Volle maan van de Klif 2017

Thema: Ruim oude emoties op!! Durf jij de sprong te wagen?

Indiaans sjamanisme: Fiere vrouw

4 november is het zover! ) om 16.38 is het volle maan, de eerste van het nieuwe jaar! Samhain, de dag dat de sluiers tussen wat was en wat is dun zijn! Ik kies er voor om in de avond van 3 november het bos in te trekken. De maan is dan wassende, morgenavond is zij reeds afnemend. En morgenavond is de kans op regen erg hoog en zit ik, samen met mijn man, met mijn ouders van 84 en 81 aan de jaarlijkse mosselmaaltijd. Ik vind het heel fijn om deze laatste dag van het jaar met hen te vieren, nu kán het nog. Het zal niet lang meer duren dat zij beiden aan gene zijde verblijven. Dat ligt in ieder geval in de lijn der verwachting.

Ik heb nu net even een kaart getrokken voor het komende jaar. Het is een kaart geworden die ik niet eerder heb getrokken… Bokalen 2.

“Een liefdevolle ontmoeting, een nieuw zachtmoedig contact, een verzoening of een liefdevolle omgang met een bekende. Dat is waar Bokalen Twee voor staat.

De kaart heeft duidelijk te maken met persoonlijke relaties, maar Bokalen Twee kan ook betekenen dat je in je werk, op reis of ergens anders met open armen wordt ontvangen. Bokalen Twee is een kaart die symboliseert dat je welkom bent en graag gezien wordt.

Liefde en relaties
Op het gebied van je persoonlijke relaties is Bokalen Twee een kaart die kan duiden op een prille liefde of een verliefdheid. De kaart kan ook wijzen op een liefdevolle toenadering in een bestaande relatie. Bijvoorbeeld na een ruzie of een conflict.

Werk en carrière
Ten aanzien van je werk laat deze kaart je zien dat je kunt rekenen op een goede samenwerking met collega’s en dat je deel uitmaakt van een prettig werkklimaat. Je kunt rekenen op steun en sympathie van je omgeving.

Bewustzijn
Met betrekking tot je bewustzijn geeft Bokalen Twee aan dat je je veel met liefde en geborgenheid bezighoudt. Je treedt je medemens open tegemoet, waardoor je makkelijker en sneller geraakt wordt in je contacten met anderen. De kaart kan er verder op duiden dat je intens ervaart wat naastenliefde werkelijk betekent.”

Dat is een mooie kaart! Afgelopen week behoorlijk wat knopen door moeten hakken in de werkkring en dat viel mij niet makkelijk en werd mij ook niet makkelijk gemaakt. Wie weet is er in het komende jaar toch weer toenadering mogelijk. Het is moeilijk om mensen te laten gaan die mij zeer dierbaar waren en waar wij allemaal zoveel plezier mee hebben gehad. Maar soms vragen omstandigheden om duidelijke taal en verbroken banden.

Maar ook zie ik fijne zaken met betrekking tot mijn relatie en werk. Een vrijbrief om door te gaan met waarmee ik bezig ben en wat ik wil.

Deze eerste maan is een maan van keuzes maken. Bewust te worden van het pad dat ik loop en daar de juiste afslagen in te nemen of juist niet… me gefocust te houden op het pad. Soms rustiger aan te doen en andere keren juist weer flink door te lopen.

De krachtboom van deze maan is de brem! “Deze struik wordt ook wel bezemkruid genoemd. Hij ruimt op, maakt schoon en brengt helderheid in je hoofd. Brem brengt overzicht in je leven” (Bron: Modron). Daarom wil ik ook de brem in het logo van mijn coachingspraktijk. Als naam heb ik ‘De Schoonmaakster’ gekozen. Dit werk loopt als een rode draad door mijn leven heen.

Vanaf mijn 23ste heb ik gekozen om nooit meer met oud zeer rond te blijven lopen. Ik heb er toen voor gekozen om niet langer slachtoffer te zijn van mijn oud zeer. Tot daar en niet verder! Natuurlijk heeft het jaren gekost om daar echt goed van los te komen en ‘het’ niet meer mijn verhaal te laten zijn. Een kwestie van echt loslaten en verder gaan. En gaandeweg goed te blijven voelen en schoon te maken… geen zeer verzamelen maar verwerken, afscheid van nemen en doorgaan. En bovenal steeds meer van jezelf gaan houden!!

En na mijn carrière in de bedrijfsopleidingen ben ik als jonge moeder in de schoonmaak terecht gekomen. Als mijn werk maar ambulant is, of dat nu straathoekwerk (wat ik graag wilde gaan doen na mijn opleiding tot maatschappelijk werkster) of bedrijfsopleidingen door heel het land of inderdaad de werkster is, van huis naar huis. Als ik maar niet op dezelfde plek hoef te werken. Ik ben graag in beweging.

En als moeder van twee opgroeiende kinderen heb ik in 2007 Greenthingz opgericht – samen met man en kinderen schoonmaken op festivals – en dit is uitgegroeid tot een stichting met veel leuke opdrachten en nog veel leukere mensen als medewerkers. Schoonmaken als act!

Schoonmaken loopt dus als een rode draad door mijn leven en graag wil ik dit doorvoeren in mijn werk als coach. Schoonmaken van lichaam en geest!

Het afgelopen jaar ben ik steeds op zoek geweest naar een concept voor mijn praktijk. Nu is het tijd om een website te maken. En dan mijn netwerk te reanimeren 🙂 Dat is even op de achtergrond geraakt omdat ik Greenthingz eerst wilde reanimeren. Qua werk is dat gelukt… helaas heb ik als stichting twee flinke deuken, qua betaling, opgelopen. Een gat van 3.500,- is geen kattepis voor ons. Maar geld maakt niet gelukkig en gelukkig denken de meeste medewerkers er ook zo over. Maar duidelijk is dat er voortaan enkel gewerkt wordt na betaling vooraf! Al doende leert men.

Daarom de brem als logo voor mijn coachingspraktijk 🙂 De bezem doet direct zo hekserig aan en dat wil ik niet. Maar de bezem staat ook voor het schoonmaken, het verwijderen van negatieve energieën. Daarom staat de heksenbezem altijd achter de deur of naast de deur. Dan kan je de negatieve energie van bezoekers er ook uit bezemen als die vertrokken zijn… toch eens een bezem maken 🙂

Naast een krachtboom is er ook een krachtdier en bij de Klif hoort de Raaf! In de Modron-agenda van dit jaar staat het erg mooi, vind ik. “De raaf neemt je mee naar denkpatronen in jou die dood zijn en verteerd moeten worden. Raaf moedigt je aan om verlies toe te laten in je leven!” Als ‘kloek’ van Greenthingz wil ik graag mijn kuikens bijeen houden… dat is goed. Nou dat is niet altijd goed, soms moet ik leren verlies toe te laten. Wegen kunnen uiteen gaan.

Het afgelopen jaar is ook mijn eigen laatste kuiken uitgevlogen. Mijn man en ik hebben het huis weer voor onszelf! Dit bevalt ons prima. Zoonlief woont in Amsterdam en doet zijn best op AMFI en dochterlief is vertrokken naar haar vriend in Varsseveld. Allebei niet vlakbij en zodoende moeten we hen echt loslaten. Gelukkig hebben we afleiding genoeg en zodoende missen we hen niet super. Maar wat zijn we blij als ze eens een uurtje in Zwolle zijn!

Maar ondertussen is het tijd om de deur achter me te sluiten en in het donker mijn maandelijkse vollemaanwandeling te maken. Mijn hazelaarstaf mee en lekker dik aangekleed, muts op en handschoenen aan.

Het is 18.30 en om 20.30 wil ik weer thuis zijn. Ik heb dus ruim de tijd om mijn wandeling te voltooien. Als ik naar buiten stap merk ik direct dat het helemaal niet koud is. Binnen had ik echt zo’n ‘winter’-gevoel… binnen behaaglijk en buiten koud. Nou, niets is minder waar! Het is windstil en wat zwoel voor de tijd van het jaar. De wolken zorgen dat de warmte op aarde blijft. Het zit helemaal dicht.

Het is heerlijk wandelen en in een poep en een scheet ben ik in het buitengebied. Er worden nog wat honden uitgelaten maar dat is het dan ook. De meeste bomen zijn ondertussen leeg gewaaid; wat heeft het gestormd de afgelopen tijd. Trouwens over heel de wereld stormt het, orkaant het, cycloont het, brand het, regent het, vloedgolft het… het lijkt wel het eind der tijden. En ondertussen glipt Nederland er rustig tussendoor. Er is gigantisch veel onrust in de wereld, zowel op natuurlijk vlak maar ook op financieel en sociaalvlak. Het is de vraag ‘slaan we door in wantrouwen of brengt het ons samen?’. Zo mijmerend over het moois dat ons toevalt ben ik zo bij de Urksteeg. Het grote hek staat open en aan de linkerkant staat A en aan de rechterkant staat B… iets met een omleiding ofzo. Ik kan echter alleen maar denken ‘Wie A zegt moet ook B zeggen’. En weer is daar mijn uitdaging, de coachingspraktijk, voor het komende jaar. Ik moet er even een foto van nemen… ik zou het eens vergeten. Een prachtig voorbeeld van wandelcoaching!

Het is heerlijk doorstappen. En het wilgenlaantje doemt al op in de verte. B8 staat weer geduldig op mij te wachten, wat moet hij ook anders 🙂 Als ik op hem toeloop en contact maak voel ik een gedachtekolk, geen beeld, geen woord… gewoon veel en een gevoel van beweging. Ik zou het ook onrust kunnen noemen, maar dat is het net niet. Een kolk waar woorden aan proberen te ontsnappen. Ik doe mijn handschoenen uit en in plaats van één hand neem ik B8 in beide handen en ga eens dicht tegen hem aan staan. Nu wordt het rustiger. In mijn brillenglas lijkt zich een lichtflits te weerspiegelen, ik krijg ‘Verlichting’ en BAM een behoorlijke vuurwerkknal (dat denk ik) laat zich horen. Het is dat er een tijdje tussen lichtflits en knal zit anders zou ik gedacht hebben dat ze één en hetzelfde waren, maar daarvoor was de tussentijd te lang.

Op mijn linkerhand valt een druppel, tussen middelvinger en wijsvinger. Als ik naar mijn hand kijk zie ik dat ik de V van Victorie of Vrijheid maak. Tussen deze vingers is het nat. En het regent niet. De druppel komt van de knot van B8. Langs zijn stam loopt een donkere strook, hij lekt hier geregeld. Maar nu komt het wel heel mooi uit. Verlichting is ook met een V 🙂 En het vuurwerk ook… water en vuur.

Maar ‘verlichting’ – wat vertelt dat mij?

Natuurlijk hetgeen licht brengt in de duisternis, dat kan een lichtbron zijn maar ook een persoon of een idee. Wat me brengt naar ‘De Verlichting’, een periode in de geschiedenis (eind 18e eeuw) dat mensen meer op hun eigen verstand gingen vertrouwen en er niet vanuit gingen dat alles reeds vastlag en door God besloten was. En natuurlijk staat het ook voor ‘Bemoediging, Leniging, Ontlasting, Opbeuring, Opluchting, Soelaas, Solaas, Troost, Verademing, Vergemakkelijking, Vertroosting, Verzachting’. Maar het meest spreek mij de spirituele verlichting aan, mooi omschreven in een ‘Ongewoon gesprek met God’, van Neale Donald Walsch.

Verlichting betekent eigenlijk einde van het lijden en is eindpunt van vele spirituele stromingen. ‘Verlichting’ is begrijpen dat je nergens naartoe hoeft, niets hoeft te doen en niemand hoeft te zijn, behalve de exacte persoon die je op dit moment bent.”

Dat brengt alle mooie woorden die hierboven beschreven staan samen, van ‘Bemoediging tot Verzachting’.

En wat past het mooi bij ‘Bokalen 2’ 🙂 Beide zacht en liefdevol, naar mezelf en de ander. En wat een mooie boodschap om die te ontvangen en door te geven. En de rol van brem en raaf zijn hierin ook zo duidelijk!

Wat een prachtige boodschap voor het komende jaar!

Mooi dat ik hier nu, al uitwerkend, over na heb kunnen denken, maar in het bos zag ik dit nog niet zo. Ik heb het woord toen een paar keer hardop uitgesproken om het niet te vergeten :-).

Ik bedank B8 en vervolg mijn weg door het donker. Het bos is donker, geen manestraal die mijn pad verlicht… ook ‘verlichting’ is maar betrekkelijk :-). Mijn hazelaarstaf ligt horizontaal in mijn hand en tikt niet meer mee. Mijn jas heb ik geopend zodat ik mijn handschoenen er boven in kan doen, het is warm aan het worden. In de verte zie ik de brug van de Klif, ieder jaar beklim ik de reling. Ik ben benieuwd of ik er dit jaar op kom. Het hout is super glad! Ik heb niet het lef om boven het water op de reling te klimmen. Met gemak klim ik op de reling die boven land is. Ik open mijn armen, met in mijn rechterhand mijn staf. Geen zuchtje wind. Geen gevoel gelift te worden zoals veel voorgaande jaren. Het is zó stil. Na een tijdje zo gestaan te hebben, spring ik er achterwaarts af.

Jammer dat ik ieder jaar achterwaarts spring… misschien eens iets anders voor verzinnen. Eigenlijk symboliseert de sprong in het diepe het verlaten van het ‘zomerland’ en het binnentreden van het onbekende. Het ongewisse tegemoet en op eigen kracht de zee (yep, klif) oversteken en aangetrokken worden tot een eiland in de verte. Naar dat eiland vliegen/zwemmen/varen… wat je wilt en daar luisteren wat de bewoner(s) jou te vertellen hebben. Daarna mag je terugkeren naar de klif en voelen wat het jou gebracht heeft.

Als ik me nu concentreer en een deck uitzoek en een kaart trek, komt er een behoorlijk ander verhaal tevoorschijn… dit heeft de bewoner van het eiland mij te vertellen…

Bron van Wijsheid – De wildeman

Ik ben gelijk aan iedereen. De machtige is zwakker dan ik, de hogere is lager.
Niemand zal mij onderdrukken.

Deze kaart gaat over de duistere kant van het vaderarchetype (wiens ‘ware’ aspect wordt vertegenwoordigd door kaart 6). Of iemand nu overdreven onderdanig of juist opstandig is, problemen met discipline of autoriteit komen altijd voort uit zijn archetype. De wildeman kan ook de aanstichter vertegenwoordigen, de machine, het systeem – geld en macht.

De kaart voorspelt lafheid, voorzichtigheid en afkeer door de angst voor de fysieke gevolgen, uit angst voor het verdwijnen van steun, liefde of instemming. Er kan ook een angst zijn om vernietigd te worden door iets wat groter is dan iemand zelf.
De kaart duidt op het ontwijken van een situatie, misschien door opstandig te worden. Koppige tegenstand kan stoer lijken, maar is vaak toch een soort van uitvlucht. Deze kaart duidt ook op een angst voor iets onbekend waarmee men niet geconfronteerd wil worden.
Tot u zichzelf weer in het gareel hebt, blijven uw verzwakte krachten onderdrukt, niet door de wildeman – hij heeft duizenden verschijningen in het leven – maar door uw eigen zwakheid, die maar één verschijningsvorm kent. U kunt macht hebben. Ware macht kruipt, rent, rebelleert of domineert niet. In plaats daarvan werkt hij voor het algemeen goed en de verbetering van alles.

Belangrijkste steekwoorden:
machtsmisbruik – onvermogen met autoriteit om te gaan – seksuele angsten – onderdrukte boosheid – angst voor de vader leidt tijdens de volwassen jaren tot timiditeit – opstandigheid of dominantie”

de Bron van Wijsheid-kaarten

Ik voel dat de woorden ‘lafheid’ en ‘voorzichtigheid’ bij mij binnen komen. Dit in verband met het vooraf laten betalen van opdrachten van Greenthingz en mijn coaching. Ik moet daar minder laf in zijn, meer voor mezelf opkomen en dus ook voor anderen, het algemeen goed! Ik denk dat ik deze kaart goed in mijn zak mag steken
En de angst voor de ‘bijstand’ van afgelopen jaren… dat heb ik héél goed gevoeld! Het gevoel mijn eigen autonomie kwijt te raken, ons spaargeld voor de studie van de kinderen. Het idee constant gecontroleerd te worden deed mij op voorhand al sidderen! Zo blij met het besluit van manlief om dat niet aan te vragen… dan maar interen op spaartegoeden. Maar in geen geval bemoeizucht van de overheid! Gelukkig zijn we na een jaar weer back on track 🙂 Maar ik weet dat hier mijn grootste angst ligt, autonomie verliezen.

Een paar boodschappen die ik uit deze vollemaanwandeling/sessie mag halen komen mooi samen in deze drie alinea’s. “Ik ben gelijk aan iedereen. De machtige is zwakker dan ik, de hogere is lager.
Niemand zal mij onderdrukken.”

