effect a number of times, I spoke about this topic with a couple of members of the coven at a birthday dinner. At our coven gather in the woods that we had this year in Maryland, we were talking about what classes, rituals or lectures we were going to present. One of the ladies of our coven, who is a wonderful drummer, said: “You guys don’t do any drumming do you?”

I responded with, “Correct, very little if any. In fact, most folks in our coven do not even own a drum. Even looking back on the generations of witches before me, they did not drum either!”

I also followed up with, “I’m not sure exactly why that is, but it would be a great thing for you to share – especially since it is something that most of the folks in the coven had not been attracted to or even interested in. We have witnessed witches having drum circles at other open pagan events, and even then, it seems like a far-out foreign concept to the methods of work that our coven is used to conducting. This class is definitely one that will introduce us to a possible new skill and tool!”

She agreed!

After this conversation, I knew that I had to think more critical of my observations about why the angels don’t respond to drumming and now add to that, why I find that I am not drawn to drumming. Why is most of our coven also not drawn to the practice of drumming?

The first thing we should always look to is the practical – firstly, it is not something that was part of our traditional Wicca line. We have no mention of drums and nothing our collected writings about drumming instruments either. Even without the presence of drumming, the magical hypnotic state occurs very quickly in our rituals in which an infusion of vitality bombards the vital body, which is of course wrapped and made up of astral matter.

Are there any instruments that we use that are mentioned?

Yes, the shofar or horn…

(Golden-Yemenite-Shofar)

We sound the shofar in our rituals and also bells are rung. These instruments, along with the sound of our voice, correctly applied to tonal calls and vibrations during invocations are part of the releasing of the power necessary for angels and spirits to have a space within the aether to manifest within. Also, I have noticed that fairies of the air element are closer to human intellect and one of the most common of nature spirits that we stereotypically think of when celebrating Beltane and such. They seem to respond very well to wind instruments and the shofar. I have also used a bull-roarer as well, made from apple-wood, to call up the fairies of the air. On top of that, angel magic is an important one to our coven, and these angels seem to respond very well to this.

Are there are any instruments that I have recently clairvoyantly observed will help with the manifestation of angels? I’ve found that most string instruments and wind instruments do the trick! (Come to think of it, maybe that is why we see cartoons with Angels playing a harp?)

(Angel with harp – La Sagrada Familia, Barcelona, Spain)

Instruments that rattle, shake and strike seems to attract water spirits and fairies. This is because of the sounds of rain and even crashing ocean waves as they beat down upon the shore.

The elementals of the earth – the earth fairies and gnomes – seem to be the most attracted by drumming. The rhythm of the thuds and beats are reminiscent of the work I have clairvoyantly seen them conduct in nature. The sound of hooves and walking, the sound of the heartbeat or pulse, the sound of deer in high speed or a slow and graceful walk all add to the heartbeat of nature.

What about the fire elementals? Well, they seem to not respond to any instrument in particular. This may be because of the special effect that fire has, being the only element that seems to always “rise up.” Heat ascends and takes condensation and vapour upward with it.

The one strange exception I have noticed with the earth elementals in the forest involves the tree spirits or dryads. These spirits are connected to the earth but have a unique spirit separate from the gnomes of the earth. The tree spirits also best respond to voice and wind instruments as they seem to love the breeze as it blows through their foliage. Drumming will also get the attention of tree spirits though, as they will step out to see what is going on. If you make friends with them through voice or wind instruments, you might be able to get the tree spirits to dance with you while drumming. Once you win over the appreciation of the tree spirits, they will show great affection to you!

In our coven lore, trees are highly important to us. We work with tree spirits, the dryads and all other sorts of trees. They have their own nature separate from earth spirits. It is also possible for tree spirits to take a disliking to certain people, so treat them kindly and as the friends they are – as they are dear friends of ours!

Lastly, I wanted to describe what I have noticed on the effects of drumming from an occult and clairvoyant perspective.

I have noticed clairvoyantly the effects of drumming on the astral matter that our astral bodies and vital bodies are cloaked in. Drumming seems to pull the energy down towards the earth. It roots us in the dirt, both wet and dry. That is probably why so many shamanic workers love the effect that drums have in their ceremonies – it is a tool that forces the descent within. It assists to bring on the descent down into the nether realms and probably why it is so valid in helping to recover what is called “soul pieces”, or the parts of ourselves in which the soul becomes fragmented through spiritual trauma. The stimulation of thuds and beats produced by drumming seems to push the consciousness within and makes the body feel heavy. You notice this in African drumming in which the shoulders, hips, legs and feet constantly make heavy, down-ward steps as if they are pushing towards the earth. Occasionally even, the spine is tilted downward in the dancers as they drive the pulse and rhythm earthwards. The movements almost strike the earth like a blacksmith pounding out iron on his anvil. Drumming of this sort is connected to earth magic and communication with our Mother Goddess.

(Dancing at a drumcircle… ) 

Wind, string and air instruments (including our voices) most of the time seem to have the opposite effect on us by almost picking us up so that, when strong enough, it feels you will float in midair or at least pushed forward. It makes you feel light. These instruments draw you upwards toward the Supreme Being and the communication with the Father God and the divine messengers, the angels. These instruments have a celestial and stellar quality, while drumming has a terrestrial quality. You can even witness the movement of Middle-Eastern dance where the hips, naval arms, hands and neck are highly accentuated with most of the movement – a curling up like the smoke of incense. The spine many times is aligned straight or at times, tilted back some as if the upper body will pick up and float at any moment. The moments are air and water that bends smoothly. Depending on the instrument, it is air or water magic.

Both of the above methods are valid techniques. One method allows you to “find yourself” and travel within at times when in a spiritual crisis we feel fragmented and disconnected and the other method pulls us upward towards our celestial, heavenly home in space to our cosmic parents when we were first, as the late and great Carl Sagen would say, of star-stuff.

Overall, the knowledge of what I was able to clairvoyantly observe assists to aid in methods of invoking the correct division of celestial being (angel) or the correct division of terrestrial being (fairies and elementals). You will also note that different tones will evoke different angels and air spirits within the aether, while different drum patterns will invoke different classifications and divisions of terrestrial fairies. Put them all together – voice, string instrument, wind instrument, drum and rattles with the spiritual fire of the spirit or inner-monad in the centre of our own beings and it sounds like we have what you need to call any classification of spiritual intelligence that we like. We can then communicate our messages to them by concentrated thought, mimic sympathetic dance, contagion and mummial magic combined with sympathetic action. When the desire of our emotional involvement is applied to turn up the heat on our desire, we have one effective ritual in the creation of potent thought-forms, wrapped in the corresponding mental and astral matter and builds power by attracting additional like thought-forms and elementals to it within the astral light.

I thought this occult observation would be an interesting one to share as I have not seen anyone discuss before what instruments the angels, spiritual intelligences and the elementals respond to and potentially give an opinion why based on occult clairvoyant means.

I must end this article with the statement that these are only my own clairvoyant observations on how these beings respond. It is possible they could choose to communicate with you in a different way than they have chosen to communicate with our coven. I do personally look forward to expanding my own understanding as time progresses forward.

Blessed Be!

By Thorn NightWind, Wolfa Coven of the Horsa Tradition, Pennsylvania, USA

References

Shofar: http://www.shofar-store.com/Eva-Arbiv-Mishan-Decorated-Golden-Yemenite-Shofar_p_67.html

Angel with harp: https://dearart.net/sculpture/sculpture-clay/easy-clay-sculptures-0rpheus-a-harp-with-no-strings-la-sagrada-familia-nativity-fa/

Drum circle: https://neuroconscience.files.wordpress.com/2016/06/spoutwood-drum-circle_painting-queenblog.jpg?w=810

Appendix:

When checking this article I noticed the word ‘mummial’. I wasn’t sure what it meant so I wrote to ask Thorn NightWind for more background information. He wrote, ” I just realized when you said that, that most witches today probably haven’t heard of the term “Mummial Magic” before. (Sorry about that – We sometimes still use the old obscure occult words and spellings that no one else typically uses anymore) For us, basically, Mummial Magic is using “mummies” in spells – today, many practitioners in Hoodoo practice call these “tag-locks” – like a piece of hair, nail clippings that are used in an act of either contagion magic or sympathetic magic. I’m not sure what it would be called in witchcraft today, like I know some folks in Hoodoo call those items taglocks? (Maybe “relic” or shed cells that retain the DNA of the individual?)

There is a chapter in one of Sybil’s favorite grimoires – The Great Book of Magic Art (photos of the first page of chapter and cover). This Grimoire here, our copy here from the 1930s, was one of Sybil’s favorite grimoires! This is the section it goes on about witchcraft & sorceries as they knew it at the time. This could be why Sybil used the term Mummial possibly?

 

(Great Book of Magical Art, Hindu Magic and East Indian Occultism and the Book of Secret Hindu, Ceremonial, and Talismanic Magic, by L. W. de Laurence – originally published in 1915 )

Geplaatst in English articles | Getagged , , , | Reacties uitgeschakeld voor Nature Spirits and Drumming – the effects of music, voice, drums and instruments in ritual

Het lichaam: iets van vroeger

Is Yoeke Nagel (interheksueel met een wortelstelsel van Reclaimingtraditie) wel meegegaan met haar tijd?

Het lichaam is volkomen achterhaald. Vroeger had je zo’n ding nodig voor van alles en nog wat. Het huishouden bijvoorbeeld. De afwas? Je kreeg ‘m niet schoon zonder armen. Voor sporten had je ‘m nodig: zie maar eens een bal tussen twee jassen door te schieten zonder benen. Zelfs sociaal contact (we kunnen ons dit nauwelijks meer voorstellen) verliep vaak via het lichaam. Twee zelfs, die bijvoorbeeld aandachtig tegen elkaar aangewreven werden in variërende druk. En het aller-ingrijpendste was wel het vastleggen van ervaringen, het creëren van herinneringen. Ook dat ging via het lichaam. Je voelde aan een voorwerp, rook eraan, keek er langdurig naar en bewaarde het zorgvuldig. En steeds als je het voorwerp fysiek waarnam, met welk zintuig dan ook, werd de herinnering ontsloten aan een prettige gebeurtenis, een dierbaar persoon, een periode in de wereldgeschiedenis of een levensveranderende ervaring. Dit vraagt natuurlijk om een voorbeeld. Stel: een vrouw had een indrukwekkende fysieke ervaring gehad met een ander mens. Dan kon zij besluiten om de jurk die zij daarbij droeg te bewaren. Zij kon daar dan aan ruiken, ernaar kijken, de stof strelen en op deze manier de herinnering levend houden aan de belevenis, hoe lang die ook geleden was. De jurk was haar tastbare bewijs dat de gebeurtenis werkelijk had plaatsgevonden, wat er later ook over gezegd zou worden. Deze ervaring was zelfs te delen met anderen: ook zij konden de jurk waarnemen, ruiken, zien, voelen en zelfs minutieus onderzoeken op bewijzen van de gebeurtenis. Allemaal dankzij het lichaam, dat die waarnemingen kon doen.

Ruimte-innemende objecten

De mensen bewaarden dan ook de gekste dingen, om de gekste redenen.
Een vaasje, omdat het hen herinnerde aan tante Bernadine, die zelf al dertig jaar dood was.
Een rode lipstick, als trofee, omdat ze met het dragen daarvan aangenomen waren na een zware sollicitatieprocedure.
Een te kleine rok, als stimulans om toch nog weer eens een paar kilo kwijt te raken zodat dat ding weer zou gaan passen.
Een knuffelbeertje, omdat het zachte pluche onder hun strelende vingers weer een vleugje van hun onbezorgde kindertijd voelbaar maakte.
Een niet-gebruikt compleet bestek voor als er gasten zouden komen, of als vervanging voor als er iets kapot zou gaan, of om weg te geven als iemand anders een compleet bestek nodig mocht hebben, zodat die ander veel zou gaan houden van de gever van het bestek.
Een boek, dat hen uren lang had ontvoerd naar een andere wereld. Van papier!

Het spreekt voor zich dat al deze voorwerpen enorm veel ruimte in beslag namen en dat was bijzonder onpraktisch, want waar moest je dan je computer neerzetten?

