Webwegwijzer – Samhain 2022

Webwegwijzer Wiccan Rede Online Magazine

Websites that might interest our readers. In this issue: websites on eco-friendly funerals, woodland burial sites, celebrants (Pagan and general).
Interessante websites die we verzamelden voor de lezers, over natuurvriendelijke uitvaarten, natuurbegraafplaatsen en over ritueelbegeleiders.

In Dutch

Natuurbegraafplaatsen

Natuurbegraafplaatsen in Nederland (Landelijke Organisatie van Begraafplaatsen)
Actueel overzicht van natuurbegraafplaatsen, natuurbegraafplaatsen in ontwikkeling, asbestemmingen in de natuur en begraafplaatsen met een natuurlijk karakter in Nederland.

Alle Natuurbegraafplaatsen.nl
Het natuurgehalte van de verschillende natuurbegraafplaatsen loopt zeer uiteen. Zo krijgt de natuur op sommige plekken alle ruimte, terwijl andere locaties deel uitmaken van een reguliere begraafplaats. Om het zoekproces voor u te vergemakkelijken, hebben we een voorselectie gemaakt in de vorm van ‘natuurscores’.

Milieuvriendelijke uitvaart

Groene Uitvaart.nl (van Uitvaart.com)
Hoe groen is de gemiddelde Nederlandse uitvaart op dit moment? En zijn milieuvriendelijkheid en duurzaamheid onderwerpen die belangrijk zijn binnen de uitvaartbranche? U leest het hier.
Er zijn drie onderzoeken geweest naar de milieuaspecten van de uitvaart

Ritueelbegeleiders

LBvR
Landelijke Beroepsvereniging van Ritueelbegeleiders

In English

Pagan Funerals

Pagan Funerals (Funeral Guide)
What to expect at a Pagan funeral service

Pagan Transitions
“Death is but a doorway…”

Death, art and politics: Pagan funerals and eco-friendly burials
Article by Manny Moreno, in The Wild Hunt, May 5, 2019

Eco-friendly Funerals

Eco-Friendly Funerals (UK)

Green Burial, an environmentally friendly choice (Funeral Consumers Alliance, USA)

Green Burial Council (USA and Canada)
Green burial is a way of caring for the dead with minimal environmental impact that aids in the conservation of natural resources, reduction of carbon emissions, protection of worker health,and the restoration ​and/or preservation of habitat.
Books, blogs, articles, videos
Research

The Natural Death Centre, independent funeral advice (UK)
‘Lifting the lid on dying and funerals’

Your Complete Guide to Eco-Friendly Funerals (PDF, Dignity, UK)

Article: Unitarian Universalists Embrace Eco-Friendly Funeral Options (USA)

Article: Are green funerals actually better for the environment?
In: The Ecologist, 14th September 2017

Association of Green Funeral Directors (UK)

What is missing on many English websites, is mention of transportation. Transport – of the attendants of a funeral – is the most polluting part of a funeral. So: share cars when travelling to a funeral, or use more eco-friendly ways of transportation, and organize the whole funeral at one location, or on locations at walking-distance.

Funeral celebrants

Funeral celebrants (UK)

Pagan Life Rites Ireland

Pagan Transitions
“Death is but a doorway…”
Lists of celebrants in several countries, planning, coping with loss, etc.

Pagan / Wiccan / Druid celebrant
Via Pagan Federation  (website being rebuilt)

A Rite of Passing
The Druid Network

Books

Do I Have to Wear Black? Rituals, Customs & Funerary Etiquette for Modern Pagans
Mortellus
Paperback, February 2021

Death Rights and Rites: A Practical Guide to a Meaningful Death
by Judith Karen Fenley and Oberon Zell
Paperback, November 2020

The Pagan Book of Living and Dying
Starhawk, M. Macha Nightmare & The Reclaiming Collective.

Geplaatst in Web Wegwijzer | Getagged , , , , , | Reacties uitgeschakeld voor Webwegwijzer – Samhain 2022

Recensie: Op reis met de Tarot

Op reis met de Tarot
Corrie van Hese Balten
A3Boeken, ISBN: 978 94 91557 65 1. € 22,50

Op reis met de tarot gaat uit van de Rider Waite Tarot van Arthur Edward Waite en Pamela Colman Smith. Als Rozenkruiser en lid van de Hermetic Order of the Golden Dawn waren beiden ingewijd in de (hermetische) kennis van oude culturen en mysteriën. Corrie van Hese Balten heeft zich decennia verdiept in die oude kennis en deelt deze in dit boek. Zij duidt de kaarten onder meer naar symboliek, numerologie, de elementen, licht en schaduw. Ze gaat in op de universele wijsheid per kaart en laat die volgen door een persoonlijke bespiegeling. Voorts biedt ze per kaart een visualisatie (grote arcana) en een oefening (beide arcana’s), die je inspireren en uitnodigen om buiten je comfortzone de diepte in te duiken. Om je spirituele kracht en natuurlijke gaven te herwinnen. Om jezelf te helen, te transformeren en te versterken. Om je angsten te doorzien en obstakels die je tegenhouden je unieke licht te schijnen, te begrijpen. Om je pijn in kracht te transformeren en te ontdekken hoeveel wijsheid je zelf al in pacht hebt.

Met Op reis met de tarot overstijgt Corrie van Hese Balten het reguliere tarothandboek. Het leest op onderdelen als een spirituele ontdekkingsreis, het is ook een werkboek en kan zelfs op zichzelf als orakelboek worden gebruikt.

Recensie: Serotia Vors

Inspirerende uitleg en nieuwe inzichten!

Na een korte inleiding en uitleg over hoe een tarotdeck in elkaar steekt, en hoe je ze kan bestuderen en benaderen, neemt Corrie je inderdaad mee op reis door de tarot. Het gaat mij nu te ver om uitleg te geven wat een tarotdeck is en wat voor kaarten erin zitten, daar zijn ook zat andere boeken over.

Het vorige boek van Corrie, Arcana, de geheimen van het leven, was eigenlijk een reis door haar leven, en hoe zij de tarotkaarten identificeerde met perioden uit haar leven, en waarbij dus niet alle 78 kaarten omschreven werden.
Ik persoonlijk ben dus erg blij dat ze nu een echt tarotboek heeft geschreven waarbij zowel de grote als kleine arcanakaarten allemaal beschreven worden op haar eigen manier. Die eigen manier maakt dit boek ook interessant, en anders dan andere tarotboeken, waar je vaak hetzelfde verhaal steeds leest.

Corrie begint uitgebreid met de grote arcana, en vertelt over de kaart zelf, maar ook over de symboliek die erop staat, zo leer je die symboliek begrijpen en zien. Ze gaat uit van het Rider-Waitedeck gemaakt door A. Waite met de tekeningen gemaakt door P. Smith.

Ze benadert de kaarten ook vanuit een licht-donker-perspectief en geeft je een reflectie in de vorm van vragen. En bij iedere grote arcanakaart staan een visualisatie en een oefening. Zo leer je te werken met deze kaart en er op een andere manier naar te kijken.

Bij de kleine arcanakaarten zit een uitgebreide omschrijving per element en een kortere omschrijving per kaart, maar wel weer een bijbehorende oefening. Zo ook voor de hofkaarten. Aan het eind van het boek legt ze de getallen in de tarot uit, want numerologie is een belangrijk aspect in een deck.

Zelf ben ik al meer dan 40 jaar bezig met tarot en ik word er blij van als ik dan toch weer een boek in handen krijg waar een nieuwe inspirerende manier van uitleg en inzichten in staan.

Wederom de moeite waard dus!

Geplaatst in Boeken, Recensies | Getagged , , | Reacties uitgeschakeld voor Recensie: Op reis met de Tarot

Recensie: Jaarwerkboek – In het Licht van de Maan

Jaarwerkboek – In het Licht van de Maan
Petra Stam
A3Boeken, ISBN: 978 94 91557 69 9. € 15,00

Dit werkboek nodigt je uit om dertien manen lang bij te houden welke ervaringen je hebt tijdens de nieuwe en volle manen, wat je droomt, wat je doet, welke Maankaart je trekt of welk advies je krijgt, en wat hierbij je gedachten en gevoelens zijn. Tevens is er aan het eind van elke maanperiode ruimte om te reflecteren. Zo breng je in kaart wat jouw onderbewuste je te vertellen heeft. Hierdoor kun je keuzes maken die jouw leven meer in overeenstemming brengen met wat je in je hart wilt.

Recensie: Serotia Vors

Beleef magische Maanavonden!

Het Jaarwerkboek van Petra Stam is bedoeld om een heel jaar lang, alle nieuwe en volle maanfases bewust te beleven. Iedere maan heeft een korte duidelijk omschrijving en geeft aan waar het om gaat.

Petra heeft haar eigen benamingen voor de manen, en indeling qua tijdsbepalingen. Persoonlijk maakt het mij niet veel uit hoe de naam is, tenslotte is het de datum en het tijdstip waar het om draait in de maanfases.
Bij iedere maan staat een prachtige mandala die je zou kunnen inkleuren in de tinten die passen bij de tijd van het jaar.
Daarnaast is het dus echt een werkboek en wordt het een verzameling van jouw ervaringen en belevingen.

Iedere maan heeft ruimte in het boek om jouw ervaringen erbij te schrijven, van bijv. een meditatie, of de energie die bij je bij deze maan voelt, de dromen in deze periode, activiteiten, of de maankaart die je erbij getrokken hebt. En dat dus voor de nieuwe maan en de volle maan van een maancyclus. Dit om ook het verschil in energie tussen nieuwe/donkere en volle maan te ervaren.
Je kan er al je aantekeningen in kwijt, en krijgt zo een waardevol werkboek, volgeschreven met jouw belevenissen, tekeningen, uitleg van kaarten etc. Maak er een compleet mooi maan-journal van, op jouw manier.

Het mooie is dat je een rode draad gaat herkennen in de manier hoe je je voelt en gedraagt gedurende deze maancyclussen, maar ook door de seizoenen heen. En misschien haal je op deze manier de sterke en zwakkere dagen er ook uit.
Zelf vond ik het in de tijd dat ik menstrueerde erg waardevol om mijn eigen cyclus eens tegen die van de maancyclus te houden en te vergelijken. Hoe voelde ik mijzelf met volle maan en hoe met nieuwe maan? Kom je er bijv. achter dat je met de volle maan minder lekker in je vel zit, dan moet je belangrijke gebeurtenissen niet rond volle maan plannen, of vakanties dan maar even een weekje verschuiven. Of visa versa met nieuwe maan.

Pak het volgend jaar er weer eens bij, en is er verandering in jouw beleving gekomen?Kortom een waardevol iets om jezelf op deze manier, met dit handvat, eens onder de loep te nemen, en jouw innerlijke wereld wat beter te leren kennen.

Je kan het handboek “In het licht van de Maan” erbij aanschaffen, voor meer informatie, tips, tarotleggingen, wieroken, verhalen, maar het is niet noodzakelijk om met het werkboek te kunnen werken. Idem geldt voor het kaartendeck “De Maan”, want je kan elk willekeurig tarotdeck of orakel gebruiken om een kaart te trekken. Leuk is het wel om deze waardevolle drie-eenheid samen te gebruiken, omdat alles zo mooi op elkaar aansluit.

 

Geplaatst in Boeken, Recensies | Getagged , , | Reacties uitgeschakeld voor Recensie: Jaarwerkboek – In het Licht van de Maan

Recensie: Senang met de stille kracht

 

Senang met de Stille Kracht: Ivonne Kreule Stichting Aliran, 368 p.

€ 47,95   LET OP: niet te koop online via Amazon of Bol. Bestellen via Stichting Aliran en/of Ivonne. Zij is hier ook te vinden: 
Online inzage
Facebookgroep

Kortingscode, voor WRO Lezers: Wil je het boek bestellen zonder verzendkosten? Stuur een mailtje naar Morgana –  om de kortingscode te ontvangen. Geldig tm 31 dec 2022.

Dit kleurrijke ‘hardcover’ boek van Stichting Aliran telt maar liefst  368 pagina’s. Het  is voorzien van vele illustraties en staat boordevol informatie. Het weegt maar liefst 1.5 kilo en de productie/vormgeving is duidelijk het werk van Ivonne zelf. Kudos!

 

Het boek is tweeledig. Enerzijds biedt het een naslagwerk over Javaans cultureel erfgoed. Elk hoofdstuk bevat vijf pagina’s aan achtergrondinformatie bij een thema. Deze zijn allemaal gerelateerd aan tradities en technieken van de helende Stille Kracht. Deze achtergrondinformatie is gebaseerd op zowel geraadpleegde bronnen als op de zienswijze van Stichting Aliran.

‘SENANG met de Stille Kracht’ is anderzijds ook bedoeld als een zelfhulpboek. Met de verzameling tradities en technieken van de Stille Kracht voor balans, biedt dit boek vele handvatten voor persoonlijke ontwikkeling. Elk hoofdstuk bevat daarom naast de achtergrondinformatie ook vijf pagina’s aan toepassingen’.

Praktische oefeningen en  inspirerende rituelen laten je kennismaken met 33 Javaanse tradities. Deze zijn er op gericht je innerlijke kracht te versterken en senang (blij, gelukkig, comfortabel) te zijn met de Stille Kracht.

(Presentatie op 4 september 2022 – photo Morgana)

Ik heb contact gehad met Ivonne en Rich Eduard (Stichting Aliran) voor enkele jaren nu en in 2019 nam deel in de reis ‘ Travel to Tradition’. Ik heb hun manier van werken van dichtbij meegemaakt en zie dit boek als een kroon op hun werk.

Ik zou iedereen aanbevelen om niet alleen ‘Senang’ als boek te bestellen, maar ook de orakeldeck. Samen vormen ze een geheel. Met de meditaties en oefeningen maak je een bijzondere reis.

Ik heb zoveel van Rich Eduard & Ivonne geleerd. Dit boek is een absoluut ‘must’ voor iedereen die een hart voor Javanese mystiek heeft en wil concreet aan de slag.

(Ivonne aan het signeren, op 4 september – photo Morgana)

Als een persoonlijke kanttekening ben ik echt veel dank verschuldigd aan Rich Eduard en Ivonne voor hun hulp bij het begeleiden van een kleine groep van ons op de ‘Reis naar Traditie/ Travel to Tradition’ – november 2019. Het was heel bijzonder! Ivonne’s boek – ook met medewerking van Rich – is een tastbare herinnering.

Voor een uitgebreid verslag zie ook mijn artikel ‘Gerald Gardner and Indonesian influences’

Leuk om te vermelden is dat de de cover van ‘Senang’ is te danken aan een fantastische foto van Meine Pit, genomen tijdens onze reis in 2019.

Semoga sukses untuk semua!