“Verlichting betekent eigenlijk einde van het lijden en is eindpunt van vele spirituele stromingen. ‘Verlichting’ is begrijpen dat je nergens naartoe hoeft, niets hoeft te doen en niemand hoeft te zijn, behalve de exacte persoon die je op dit moment bent.”

Werk en carrière
Ten aanzien van je werk laat deze kaart je zien dat je kunt rekenen op een goede samenwerking met collega’s en dat je deel uitmaakt van een prettig werkklimaat. Je kunt rekenen op steun en sympathie van je omgeving.”

Ik mag staan voor wie ik ben!
Na mijn sprong achterwaarts vervolg ik mijn weg naar huis. De dijk over, het buitengebied achter mij latend. Als ik weer op het schelpenpad langs de wijk wandel, zie ik het licht branden bij een goede vriend. Even zijn advies vragen m.b.t. een niet betalende klant. Handig een vriend bij de belastingdienst te hebben 🙂 wat hij te vertellen heeft is geen opbeurend verhaal… ik kan leren fluiten.
Maar ik ga hiervan leren!! voor het welzijn van iedereen!

“U kunt macht hebben. Ware macht kruipt, rent, rebelleert of domineert niet. In plaats daarvan werkt hij voor het algemeen goed en de verbetering van alles.”

Zo, en net weer op tijd thuis voor The Voice 🙂 Beentjes omhoog en genieten van de passie van anderen

Veel liefs, Loes

Trek ik nog even een kaart uit het “Bron van Wijsheid”-deck, om te vragen wat dit deck mij te vertellen heeft. Dat doe ik altijd bij een nieuw deck. Trek ik kaart 6, waar kaart 8 dus naar verwijst 🙂

Bron van Wijsheid – Vader Aarde

Niets meer heb ik nodig dan mezelf, niets anders zoek ik dan mijn kracht.
Ik draag de lasten die ik heb opgestapeld.
Deze kaart duidt op de beïnvloeding van de psyche door het beeld van de vader als kostwinner, beschermer en regelgever. We ontmoeten hem in de loop van ons leven steeds opnieuw in andere behulpzame mannelijke figuren.
Deze kaart wijst op een goede mannelijke vriend die zijn verantwoordelijkheden wil delen; patronen van mannelijke conventies; de invloed van het masculiene principe op uw leven; de vader in uzelf; de goedaardige god. Hij verwijst naar bemoediging, advies en steun van een sociaal gevestigde man, een wijze praktische adviseur; iemand die zorgt voor geld en andere wereldse zaken; betrouwbaarheid of een goede basis.
Hij wijst op materieel succes voor een nieuw bedrijf. Voor mannelijke adviseurs verwijst de kaart ook naar een ouder mannelijk voorbeeld of de ervaring van mannelijke vriendschappen.
De kaart kan een bijeenkomst of een situatie voorspellen die u helpt om met uw gevoelens ten opzichte van uw vader om te gaan. Gebruik de vaderaarde-kwaliteiten in uzelf om anderen als een goede herder te leiden. De kaart wijst er echter ook op dat de macht om verandering te bewerkstelligen niet alleen in uw handen ligt: een hogere autoriteit of een ander persoon heeft het laatste woord.

Belangrijkste steekwoorden:
kennis van het verstand – de materiële wereld – actief creatief potentieel – capaciteit – behulpzame vaderfiguur – weldoener

Liefs, Loes

Ondertussen is het een jaar later. De twee van bokalen was een goede kaart 🙂 Mijn man en ik groeien steeds meer naar elkaar en we vieren onze liefde voor elkaar. Waar veel stellen uit elkaar groeien door het uitvliegen van de kinderen, merken wij dat we weer verliefd zijn. We lijken soms wel tortelduifjes 🙂 De warmte en genegenheid voor elkaar is meer dan het is geweest.

De Wilde man-kaart… met zijn negatieve lading is er één waar ik nog steeds mee worstel. Mijn coachingspraktijk is ondertussen begonnen, maar ik vraag nog niets voor dit eerste jaar. Ik wil eerst kilometers maken, eerst door krijgen hoe ik werk, eerst kijken hoe ik mezelf kan onderscheiden van andere coachen, wat maakt mij… mij, als coach. De eerste klanten zijn mijn oude cliënten van de opleiding. En zo leuk dat ze allemaal graag nog eens aanschuiven. Zij mogen als eerste mijn praktijkruimte ‘keuren’. En samen kunnen we kijken wat er de afgelopen twee jaar gebeurd is in hun leven, welke krachten ze gebruikt hebben of juist niet.

Daarna wil ik mezelf aanbieden via de weggeefhoek, een Facebookgroep die ik zeer erkentelijk ben. Via deze groep heb ik veel kunnen opruimen thuis 🙂 en de meeste mensen zijn mensen die geen coach kunnen betalen… maar wel kunnen gebruiken.

Na dit jaar wil ik een website maken (een jaar is zó voorbij). Ik hoop dan antwoord te hebben op hoe ik mezelf op de markt wil brengen.

En de ‘Wilde man’ is voor mij ook het financiële systeem… de angst voor de bijstand die lang bij mij heeft geleefd en waardoor ik genoodzaakt was om spaargelden aan mijn vader in bewaring te geven. Gelukkig is het nooit tot bijstand gekomen… alleen teren op spaargeld 🙁 Maar nu is het belangrijk om zaken die geregeld zijn in die tijden van onzekerheid weer recht te breien… dat is ook mijn Wilde man 🙂 Zo duidelijk!!!
De kaart van het vaderfiguur. Toevallig ben ik van de week met mijn vader naar de notaris geweest om financiële zaken die hem en mij aangaan goed vastgelegd te krijgen. Hij vergeet steeds meer en voordat nog meer naar het land van de vergetelheid gaat… even goed regelen. Ja, het gaat mij aan het hart hoe snel mijn vader afscheid neemt van herinneringen. En ook dagelijkse zaken gaan hem steeds moeilijker af. Zijn zorg voor mijn moeder valt hem ook steeds zwaarder. Iedereen wil oud worden… maar niemand wil het zijn 🙁

En wat een kans om de volgende keer bij deze maan eens naar voren te springen! Ik ben nu (met de volle maan van de heuvel van de barden) vergeten mijn heuvel te beklimmen. Dat mag dan met deze volle maan, de volle maan van de klif! Op de heuvel staat een picknicktafel… kan ik best vanaf springen! En dan kan ik ook mijn verhaal van afgelopen jaar nog vertellen aan de maan en mijn dank zeggen voor al wat mij is toegevallen… het is nooit te laat om dankbaar te zijn.

Liefs, Loes

Geplaatst in Volle Maan Wandelingen | Getagged , | Reacties uitgeschakeld voor Volle maan van de Klif 2017

Recensie: Hazels pentakel

Hazels pentakel
Marte Jongbloed
(Heksenspiegel)
Luitingh-Sijthoff, 2018. 238 p. ISBN 978 90 2445 8035 4. € 15,00
Websites: Marte Jongbloed, Boekenwereld

Voorkant van het boek Hazels pentakel

Hazel woont bij haar oom sinds ze een auto-ongeluk heeft gehad waarbij haar ouders omkwamen. Het gekke is dat ze zich niets van hen kan herinneren, en dat haar oom niets wil vertellen over haar verleden. Als oom zich steeds agressiever gaat gedragen, vlucht ze het huis uit. En dan ontmoet ze de groep mensen die de lezer in de proloog al heeft leren kennen. Mensen die in een kring lopen rondom een schaal met water, die spreuken prevelen, en dingen zien die later gaan gebeuren. Heksen, inderdaad. Het blijkt echter ook een warme groep mensen te zijn die Hazel onderdak bieden en ondersteuning. Ze leert vormen van magie die ze kan gebruiken om zichzelf te beschermen, en dat blijkt nodig ook. Want er dreigt gevaar. Ook van heksen, in het bijzonder een mysterieuze zwarte heks.

Natuurlijk wil ik niet teveel van het plot onthullen, behalve dan dat het verhaal niet eindigt op de laatste pagina van het boek. Dit deel wordt wel afgerond, maar er komen nog twee delen aan waarin Hazel en de coven worden gevolgd: Hazels spreuk, en Hazels coven.

Marte Jongbloed had al meer jeugdboeken geschreven toen ze aan ‘De heksenspiegel’ begon. Voor deze trilogie heeft ze “zich grondig verdiept in de wereld van de moderne hekserij”. En dat kun je merken aan allerlei details. Die geven de sfeer van magische rituelen heel goed weer. De heksenwinkel in het boek zou je als heks zo willen binnenstappen om er je inkopen te doen, en de manier waarop de heksen omgaan met elkaar is herkenbaar. En ook hoe ze Hazel geruststellen door te vertellen hoe ze haar willen helpen:

Isolt pakte haar hand. ‘Als een van ons een probleem heeft, proberen we elkaar te helpen. Dat doen we door energie aan elkaar door te geven. Meer is het eigenlijk niet. En toch helpt het. We gaan niks engs doen, hoor.’
Het stelde Hazel slechts ten dele gerust.
‘Het wordt vanzelf duidelijk,’ zei Eda. ‘Wij zullen zingen, en soms zeggen we samen iets hardop. Daar hoef je niet aan mee te doen. Luister eerst maar aandachtig en laat je meevoeren.’ Ze stond op en pakte een stukje hout, dat ze aanstak door het boven een van de brandende kaarsen te houden. Het houtje herkende Hazel van de winkel van Prosper.
‘Palo santo,’ fluisterde Isolt. Dat heeft een reinigende werking.’

Uiteraard is het fictie, en geen getrouwe beschrijving van wat moderne heksen doen. Een minderjarig meisje mee laten doen met rituelen, een onbekend meisje bovendien, dat zie ik een echte coven nog niet doen. En Marte Jongbloed heeft gelukkig genoeg fantasie om een ritueel te beschrijven zoals het ongeveer zou kunnen gaan, zonder dat ze teksten hoeft over te schrijven uit een boek over magie. Maar ze geeft er wel een hele echte ‘feel’ aan. Ze heeft haar huiswerk gedaan, en het goed begrepen.

Wat ik grappig vond om te horen, tijdens een lezing die Marte gaf op Castlefest, was dat sinds ze hiermee bezig is, ze ontdekt dat er in iedere stadswijk wel een heks woont. Nu ze ermee in de publiciteit komt, is er overal wel iemand die haar toefluistert zelf een heks te zijn. Bijvoorbeeld een verkoopster in een winkel, “maar mijn baas mag het niet weten”, en andere mensen die ze in het dagelijks leven ontmoet.

Naast herkenbaar voor ‘moderne heksen’ is het vooral ook een spannend jeugdboek met verrassende wendingen. Ik ben heel benieuwd naar de volgende delen!

 

Geplaatst in Boeken | Getagged , | Reacties uitgeschakeld voor Recensie: Hazels pentakel

Recensie: Duivelskruid

Duivelskruid
Marita de Sterck
Querido, 2018. 172 p. ISBN 978 90 214 1437 9. € 15,99
www.facebook.com/Duivelskruid

Misschien hoort een beschrijving van dit boek niet thuis in een tijdschrift over hekserij, omdat het vooral gaat over de vrees van een oude vrouw voor de duivel. Heel erg christelijk (katholiek) dus, ook al is de oma in kwestie, Tanne, al sinds haar jonge jaren een volleerde kruidenvrouw. Maar veel mensen zouden haar daarom een heks noemen. En kleindochter Yara die het verhaal begint te vertellen is een paganist ook als ze het zelf niet weet. Zeer gericht op de natuur – ze wordt schaapherder op de hei – en niet bang om bijvoorbeeld gebruik te maken van de kruiden van oma. En ze neemt de verantwoordelijkheid over haar eigen leven, ook als ze daarmee ingaat tegen de wil en de ideeën van haar moeder en oma.

Voor een jong Nederlands publiek is het geen gemakkelijk boek. Het is Vlaams en bevat uitdrukkingen die in Nederland niet bekend zijn en beschrijvingen van het leven in België in de eerste helft van de vorige eeuw. Er komen tamelijk ‘zware’ onderwerpen in aan bod. En de hoofdstukken worden afwisselend geschreven vanuit de kleindochter en de grootmoeder, en spelen in het nu en in het verleden. Maar als je erin duikt, word je meegenomen in de strijd van Tanne, en hoe Yara daarmee omgaat.

Marita de Sterck, in Vlaanderen zeer bekend en veelvoudig bekroond auteur van boeken voor ‘young adults’, schrijft heel beeldend. De onbekende woorden en gebruiken helpen het decor te schetsen waarin je het leven van oma, dochter en kleindochter zich ziet afspelen. Alsof je naar een oude film kijkt, of naar televisiebeelden in zwart-wit. Het verhaal is in zekere opzichten beklemmend, maar ook meeslepend en gewoon spannend. Is het waar wat Tanne vertelt of ziet ze wanen? Wat is er vroeger gebeurd? Loopt Yara gevaar?

Voor wie het aandurft, young adult of al langer volwassen, een boek dat je bij zal blijven.

Geplaatst in Boeken | Getagged , , | Reacties uitgeschakeld voor Recensie: Duivelskruid

The Path of the Seeker – part 2

Five years ago, I wrote the ‘The Path of the Seeker‘ — since then, the article has been translated into Polish, German, Portuguese, and Spanish. The article itself was poetic in nature and did not have any particular takeaway. It was intended to serve as a bridge for those walking the Path of the Seeker, something they could relate to in the sea of frustration that comes with this particular journey.

Shortly after publishing it, I realized I would have wanted to include some practical tips as well, those small nuances that are barely visible to the Seeker when walking the path towards the Craft, but very relevant for those watching.

The Craft, especially Gardnerian Craft, organic (and British) as it is in its nature, has a myriad of unspoken rules, messages between lines, that tend to be overlooked by Seekers. If we bring our characteristic decentralisation into the equation, the task becomes a titanic one.

There is no Handbook or Rulebook that can tell a Seeker how to seek. There are, however, principles or aspects that are particularly considered by those who guard the threshold of this magical tradition.

Thorn Mooney has beautifully portrayed some of those in her book Traditional Wicca: A Seeker’s Handbook, which I have reviewed in this same number of Wiccan Rede. And it was after reading it, and reading about some of the points that I myself consider essential, that I decided it was time to write this second part and add my own.

These principles will vary, based on what the group is looking for in a Seeker — or based on the experience of that particular group. The following ones are the ones that are relevant to me right now, based on my experience.

These are the things that, above all, I would like Seekers crossing my path to bear in mind.

Be Honest

There is a lot to say about honesty, and it might seem like an obvious prerequisite for any meaningful social interaction. But this principle is not that much about you being honest with me, but about you being honest with yourself.

It is not about being insincere when communicating what you think to me — it is about having done the homework, and knowing, feeling, that what you ‘think’ is fully aligned within yourself.

Even for those who hold honesty as a dear value, being honest about what they truly want, amidst all the ups and downs of the journey we described in the first part of this article, might be an important challenge.

Here is the thing: I have been there, we all have. And it is most likely that when you answer a simple question like ‘What attracts you to Gardnerian Craft?’, I will know if you are telling me what you think I want to hear, or simply reproducing a narrative you have created in your mind and actually started believing.

Do not get me wrong. It is an extremely difficult question. ‘How am I supposed to know what attracts me to something that is supposed to be a Mystery religion!?’.

But here is the thing: it is not about the answer. I would rather you told me ‘I honestly do not know.’, or throw a bunch of feelings and thoughts, about curiosity, secrecy, prestige, the allure inspired by old pictures of naked witches under the candles’ light, than provide an answer that is off the top of your head — an answer that we both know is not aligned with your true feelings.

If you tell me that ‘being a Gardnerian witch is your life’s dream’, or that you ‘simple like the Traditional stuff a lot — all traditional things are awesome’, my brain will shut down. For a very simple reason, and it is that, if you cannot be honest to yourself, you will not be able to be honest with me; and that is the first step to build trust.

One of the first steps during the particular training that I offer is to self-assess your strong points and opportunities for improvement (some NLP there!). If you cannot succeed on the first question above, you will not be able to succeed in this, or in the subsequent parts.

Let me repeat this because herein lies a big secret: It is never about the answer, it is about how you get to it. And this is true to the Craft, and to any job interview.

This is about getting to know you. And helping you to get to know yourself.

Have your own personal practice

If you knock on my door without having already developed a basic and healthy personal practice, I will most probably encourage you to do so, and ask you to come back later.

I do not expect you to provide a full thesis on your worldview, theology, and extensive curriculum on magical practice. I do not care what you believe in, as long as you believe in something. And I do not care what you have done, as long as you have done something.

Here is the second thing: the Craft will not provide you with belief, nor will it feed your practice with a spoon. The Craft will offer you tools and techniques, a framework, but the right attitude must come from you.