Schaamteloos en zonder kleding

En dan nog even terug naar dat sociale contact dat ook via het lichaam verliep. Handen schudden bij een ontmoeting met een onbekende. Een kus (in Nederland drie!) bij een ontmoeting met elk ander. Tegenover elkaar zitten (nauwelijks vermijdbaar kniecontact!), elkaar aankijken, spreken en belangstellende vragen stellen, soms schaamteloos tot aan emotionaliteiten toe, elkander bepotelen (dit kwam werkelijk zeer vaak voor! Zelfs zonder kleding!) en natuurlijk het gruwelijke maar onvermijdbare zwijgen. Ja, er waren talloze momenten waarin geen informatie werd uitgewisseld terwijl toch het samenzijn niet werd afgesloten. Stel je voor hoeveel ongemak dit met zich meebracht. Hoe inefficiënt die contactmomenten waren. Overigens: onderdeel van het fysiek samenzijn met een ander was vaak het gezamenlijk consumeren van voedsel. Het klaarmaken van bijvoorbeeld een dier voor consumptie was niet alleen bloederig (de dood maakte zo dagelijks deel uit van het leven, alsof het er bij hoorde) maar ook tijdrovend.

Lijdenloos leven

Dit is allemaal niet meer nodig. We hebben zoveel effectievere, intelligentere en hygiënischere oplossingen gevonden! Communicatie doen we in onze eigen leefruimte, via ons eigen toetsenbord en beeldscherm, met een headsetje op zodat we niet geconfronteerd worden met onbekenden, zelfs al zitten die vlak naast ons met een latte macchiato. Herinneringen slaan we op in de cloud, waar beveiligde ruimte beschikbaar is voor ontelbare jpg’s, movs, docs en data, zonder dat we die steeds opnieuw hoeven waar te nemen. Willen we weten wat er te zien was op een plek waar wij ook aanwezig waren, dan browsen we door de geordende snel genomen pics heen. Verhalen hoeven niet langer te zijn dan 120 tekens (nou oké, 140. Of nee, 280. Maar gekker moet het niet worden) en zijn sowieso vaak overbodig omdat beeld alles laat zien. Mary Kondo heeft ons geleerd ons te ontdoen van ‘spullen’ (de samenvattende naam voor elk ruimte-innemend object dat tastbaar is en meestal geen andere functie heeft dan herinneringen dragen). Wie strikt in het nu leeft heeft geen analyses nodig over het verleden of plannen voor de toekomst. We eten knollen en bladgroente, waarbij smaak ons niet afleidt van ons streven naar lijdenloos leven in pure schoonheid en plezier. Dit is online overal te delen.

Veilig en hygiënisch

Voelen, ruiken, proeven – het zijn overbodige mechanieken geworden. Ja, het lichaam is nodig om het hoofd op de juiste hoogte te brengen ten opzichte van het beeldscherm. Maar verder kunnen we onze wereld uitstekend ‘te lijf’ vanuit dat hoofd. Kennis is te downloaden. Herinneringen worden ons aangedragen via de sociale media. En die dingen heten niet voor niks ‘sociaal’: daar hebben we ook onze contacten, onze vrienden, soms wel een paar duizend (like!). Emoties blijven vanuit het hoofd beheersbaar. Zelfs dat wat vroeger de ultieme fysieke gewaarwording was, het elkander bepotelen zonder kleding, kan als ervaring veilig en hygiënisch online worden gesimuleerd in de eigen woonruimte. De techniek wordt daar steeds ondersteunender in.
Beltane. Het feest van het lichaam, waar alle leven mee begint.
Ook volkomen achterhaald.
Maar ik kom er hier graag voor uit dat ik in wezen tamelijk ouderwets ben ingesteld. Nog iemand zin om elkander live in de ogen te kijken en vervolgens onder het genot van een heerlijk glas mede en de geur van zuiver zweetlucht eens lekker te bepotelen?


© alle foto’s: Yoeke Nagel

Geplaatst in Columns | Getagged , , , | Reacties uitgeschakeld voor Het lichaam: iets van vroeger

‘Oud nieuws’ in de make-over

Na ruim zeven jaar oud nieuws in de verjongingsketel te hebben gegooid, had ik zin in iets anders. Maar niet totaal anders. Ik hoop dat deze nieuwe vorm bevalt. – Medeia


“Veronderstelt u trouwens, dat een logische conclusie moeilijker te maken is dan een kind? Ik voor mij vind zowel het een als het ander een groot mysterie.”

– aldus Micromegas (een buitenaards wezen van een planeet bij Sirius), in: Voltaire: Micromegas

Het lichaam en het Hogere

Wie iets over het lichaam zegt, zegt impliciet dat het niet, of althans niet rechtstreeks, over de geest, ziel of psyche gaat. Lichaam en geest worden doorgaans beschouwd als twee afzonderlijke zaken. Twee componenten van de mens, die weliswaar ergens, op de een of andere manier verbonden, maar vooral verschillend zijn. Hoe lichaam en geest zich precies tot elkaar verhouden, daarover lopen de meningen uiteen.

dualisme

René Descartes. Gravure van Cornelis A. Hellemans (1687 – 1691). Collectie Rijksmuseum

De zeventiende-eeuwse filosoof Descartes wordt meestal aangewezen als de grondlegger van het dualistische denken over lichaam en geest. Hij onderscheidde de materiële en de geestelijke wereld, waarbij het menselijk lichaam bij de materiële wereld (res extensa: wat zich in de ruimte uitstrekt) hoorde en de menselijke geest bij de geestelijke wereld (res cogitans: het denkende), waartoe ook God behoorde. Op ongeveer dezelfde manier zoals God de wereld bestierde, bestierde de menselijke geest het menselijke lichaam. Als raakpunt tussen geest en lichaam wees Descartes de pijnappelklier in de hersenen aan.

Een vluchtige blik op internet leert dat sommige mensen de pijnappelklier ‘het derde oog’ noemen. Daarmee borduren zij kennelijk voort op Descartes’ opvatting dat op die plek de verbinding tussen de zintuiglijk waarneembare en de spirituele wereld moet worden gezocht. Maar ook mensen zonder spirituele aspiraties zijn geneigd de menselijke geest of het denken aan te wijzen als bron van ons (bewuste) handelen, en dat denken ergens in de hersenen te situeren.

In het dagelijkse spraakgebruik wordt niet veel onderscheid gemaakt tussen geest, psyche, denken en bewustzijn. De wil en de emoties zitten daar ook ergens tussen. Als mensen het hebben over wat voor persoon iemand is, denken ze in eerste instantie aan deze immateriële kant. Niet het lichaam dat men heeft, wordt gezien als iemands ware wezen, maar het ‘innerlijk’ (en dan gaat het niet om darmen en bloedvaten). De essentie van een mens is volgens velen iets wat zich bij de dood losmaakt van het lichaam, maar nog wel blijft voortbestaan als een vorm van individueel bewustzijn, met min of meer dezelfde identiteit als bij leven.

hiërarchie

De materie, het lichaam is volgens de meeste mensen ondergeschikt aan het denken. Afgezien van momenten van wilszwakte commandeert de geest het lichaam: ‘mind over matter’. Met deze zienswijze hangen allerlei andere tweedelingen samen: het spirituele stijgt uit boven het materiële, het hemelse is zuiverder dan het aardse, intellectueel werk is belangrijker dan fysieke arbeid, gecultiveerd is acceptabeler dan wild, ‘zuivere’ kunst is waardevoller dan toegepaste kunst, enzovoort. Ook opvattingen als dat mannen boven vrouwen staan, dat mannenwerk meer waard is dan vrouwenwerk en dat ‘vrouwenlogica’ geen serieus, deugelijk (dwz. ‘mannelijk’) denken is, of dat een harde (‘mannelijke’) aanpak beter is dan een zachte, maken deel uit van dit complex van ‘hoger’ en ‘lager’.

Het hoeft geen verbazing te wekken dat een dergelijke hiërarchische kijk nogal eens problemen oplevert. Als het lichamelijke minder waard is dan het geestelijke, is iets wat het lichaam wordt aangedaan uit naam van iets geestelijks, van ondergeschikt belang. Wanneer je gelooft dat jouw lichaam ondergeschikt is, of dat zou moeten zijn, aan iets ‘hogers’, is het moeilijk te beseffen dat het misschien helemaal niet kinderachtig, zondig of onspiritueel, maar volkomen terecht is dat je je ongemakkelijk voelt bij de fysieke toenaderingen van iemand die je ‘hoger’ inschat dan jezelf (in status, ervaring, kennis of spiritualiteit).

Hoe moeilijk, blijkt wel uit de verhalen die de laatste jaren voorzichtig, maar meer en meer naar buiten komen over seksueel misbruik door bijvoorbeeld sportleraren of personen met een kerkelijke positie, zoals pastoors of dominees. Het verschijnsel is niet voorbehouden aan traditionele milieus, maar komt net zo goed in alternatieve kringen voor. In maart was bijvoorbeeld in NRC te lezen dat seksueel misbruik door mannelijke tantramasseurs “meer regel dan uitzondering” is.

dissociatie

In de wereld van de modefotografie wordt het lichaam van een fotomodel beschouwd als een soort gebruiksvoorwerp waarover anderen beslissen wat ermee moet gebeuren – met name de modefotografen en dit zijn veelal mannen die ouder zijn dan het jonge, vrouwelijke model. Modellen “worden in deze industrie geacht hun persoonlijkheid grotendeels thuis te laten”, was in maart te lezen in de Volkskrant. Het individuele lichaam van het model wordt ondergeschikt gemaakt aan het ‘hogere’ doel van de modefotografie, die vaak als een vorm van kunst wordt voorgesteld.

Het blijkt nogal eens te gebeuren, dat een minderjarig model tijdens een fotoshoot wordt verzocht steeds meer kledingstukken uit te trekken en suggestieve poses aan te nemen. Het resultaat is naar de maatstaven van de politie al gauw kinderporno. Het onderscheid tussen iemands persoonlijkheid (d.w.z. haar eigen gedachten en gevoelens, haar ‘zelf’) en haar lichaam, lijkt hier zo ver te worden opgerekt, dat het doet denken aan wat psychologen dissociatie noemen. “Je lichaam is je product,” zegt een ex-model, “dat maakt de grens ook onduidelijk. Mag een stylist of fotograaf je aanraken? Insmeren met bodylotion? Daar zal niet iedereen hetzelfde over denken.”

lichaamsvijandigheid

Het idee dat het lichaam ondergeschikt is aan de geest bestond al, toen Descartes op zoek ging naar het punt waar de geest op het lichaam aansloot. Het christendom leerde dat geestelijke zaken belangrijker en bestendiger waren dan materiële. Een christen werd geacht weinig waarde aan het lichaam en het aardse te hechten, maar zich te richten op de hemelse aangelegenheden. Het was niet ongebruikelijk dat christenen deze gedachte doortrokken tot het punt dat ze hun lichaam als iets vijandigs gingen zien. Tegemoetkomen aan lichamelijke behoeften en verlangens kwam gevaarlijk in de buurt van verraad aan God. Het celibaat daarentegen was een teken van toewijding aan God.

Christelijke monniken trokken zich terug in de woestijn en kwelden daar hun lichamen door zo veel mogelijk te vasten en lelijke, ongemakkelijke kleren te dragen. Het habijt van een monnik diende zo onaantrekkelijk en vies te zijn dat niemand het gratis zou willen meenemen, schrijft Catherine Nixey in The Darkening Age.1, 2

platonisch

De opvatting dat het lichaam iets lastigs en minderwaardigs is dat onder het juk van de geest gebracht moet worden, is ook ouder dan het christendom. In Plato’s dialoog Phaedrus vergelijkt Socrates de psyche met twee gevleugelde paarden die een wagen trekken. De wagenmenner van de ziel probeert daarmee op te stijgen naar de geestelijke Ideeënwereld. Het ene paard is een edel paard dat zich goed laat mennen, maar het andere paard is weerspannig en wil steeds omlaag naar het aardse, zodat het sturen van de hele wagen een lastige onderneming wordt en de ongetrainde ziel telkens weer in een lichaam gevangen raakt.