 

 

 

 

 

 

 

 

Geplaatst in Boeken, Recensies | Getagged , , , , , | Reacties uitgeschakeld voor Recensie: Senang met de stille kracht

Zonnebloemen en zonnebomen

Er zijn zowel tuinplanten als wilde planten die worden geassocieerd met de zon, vaak omdat de bloem eruitziet zoals wij de zon tekenen: rond met een stralenkrans. Maar ook bomen kunnen ‘solair’ van karakter zijn.

Bloemen en planten die aan de zon zijn gewijd, kunnen we in drie categorieën onderscheiden:

  • bloemen die lijken op de zon, of hoe wij die ons voorstellen
  • bloemen die alleen in de zon opengaan of alleen overdag open zijn
  • graan: de eetbare grassoorten die rond 1 augustus geoogst worden.

Zonnebloemen

Als eerste moet de zonnebloem genoemd worden, Helianthus annuus. Deze kan zo’n drie meter hoog worden, met een bloemscherm van zo’n 30 cm doorsnee. Zolang de bloem nog niet open is, draait de knop elke dag mee met de zon. Je kunt wedstrijden houden wie de hoogste zonnebloem heeft gekweekt (het Jeugdjournaal doet dat dit jaar) maar de bloem wordt ook grootschalig gekweekt voor de olie. Zonnebloemolie ja, uit Frankrijk of Oekraïne bijvoorbeeld.

Photo by todd kent on Unsplash

Het geslacht Doronicum heeft als Nederlandse naam ‘Voorjaarszonnebloem’. Hoewel veel kleiner dan de zonnebloem, is de naam duidelijk zodra je de bloem ziet: kleine gele harten met gele lintbloemen eromheen. Hij bloeit inderdaad wat vroeger in het jaar. Net als de zonnebloem behoren de doronicums tot de familie van de composieten, oftewel de samengesteldbloemigen. En ook de goudsbloem, Calendula officinalis, kun je beschouwen als een bloem van de zon, met zijn oranje (en soms gele) bloemen.

Samengesteldbloemigen

Tot de familie van de composieten of samengesteldbloemigen horen bloemen die eigenlijk uit allemaal losse bloemetjes bestaan, die in bloemhoofdjes bij elkaar staan. Klinkt ingewikkeld, maar kijk eens naar een madeliefje of margriet, dan is het gele hart het bloemhoofd (met buisbloemetjes) en de witte rand eromheen bestaat uit lintbloemen. Allemaal afzonderlijke bloemetjes met een eigen stampertje en meeldraad. De paardenbloem behoort ook tot deze familie, en als die is uitgebloeid zijn al die bloemetjes uitgegroeid tot zaadjes met een pluisje: die hele pluizenbol waarvan de ‘parapluutjes’ wegvliegen door de wind of als je ertegen blaast. De gele paardenbloem lijkt al op de zon, net als veel familie van deze plant: biggenkruid, leeuwentand, kruiskruidsoorten (hoewel klein kruiskruid, met alleen buisbloemen, nauwelijks opvalt), muizenoor, gele ganzenbloem, enzovoorts. Een aparte vermelding verdient de gele morgenster, waarvan de bloemen inderdaad alleen in de ochtend bloeien. De eerste morgensterren van het jaar (en van een plant) zijn groter dan de bloemen die zich later ontwikkelen, en meer concurrentie ondervinden, maar de pluizen zijn steeds groot en fraai. Die van de

Slaapmutsje

Een nieuwkomer uit Noord-Amerika is de goudpapaver, Eschscholzia californica, in het Engels ‘Californian poppy’ (Californische klaproos). Het slaapmutsje verwijst naar de lichtgroene ‘puntmuts’ die de kroonbladen beschut als de plant nog niet open is. Het mutsje schuift af als de plant zich opent en de oranjegele bloem zichtbaar wordt.

Dagschone

De driekleurige winde, Convolvulus tricolor, wordt ook wel ‘dagschone’ genoemd. De bloemen gaan ’s morgens open en zijn alleen overdag zichtbaar. De buitenrand van de kelkvormige bloem is violetblauw, het hart is geel en daartussen is de bloem wit. Volgens Planten en hun legenden van Jurrie Meulenhoff en Sophieke Nijhuis bevat het zaad geringe hoeveelheden LSD-achtige stoffen. “Daarom vermoedt men dat het een bestanddeel was van kukeon (Gr. = mengsel, namelijk van kaas, gerst en wijn, soms met honing). Dat werd gedronken bij de inwijding in de Eleusische mysteriën (ca. 2000 v.C.), in geheimzinnigheid gehulde plechtigheden ter ere van Demeter en Persephone.”

Het boek is een uitgave van het Nederlands Openluchtmuseum (2012) en een van de hoofdstukken is gewijd aan ‘zonnewijzerplanten’ die elk op andere tijdstippen opengaan en waaraan je dus zou kunnen aflezen hoe laat het is.

Graan

De Romeinse godin Ceres wordt wel afgebeeld met korenhalmen in haar handen. Zij is dan ook de graan- en oogstgodin rondom Rome, zoals Demeter dat is in Griekenland. Mogelijk was Tanfana ook een oogstgodin, in het Germaanse gebied. Koren is een algemene term voor graan dat voor voedsel wordt verbouwd. Het kan gaan om tarwe, rogge of gerst, dat zijn eetbare grassoorten. De bloeiwijze bij koren is meestal een aar (korenaar). Haver hoort ook bij de grassen, maar wordt niet beschouwd als koren.

Nomadische volkeren verzamelden al graankorrels van wilde grassen en zo’n 7000 jaar geleden werd al gerst verbouwd in Azië, en 4000 tot 5000 jaar geleden in Europa. Er werd pap van gemaakt, maar ook koeken en platte broden. In de Karolingische tijd (ca. 800 n.C.) was brood nog niet het belangrijkste voedingsmiddel.

De Romeinen hadden echter al wel het Cerealia-feest voor Ceres, die ook wel met een krans van korenaren werd afgebeeld, en/of met een fakkel en een mand bloemen of vruchten.
Oogstfeesten werden ook in de Middeleeuwen en daarna gevierd als de oogst van rogge of tarwe binnen was gehaald, eind juli of half augustus. De eerste schoof werd met ceremonieel gesneden, en de laatste schoof bleef op het veld staan en kreeg een speciale naam (en werd in Eibergen, nog in het begin van de twintigste eeuw, aangekleed als een vrouw).

Solar-bomen

Maja Kooistra schreef een aantal boeken over bomen, plus het hoofdstuk ‘Bomen en welzijn’ in de bundel Bomen een mensen, een oeroude relatie. Zij ontdekte dat er bomen zijn die makkelijker naar buiten treden en bomen die meer in zichzelf gekeerd zijn. De extraverte bomen bleken van daglicht en zon te houden, en hebben overdag de grootste uitstraling. Typische ‘solar-bomen’ zijn bijvoorbeeld de walnoot, grove den, zomereik, es, haagbeuk en paardekastanje: deze soorten scoren boven de 80 solar (minder dan 20% lunar) op een schaal van 100% solar tot 100% lunar. Solar-bomen houden van licht en groeien grilliger om hier zoveel mogelijk van op te vangen. Er is meer te zeggen over solar en lunar bomen maar hier houden we het kort.

Geplaatst in Artikelen | Getagged , , , | Reacties uitgeschakeld voor Zonnebloemen en zonnebomen

Lammas of Lughnasadh?

Hoe heet dat feest op de jaarlijkse kalender van wicca dat begin augustus wordt gevierd? Zowel het woord ‘Lammas’ als ‘Lughnasadh’ wordt gebruikt. Waar komen beide woorden vandaan?

Jaarkalender

Lughnasadh was een van de vier belangrijkste feesten van de middeleeuwse Keltische kalender: Imbolc begin februari, Beltane op de eerste mei, Lughnasadh in augustus en Samhain in oktober. Lughnasadh markeerde het begin van het oogstseizoen en het rijpen van de eerste vruchten, en was vanouds een tijd waarin de gemeenschap bijeenkwam, van marktfeesten, paardenraces en ontmoetingen met verre familie en vrienden.

Lughnasadh

Lughnadash, Lugnasa of Lughnasa (in nieuw-Iers: Lúnasa) is het feest van de god Lugh (Lú, in de nieuwe spelling). Hij is een heel belangrijke godheid in de vroegmiddeleeuwse Ierse literatuur. Lughnasadh is daarmee het enige oude Ierse feest dat is genoemd naar een god. Waarom zijn naam is verbonden aan juist dit feest, weten we niet. Hij was niet de god van de oogst en niet de god van de zon.

Het woord Lughnasadh kan worden opgesplitst in ‘Lugh Nasadh’ en betekent dan in Middel- of Oud-Iers de vergadering van Lugh of de uitvaartbijeenkomst van Lugh. Het Lughnasadh-feest zou zijn begonnen door de god Lugh als een uitvaartfeest met competitie (atletiek en andere sportwedstrijden) om zijn (pleeg)moeder Tailtiu te herdenken. Zij was naar verluidt gestorven aan uitputting nadat ze de vlakten van Ierland had schoongemaakt om plaats te maken voor landbouw.

In het moderne Iers betekent Lunasa zowel de eerste augustus als de hele maand augustus.

Brón Trogain

Lughnasadh is wel een heel oude naam, al is die misschien net niet zo oud als de Ierse naam ‘Bron Trogain’ voor dit oogstfeest. Die naam komt voor in de Tochmarc Emire (’the wooing of Emer’, ofwel ‘het dingen naar de hand van Emer’). Dat is een van de verhalen in de Ulster-cyclus van de Ierse mythologie. Het gaat over de pogingen van de held Cú Chulainn om te trouwen met Emer, die in latere verhalen verschijnt als zijn vrouw, en zijn gevechtstraining bij de krijgsvrouw Scáthach. De Tochmarc dateert van de tiende eeuw, en mogelijk al uit de achtste eeuw.

Brón Trogain betekent zoiets als ‘het verdriet van de aarde’. Brón betekent verdriet, rouw, last of klaaglied. Trogain betekent niet alleen aarde en herfst, maar ook vrouwelijke raaf.

Lammas

In sommige Engelstalige landen in het noordelijk halfrond wordt 1 augustus Lammas Day genoemd, Lammasdag. Dat komt van het Angelsaksische ‘hlaf-mas’, ‘loaf-mass’ en is het ‘feest van het brood’. Ofwel het feest van de tarweoogst, het eerste oogstfeest in het jaar. Het was gebruik om op die dag een brood naar de kerk te brengen dat was gemaakt van (de eerste schoof van) de nieuwe oogst. Het brood werd gezegend en in het Angelsaksische Engeland kon het daarna ook worden gebruikt voor magie. Lammas werd ook ‘het feest van de eerste vruchten’ genoemd.

Het zou een groot oogstfeest zijn geweest in heel Europa, gewijd aan Ceres, Demeter en Juno Augusta, namen van godinnen die waakten over de rijpende oogst.

Bronnen en suggesties om verder te lezen

Irish-American Witchcraft: Brón Trogain – Lúnasa By Another Name (artikel van Morgan Daimler, 21 juli 2015)
Lughnasa – Festival of the Harvest, op de website ‘Irish Reconstructionist Polytheism’ van Morgan Daimler
Lughnasadh (New World Encyclopedia)
Lughnasadh (Wikipedia)
Lammas (Wikipedia)
Tochmarc Emire (Wikipedia).

Geplaatst in Artikelen | Getagged , , | Reacties uitgeschakeld voor Lammas of Lughnasadh?

Astral Magic – Marsilio Ficino

The tradition of astral magic is underappreciated in European magic. The ideas of its most prominent and influential practitioner in Europe, Marsilio Ficino (1433–1499), fell behind ceremonial magic in the 15th and 16th centuries, when occultism and astrology were on the rise in Europe due to the newfound accessibility of Greek and Hebrew sources in Latin. In this process Ficino participated as the leading translator from Greek into Latin and presented a medical manual to support the health of his fellow scholars. This manual is comprised of the three books on life (De Vita Libri Tres) of which the third is an introduction into his astral magic. It is my aim in this text to describe astral magic and motivate more pagans to revive it.

Friend to Mankind Marsilio Ficino 1433-1499 eBook door Marsilio Ficino - 9780856831843 | Rakuten Kobo België

Medieval European astral magic has been considered one of the predecessors of modern mathematical physics. There is indeed a coherent narrative of the 300 years between the first Christian Kabbalist, Ramon Lull, and the founder of Enochian magic, John Dee, that makes sense if you wonder about how mathematics was introduced into physics in the first place. History of science is not our concern here, but to understand the history of magic better, you should know that, in medieval times, mathematics was restricted to astronomy and the realm of the stars, while the description of the physical world around us involved almost no mathematics. This is due to the cosmological separation between the realm above and below the moon that dominated scholasticism. Keep in mind that the physics we learn in school today, with all its formulas, was developed by Sir Isaac Newton, who was not born until 1642, more than 30 years after John Dee’s death in 1608. The scholastic separation between the stars and the physical world around us was challenged by astrology and symbolic magic because their theoretical foundation requires continuous connection between these two realms.

Ficino’s Three Books on Life was one of many contributions to these 300 years of progress.
Even though Ficino was by far the most active and important translator of works from Greek into Latin and friends with the most influential Hebrew scholars focusing on Kabbalism, his own magical work was more conservative and less fashionable. He mostly drew from sources which were already accessible in Latin for many hundreds of years: mostly Arabic sources and Proclus, a philosopher and one of the last Pagan religious activists against Christianity from the fifth century.

Without the Kabbalist’s promise of higher mystery for the Christian faith, Ficino’s ideas were absorbed and presented as a preliminary of the Kabbalist-influenced ceremonial magic of the early modern period. For instance, the actual father of European occultism, the German philosopher Agrippa von Nettesheim, presents content like Ficino’s in the first two parts of his book about occult philosophy, which are concerned with natural magic, but includes the more practical aspects right within or as a precondition to the third part, which is concerned with ceremonial magic, spirits, and angels in a Kabbalistic fashion. To me, it seems like not much has changed today. Of course, the Kabbalist idea of summoning angels or John Dee’s Enochian magic are not the leading magical traditions anymore, but ceremonial magic, with rituals aimed at invoking higher powers, spirits or deities, is still considered as the highest and most central form of magical practice. This is due to Gerald Gardner and Ross Nichols being influenced by the Freemasons and Rosicrucianism, which both rest on the occultist relations between Germany and the UK after Agrippa and John Dee.

Astral magic as Ficino understood it, however, was designed to break through the classical distinction between natural magic and ceremonial magic to expand the methods of natural magic without leaving its realm. It does so by including the cosmic harmony of the universe into the practice of natural magic instead of just relying on the magical properties of a single object.