You will have to figure things out on your own, you will require the initiative to walk the extra mile and delve deeper. If you happen to join a group, your personal, individual, practice will be more relevant than ever.

Remember that ‘if that which thou seekest thou findest not within thee, thou wilt never find it without thee’.

Sure enough, your beliefs and personal practice might (and probably will) change with time. Again, it is not about the specifics, but about the attitude.

If you are looking for a system that will tell you what to believe in, and give you 12 practical lessons per degree with activities and homework to do, so that you do not have to think by yourself, Gardnerian Craft might not be the place for you.

Be humble

Let us be clear on this one from the very beginning: Nobody is expecting you to grovel to initiates simply because they happen to belong a specific cult (some might, but that says more about them than about you!). This would go against the first point we discussed. In a Craft where wit and intention are essential, there is no room for sycophants.

However, nobody likes a know-it-all.

Therefore, if you spend more time trying to explain things to me, than I spend trying to understand what you think and clarify any questions you might have, something is not right.

Again, it is not about the knowledge you might have — we all have fields in which we excel and we are passionate about. It is about the attitude.

Here is a third thing: if you know it all, I have nothing to offer you.

Sometimes (many times), the intentions are good, we try to impress someone with whom we want to build a relationship. But if this does not work when dating or friending someone, do not think it is any different when trying to approach an initiate.

In the same way, if you are Magnificent Archpriest Extraordinaire of a group, or a different Wiccan path, I will assume that you already found your path.

I understand that there are several modern Wiccan traditions that allow, and sometimes encourage, to explore different Wiccan paths at the same time. This does not work for me. You are a seeker, or you are not.

There are, of course, spiritual and occult paths that are, to some extent, compatible with the initiatory journey of the Craft.

Do your research; leverage resources

If you write an email or letter to me saying that you want initiation and asking me what Gardnerian Craft is, and whether can do this online — my brain will shut down.

There are zillions of books and articles on Gardnerian Craft. Of course, there is the dichotomy we mentioned earlier ‘How am I supposed to get to know Gardnerian Craft if it is a Mystery cult?’. Nobody expects you to know what its practice actually entails. But I do expect you to have at least read some books on the subject.

Even if you do not have access to books (quite unlikely), or do not speak English, there are website led by initiates in Spanish, Italian, German, Russian, French, Portuguese, or even Finnish. I myself have translated and written dozens of articles in Spanish that range from the very basic ‘What is Gardnerian Craft?’, to more elaborate dissertations.

Here is a fourth thing: If you reach out to me, via the very same website where those articles are posted, without a clue of what the Craft is about, I will assume that you are wasting our time — both yours and mine.

Those articles are not just something random. We have invested our free time and tailoring text to a specific audience, with the intention of helping them figure out if this is something they would like to pursue further.

There are amazing pearls of wisdom in those articles that, even as an initiate, provide me with further insight into some of the aspects of the Craft. And, more importantly, about that specific author (and group), and their worldview.

Likewise, there are also forums, groups, and other venues when you can ask initial questions while you are doing your research. We also invest time in those groups — leverage them!

Be active; engage; stick around

Even if you have done all of the above, I will still like to get to know you a bit better before starting any formal pre-training.

Here is the thing: if we do start that journey (or pre-journey), we will both invest a lot of time. And we both need to make sure that it is worth it.

You need to show interest. If you really are interested, it will come naturally. When you are interested in a person, it comes naturally to want to spend more times with them, get to know them, keep the contact. If you have to force yourself to do all of this, something is not right.

Many times, I am contacted by people who show an initial interest, and who I direct to our Facebook group and ask to keep in touch. Many of them never do.

Here is a fifth thing: I will not come knocking on your door. As blunt as it might sound, you are the one who wants something from me.

While that usually develops into a healthy relationship where both learn and benefit from each other — we are not there yet. You are a stranger knocking on my door, and asking me to invest time in you.

Again, this should come naturally. If it does not, do not force it.

I organise events from time to time, try to attend them. I post articles frequently, try to provide insight on them (if you feel like doing it), etc. These are just examples.

In short: be present.

Be realistic; be willing

This is a tough one, but once you have done the above you will need to be realistic. If you work 50 hours/week, have two kids, and run your local book club, you might not be at the best moment to commit to something else.

And this is perfectly fine. And it does not mean you have to stop seeking. Focus on your personal practice and continue engaging. It might not be the time now, but it will certainly open doors in the future. Do not be discouraged by this.

Here is a sixth thing: If I believe it is the right time, I will try to make it work — but you will have to make sacrifices.

When I was a student I saved my Christmas and Birthday gift-money to book flights for the coven meetings. Later, when I got a full-time job and had the money, I had to travel 10 hours on a Saturday and 10 hours back on Sunday to make it to the rituals.

I will not ask the same from others, but if you are looking for a coven in your town and are not willing to travel to the next, I will not accommodate that.

Again, there are life situations, and I will not ask you to leave your kids with a stranger for several days just to come to coven meetings! Concessions can always be made. But one has to be willing to make small sacrifices.

Know the subtleties of engagement

I have seen way too many seekers failing at this when reaching out to initiates and/or groups. Many times, it is a genuine mistake or lack of knowledge. However, other times, it is an attempt to outsmart them — or just an absolute lack of manners or common sense.

Here is a seventh thing: Be wise, and use your common sense. And this goes with the first point too.

There is one additional thing you need to know: We initiates talk. We talk a lot amongst ourselves. Really, a lot.

If you have done all of the above you have probably caught the attention of one of us, and might even be in contact and engaging with them. You might, of course, (and many times you should!), explore other options. But you ought to be straightforward about this.

If there has been some problem between another you and another group, you should mention this too.

We are humans, clashes of personalities do happen. Another group might not have been the best fit for you and that is okay. Just be straightforward about that — because it is most likely to come up in a conversation sooner or later.

Another subtle aspect to bear in mind are the channels of communication.

Simply put, if you are in Chile (or the UK, or any other country) and you reach out to me for training (me being in Spain), the first thing I will do is reach out to my brothers and sisters in Chile to ask about you. Sometimes, there are very valid reasons for a seeker to do this. In many other cases, the reasons behind such decision entail something else.

Likewise, if you are in Ecuador (or any other country), and you have a contact person (or a couple of contact people there, you will want to contact that (and only that) person (or people), and not their initiators in Ireland (or somewhere else).

First of all, it is plain rude and will get you off on the wrong foot — not just with that person but with many others. You are essentially diminishing those individuals that their initiators have deemed fit to pass on the tradition.

As with the above, sometimes there are valid reasons for this. Other times (most of them) it is a way of trying to go around a judgement call that the initial contact people might have already made.

Most of the times it will not work. As mentioned, we do talk, a lot — and you will most likely be forwarded to the initial contact person. If it does work, you would have created a rift with your local coven, and that is something that nobody wants.

All of these are very unspoken ‘courtesy rules’. If there is goodwill in you, you should not have a problem with them!

The conversation

There will come a time when you have done all of the above, and you feel like you are still hanging there. You have been participating, engaging, sticking around, and you actually like the people or the idea even more than when you started. You just do not know how to continue, or even where to start!

‘Why is there no Hogwarts letter in your inbox?’

Here is an eighth thing: Talk to me, I do not know what is going on in your head.

I might perceive that you are ‘getting there’, that you are truly interested — but I will not offer you any training. You need to ask.

How? Just have a conversation. ‘Hey, so I have been sticking around and checking this and that… and here is what I think so far… and here would be my expectations… how can I make it work?’

Sell yourself as you would in an interview. If there are any challenges (i.e. distance, schedule), show me that you have already thought about it and have solutions in place.

The most likely scenario is that I am already expecting this conversation and I have already thought about this too.

Do not be afraid to ask. The worst that can happen is that you get a no.

It is going to be okay

Even in the worst-case scenario where you get a negative response, it will most likely never be – just – that. If you have taken all of the above into consideration, we will probably have a healthy relationship by now; and know a bit about each other.

As such, I will let you know what do I think it is missing. Most of the times, I will also provide you with some advice. Maybe it is not the right time. Maybe you would be a better fit for another group. By this time, we might have built the foundation of a friendship and I might be able to recommend you to another group.

All of the above might seem like a lot (3,000 characters of a lot, to be more specific), but it all boils down to the first point: Be honest, and kind.

With honesty comes the ability to be humble and know what we seek, and why we seek it. The rest is just good manners and common sense.

While initiation is, indeed, a privilege, my duty as a High Priest is not to determine if you are ‘worthy’ — if there is such a thing!

My duty is to determine whether this is the right path at the right time for you. Stopping you from overlooking other opportunities that are far more suitable for your current needs, and simply jumping into Gardnerian Craft because it sounds cool.

And trust me when I say, that we find no joy on that. But, by overlooking it, I would be doing you a great disservice.

If, however, all is in place, and the time is right, I will be more than happy to help you on your path as a Seeker — wherever that path leads.

Geplaatst in English articles | Getagged , , , | Reacties uitgeschakeld voor The Path of the Seeker – part 2

Offer

Sommige artikelen in Wiccan Rede Magazine waren niet alleen heel goed op het moment dat ze werden gepubliceerd, maar hebben sindsdien hun waarde behouden. De meeste lezers van Wiccan Rede Online hebben deze artikelen nooit kunnen lezen, wat jammer is. In deze categorie, Tijdloze Teksten, zullen we een aantal van dit soort artikelen opnieuw publiceren. Dit artikel werd geschreven voor het nummer Lammas 2003 van Wiccan Rede, door Merlin, die mede-oprichter was van Silver Circle en lang hoofdredacteur was van Wiccan Rede. Het artikel past precies bij het thema van dit nummer Lughnasadh 2018.

 

…Noch eis ik offergaven, want zie, ik ben de Moeder van al het leven, en mijn liefde is op aarde uitgestort…
The Charge * Gerald Gardner & Doreen Valiente

Lammas is de oogsttijd, en deze periode is nauw verbonden met het begrip ‘offer’. Bekende folksongs als John Barleycorn, waarin het graan sterven moet om uiteindelijk bier te worden, illustreren dit oogst-concept heel duidelijk. In de wicca is het concept van het offer echter minder helder. De teksten zijn hierin vaak onduidelijk of zelfs tegenstrijdig, en het blijft gissen of het offer nu wel of niet in de wicca thuishoort.

‘Offer’ betekent gewoon gave, cadeautje. Tenminste, dat vindt de schrijver van mijn woordenboek. Een gave aan de goden. Door de hele geschiedenis heen heeft de mens gaven aan de goden geschonken. Het mooiste of het beste dat men had, werd aan de goden aangeboden. Het eerste fruit, bloemen, beelden, dieren en zelfs mensen werden aan de goden geofferd. Deze offers hadden eigenlijk altijd een specifieke bedoeling. De goden moesten gunstig gestemd worden. De goden moesten een gunst verlenen, en zorgen voor die dingen die buiten de controle van de mens vielen.

Als je deze heel globale omschrijving beziet, dan valt het op dat goden toch wel heel menselijke trekjes hadden – goden waren humeurig, konden ontstemd raken en boos worden, en moesten dan via offers ons weer goedgezind worden. Zelfs de huidige monotheïstische religies, jodendom, christendom en islam, hebben dit type godsbeeld aan de wortel van het geloof liggen, zoals je in het oude testament kunt nalezen.

De wicca volgt dit patroon echter niet. In de Charge staat zelfs expliciet dat de Godin geen offergaven eist, omdat zij de moeder van al het leven is. En hoe kun je iets aan de Godin offeren, vruchten, bloemen, dat al van Haar is? Of moet je het anders lezen? Staat er “… noch eis ik offergaven…”? Is het een bevestiging van je eigen vrije wil, een vrije keuze om wel of geen offers te brengen?

In de wicca kennen we een godin en een god. In zekere zin zou je ze kunnen zien als een moeder- en een vader-principe. De liefde van de moeder is onvoorwaardelijk. De moeder houdt altijd van je, ook als je je niet netjes gedraagt. Vaderliefde is echter voorwaardelijk. De vader stelt grenzen, en stelt eisen waar je aan moet voldoen. We zien dit principe in dat ene zinnetje van de Charge terugkeren. De Godin stelt geen eisen en eist geen offergaven. Haar liefde is op aarde uitgestort, of in andere woorden: alle levende wezens zijn een expressie van Haar onvoorwaardelijke liefde. En de God is ook geen vader-god zoals we die uit andere religies wel kennen, maar in de eerste plaats de gemaal van de Godin, Haar partner. Een kwestie van een licht accentverschil waardoor de onvoorwaardelijke liefde van de Godin een hoofdrol toebedeeld krijgt.

De Godin mag dan wel geen offers eisen, maar iedere heks weet dat je op dit pad wel degelijk offers brengt… Offers, in de meer traditionele zin van het woord, zijn dingen die je geeft die voor jou heel speciaal zijn. Het mooiste fruit, de mooiste bloemen, iets waar je veel tijd en energie in hebt gestoken, een overwinning. Meer in algemene zin kun je een offer zien als een bundeling van energie en gevoel. Soms zijn die samengebracht in een fysiek voorwerp of wezen, maar dat hoeft niet. Ook het stellen van een bepaalde daad, een taak die je volbrengt, een opdracht die je uitvoert, kan worden geien als een offer. Ben je bereid te lijden om te leren? Of anders gezegd, ben je bereid om offers te brengen voor je gekozen pad?

In andere religies is het brengen van offers om je gekozen pad te mogen bewandelen heel gewoon. In Santeria bijvoorbeeld wordt degene die wordt ingewijd een jaar lang onderworpen aan een bijzonder strak regime. Speciale kleding, een speciaal dieet, uitgebreide religieuze regels, offers brengen, een strak stelsel van sociale regels van wat er wel en niet mag, enzovoort. Gedurende een heel jaar staat elk moment van de dag geheel in het teken van je spirituele pad. En deze keus wordt ondersteund door de maatschappij rondom je. Niet alleen familie en vrienden maar de hele dorpsgemeenschap herkent je aan je kleding, groet je volgens je status, bewijst je eer en respect. En ze helpen je ook om op dat pad te blijven door je te corrigeren als je dingen wilt doen die niet mogen, zoals bepaald voedsel eten of iemand aanraken en dergelijke.

In feite wordt hier je hele leven iets heiligs. In het Engels bestaan er ook twee woorden voor offer, namelijk offer en sacrifice. Sacrifice bevat de stam sacred, heilig. Door het offer te brengen wordt het geofferde iets heiligs, iets dat van de goden is.

Hoe anders is dat in de wicca! Hier geen kledingvoorschriften, geen dieet, geen strakke regels, en ook zeker geen maatschappij die je respecteert. Als je kiest voor het priesterschap, voor de inwijdingsweg, dan vind je niets van dit alles. Je wordt zelfs niet verplicht om openlijk een pentagram te dragen! Er is geen gemeenschap die een jaar lang voor je zal zorgen, zodat jij je op je spirituele taken kunt toeleggen, zodat de gemeenschap op haar beurt een goede priesteres of priester zal hebben in de toekomst. Zelfs binnen de gemeenschap van mensen die zich heks noemen is er vaak geen begrip of respect voor degenen die de inwijdingsweg kiezen. Je krijgt niet automatisch vrij op de feestdagen en de dagen van volle maan. Je krijgt zelfs niet altijd begrip en medewerking als je dat op eigen kosten wilt regelen! Nee, het pad van de priesteres of de priester in de wicca speelt zich af in het verborgene, in je vrije tijd, tussen alle bedrijven door, en vaak tegen de stroom in. En dat vraagt een heel ander soort offers!

Het pad om priesteres of priester te worden speelt zich af midden in het gewone leven van alledag. Niet in de afzondering van een klooster, en zonder de ondersteuning van een begripvolle gemeenschap. De transformatie speelt zich af midden in het turbulente leven van de 21e eeuw. De keuzes die je daarin maakt, en de offers die je daar brengt, die breng je uit vrije wil, uit liefde voor je gekozen pad, en niet omdat bepaalde regels of voorschriften je daartoe dwingen of omdat een gemeenschap erop toeziet dat je zekere regels volgt. Integendeel – de gemeenschap, de maatschappij, zal eerder onbegrip tonen dan medewerking verlenen!

Die offers kunnen van alles zijn. Misschien accepteer je een eenvoudige baan zodat je ook werkelijk al je vrije tijd aan de wicca kunt besteden, zonder dat er een beroep op je wordt gedaan voor overwerk, extra vergaderingen of trainingsweekenden of opleidingsweken. Misschien accepteer je een minimum aan werktijd zodat je weinig geld hebt, voldoende voor wat je echt nodig hebt maar zonder luxe, om zo meer tijd aan de wicca te kunnen besteden. Of kies je als gezin voor 1 salaris in plaats van twee, of doe je beiden deeltijdwerk. Misschien kies je voor lange reistijden of zelfs dure boot- of vliegtickets om bij die mensen te kunnen zijn die jou verder kunnen helpen op je pad. Of misschien ben je zelfs bereid daarvoor te verhuizen. Misschien moet je in je dagelijks leven keuzes maken om dingen die je echt leuk vindt te laten liggen, omdat er geen tijd of geen geld is om dat, naast wicca, ook nog te doen. En misschien moet je aan jezelf werken. Bepaalde blokkades of onhebbelijkheden onder ogen durven zien omdat ze je hinderen op je gekozen pad.