In het Symposium voert Plato een aantal sprekers op die hun zegje doen over Eros, de liefde. Een van hen, Pausanias, zegt dat er twee vormen van liefde moeten worden onderscheiden: de volkse en de hemelse. De eerste vorm van liefde, die bij Aphrodite Pandeme hoort, is ‘de erotiek van de massa’ waarbij het lijfelijke centraal staat. Het maakt daarbij niet uit of de partner een man of vrouw is, omdat beiden de lichamelijke begeerte kunnen bevredigen. De hemelse liefde daarentegen, die van Aphrodite Urania, is volgens Pausanias veel nobeler. Vrouwen komen er daarbij niet aan te pas. De Uranische liefde is die van een al wat oudere man voor een jonge man, idealiter van de leeftijd waarop die net een baard begint te krijgen. In deze liefdesrelatie is de oudere minnaar een mentor voor zijn jongere geliefde, en stimuleren zij elkaar tot moedig en waardig gedrag.3

heidens

Vanaf de Renaissance haalden heren uit de hogere standen hun kennis over seksualiteit voor een belangrijk deel uit Latijnse en Griekse teksten. Zij vonden daarin een voorchristelijke wereld, waarin het lichaam niet als iets laags of seks als iets zondigs werd voorgesteld. Zelfs homoseksualiteit en knapenliefde werden er niet verzwegen of als pervers bestempeld. En dat in een geletterde, hoogculturele context, wie had dat gedacht! Ze vonden het ook maar wàt interessant dat de godenbeelden mooie naakte mensen lieten zien. De opgravingen in Pompeï halverwege de achttiende eeuw zorgden volgens Nixey voor een ‘culturele aardverschuiving’ omdat seksualiteit in de oudheid klaarblijkelijk niet slechts tot de literatuur beperkt bleef, maar ook op de muren te zien was, bijvoorbeeld in de schildering van Priapus. Maar ook de Villa van de Mysteriën sprak tot de verbeelding.4

Fresco uit de Villa dei Misteri, Pompeï. (Afbeelding van Wikipedia)

Door deze ogenschijnlijk ongedwongen omgang met het lichaam en met seks in combinatie met een hoogstaande cultuur werd het heidendom van de Romeinen en Grieken5 voor klassiek geschoolden een aantrekkelijk alternatief voor het christendom. Het ging waarschijnlijk bij de meesten niet om een diepgaande religieuze beleving, maar meer om een rebelse, ironische ‘verantwoording’ voor onchristelijk gedrag zoals het bekijken of maken van kunstwerken en foto’s met naakten of erotische beelden. De fotograaf baron Wilhelm von Gloeden die rond 1880 op Sicilië ging wonen, maakte daar onder meer foto’s van naakte jongelingen in klassieke poses. In de eeuwen dat homoseksualiteit strafbaar was, vond men in de klassieke oudheid een zekere legitimatie voor homo-erotische gevoelens en uitingen. Men sprak over de ‘Griekse liefde’, of met een verwijzing naar Plato, de ‘Uranische liefde’.

sektarisch

In dezelfde periode raakte de dichter Stefan George ervan overtuigd, dat de moderne mens decadent was en dat de cultuur gered moest worden door terug te grijpen op de kunst en waarden uit de klassieke oudheid. Met name de mannenvriendschap. Hij verzamelde een kring gelijkgestemde kunstenaars om zich heen om hieraan gestalte te geven. Deze ‘Georg-Kreis’ ontwikkelde zich in de loop der tijd tot een hiërarchische cultus van een groep jonge apostelen aan de voeten van de dichter als profetische Meester. Bijeenkomsten waren uitsluitend voor een select groepje mannen en hadden een ritueel karakter. Het ideaal van de George-Kreis leek op dat van Pausanias uit het Symposium: knappe jongemannen zouden met een hen toegewijde oudere man als leidsman, door die oudere man worden binnengeleid in de wereld van het Hogere. Stefan George was zelf graag zo’n intieme relatie aangegaan met de jongere dichter Hugo von Hofmannsthal, maar die wilde dat niet.

Na de tweede wereldoorlog werd in Amsterdam de stichting Castrum Peregrini opgericht door de kunstenares Gisèle d’Ailly – Van Waterschoot van der Gracht en de dichter Wolfgang Frommel. Vrij Nederland publiceerde in maart een lang artikel, ‘Misbruik in naam van het hogere. De seksuele trukendoos van kunstgenootschap Castrum Peregrini’. Hierin was te lezen hoe in de jaren ’80 binnen dit genootschap de ‘pedagogische eros’ à la Stefan George werd beleden. Het was hier niet langer iets waar vrouwen buiten vielen, maar tegelijk werden vrouwen wel gezien als ‘gif’ voor mannen. De edelste vorm van contact was toch die tussen mannen, vond men. In het artikel komen mensen aan het woord die in die tijd waren ‘uitverkoren’ om tot het selecte gezelschap te mogen behoren. De voorwaarde om er bij te mogen horen, was seks met andere ‘vrienden’ uit het genootschap, meestal mannen die zich als leraar opwierpen.

traumatisch

Het artikel is het vervolg op een eerder artikel in Vrij Nederland: ‘In de schaduw van de meester: seksueel misbruik in de kring van Wolgang Frommel’. Frank Ligtvoet schreef daarin over zijn eigen ervaringen. In het nieuwe artikel vertelt hij dat het een hele stap was om tot de conclusie te komen dat hij was misbruikt. Destijds was hij meerderjarig en had hij met de seks ingestemd. Maar, zegt hij: “(…) zoals dat gaat met trauma’s, duurt het soms heel lang voordat je het in de juiste context ziet. Ik besef nu dat ik in een wereld ben getrokken waar ik niet in getrokken had willen worden als ik had geweten wat voor wereld het was (…) een sekte (…), waarin het contact tussen de oudere en de jongere man was geritualiseerd en genormaliseerd.”

Een vrouw zegt: “Je kreeg heel veel, maar er werd ook heel veel van je genomen. En dat had ik niet in de gaten. Inmiddels vind ik wel dat je van misbruik kunt spreken (…) het was echt machtsmisbruik.” Iemand die door zijn ouders bij Castrum-vrienden was geïntroduceerd, vertelt dat hij aannam dat het blijkbaar normaal was dat hij seks moest hebben met veel oudere mannen. “Ik heb toen mijn lichaam in tweeën gehakt. (…) Het onderste deel – mijn wil, mijn seks – deed niet meer mee. Zo heb ik het gekund. Ik trad als het ware uit mijn lichaam.”

sensueel

Cupido (Eros, begeerte) spant zijn boog. Marmeren beeldje uit de Romeinse keizertijd; kopie van een bronzen origineel uit de vierde eeuw v.C. © The Trustees of the British Museum

Naar aanleiding van de #MeToo-actie in de sociale media waarbij tallozen bij wie ooit een seksuele grens was overschreden, dat met die hashtag bekend maakten, pleitte Stella Bergsma in het voorjaarsnummer van HP/De Stijl voor een nieuwe seksuele revolutie: een sensuele revolutie. We moeten niet langer uitgaan van vooropgezette ideeën over wat op seksueel gebied ‘normaal’ is, maar beter leren luisteren naar elkaar. De ander als individu zien, en niet als belichaming van ‘de mannen’ of ‘vrouwen’ die altijd zus of zo doen of willen.

Ze citeert sociale wetenschapper Linda Duits: “Als je het met elkaar wilt hebben over waar het misgaat in de slaapkamer of op de werkvloer, is het handig dat je je durft uit te spreken” en filosofe Marli Huijer: “Een gesprek zonder kaders is eigenlijk de enige manier om samen ergens te komen.” Om een gesprek zonder kaders te voeren, is het van belang om te beseffen welke kaders, welke vooropgezette ideeën mogelijk een rol spelen. Veel mannen gaan er nog altijd als vanzelfsprekend vanuit dat ze recht hebben op seks, schrijft Bergsma, en “dat als ze opgewonden zijn, daar per se iets mee moet gebeuren”, terwijl vrouwen ongemak dat ze ervaren vaak verzwijgen, omdat ze de ander niet willen kwetsen.

praktisch

Het complex van hiërarchische waardeoordelen rond lichaam en geest dat ik hierboven noemde, speelt ook mee bij #MeToo en lijkt op dat punt dingen aan het rollen te brengen. Ook op andere punten rommelt het. Begin april besteedden verschillende media aandacht aan het onderscheid tussen ‘lager’ en ‘hoger’ onderwijs. Die aanduidingen zouden ertoe leiden dat een vmbo-advies als uitkomst van de Cito-toets als iets minderwaardigs wordt ervaren. Ouders doen er alles aan om hun kind met behulp van bijlessen toch maar een ‘betere’ score te laten halen, liefst vwo.

“Als je alleen zegt: tuttut, ouders en leerlingen moeten niet zo opgefokt doen, een vmbo-advies is toch hartstikke mooi, dan doen we daar dus niets aan,” zegt onderwijskundige Louise Elffers in de Volkskrant. Trouw citeerde ondernemer Marianne Zwagerman. Zij stelt voor, de termen hoger- en lageropgeleid te vervangen door theoretisch en praktisch opgeleid. Trouw legde dit idee voor aan enkele mensen die ermee te maken hebben. Anouk Gielen van het LAKS (Landelijk aktiekomitee scholieren) zei in haar reactie dat het veranderen van de aanduidingen een symbolische, maar wel goede stap zou zijn. “Maar het echte probleem, het verschil in maatschappelijke waardering, los je er niet mee op.”

Op de Engelse televisie zie ik regelmatig mensen verklaren dat ze totáál niet overweg kunnen met een Ikea-bouwpakket, alsof ze daar trots op zijn. Alsof het een teken van intelligentie is om onhandig te zijn. Ook dit lijkt een onderdeel van het ideeëncomplex waarbinnen het lichaam / de praktijk ondergeschikt is aan de geest / de theorie. En ook dit element dateert al uit de klassieke oudheid. De elite bestond uit mensen die land en slaven bezaten, en daardoor zelf vrij waren om hun tijd te besteden aan discussiëren, filosoferen, politiek te bedrijven: allemaal ‘geestelijke’ zaken. Mensen die met hun handen werkten zoals slaven en werklieden stonden in laag aanzien.

In Nederland met zijn calvinistische inslag wordt ‘nuttig’ en ‘hardwerkend’ hoog gewaardeerd, en ‘praktisch’ kan zich bij dat complex van begrippen voegen. Het onderscheid tussen (beroepsgerichte) opleiding en (wetenschappelijke) studie, tussen leerling en student, dat een paar decennia geleden nog werd gemaakt, is in het huidige spraakgebruik al vervallen. De termen hoger- en lageropgeleid afschaffen sluit aan bij die ontwikkeling.

veranderingen

De gedachte dat een maatschappelijke ongelijkheid opgelost zou kunnen worden door het spraakgebruik te veranderen, lijkt mij trouwens ook gebaseerd op de veronderstelling dat concrete veranderingen voortkomen uit de geest; dat iets eerst bedacht moet worden voordat het praktijk kan worden. Maar misschien zijn voorstellen als deze eerder een aanwijzing dat de omstandigheden veranderen, dan dat ze de veranderingen in gang zetten.

zoeken

Dat er ondertussen nog volop wordt geworsteld met de vraag hoe lichaam en geest zich tot elkaar verhouden, bleek in februari in het televisieprogramma Focus van de NPR. In de aflevering  ‘Onverklaarbaar oververmoeid’ werd aandacht besteed  aan ME/CVS. Een eeuw geleden heette langdurige, extreme vermoeidheid ‘neurasthenie’. Men kon met de microscoop geen oorzaak aantonen, maar het werd beschouwd als een lichamelijke kwaal, een zenuwaandoening. De behandeling richtte zich op het lichaam. Toen hypnose en psychotherapie in zwang kwamen, verschoof dat echter naar het behandelen van de geest.

Nog altijd is er geen duidelijke lichamelijke oorzaak gevonden en dus bestaat er ook nog geen medicijn voor. Patiënten worden naar psychologen gestuurd. Dat zou kunnen zijn om ze te leren omgaan met het moeilijk te verwerken feit dat ze klachten hebben waar de medische wetenschap nog geen raad mee weet. Maar het wordt regelmatig uitgelegd als aanwijzing dat het zou gaan om een geestesziekte, waarvoor wèl een behandeling bestaat, namelijk de psychologische aanpak. Men is gaan geloven dat ME/CVS-patiënten zichzelf ziek houden door verkeerde gedachten. Met cognitieve gedragstherapie (CGT) en een opbouwend bewegingsprogramma (GET – graded exercise therapy) zouden patiënten kunnen leren weer op de juiste manier te denken, en te ervaren dat ze heus wel de dingen kunnen doen waarvan ze denken dat ze die niet kunnen, is het idee.

