Recensie: Alledaags en buitengewoon

Alledaags en buitengewoon – spiritualiteit in vrouwendomeinen
Red. Angela Berlis en Anne-Marie Korte
Skandalon, 2012. 153 p. ISBN 978-94-90708-47-4

Voorkant van het boek Alledaags en buitengewoon.

Vrouwendomeinen, ooit waren dat de keuken, de kerkbank, de confessionele vrouwenvereniging of de verpleegstersopleiding. Nu denken we eerder aan vrouwenbedrijven met een goed gekozen domeinnaam. Vrouwendomeinen zijn volop in beweging, net als de spiritualiteit die vanouds met vrouwendomeinen werd verbonden.

Dit boek bevat een staalkaart van die veranderingen, en beschrijft die vanaf de huidige tijd steeds dieper het verleden in. Een moeder beschrijft het ritueel dat zij met haar dochter van het dagelijkse bad maakt en demonstrerende Vrouwen in het Zwart in Jeruzalem komen aan het woord. Via zelfportretten in het atelier van een Finse kunstenares en de keukens van de Mexicaanse non Sor Juana Inés de la Cruz gaat het naar het voormalige Brandeshuis op het Broederenplein in Deventer, waar vrouwelijke ‘moderne devoten’ woonden. Vanuit het Middeleeuwse Ierland, waar juridische teksten en toverspreuken elkaar beïnvloedden, daalt het boek verder af in de tijd naar de Bijbelse gronden van Paulus en Simson.
Leidraad in alle bijdragen van theologes en religiewetenschapsters is de vraag naar de ervaringen van vrouwen met ‘heiligheid’ en ‘heiliging’ in het dagelijkse leven, vroeger en nu. Achter in het boek staan duidelijke samenvattingen van de tien hoofdstukken en wie meer wil lezen, vindt genoeg literatuurtips.

Voor onze lezers het meest interessant is wel het hoofdstuk ‘Liefdestoverij in middeleeuws Ierland’ door Jacqueline Borsje. Zij is senioronderzoeker Religiestudies en Keltologie en universitair docent Cultuurgeschiedenis van het Christendom aan de Universiteit van Amsterdam. Het gaat hier vooral over de heilige Brigit, bekend vanwege haar vele genezingswonderen en wonderbaarlijke voedselvoorzieningen. Er zijn geen harde bewijzen voor het idee dat zij een christelijke versie is van de voorchristelijke godin Brigit.

In verhalen over het leven van de heilige, en ook over Sint Columba, komen passages voor waarin de heiligen vertellen hoe er een beroep op hen werd gedaan door gelovigen met een probleem. In beide verhalen wordt een combinatie gebruikt van ritueel en ‘woorden met macht/kracht’. “Dit zijn woorden waarvan men gelooft dat ze de werkelijkheid in materiële zin beïnvloeden, al kan deze beïnvloeding niet bewezen of gecontroleerd worden. Volgens het geloof bezitten zulke woorden zelf de kracht om de werkelijkheid te veranderen ofwel stamt deze kracht van een bovennatuurlijke entiteit, zoals een god, geest of demon.”

In een ander verhaal laat Brigit het huis, eten en drinken en het bed van een man besprenkelen met door haar gezegend water. Het probleem was dat de vrouw de man haatte. Na het ritueel hield ze meteen hartstochtelijk veel van hem. In de Middelierse versie van het verhaal vraagt de man om een epaid, een ’tovermiddel’ of ’toverspreuk’. Omdat magie doorgaans in verband wordt gebracht met voorchristelijke of niet-christelijke figuren, is dit verrassend. De onderzoekster had hierover heen gelezen, en het verhaal beschouwd als genezingswonder. Dat veranderde toen ze een lezing bijwoonde over zeventiende-eeuwse Russische liefdesmagie. Die werd beschreven in gewelddadige en zelfs sadistische verhalen. Opmerkelijk genoeg werd de liefdesmagie daar vooral gebruikt door mannen.