Dit zijn wel heel andere offers dan bloemen of fruit op het altaar! Dit zijn geen offers die je brengt als eerbetoon aan de goden. De wicca is ook geen godsdienst. Het draait niet om eerbetoon aan de goden. De essentie van de wicca is samenwerking met de goden, met de Godin en de God. En voor die samenwerking gebruiken we het instrument van de magie. De goden kunnen van alles op aarde bewerkstelligen, maar omdat wij mensen een fysiek lichaam hebben gaat dat allemaal een stuk sneller als we als mensen ook concreet meehelpen om hun impulsen te verwezenlijken. Met magie, zeker, maar ook met ons fysieke lichaam, in ons werk, in ons gezin, in onze gemeenschap, midden in de gewone wereld van alledag. En de offers die we brengen op onze weg naar het priesterschap, zijn offers die ons als het ware van een ruwe steen transformeren tot een geslepen kristal, zodat we ons werk op aarde een beetje beter kunnen doen.

De komende zomerperiode is niet alleen een periode van vakantie, van uitrusten en tot jezelf komen, maar ook een periode van oogsten. Je kunt deze periode gebruiken om eens in alle rust, ver weg van de jachtige wereld van elke dag, na te denken over de offers die je in de voorgaande jaren hebt gebracht voor de wicca. En denk dan ook eens speciaal na over de oogst van die offers. Wat heeft al jouw inspanning je gebracht? Wat heb je ervan geleerd? Welke vaardigheid of karaktereigenschap is de vrucht van dat offer? Kies je voor het priesterschap, en bied je die vruchten aan aan de Godin en de God, als jouw offer? Stel je die oogst in dienst van de goden? Dat is geen simpel besluit, want bedenk dat wat je aan de goden aanbiedt, geaccepteerd kan worden! Als je een bepaalde gave in dienst van de goden stelt, dan zullen er zeker dingen op je pad komen waarbij je die gave zult moeten inzetten!

En als je daar dan zo zit, ergens in een wild woud, of langs een beek of rivier, of op een berg of heuveltop, of aan het strand of op de heide, vergeet dan de ‘gewone’ offers ook niet! Breng wat vruchten of bloemen mee voor de goden en de geesten van het land, en laat wat wijn of mede of vruchtensap voor ze achter. Zonder bijbedoeling, uit vrije wil, als teken van liefde en vriendschap. Want de Godin eist geen offers…

Geplaatst in Artikelen, Tijdloze teksten | Getagged , , | Reacties uitgeschakeld voor Offer

“Devotie is het sleutelwoord voor mij”

Interview met Zia Elokha, priesteres

Zia Elokha wijdt haar leven toe aan de Godin en heeft een tempel in haar huis waar ze ook andere mensen ontvangt. Ze heeft een aantal keren de Goddess procession, de Godinnenprocessie, georganiseerd in Amsterdam en onderhoudt een website1 en een blog. Bij het thema van dit nummer, ‘offers, opoffering’, dacht ik direct aan haar. Ik vroeg Zia naar haar visie op het priesterschap, die afwijkt van het begrip priester(es) in wicca.

Het Grote Altaar in de Godinnentempel Amsterdam – Foto Zia Elokha

Wat ben jij, hoe noem je jezelf?

Ik ben priesteres. En seidhwerker, seidhkona.

Wat betekent het woord priesteres voor jou?

Dat is voor mij iemand die een heilige plaats en/of een eredienst in stand houdt. Het heeft altijd met goden te maken, je bent priesteres van een of meerdere goden. Ik ben in de allereerste plaats priesteres van de Vrouwe, de Godin die hier in de tempel op het altaar staat En ik ben priesteres van Thor: Hij heeft mij opgeëist. Er zijn andere goden in de tempel aanwezig. Ik zie mezelf niet als hun specifieke priesteres, maar ik eer ze wel elke dag.

Je bent opgeëist zeg je. Dus je bent geroepen? Of was het je eigen keus?

Het was niet mijn keuze om me aan Thor te wijden. Het was wel mijn plan om me te wijden aan een God, of eigenlijk een Godin. Ik was al heel lang geroepen tot het priesterschap, maar het duurde lang voordat ik had uitgevogeld wat dat betekent, hoe ik daar vorm aan zou kunnen geven.
Op een gegeven moment wilde ik me toewijden aan Freya. Ik heb het altijd belangrijk gevonden om vooral veel aandacht te geven aan de Goden van het land. Ik heb ik in het bos een ritueel gedaan, en op het moment suprème hoorde ik mezelf zeggen: Thor wil jij mij als priesteres accepteren? Ik heb daar nooit spijt van gehad want Thor is mijn allerbeste Vriend. Pas later ben ik gaan begrijpen waarom Thor op dat moment, en nog niet de Godin.

Nog niet?

Dat heeft nog een aantal jaren geduurd. Ik heb in die jaren een serie inwijdingen in de andere werkelijkheid gehad die mij steeds dichterbij het priesterschap brachten. Daaraan heb ik mijn namen overgehouden, die ik pas later in het openbaar ben gaan gebruiken. Bij de eerste inwijding ‘Zia’, en later ‘Elokha’. Pas bij de tweede Godinnenprocessie ben ik als priesteres geaccepteerd door de Vrouwe. Ik bracht het toen al in de praktijk maar ik noemde me nog geen priesteres. Na de tweede processie is deze tempel ook pas ontstaan.

Wie is de Godin? Is zij ‘de Vrouwe’ zonder een specifieke naam?

De Vrouwe is de Vrouwe met 10.000 namen. Na al die jaren kan ik nog steeds geen definitief antwoord geven wie Zij precies is. Zij is het Al, maar met het Al kun je niet communiceren, en ik communiceer absoluut heel persoonlijk met Haar. Ik heb het opgegeven me daar het hoofd over te breken. Ik accepteer het als een mysterie. Ze is het Al en Ze is ook heel dichtbij me. En ook voor anderen is Zij te voelen. Bam! Ze kan heel sterk aanwezig zijn.

Wat doe je in de praktijk als priesteres? Hoe doe jíj dat?

Mijn priesterschap bestaat uit het onderhouden van deze tempel, met dagelijks ritueel. Ik open de tempel elke ochtend en ’s avonds wens ik alle aanwezigen goedenacht.

Ik onderhoud het licht op het altaar, dat 24/7 brandt.

En ik ben beschikbaar voor ieder die me benadert met spirituele vragen.
Nog steeds houd ik één keer per maand een openbare bijeenkomst hier – er is te weinig belangstelling om vaker een bijeenkomst te houden.

Ik schrijf over mijn visie op paganisme, heidendom en priesterschap en ik trek soms mijn grote mond open op internet over die onderwerpen – ik zie het ook als mijn taak als priesteres om soms dingen tegen te spreken of juist uit te dragen. Daar speelt Thor vaak ook een grote rol in.

Ik leid een aantal groepen hier in de tempel. Veel mensen komen hier om seidr te leren. Dat is verbonden met de Noordse Goden, dus daar komt ook priesterschap bij kijken.

Maar het dagelijks ritueel en het onderhouden van deze plaats zijn de kern van mijn priesterschap.

Mijn dagelijks gebed en meditaties zijn meer voor mijn persoonlijke ontwikkeling.

Hoe houd je het vol? Hoe blijf je geïnspireerd? Is dat ook door die meditaties?

Nee, dat is door wat ik terugkrijg! Ik krijg zo ontzettend veel kracht en liefde terug van de Vrouwe dat het meestal totaal geen moeite kost om deze tempel te onderhouden. Behalve als ik ziek ben, wat redelijk vaak gebeurt, dan heb ik de energie niet en dan hoeft het ook niet. Wat mij gaande houdt is dat het, vrijwillig, uit mijn hart komt en ik geen enkele verplichting voel.

Daar speelt het lichtje op het altaar een grote rol in. In principe brandt het 24/7 maar het gaat ook wel eens uit. Dat gebeurt alleen op momenten dat Zij me iets duidelijk wil maken, als ik iets vergeten ben of loop te klooien, en meestal weet ik dan ook wel wat.
Normaal gesproken moet ik het twee keer per dag verzorgen, maar als ik echt te ziek en te lamlendig ben om van de bank af te komen, dan blijft het lichtje gewoon branden. Dat die samenwerking er is geeft mij veel rust en dus ook motivatie. Dat houdt me gaande, dat constante contact met Haar. Zij is geen abstract begrip, maar een levende Identiteit met wie ik samenwoon in dit huis. Ook met de andere Goden op het altaar en de spirits die hier vertegenwoordigd zijn. Het lijkt alsof ik alleen leef, maar dat is absoluut niet zo!

Wat heb je nodig om priester(es) te zijn? Een bepaalde persoonlijkheid? Moet je dingen geleerd hebben? Kan iedereen het?

Wat er echt voor nodig is, is een persoonlijke band met een godheid. Daar staat of valt het mee. Je kunt niet bedenken: ‘van wie zal ik eens priesteres worden?’ Het begint met een persoonlijke band waar je steeds meer vorm aan gaat geven. Dus, het is een impopulair woord, maar devotie is het sleutelwoord voor mij. En dan moet je ook, op welke manier dan ook, geleerd hebben hoe je zo’n altaar of heilige ruimte onderhoudt. Dat kan je zelf in de praktijk leren, maar er gaat veel tijd overheen. Er komt van alles bij kijken. Je moet leren dat sommige dingen werken en andere niet.

Als je groepen gaat ontvangen en rituelen gaat leiden, heb je daar wel oefening voor nodig. Dat moet je langzaam opbouwen. Je moet begrijpen wat de essentie van een ritueel is, wat de structuur van een ritueel is en wat een ritueel doet werken. Daar kun je heel veel over lezen, maar het kan ook met vallen en opstaan – van je eigen fouten leer je altijd het meest. Je kunt van anderen leren, maar ook daarmee gaan er vele jaren overheen voordat iemand echt priester(es) kan zijn.

Het is dus niet zo als bij wicca, dat je meteen bij de inwijding priester(es) bent? Wij noemen het wel zo, maar we hebben misschien een andere betekenis bij het woord.

Ik kan daar helemaal niets mee! Er zijn tegenwoordig in Europa zoveel mensen die zich priester(es) noemen, waarvan ik denk: Waar slaat dat op? Wat doe je dan eigenlijk? Priesteren is een werkwoord. Het is iets wat je doet, het is je leven. Het is niet een titeltje dat je als een sieraad om je nek kunt hangen. Ik geloof sowieso niet in inwijding door mensen. In het gunstigste geval kan de inwijding door mensen samenvallen met een acceptatie door de Goden. Ik weet dat het in traditionele wicca nu wel degelijker toegaat, maar er zijn van die cursusjes tot priesteres, waarbij je een jaar lang een aantal weekeinden les krijgt en daarna gegarandeerd wordt ingewijd. Daar kan ik helemaal niets mee. Het betekent niets en het holt het hele begrip priesterschap uit. In alle andere religies gaan er jaren overheen voordat iemand zich priester kan noemen, maar in het moderne paganisme zijn er een stuk of acht weekendjes voor nodig.

Zijn er geen mensen die op zoek zijn – en dit is dan wat ze vinden – die zo beginnen en zich dan ontwikkelen tot ‘echte priester(es)’ in jouw termen?

Natuurlijk! Er zijn altijd mensen die zo beginnen en zich ontwikkelen tot echt priesterschap. En er zijn ook mensen die na zo’n cursus, of verschillende van die cursussen, bij mij komen 🙂 Ik vind dat de term ‘priester’ te makkelijk gebruikt wordt in het paganisme. Als je de gemiddelde paganistische priester langs de lat legt van gevestigde religies, dan wordt het ineens een niemendalletje, het paganistisch priesterschap. In het algemeen, gunstige uitzonderingen daargelaten.

Denk je dat in de gevestigde religies alle priesters dat priesterschap daadwerkelijk zo voelen en vorm geven?

Absoluut niet! Maar in ieder geval hebben ze daar wel een gedegen training gehad. In gevestigde religies heb je het probleem – dat zich ook in het paganisme voordoet – dat mensen priester willen worden om verkeerde redenen, bijvoorbeeld om macht over mensen te kunnen krijgen. Ik heb ooit om een probleem met voorouders uit te werken in een paar weken tijd vijf katholieke missen bijgewoond in vijf verschillende kerken. Er was steeds exact het voorgeschreven ritueel, met mensen die ongeveer dezelfde opleiding hebben gehad, maar het zijn werelden van verschil. De een raffelt het af als een verplichting, en er gebeurt niets. Bij de ander voel je hoe de energie stijgt en de devotie bloeit. Het was een openbaring om te zien hoe ook daar het priesterschap bij sommigen een wassen neus kan zijn. Het begint met echte devotie. Als het niet in je hart zit, als je niet een band hebt met welke Godheid dan ook, dan ben je met een lege oefening bezig.

Als je katholieken noemt en devotie, dan denk ik niet per se aan priesters. Er zijn ook nonnen en broeders die zich toewijden aan God. Er is daar verschil tussen priesters en kloosterlingen.

Nonnen zijn twijfelgevallen, in mijn definitie. In het katholicisme kunnen vrouwen geen priester worden, maar sommige vrouwen die een klooster onderhouden met gebed, zijn in mijn ogen ook priesteres.

Maar niet iedereen die devoot is, is priester. Als je een persoonlijke band onderhoudt met een Godheid, maakt dat je nog geen priester. Als ik het heb over het onderhouden van een heilige plaats, bedoel ik daarmee een heilige plaats die ook voor anderen beschikbaar is. En nog een impopulair woord: dienstbaarheid. Ook dat heeft alles met priesterschap te maken. Het verschil met een andere devote gelovige is dat die geen verplichtingen heeft jegens anderen. Een priester neemt wel verplichtingen op zich, om te beginnen het onderhoud van de heilige plaats. Dat kan een tempel zijn of een altaar in de tuin of in het bos. Dat is de dienstbaarheid aan de Goden, maar je bent als priester ook dienstbaar aan een community, hoe klein die ook is. Mijn community bestaat uit de mensen die hier komen of – soms op afstand – contact met me opnemen. Ik heb ook op me genomen om die mensen zo goed mogelijk bij te staan of hun vragen te beantwoorden. En iedereen kan mij vragen een kaarsje te branden.

Als er bijvoorbeeld een vliegtuigongeluk is gebeurd en iemand stelt op sociale media voor om kaarsjes branden, komt er ook veel kritiek. Voegt het iets toe, in jouw ogen of is er meer nodig? Hangt het misschien samen met de geest waarin je het doet?

Het is de geest waarin je het doet en het zou nooit mogen ophouden bij alleen een kaarsje opsteken, zeker als het gaat om grote problemen in de maatschappij. Kom op mensen, we hebben meer verantwoordelijkheid en dat koop je niet af door een kaarsje. Maar heel bewust een kaarsje branden en heel bewust kracht en energie sturen naar mensen die het nodig hebben, kan wel degelijk zoodjes aan de dijk zetten. Als er iets ernstigs gebeurt, is op dat moment de balans even verstoord. Ik denk dat mensen kaarsjes willen aansteken omdat ze die balans willen herstellen en ik denk dat het helpt.

Ik heb ook wel eens meegemaakt dat iemand ongeneeslijk ziek was, en dat aan vrienden en bekenden werd gevraagd om iets te doen om die persoon bij te staan: magisch werk, bidden, energie sturen, kaarsjes aansteken. Ik heb het idee dat dat geholpen heeft.

Ik ben ervan overtuigd dat het helpt – op welke manier dan ook. Het hoeft er niet in te resulteren dat iemand wonderlijk geneest maar het kan helpen dat iemand zich gesterkt voelt in het proces en extra hulptroepen uit de andere werkelijkheid krijgt, en met meer gemak de overgang kan maken. Het thema in deze tempel is altijd het versterken van de innerlijke kracht van de mensen die hier komen.

[Er gaat een wekker af. “Dat is een van mijn gebedstijden. Ik houd het vol omdat ik er één mag overslaan, ik mag het altijd rustig aan doen”.]

Alles in deze wereld is verbonden door één groot energetisch web. We hebben daar allemaal een minuscuul beetje invloed op. Daardoor kunnen we soms de balans net even om laten slaan – naar net even meer kracht, net even meer vertrouwen en net even meer hulp.

Als gebed niet zou werken, dan zouden er zich niet al tienduizenden jaren lang miljarden mensen mee bezighouden. Al die mensen zijn niet zo dom dat ze al die dingen doen zonder dat het resultaat heeft. Natuurlijk heeft het zin, maar soms maar op heel kleine schaal.