Hoewel in het programma iemand aan het woord kwam die inderdaad baat had gehad bij cognitieve gedragstherapie en veel wandelen, maakten de beelden van de voormalige danser Anil, die nu alleen nog maar in het schemerdonker in bed kon liggen, en de jonge vrouw Céline die al op haar tiende ziek werd, de meeste indruk. Niet lang na het programma meldden de media dat de Gezondheidsraad een nieuw advies over ME/CVS had uitgebracht: dat ME/CVS voortaan serieus moet worden genomen als ernstige ziekte met substantiële beperkingen. De patiënt moet zelf mogen bepalen of een behandeling voor hem/haar werkt, en “De keuze om af te zien van CGT of GET mag niet leiden tot het oordeel dat de patiënt zijn kans op herstel mist, niet meewerkt aan zijn of haar herstel of verwijtbaar handelt.”

hersenen

Een kijkje in iemands hoofd. Gedeelte van ‘Anatomische studie van het hoofd’ van Pieter van Gunst, naar Gerard de Lairesse (1685). Collectie Rijksmuseum

Ondertussen zoekt men door naar een lichamelijke oorzaak. Er zijn aanwijzingen dat ME/CVS het gevolg kan zijn van een te actief immuunsysteem in de hersenen. Toch weer die hersenen, die letterlijk tussen de oren zitten, maar toch geen psychisch verschijnsel zijn. Eerder andersom: modern hersenonderzoek brengt sommigen tot de conclusie dat het maken van keuzes geen zaak van het bewustzijn is, maar een fysieke activiteit in de hersenen, waarvan we ons pas bewust worden nadat de keuze in de hersenen al zichtbaar is geworden.6 Mark Mieras schrijft in Ben ik dat? Wat hersenonderzoek vertelt over onszelf: “Maar er was geen besluit, geen ‘ja, nu!’ er was slechts een geleidelijke overgang van de ene hersentoestand in de andere. Een eenvoudige keten van prikkels waar mijn bewustzijn – waar dat zich ook in mijn hersenen bevindt – geen vinger tussen kon krijgen. Niet ik nam de beslissing, maar mijn hersencentra. (…) Dat is een fundamenteel verschil.”

Er zijn ook mensen die het hele onderscheid tussen lichaam en geest maar willen afschaffen. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedacht. We zijn nu eenmaal gewend fysiek en psychisch als twee verschillende gebieden te beschouwen. Dat wordt niet ineens anders op het moment dat iemand besluit dat ze eigenlijk op hetzelfde neerkomen, twee kanten van dezelfde medaille zijn, of dat ‘de geest’ metafysisch gezwets is en dat het louter een kwestie is van lichamelijke, in het bijzonder hersenprocessen.

ongrijpbaar

Wanneer mensen met klachten over lichamelijke uitputting naar de dokter gaan en dan naar een psycholoog worden verwezen, voelen ze zich niet serieus genomen. De Gezondheidsraad schrijft: “Veel artsen (…) zijn geneigd de ziekte psychisch te duiden. Het gevolg is dat patiënten geen empathie ervaren van hun arts (…)“ Er zijn artsen die zich verdedigen door te zeggen dat het oude onderscheid tussen lichaam en geest tegenwoordig niet meer valt vol te houden. Dat komt natuurlijk weinig overtuigend over, wanneer de patiënt tegelijk het advies krijgt, zich te wenden tot een specialist in de geestelijke gezondheidszorg.

Veel mensen hebben bovendien het gevoel dat psychische ziekten geen ‘echte’ ziekten zijn. Dan is ‘de geest’ blijkbaar te ongrijpbaar om voor reëel te worden aangezien. Als er niets lichamelijks kan worden aangewezen, wordt vaak te snel geconcludeerd het iets geestelijks is, en wel een simpele geestelijke zwakheid: gemakzucht, aanstellerij. Dat iemand gewoon maar mentaal sterker moet worden, en ophouden de zaken voor zichzelf zo dramatisch voor te stellen.7 Dit leidt er onder meer toe dat mensen met een burn-out vaak pas te laat erkennen dat er iets mis is.

tastbaar

Omgekeerd voelen mensen met psychische klachten zich meestal wèl serieus genomen wanneer ze daar tastbare medicijnen voor krijgen. Kennelijk wordt het materiële op het vlak van genezing als effectiever ervaren dan het geestelijke. Operaties grijpen het duidelijkst in op het lichaam en worden door velen als bevestiging gezien dat wat iemand mankeert, ernstig is. In Scientific American (februari 2018) schreef Claudia Wallis over een Brits onderzoek waarbij mensen met een slagaderaandoening ofwel een echte stentoperatie, ofwel een fake-operatie ondergingen. Zes weken later werd de patiënten gevraagd hoe ze zich voelden, en kregen ze wat inspanningstests te doen. Er bleek geen verschil tussen beide groepen. Iets dergelijks was al eerder bekend geworden over knieoperaties. De vraag rijst dus, in hoeverre bij operaties het placebo-effect speelt. Gek genoeg moeten medicijnen aantoonbaar beter werken dan een placebo-suikerpilletje voordat ze in roulatie worden gebracht, maar bestaat er niet zo’n eis voor operaties, schrijft Wallis.

vragen

De vragen rond lichaam en geest nemen alleen maar toe naarmate je meer hoort, ziet en leest over het onderwerp. Is het lichaam wel zo’n vanzelfsprekend gegeven als we aannemen? Welk deel van het lichaam bepaalt of een persoon leeft of dood is (denk aan de discussies begin dit jaar over orgaandonatie), en heeft dat met het bewustzijn te maken? Wat is bewustzijn? Betekent ‘geest’ hetzelfde als ‘bewustzijn’, of iets anders? Hebben planten een bewustzijn? Wat verstaan we onder denken; kunnen dieren denken en zo ja, verschilt dat dan van menselijk denken? Of als het gedrag van dieren niet op denken wijst, zoals sommigen volhouden, maar slechts een combinatie is van instinct en geconditioneerde reflexen, als dieren dus eigenlijk een soort automaten zijn, hoe weet je dan of dat bij mensen niet ook het geval is?

En hoe zit het met kunstmatige intelligentie? Als robots kunnen denken, als ze zelfs “beter kunnen denken dan de mens” zoals hoogleraar Jac Rinkes stelt, moeten ze dan geen rechten krijgen, stemrecht bijvoorbeeld, of het recht om niet uitgeschakeld te worden? Als een robot of computersysteem (bijvoorbeeld een zelfsturende auto, een zorgrobot, of een bewakingssysteem) autonoom situaties kan beoordelen en daarop inspelen, is dat systeem dan verantwoordelijk voor zijn gedrag en kun je het voor de rechter dagen als er ongelukken gebeuren?

vragen, vragen…

En wat is magie? Een tijdlang was het in esoterische kringen populair om magie te definiëren in de trant van “het teweegbrengen van veranderingen in het bewustzijn”. Ik heb dat altijd een wat eigenaardige definitie gevonden. Bij ‘magie’ denk je toch niet in eerste instantie aan een psychische of spirituele ontwikkeling, maar eerder aan pogingen invloed uit te oefenen op de tastbare wereld? Iets ‘uit het niets’ tevoorschijn toveren. Iets vanuit de onzichtbare wereld van de geest, in de waarneembare wereld laten materialiseren. Of niet? Hoe zie jij dat, lezer(es)?

Hoe kijk jij vanuit jouw levensbeschouwing aan tegen de verhouding tussen enerzijds de geest, het bewustzijn etc., en anderzijds het lichaam en de materie? Is daar verschil tussen of komt het op hetzelfde neer? Is het voor een heks (of magiër, paganist, of hoe je jezelf ook ziet) belangrijker om je op het ene te richten dan op het andere, of zijn ze gelijkwaardig? Is er sprake van een vorm van ‘hoger’ en ‘lager’, bijvoorbeeld waarbij de Geest via een serie emanaties afdaalt in de stof, van Kether tot Malkuth, of anderszins? Of denk je dat het veiliger is, het spirituele niet boven het aardse te willen stellen, omdat dat kan ontaarden in (zelf)onderdrukking en misbruik? Bestaat er zoiets als telekinese? Je hoeft niet meteen een standpunt in te nemen. Het zijn vragen om over na te denken.


Gebruikte literatuur (voor zover niet te vinden via links in de tekst):

• Voltaire: Verhalen. Zadig / Micromegas / Candide / De argeloze / De prinses van Babylon. Vertaling J.M. Vermeer-Pardoen. De grote klassieken. Het Spectrum, Utrecht z.j., pag. 84-5.
• Catherine Nixey: The Darkening Age. The Christian Destruction of the Classical World. Macmillan, London 2017. Vieze monniken: pag. 205-6. Pompeï: pag. 172 en verder. (Ik noem dit boek nu wel, maar vooral omdat ik het onlangs heb gelezen en me zodoende herinner dat daarin bepaalde zaken worden vermeld, die ongetwijfeld ook elders te vinden zijn maar waarbij ik zo uit mijn hoofd niet direct een bron kan noemen. Het is niet bedoeld als aanbeveling.)
• Anthony Grafton et. al. (eds.): The Classical Tradition. The Belknap Press of Harvard University Press, Cambridge, Massachusetts, and London, England 2010 (paperback edition 2013). Lemma’s ‘homosexuality’, ‘pederasty’.
• Mark Mieras: Ben ik dat? Wat hersenonderzoek vertelt over onszelf. Nieuw Amsterdam Uitgevers, Amsterdam 2007. pag. 259.

Noten

[1] De gegevens van boeken die ik vermeld, zijn onderaan het artikel (boven de noten) te vinden.
[2] Overigens zijn extreme vormen van disciplinering van het lichaam niet uniek voor het christendom of monotheïstische religies. In het hindoeïsme bijvoorbeeld wordt een bijzondere spirituele status toegeschreven aan yogi’s die onwaarschijnlijk lang één ongemakkelijke houding volhouden, en aan saddhu’s die hun minachting voor het niet-geestelijke tentoonspreiden door naakt op begraafplaatsen te leven, voedsel te nuttigen waar anderen van gruwen en zich in te smeren met as van crematies.
[3] De uitdrukking ‘platonische liefde’ is gebaseerd op deze passage, ook al staat nergens dat de Uranische liefde louter geestelijk van aard zou zijn (integendeel: Pausanias zegt dat er geen Aphrodite, geen liefde is zonder Eros, begeerte).
[4] Vondsten die men te schandelijk vond voor een algemeen publiek, werden opgesteld in een afgesloten afdeling van het museum in Napels en waren alleen omder bepaalde voorwaarden te bezichtigen. Vrouwen en kinderen mochten er sowieso niet binnen.
[5] Lange tijd betekende heidens (in het Engels pagan, in het Frans païen) niets anders dan voorchristelijk, met name Grieks-Romeins. Met een vleugje niet-christelijk en areligieus. Men dacht niet speciaal aan voorchristelijk Europa ten noorden van de Alpen.
[6] Als keuzes niet voortkomen uit de vrije wil, maar het gevolg van hersenprocessen zijn waar wij zelf geen invloed op hebben, dan zou dat ook gelden voor de vermeende ‘keuze’ om ziek te zijn – maar die conclusie wordt geloof ik door niemand getrokken.
[7] Soms is het ongetwijfeld nodig om jezelf even over een drempel heen te helpen en/of meer aan lichamelijke inspanning te doen, maar dat geldt niet voor iedereen en onder alle omstandigheden.

Geplaatst in Artikelen, Nieuws | Getagged , , , , , , , , | 1 reactie

Balder – God of Light

Since times immemorial the summer solstice has been celebrated with bonfires. They were kindled on the night of Saint John, 23 June. Often, the ceremony included rolling a burning wheel from a slope, which signified the waning sunlight. From now till midwinter, the days shorten. Sometimes a straw effigy or a pole was burnt in the fire. According to James Frazer, the puppet has been called Lotter, Luther, Angelman, Tatermann.

Superstition holds that the fire drives away witches and diseases. In a positive sense, it makes crops grow. Extinguished branches from the fire were taken home for protection.

Quite often, aromatic herbs were burnt in the fire. These mainly included Mugwort and Vervain. On the Continent, Mugwort has always been part of traditional herb chaplets. These were gathered around Midsummer and contained either seven or nine herbs. Wreaths like this are known as wis in Dutch and Wisch in German. The wreath was hung in the house for protection. In times of need, the herbs were burnt in the hearth. Mugwort and Vervain also feature prominently in the Anglo-Saxon Nine Herb Charm. It is noted that Mugwort contains trance inducing substances and has always been Europe’s native incense.