An example might help to understand what “including the cosmic harmony of the universe into the practice of natural magic” means. An amulet is the classical hallmark of natural magic: wearing a particular crystal around your neck will support certain aspects of your health. The crystal is chosen for its magical properties, i.e. how it relates in the cosmos to the magical elements, the zodiac, and the planets. According to natural magic, these relationships, which are predominantly formulated in astrological terms, help the magician choose which crystal is appropriate for making the amulet. After the amulet is made, the crystal does the rest, simply by being close to the body. The important aspect here is that there is no requirement for the will of the magician or his skillset. No higher power, spirit or deity is additionally involved either. Natural magic is therefore taken as magic for the common public. In contrast to ceremonial magic, natural magic is, in this sense, magic anyone can do, because it does not require special training or conditioning. Natural magic is thus considered to be fairly limited. It cannot produce any effect which would not happen over time otherwise. In the case of healing, it is “only” supporting the healing powers of the body. When used to boost one’s creativity, you are already able to write a poem, a novel, or a song. The crystal is, at most, simply helping the writing process, which is generally possible without it. The same is true when using natural magic as support for ceremonial magic: selecting the right herbs for your incense or the right crystal for your wand can make rituals a good deal easier, but if you select slightly different materials, it might also work.

The idea of astral magic is to support these material things even further so that their support is even stronger. It does so by simply engraving the symbols of those magically relevant entities into the crystal that was selected by the magician because of its relations to these entities in the first place. The idea is that, through these symbols, the magical properties of the materials are reinforced through their relationship to the cosmic harmony as given by their connections to astrological entities. Therefore, after the engraving, the materials provide more effective support. In so doing, the amulet becomes a talisman. For example, engraving the symbol of the astrological sign Scorpio into your crystal amulet turns it into a talisman that supports antibiotics and your body in fighting against a UTI and prevents complications.

Moving on from classical natural magic to a magical practice that uses symbols but restricts their use merely to symbolise their connections to the stars might seem too restrictive. For occultists like Agrippa and his followers it certainly was. You might wonder, if engravings of astrological or elemental symbols can be used, why not go further and use engravings of stronger symbols, e.g. name sigils of higher spirits, angels, or deities. But you should ask yourself whether adding your willpower, spiritual or divine intervention into your own magical work is necessary or desirable. There are many reasons why you might not want to do so. For some, it might be piety towards the deity being called upon. For others, it might be a fear of the consequences of dealing with higher powers. And some other practitioners might even be atheists or deists who do not generally deal with higher forces. Besides these theological concerns, there is a very interesting magical implication. Ficino was the first to work through this, which is the reason for the praise he has received. Whatever keeps your body running – e.g. its spirit or soul – must be connected with your body at some point. And whatever this link between body and soul might be, it must at least be partly material. How else could it connect to a material body? Ficino called this link the spiritus. This was not meant as in the ghostly kind of “spirit”, but as in drinkable “spirits”. Ficino’s spiritus is a vapour that steams out of the blood (like alcohol when distilled) and connects the soul with the body. Since this link is material, it acts like a crystal or a herb in relation to the cosmic harmony of the universe, i.e. it is affected by the astrological conditions surrounding us. Moreover, since it connects the soul with the body, it must also be magical itself. Its magical properties can therefore be supported just like the magical properties of any other object. According to Ficino, one can therefore perform something that looks like ceremonial magic that is, in fact, not ceremonial magic at all, because it does not call upon any additional higher power, Spirits of the Land, Mother Nature, higher spirits, or deities, you can harmonise yourself with the cosmos (the current astrological conditions as shown by the horoscope of the day) to support your own body and abilities. Besides the theological concerns dealt with before, there is an additional good reason to avoid adding willpower or requests to higher beings: sometimes we simply do not know precisely what we want. It’s possible that we lack some insight into the situation, but we still want to support ourselves anyway. In this case, letting things flow with just a little support is the wiser choice.

This is the actual crux of astral magic.

By Sophus, July 2022

References

Astral Magic image

Book cover

“Three Books on Life”: image from Amazon.com

Geplaatst in English articles | Getagged , , , | Reacties uitgeschakeld voor Astral Magic – Marsilio Ficino

NeoPaganism, Divine Immanence, and the Sacred Feminine

This essay analyzes hotly contested issues within the contemporary American Pagan community.  The arguments creating such discord rely on holding two contradictory positions at the same time. First, gender is socially, not biologically, defined. The second is there are only two genders, an ‘essentialist’ position. I support the first assertion and so, naturally enough, reject the second.  Examining this issue takes us to the core distinction between NeoPaganism and many other modern religions.  I have discovered that many readers prejudge the argument into one of two categories: progressive ‘wokeness,’ or ‘transphobia.’ My argument supports neither position, and arguing otherwise requires ignoring the arguments actually made here.

____________________________

In 2013 I published my book Faultlines: The Sixties, the Culture War, and the Return of the Divine FeminineI argued there that our country’s growing national political and cultural divisions were rooted in the breakdown of thousands of years old patriarchal culture rooted in agriculture that was now taking increasingly pathological forms as it encountered urban technological cultures.  At the same time, a new culture was arising, one revitalizing feminine values and appreciation for nature.  No such fundamental change had happened to humanity since agriculture replaced hunting and gathering as our dominant culture.  The result is a clash of civilizations, one degenerating, the other seeking to be born. I argued the points of greatest conflict between them were the roles of women, the status of feminine values, and our relationship with the natural world.

NeoPaganism was a particularly powerful example of this newly emerging culture. As a broad category, paganism is very old and diverse, and historically, largely reflected its patriarchal cultural context.  NeoPaganism was different, and in harmony with the post-patriarchal culture rising around us, for our practice centred on the sacredness of the feminine and of nature. NeoPaganism offered a clear alternative to an increasingly dysfunctional patriarchal monotheism and the mainstream culture aping many of its core assumptions in a secular guise. It also spoke to a widely experienced spiritual need, and women in many mainstream religions were inspired by us to revitalize the sacred feminine within their own practices.  A remarkable percentage of these women reported they had been inspired by workshops conducted by Starhawk. (Faultlines, p. 169-72) In response, many male practitioners reconsidered the role of women in their traditions. As Marcus Borg, a major theologian wrote in the late 1990s, religious feminism was “the single most important development of theology in my lifetime.” (Faultlines, p. 162) Today, the Dalai Lama calls himself a feminist. NeoPaganism’s impact was out of all proportion to our numbers.

Subsequent events have largely supported my analysis, with one unexpected and troubling exception. What made Neopaganism a uniquely powerful spiritual force in building a new culture has come under attack from within. The target is the status of women and of the divine feminine in all its forms, and the assault is relentless. At its core is a refusal to acknowledge the divinity within the feminine, not so much by denying it, as by making it invisible.

What is NeoPaganism?

To get a grip on this issue we need to get clear on what some words mean, and most importantly among them is “NeoPaganism.”

NeoPaganism arose here in the U. S. in the 50s and 60s.  Initially, it was what we broadly call British Traditional Wicca (BTW), and Gardnerian Wiccans were its major influence in England and the U.S.  The term “Pagan” was apparently first used by Oberon Zell, of the Church of All Worlds (CAW). Gardnerians quickly saw a common resemblance and adopted it as well. Over time, in America NeoPagans grew to include other traditions such as the New Reformed Orthodox Order of the Golden Dawn, (NROOGD) and Reclaiming.  ALL emphasized the Divine Feminine in Her principle role as a Goddess or perhaps a triple goddess of Mother, Maiden, and Crone.  So far as I know, all, and certainly most, emphasized the ritual primacy of the High Priestess. All emphasized the return of feminine values as central to what they are.  When Dianic Wiccans, who focused only on the Goddess, wanted to join the Covenant of the Goddess (COG), it was because of this shared sacred feminine centre of gravity. And they became members.

Much ink has been spilt and many pixels illuminated in subsequent debates over NeoPaganism’s relationship to the broader category of Pagan religion, and European Paganism’s relation to what some, but not all, consider the Pagan religions of the Western hemisphere, Africa, and Asia.  Interesting as it is, I will not enter this intellectual thicket here beyond arguing that the forms of Western Pagan religions that have emerged in the decades since, such as Heathenism, and many reconstructionist traditions, have gone to some pains to distinguish themselves from NeoPaganism as I have described it. Consequently, there are the original NeoPagan religions that resemble Wicca enough to be comfortable with NeoPaganism as a common umbrella term, and other contemporary Western-based Pagan religions that distinguish themselves from it for various reasons.

Another definition of NeoPaganism overlaps with this historical one.  Any attempt to create or recreate a Pagan religion where there is no unbroken lineage of practice, and where those doing so are themselves modern, can also be called NeoPagan. But these two categories of NeoPaganism are not identical. Some NeoPagans in this second sense are not NeoPagans in the first sense.  Reconstructionist Pagans would be NeoPagans by this second standard, but not the first.

This diversity emerges in no small part because there are no common sacred “NeoPagan” scriptures or oral traditions.  Anyone can start a “tradition.” If it attracts others, it will grow.  Unlike within the monotheisms, this diversity of traditions did not lead to significant conflict. No practice claimed authority over all who called themselves NeoPagans. People could fight and fuss within a tradition, in what are called “Witch wars,” but not so much between them. For example, we Gardnerians have our disagreements, sometimes strong ones. But in 35 years I’ve never heard Gardnerians attacking NROOGD or some other tradition as “wrong.”  For many of us, that these two senses of NeoPagan differed did not much matter.

It starts coming apart

Pantheacon was the largest Pagan gathering on the West Coast. For many years it welcomed all who called themselves Pagans, with the sole exception of racist groups who attacked the legitimacy of other groups.  For decades, thousands of people of many different traditions, as well as those simply interested or curious, gathered to attend workshops, group rituals, panels, and other events offered by other Pagans. And did so amicably.

But not anymore.  Pantheacon died, and it died in part because this broad-based amity broke down completely over issues of gender and sex. Long-time participants were barred from holding workshops, books by leading Pagan authors were banned, formal invitations to participate were withdrawn, rituals were disrupted, and many NeoPagans who for years had participated peacefully with others were denounced.

Pantheacon’s demise was at least in part a casualty of the internal war waged by some people calling themselves NeoPagans against NeoPaganism in either form as described above. In their attack, they rejected the most fundamental core of NeoPaganism in the first sense, a core shared by many NeoPagans in the second sense: that the sacred was immanent in all things.

Attacking the sacred feminine

The NeoPaganism emerging in the 1960s was not the first time a renewed emphasis on the sacredness of the feminine had characterized a new religion. It had been a continual minor element in the religious landscape since the rise of patriarchal religion, particularly with innovators who founded new religious traditions. Buddhism once offered more equality to women than did the surrounding patriarchal society. (Faultlines, p. 64) It didn’t last. Christianity offered many Roman women more independence than they had in Rome’s stifling patriarchy. That didn’t last either.  Mohammed treated women better than they had been in the society he transformed. That, also, didn’t last.  In all these cases, those who sought to impose a common dogma, combined with hierarchies of control, always sought to institutionalize patriarchal domination. And succeeded.

Today the same fatal process has reared its head in the NeoPagan community. Because we have no canonical scriptures or their oral equivalents, nor any institutionalized authority, the exterior form of the attack is different. But the result is the same: the suppression of the sacred feminine, and with it, of women who most clearly embody its qualities. With us, the sacred feminine cannot be turned into something spiritually inferior, as happened in these earlier cases. It is too central to who we are. But it can be made to disappear by changing how it is conceived. A kind of newspeak is arising in some circles where, by shrinking vocabularies and eliminating subtleties, thinking about these issues becomes difficult.

Sex, gender, and the feminine

Today the NeoPagan community is deeply divided over issues of sexual identity and gender. In all this turmoil, the feminine, a term long central to who we are, is never mentioned. It is being dissolved into sex and gender. But “the feminine” is neither.

In Faultlines I, among many others, distinguished between two waves of feminism. The first wave argued women were as good as men in men’s terms. This was liberal feminism, and it was the source of women gaining many of the legal and political rights they enjoy today.

Second-wave feminists argued women were as good as men in women’s terms. The feminine values were equal to masculine ones. (Faultlines, pp. 155-62) NeoPaganism’s sacred feminine reflected second-wave feminism’s insights spiritually.  The embodiment was as important an expression of the sacred as the disembodied spiritualities that characterized the ‘monotheisms.’ The cycles of life, within which women are more deeply enmeshed than men, were powerful expressions of the sacred, expressing the same sensibility that finds nature’s other cycles sacred. Feminine qualities were as sacred as masculine ones.

Women’s spirituality focuses on the basic patterns life women necessarily experience bodily, such as menstruation and birth.  This focus is important at many levels. First, it links women with the basic rhythms of nature, and does so more strongly than is the case with men. Second, in patriarchal societies, women’s connection with such cycles have long been used to disempower them. (“She’s on the rag.”) The sacred in all its forms became increasingly disembodied, a matter of theory and not experience. From this perspective, our connections to the earth are considered inferior, and even barriers, to our connection with Spirit. Bodiless spirituality also makes men’s connections to these rhythms invisible.  For example, many pre-agricultural societies that were not patriarchal ritually celebrated boys transitioning into men.  No modern ones do.

Today, within the NeoPagan community, honouring the sacred feminine has come under attack through a sustained assault on the legitimacy of women’s spirituality.  It reached a particularly painful crescendo during the Pantheacon celebration of 2019.

The rituals attacked were conducted by women for women, who were honouring the sacred dimension of basic dimensions of their experience as women, such as menarche, menstruation, giving birth, and menopause. These rituals were attacked as “transphobic” because they are closed to transwomen who had never had and never would have those experiences.  The attacks were brutal in their condemnation of those wanting to keep them limited to women, and those seeking these experiences are called TERFs. The same people succeeded, in banning prominent women feminist scholars such as Max Dashu, who for decades had been a major figure in the study and practice of women’s spirituality. This was the second time Dashu had been banned from a major event over this issue. Institutions like the Red Tent, which provided services to women with an explicit connection to women’s spirituality, were treated similarly.

After the fact, some defended their actions by arguing that women-only rituals in an event where all paid the same to attend were inappropriate.  That this was a less-than-honest response is made clear by Max Dashu’s treatment, where an invitation for her to be a special guest was withdrawn.  Anyone could listen to Max’s talk. The Red Tent was not formally a part of Pantheacon, and paid for its own space.  As for the ritual, Pantheacon had a great many events happening simultaneously, and women-only rituals had been a part of it from the beginning. These attacks ultimately had nothing to do with a ritual.

Basically, the physical experience of being a woman as an expression of the sacred worth of recognition was attacked.  A person’s personal gender identity overrode the rest of the sacred as it manifests in the world within which we live. This is a remarkably disembodied position that is inherently masculine in the patriarchal sense since it subordinates embodiment to the abstract mind. There is nothing NeoPagan about it.