Als het wel zinloos zou zijn, zou je er dan toch mee doorgaan?

Het is nooit zinloos omdat het je in ieder geval zin geeft. Ik ben ervan overtuigd dat het meer brengt dan dit, maar al geeft het je alleen maar een gevoel van iets meer controle over het leven, alleen dat al geeft je meer kracht en dan heeft de innerlijke magie al gewerkt.

Je zegt dat je niet anders nodig hebt dan devotie om priester(es) te worden, en training om mensen te kunnen begeleiden, maar je hebt zelf nogal een brede achtergrond, je hebt sjamanistische training gehad…

Sjamanisme is de enige officiële training die ik heb gehad. Naast zes jaar les in sjamanisme heb ik een eindeloze hoeveelheid boeken over religie en rituelen gelezen. Ik heb, voordat ik mezelf priester noemde, veel geëxperimenteerd met verschillende vormen van ritueel, met het uitvoeren van (ook openbare) rituelen. Ik heb vooral ook met mensen gesproken en gediscussieerd over de zin en onzin van rituelen, de zin en onzin van rituele vormen, rituele etiquette. En ik heb ook veel gehad aan de lessen van Reclaiming-teachers.

Je noemde net ook seidr. Dat is weer een heel andere tak van sport.

Seidr vloeit voort uit mijn sjamanistische training bij Linda Wormhoudt. We hebben samen onderzoek gedaan naar de Noordwest-Europese vorm van sjamanisme en dat is seidr. Daar is haar eerste boek uit voortgekomen. Ik ben jarenlang in mijn eentje doorgegaan. Ik heb contact onderhouden met al die Spirits en op een gegeven moment dacht ik dat het goed zou zijn om de kennis die ik heb door te geven. Seidr is ineens in de mode geraakt en allerlei mensen roepen ineens dat ze aan seidr doen, maar ik zet grote vraagtekens bij wat ze doen. Ik heb zoveel in huis maar deed er niets mee. Op Facebook bleek er interesse voor te zijn, en ik leid nu twee groepjes van heel gemotiveerde mensen die seidr willen leren. Seidr is heel verweven met noordse mythen en met de Spirits van land en water.

Het meest beroemde seidr-ritueel is het hoge-zetelritueel waarin de seidhkona op de hoge zetel gaat zitten en vragen beantwoordt van aanwezigen. Dat zou je kunnen zien als de hoogste vorm van priesterschap omdat de Goden door jou heen kunnen praten. In dat tranceritueel voelen de Goden zich vrij om door jouw lichaam te komen, om te praten, te bewegen, te eten en drinken.
In Nederland is daar niet zo heel veel over bekend. In Amerika wordt er meer – en meer openlijk – over geschreven en gepraat. Hoewel er in Nederland ook verschillende mensen zijn die zich hiermee bezighouden en die weten waar ze mee bezig zijn.

In principe gebeurt het in andere religies ook, en het is de essentie van Drawing Down the Moon in wicca. Het is de ultieme vorm van dienstbaarheid je zo open te stellen voor de Goden dat ze jouw lichaam kunnen overnemen.

Dat zal niet door iedereen in wicca op deze manier gebeuren. Als je een opleiding in wicca hebt gehad van mensen die dit niet zelf kunnen, kun je dan leren hoe je je open kunt stellen voor de Goden?

Het heeft alles te maken met vertrouwen en je ego zo ver mogelijk opzij kunnen zetten. Ieder mens heeft een ego nodig, anders kun je niet overleven, maar op zo’n moment moet je dat opzij kunnen zetten. Sommigen zijn daar zo goed in dat ze helemaal worden overgenomen, dat hun ego helemaal verdwijnt. Dat kan ik niet. Ik zit altijd op de achterbank en weet nog wat er gebeurt. Er zijn verschillende gradaties van trance: van heel licht tot heel diep en alles ertussenin. In bijna ieder ritueel dat ik leid, zingt de Godin door me heen en soms spreekt Ze ook. Ik hoef daar niet bewust veel voor te doen, maar ik werk dagelijks aan mijn band met Haar. Dus ik hoef alleen maar in een lichte trance dat toe te laten en dan gebeurt het gewoon. Ik weet dat veel mensen dat kunnen, maar dat zijn wel mensen die een band hebben met hun Godheid. Bij sommigen gebeurt het spontaan, ook als ze helemaal niet in een ritueel zijn. Bij gebrek aan een beter woord: dat is een hele intieme gebeurtenis. Als een God zegt: “Ik gebruik jouw lichaam even” – dat de energie van een Godheid door je heen komt – dichterbij een Godheid kun je niet komen. In diepe meditatie kun je diezelfde intimiteit bereiken, maar dan ga jij op in ’t goddelijke. Als het goed gaat, is het iets heel fijns.
Ken je het boek van Raven Kaldera2? Die schrijft uit eigen ervaring en heeft het boek samen geschreven met een santero – in Santeria is hier ook heel veel ervaring mee – en er komen ook anderen aan het woord die vanuit eigen ervaring spreken. Als het onderwerp je interesseert, raad ik je dit boek absoluut aan.

Trance kan je trainen en bezetenheid ook, maar sommige mensen kan het ook spontaan overkomen. De eerste keer dat het mij op de hoge zetel overkwam, wist ik helemaal niet dat het kon gebeuren. Toen Linda en ik met onze experimenten bezig waren, wilde niemand er met ons over praten.

Er zijn bepaalde technieken en er zijn overeenkomsten in verschillende tradities. In seidr gaat het om zingen, om een speciale zetel, en soms om bepaalde kledingstukken.
Ik heb veel video’s over Taiwan gezien waar in bepaalde tempels ook bezetenheidsrituelen zijn. Ook daar is er een bepaald soort muziek, een bepaalde aanroep, een speciale stoel waar het medium op plaatsneemt en bepaalde kleding die wordt aangetrokken. En dan komt de Godheid in ze. In wisselende volgorde, want vaak kom eerst de Godheid in ze en dan krijgen ze die kleding aan. Ik vind het heel interessant die overeenkomsten te zien met wat er bijna aan de andere kant van de wereld gebeurt. Het lijkt iets universeels te zijn.

Af en toe experimenteren we met een groepje vertrouwde mensen. Het kan een overweldigende ervaring zijn – niet iets om zomaar mee te experimenteren of aan te klooien. Want wat moet je doen als je een ervaring krijgt en het niet aan blijkt te kunnen? Als je bijvoorbeeld een Spirit uitnodigt die je niet meer wil verlaten? Als je denkt dat je een God aantrekt maar er een trickster-spirit op af komt die hele andere dingen gaat doen dan jij verwacht? Er zitten ontzettend veel risico’s aan dit werk. Dat kan echt alleen door mensen gedaan worden die veel ervaring hebben met hun Goden en Spirits.

Je hebt al verteld wat het oplevert, maar wat kost het priesterschap je?

[Stilte]

Vind je het zo vanzelfsprekend om je leven in dienst te stellen van de Godin dat het niet meer voelt als opoffering?

Het voelt niet als een opoffering. Rationeel gesproken wel: ik heb mijn huiskamer en mijn privacy opgeofferd en ik ga vijf keer per dag naar het altaar. Maar het voelt als een natuurlijk iets. Ik krijg er zoveel voor terug: het is geen offer.

Ik kan me voorstellen dat het niet voor iedereen op elk moment van zijn leven uitkomt. Als je bijvoorbeeld op het ‘Pad van het Haardvuur’ bent: kleine kinderen hebt.

Inderdaad. Het moet in je leven passen. Het is een roeping, maar ook al voel je de roep, dan ben je nog niet altijd in de gelegenheid daar gehoor aan te geven. Maar je kunt al wel een band met je Godheid opbouwen. Hoe langer je werkt met de Godheid, hoe sterker je priesterschap ooit wordt.
Een vergissing die veel gemaakt wordt is dat als je een persoonlijke band hebt met een Godheid, dat je dan meteen priester zou zijn. Elke religie heeft vele gewone gelovigen en een paar mensen die de rol van priester vervullen. Je bent niet minder als je gewone gelovige bent. Priester is een beroep dat niet belangrijker is dan bakker of schooljuf. Verplegers zijn misschien belangrijker in het leven dan priesters. Wat ik mis in het moderne paganisme zijn juist die gewone gelovigen. Als je jezelf helemaal toewijdt aan Hekate, dan hoef je nog geen priesteres te zijn van Hekate. Miljoenen mensen op de wereld zijn toegewijd aan Maria, of aan Jezus, of Allah, of Durga, en die hoeven ook niet meteen priester te worden.

Misschien is het een kwestie van definitie. Ik vond het juist zo mooi aan wicca dat je zelf priester bent, dat je zelf contact zoekt – en legt – met het goddelijke en dat er geen bemiddelaar staat tussen jou en de Goden.

Maar ik ben ook geen bemiddelaar tussen Goden en mensen. Goed dat dit nog even aan de orde komt! Ik sta absoluut niet tussen mensen en Goden in. Ik ben een wegwijzer. Het enige dat ik hier doe is een kanaal onderhouden waardoor het voor sommige mensen makkelijker is om hun band met hun persoonlijke Godheid te ervaren. Mijn doel is dat mensen hier een paar keer komen en me daarna nooit meer nodig hebben. Mensen komen wel terug, maar dat is niet omdat ze me nodig hebben maar om te delen. Als er een thema-avond is, is het mooiste als mensen een band met hun Goden hebben en die ervaringen delen. Dan voel je de energie stijgen, en dat is zo mooi, juist dat delen, en het vinden van zielsverwanten.

2 Drawing Down the Spirits. The traditions and techniques of spirit possession.
Kenaz Filan & Raven Kaldera.

Geplaatst in Artikelen, Interviews | Getagged , | Reacties uitgeschakeld voor “Devotie is het sleutelwoord voor mij”

In memoriam Elsy Kloeg

Elsy Kloeg met haar hond Skylla

Elsy Kloeg met Skylla

Elsy Kloeg

(8 mei 1938 – 6 juni 2018)

Elsy is onderweg naar haar eindbestemming”
Dit stond er op de rouw-kaart.
Ze had geen angst voor de dood en verheugde zich op de dingen die zij eindelijk zou gaan ervaren.

Elsy was de oprichtster van “Avalon Esoterisch en Occult Werkcentrum”, later “Wicca-Centrum Aradia” genoemd. Alex Sanders trainde haar gedurende enkele jaren vanaf 1982, nadat ze in 1981 tezamen met haar partner Kobus van Doorne de 2de en 3de graad van hem ontving. Het was de bedoeling dat zij beiden met de verworven kennis de eerste Alexandrian coven in Nederland zouden oprichten.

Zij begon met zogenaamde ‘open avonden’ en oriëntatie-cursussen volgens de Alexandrian traditie.
Ook was zij de eerste heks die in de jaren ’90 vele malen op TV verscheen, en in dagbladen en tijdschriften onder haar eigen naam schreef, wat in die tijd niet gebruikelijk was.

Elsy heeft het grootste deel van haar opleiding bij Alex in Bexhill-on Sea gevolgd. Meestal sprak hij af in de pub waar hij een apart hoekje had, maar ook bij Maxine in London.

In 1990 vertaalde Elsy het meest bekende boek van Vivianne Crowley dat heden ten dage nog steeds gelezen en gebuikt wordt: ‘Hekserij, Een oude leer voor de Nieuwe Tijd’ en schreef zij er het voorwoord voor.

In 1993 trok Elsy zich terug uit het openbare leven en heeft Lady Bara de coven voortgezet met de toenmalige HP van Elsy.

Alhoewel Elsy zich terugtrok uit het openbare leven heeft zij de wicca nooit vaarwel gezegd en vroeg zij op haar sterfbed of ik een Rite of Passage voor haar wilde doen om het aardse leven los te kunnen laten.

Met twee voormalige covenleden hebben wij een afscheidsritueel aan haar bed gedaan.

Daarna voelde zij zich vrij en los van de aarde om naar het zomerland te vertrekken Twee dagen later is zij heengegaan.

Wij vonden het een eer om dit voor haar te kunnen doen.

BB
Lady Bara.
Juli 2018

Do not stand at my grave and weep
I am not there, I do not sleep
I am the thousend winds that blow
I am the diamond glints on snow
I am the sunlight on ripening grain
I am the gentle autumn rain
And when you wake in the morning hush
I am the soft uplifting rush
Of quiet birds in circled flight
I am the stars that shine at night
Do no stand at my grave and cry
For I am not there,
I did not die.

(Old Indian Poem).

Geplaatst in Artikelen | Getagged , | 1 reactie

De Flame of Frith: een Verhaal

De Vlam voor Vrede is een uitnodiging aan heidenen en paganisten tot samenwerking voor vrede. Het doel ervan is onder meer mensen samen te brengen, al is het maar voor even, om een ander geluid te laten horen: een roep om vrede, saamhorigheid en vrijheid. Het bijbehorende vredeskoord brengt een blijvend gevoel van verbinding, hoor ik regelmatig van mensen die een ritueel hebben bijgewoond en aan het eind ervan een stuk ervan meekregen. De Vlam voor Vrede is een manier waarmee we kunnen laten zien dat we betrokken zijn bij de maatschappij waarin we leven. Daarbij zijn mensen van alle mogelijke levensbeschouwelijk stromingen van harte welkom.

In zijn boek Uit de puinhopen, een nieuwe politiek in een tijd van crisis vertelt de Britse schrijver George Monbiot, bekend om zijn ecologisch en politiek activisme, over de kracht en werking van verhalen. Aan het begin van het eerste hoofdstuk stelt hij: ‘Als we het juiste verhaal ontwikkelen, en leren hoe dat te vertellen, zal dat een aanstekelijke uitwerking hebben op mensen van alle politieke voorkeuren. De verhalenvertellers regeren de wereld.’

Dit zette mij aan het denken en bracht me het besef dat de Vlam voor Vrede zo’n verhaal is. Een verhaal over vrede en in wat voor wereld we willen leven, over vrijheid, vreugde, vertrouwen, vriendschap, voorspoed en vruchtbare vrede. Hoe we ons hiervoor als heidenen en paganisten, samen met mensen van allerlei religieuze en levensbeschouwelijke stromingen, op onze eigen manier kunnen en willen inzetten. Hoe vaker we dit verhaal aan elkaar en daarmee aan de wereld vertellen hoe meer we, naar mijn mening, vrede manifesteren voor de aarde zelf en al haar bewoners.

Het verhaal van de Vlam voor Vrede begon een jaar of wat terug. Toen al keek ik met verbijstering hoe we als mens steeds verder de afgrond in gesleurd worden en vroeg ik me al vertwijfeld af of de teloorgang die we de aarde en onszelf aandoen nog te stoppen is. Ik wilde iets doen! We leven immers in een tijd die roept om verandering. Merendeels wordt die noodzaak overschreeuwd door het heersende politieke verhaal van geld, hebzucht en onverschilligheid ten aanzien van onze aarde en elkaar. Stemmingmakerij viert hoogtij. We worden op alle mogelijke manieren bang gemaakt, want angst verlamt.

Ik heb overwogen de politiek in te gaan, maar wist eigenlijk meteen al dat die weg de mijne niet is. Het meest voor de hand liggende kwam pas na enige tijd bij me op: ik ben overtuigd dat tover werkt en van de kracht en uitwerking van rituelen. Toen dit helder werd voor me, werd ook mijn pad helder. Ik nam op verzoek van de geesten de rol van vredesweefster op me en ben aan de slag gegaan met het bedenken van teksten en rituelen om de Vlam voor Vrede te voeden en uit te dragen.

(Ontwerp: Barbara Anthonissen) 

Vanaf het allereerste ritueel voelden mensen zich erbij betrokken en de Vlam voor Vrede groeide. Er kwam een FB-groep en mensen begonnen dingen bij te dragen. Het beeldmerk van de Vlam voor Vrede is ontworpen door de kunstenares Barbara Anthonissen. Zoals op de foto te zien, zijn het twee vlammen verbonden door de rune Wunjo. Een rune met als betekenis vreugde. Het is een zinnebeeld voor plezier, saamhorigheid en familie. In het beeldmerk staat Wunjo voor gemeenschapszin.

Een ander heel wezenlijk onderdeel van de Vlam voor Vrede is het al eerdergenoemde vredeskoord. Hoeveel meter van dit koord ik in de afgelopen vier jaar heb gemaakt met een lucet weet ik niet, maar het is veel en er zullen nog vele meters bijkomen. Net als het beeldmerk is het koord rood, oranje en geel gekleurd. Iedere keer opnieuw is het bijzonder om met mensen in een kring te staan, verbonden door het koord, en de kracht van gemeenschapszin en samenwerking te voelen.