The summer festival is held all over Europe, but in Sweden the celebration was known as Balder’s Balar. Frazer records and translates it as ‘Balder’s balefires’. Balar is a plural noun derived from Old Norse bál, meaning funeral pyre. Its primary meaning is flame. The word may be the origin of the morpheme bel in beltaine. It looks like the puppet burnt in the fire represented Balder.

The Story

The story of Balder’s pyre is recorded at the end of Gylfaginning as an introduction to the events of Ragnarok. In the poetic Edda, it is told in Baldrs Draumar, and it is referred to in Voluspa, stanzas 31-33.

The story begins with Balder’s dreams. He relates them to his father, upon which Odin calls a Thing. According to Snorri, the moot decides to protect Balder (baldr). He is made immune (grið) from all danger. Frigg takes it upon her to go around and request oaths of harmlessness from everything in existence.

Baldrs Draumar 1

ok um þat réðu ríkir tívar,
hví væri Baldri ballir draumar.
And about this counselled the mighty gods

Why did Balder have bad dreams

In the poetic version, the moot results in Odin’s journey to the World of the Dead, alternately called Niflhel and Hel. He goes there to conjure up a Volva and interrogate her on the meaning of his son’s dreams. The Volva explains that the goddess of the dead is preparing Balder’s arrival.

The divinations of the Volva go as follows.

Odin: “For whom are the benches sown with rings, the floor fairly flooded with gold?”

Volva: “Here stands for Balder the brewed mead; over the bright drinks lie the shields”

Odin: “Who shall Balder’s slayer become and of Odin’s son rob his life?”

Volva: “Hoder bears the high and proud beam; he shall Balder’s slayer become”

Odin: “Who will avenge Hoder’s act. Or send Balder’s slayer to the funeral pyre?”

Volva: “Rind bears Vali in the West Halls. So shall Odin’s son, one night old, fight. Hands will wash nor head will comb until to the pyre he bears Balder’s adversary”

Snorri continues. Loki is jealous of Balder’s invulnerability and works a scheme to kill him. He persuades Frigg to tell him her secret, and she says that the mistletoe can still harm her son. Loki finds the twig and shapes it into an arrow or spear.

In the meanwhile the Aesir are making sport of Balder by hitting him with everything they got. Loki arrives at the scene and sees how Hoder (höðr) waits outside the side-line. He approaches him and gives him the mistletoe missile. Then he helps Hoder aim, since the god is blind. Hoder shoots and kills Balder.

Snorri’s version is quite long and continues with a plea to Hel to return the slain god. But this plan fails. Simultaneously, a funeral pyre is prepared. In the Eddic poems, the pyre is prepared not for Balder but for Hoder. In each case, the fire is termed bál. In addition, the Eddic poems make no mention of Loki. Each time, Hoder takes the mistletoe and shoots.

(“Each arrow overshot his head” (1902) by Elmer Boyd Smith.)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Voluspa 31-33

I saw Balder, the bloodied war god
Odin’s kid, his destiny hidden
Stood waxed on the high fields
Slim and very fair the mistleto
Became of that gallows, looking slim,
A harmful arrow. Hoder took to shooting
Balder’s brother was born soon
So took Odin’s son, one night old, to fighting
He did not wash hand nor combed head
Until to the pyre he bears Balder’s adversary
But Frigg wept in the Fen Halls
For Valhalla’s woe

The Voluspa passage focuses on the mistletoe. The last line of stanza 32 and the first half of stanza 33 look almost exactly like the corresponding stanza in Baldrs Draumar, stanza 11 (sá mun Óðins sonr einnættr vega: hönd um þvær né höfuð kembir, áðr á bál um berr Baldrs andskota).

The poems claim that Balder’s death will be avenged by a son of Odin, “one night old”. In Baldrs Draumar he is identified as Vali. No mention of this is made in Gylfaginning, but a parallel is found in Saxo’s Gesta Danorum. Saxo’s myth explains how Odin fathers Vali.

(The death of Baldur ‘the Fate of the Norns’. Natasha Illincic)

 

Nightmares

Bad dreams, mistletoe and death are a foreboding triad found outside the Balder myth. In folklore, nightmares are caused by a spirit known as the Mare. It is usually a young girl, though sporadically a man. In Dutch, she is known as the maar or mare; in German, die Mahr. Heimskringla mentions a demon Mara. And this name forms the basis of the French word for nightmare, cauchemar.

What happens is this. The victim wakes up suddenly in the night and can’t move. He feels a heavy weight press down on his chest. He wants to scream but he cannot. According to folk tales, horses often suffer the same. The expression goes “to be ridden by the Mare”; in Dutch “van de mare bereden”.

The most common remedy consists of holding a knife on the chest when going to sleep. In every single tale, the advice is given to hold the knife point down, but the victim invariably interprets this in the wrong way and holds it point up. In the morning, a neighbour is found dead, usually a woman. She appears to have been stabbed in the heart. Sometimes the Mare drops dead on the victim using this procedure. More generally, it has also been whispered that a visit of the Mare herald’s death in the community. In Heimskringla, the appearance of Mara becomes the victim’s own death (Ynglingasaga 13).

I myself have been ridden by the Mare twice. Each time I woke in the middle of the night, only to realize that I was unable to move. The first time I panicked, but not the second time, because I knew it would pass. Afterwards I understood that the sensation of paralysis is real, because what happens is that you wake up during that time of the sleep cycle when the body is paralyzed. Each time, too, in the morning I heard the news that someone had died that night. Both times it was a famous public person.

The second most common means to rid oneself of the demon is to place your slippers or shoes in front of your bed wrong-footed. Prayers, too, have come down to us. The prayers and the trick with the shoes are typical of confusing witches.

I list two of the prayers.

  1. Dutch original

Mare, mare, ‘s avonds rijdt de mare
Sint-Pieter, kunde gij:
Houd de mare ver van mij
En ‘k wete, dat gij het kunt
‘k vrage dat gij het mij ook gunt
Daarom, eer dat ‘k slapen ga
Help mij aan die Gods gena:
Dat de mare rijen mag
Over elke heg en haag
Over al de pijlen gras
Waar dat ze dus moe van is
Over al de planten en stokken
Eer dat ze aan mijn bedde gerokken

  1. English translation

Mare, mare, at night rides the mare
Saint Peter, you are able:
Keep the mare far from me
And I know you are able
I ask that you allow me this
That’s why before I go to sleep
Help me to receive God’s grace:
May the mare ride
Over each hedge and row
Over all the blades of grass
And this will tire her
Over all the plants and stalks
Before she reaches my bed

  1. Dutch original

Nachtmaar, jij lelijk dier
Blijf vanavond ver van hier
Alle wateren moet je waden
Alle bomen moet je ontbladen
Alle grasjes moet je tellen
Kom mij deze nacht niet kwellen

  1. English translation

Nightmare, you ugly beast
Stay away from here tonight
All the waters you must wade
All the trees you must unleaf
All grass you must count
Don’t torment me tonight

Other means included nailing a horse shoe on the stable, or either two bricks in the shape of a cross, or mistletoe. The latter is significant, because the plant is called maretak in Dutch, meaning ‘mare-twig’, and therefore referring to the Nightmare. Sometimes a pentagram is used to ward off the demon. This symbol was called marevoet in Dutch. But what’s most important is that the very name of the mistletoe plant reveals an innate connection with the Nightmare lore.

In German speaking countries, bad dreams are called Alptraum or Alpdrücken. The first means ‘elf dream’ and the second ‘elf pressure’. The latter refers to the sensation of paralysis. The German words indicate that we are dealing with an elf of sorts. German folklore further associates the Nightmare with the Drude, which is a kind of elf. Drudenfuss is a German name for the pentagram and it is rendered in Dutch as droedenvoet. We therefore conclude that the Mare is a Drude.

The name of this class of beings is derived from Old Norse þrúðr which is usually translated with ‘strength’ because it is associated with Thor. His hammer is called þrúð-hammar in Lokasenna. Moreover, Thor’s daughter is called Thrud. Alternatively, the word may derive from ‘to tread’. Also, according to folklore, the mistletoe berries are sacred to Thor. They are called Donnerbesen in German.

I cannot help but think that Thrud would be the Nightmare, the daughter of Thor. In Alvissmal she is associated with both dwarves and night. Dwarves were associated with elves.

Mistletoe

The mistletoe plays a prominent role in Balder’s story. Indeed, it causes his death. This is in stark contrast to the protective properties attributed to the plant. First and foremost, the mistletoe is a healing plant. It was called all-heal by the Druids. Secondarily, it is carried on the body or hung in the house for protection. It particularly protected against fires, reminiscent of Havamal’s magical spell number 7. It says: “If I see a high fire on the hall of my seated mates, however wide it burns, I help them.” Last but not least, we have seen that the mistletoe protects against bad dreams. It would drive away the cause of death.

The plant’s positive function leads Frazer to identify Balder with the oak tree. Mistletoe that grew on oak was held in the highest regard. Frazer postulates that tearing the parasite from the tree equals tearing the life from it. In my own opinion, the function of the mistletoe may have become confused. I would speculate that Frigg used the mistletoe to protect Balder from the Nightmare. Later it became the instrument of his death.

But there is third vista. Greek mythology associates the plant with Persephone. According to the myth, mistletoe was used to open the gates of the Underworld. By the virtue of this plant, Persephone was able to both enter and leave Hades. The Roman episode of Aeneas reads in a similar way. In the story, Aeneas carries a virga aurea or Golden Bough to vouchsafe his return from the Underworld when he visits his father Anchises. Must we presume that Balder carried the mistletoe to safely enter Hel?

Let’s recapitulate the myth of Balder’s death against the backdrop of nightmare and mistletoe lore.

When Balder suffers bad dreams he is visited by the Mare. Consequently, mistletoe is gathered to avert the evil eye. Maybe a weapon was made from the twig and held to Balder’s breast. Either he held it himself or Hoder did, but in any case the sharp end must have touched his body and maybe caused his death. Balder is now in possession of the mistletoe and therefore able to enter Hel, maybe alive. Indeed, he will leave the Underworld alive when the time comes. The mistletoe gives him this ability.

I would conclude that the mistletoe originally performed its protective function. It guards Balder when he visits the Underworld, so that he may return after Ragnarok alive and well.

Myth and Reality

Now let’s return to the Midsummer festival. The god’s dying is associated with the summer solstice; the disappearing light symbolizing Balder’s death. His eventual return is associated with the winter solstice. When the god leaves the Underworld, at midwinter, the light increases again. According to the myths, Balder leaves Hel after Ragnarok is waged. The war is associated with winter (fimbulvetr).

That leaves Hoder. He is Balder’s brother and the alleged cause of his death. However, Hoder is blind, and thus metaphorically ignorant of the consequences of his actions. The myths relate that another son of Odin must be born to exact vengeance. This is Vali and he will kill Hoder. Notwithstanding, Hoder will leave the Underworld after Ragnarok, too.

In my opinion, Balder and Hoder each stand for one half of the year. Balder rules from Midwinter to Midsummer and represents the light. Hoder rules from Midsummer to Midwinter and represents the darkness. As such, they resemble the oak king and the holly king of contemporary Celtic thought.

 

(Death of Baldur)

Vincent Ongkowidjojo

Bibliography

  • C.J. Bultink, Verhalen uit de Nederlandse verteltraditie, in Draken en andere vreemde wezens, Lemniscaat, Rotterdam 1991.
  • Cleasby & Vigfusson, An Icelandic-English Dictionary, Oxford University Press, Oxford 1957.
  • Marcel De Cleene & Marie Claire Lejeune, Compendium van Rituele Planten in Europa, Mens & Cultuur Uitgevers, Gent 1999.
  • James Frazer, The Golden Bough, abridged edition, Penguin Books, 1996 (original from 1922).
  • Lee Hollander, History of the Kings of Norway, University of Texas Press, Austin 1992.
  • Vincent Ongkowidjojo, Secrets of Asgard, Mandrake, Oxford 2011.
  • Roeck, Volksverhalen uit Belgisch Limburg, Het Spectrum, Antwerpen 1980.
  • Renaat van der Linden & Lieven Cumps, Volksverhalen uit Oost- en West-Vlaanderen, Het Spectrum, Antwerpen 1979.
  • A.F van Veen & Nicoline van der Sijs, Groot Etymologisch Woordenboek, Van Dale, Utrecht/Antwerpen 1997.
  • Wahrig Herkunftswörterbuch, Wahrig, München 2009.