NeoPaganism is all about the sacredness of the world in which we live, and all its processes. With Samhain, we even honour death itself. We subordinate theology and disembodied thought to embodied experience and consider the latter as most important. What is called “women’s spirituality” in our context refers to women’s experience as women, and nothing else.

This is who we are.

From Spirit to Power

Many NeoPagans’ worthy commitment to respecting other peoples’ spiritual paths has made us vulnerable to manipulation by those claiming to share our beliefs, while fundamentally rejecting them. If a woman’s physical experience is not sacred and not worthy of honouring as such, neither is anyone else’s. If this is true for people, it is also true for the physical world as a whole. The sacred becomes disembodied. We are who we think we are, and our thoughts render all other issues and views irrelevant.  Ultimately, the ‘spiritual’ becomes defined by the ideology of a particularly arbitrary kind of identity politics.  My most generous interpretation is this is yet one more New Age version of “we create our own reality,” a view concentrating power on the individual removed from embeddedness within the world. Fundamentally it is power oriented.

As politics is ultimately about winning, and therefore about power, from this perspective alternative points of view are threats to be overcome. The immanent cannot be honoured in the many forms in which it has been in Pagan societies across history.  It must be politically correct. A religious practice focusing on experience and often encounter with the divine is subordinated to political dogma.

I cannot count the times that I have been told “transwomen are women in all ways that matter, and that ends it.” This is the ‘argument’ of a person with no argument to make. Consider the prominent transwoman, Dierdre McCloskey.

In “The Hedgehog,” a journal dealing with various approaches to current intellectual issues, she wrote “Straight Man to Queer Woman: Untimely Meditations on Transitioning.” In it she described experiences in academia and the larger world that fit what I knew of trans-women in my experience. For modern Pagans concerned about these issues, the surprise will be how little it mattered once people became familiar with her transition. The person who took the longest was her mother. McCloskey says there are certain places she does not frequent that might be unpleasant, such as a country Western bar, but otherwise has little difficulty.

So, does she think of herself as a woman?  I quote her:

“The Des Moines Register put the news on the front page, repeatedly if not unsympathetically: ‘The University of Iowa Economics and History Professor to Become a Woman.’

“That, of course, is not possible. I’ll always have those pesky XY genes and can never have the life history of a girl or woman – never, for example, experience the hostility directed at an assertive female graduate student. At Harvard in the 1960s, Donald McCloskey was praised for such assertiveness. Ten years earlier, the economist Barbara Bergman had, she told me, been thoroughly dispraised for it.” The argument “A trans woman is a woman, end of issue” is fatuous nonsense, and one of the most successful transwomen of our time demonstrates it in her own life.

After asserting a transwoman is a woman, the person almost invariably refuses to enter into the reasoned discussion. This is the language of domination: something is true because I say so. Once this tactic is accepted, it is a tiny step to endorse other forms of domination, and this has happened within the most militant of the transactivist community.

We are in danger of reverting back to the world-denying spirituality of the monotheisms, and the intolerance that accompanies them tricked out in Pagan rhetoric.

Thinking clearly about women’s spirituality (and other forms as well)

Rituals are not parties, nor are well-conducted rituals simply psychodrama or performance art, although elements of both can be included. They seek to connect participants directly with the sacred. They focus on participants’ experiences.

When some people want to connect with the sacred dimensions of their experience, it is reasonable to do it with others similarly motivated.  If you have not had certain experiences, then you are not part of a group that has had those experiences.  If those experiences are relevant to what a group wants to do, then not having had them is a good reason not to be included.  Yet women who wish to do this are attacked as “transphobic” and efforts are made to suppress, or at least disrupt, their efforts in places such as Pantheacon.

But is this “transphobic?” A little clear thinking immediately demonstrates it is not. Consider the following examples.

I am not Native American, though I have helped build a Sun Dance arbour on the Crow Reservation and, from the Alcatraz occupation to today, have continually supported Native peoples’ efforts to receive at least a modicum of decent treatment by those with the power to do so.  At their invitation, I have also attended some of their rituals, and more rarely, participated. When I participated, I felt honoured with being given the opportunity.

But I would never claim to speak for Native Americans, nor would I be insulted if they conducted rituals closed to me, or held closed meetings for members of their tribe or several tribes.  As, in fact, they do. I am an outsider, and always will be. I can be an ally, and hopefully a respected and worthy one, but I can never be a member.

And I am not insulted by this.

I am not Black and have not had the experiences many Black Americans have had.  I travel without fear of arbitrary arrest or worse.  I am not regarded as intrinsically inferior to others by the dominant culture. The places I hope to live have not been denied me because of my race.  And much more. These experiences, common to so many, unites African Americans in a common identity we Whites can never share.

I can choose to be an ally of Black Americans, but I can never become one myself. I can demonstrate against the continual police murder of Black Americans, as I did and may well do again. But I would never presume to speak for them, nor think I had a right to get involved with a Black support group for African Americans. It would be arrogant, rude, and stupid of me to feel insulted for not being wanted in that context. If I complained, I would be told my “White entitlement” was showing.

The same holds true in NeoPagan circles. I have never felt insulted because, as a man, I was not invited to women’s circles. Why on earth should I feel entitled to attend a ritual honouring menarche or other experience unique to women?

If a woman had been raped and sought a healing ritual with other women who perhaps themselves had also been raped, what business is it of mine to want to be included? If I were invited, (perhaps the victim was a close and dear friend, for example) that would be an honour because they thought I could contribute. But it would never be a right. Who is invited is the business of the people organizing the ritual.

This second example brings up another point. Women share a common experience of subjugation as women. As a woman I know put it, this includes “sexual harassment and objectification, mansplaining, not being listened to, pushed aside, subjected to bias in the form of ‘jokes,’ and other dynamics of male entitlement or aggression.” Some of this can be violent and fear-inducing, and others are very subtle. Women’s groups provide places where these issues can be addressed by women in safe spaces and on women’s terms. When they are NeoPagan women, this can happen in ritual contexts, for there is no absolute divide between the sacred and the mundane. Yet the celebration of women’s spirituality, which provides a community where this can happen and contacts can be made, is attacked as ‘transphobic.’

There is nothing pejorative about my being excluded from these events.  Further, there would be a big dose of male entitlement on my part if I had ever thought I should have been invited. But there need be no “male-phobia” in my not being invited. The same holds with respect to transwomen. In these contexts, the term “transphobia” is a false and belittling attack on women’s experience, denying its importance to them.

As we all should know, a powerful ritual depends on a unity of purpose. If I have not had the experience, how can I contribute in the way people who have had the experience can? Perhaps because I care deeply for others there, and so lend my energy to it. But to do that they need to want me there, and to feel comfortable with my presence.  If my coven does a healing ritual for someone, all must be on board to increase its likelihood of success.  The same holds for other purposes. If I am there because I want to be, despite the wishes of others in the group, I undermine its chances for success. I will have disrupted the unity of purpose that is essential for a ritual’s success. This is why becoming a member of the coven requires the consent of all involved. This is also Wicca 101.

Those attacking birth women only rituals attack the spiritual values distinguishing us from other religions. They attack the role of ritual and magick in what we do, and they attack the mutual respect NeoPagans need to conduct our ceremonies. They attack NeoPaganism at its core in the name of a political agenda.

An approach in keeping with recognizing sacred immanence would be to honour all genders as manifestations of the sacred. There can be rituals for women, for men, for transwomen, for transmen, for both genders called “she” and for both genders called “he” as well as for everyone, such as Sabbats and Esbats.

The fraud of transphobia

Most NeoPagans accused by others of transphobia would agree with J. K. Rowling when she tweeted;

“The idea that women like me, who’ve been empathetic to trans people for decades, feeling kinship because they’re vulnerable in the same way as women – i.e., to male violence – ‘hate’ trans people because they think sex is real and has lived consequences – is nonsense.

“I respect every trans person’s right to live any way that feels authentic and comfortable to them. I’d march with you if you were discriminated against on the basis of being trans. At the same time, my life has been shaped by being female. I do not believe it’s hateful to say so.”

— — J.K. Rowling (@jk_rowling) June 6, 2020

When, despite these words, she was again attacked as transphobic, Rowling elaborated:

“If you could come inside my head and understand what I feel when I read about a trans woman dying at the hands of a violent man, you’d find solidarity and kinship. I have a visceral sense of the terror in which those trans women will have spent their last seconds on earth because I too have known moments of blind fear when I realised that the only
thing keeping me alive was the shaky self-restraint of my attacker.

“I believe the majority of trans-identified people not only pose zero threat to others but are vulnerable for all the reasons I’ve outlined. Trans people need and deserve protection. Like women, they’re most likely to be killed by sexual partners. Trans women who work in the sex industry, particularly trans women of colour, are at particular risk. Like every other domestic abuse and sexual assault survivor I know, I feel nothing but empathy and solidarity with trans women who’ve been abused by men.”

Despite the twaddle published in ‘woke’ circles, there is no “phobia” here, or in similar positions, I and many NeoPagan women and men are taking, any more than a Native American group is “White phobic” for not wanting Whites in every single one of their rituals and gatherings.

Accusing many of us as ‘transphobic’ is one of the biggest intellectual frauds perpetrated on our community. It is a 100% binary domination-powered demand that if you do not agree you are bad.

Yes, there are transphobic people, but remarkably few within the NeoPagan community. Openness to transmen and transwomen has been greater among NeoPagans than within any other mainstream religion. Genuine transphobes congregate on the right, with its rigid sense of there being only two proper gender roles.

Finding Clarity

We can learn from many traditional Native peoples who offer us an alternative way of framing the issue of relations between birth and trans men and women. Many tribes recognized more than two genders, sometimes as many as five, and respected them all. The common insistence by many ‘woke’ Pagans that gender is both socially constructed and there are only two makes no sense historically or logically. It incoherently combines relativism (gender is socially constructed) with essentialism (there are only two).  Small wonder confusion, and worse, emerge from such thinking. It’s a mess. For Pagans I would suggest the peoples native to this land offer superior insights to illogical claims ultimately rooted in Genesis.

But there is another dimension to all this.

Pathological masculinity

I have been struck with the aggressive anger, and even hatred, with which some NeoPagans, especially women, have been denounced for wanting the right to conduct women’s rituals attended only by women. As some women have explained to me, it is their biological differences from men that have for millennia been used to justify their second-class status as human beings. Conducting these rituals is an act of affirming what distinguishes them from men as equally worthy to how men are different from women.  What was culturally considered disempowering becomes empowering. (As I write these words I see a similarity with the African American community’s affirmation that “Black is beautiful.”)

Interestingly, the terms used in some online insults directed towards these women have been explicitly misogynistic, “Bitch” being one of the milder ones.  Threats of violence are hardly unknown. Please enlarge these images sent to me by a NeoPagan woman depicting the extraordinary hate and fantasies of violence towards feminists. This misogyny comes from some transwomen or men claiming to defend transwomen, but is closer in spirit to incel hate!

And here, finally, we can access the deeper level of what we see happening around us.

In Faultlines I explored the pathological dimensions of the masculine and feminine. (If someone has trouble with these words, substitute Yang and Yin.) Both can take pathological forms but in different ways. (Faultlines, pp. 61-7) The pathological feminine manipulates, and the pathological masculine dominates. At a spiritual level, the attacks on birth women’s particular identities and spiritual experiences is an attack by pathological masculinity in ultimate defence of the increasingly debased patriarchy NeoPaganism challenges. It embodies domination.

The spirit of domination destroyed the openings early Buddhism made available to not only women but also to the sacred feminine.  It destroyed early Christianity’s steps in that direction as well. Now it is doing the same to NeoPaganism. The difference here is that while in the first two patriarchy triumphed through controlling organizations and texts, neither organizations nor texts possess the similar authority to us. When Pantheacon became dominated by these people, it died. Domination can only triumph over us as a spiritual community by making it impossible to think coherently about the sacred feminine and women’s role in it.  And that is what we see happening around us, with the erasure of the feminine by dissolving it into sex and gender.

We have the option of rejecting these false attacks, and in rejecting them, rendering them powerless. If we did, what would this look like?

Very much like it did before the so-called ‘trans-activists’ sowed such anger and division within us. NeoPaganism would have even more spiritual diversity. Trans women and trans men would devise rituals addressing the sacred dimensions of their own experiences. I can’t imagine any NeoPagan opposing this, and if someone did they would simply be ignored.  Women and men could do the same, as they long have. Covens would be composed in many different ways, depending on what their members wanted.  As there always have been, there would be many ritual gatherings where all who desire can attend.

And people would otherwise mind their own business.

Gus Dizerega

NeoPaganism, Divine Immanence, and the Sacred Feminine

Originally Posted on  by Gus.

Geplaatst in English articles | Getagged , , , , , , | 3 reacties

Volle maan van de speer 24-07-2021, bewerking 2022

Het is nu 24 juni, de zomer is net begonnen. Het is prachtig weer, warm en afwisselend regenachtig. De natuur gaat er goed op 🙂 De tuin is één bloemenweelde. Gisteravond voor het eerst in de tuin gezeten en genoten van de warme avond. Een egeltje kwam ons bezoeken en dronk (zowaar) een beetje water uit het vogelbadje. De weldadige rust van vorig jaar is nu ver te zoeken. We zijn weer aardig op stoom met ons groene werk. Vorig weekend weer Fable and Fantasy en volgende week LEEFfestival Wageningen. En daarna het team voor Castlefest op de rails zetten. En dat naast werk en mantelzorg 🙂 Maar we kunnen het en dat is iets om dankbaar voor te zijn. ‘Dankbaar’ was het woord dat ik 14 juni kreeg van B8. Uriël is verdwenen. Net zo plotseling als dat hij er stond, is hij verdwenen. Dus ik ben weer terug bij mijn oude vertrouwde boomvriend B8. Dankbaar voor alles wat op mijn pad komt, want het is mijn pad <3

2021-07-24 Volle maan van de Speer (Lughnassad)

“Ik Focus”

Thema: Bouw aan je zelfvertrouwen.

Indiaans Sjamanisme: Zij die heelt.

“Deze maan daagt je uit om je innerlijk vuur meester te worden, zodat je het richten kunt. Focus op de energie die je in je ziel en lichaam opgeslagen hebt. Onderzoek welke gebieden in jouw leven klaargemaakt kunnen gaan worden voor het oogstfeest Lughnassad. Wat heeft nog extra aandacht en bescherming nodig en wat kan je de vrijheid geven om te laten gaan?” (Modron)

Wat mooi dat deze volle maan binnen mijn vijfdaagse retraite valt. Voor het zoveelste jaar neem ik deel aan een Vipassana-meditatieretraite. En dan is deze focus natuurlijk zeer op z’n plaats! (Een linkje voor wie wil weten wat Vipassana inhoudt).