Ik geloof in de kracht van herhaling en dat geldt zeker ook bij vertellingen. De teksten van de Vlam voor Vrede-rituelen heb ik al talloze keren gehoord. Het zijn merendeels gedichten en gebeden die ik zelf geschreven heb en toch klinken ze telkens anders. Ieder persoon die ze voordraagt spreekt ze immers op zijn of haar manier uit. In iedere groep klinken de liederen anders en zo hoor ik er zelf ook weer nieuwe dingen in.

(Huisaltar vredesvlam – Frigga Asraaf)

(voorouderlijke vredewevers…) –

Het Vlam voor Vrede-altaar in mijn woning raakt steeds voller. Er staan twee door mij gemaakte houten beelden op die voorouderlijke vredewevers voorstellen, samen met giften als de vredesperen gesmeed door een Duitse smid, de triskel, smeedwerk van een Engelse smid, en de zweepklossen vervaardigd door een Duitse houtbewerkster. Een gevilte godin en het schilderijtje met het beeldmerk hangen aan de muur.

Al een paar keer lag er onverwacht een pakketje in de brievenbus met bolletjes garen opgestuurd door mensen die zich betrokken voelen bij de Vlam voor Vrede. Een keer werd een grote doos vol bolletjes katoen afgeleverd in ruil voor 24 meter vredeskoord. Voor het Vlam voor Vrede-ritueel tijdens het International Asatru Summer Camp (IASC 2018) eind juli heeft een kennis uit de US zelf katoengaren geverfd in prachtige tinten rood, oranje en geel speciaal voor het vredeskoord. Zo wordt er op allerlei manieren bijgedragen aan de Vlam voor Vrede. Het is hartverwarmend!

Om een lang verhaal kort te maken: alle mensen die zich betrokken voelen bij de Vlam voor Vrede zijn de verhalenvertellers van dit verhaal! Samen! Iedereen die dat wil, kan op zijn eigen manier en moment de Vlam voor Vrede voeden. Het vredeskoord verbindt ons in een gezamenlijk doel.

Iedere eerste maandag van de maand om 20.00 uur reizen mensen in gedachten naar de vredesgaard tussen de werelden om daar samen te trommelen, zingen en dansen voor vrede. Ik nodig de lezers uit eens langs te komen in deze vredesgaard! Op de webstek van Het Rad valt meer te lezen over de Vlam voor Vrede en wordt ook een trance-reis naar de vredesgaard beschreven: www.hetrad.nl

Op FB zijn we te vinden in de groep Flame of Frith/ Vlam voor Vrede https://www.facebook.com/groups/426389684184593/

Frigga Asraaf

Enkele impressies

(EigenWijs Festival 2016)

(Asgardian Festival 2017)

 

(Glastonbury 2016 )

Bron

Monbiot, George – Uit de puinhopen, een nieuwe politiek in een tijd van crisis – Lemniscaat, Rotterdam 2018

 

 

 

Geplaatst in Artikelen | Getagged , , | Reacties uitgeschakeld voor De Flame of Frith: een Verhaal

Oud nieuws in de verjongingsketel: Medusa

Medusa met het hoofd van Perseus (voorkant).
Beeld in polyesterhars, 2,25 m hoog. Luciano Garbati, 2008

“Mitología a la inversa. Medusa con la cabeza de Perseo” begon een tekst op Facebook bij foto’s (van de voor- en achterkant) van een Medusabeeld. Luciano Garbati maakte dit beeld in 2008, maar eind juni dit jaar gingen de foto’s ervan ineens viral. Met vermoeide ogen mislas ik het bijschrift aanvankelijk als ‘misoginia a la inversa’ en uit de enthousiaste reacties her en der viel op te maken dat velen deze ‘omgedraaide mythologie’ inderdaad opvatten als ‘vrouwenhaat omgedraaid’ (de rollen omgekeerd), waarbij dit keer eens niet het vrouwelijke monster Medusa was onthoofd door de mannelijke held Perseus, maar Medusa het hoofd van Perseus had afgeslagen. Niet Medusa, maar de misogynie als het monster uit de mythe.

mythe

Het verhaal kent verschillende varianten. Op Historiek verscheen eind juni een stukje over Medusa met daarbij een gedeelte uit de film ‘Clash Of The Titans’. Het clipje laat een typisch Amerikaans vrouwelijk filmmonster zien: een soort stripfiguur met het lichaam van een reusachtige slang (een anaconda?) en het geluid van een ratelslang. (Anaconda’s en ratelslangen zijn Amerikaanse slangen.)

Buiten de filmwereld gaat de mythe in grote trekken als volgt: Er was eens een koning die zich zorgen maakte om zijn opvolging. Hij heette Acrisius, was koning van Argos in Griekenland, en had alleen maar één dochter, genaamd Danaë. Dochters konden geen koning worden, dus Acrisius vroeg een orakel om raad. Het orakel voorspelde hem een kleinzoon, maar vertelde tevens dat die kleinzoon hem zou doden. Bij nader inzien hechtte de koning meer aan zijn leven dan aan een opvolger die van hem afstamde. Om te voorkomen dat Danaë zelfs maar zwanger zou kunnen worden, sloot hij haar op in een bronzen toren.

Danaë. Gustav Klimt, 1907
(afbeelding van Wikipedia)

Zeus, die altijd wel een vermomming wist om bij een mooie vrouw binnen te dringen, nam dit keer niet de gedaante van een mens of dier aan, maar veranderde zichzelf in een regen van goud. Toen Acrisius na verloop van tijd babygehuil uit de gevangenis van zijn dochter hoorde komen, wilde hij de voorspelling alsnog dwarsbomen. Maar het kind onomwonden vermoorden ging hem te ver. Daarom stuurde hij Danaë met haar zoontje Perseus de zee op “in een lang niet zeewaardige kist”.1

Na enig ronddobberen werden moeder en kind gered door een visser. Jarenlang verbleven ze tot ieders tevredenheid op het eiland waar de visser woonde, totdat Polydectes, de koning van het eiland, een oogje kreeg op Danaë. Maar omdat de inmiddels tot krachtige jongeman opgegroeide Perseus de avances van de koning niet zag zitten, organiseerde Polydectes een feest waar alle gasten hem een geschenk moesten aanbieden, bij voorkeur een paard. Dit bracht Perseus in verlegenheid, want hij bezat niets. Om de eer van zijn moeder en zichzelf hoog te houden, zei Perseus dat hij de koning iets wilde geven wat alle andere geschenken zou overtreffen. Misschien stelde hij het zelf voor; misschien deed de koning hem die suggestie – maar het moest het hoofd van Medusa worden. De koning dacht aldus mooi van die hinderlijke puber af te zijn. Want iedereen wist dat Medusa een monster met slangenhaar was, dat iedereen die haar aankeek (of die zij aankeek), versteende. Dus hoewel Medusa sterfelijk was, was ze toch praktisch onoverwinnelijk.

heiligschennis

Medusa was misschien niet haar hele leven al een vreeswekkend monster. Volgens velen was ze eerst een prachtige vrouw met gouden haar geweest. Volgens sommigen had ze opgeschept over haar schoonheid en beweerd dat zij mooier was dan de godin Athene. In elk geval had haar schoonheid de aandacht getrokken van Poseidon, die haar verkrachtte in een tempel van Athene. De godin was zo verbolgen over de heiligschennis, dat ze Medusa’s gouden lokken veranderde in slangen, en maakte dat haar blik versteende. Bovendien werd Medusa verbannen naar een eiland aan het einde van de wereld.

Hier heeft Medusa gedeeltelijk een paardenlichaam. Perseus wendt zijn blik af om niet te worden versteend. Terracotta-reliëf op een grote kruik, Cycladen, ca.660 v.C. In de collectie van het Louvre (afbeelding van Wikipedia)

hulp

Toen Perseus het hoofd van Medusa moest halen, besloot Athene hem te helpen. Zij adviseerde de jonge held niet rechtstreeks naar Medusa te kijken maar gebruik te maken van de weerspiegeling in een glanzend schild dat zij hem gaf. Maar eerst moest hij Medusa zien te vinden. Athene vertelde hem dat er nimfen waren die dat wisten. Die nimfen zouden hem verder kunnen helpen. Maar waar waren die nimfen? Dat wisten de Graeae, de Grijzen. Daar moest hij dus eerst naartoe. Gelukkig kreeg hij ook hulp van Hermes, die hem een paar vleugelschoenen gaf waarmee hij zo snel als de wind grote afstanden kon afleggen.

De Graeae waren vrouwelijke wezens die bij hun geboorte al oud waren. Ze woonden helemaal in het westen en deelden samen één oog en één tand, maar met die ene tand aten ze graag overmoedige jongelingen op. Perseus reisde erheen, verstopte zich tot het moment dat de ene oude vrouw het oog aan haar zuster wilde geven, en pakte toen het oog af. Hij zei dat hij het alleen teruggaf als ze hem vertelden waar de nimfen woonden. Zo geschiedde en hij vloog vlug naar de nimfen, die helemaal in het oosten of het noorden woonden; in elk geval ver weg.

De nimfen waren zeer behulpzaam. Ze vertelden dat Medusa samen met haar twee Gorgonen-zusters in een grot in het uiterste westen woonde, aan de rand van de wereld, vlak bij het dodenrijk. Ook gaven ze Perseus de onzichtbaarheidshelm van Hades zodat de Gorgonen hem niet zouden kunnen zien; een speciaal soort sikkel omdat het hoofd zich niet door het eerste het beste zwaard zou laten afsnijden; en een magisch “tasje-van-alles”2 om het hoofd in mee te nemen.

Hoofd van Medusa. Peter Paul Rubens (Frans Snyders voor het kruipende gedierte), ca. 1517-1518. Kunsthistorisches Museum, Wenen (afbeelding van Wikipedia)
Toen ik in de jaren ’80 dit museum bezocht, zag ik een jong meisje met vlechtjes helemaal alleen, roerloos voor dit schilderij staan, met grote verbijsterde ogen die nog groter leken door haar dikke brilleglazen. Zelf leek ze zo wel een kleine archaïsche Gorgo.

onthoofding

Perseus vond Medusa volgens de aanwijzingen van de nimfen en sloeg haar het hoofd af volgens de aanwijzingen van Athena. Toen hij het hoofd had afgehakt, bleek dat Medusa zwanger was van Poseidon. Twee bijzondere kinderen kwamen uit het bloed tevoorschijn: het ene was het gevleugelde paard Pegasus, dat met zijn hoef een bron zou slaan waaruit dichters inspiratie konden drinken, en het andere de reus Chrysaor, ‘Gouden Zwaard’. Het bloed zelf had ook bijzondere krachten: bloed uit haar ene zijde was geneeskrachtig, maar bloed uit haar andere zijde was een dodelijk gif. Toen haar onsterfelijke Gorgonenzusters merkten dat Medusa was vermoord, probeerden ze Perseus te achtervolgen, maar omdat hij de onzichtbaarheidshelm droeg, konden ze hem niet vinden. Het geluid van hun jammerklachten inspireerde Athene tot de uitvinding van een blaasinstrument.

terugreis

Atlas in een berg veranderd. Antonio Tempesta, 1606 (Collectie Rijksmuseum)

Op de terugreis versteende Perseus met het Medusahoofd en passant nog even de reus Atlas, die in de buurt van de tuin van de Hesperiden het hemelgewelf op zijn schouders droeg, tot een gebergte.3 Ook redde hij prinses Andromeda, die op het punt stond door haar vader aan een zeemonster te worden geofferd omdat haar moeder had gezegd dat het meisje mooier was dan zeenimfen, en de zeegoden dat niet pikten. Om zijn handen vrij te hebben, legde Perseus de tas met het hoofd even op het strand. De tas was niet helemaal dicht en het zeewier dat daar lag, versteende tot koraal, wat de plaatselijke zeenimfen erg grappig vonden. Planten en takjes waar bloed op was gelekt, veranderden in bloedkoraal. De eerdere verloving van Andromeda werd geannuleerd omdat nu natuurlijk de held met de prinses mocht trouwen.

Medusa Angry. Ontwerp voor een tweezijdige deurhanger, kant “wegwezen!”
© Margreet de Heer (Stripmaker des Vaderlands)

Terug op het eiland waar hij was opgegroeid, bracht Perseus het hoofd naar Polydectes, die juist weer een feest gaf. “Kijk eens, koning, wat ik hier voor u heb!” – en de koning en alle gasten waren versteend. Perseus gaf het Medusahoofd toen maar aan Athene, die het op haar schild of op haar borstschild bevestigde. Zelf ging Perseus op weg naar zijn geboortestreek, om zijn grootvader te leren kennen en hem te zeggen dat die zich geen zorgen hoefde te maken, omdat hij niet van plan was hem te vermoorden. Hij wilde hem wel graag opvolgen als de tijd daar was.

Toen Danaë’s vader hoorde dat Perseus in aantocht was, ging hij voor alle zekerheid op bezoek bij een bevriende koning een eindje verderop, om niet thuis te zijn wanneer Perseus in Argos arriveerde. Die koning organiseerde meteen een sportfestijn ter ere van zijn gast. Toevallig kwam Perseus daar langs op zijn route naar Argos en hij wilde als jonge held wel eens laten zien wat hij kon. Bij het discuswerpen schoot zijn discus te vroeg uit zijn hand en vloog het publiek in, tegen het hoofd van de eregast, die daaraan overleed. En zo kwam de oude voorspelling toch nog uit.

context

Athene met het gorgonenhoofd (met baard) (afbeelding van Wikipedia)

Hoewel het in deze aflevering van ‘Oud nieuws’ over Medusa gaat, vermeld ik ook gedeelten van de mythe waarin zij niet of nauwelijks voorkomt, omdat daaruit naar voren komt dat vrouwen in deze vertelling niet zelf over hun eigen lichaam mogen beschikken. Dochters worden door hun vader opgesloten, (bijna) geofferd of uitgehuwelijkt. Als een moeder haar dochter godslasterlijk ophemelt, is de vader verantwoordelijk en moet het meisje geofferd worden. Hoewel de meeste afbeeldingen van Danaë en de gouden regen4 de indruk wekken dat zij het niet onaangenaam vindt, kun je je afvragen of ze zich volledig realiseerde wat er eigenlijk gebeurde. Volgens sommige vertellingen sliep ze toen Zeus haar bezwangerde.5 In die context is het niet vreemd om aan te nemen dat Poseidon Medusa ‘pakte’ zonder haar toestemming te vragen. Er zijn andere lezingen, waarbij Medusa en Poseidon geliefden waren, maar daarover later.

slachtoffer

Op een website gewijd aan herstel na seksueel misbruik verscheen eind juni het artikel ‘Learning from Medusa’. Net zoals Medusa, schrijft Laura K. Kerr daar, krijgen slachtoffers van seksueel geweld vaak de schuld van het gebeurde en veranderen ze naar de mening van hun omgeving in monsters die verbannen of uitgeschakeld moeten worden omdat ze de status quo bedreigen. De schrijfster stelt dat Medusa oorspronkelijk niet zomaar een mooie vrouw was, maar een Noordafrikaanse godin van vrouwelijke wijsheid en het mysterie van leven en dood. De Griekse mythe zou weergeven hoe die wijsheid van vrouwen is afgenomen en verkracht. Maar uit de mythe valt ook te leren hoe een slachtoffer van seksueel geweld verder kan, zonder het gebeurde te ontkennen. Het bloed dat de gedachten en relaties van het slachtoffer kan vergiftigen, kan ook het genezende bloed zijn dat leven schenkt. Pegasus en Chrysaor wijzen twee positieve uitwegen voor de woede van het slachtoffer: de artistieke expressie en de strijd voor rechtvaardigheid.

Juno en de Furiën bij de poort van de Hades. Juno (Hera) vraagt de Furiën (Erinyen) om Athamas en Ino gek te maken. Illustratie bij Ovidius’ Metamorfosen. Antonio Tempesta, 1606 (Collectie Rijksmuseum)

wreekster

Mythen en kunstwerken zijn dikwijls voor meer dan één uitleg vatbaar. Dat bleek ook wel bij de reacties op het Medusabeeld van Garbati. Maar zijn ‘mythologische omkering’ werd toch vrij algemeen opgevat als rechtvaardige revanche van een verkrachte vrouw, die de haar ontnomen kracht terugpakt en onverbiddelijk terugslaat om even heel duidelijk te stellen dat het nu maar eens afgelopen moet zijn met de onderdrukking. Medusa als Wreekster. Het is mogelijk, een gelijkenis te zien tussen Medusa met haar beide Gorgonenzusters en de wrekende Erinyen, die ook met slangenhaar werden voorgesteld.

renaissancepolitiek

Niet iedereen merkte de mythologische omkering van de Medusa van Garbati op. In een commentaar schreef iemand dat het beeld in Florence stond en in het echt nog veel indrukwekkender was dan op de foto’s. Een tijdlang werd bij de gedeelde foto’s op Twitter en Facebook ook steeds geschreven dat het beeld in Florence stond, tot de maker van het werk twitterde dat die informatie hem verraste omdat hij zelf toch heus dacht dat het bij hem in zijn atelier in Buenos Aires stond!