Images:

“Each arrow overshot his head” (1902) by Elmer Boyd Smith.: https://en.wikipedia.org/wiki/Baldr#/media/File:Each_arrow_overshot_his_head_by_Elmer_Boyd_Smith.jpg

The death of Baldur ‘the Fate of the Norns’.. Natasha Illincic: https://natasailincic.deviantart.com/art/The-Death-of-Baldur-535945597

Death of Baldur: https://simple.wikipedia.org/wiki/Baldur#/media/File:S%C3%81M_66,_75v,_death_of_Baldr.jpg

Geplaatst in English articles | Getagged , , | Reacties uitgeschakeld voor Balder – God of Light

Recensie ‘The Changeover’ (film)

Regie: Miranda Harcourt, Stuart McKenzie
Lengte: 95 min
Met o.a. Timothy Spall, Erana James, Melanie Lynskey, Lucy Lawless

In het kader van het ‘Imagine’ filmfestival in het Amsterdamse EYE, werd de ‘Kick-AssWomen’ thema-avond Heksen! geprogrammeerd. De speelfilms ‘The Changeover’ en ‘Hagazussa – A Heathens Curse’ werden vertoond. Het geheel werd omlijst met uitleg over hekserij, verzorgd door Morgana van Silver Circle.

The Changeover is een paranormaal coming of age verhaal, gebaseerd op het boek ‘De Inwijding’ van Margaret Mahy. Het geheel speelt zich af in het huidige, door een aardbeving geteisterde, Christchurch in Nieuw-Zeeland. Dit zorgt voor een aangename ‘otherness’ van alles wat je ziet binnen de film. Het landschap en de personages en de taal zijn net niet te plaatsen in een Europese of Amerikaanse context. Iets waar we zo aan gewend zijn geraakt bij films.
Het klassieke plot volgt de paranormaal gevoelige tiener Laura Chant die de strijd aan moet gaan met een demonische kracht, in de vorm van de levenskracht-stelende figuur Carmody Braque (een lekker enge rol van Timothy Spall). De onwillige heldin wordt hierbij op een missie gestuurd die ‘against-all-odds’ tot het einde volbracht dient te worden. ‘The Changeover’ duidt in deze context op de inwijding tot heks die Laura moet ondergaan, om de strijd aan te kunnen gaan. Het plot is daarmee wel wat voorspelbaar en ik was zeker niet onder de indruk van het slappe einde van de film.

Het interessante van deze film ligt dan ook vooral in de vormgeving van het paranormale aspect van het verhaal. Waar we bij de doorsnee Hollywoodfilm eraan gewend zijn geraakt dat paranormale verschijnselen met spectaculaire special effects worden vertoond, is dit bij The Changeover heel anders aangepakt. Het is in de subtiele veranderingen in het cinematografische gebruik van licht, kleur, en geluid dat het paranormale verbeeld of getoond wordt. Ik vond het een veel realistischere benadering van hoe het in het echt werkt.
Daarnaast hebben de regisseurs hun research goed gedaan want constant zie je in deze film verwijzingen naar de theorieën van Jung, het gebruik van de vier elementen en de opbouw van geleide meditaties en rituelen. Ik meende zelfs wat kabbalistische referenties in de vormgeving terug te zien.

De manier waarop hekserij is verbeeld in deze film, blijft heel omfloerst non-descript en verborgen. Niet meer dan een tarotlegging en een smudging zijn er in beeld te zien, waardoor de film zich niet verliest in de focus op uiterlijkheden. De feitelijke inwijding schakelt heel snel door naar de innerlijke reis die Laura onderneemt en wordt daarmee vanuit een heel magisch-persoonlijk perspectief verteld.

Al met al vond ik ‘The Changeover’ een heel aardige paranormale tienerfilm met prima acteurs en een prachtige score. Als je dit niet met volwassen pretenties gaat bekijken, is het geen verloren tijd. Alleen dat einde dus…

Helaas kon ik de film Hagazussa niet kijken vanwege de late programmering, maar de hallucinante trailer daarvan is wel heel veelbelovend.

NB zie ook het interview with Morgana “Witches! Our guest: Morgana, at the Imagine Film Festival, Amsterdam”

 

 

Geplaatst in Artikelen, Recensies | Getagged , | Reacties uitgeschakeld voor Recensie ‘The Changeover’ (film)

Volle maan van de Havik, 10 mei 2017

Als ik zo mijn verslag van vorig jaar doorlees, dan verlang ik erg naar deze tijd van het jaar. Het is nu 25 maart en maart roert zijn staart! Van de week zal het wéér koud worden. We rollen van koude periode naar koude periode, soms een enkele dag zon en dan weer grijs. De oostenwind heeft zich ook behoorlijk laten voelen de afgelopen tijd, koud!!

Maar… gister was het zonnig! Samen met manlief naar een landgoed dichtbij geweest. Het bos er omheen is oud en magisch! Bij binnengaan van het bos ontwaarden wij een gigantische slang op de bosgrond (weliswaar van een oude tak gemaakt) en wat later op onze rondgang de wood-dragon, nog heerlijk in zijn slaap.

Wat is het bos nog verstild. Alles lijkt dood. De stammen van de bomen kleuren het landschap, groen, grijs, beige, zwart en de structuren van de bast en de dode bomen… zo inspirerend! Het is net of de stam van een dode boom zijn zijtakken uitkotst, de stroom is verstild en vastgelegd. Het licht speelt met de jonge, dicht opeengepakte, rechtopgaande, grijze bomen aan de rand van het veengebied… magisch! De knoppen van de sleedoorn staan op uitbarsten…warmte!!

Woensdag 10 mei 2017 Volle maan van de Havik

Thema: Trouw zijn aan jezelf

Indiaans sjamanisme: De luisterende vrouw

De Havik kondigt altijd de lichtere kant van het jaar aan. Met haar landing op de klif geeft ze het startsein voor de meer extraverte tijd van het jaar. De tijd van jezelf laten zien, vieren dat je er bent! De tijd van duisternis en introverte bespiegelingen is voorbij. De tijd om terug te kijken op je lichtere kant en te overdenken hoe je in het leven staat, wat je roeping is, waar je passie ligt, goed te voelen of het pad dat je bewandelt jouw pad is! Zo vaak zijn we bezig om verwachtingen te vervullen, of dat nu verwachtingen van anderen of jezelf zijn, dat maakt niet uit. Voel hoe het voelt! Heb vooral respect naar jezelf, dwing niet af als je er de rillingen van krijgt. Ga gewoon eens een tijd van het pad af… ga er een stukje naast lopen, je weet wel, zo’n paardentrack naast een pad 🙂 En bezie wat dit jou brengt. Geeft het meer rust? Is dit werkelijk jouw pad? Zijn er ook andere paden voor jou?

De havik staat voor grootsheid, voor bekijken van boven, te overzien… doe dat dan ook! Ga niet stomweg aan het rennen, voor je het weet ren je jezelf voorbij. In de Modron-agenda staat het zo mooi :”Geloof in jezelf en kijk om je heen. Zie jezelf en je leven. Je bent alles. Je bent niets. Je bent uniek en één met heel het leven.” “Hou van jezelf en geniet van het nieuwe in je. Kijk iedere dag in de spiegel en zie wie je geworden bent. Je groeit, je vertraagt, je rust en je groeit opnieuw.”

Natuurlijk heb ik dit zelf ook gedaan afgelopen half jaar. Mijn opleiding afgerond, de zenuwen gekregen van het feit dat ik gelijk dacht door te stomen naar een eigen coachingspraktijk. In februari werd het me teveel, het voelde niet goed. Het diploma gekregen en dan? Mensen die vragen of ik nu dan mijn eigen praktijk ging beginnen. Ik wist geen raad met die vragen, ik kreeg er enkel een gejaagd gevoel van. De realiteit is ook gewoon dat ik kostwinner ben en mijn werk niet neer kan leggen of verminderen om wille van het opzetten van een eigen praktijk. En het weer oppakken van mijn eigen stichting was hard nodig. Ik wil eerst het groene gebeuren weer back on track hebben. En ook dit kost focus en tijd, naast een volle werkweek. Wat is dan wijsheid? Voelen, want dat is NU. En dat NU schreeuwde om tijd om mijn passie weer fris leven in te blazen, eerst Greenthingz weer op poten zetten. Dat kan naast mijn werk, heb ik ook altijd gedaan.

Ondertussen kreeg manlief in februari werk via uitzendbureau’s en dat duurt nog steeds. Het is niet veel maar er stroomt weer wat, soms wel vijf dagen per week! Maar bouwen kunnen we er niet op. Dus mijn werk blijft essentieel.

En dan valt er begin april een brief van mijn partij GroenLinks in de bus. Onderwerp: Aanmeldingsprocedure voor kandidaatstelling gemeenteraadsverkiezing 2018. Deze brief bleef op tafel liggen en deed z’n werk. Als ik dat nu eens zou doen? Op de site naar de profielschets gekeken en dat kan ik zijn 🙂 Toen mijn vader een avondje langs kwam en de brief zag liggen, vroeg hij me of ik dat al had gedaan… de dag erna dus wel! 7 juni heb ik het eerste gesprek, wat zou dat een prachtige kans zijn voor me! Een baan met meer tijd die ik zelf kan indelen. Waar coaching een aangename onderbreking van de dag kan zijn. Want wat zal er veel leeswerk bij komen kijken! Dan kán ik om 7.00 op de sportschool zijn en om 9.00 fris en fruitig aan de dag beginnen… wat zou dat gaaf zijn! Ik teken ervoor, meer verdiensten en meer vrijheid dan nu.

Met dit in het achterhoofd ga ik woensdagavond tegen de schemering aan de wandel.

21.30 Het is tijd. Dit is toch wel één van mijn favoriete maanwandelingen. De lucht is bezwangerd van alle bloeiende bomen, struiken en kruiden. Een zoete weeë lucht hangt er op mijn pad. Vanavond zal de laatste koude (met zelfs nachtvorst) nacht zijn. Ik voel het aan mijn hand die de staf draagt, die is koud 🙂 De hazelaarstaf gaat nog altijd mee, alhoewel ik haar nu meer draag dan gebruik. Soms tikt ze opeens weer mee op mijn tred, maar voornamelijk ligt ze in mijn hand. Zonder haar voel ik me zó alleen op m’n pad, ooit geprobeerd… maar dan is het geen vollemaanwandeling, ze hoort erbij! Hazelaar, de boom der wijsheid, ik kan niet zonder.

Het water staat hoog in de sloten waar ik langs ga, de waterlelies en de dotterbloemen doen een wedstrijd wie het water het meest zal vullen. En als klapper op de vuurpijl, er staan koeien in de weilanden aan de overkant! Nou ja, geen koeien… ossen. Deze ossen groot en klein (zo schattig tussen die grote broers) mogen hier drie jaar grazen en zullen dan als biovlees opgegeten worden, het is niet anders. De Dijklanden (het gebied om het Westerveldse bos) wordt de eerste tien jaar niet bebouwd, YES! De aankomende tien jaar mogen hier biologische zaken gebeuren 🙂 Laten we hopen dat dat ook na tien jaar zo blijft… de stadskeuken!

De ossen staan me in de schemering aan te staren, zo leuk! Sommigen trachten elkaar naar huis te duwen, tja, het blijven jongetjes 🙂 Er is roering in de weide, om blij van te worden. Een vrouw met een hondje loopt me voorbij en zegt :”Om blij van te worden hè?” Waarschijnlijk loop ik dus rond met een lach op m’n gezicht.

Ik wip even bij mijn vriendin aan die aan dit pad woont, ze komt net thuis 🙂 Ik zou nog steeds de grond uit China ophalen. Ze is daar geweest en heeft grond van de Chinese muur en belangrijke tempels meegenomen. Ik vraag dat altijd als mensen naar verre streken gaan waar ik niet zal komen: neem wat mee voor mij. Zo komt de berg naar Mozes :-). Natuurlijk kan ik het nu weer niet meenemen, ik ga nog wandelen… ik kom straks wel terug. En zo gaat het al tijden… maar aarde is geduldig.

Als ik het buitengebied in wandel vliegt er geruisloos vlak over de weg een uil voorbij, gaaf!! Uil is zo’n mooi symbool. Havik is een jager met goed zicht… voor de dag. Zo is uil een jager met goed zicht voor de nacht. En zo staat Havik voor grootsheid… Uil staat voor wijsheid, heb ik net iets meer mee.