Jaren geleden ben ik op deze meditatievorm gestuit door met een vriendin mee te gaan naar een driedaagse retraite. De leider is een geweldige man van 86 jaar oud, die nog heel vitaal is en een enorme wijsheid in zich draagt. Hij heeft in ‘de Oost’ tijd in kloosters doorgebracht en vele jaren van zijn leven aan deze meditatievorm en yoga gewijd. Heerlijk om weer een tijdje onder zijn vleugels door te mogen brengen. En we hebben een klik omdat wij beiden zo gek zijn op de natuur en de helende werking daarvan. En dit jaar voor het eerst een vijfdaagse, ik ben heel benieuwd.

Het weekend ervoor werken mijn man en ik op het fantasyfestival ‘Fable and Fantasy’, en daar koop ik mijn eerste meditatiekussentje. Uiteraard een groen kussentje, met het teken van de hartchakra. Fijn dat deze keus prachtig aansluit bij waar het deze vijf dagen over gaat. Ik ben er helemaal klaar voor!

Eén van de regels van deze vijfdaagse is dat er niet gesproken wordt. Er heerst een weldadige stilte. Ook wisselen we geen ‘blikken’ uit. We zijn alleen op onszelf gefocust. Wat heb ik uitgezien naar deze dagen! Niets dat een beroep op mij doet, dan alleen ikzelf. Geen telefoon, geen camera, geen boeken, geen pen en papier, geen muziek… niets, alleen mijn eigen gedachten en ademhaling. Wel krijg ik last van mijn benen (op de vijfde dag besluit ik op een stoel te gaan zitten). Bij thuiskomst merk ik pas hoe vol mijn benen zijn gelopen! Vijf dagen veel stil zitten heeft een behoorlijke vochtophoping tot gevolg.

Ieder moment dat het mogelijk was heb ik gewandeld in het prachtige gebied waar we zaten (Havelte) en zo heb ik vele kilometers afgelegd op een dag. Maar dat was niet voldoende om de dikke benen voor te blijven. Maar het mocht de pret niet drukken.

Op zaterdag zal het volle maan zijn. Mijn voornemen was om om 4.00 op te staan en de natuur in te trekken. Maar een heftig onweer en de stortregen hielden mij hier vanaf. Ik stond dus maar om 5.00 op om de thee voor de groep klaar te maken. Om 6.00 startte het programma.

Gelukkig had ik die zaterdag al hele mooie ontmoetingen gehad en zal ik naar aanleiding daarvan mijn vollemaan-verslag maken.

Om 5.00 sta ik op om zoals, voor mij, gewoonlijk de thee klaar te maken voor de groep. Met deze taak hoef ik geen afwastaak meer te doen. Dus ik ben vrij om te gaan na het eten en na de yoga-oefeningen in de morgen. Ik gebruik al jaren geen ontbijt meer, dus dan kan ik een mooie lange wandeling maken.

Om 5.30 maak ik een korte wandeling om het bos waarin wij verblijven. In het hoge gras tegenover ons bos staan een reegeit en een reekalfje. Met z’n grote oren naar mij gekeerd kijkt hij me met grote ogen aan. Wat een mooie ontmoeting! Vreemd eigenlijk dat het reegeit, reebok en reekalf is. Bij kalf denk ik toch meer aan runderen :-/ detail 🙂 In deze buurt zijn behoorlijk wat reeën. Er kwamen op zondag zelfs twee reeën ons grasveld op gelopen terwijl we met 19 mensen yoga aan het beoefenen waren… in stilte. Ze schrokken zich rot en knalden tegen elkaar op in hun poging zo snel mogelijk weg te wezen van die vreemde stille mensen 🙂

Om 6.00 begint de zitmeditatie en om 6.45 de yoga in de buitenlucht. Om 7.45 mogen we ontbijten en om 9.15 begint het programma weer. Dus 1,5 uur om te wandelen! Ik vertrek richting natuurgebied aan de rand van ons bos. Daar is een rondwandeling van 2,5 km in een geweldig mooi divers gebied.

Als ik bij de toegang van het gebied kom staat daar een grijze Volkswagen Golf. Achter het stuur ‘hangt’ een jongeman achter zijn mobiel. We hebben even oogcontact en ik groet hem met een hoofdknikje. Als ik hem voorbij gelopen ben, hoor ik achter me dat ik geroepen word. De knul hangt uit zijn raampje, tot halverwege zijn lijf en vraagt of ik iets tegen hem zei. Ik schat hem in als knul met kort lontje (stem geluid, houding, manier van praten). Ik geef hem terug hem enkel vriendelijk gegroet te hebben. Ik loop op hem toe omdat mijn gehoor niet mijn beste kant is. Hij geeft aan net uit zijn nachtdienst te komen. Ik vraag hem of hij hier even komt genieten van de ochtend en of hij dan niet veel beter een stuk kan gaan wandelen. Hij zegt dat dat eigenlijk wel een goed idee is. Ik loop door naar het bankje tegenover de ingang van het gebied. De knul komt op mij toelopen en vraagt of ik hier bekend ben. Ik ontken dat, terwijl ik dit kleine stukje Drenthe al aardig in mijn ‘zak’ heb. Hij gaat achter mij het bos in om te plassen zoals hij dat aangeeft. Hij weet duidelijk de weg hier ook. Achter het bankje begint namelijk een paadje het bos in, een klein onduidelijk paadje dat je even moet weten. Ik besluit in de tussentijd mijn weg te vervolgen, maar niet het natuurgebiedje in. Mijn intuïtie zegt mij even op de openbare weg te blijven. Ik loop het rondje bos nog maar eens een keer 🙂 Ik kom straks, na de lunch, wel aan dit gebied toe.

Als ik mijn rondje bijna voltooid heb komt de grijze VW Golf op me toe gereden met een zwaaiende knul achter het stuur. Waarschijnlijk een alleraardigste jongeman, maar als er bij mij een ‘belletje’ gaat rinkelen, luister ik daar naar. Beter 100 x voor niets dan 1x niet geluisterd en te laat. Ik ben niet bang om alleen in de natuur te wandelen maar ik weet wel dat ik overdag gekkere ontmoetingen heb gehad dan ‘s nachts. Mijn overtuiging is dat mensen die kwaad willen niet in een verlaten donker bos rondlopen, die zijn over het algemeen banger dan ik voor hun eigen schaduw. Ik ben bedachtzamer overdag en zal zelden in de schermer een bos in gaan. Ik mag me graag beschermd voelen door de duisternis.

In de middag is ‘mijn’ gebiedje uitgestorven. En gaat mijn weg naar een, voor mij, opvallende den. Een prachtige grote, oude den die uit meerdere stammen bestaat. Hij viel mij eerder op in het ochtendlicht aan de rand van het bos. Een van zijn takken ligt op de grond en groeit daar op z’n eigen manier verder. Deze keer dus geen woord van mijn wilgje ‘Uriël’, maar van een oude den. Als ik mijn handen op zijn stam leg gebeurt er weinig. Ik leg mijn hoofd ook tegen zijn stam en krijg het woord ‘Verbondenheid’. Wat een mooi woord.

Op mijn wandeling verras ik nog een reebok die aan een struikje staat te knabbelen 🙂 Ik zie hem staan en merk dat hij mij niet ziet of hoort. Dus ik kan hem tot op een paar meter benaderen. Als ik daar een tijdje sta, merkt hij me pas op… dat is schrikken 🙂 Met grote sprongen verdwijnt hij in het hoge gras, af en toe staat hij even stil om om te kijken. Nee, ik volg hem niet. Ik vervolg mijn eigen weg.

Als ik weer op het terrein van ons gebouw ben valt me een leuke gedachte in. Er zijn drie gebouwen met in één een groep die djembé speelt (veel ‘herrie’), in een ander gebouw een groep die zich bezighoudt met Tantra (seksueel gericht), dan onze groep Vipassana-meditatie (volkomen stilte en geen contacten). Grappig is dat wij precies datgene niet doen wat de anderen wel doen 🙂 En toch zijn we verbonden met elkaar door op deze prachtige locatie te zijn.

Een mooie definitie vind ik op het internet:

Verbondenheid is de energie die ontstaat tussen mensen wanneer zij zich gezien, gehoord en gewaardeerd voelen; wanneer ze zonder te oordelen en beoordeeld te worden kunnen geven en ontvangen” (Brené Brown in haar boek De kracht van kwetsbaarheid).

Vipassana staat ook voor verbondenheid. Verbondenheid met jezelf, met je pijn, met mensen om je heen, ook met diegenen die je niet ‘liggen’, met de hele wereld (alles wat leeft en onze moeder aarde) en het hele universum. Ook het mediteren op Metta en Karuna was een dagelijks terugkerend onderdeel van deze vijfdaagse. Metta is het pali-woord voor Liefdevolle Vriendelijkheid. Het wordt ook wel vertaald met welwillendheid, goedwillendheid of liefde. Het gaat in ieder geval om een actieve interesse in anderen. Karuna is het pali-woord voor mededogen. Het erkent de waarheid dat alle wezens lijden en is de wens dat het lijden van alle wezens mag verminderen.

Op de laatste avond heb ik mijn oude pijnen eens nagelopen. Voor het slapengaan liep ik de jarenlange ‘foute en pijnlijke’ ervaringen langs. Een periode van 15 jaar! Vanaf mijn 10e tot aan mijn 25ste heb ik pijnlijke ervaringen opgedaan en foute beslissingen genomen, daarna ging het gelukkig veel beter! Het opruimen van ‘oud zeer’ is het beste wat ik ook heb gedaan. En nu ,35 jaar later, mag ik zeggen dat het ‘schoon’ is. Maar ik had nog nooit Karuna gezonden naar mijn jongere ik. En dat heb ik op de maandagochtend, de laatste ochtend, gedaan. Op mijn ochtendwandeling heb ik loopmeditatie gedaan en ben in gedachten naar mijn jongere ik gegaan. Ik zag mijn pijn en mijn steeds verder van zichzelf wegrakende ik. Tot ik zover buiten mezelf stond dat ik mezelf altijd vanaf boven bezag. Ik heb mezelf vanaf nu, 2021, Karuna gezonden. En dat was behoorlijk emotioneel. Ik heb mijn pijn overgedragen op een flinke (andere) den in ‘mijn’ wandelgebied. De pijn had ik lang achter me gelaten maar mededogen had ik mezelf nog nooit gestuurd. Door tijd en ruimte is dat dus mogelijk 🙂 Wat toen niemand met mij had, omdat ik nergens over sprak, had nu wel iemand… en wel de belangrijkste, moi! Ondertussen is alles bekend en besproken met degenen die me na staan. Het behoeft geen geheim meer te zijn dat ik in mijn jonge jaren een dubbel leven leidde en veel pijn voor me heb gehouden. En wat er nog restte mag deze stoere oude den als ‘shit’ gebruiken om te groeien.

In het kringgesprek als afsluiting van deze retraite heb ik dit ook verteld. En weer werd ik emotioneel en dat was goed. Het is een mooie afsluiting en ik had geen idee dat ik dit cadeau nog aan mezelf zou doen.

Tijdens mijn wandelingen had ik een dode klimop zien hangen aan een boom. Een dikke stok met een vertakking net boven de grond. Deze tak wilde ik graag meenemen naar huis want het leek mij een geweldige staf! En de Hedera staat ook voor verbondenheid. Zonder de boom waarin zij zich omhoog werkt kan zij niet blijven staan. Mijn man (die mij kwam ophalen met de auto) heeft de tak afgezaagd en ze is geweldig! Ze ligt heerlijk in de hand en is lang genoeg, had niet korter moeten zijn. Wel heb ik haar omgekeerd, zodat de vertakking naar boven is gericht. In de tak is een natuurlijke holte, daar ga ik nog een mooie steen voor zoeken. We hebben genoeg stenen in huis, dat komt wel goed. En heel vreemd was de leren veter die helemaal bovenaan de tak zat. Iemand heeft heel veel moeite gedaan om die daar te knopen (of hij is meegegroeid). De leren veter zal aan deze tak blijven… wat is geknoopt is verbonden 🙂

En zo is deze vollemaanwandeling prachtig op z’n plaats gevallen tijdens mijn retraite. En heb ik weer een stukje mogen helen dat gewond was.

Heerlijk om verbonden te zijn met zoveel mooie mensen en de natuur! En bovenal verbonden met mijn lieve man.

Liefs, Loes

De hederatak bleek vol houtworm te zitten 🙁 Helaas niet sterk genoeg om als staf te dienen en binnen is geen plaats voor houtworm. In de tuin mag deze mooie tak zijn, een plek voor andere klimmers en wie weet voor beestjes. Ik zag net dat de wespen mooi gebruik maken van zijn hout om hun nesten te maken en dat de houtworm nog actief is 🙂 Een jaar is zo snel voorbij. Dit jaar geen retraite voor mij, gewoon niet aan toe gekomen om te regelen. Wie weet ga ik een keer in de herfst mijn rustmoment pakken. De retraite van vorig jaar was wel heel bijzonder, fijn om het weer terug te lezen. Wat is schrijven toch een helend iets. Het zorgt voor overzicht, verbanden, inzichten, herinneren en zaken ‘rondbreien’. Rondbreien? Ja, zo noem ik het als al schrijvend gebeurtenissen en gedachten op hun plaats vallen. Dat er opeens een logisch of magisch verband bestaat tussen zaken. Heerlijk om zo iedere maand een moment te rommelen in mijn eigen bovenkamertje. Want zeg nou zelf, wat bewaren we een hoop rommel waar we niets mee doen. Alleen met het idee dat we er misschien nog eens iets mee kunnen doen… niets zo lekker als je zolderverdieping opgeruimd te houden. Dat zorgt voor lucht, een opgeruimd gevoel en het geeft overzicht. En het zorgt voor een betere verbondenheid met mezelf. Hedera is een goed voorbeeld. Door verbinding te zoeken kom je verder in je groei naar licht… je gaat het vanzelf zien 🙂

Liefs, Loes

Helaas geen foto’s van deze volle maan (retraite). Wel van de maan die hierop volgde 🙂 blauwe maan in Leeuw. En wat hekserige foto’s van de natuur rond deze maan, de heksenboleet (heel vroeg, begin augustus!) en de heksenspuug of heksenboter, een mooie gele verschijning in de vroege herfstbossen.