Het beeld in Florence waaraan men dacht, is natuurlijk het zestiende-eeuwse bronzen beeld van Benvenuto Cellini. Er wordt wel gezegd dat de plaatsing van dit kunstwerk een politieke boodschap was, een reactie op Donatello’s beelden van Judith die op het punt staat Holofernes het hoofd af te slaan en van David die met één voet op het afgeslagen hoofd van de reus Goliath staat, die al op hetzelfde plein stonden. Judith en David zouden volgens sommigen het verzet tegen tirannie symboliseren en daarmee de principes van de republiek. Daarnaast worden de androgyne trekken van David en de vrouwelijkheid van Judith in verband gebracht met de aanzienlijke invloed van vrouwen in de politiek van Florence in die tijd. Het Perseusbeeld dat hertog Cosimo I de Medici er tegenover liet neerzetten, zou laten zien dat hij van plan was als alleenheerser te regeren en korte metten te maken met republikeins-democratische en vrouwelijke invloeden. Maar ook deze uitleg wordt niet door iedereen gedeeld.

macht en mode

Medusa als symbool van macht schijnt op de een of andere manier ook de gedachte achter het Versace-logo te zijn. In een bericht over de nieuwe kledingcollectie, begin juni, wordt gesteld dat “het eeuwige symbool van macht, de Medusa, staat voor de onafhankelijke maar oh zo aantrekkelijke vrouw” die een godin van de nacht is en niemand iets hoeft te bewijzen, maar “trots haar Versace-vlag draagt als een ware strijdster in het stedelijke landschap”… laten we het er maar op houden dat dat Donatella’s Unverified Personal Gnosis is.

vrouwen en macht

In Women & Power. A Manifesto6 noemt Mary Beard de Perseusmythe een klassiek verhaal van onderdrukking van het vrouwelijke, dat nog altijd wordt ingezet om invloedrijke vrouwen te kleineren en hen in spraakgebruik of beeldtaal ‘een kopje kleiner’ te maken. Ze geeft voorbeelden van onder meer Theresa May en Angela Merkel, die door tegenstanders werden vergeleken met Medusa of van wie het gezicht in een bekende Medusa-afbeelding werd gephotoshopt. Het meest extreme was een plaatje van het beeld van Cellini waarbij niet alleen het afgehakte hoofd van Medusa het gezicht van Hillary Clinton had gekregen, maar ook Perseus dat van Trump. Dit plaatje was volgens Beard tijdens de laatste presidentscampagne in Amerika overal te vinden: op t-shirts, koffiemokken enz. Hoewel Margaret Thatcher een paar keer ter sprake komt in het boekje, maakt Beard geen melding van de song ‘Madam Medusa’ van UB407 waarin de ‘Iron Lady’ werd voorgesteld als de “Lady with the marble smile, spirit of the night (…) Run for your life before she eats you alive!”

tentoonstelling

Gorgonen op een grote vaas. Dergelijke vazen stonden in de archaïsche periode als merktekens op graven. Uit een aflevering van een televisieserie van Alastair Sooke over Griekse kunst op Canvas, half juli

In een artikel op Artsy werden nog meer voorbeelden genoemd van vrouwen die vanwege hun politieke macht, of – zoals de suffragettes – vanwege hun eis deel te kunnen hebben aan de politieke macht, met Medusa zijn vergeleken. Het artikel verscheen naar aanleiding van de expositie Dangerous Beauty: Medusa in Classical Art, die nog tot 6 januari 2019 te zien is in het Metropolitan Museum of Art in New York. Op die tentoonstelling is te zien hoe de Gorgo of Medusa in de oudste weergaven iets als een brede kop of een rennende figuur met grijnzende mond en uitgestoken tong, uitpuilende ogen, slangenhaar, slagtanden en vleugels was, maar vanaf de vijfde en vierde eeuw v.C. een steeds menselijker, mooier en vrouwelijker uiterlijk kreeg. Dit wordt gezien als uitdrukking van de Griekse cultus van mooie menselijke lichamen die in die periode gestalte kreeg. Maar tegelijk was het een demonisering van het vrouwelijke. In dezelfde tijd werden ook andere fabelwezens zoals sfinxen, sirenen en het zeemonster Scylla meer en meer als mooie vrouwen weergegeven.

femme fatale

De vaste combinatie van schoonheid en gruwel, aantrekkelijkheid en gevaar in één boven- of onnatuurlijke natuurkracht, één machtig vrouw-monster, die zo ontstond, legde een basis voor het latere beeld van de ‘femme fatale’ die in het bijzonder ten tijde van de Romantiek en het Fin-de-Siècle enorm populair zou worden. Het mythische en mysterieuze van Medusa sloot goed aan bij de ideeënwereld van het symbolisme en haar slangenhaar paste helemaal bij de kronkellijnen van de Jugendstil. Het eerste hoofdstuk van de studie Lust, dood en duivel in de literatuur van de Romantiek van Mario Praz heet dan ook ‘De schoonheid van Medusa’, en meteen aan het begin van het hoofdstuk citeert Praz het gedicht van Shelley over een Medusa-schilderij dat de dichter in 1819 Italië zag: “‘Tis the tempestuous loveliness of terror…”

Its horror and its beauty are divine.
Upon its lips and eyelids seems to lie
Loveliness like a shadow, from which shrine,
Fiery and lurid, struggling underneath,
The agonies of anguish and of death.

Yet it is less the horror than the grace
Which turns the gazer’s spirit into stone…

– uit: ‘On the Medusa of Leonardo Da Vinci in the Florentine Gallery’ van Percy Bysshe Shelley

Medusa. Maximilian Pirner, 1891 (afbeelding van Wikipedia)

psychologie

De psychoanalyse (Freud) en analytische psychologie (Jung) haakten ook in op het populaire thema. Volgens een voor de hand liggende interpretatie ging Freud helemaal los op de slangen – fallisch! en onthoofding – castratie!8 maar elders las ik dat Medusa volgens Freud staat voor de verboden seksualiteit van de moeder waarnaar het kind stiekem verlangt en nieuwsgierig is. “De combinatie van angst en begeerte, lelijkheid en schoonheid, weerzin en aantrekking, wordt opnieuw zichtbaar in de straf van verstening: het slachtoffer is dood, onbeweeglijk, onmachtig (impotent), maar tegelijkertijd blijft hij, verstijfd, voor eeuwig gefascineerd en gefixeerd kijken naar een scene waarvan hij letterlijk zijn ogen niet kan afhouden.”9

Een Jungiaanse duiding borduurt voort op het moederthema en de man als slachtoffer van Medusa: “Psychologisch is Medousa10 een symbool van het donkerste, meest destructieve aspect van het moederarchetype, het eeuwig gevaarlijke vrouwelijke. Voor haar invloed is het ik van de man het meest gevoelig. Geringschattende opmerkingen over persoon en werk kunnen zijn activiteit en arbeidsvreugde voor een aantal dagen bederven. De libido wordt door Medousa ‘verdoofd en gestold’.”11 Een andere Jungiaanse visie probeert het iets meer vanuit de vrouwelijke beleving te benaderen: in een paper uit 2013 over psychologische aspecten bij fibromyalgie wijst de auteur op de samenhang tussen Medusa en Athene. Medusa staat volgens hem voor de zinnelijkheid van een vrouw en haar verlangen naar een relatie; de maagdelijke Athene voor creativiteit en intelligentie in dienst van de maatschappij. Die twee vielen aanvankelijk samen maar zijn door de patriarchale angst van mannen voor vrouwen die intelligenter of maatschappelijk succesvoller zijn dan zij, van elkaar losgescheurd; gesymboliseerd in de verkrachting door Poseidon.

Medusahoofd en twee brandende fakkels. Anoniem, 1683 – 1783 (Collectie Rijksmuseum)

Fibromyalgie, een aandoening die overwegend bij vrouwen voorkomt, ziet hij als uitdrukking van de pijn van Athena, die zich zwijgend heeft moeten aanpassen aan het patriarchaat en in plaats van te spreken, nu als teken het hoofd van Medusa op haar borst draagt. Medusa zelf is een hoofd zonder lijf geworden. Ze steekt haar tong uit en kan zo evenmin spreken als Athena, maar alleen schreeuwen. Haar mooie haar, symbool van vrijheid en zinnelijkheid, is veranderd in giftige slangen.

middelares

Ook anderen, onder wie de Nederlandse dichter P.N. van Eyck, hebben gewezen op de samenhang tussen Medusa en Athene. Van Eyck publiceerde in 1947 het lange gedicht Medousa. Een mythe. In een nawoord vertelt hij dat hij al vanaf zijn eerste Medousa-gedicht in 1908 een “wezensverband” vermoedde tussen Athènè en Medousa, en dit later bevestigd vond in onder meer de informatie dat Athènè in Elis onder de naam Narkaia, ‘de verlammende, moordende’, werd vereerd, terwijl de naam Medousa iets als ‘Vorstin’ betekent.12

Medousa is bij Van Eyck geboren als kind van de Titanen, het oude godengeslacht dat onder de heerschappij van Zeus zijn macht heeft verloren en is verbannen. In tegenstelling tot de rest van haar familie is zij sterfelijk, en lijkt daarin op de mensen. Zij weet zich niet goed raad met die situatie. Ze is blij dat ze niet zoals haar zusters is verdoemd tot een eeuwig leven als balling in een schaduwwereld aan de rand van de dood, maar ze kan ook geen gewone mens zijn. In een liefdesrelatie met Poseidoon denkt ze voor een poosje bij de goddelijke wereld van het Licht te zijn gekomen, maar realiseert zich dan dat dat zelfbedrog is en vervalt tot wanhoop en waanzin. Ze roept zichzelf uit tot godin en laat zich aanbidden in Athènè’s tempel. Als Medousa het diepst gezonken is, zendt Athènè Perseus om haar te verlossen van haar sterfelijke Gorgo-deel en op te nemen onder de Gelukzaligen.

En dáar dan, na haar nachtelijke opvaart, woont
Zij, die de gruwbre Gorgo was, maar nu
De liefste liefde is van Zeus’ liefste kind, –
(…)
En dit, uit menselijk leed tot goddelijkheid
Verheven, en door mij gedroomd, gezien,
Gezongen, is Medousa: eeuwige vorm
Van de eeuwige Schoonheid, en ons enig heil.

– uit: P.N. van Eyck: Medousa. Een mythe13

Medusa en Athena. Olieverfschilderij op masoniet © Maria Aragon, 2017

zelfportretten

Het lijdt geen twijfel dat Van Eyck veel van zichzelf heeft gelegd in zijn beschrijving van Medousa’s wanhoop en godenverloochening. Ook andere kunstenaars lijken iets van zichzelf te hebben herkend in de mythe van Medusa en Perseus. Cellini schijnt zijn eigen gezicht te hebben verstopt aan de achterkant van het hoofd van zijn Perseus en men vermoedt dat hij ook iets heeft willen uitdrukken in de opvallende gelijkenis tussen de hoofden van Perseus en Medusa. Luciano Gabarti twitterde een foto waarop hij zijn eigen hoofd naast het afgehakte hoofd in de hand van zijn Medusa houdt: Perseus is hij zelf.

droom en dood

Voor Van Eyck heeft Medousa zijn hele leven lang een bijzondere betekenis gehad, vanaf de tijd dat hij het christendom achter zich had gelaten en hij Baudelaire als zijn poëtische ‘meester’ beschouwde, tot in dit late werk waarin hij schoorvoetend een mystieke gelijkenis erkent tussen zijn “licht-vorstin”14 en Christus. Het zou hier te ver voeren om alle mystiek-mythische dwarsverbanden die hij in zijn gedicht aanstipt te vermelden. Opmerkelijk is de verwantschap die hij naar eigen zeggen al jong zag tussen Medousa en Hypnos, de slaap- en droomgod van wie hij het masker zag op het schilderij ‘I lock my door upon myself’ van Fernand Khnopff. Hypnos is in de mythologie de broer van Thanatos, de Dood, en Medousa volgens een boek dat Van Eyck in zijn Aantekeningen citeert, “de daemon van het doodenrijk”.

Gorgoneion, geschilderd op een aardewerken standaard. Attisch, ca. 570 v.C. Foto van de Medusatentoonstelling, Metropolitan Museum of Art

dodenrijk

Er wordt soms gesteld (maar ik weet niet of dat wel klopt) dat de oudste afbeeldingen van Medusa of de/een Gorgo niets anders zijn dan een afschrikwekkend hoofd zonder lijf, het gorgoneion. In de oudst bekende teksten over Medusa of (de, een) Gorgo gaat het alleen over haar hoofd, dat er angstaanjagend uitziet en afschrikt. In de Odyssee bijvoorbeeld is het hoofd iets wat Persefone gebruikt om indringers in het dodenrijk te waarschuwen dat ze niet verder mogen gaan. Nadat Odysseus op aanraden van Circe een bloedoffer heeft gebracht om de schim van de ziener Tiresias om raad te vragen, is Odysseus nieuwsgierig naar wat andere geesten nog meer te vertellen hebben en hoe het er in het dodenrijk aan toegaat, maar

(…) er kwamen opeens schrikbarend veel doden in drommen
ijselijk krijsend omhoog. Een vaalgroene doodsangst besloop me
dat de gevreesde Persefoneia het hoofd van het monster
Gorgo nog op mij zou afsturen vanuit de woning van Haides.
IJlings vluchtte ik naar mijn schip en ik riep naar mijn vrienden
dat ze aan boord moesten gaan en de trossen los moesten gooien.

Homeros: Odysseia: 11: 632-63715

Barong-dansmasker op Bali. foto © Erik

Jane Ellen Harrison en anderen hebben dit gegeven aangegrepen om te beargumenteren dat Medusa aanvankelijk alleen een Gorgonenkop was, en dat die kop eigenlijk een masker was. Volgens deze ‘Cambridge Ritualists’ zijn rituelen namelijk niet ontstaan naar aanleiding van mythen, maar zijn mythen bedacht als uitleg bij rituelen. In dit geval een rituele dans met het masker van de doodsdemon, dat door een priester/acteur ergens vandaan gehaald moest worden. Om het later niet meer herkende beeld van een man die een los hoofd (masker) vasthoudt te verklaren, zou het verhaal over Perseus zijn verzonnen.

dood en zon

De filosoof Luc Ferry begint zijn boek over Perseus en Medusa met een uitspraak van Heraclitus: Men kan noch de zon, noch de dood rechtstreeks aankijken. Dat is precies de betekenis van de Gorgo Medusa, meent Ferry: de dood aanzien, onder ogen zien, nadenken over de eigen sterfelijkheid, wil eigenlijk niemand (“behalve wie suïcidaal is”).16 Hij knoopt hier een hele verhandeling aan vast over de boeddhistische visie, die lijkt op die van de stoïcijnen en die inhoudt dat men zich door middel van onthechting dient te oefenen in een volledig besef van het onvermijdelijke lot dat iedereen wacht. Kan een beschouwing van Medusa / de dood je leren, hoe je, wanneer het zo ver is, zonder moeite of angst afstand kunt doen van dat waar je het meest aan bent gehecht: je eigen leven?

Wat mij trof, was dat de zon en de dood in één adem werden genoemd. Tegenstellingen in één adem noemen was zo’n beetje het handelsmerk van Heraclitus en Ferry gaat verder niet in op de zon, maar ik dacht aan de gouden haren die Medusa volgens sommigen had, voordat Athene haar een slangenkapsel gaf. En ik dacht aan het onlangs in Kibyra in zuidwest-Turkije voor publiek opengestelde Medusa-mozaiek. Het hoofd van Medusa bevindt zich daar in een cirkel in het midden van een geometrisch motief van driehoekjes dat naar buiten lijkt uit te stralen. Je zou de stralen kunnen opvatten als slangen, maar het geheel ziet eruit als een grote zon met het gezicht van Medusa.

zon, maan en tijd

Kali met uitgestoken tong, kromzwaard, sikkelzwaard en afgehakt hoofd.
Indiase miniatuurschildering in hanger (in privébezit). foto © Medeia

Hier en daar valt te lezen dat Medusa oorspronkelijk een maangodin was (de drie Gorgonen worden daarbij wel gezien als de fasen van de drievoudige maangodin), maar zou ze niet net zo goed de zon kunnen zijn? Het dubbele dat Medusa op zoveel manieren kenmerkt, in de androgyniteit van de archaïsche grijnzende Gorgonenkop die soms een baard heeft, in de spanning tussen schoonheid en monsterlijkheid van de latere Medusa’s, haar zwakke sterfelijkheid en onsterfelijke macht (want zelfs wanneer ze dood is, is haar grootste kracht – het verstenen van vijanden – niet gebroken), het bloed dat kan genezen en doden: waarom zou ze dan niet, naast het aangezicht van de nacht en de donkere dood, tevens de zon, het gouden aangezicht van het levenslicht zijn? De rituele dans met het masker zou dan het dagelijkse ondergaan en opkomen van de zon kunnen uitbeelden, en misschien de belofte van herleven na de dood. Er zou een verband kunnen zijn met de Tijd: het sikkelzwaard dat Perseus nodig heeft om Medusa het hoofd af te slaan, wordt wel gelijkgesteld aan de sikkel waarmee Cronus (Kronos, dikwijls opgevat als Chronos, de Tijd) zijn vader Uranus (de Hemel) castreerde. De Indiase godin Kali, van wie de naam wel in verband wordt gebracht met het woord kala, tijd, steekt net als de Gorgo haar tong uit, en draagt in een van haar handen een sikkel of sikkelzwaard en in een andere hand een afgehakt (mannen)hoofd…

bescherming

Dit is allemaal speculatie en vast heel onwetenschappelijk. Maar het idee van Medusa als Zon lijkt me niet strijdig met de positieve kant van de bescherming die het Medusahoofd, het gorgoneion, vanouds biedt. Bescherming van het heilige, bescherming van het dodenrijk, bescherming tegen het boze oog, bescherming tegen het kwaad. De naam Medusa kan niet alleen zoiets als ‘vorstin’ betekenen, maar ook ‘beschermster’. In de discussies naar aanleiding van het Medusabeeld van Luciano Garbati schreef iemand over Medusa’s gedaanteverandering door Athene: “Er wordt gezegd in de door mannen geschreven mythe dat het een straf was – ik denk eerder een troostende beloning. Ze kreeg de macht enge kerels van zich af te houden.”