Wat ruikt het heerlijk naar fluitekruid en meidoorn, echt voorjaar! De maan klimt omhoog en ik schiet een plaatje van haar abrikozen pracht. Zo laag boven de horizon is ze op haar mooist. Helder en koud, dus ze zal er de hele nacht staan te stralen.

“De meidoorn is het symbool voor lente, bloei, vruchtbaarheid, maagdelijkheid en seksualiteit. Samen met de verwante sleedoorn is hij ook zinnebeeld voor tweedracht (de doornen). Wanneer de meidoorn bloeide, werd bij de Kelten gehuwd. Door takken van de meidoorn aan hun huis te bevestigen, weerden de Germanen spoken en kwade geesten. In Frankrijk wordt de meidoorn ook noble épine genoemd, omdat men geloofde dat de doornenkroon van Jezus van meidoorntakken gevlochten was.

Volgens een oude legende bloeide de staf van Josef van Arimathea, een volgeling van Jezus, elke kerstnacht in Glastonbury (Engeland) en werd derhalve Holy Thorn genoemd. Josef zou daar in 63 p.C. een kerk gesticht hebben. Toen de Engelse koning Charles I door de puriteinen van Cromwell onthoofd werd, moest ook de Holy Thorn eraan geloven. Op de plaats waar hij stond, ligt nu een gedenksteen. Zijn uitlopers zouden nog steeds bloeien, éénmaal rond kerst en éénmaal in mei. In Duitsland bestreed men koorts met thee van de eerste meidoornbloesem. Volgens een oude Franse gewoonte moet men op 1 mei een meidoorntak in de mesthoop steken om te voorkomen dat daarin door een pad een monster uitgebroed wordt.

De drie ijsheiligen (11,12 en 13 mei) worden in Nederland ook wel haagdoornkoude genoemd.

Als de meidoorn veel bloesem heeft, voorspelt dat een rijke korenoogst. Veel rode bessen in het najaar duiden op de komst van een strenge winter.”

Leuk die symboliek van bloemen, bomen en dieren. Wat is alles toch al groen en we vinden dat zo snel weer gewoon. We zijn verrukt door de eerste knoppen en blaadjes en dan in een oogwenk is het alsof het niet anders is geweest. Het is goed om daar zo nu en dan weer even bij stil te staan, er van te genieten… gewoon verrukt te zijn van wat de natuur ons te bieden heeft <3

En dan ben ik al aangekomen bij het wilgenlaantje. De wilg is de boom van Beltaine van deze volle maan. De boom die water, aarde en lucht verbindt; een echte heksenboom. In de teksten van Modron staat het volgende :”De wilg is een echte maan- en waterboom en van oudsher verbonden met het vrouwelijke zienerschap. Het leven bezien vraagt een flexibele geest en een open hart. Dan neem je afstand en zie je een neutralere werkelijkheid”.

“Volgens het bijgeloof zou de wilg een sterke magische lading hebben. Bij de Germanen was de boom een symbool van de dood. Heksen zouden in de kruinen van de wilgen rusten. Vroeger maakte men daarom fluitjes uit wilgenhout om heksen en duivels te verjagen. Een gebruik bij voodoo-praktijken is een knoop leggen in een wilgentak. Daarmee zou men van op afstand iemand anders in het nauw kunnen drijven.”

“De wilg is symbool van vruchtbaarheid door zijn welige groei, maar ook van ongelukkige liefde, dood en het dodenrijk (treurwilg). De Germaanse god Vidharr woonde in een wilgenbosje.

Bij de Kelten is de wilg gewijd aan de godin Cerridwen. Haar metaforische betekenis staat voor inspiratie en transformatie, voor dood en wedergeboorte. Zij werd beschouwd als drievoudige godin: maagd, moeder en oude (wijze) vrouw. Daarmee vertegenwoordigt zij alle fasen van het leven.

Bij de Grieken staat de wilg in verband met de watermagie van de godin Helige. Helicon was de rivier die rond de Griekse berg Parnassus kronkelde en was gewijd aan de muzen. Zeus en Hera zouden onder een wilg geboren zijn.

De zevende dag van het Joods loofhuttenfeest heet wilgendag en in Rusland noemt men Palmzondag wilgenzondag.

In de Bijbel is de wilg een treurboom. Judas zou zich opgehangen hebben in een wilg en Jezus zou geslagen zijn met wilgenroeden.

Heksen en spoken zouden in wilgen wonen. Honingzwammen die op het verrotte hout van oude, geknotte wilgen groeien, lichten op in het donker zodat deze spookachtig lijken.

Volkswijsheid: door wilgenbladeren in het eerste badwater van de baby te doen, wordt het kind beschermd tegen ziektes. Zweedse vrouwen plukken op 1 mei wilgentakken die ze in de stal ophangen om het vee te beschermen.”

Er is zoveel te vinden op het internet aan duidingen en symboliek. Leuk!

Nu ben ik benieuwd wat deze heksen, ziener, magische boom mij deze maan te vertellen heeft. Met zo’n achtergrond wordt B8 toch wel even een zware jongû! Zijn takken ‘zo boven, zo beneden’ zijn zijn handelsmerk 🙂 Dat is al wijsheid en magie! Hij heeft één tak recht naar beneden groeien vanuit zijn kroon (en die heb ik twee jaar geleden afgeknipt voor het Beltanevuur) maar hij is er gewoon weer! En hij heeft een tak langs de stam omhoog groeien 🙂 Deze keer krijg ik twee woorden, maar wat ik ermee kan… pppftttt. Eerst ‘Schatgraver’ en even later ‘Lotgevallen’. Het zijn twee zaken die je toevallen, mits je wat vindt. Onontdekte kostbaarheden…daar gaat een schatgraver voor. Die heb ik natuurlijk ook in mezelf, onontdekte kwaliteiten. Als gemeenteraadslid zou ik die eens aan kunnen boren, meer dan dan nu in mijn schoonmaakwerk 😛 Synoniemen van lotgevallen: avontuur, wederwaardigheden, belevenissen, zonderlinge gebeurtenissen. Ik zal dit even laten zakken… een avontuur aangaan met mijn onontdekte kostbaarheden, ik ga ervoor. Ik heb er ook de leeftijd voor 56 🙂

“Daarnaast verdeelt de numerologie het leven van alle mensen in drie grote levenscycli. Er is een nauw verband tussen levenscycli en je lotsbestemming.

Elke cyclus beslaat een tijdruimte van ongeveer 28 jaar. Dus het wisselen van de wacht vindt plaats rond je 28e levensjaar. Dan ga je naar de 2e cyclus en rond je 56e naar je 3e levenscyclus. De 1e cyclus is een periode van groei. De 2e cyclus (vanaf je 28e) vertegenwoordigt de productieve periode in ons leven. De 3e cyclus is er één van meer rust, je kijkt terug op het leven dat je tot nu toe geleid hebt en overweegt wat je nog kan doen om je lotsbestemming te bereiken.”

Kiek nou, daar heb je m’n lot weer 🙂 Het zou toch mooi zijn als mijn aanmelding voor kandidaatstelling vruchten afwerpt. Dan zouden de twee woorden zo op hun plek zijn! Ik moet er maar vol voor gaan!

Maar waar ging ik nou vanavond voor? Yep, voor de eerste nachtegalen! Het is weer tijd voor hun lied. Eerst komen de heren om hun territorium vast te stellen met battles in zangkunst. Na mijn bezoek aan B8 loop ik niet het pad af naar de brug maar loop ik het bos in. Het brede grasbegroeide pad met aan weerszijde stervende essen, dat uitkomt op een moerassig gedeelte van het bos. Het is stil in het bos. Ik heb net een tijd op een bankje bij het echte moeras gezeten, vorig jaar was het daar echt bal, zoveel zangers. Nu enkel een lijster, ook niet mis, maar die ging slapen 🙂 en stil was het. Ik ga voor het dieper gelegen struweel. En in de verte hoor ik ‘m al! In het midden van het pad blijf ik staan, leunend op mijn staf. Kijk daar is hij nu weer goed voor, net als als statief voor de camera. De rollers en ijlen klanken zijn zó herkenbaar [Luister] Helaas is hij nog maar alleen, dus geen uitdaging om oneindig door te gaan. Dus na een tijdje valt hij stil, jammer. Als ik mijn weg vervolg door het moeras en de brug bereik naar de dijk, krijg ik nog zijn laatste klanken mee… toegift 🙂

Op de terugweg sla ik links af i.p.v. het gebruikelijke rechts. Het is te mooi om de korte weg te nemen. Ik vervolg mijn weg over de dijk langs de roei- en zeilvereniging, langs de kolken die Zwolle hier rijk is. En pak onderaan de dijk de Urksteeg… aan de andere kant langs de ossen. Ondertussen liggen ze allemaal op één oor, bij wijze van spreken. Het is stil in het weiland. En zo maak ik een rondje rond de nieuwe buurtbewoners.

Op de terugweg tik ik op de schuifpui van mijn vriendin. Haar man schiet wakker 😛 en opent de pui. Het wordt tijd voor hem om richting bed te gaan, het is alweer 23.00 uur. Mijn vriendin is druk doende haar auto uit te laden, van de EHBO-cursus die ze weer verzorgd heeft. We praten nog wat, drinken een lekkere bak thee en vergeten beide de wereldaarde… het wordt tijd dat ze een bakkie bij mij komt doen 🙂 dan kan ze de aarde meenemen!

Want echt: de berg moet gewoon naar mij komen…

Liefs, Loes

De berg is ondertussen bij me 🙂 In januari is de aarde eindelijk bij me afgeleverd. Mijn vriendin belde net hoe de verkiezingsuitslag voor mij is uitgevallen. Nou voor mij verandert er niet veel, ik sta op plek 21… eerst maar eens even voelen hoe de politiek aanvoelt voor mij. Maar in Zwolle zijn we van 3 zetels naar 7 zetels gegaan! Wat een prachtig resultaat en laten we hopen dat we wat milieuzaken voor elkaar kunnen krijgen en wat meer aandacht voor armoede bestrijding / basisinkomen!

De coachingspraktijk krijgt ook steeds meer vorm. Het huis is aangepast 🙂 De kids de deur uit, intern wat verhuisd, gewit en gelakt, opgeruimd, rust gecreëerd… nu nog een eenpersoonsbed de deur uit en dan kan de ruimte verder ingericht worden. Maar de verkoop op marktplaats vlot niet echt… meer dan 400 views, één bezoek en nog steeds niet weg! Maar Queen Anne (de stijl van het antieke bed) zal moeten wijken! Als ik het leven van Queen Anne bekijk, is het een vrouw die van geen wijken wist! 18 zwangerschappen en geen kind dat volwassen is geworden… ik geef het je te doen! Mooi is wel dat zij op 23 april 1702 tot koningin werd gekroond… op 23 april 2018 zal mijn dochter (van wie het bedje is) trouwen. Laten we zeggen dat na deze datum Queen Anne afgevoerd wordt, ik heb al een plekje voor haar waar ze haar dagen mag slijten… Wapserveen <3

En dan kan ik eindelijk mijn 3e levensfase beginnen… eens kijken hoe ik mijn lotsbestemming verder vorm ga geven… verbinden, groeien en delen!

Geplaatst in Artikelen, Volle Maan Wandelingen | Getagged , | Reacties uitgeschakeld voor Volle maan van de Havik, 10 mei 2017

Witches! Our guest: Morgana, at the Imagine Film Festival, Amsterdam.

Filmfestival Imagine is al 30 jaar hét festival in Nederland dat zich richt op de fantastische film; horror, sci-fi, fantasy en al het andere dat zich buiten de grenzen van de dagelijkse realiteit bevindt. Naast het vertonen van films worden ook uitgebreide randprogramma’s aangeboden: inleidingen bij films die extra verdieping of een andere invalshoek bieden, workshops rond specifieke thema’s en (interactieve) kunst in het festivalgebouw (Eye Amsterdam).

Dit jaar werden meerdere films vertoond over het onderwerp heksen/hekserij. Dit onderwerp kreeg ook buiten de films aandacht, én een link naar moderne hekserij met een ‘magische gast’. Zie http://imaginefilmfestival.nl/what-is-happening/nieuwe-titels-en-een-magische-gast en het verslag hieronder van die gast, onze hoofdredacteur Morgana:

On April 17, 2018 I was invited to give a talk during the break at the Imagine Film Festival, Amsterdam

Jedidjah Julia Noomen asked me about being a witch and about ‘witches today’. We also discussed the archetype ‘witch’ in the two films shown that evening.