Geplaatst in Volle Maan Wandelingen | Getagged , , , | Reacties uitgeschakeld voor Volle maan van de speer 24-07-2021, bewerking 2022

Oud nieuws in de verjongingsketel, Lammas 2022

abortus

Het zal weinigen zijn ontgaan dat eind juni in de Verenigde Staten het recht op abortus is afgeschaft. Het hangt nu af van de VS-staat waarin men zich bevindt, of het afbreken van een ongewenste of gevaarlijke zwangerschap moet worden bestraft. Het besluit lijkt niet te steunen op veel kennis van zaken of duidelijke ideeën over de uitvoerbaarheid. Wel zorgt het voor veel onrust onder de bevolking. De meeste Amerikanen zijn vóór het recht op abortus. Dit besluit kon alleen worden genomen doordat belangrijke posities in het hooggerechtshof, maar ook in het onderwijs worden bekleed door ultraconservatieve christenen. Hierdoor hebben zij onevenredig veel invloed.

Op social media waarschuwden vrouwen elkaar voor het gebruik van een menstruatiekalender-app omdat het lange tijd uitblijven van de menstruatie als aanwijzing voor ‘criminaliteit’ zou kunnen worden opgevat. Er werden berichten geplaatst over plaatsen waar iemand goed zou kunnen “kamperen” als dat nodig mocht zijn, en ook weer waarschuwingen dat zulke zogenaamde codeberichten zó doorzichtig zijn dat rechercheurs en anti-abortusactivisten ze ook wel begrijpen. Heksen en paganisten deelden rituelen en andere teksten waarin met name Medusa een belangrijke rol speelde. Medusa symboliseert voor menigeen iets als ‘de Vrouw die door het patriarchaat wordt verkracht en vermoord’. Tegelijk bezit zij zelfs dood nog de kracht om vijanden te verstenen.

Perseus toont het hoofd van Medusa aan zijn vijanden om ze te verstenen. Zelf kijkt hij een andere kant op. Schilderij van Luca Giordano, ca. 1660. Collectie National Gallery, Londen

In contrast met Amerika dringt in onze streken in regeringskringen langzaam het besef door dat de keuze voor abortus niet een of andere gril is van iemand die tegen zichzelf moet worden beschermd, maar een lastig besluit waar een vrouw echt wel heel goed over heeft nagedacht op het moment dat ze daarom vraagt. Dus kort voordat in de VS werd besloten dat vrouwenrechten alleen interessant waren als ze konden fungeren als legitimatie voor militaire aanwezigheid in niet-westerse landen (vooral als die strategisch liggen of rijk zijn aan grondstoffen), werd in Nederland besloten dat de verplichte bedenktijd van vijf dagen kan vervallen. 

Het Nederlandse besluit is nog niet per direct van kracht: “Volgens het ministerie van Volksgezondheid gaat de wet waarschijnlijk in op 1 januari volgend jaar.” Hopelijk hoeft de volgende stap: abortus helemaal weg uit het Wetboek van Strafrecht, niet lang op zich te laten wachten. Organisaties zoals de Verenigde Naties wijzen erop dat de criminalisatie van abortus in strijd is met de mensenrechten.

antimoeders, activistes

In haar boek Caliban and the Witch stelde Silvia Federici dat het criminaliseren van abortus en anticonceptie opkwam ten tijde van de heksenvervolgingen tussen de vijftiende en achttiende eeuw, en daar niet los van kan worden gezien. Dit was eind juni te lezen in De Groene. Heksen “waren volgens haar vooral onafhankelijke vrouwen die hun rol in de ontwikkeling van het kapitalisme weigerden te vervullen: het baren en opvoeden van nieuwe arbeidskrachten. De heks was de antimoeder. Zij werd beschuldigd van het doden van kinderen en het impotent maken van mannen.”

Maar “heksen zijn in feite sterke, krachtige vrouwen die opkomen voor hun eigen plek in de samenleving en zichtbaar willen zijn,” verklaarde Bep Dijkhuizen begin juli in Met het Oog op Morgen.1 Zij was een van de vrouwen die vanaf het eind van de jaren ’70 feministische ‘heksennachten’ organiseerden in verschillende steden in Nederland; in haar geval in Nijmegen. Bij een heksennacht gingen vrouwen de straat op om te protesteren tegen het feit dat het voor vrouwen vaak niet veilig was om ’s avonds en ’s nachts alleen over straat te gaan. De protestmarsen sloten aan bij Take Back The Night-demonstraties uit de Verenigde Staten en vonden in meerdere landen plaats. 

Dit jaar werd de heksennacht nieuw leven ingeblazen door twee studentes en een oud-studente van de Radboud Universiteit die via de Instagramaccount ‘Catcalls of Nimma’ actievoeren tegen seksueel geweld en intimidatie. Met krijt schrijven zij op straat wat mensen op die plekken te horen hebben gekregen. Judith Holzmann is één van hen en zij was eveneens te horen in de uitzending.

De heksennacht van dit jaar verschilde op enkele punten van de oude heksennachten: omdat niet alleen vrouwen op straat kunnen worden lastiggevallen, maar ook mannen, queers en anderen, was het een protest tegen alle straatintimidatie. Je hoefde ook geen vrouw te zijn om deel te nemen: iedereen was welkom. Verder hadden de deelnemers geen fakkels en spuitbussen met verf bij zich, maar stoepkrijt om onderweg teksten en leuzen op straat te kalken. Er werd niet alleen gelopen en gekrijt: voorafgaand aan de avondmars was er een lezing met workshop over hoe je kunt reageren in bedreigende situaties, en na afloop een feest. En de datum ligt niet langer vast, want de Nijmeegse heksennacht van 2022 stond niet voor 19 mei maar voor 9 juli op de agenda.

vroedvrouwen

“Het is niet toevallig dat het absolute merendeel van de slachtoffers van de historische heksenjacht vrouwen waren, meestal zeer arm, alleenstaand en ouder dan 40. Vaak waren het natuurgenezers die als vroedvrouwen hielpen bij zwangerschap en bevalling. Ze vormden een bedreiging voor het nieuwe sociale weefsel van Europa, waarin Kerk, arbeid en gezin fundamenten moesten vormen. Hongersnood, ziekte of natuurrampen leidden steeds tot het valselijk beschuldigen van zij die niet pasten in het maatschappelijke ideaalbeeld.” schreven enkele vrouwen die pleiten voor rehabilitatie van de slachtoffers (verderop meer hierover).

In de Malleus maleficarum (Heksenhamer) werden als vormen van schadelijke toverij onder meer het onvruchtbaar maken en het veroorzaken van een miskraam of abortus bij mens of dier genoemd. Op basis hiervan zouden veel mensen hebben geloofd dat vroedvrouwen heksen waren. Die hadden immers kennis van kruiden die de vruchtbaarheid konden beïnvloeden, en mogelijk ook meer kennis van het lichaam. Toen men niet langer geloofde in hekserij, werd aangenomen dat de vervolgde vrouwen juist menslievende genezeressen en vroedvrouwen waren geweest, die door de opkomst van de universitair geschoolde (d.w.z. mannelijke) medici werden gezien als concurrentie die moest worden uitgeschakeld. 

Soms worden ‘vroedvrouw’ en ‘antimoeder’ gecombineerd in de gedachte dat deze heksen hoedsters van leven en dood waren, die bij zwangerschap en bevalling konden helpen, maar ook konden helpen ongewenste zwangerschappen te beëindigen. In heksenkruidenboeken uit de jaren ’80 of daaromtrent was wel eens informatie te vinden over het gebruik van abortus-opwekkende kruiden, al stond daar wel bij dat dit riskant en onzeker was en beter niet uitgeprobeerd kon worden.

heksenhausse

Er is momenteel “een hausse” aan theatervoorstellingen over onderdrukte vrouwenkracht die haar plaats in de samenleving terug opeist, las ik in de Theaterkrant. De heks-als-genezeres-en-vroedvrouw is ook daar terug te vinden. Zij was of is bijvoorbeeld te zien in Witch hunt van het Noord Nederlands Toneel, naar aanleiding van een ogenschijnlijk naïef kinderliedje over planten en kruiden, dat bij nader inzien het recept voor een abortusdrankje bleek te zijn, en in De heks van Almen door Theatermakers Achterhoek, over een vrouw die in 1472 als eerste in Nederland als heks op de brandstapel kwam vanwege haar kruidenkennis en werk als vroedvrouw… en haar relatie met de pastoor. 2

Ook de historische jeugdroman Het uur tussen hond en wolf van André Nuyens die dit jaar uitkwam (NB er bestaan meer boeken met deze titel), gaat over een vroedvrouw-genezeres en haar dochter die worden beschuldigd van hekserij, ditmaal in 1600.

eerherstel

De heksenhausse in de theaterwereld hangt mogelijk samen met het streven op diverse plaatsen in de wereld naar eerherstel voor degenen die daar ooit als heks zijn terechtgesteld. Dit jaar kreeg in Salem (Verenigde Staten) Elizabeth Johnson, de laatste die tijdens de beruchte processen aldaar als heks werd veroordeeld, officieel gratie. Zij was in 1693 ter dood veroordeeld. Dit vonnis is echter nooit uitgevoerd, en dit is waarschijnlijk de reden dat het eerherstel zo lang op zich liet wachten. Bijzonder aan Salem is dat de gouverneur van Massachusetts al in de zeventiende eeuw erkende dat onschuldige mensen het slachtoffer werden van de heksenvervolgingen. In 1702 werden de heksenprocessen onwettig verklaard, en in 1711 werden de namen van de vervolgden gezuiverd en kregen hun nakomelingen een som geld. In 1957 bood de staat Massachusetts nog eens officieel excuses aan. Hierbij kan hebben meegespeeld dat in 1953 het toneelstuk The Crucible van Arthur Miller op de planken kwam. 3

In andere gebieden waar mensen als heksen zijn vervolgd, zijn de officiële excuses, herdenkingsmonumenten en andere vormen van aandacht voor het historische onrecht vooral iets van de laatste decennia. Dit jaar werd in de Spaanse autonome regio Catalonië een resolutie aangenomen om de honderden (genoemde aantallen lopen uiteen van 700 tot meer dan 1000) personen die wegens hekserij zijn geëxecuteerd, in ere te herstellen door bijvoorbeeld straten naar ze te vernoemen. Op Internationale Vrouwendag (8 maart) bood de Schotse premier officieel excuses aan voor de duizenden gerechtelijke moorden op vermeende heksen in Schotland in de zestiende en zeventiende eeuw. 

In de Vlaamse gemeenten Menen en Gent is men bezig te onderzoeken hoe de plaatselijke vermoorde heksen herdacht kunnen worden, en er wordt gepleit voor een algemeen Vlaams pardon voor de slachtoffers van heksenjachten. 

In Nederland is in kasteel Cranendonck een tentoonstelling – pardon: een installatie over heksen ingericht, die in mei weer open ging. Niet lang daarvoor is op het kasteel een herdenkingsritueel gehouden voor vijf vrouwen uit de Peel die daar als heks zijn vervolgd. Er werd gezongen, gesproken, altaartjes ingericht en er is een digitaal condoleanceregister geopend. Belangstellenden kunnen daar een reactie achterlaten en digitale kaarsjes branden. 

Ankie Vrolings aan het werk aan het beeld van Entgen Luijten. foto © Ceramic Art. Ankie Vrolings

Bij kasteel Limbricht werd een beeld onthuld van de laatste persoon die in Nederland als heks zou zijn vervolgd: Entgen Luijten. Zij vond op verdachte wijze de dood in een kerker van het kasteel. De buste is in opdracht van de familie Luijten gemaakt door kunstenares Ankie Vrolings (zelf ook familie). Er wordt al langer geijverd voor een beeld van Engten bij het kasteel. Stichting Entgen Luijten had hiervoor echter een andere kunstenares op het oog. Onduidelijk is of dit evengoed doorgaat, of niet. 

Zo staat het beeld van Entgen nu bij Kasteel Limbricht. Ernaast staat een paaltje met een QR-code om mensen erover te informeren. foto © Ceramic Art. Ankie Vrolings

Er zijn veel mensen aan de slag gegaan met de geschiedenis van Entgen. Susan Smit schreef de roman De heks van Limbricht en zet zich samen met een groep andere vrouwen in voor officieel eerherstel voor Entgen en alle anderen die in Nederland als heks zijn vervolgd, om op die manier actie te ondernemen tegen de maatschappelijk verankerde vrouwenhaat; bij het kasteel werden ‘dinnershows’ georganiseerd; en er is een korte film, ‘De beul van Entgen Luytengemaakt, die op het Limburg Film Festival in première ging. 

Tenslotte heeft de Stichting Monografieën uit het Land van Sittard voor november dit jaar de publicatie Dossier Entgen Luijten ‘De heks van Limbricht’ gepland. Voor dit boek zijn de archiefstukken bestudeerd. Het blijkt dat er van begin af aan, d.w.z. vanaf 1903, nogal fantasievol met de geschiedenis van ‘de heks van Limbricht’ is omgegaan. “Een cruciale bevinding: Het was Entgen zèlf die  zich meldde bij de autoriteiten. Ze wilde van alle verdenkingen verlost worden…”

zondebokken

Net als in The Crucible van Arthur Miller, waarin de zeventiende-eeuwse vervolgingen een metafoor waren voor de Amerikaanse ‘heksenjacht’ op communisten onder senator McCarthy, worden heksenjachten uit het verleden nu gebruikt om iets te zeggen over het heden.

De regisseur van de film over Entgen Luijten vertelde eerder dat het onderwerp hem raakt omdat hij zich zorgen maakt over de toename van geweld tegen vrouwen. “[We willen] de huidige misstanden tegen vrouwen een context geven door een harde zelf-reflectie op onze eigen geschiedenis. We leven weliswaar niet meer in de middeleeuwen, maar vrouwen zijn nog steeds niet gelijk aan mannen.”

De wereld morgen publiceerde een hoofdstuk uit de dit jaar verschenen Nederlandse vertaling van Silvia Federici’s Witches, Witch-Hunting and Women, getiteld De vrouw als zondebok. Over heksen, brandstapels en onteigening. Hierin wordt betoogd “dat de heksenvervolging, net als de slavenhandel en de uitroeiing van de inheemse bevolking in de ‘Nieuwe Wereld’, op een kruispunt staat van een cluster van sociale processen die de weg hebben gebaand voor het ontstaan van de moderne kapitalistische wereld.” Journaliste Gerda Sterk las het boek en constateerde: “Je hoeft geen feministe te zijn om met interesse dit historisch verslag met verwijzingen naar vandaag te lezen. Gevoelig zijn voor onrechtvaardige behandelingen wereldwijd is genoeg.”

In de petitie om eerherstel te verlenen aan alle slachtoffers van heksenvervolgingen in Vlaanderen was te lezen: “Net omdat de heksenjacht bovenal een sociologisch mechanisme is – iets dat je dus niet kan wegdenken als een gril van een of andere primitieve cultuur – is erkenning en sensibilisering noodzakelijk. In het belang van gendergelijkheid, tolerantie en inclusie. Opdat we leren ons niet opnieuw te laten misleiden door ‘zuiverende’ zondebokmechanismen die een verdeel-en-heers-politiek dienen.”

excentrieke hoeden

“In elk tijdperk verschijnen er hysterische oproerkraaiers die de angsten en vooroordelen van het volk gebruiken om bepaalde groepen (…) tot zondebok te maken. De slachtoffers variëren: joden, immigranten, de regering, de EU, de buurman” schrijven Derek Wilson en Harry Cunningham in hun artikel over heksenjager Matthew Hopkins in de uitgave Spot op: De geschiedenis van Hekserij.