Medusa-amulet, 1993 (in privébezit) © Medeia

Dat herinnerde me aan een Medusa-amulet dat ik ooit maakte voor een vrouw die alleen door Portugal zou gaan wandelen en mij had gevraagd of ik haar iets kon meegeven als bescherming tegen “mannen en enge honden” – een woordkeus die ik nogal grappig vond. Weer thuis na haar reis vertelde zij me dat op een weg die langs veel boerderijen met felle waakhonden leidde, uit het bos een wolfachtige hond was opgedoken die kwispelend voor haar ging liggen om te tonen dat hij geen kwaad in de zin had en vervolgens een heel eind met met haar meeliep, op haar wachtte wanneer ze ergens iets ging drinken, en tegen agressieve waakhonden terug ging blaffen of ermee ging vechten, zodat de vrouw er ongehinderd langs kon. Toen ze voor de terugweg een andere, waakhondvrije route koos, was de hond ineens verdwenen.

geluk

Medusa Happy. Ontwerp voor een tweezijdige deurhanger, kant “welkom!” © Margreet de Heer

Morgana herinnerde me nog aan het feit dat in de zesde eeuw bij de bouw van de Basilica Cisterne in Constantinopel (nu Istanbul), tijdens de regering van de christelijke keizer Justinianus, twee oude Medusahoofden uit een Romeinse tempel waren hergebruikt. Maar niet rechtop. De ene kop is 90 graden gedraaid en de andere staat ondersteboven. Waarom dit is gedaan, is niet bekend, maar er wordt wel gedacht dat het was omdat men vreesde dat Medusa in een normale positie nog altijd gevaarlijk was. Of om de triomf van het christendom over de heidense mythen uit te drukken. Of misschien gewoon omdat de steenblokken een geschikt formaat hadden. Er is ook een bijzondere zuil, bijgenaamd de ‘zuil van tranen’  waar bezoekers hun vingers in het reliëf moeten plaatsen en draaien, voor geluk of om een wens te mogen doen. Maar ook de Medusa’s oefenen tegenwoordig een onversneden gunstige invloed uit, want toen ik iemand vertelde dat ik bezig was iets over Medusa te schrijven, riep ze enthousiast uit: “Medusa! Die heb ik geaaid! In Istanbul. Voor geluk!”

enzovoort

Wedgwood Jasperware Medusa in het keramiekmuseum in Limoges.
foto © Joke Lankester

Over Medusa valt zo veel te lezen, te bekijken, te voelen, te denken en te schrijven dat een artikel eigenlijk altijd tekort schiet. Zelfs als je er een heel boek aan zou wijden, zou je nog met een gevoel van verregaande incompleetheid achterblijven. Maar mijn stuk is nu al zeker twee keer zo lang als ik eigenlijk van plan was en dan heb ik nog niet eens alles gebruikt wat ik had verzameld en bedacht! Wie het onderwerp aanspreekt, kan zelf verder op onderzoek uitgaan. De webpagina ‘Bellezza medusea (Medusa iconography)’ heeft bijvoorbeeld veel beeldmateriaal (aardig detail: het lettertype van het woord ‘Rocaille’ bovenaan die pagina is zo te zien de Medusa.  Overigens zijn er meer fonts met die naam). Maar er is veel meer op internet en daarbuiten te vinden. Als je er op let, kom je Medusa zo’n beetje overal tegen! Wie wel iets met Medusa heeft, maar liever praktisch aan de slag gaat, kan een Medusa-muts maken (het patroon is alleen beschikbaar als je je inschrijft, maar met gewoon punniken kom je vast al een heel eind). Of dreadlocks voorzien van oogjes en een tongetje, zoals een vrouw bedacht die geïnspireerd was geraakt door gesprekken naar aanleiding van de muts.

Noten

Medusa met het hoofd van Perseus (achterkant). Luciano Garbati, 2008

[1] Imme Dros: De huiveringwekkende mythe van Perseus. Met tekeningen van Harrie Geelen. Stichting Collectieve Propaganda voor het Nederlandse Boek, Kinderboekenweek 1996 (p.5)
[2] Imme Dros: De huiveringwekkende mythe van Perseus (p.39)
[3] Josho Brouwers merkt in Goden, monsters en helden. De mythologie van de oude Grieken (Athenaeum, Polak & Van Gennep, Amsterdam 2014) op dat dit inconsistent is en blijkbaar later toegevoegd aan de Perseusmythe door iemand die niet wist, of verkoos te negeren, dat Hercules, de achterkleinzoon van Perseus, Atlas nog zou ontmoeten als levende reus. Volgens mij moet je aan mythen geen lineaire chronologie willen toekennen, en ook niet proberen er één sluitend, laat staan canoniek verhaal van te maken. De verschillende versies van een mythe en de overeenkomsten tussen verschillende mythen maken de verhalen nu juist zo interessant.
[4] Zeus in zijn gedaante van gouden regen wordt vaak weergegeven als neervallende gouden munten (niet als goudenregen). Mij doet dat altijd denken aan Sint Nicolaas, die volgens de legende bij drie meisjes gouden munten door een raam of opening in het dak naar binnen gooide om te voorkomen dat zij in de prostitutie zouden gaan.
[5] Bij Klimt ziet zij er dromerig uit. Op andere schilderijen is Danaë echt wakker. Bij Rembrandt maakt ze een gebaar van verrassing dat doet denken aan het gebaar van Maria wanneer de engel haar komt vertellen dat zij moeder zal worden van de zoon van de hoogste god. Op andere schilderijen lijkt zij (en/of haar bediende) vooral blij met de gouden munten.
[6] “This is the classical myth in which the dominance of the male is violently reasserted against the illegitimate power of the woman. And Western literature, culture and art have repeatedly returned to it in those terms. (…) What is extraordinary is that this beheading remains even now a cultural symbol of opposition to women’s power.” – Mary Beard: Women & Power. A Manifesto. Profile Books / London Review of Books, London 2017 (p.73-75)
[7] “a band named for the unemployment benefit identification card that was the lifeline of the people Thatcher had dismissed as parasites“ –  Jonathan Bernstein: ‘Margaret Thatcher and the Rise and Fall of the Great British Pop Protest Song’.
[8] “The Perseus myth has held many meanings for many people. (…) Freud had a field-day with Medousa’s snakes (phallic) and decapitation (castration)…” – Stephen P. Kershaw: A Brief Guide to the Greek Myths. Gods, Monsters, Heroes and the Origins of Storytelling. Robinson, London 2007 (p.149)
[9] “The combination of fear and desire, ugliness and beauty, repulsion and attraction, reappears in the punishment of being turned to stone: the victim is dead, immobilized, impotent, but at the same time he is fixed forever in the act of looking, frozen in fascination and fixation before a scene from which he literally can never turn away.” Richard Caldwell: ‘The Psychoanalytic Interpretation of Greek Myth’, in: Lowell Edmunds (ed.): Approaches to Greek Myth. The John Hopkins University Press, Baltimore / London 1991 (p.355)
[10] Medousa = Medusa. Schrijfwijzen als Medousa, Athènè, Persefoneia, etc. proberen de spelling van de namen in het Griekse schrift aan te duiden in Latijnse letters. Het wil wel eens lastig zijn wanneer een naam op verschillende manieren wordt geschreven, maar zulke dingen gebeuren nu eenmaal wanneer iets uit het ene schrift in een ander wordt omgezet. Ik gebruik hier de ‘Latijnse’ spelling, behalve waar ik citeer of parafraseer.
[11] Maarten Timmer: Van Anima tot Zeus. Encyclopedie van begrippen uit de mythologie, religie, alchemie, cultuurgeschiedenis en analytische psychologie. Lemniscaat, Rotterdam 2001 (p.466)
[12] P.N. van Eyck: Medousa. Een mythe. A.A.M. Stols, Den Haag 1947 – Aantekeningen (p.233). Medousa staat ook in deel 2 van zijn Verzameld werk (G.A. van Oorschot, Amsterdam 1958)
[13] P.N. van Eyck: Medousa (p.203, 220)
[14] P.N. van Eyck: Medousa (p.222)
[15] Homeros: Odysseia. Vertaald door Imme Dros. Eenentwintigste, geheel herziene druk. Uitgeverij Van Oorschot, Amsterdam 2016
[16] “Ni le soleil ni la mort ne se peuvent regarder en face, dit une parole d’Héraclite (…). C’est là, bien entendu, ce que symbolise Méduse, la Gorgone, qui pétrifie, c’est-à-dire, au sens propre, transforme en statue de pierre quiconque a le malheur de croiser son regard. Nul ne peut la regarder en face. Elle est la mort noire, l’affreux destin qui nous attend tous et que nous cherchons à fuir, hormis les suicidaires. Faut-il penser à la mort, voir penser la mort? (…) Ne serait-il pourtant plus sage, comme nous y invitent les sages bouddhistes, de s’habituer à la pensée que nous sommes des êtres finis, voués un jour ou l’autre à quitter ce monde?” – Luc Ferry: Persée et la Gorgone Méduse. Mythologie & philosophie, vol.10. Le Figaro / Les Éditions de l’Opportun, Paris 2015 (p.8)

Geplaatst in Artikelen, Nieuws | Getagged , , , , | 1 reactie

Offeren

Yoeke Nagel worstelt hardop met zichzelf, haar geliefden, de wereld en de goden.
Zij is interheksueel met wortels in de Reclaimingtraditie.
www.yoekenagel.nl

“Ik wil graag een leuke man. Niet te oud, sportief uiterlijk, spirituele belangstelling, moet van honden houden en eh… seksueel monogaam. Actief seksueel monogaam. Met mij.”
“Oké, helder. Borsthaar?”
“Geen probleem. Ja, niet te veel natuurlijk, maar een paar krulletjes is juist wel leuk.”
“Geld?”
“Nou, hoeft niet per se, maar wel zo dat hij geen schulden meebrengt of zo, dat trek ik niet.”
“Check. Dat is dan twee kippen, een zelfgeknutseld stropoppetje, een week geen alcohol drinken en een rode kaars graag.”
“Oei… Ik heb alleen een geit bij me!”
“Hm. Geen waxinelichtjes op zak toevallig, dat je kunt passen?”
“Nee sorry, eh… laat me even op mijn balkon-altaartje kijken… Nee, ik was er al bang voor, alleen nog een bosje witte salie en een Tarotkaart.”
“Welke Tarotkaart dan?”
“Staven Zes, Rider Waite.”
“Oh die. Nee dank, die heb ik al. Dat schiet niet op. Nou, vooruit. We maken het af op de geit en de salie. Maar die monogamie valt dan wel af.”
“Snap ik. Hartstikke tof dat we het zo kunnen regelen evengoed. Bedankt hoor, Godin.”
“Ja ja, ’t is al goed. Ik ben ook gek ook dat ik op dit soort voorstellen in ga… Die offers van tegenwoordig zijn ook niet meer… Je moet nog maar afwachten of zo’n geit wel horens heeft ook nog en die salie zal wel bespoten zijn ook… mopper mopper mopper… Nou, vooruit. Steek die geit maar in de fik, salie erop, dan is het rond.”

Wie een breedbeeldtelevisie wil hebben gaat naar een breedbeeldtelevisiewinkel, zoekt zo’n ding met een beetje redelijke prijs, betaalt en pakt ‘m mee. Klaar. Je zet thuis de oude tv aan de weg om ruimte te maken en hop, nieuwe er in.
Wie iets vraagt van de goden moet ook iets offeren, dat is duidelijk. Je levert iets in van waarde, met als doel iets terug te winnen wat een nog grotere waarde heeft; het principe van offeren. Een verzoek aan de goden ligt meestal in de sfeer van het verhogen van levensgeluk. Daar mag je wat voor over hebben. We vragen Hen om gezondheid bijvoorbeeld, om een leuke man m/v, om een interessante baan, om een kind, een huis, nieuwe kat of veilige thuisreis. In tegenstelling tot breedbeeldtelevisiedeals is zo’n offer aan de goden vaak tweeledig. Je biedt iets aan wat je dierbaar is om Ze te laten weten dat je het echt echt meent, dat je gerust wat voor Hun Inzet over hebt, dat je dankbaar bent voor de hulp die Ze je gaan bieden bij het bereiken van je vraag. Vergelijk het met het geld dat je betaalt voor de breedbeeldtelevisie en de fooi voor de monteur die ervoor zorgt dat ie werkt.
Het tweede aspect van zo’n offer brengen is dat je ruimte maakt voor iets nieuws. Je offert iets op uit je veilige leven, liefst al als toenadering naar de richting waaruit dat nieuwe zou moeten komen, zodat er beweging mogelijk is. Je kunt immers niet vasthouden aan hoe alles altijd al was, als je een drastische verandering vraagt aan de goden. Je offer maakt zogezegd het bed op voor het ontvangen van het werk van de goden. Je bent er klaar voor, je hebt er al voor geleden. Een offer aan de goden brengen is de geestelijke variant op het bij de weg zetten van je oude tv. Behalve dan dat de goden nooit genoegen nemen met iets wat toch al niet meer werkte. Het moet pijn doen om er afstand van te doen, dat offer, anders heeft het geen waarde voor Hen.
Terecht, zeg ik. Je hebt er immers uitgebreid over nagedacht wat je, gewikt en gewogen, op je verlanglijstje zette en dat is zelden iets kleins. Trouwens, vroeger lagen de prijzen voor godenwerk nog aanmerkelijk hoger dan tegenwoordig, denk ik wel eens. Vroeg je als molenaarsdochter om een prins, dan betaalde je glashard met je eerstgeborene, maar dan had je ook wat.

“Zeg! Ik wil m’n geit terug!”
“Oh? Die heb je toch geofferd aan Me?”
“Ja, maar dat was zodat ik een leuke man m/v zou krijgen en die heb je me niet gestuurd. Dat is niet eerlijk.”
“Niet eerlijk? Mens, Ik snap niet waar je het over hebt. Maar dan ook echt. Wat is dat dan, eerlijk?”
“Dat je iets belooft en dat je het dan ook doet. Dat is eerlijk.”
“Ik heb niks beloofd.”
“Je hebt wel mijn geit en de salie gekregen.”
“En jij hebt je leuke man gekregen.”
“Echt niet!”
“Echt wel.”
“Echt… Wacht. Wie dan?”
“Zucht. Het was die jongen die schoonmaakt in het verzorgingshuis waar je oma lag. Viriele vent, superknap, windsurfer, emotioneel volwassen, over zes jaar een goedlopend eigen bedrijf als hondentrainer. En hij had nog Reiki 2 ook. Extraatje.”
“De jongen die… Wat heb ik daar nou aan! Ik kwam nooit bij mijn oma!”
“Nee.”
“Dan kon ik ‘m toch ook niet ontmoeten?”
“Nee.”
“Wat is dit toch weer voor logistieke warboel bij jullie! Weet je wat ik doe? Ik zweer je af! Ik wil niks meer met jullie te maken hebben, jullie maken er een zooitje van! Jullie zijn meedogenloos en grillig en kwaadaardig en en en… onmenselijk!”
“Oké, oké, dan niet. Maar vertel mij dan nog even dit: wat moet Ik in vredesnaam met een geit?”

 

Met dank aan iedereen die digitaal meedacht over wat ‘offeren’ is.
© foto’s: Yoeke Nagel

Geplaatst in Columns | Getagged | 2 reacties