The first film was “The Changeover” – based on the Carnegie Medal winning novel by Margeret Mahy (published in 1984) Directors: Miranda Harcourt, Stuart McKenzie

The second film was “Hagazussa – a Heathen’s Curse” directed and produced byLukas Feigelfeld

Many thanks to Tink who filmed a good part of the interview.

 

Geplaatst in Artikelen, English articles, Interviews | Getagged , , , , , | 1 reactie

Je lichaam een tempel?

Je lichaam heb je altijd bij je. Het is zeker zo belangrijk als je geest. Het kan je vertellen wat je nog niet wist, en je kunt het gebruiken om allerlei doelen te bereiken. Maar dan moet je er wel goed voor zorgen.

Ik heb een knoop in mijn maag. Je kent die uitdrukking wel. Ik maak me ergens zorgen over, en dat kan te maken hebben met hoe mijn liefsten zich voelen, of ze wel gezond zijn. Misschien of ik zelf wel gezond ben, al kan het ook zijn dat ik iets ga doen dat ik heel eng vind. En het gevoel ken je waarschijnlijk ook, want de vele zegswijzen waarin het lichaam een rol speelt, komen ergens vandaan. Mensen voelen het in hun lijf als ze ergens over in zitten, vooral als ze bang zijn, of nerveus. Of ergens een afkeer van hebben. Lees het volgende maar niet als je een zwakke maag hebt (!) of net aan het eten bent. Ga in dat geval direct naar de volgende alinea. Of een volgende alinea, willekeurig welke. Een uitdrukking als ‘zeven kleuren bagger schijten’ komt vast van het gegeven dat een (prooi?)dier – zoals de mens – direct zijn darmen leegt als er gevaar dreigt. Alle voorgaande maaltijden ineens. Je maag draait ervan om als je het je voorstelt… Even plastisch is de uitdrukking ‘over je nek gaan’ en ook dat kan letterlijk gebeuren als iets je zeer tegenstaat of als je geconfronteerd wordt met iets dat je zeer aangrijpt. Je gal spuwen over iets, nog zo’n fijne. Maar je kunt ook bleek worden om de neus – wit wegtrekken – of juist rood worden tot over je oren, als lichamelijke reactie op wat er in je omgeving gebeurt. Naar adem snakken. Trillen van woede. Flauwvallen zelfs. Je voelt het aan je water… je lichaam heeft je iets te vertellen.

Elders in dit themanummer heeft Medeia het over het verschil tussen lichaam en geest, dat in sommige samenlevingen als heel belangrijk wordt beschouwd. Ik wil juist de nadruk leggen op het ondeelbare: lichaam en geest beïnvloeden elkaar. Daar is nog veel meer over te zeggen dan in dit artikel past en ik laat alles op het gebied van geneeskunde buiten beschouwing. Ik wil alleen verwijzen naar alles wat ‘psychosomatisch’ is, al verbaast het me dat vooral psychosomatische stoornissen de aandacht krijgen (Wikipedia) . De mogelijkheden van het lichaam om bijvoorbeeld zichzelf te genezen, worden niet genoemd onder deze noemer. Het zelfgenezend vermogen van het lichaam (Wikipedia) en zelfs immunotherapie/immuuntherapie krijgt gelukkig ook steeds meer de aandacht. Lees ook de artikelen die Hagetessa schreef over het placebo-effect en het nocebo-effect. En preventie komt weer terug in de aandacht. Voorkom dat het lichaam ziek wordt, onder andere door gezond te eten en genoeg te bewegen. …

In magie is ‘Mijn lichaam is mijn tempel’ een bekend adagium.

Ik vroeg me af of heksen (en heidenen, magiërs, druïden, paganisten, enz.) extra zorgvuldig omgaan met hun lichaam en stelde op Facebookgroep de vraag: “Wat jullie vinden van de stelling: ‘Mijn lichaam is mijn tempel’. Is dat zo? Waarvoor? Hoe uit zich dat? Eet je goed, houd je jezelf fit, zie je af van drugs?” Voor de antwoorden: zie het kader. (En zie ook het artikel Heks en handicap)

Je lichaam als tempel houdt voor mij in dat je er inderdaad extra zorgvuldig mee omgaat, en het in prima conditie houdt. Dat je zo fit blijft als mogelijk is, om zodra het nodig is magisch werk te kunnen doen. Voor mij persoonlijk betekent dat niet dat je er jong uit hoeft te zien. Als het maar werkt: met grijs haar en rimpels lukt dat allemaal best. Met een paar tanden minder wordt het lastig om nog te fluiten, heb ik gemerkt. Als je teveel overgewicht hebt, wordt rennen moeilijk. Voor anderen zijn de esthetische aspecten net zo belangrijk als de functionele. Maar het gaat niet alleen om hoe je lijf eruit ziet en of het werkt. Het gaat om keuzes in het algemeen. Wees je bewust van wat je doet en laat. Ik kan me heel erg vinden in hoe Opaal het verwoordt: “Hoe zou je ooit een ritueel kunnen doen voor de gezondheid van de aarde als je niet ook doet wat je kunt om jezelf als microcosmos in de macrocosmos in goede doen te houden.” Je bent immers onderdeel van de aarde. Alles wat je doet heeft consequenties, niet alleen wat je doet terwijl je magisch werk doet. Maar ik besef dat verschillende individuën en verschillende stromingen er andere denkbeelden op na kunnen houden. Maar wat Amethist zegt, zal meer mensen aanspreken: “Als ik me niet lekker voel, of niet lekker in mijn vel zit, is het moeilijker of onmogelijk om de bewustzijnsstaat te bereiken die nodig is om met spiritualiteit of magie bezig te zijn.”

Opaal heeft het ook over de verhouding die je met je lichaam hebt. Misschien is dat wel cruciaal voor een heks of magiër. Je lichaam is je instrument, net zoals het dat is voor een zanger of acteur. Je werkt ermee, je moet erin thuis zijn hoe het werkt, en je moet erop kunnen vertrouwen dat het doet wat je wilt dat het doet. En een goed afgestemd instrument levert meer op dan alleen uitvoeren wat jij het opdraagt. (Die uitdrukking klopt niet, want klinkt naar een scheiding tussen geest en lichaam waarbij de geest het lichaam opdracht geeft en er dus boven staat. Maar het gaat juist om die samenwerking, om die ondeelbaarheid waardoor je lichaam al reageert zodra jij iets bedenkt, en soms zelfs nog eerder, als je iets waarneemt en er instinctief of intuïtief op reageert.) Je lichaam weet dingen die de geest zonder het lichaam niet zou weten. Je neemt waar, bewust of onbewust, en daar kun je naar luisteren. Op de manier zoals ik in de eerste alinea beschreef: je voelt het (‘aan je water’). Als je een wichelroede of pendel gebruikt. En als je, zoals Terry Pratchett zegt, luistert naar je organen:

People say things like ‘listen to your heart’, but witches learn to listen with other things too. It’s amazing what your kidneys can tell you. (The Wee Free Men)

Daarvoor moet je lichaam dan wel in goede staat zijn. En je moet ermee vertrouwd zijn, en er een gewoonte van maken om ernaar te luisteren. Wat voor technieken je daarvoor gebruikt, is aan jou. Veel Westerse technieken (zang, werken met energie in stenen cirkels of amfitheaters) zijn in onbruik geraakt, terwijl ze in oosterse filosofieën (chakra’s, vormen van meditatie) nog in zwang zijn. Maar ook over seidr is inmiddels van alles te vinden. De sjamaan gaat in trance, maar heeft daarvoor wel allerlei lichamelijke technieken. Het gebruik van drugs, geestverruimende middelen, is een van die manieren, maar een die je beter niet gebruikt zonder voldoende kennis (Julian Vayne heeft een gids geschreven: Getting Higher – the Manual of Psychedelic Ceremony) of begeleiding van iemand die echt ter zake kundig is. Er zijn genoeg manieren om in trance te raken zonder psychedelische middelen. Gezonder, en met meer controle.

Als je lichaam je tempel is, zie je dan af van het gebruik van drugs of andere middelen die slecht voor je zijn? Ik heb daar weinig respons op gekregen. Misschien dat het als ideaal wel populair is, maar soms zijn dingen die slecht voor je zijn gewoon lekker. Of je weet wel dat iets slecht voor je is, maar je bent eraan verslaafd. Misschien moet je wel heel sterk in je schoenen staan om echt alleen te doen wat goed voor je is. Of zeer gemotiveerd zijn (al kan dat soms doorslaan in andere vormen van ongezond gedrag, zoals topsport of strenge diëten).

En hoe zit dat met tatoeages, piercings en andere vormen van lichaamsversiering? Gebruik je die juist als je bezig bent met magie of spiritualiteit of doe je dat dan juist niet? Ieder geeft daar een eigen antwoord op. ‘Beauty matters’, had Merlin als onderschrift op het eikenhouten forum. Klopt, maar ieder heeft een eigen visie op schoonheid. Gelukkig maar. Uniformiteit is niet mijn hoogste ideaal!

Foto: Lawrence Green (Unsplash)


Voor het volgende nummer van Wiccan Rede Online (Beltane) vraag ik me af wat jullie vinden van de stelling: ‘Mijn lichaam is mijn tempel’. Is dat zo? Waarvoor? Hoe uit zich dat? Eet je goed, houd je jezelf fit, zie je af van drugs? Zelf denk ik dat een lichaam niet per se jong, compleet of gezond hoeft te zijn om te dienen als tempel, maar wat vind jij? (Voor tatoeages en andere versieringen open ik een apart topic.)

Opaal:

Ik weet niet of ik nog echt in dat soort termen denk, maar ik voel wel een soort verplichting om – grosso modo – goed voor mijn lichaam te zorgen. Ik doe vrij intensief aan sport, en als je veel van je lichaam vraagt moet je het ook geven wat nodig is om dat te kunnen. Dat betekent niet dat ik alleen maar onbespoten door mijzelf opgekweekte groenten en fruit eet, er gaat ook wel eens een frietje in. Doorgetrokken naar het spirituele of energetische denk ik dat het wel verschil maakt wat voor verhouding je met je lichaam hebt en hoe je er voor zorgt, meer nog dan of je perse gezond en recht van lijf en leden bent. Hoe zou je ooit een ritueel kunnen doen voor de gezondheid van de aarde als je niet ook doet wat je kunt om jezelf als microcosmos in de macrocosmos in goede doen te houden. En dat is dan weer een stuk spirituele of mentale hygiëne??

Carneool:

Niet per definitie mijn tempel … maar ben er wel zuinig op en zorg zo goed mogelijk voor mezelf door ook naar mijn lichaam te luisteren. Zo ben ik eindelijk, na zeven jaar, van alle medicatie af i.v.m. schildklier… loop ik bij chiropractor, ook als onderhoud, laat ik regelmatig naalden erin zetten voor doorstroming en weet ik dat rust en meditatie noodzakelijk zijn voor mijn stress … dus gewoon goed zorgen dus …

Amethist:

Ja, mijn lichaam is mijn tempel. Als ik me niet lekker voel, of niet lekker in mijn vel zit, is het moeilijker of onmogelijk om de bewustzijnsstaat te bereiken die nodig is om met spiritualiteit of magie bezig te zijn. Dus inderdaad gezond en matig eten, dagelijks genoeg bewegen en niet teveel drinken. Drugs kan een middel zijn om je bewustzijn tijdelijk te veranderen, maar niet als het recreatief wordt gebruikt en al helemaal niet als het een gewoonte of zelfs verslaving wordt.

Beryl:

Mijn lichaam is voor mij (zoals voor iedereen denk ik) erg belangrijk. De voeding is in balans, vers, zo mogelijk uit eigen tuin. Wat wel wat vaker zou mogen is meer aan sport te doen. Dit jaar bereik ik de mooie leeftijd van 60 lentes en dan voel ik toch wel eens dat ik af mag haken. Bijvoorbeeld lange wandelingen zitten er jammer genoeg niet meer in. Verder ben ik trots op mijn lichaam en hou er van… zou geen 18 lentes meer willen zijn.

Geplaatst in Artikelen | Getagged | Reacties uitgeschakeld voor Je lichaam een tempel?