De verzameling bijdragen in dit ‘bookazine’ dat deze zomer in de winkels opdook, stort een wonderlijk mengsel van feiten en fabels over de lezer uit; zowel informatief en gedetailleerd als merkwaardig of slordig tot het punt van onbegrijpelijkheid. Wat bijvoorbeeld moeten we ons precies voorstellen bij deze zin: “[De Malleus Maleficarum] werd een succes, maar binnen een paar jaar had de katholieke kerk afstand genomen van dit boek, voornamelijk omdat het populair was geworden bij de seculiere religies die ze probeerde uit te roeien”? En wat te denken van de pagina’s ‘Op bezoek bij een genezeres’, waar de suggestie wordt gewekt dat men in het huis van een 17de-eeuwse genezeres gewoonlijk “gewaden die waren versierd met vreemde tekens en symbolen” kon vinden, of “excentrieke hoeden en andere opvallende accessoires”?

“Spot op” is natuurlijk een vertaling van de woordspeling ‘spot on’ (in de schijnwerpers / de spijker op de kop). Maar bij zoiets zou je haast denken dat de spot wordt gedreven met het goede wetenschappelijke onderzoek naar hekserij van de laatste decennia. Niettemin is het blad leuk om te lezen, al is het maar bij wijze van “blaadje bij de kapper”, zoals een vriendin het uitdrukte. Het laat namelijk zien waar mensen zoal aan kunnen denken bij het woord hekserij, en waarom dit voor velen nog altijd een ‘spannend’ onderwerp is. Er staan ook mooie plaatjes in. En wie het liever wat serieuzer en diepgravender heeft, kan er allerlei kwesties in vinden die interessant genoeg zijn om zelf eens nader uit te zoeken.

soort heks

Zowel heksen van de wicca als historici lezen sommige dingen die over hekserij worden geschreven met gekromde tenen, maar in de dagelijkse omgangstaal kan het woord ‘heks’ alle betekenissen, bijbetekenissen en associaties hebben die in Spot op … hekserij zijn te vinden, en nog meer. Presentatrice Selma van Dijk deed mee aan de Week zonder Afval en vertelde aan het Noordhollands Dagblad hoe ze op plastic verpakkingen bespaarde door zelf drie liter wasmiddel te maken van één stuk Marseillezeep: “Ik voelde me een soort moderne heks, stond ik te roeren in een grote soeppan vol met brouwsel.” Geen duistere demonen dus, geen kerkers en brandstapels, geen giftige appels, aparte hoeden, of abortusdrankjes, zelfs geen konijnenkeuteltjes en knekel met kandij voor deze ‘moderne heks’, maar schoon wasgoed en zorg om het milieu. Wat een positief heksbeeld!

voormoeder

“Bij een heks zie ik meteen een bezemsteel voor me, en een vrouw met een haakneus en een wrat (…) – dat, en de vrouwen die op de brandstapel belandden in de zestiende en zeventiende eeuw,” merkte Nienke Zoetbrood op in de documentaire die zij maakte over het geloof in hekserij in Friesland aan het eind van de negentiende eeuw. Begin juni was die te horen bij Het Spoor Terug De journaliste had ontdekt dat zij afstamde van Rikele Myt (Maria Nicola van der Heide), een vrouw die destijds als tsjoenster (tovenares, heks) bekend stond.

Volgens de verhalen had Rikele Myt een ‘kwade hand’: zoiets als het boze oog, maar dan met de schadelijke kracht niet in de blik maar in de aanraking. Als zij over de rug van een varken of geit streek, ging het beest dood. Een zekere Sander Hoeksma (of iemand anders) had ooit op een zwarte kat geschoten en het dier verwond aan zijn oog. De volgende dag miste Rikele Myt een oog. Dus toen wisten ze zeker dat zij een heks was.4

In het heidegebied van de Friese Wouden (waar Rikele Myt woonde) “wemelde” het zogezegd van de heksen en duivelbanners. Het was een streek waar heel arme mensen woonden, dikwijls nog in plaggenhutten. Straatverlichting, radio en televisie kwamen op veel plaatsen pas na de Tweede Wereldoorlog. Vóór die tijd konden mensen na zonsondergang weinig meer doen dan elkaar hun belevenissen en andere verhalen vertellen. Het waren vaak spookverhalen, waar ze volgens de sprekers in de documentaire werkelijk geloof aan hechtten. En ze geloofden dus ook in heksen. De programmamaakster kon het zich maar moeilijk voorstellen. 

Maar ook in de tijd van Myt zelf waren er mensen die ontkenden dat zij een heks zou zijn. Iemand heeft beschreven hoe zijn oma Myt verdedigde en zei dat zij wel ‘anders’ was maar geen heks, en dat ze meer goeds had gedaan dan de meesten beseften. Veel mensen vonden haar echter eng, en er waren er die haar het liefst iets zouden aandoen. Tegelijk had Myt ook wel voordeel van haar reputatie. Zo beweerden twee jongens dat zij appels van haar hadden willen stelen, maar door een betovering waren verhinderd de appels mee te nemen.

Myt zelf beweerde dat ze ooit de Duivel had ontmoet op de heide en dat hij eiste dat zij hem met beide ogen aankeek. Ongetwijfeld omdat via de blik macht over iemand kon worden uitgeoefend. Maar ze kòn hem niet recht aankijken, omdat ze scheel was. Daarop probeerde de Duivel haar dwingend aan te kijken, maar toen gingen zijn eigen ogen steeds scheler staan. Zo was Myts oogaandoening volgens haarzelf een bescherming die God haar had gegeven tegen de Duivel.

De verhalen over Rikele Myt zijn in de jaren zestig door Dam Jaarsma opgetekend. De mensen die ze vertelden, geloofden er misschien wel en misschien niet of misschien half-half in, maar ze waren er in elk geval mee opgegroeid. “Ik noem dat meestal geen ‘verhaal’. Het zijn herinneringen aan belevenissen (…) het is mondelinge geschiedenis,” zei hekserij-onderzoeker Willem de Blécourt in de uitzending.

systeem van twijfel

Een moeilijkheid met het onderzoek naar het geloof in hekserij is dat de folkloristen en anderen die hierover schreven, zelf meestal geen deel uitmaakten van de gemeenschap waarnaar zij onderzoek deden, vertelde dr. Will Pooley in juni in de podcast Religion off the Beaten Track.

Pooley houdt zich bezig met hekserij in Frankrijk in de moderne tijd. Om misverstanden bij de woorden ‘moderne hekserij’ te voorkomen legt hij uit dat zijn onderzoek niet gaat over wicca en de positieve aspecten van hekserij, waar anderen meer belangstelling voor hebben, maar over het idee dat sommige mensen anderen op geheimzinnige manieren schade kunnen toebrengen. In het noordwesten van Frankrijk werd dit vermogen vooral aan mannen toegeschreven, in het zuiden meer aan vrouwen. 

Het gaat bij deze hekserij eigenlijk altijd om conflicten binnen een kleine gemeenschap. De mensen die hier in de negentiende en twintigste eeuw onderzoek naar deden, waren buitenstaanders met een andere achtergrond en een andere belevingswereld dan degenen die ze bestudeerden. Dat maakt het lastig hun bevindingen te beoordelen. Een vraag in de trant van ‘gelooft u in hekserij’ of ‘kent u mensen met bijzondere krachten’ kon voor zo’n onderzoeker misschien een heldere vraag lijken waarop eenvoudig met ja of nee kon worden geantwoord, maar voor de ondervraagde was het bovenal een vraag over de verhouding tussen die ander en hem/haarzelf: waarom vraagt die dat? Wat moet ik zeggen, wat verwachten ze van me? – Hij denkt dat ik een achterlijke plattelander ben, hoe kan ik met zo iemand praten? – Zoekt ze een heks, wat wil ze met een heks; zoekt ze een onthekser, of is ze er zelf een?5

De folkloristen en etnografen die in de negentiende en twintigste eeuw de ideeën over hekserij van een streek of gemeenschap hebben opgetekend, gingen vaak te werk vanuit een bepaalde gedachte of ideologie die hun waarnemingen kleurde. ‘Losse eindjes’ werden weggewerkt om er een sluitend verhaal van te maken. De sociale aspecten van een hekserijconflict bleven buiten beschouwing en de houding van de onderzochte personen ten aanzien van hekserij werd beschreven als een geloof: het geloof in hekserij. Het idee van wat een geloof was, was gebaseerd op het christendom: met een strikte tweedeling tussen waarheid en leugen, God en de Duivel. Maar dat kwam vermoedelijk niet overeen met hoe de mensen de dingen zelf beleefden.

“Het feit dat we niet weten wat we niet weten, is met name bij dit onderwerp een serieus probleem.”
– dr Will Pooley

(Toch maar geen vieze surprise-foto)

Naar Pooleys idee gaat het bij hekserij niet zozeer om een geloof (belief), maar eerder om een systeem van twijfel. Het houdt geen vast standpunt in maar is ambivalent; er valt niet met volle overtuiging te zeggen: dit is waar, of: het is niet waar. De menselijke geest is gecompliceerd en er is meer mogelijk dan alleen geloof of ongeloof. Om dit toe te lichten verwees hij naar het begrip ‘alief’ dat is geïntroduceerd door de filosofe Tamar Szabó Gendler. Alief is een geloof-achtige geesteshouding die het gedrag beïnvloedt maar die niet gelijk staat aan overtuiging of geloof (belief). Het is wat maakt dat de klassieke Sinterklaassurprise ‘drol van ontbijtkoek’ een reactie van ‘gatverdamme’ oproept, ook als de ontvanger meteen door heeft dat het gewoon eetbare koek is. 

Het verduidelijkende voorbeeld van alief dat Pooley met name aanspreekt omdat het zo goed past bij het onderwerp hekserij, is dit: Je ziet een foto van een dierbare op een dartboard hangen. Iemand vraagt je, om daar pijltjes naar te gooien. De meeste mensen zullen dat niet willen doen. Ze geloven volstrekt niet in de magie van schade toebrengen via een foto, en toch voelt het “symbolisch gevaarlijk” om te doen. Ze believen er niet in maar ze alieven het. 6

Op de vraag of bij hekserij het verschil tussen de moderne, verstedelijkte en de premoderne cultuur van belang is, antwoordde Pooley met enige aarzeling dat het korte antwoord daarop ‘ja’ was, maar dat dit de zaak te simplistisch zwart-wit deed voorkomen. Met de populariteit van zaken als spiritisme, mesmerisme en occultisme rond de eeuwwisseling van 1900 ging stak ook in stedelijke gebieden de angst voor schadelijke magie op. De ideeën over het bereik van hekserij en hoe de werking verklaard kon worden, pasten zich ook steeds aan aan nieuwe ontwikkelingen. Men klaagde bijv. over een behekste auto i.p.v. een behekste koe, en vergeleek magie met iets als elektriciteit.

Wanneer stierven deze ideeën uit in Frankrijk, wilde de podcasthost weten (het is overigens de moeite waard de hele aflevering te beluisteren en niet alleen te lezen wat ik er hier uit naar voren haal). “Ik denk dat we dat moment nog niet hebben meegemaakt,” zei Pooley en noemde een geval uit 2016, toen een oudere vrouw in Brive-la-Gaillarde door familieleden werd aangevallen omdat zij een heks zou zijn.  

In een ouder interview haalde hij ditzelfde voorbeeld aan om erop te wijzen dat hekserij niet typisch iets van verre landen en immigranten is. In de media wordt er nogal eens over bericht alsof dat wel het geval zou zijn. Daarin klinkt een racistisch vooroordeel door, dat typerend was voor het koloniale tijdperk maar dus nog steeds bestaat. Ter illustratie noemde hij Hégésippe Jean Légitimus die in 1898 als zwarte socialistische vertegenwoordiger van Guadeloupe in de Franse regering kwam. De pulpbladen stonden toen vol met verhalen over hekserij op Guadeloupe, om Légitimus en andere socialisten in een kwaad daglicht te stellen.

heksengebied

De streek Berry, midden in Frankrijk, heeft de reputatie, een heksengebied te zijn. Hier kennen de meeste families nog altijd mondeling overgeleverde bezweringen en handelingen tegen bijvoorbeeld eczeem, en “pour couper le feu”, werd verteld in een uitzending van Invitation au voyage / Stadt Land Kunst die Arte in mei uitzond.

Couper le feu of ‘het vuur stillen’ is een manier om pijn weg te nemen van brandwonden en andere aandoeningen die met hitte te maken hebben zoals infecties of een zonnesteek, maar ook andere pijnen zoals buikpijn of migraine. De coupeur de feu (gewoonlijk een man die met de gave is geboren of die het van zijn vader geleerd) houdt zijn hand boven de aangedane plek, fluistert een spreuk en/of gebed en maakt gebaren om het ‘vuur’ uit de patiënt te trekken. Er zijn in heel Frankrijk zo’n 6000 vuurstillers actief en de methode is populair als pijnbestrijding na radiotherapeutische behandeling van kanker.

In deze streek vond in de zestiende eeuw een berucht heksenproces plaats. Tijdens de wijnoogst van 1582 vertoonde Bernard Girault, een jongen van twaalf of dertien jaar, vreemd gedrag dat te wijten zou zijn aan bezetenheid ten gevolge van hekserij. De jongen beweerde dat hij herhaaldelijk door twee mannen, Étienne Girault en Jean Tabourdet, was meegenomen naar heksensabbats op het Carroi de Marlou (in modern Frans: Carrefour du mauvais loup, Kruispunt van de boze wolf). Behalve die twee kwamen er nog heel veel andere mannen en vrouwen op de sabbats, zei hij. Op de sabbat dansten de mensen achterstevoren, brandden zwarte kaarsen, hadden seks, en vereerden het achterwerk van de duivel die daartoe de gedaante van een in het zwart geklede man aannam, hoewel hij ook dierengedaanten kon hebben. Ook kregen ze van de Duivel een giftig poeder. 

Gedurende de loop van de processen zijn er zo’n honderdzestig mensen van beschuldigd, deel te hebben genomen aan deze heksensabbats. Uiteindelijk werden vijf mannen gedwongen om geknield voor de poort van de kerk te verklaren dat ze hun godslastering en boze daden berouwden, waarna ze op het kruispunt werden opgehangen. Hun lichamen werden verbrand, is op internet te lezen.

In 1946 lieten twee mannen zich door deze geschiedenis inspireren om geld in te zamelen voor reparaties aan de kerk. Zij organiseerden een Heksenkermis. In de jaren ’70, toen magie, Atlantis, UFO’s en dergelijke in de mode kwamen, kwam ook de Berry weer in de belangstelling te staan. De plaatselijke bevolking was niet altijd even blij met dit imago van hun streek. Tegenwoordig worden heksen meer en meer positief gewaardeerd als vrije, rebelse heldinnen, vertelt de commentaarstem. Al deze ideeën komen samen in het feest dat op de eerste zaterdag van augustus plaatsvindt. Mensen van her en der komen verkleed als heksen, tovenaars, draken, spoken enz. samen bij wat nu het Creux de Marloup heet, om de Nuit des Sorciers (heksennacht – het woord voor heksen hier is mannelijk) te vieren. Het hoogtepunt van dit heksenfeest is een spektakel waarbij een (vrouwelijke) heks wordt gevangen en feestelijk verbrand. Waar het historische Carroi de Marlou precies lag, is onbekend. In het televisieprogramma liep de schrijfster en toerististengids Marie du Berry met een wichelroede door de velden om zo te bevestigen dat dit de juiste plaats was.

‘De Duivelspoel’, of ‘Het bos van Chanteloup’. Tekening/schildering van Maurice Sand uit 1844. Collectie Musée de la Vie romantique, Parijs

De folklore van de Berry kreeg al in de negentiende eeuw ook buiten de regio bekendheid door de boeken van George Sand. Zij woonde in die streek en verwerkte veel plaatselijke folklore in haar romans, met name La mare au diable (De duivelspoel). In samenwerking met haar zoon Maurice tekende ze locale volksverhalen op in Légendes rustiques. Zoals gebruikelijk in die tijd zijn de vertellingen in een literaire vorm gegoten.

weerwolven

Het programma op Arte ging niet in op de naam Carroi de Marlou, Kruispunt van de boze wolf. Maar er is van oudsher een connectie tussen de ideeën over heksen/tovenaars en die over (weer)wolven. 

Herodotus schreef rond 420 v.C. al over het volk van de Neuri, over wie werd beweerd dat elk jaar voor een paar dagen in wolven veranderden. Herodotus geloofde dat niet, maar dacht dat ze misschien goëtes (dodenbezweerders) waren. 7 Om zijn ideeën over heksen die in wolven of andere dieren konden veranderden kracht bij te zetten, verwees de Franse magistraat Nicolas Rémy (Remigius) naar Herodotus en andere klassieke auteurs, in zijn Daemonolatreia (Demonenverering) uit 1595. Dit heksenjagershandboek werd in verschillende volkstalen vertaald en werd uiteindelijk populairder dan de Malleus maleficarum.

Remigius schreef dat tal van heksen hadden bekend dat ze zich in een kat veranderden om zo huizen binnen te sluipen en de bewoners te vergiftigen. Ook vermeldde hij een verhaal dat hij hoogstpersoonlijk had gehoord, over een lelijke teef waar alle andere honden tegen tekeer gingen. Iemand gaf het beest een snee op haar snuit en kort daarna had een oude vrouw in het dorp een mysterieuze wond op haar gezicht. Volgens Remigius was het niet aannemelijk dat een mens zich in een wolf of ander dier kon veranderen, maar (let op, nu komt het) de Duivel kon zo’n verandering wel tot stand brengen.

De Franse jurist en heksenvervolger Henry Boguet vermeldde een verhaal over een kasteelheer die door een grote wolf werd aangevallen. De man verdedigde zich met zijn mes en kon een poot afsnijden. Toen hij later naar de poot in zijn tas keek, zag hij dat die een vrouwenhand was geworden, met een ring die hij herkende! De wolf bleek zijn eigen vrouw, die een deal met de Duivel had waarbij zij als wederdienst mensen moest aanvallen in de gedaante van een wolf.

Aita en de wolf

Er is vaak geschreven dat het idee van de weerwolf uit de oudheid stamt. De verhalen over mensen die tijdelijk in wolven of andere dieren veranderen, zouden zijn gebaseerd op oude initiatierituelen. Ken Dowden suggereert in zijn boek Death and the Maiden (1989) dat de Griekse mythen over meisjes die worden geofferd of zelfmoord plegen en dan in een dier veranderen, in mythische en dus overdreven vorm uitbeelden hoe een meisje als meisje moest ‘sterven’ voordat zij aan een nieuw leven als vrouw en moeder kon beginnen.

In de voorhistorische periode zou de overgangsperiode van de ene naar de andere status gepaard zijn gegaan met een initiatieritueel voor groepen van leeftijdsgenootjes. Tijdens deze statusloze periode vielen de meisjes buiten het maatschappelijke leven. Mogelijk deden zij dienst in een tempel van Artemis of een andere godheid. Ze werden daarbij aangeduid als de dieren die aan de godin waren gewijd. Voor jongens waren vergelijkbare initiatiegroepen waarbij de jongens bijvoorbeeld de ‘wolven’ konden zijn die de ‘vogels’ (meisjes) achterna zaten. De periode van afzondering werd afgerond met een groepshuwelijk, waarna de jonge vrouwen en mannen weer deel uitmaakten van de gemeenschap; nu echter als volwassenen.

Toen de kleine plaatsen opgingen in grotere stedelijke en regionale verbanden, zouden de inwijdingen meer individueel zijn geworden, met een periode van tempeldienst voor een selecte groep, en voor het gewone volk snelle inwijdingen voor de vorm, met een goedkoop schaaltje als souvenir.

Silvia Fogliazza noemde de initiatierituelen voor jongens in een artikel in Ancient History No.39 (jun/jul 2022). Griekse namen met –lycos, dat ‘wolf’ betekent, waren in dit verband betekenisvol, schreef ze. Dragers van die namen, zoals Autolycos, de grootvader van Odysseus, waren wellicht de inwijders, die als half mens, half dier werden voorgesteld. Zij ‘doodden’ de inwijdeling als jongen en wekten hem weer tot leven als man. De dierlijke wolvenhelft hield verband met de god van het dodenrijk.

Fogliazza besprak een aantal Etruskische afbeeldingen. Op één is een wolfmens te zien die uit een put komt en een man aanvalt – dit verwees waarschijnlijk naar een ons onbekende mythe – en er zijn meerdere afbeeldingen met Aita en Phersipnai, de Etruskische Hades en Persephone, heersers van de onderwereld. Aita draagt de kop van een wolfshuid als een muts over zijn hoofd. Het is duidelijk dat het beeld van de wolf te maken heeft met de dood.

De wolf, schreef Fogliazza, heeft een dubbele aard: het is een wild dier, maar tevens de voorouder van de gedomesticeerde hond. De wolf kan de schaapskudden aanvallen, maar de hond beschermt de kudden. Ze vermeldt de Franse uitdrukking entre chien et loup, tussen hond en wolf. Dit verwijst naar de avondschemering, de overgangsperiode tussen dag en nacht.

Ze vertelt een verhaal over herders op de berg Soracte die na een confrontatie met wolven die zich hadden verscholen in een grot, te maken kregen met een ziekte. Kennelijk hadden zij een taboe overtreden. Om dit te herstellen moesten zij in opdracht van een orakel een tijd ‘als wolven’ leven. Het verhaal was de oorsprongsmythe voor de priesters die Hirpi Sorani werden genoemd: wolven van de god Soranus. Soranus was een oude Italische god van de onderwereld. De Hirpi Sorani liepen eens per jaar driemaal blootsvoets door de smeulende resten van een houtvuur, bij wijze van tocht naar het dodenrijk en terug, om de gemeenschap ritueel rein en gezond te houden.

Ze noemt ook de Romeinse Lupercalia, het festival tijdens de dagen in februari die waren gewijd aan verering van de voorouders. Het ritueel begon bij de Lupercal, de grot waar Romulus en Remus, de stichters van de stad Rome, als babytjes gezoogd zouden zijn door een wolvin. Jongens die luperci werden genoemd brachten offers, waarna de priester hen met het bebloede offermes op hun voorhoofd aanraakte. Het bloed werd vervolgens weggewassen met een in melk gedrenkt plukje wol. Hierna moesten de jongens lachen en slechts gekleed in strookjes vel van de geofferde dieren door de straten van Rome rennen. Na deze rite waren de luperci Romeinse burgers geworden.

Romeinse tempel

In hetzelfde nummer van Ancient History stond een aantal artikelen over Romeins burgerschap. Een klein stukje met foto was gewijd aan de perfect bewaard gebleven kom van blauw Romeins glas, die begin dit jaar werd gevonden bij de opgraving van een Bataafse nederzetting in Nijmegen.

En dit brengt me tenslotte op het andere nieuws dat weinigen zal zijn ontgaan: de vondst van een Romeinse tempel in Herwen-Hemeling (gemeente Zevenaar). “Nog nooit eerder is in Nederland zo’n compleet complex gevonden met een tempelgebouw, votiefstenen en kuilen met resten van offers,” stond in het nieuwsbericht van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

De tempel lag vlak bij de limes, de grens van het Romeinse rijk en is door soldaten gebruikt. Er zijn votiefstenen gevonden, gewijd aan “Hercules Magusanus, oppergod Jupiter, Mercurius, de Junones, en de van oorsprong Egyptische godheid Serapis”, staat op de website van Museum het Valkhof in Nijmegen, waar t/m 30 september een tentoonstelling is van topstukken uit de opgraving. 

De Neder-Germaanse limes is afgelopen zomer op de Unesco-Werelderfgoedlijst geplaatst. Het is wel jammer, schreef Jasper de Bruin op de website van het Leidse Rijksmuseum voor Oudheden, dat de recente ontdekking net te laat kwam om nog te worden opgenomen in de erkenning van het werelderfgoed. Hij plaatst de vondst van Herwen-Hemeling in zijn artikel in een groter verband en vermeldt andere Romeinse heiligdommen, die in Nederland, Engeland en Duitsland zijn aangetroffen.

Melusine bezocht de tentoonstelling in Museum het Valkhof op een zaterdag. Ze vertelde me dat het er verrassend rustig was. Speciaal voor de kinderen was er een leuke en leerzame ‘Romeinenwerkplaats’. Een man die als vrijwilliger betrokken was bij de opgraving, vertelde daar over de diverse soorten aardewerk die er waren gemaakt. Romeinse soldaten hielden zich namelijk niet alleen bezig met vechten; de meeste tijd waren zij ambachtslieden. Het maken van dakpannen was een specialiteit van het leger en de dakpannen werden gemerkt met een stempel. In Herwen-Hemeling zijn zulke stempels gevonden. Hij vertelde dat je aan potscherven van alles kon aflezen: waar de klei vandaan kwam, of het lang of kort was gebakken, en of het een met de hand gevormd of op de draaischijf gemaakt gebruiksvoorwerp was, of een chique, gegoten en geglazuurd pronkstuk. Melusine vond de tentoonstelling echt een aanrader. De tentoonstellingsfoto’s bij dit artikel zijn van haar hand.

Noten

1 Bij het schrijven van dit stuk kon het fragment niet worden afgespeeld. Als dat zo blijft: hier is de hele uitzending te vinden. Het item over de heksennacht begint rond 34’30.

2 Over dit laatste werd twee jaar geleden al bericht;  waarschijnlijk kon de opvoering toen geen doorgang vinden vanwege corona. Een Facebookvriend uitte destijds bedenkingen bij het verhaal van het toneelstuk, omdat niet duidelijk werd welke historische documenten deze geschiedenis vermeldden.
Van ‘De hoofdige boer’ van A.C.W. Staring, waarvan nu op de website van het theatergezelschap enkele versregels worden aangehaald en dat ik daarom opzocht om te zien of dat wellicht een bron was of ernaar verwees, werd ik niet veel wijzer. Het is een humoristisch gedicht over een koppige boer die de pasgebouwde brug maar dubieuze nieuwlichterij vindt, en net als zijn voorvaderen het water blijft oversteken door de modderige voorde – en blijft geloven in de kracht van kruiden en hekserij, valt tussen de regels door te lezen.
Maar in een boekbespreking op Historiek las ik dat de heks van Almen volgens Ruud Borman, in Toverij & Toveressen, “het meest genoemde en aangehaalde slachtoffer in de literatuur van de heksenvervolgingen in Nederland” is, maar dat er verder over haar weinig bekend is. Zelf bezit ik dat boekje niet, maar wie het naadje van de kous wil weten, vindt daarin misschien aanknopingspunten.

3 Het schijnt dat het overdrachtelijke gebruik van het woord ‘heksenjacht’ is terug te voeren op het succes van dit toneelstuk.

4 Het is een bekend thema: de heks die in een andere gedaante (dikwijls die van een zwarte kat, haas of ander dier) wordt verwond, en vervolgens in mensengedaante als heks wordt ontmaskerd door die wond.
Mijn opa vertelde mij lang geleden ook zo’n verhaal. Het ging over een jongeman die op een nacht bij volle maan in het bos dertien zwarte katten zag, en zijn mes ernaartoe gooide waardoor hij één kat aan een achterpoot verwondde. De volgende dag ontmoette hij een aantrekkelijke jongedame die hinkte, en met wie hij trouwde en nog lang en gelukkig getrouwd bleef – al was het wel wat vreemd dat ze bij volle maan altijd ’s nachts weg was…
Het merkwaardige hieraan was dat mijn oma jaren later, toen het verhaal weer eens ter sprake kwam, zei: “O ja, dat was [een bepaald iemand]. Die woonde [ergens].” En ze gebaarde met haar hand in de richting van waar het zich zou hebben afgespeeld. Ik was te verbaasd om te noteren welke naam en locatie ze noemde.

5 Pooley verwijst in het gesprek onder meer naar Jeanne Favret-Saada, die onderzoek deed naar hekserij in de Bocage en merkte dat zij door de vragen die ze stelde, zelf deel ging uitmaken van het complex van sociale verhoudingen en verdenkingen rond hekserij.

6 Het is mij niet bekend of er een Nederlandse vertaling bestaat voor het begrip alief. ‘Bijgeloof’ lijkt me niet geschikt. Het woord bijgeloof suggereert nog altijd een geloof, naast het het hoofdgeloof. Dit weerspiegelt die ‘christelijke’ zienswijze waar Pooley het over heeft. Zelf weet ik geen goed woord te bedenken waarin de aardigheid van A-lief versus B-lief (“B zeggen maar A doen”) behouden blijft.

7 Daniel Ogden: Magic, Witchcraft, and Ghosts in the Greek and Roman Worlds: A Sourcebook (p.175)

Geplaatst in Nieuws | Getagged , , , , , , , , , | Reacties uitgeschakeld voor Oud nieuws in de verjongingsketel, Lammas 2022