Het hoofdstuk gaat verder over liefdestoverij als overtreding en over vier van die overtredingen. Ook de technieken worden besproken, zoals ‘de (bovennatuurlijke) aanval op een bed’, een onenigheidsbotje en het uittesten van toverij op een hond. Alleen al voor dit hoofdstuk loont het om dit boek aan te schaffen, maar ook de overige hoofdstukken zijn zeer lezenswaardig.

Geplaatst in Boeken | Getagged , , | Reacties uitgeschakeld voor Recensie: Alledaags en buitengewoon

Doornroosjes koninklijke ontbijt

Door Felicia

Honger!… of wat was haar eerste gedachte na haar honderdjarige slaap? Betoverd door het erotische lipcontact uit haar (misschien zoete) dromen gerukt, heeft Doornroosjes lichaam als eerste een energiestoot nodig in de vorm van voeding, om haar noodzakelijke stofwisseling weer op gang te krijgen.
Vóór de prins zijn droomvrouw over een rozentapijt naar het altaar geleidt, doet hij er goed aan om haar een kostelijk maal te bereiden. Planten uit de rozenfamilie, die overal groeien en bloeien, bieden hem de passende ingrediënten.

Foto van een roze roos - klimroos.

foto: Medeia

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De roos als teken van reinheid, plant des levens, toverkruid uit de mythologie en symbool van de liefde en de passie, is de perfecte gehemeltevleier om het hart van de aanbedene te veroveren!
In het volgende wil ik graag de koninklijke redder zowel als de geïnteresseerde lezer naar de sprookjesachtige thematiek enige makkelijk te bereiden rozendelicatessen voorschotelen. Eerst wat floristische informatie.

Tot de Rosaceae, de familie der roosachtigen, worden veel planten gerekend met de volgende botanische kenmerken:
– de bloemen met een bijkelk hebben vijf meestal witte, gele of roze bloembladen en vele meeldraden (behalve de tormentil, Potentilla erecta, met maar vier bloemblaadjes)
– kleine steunblaadjes bij de bladaanzet onderscheiden de Rosacea van de ranonkelfamilie
– nagenoeg alle rozengewassen bevatten looistoffen, die vanwege hun antibacteriële werking geneeskundig van waarde worden geacht
– geen van de Rosaceae zijn giftig en dus zijn ze eetbaar – de meeste smaken zelfs rauw, dus zonder bereiding

Tot de bekende vertegenwoordigers behoren tuinrozen, aardbeien, bramen en frambozen, ganzeriken, vrouwenmantel, spirea, nagelkruid, agrimonie, pimpernel, lijsterbes, meidoorn en sleedoorn, en de meeste van onze vruchtbomen.

Bloem van een mispel.

foto: Medeia

 

De bloemen en vruchten van de roosachtigen stellen vijfpuntige sterren voor. Deze hebben ten doop gestaan voor het pentagram (penta = Grieks voor vijf), het magische teken van de Pythagoreërs. Hun gemeenschap werd opgericht door Pythagoras, de begenadigde wiskundige uit de vijfde eeuw voor onze jaartelling, en bestond uit mannen en vrouwen die in uiterste bescheidenheid in communes leefden en zich geheel aan de geneeskunde toewijdden. Het pentagram is wereldwijd een symbool voor gezondheid geworden en in de nationale vlaggen van veel landen terug te vinden.

Bij de volgende recepten heb ik me bewust meer op bijzondere producten geconcentreerd, omdat recepten voor jam en dergelijke al erg bekend zijn en overal te vinden.

Richten we ons nu weer op de prins, die vooraf enige lichte voorbereidingen voor een romantisch rozenontbijt moet verrichten, zoals bloemen verzamelen en water koken voor thee. Tegenwoordig worden verse bloemen in veel bloemisterijen als strooibloemen voor bruiloften aangeboden.

De meeste recepten kan onze hoofdrolspeler ook klaarmaken met gedroogde plantendelen (van de laatste oogst), maar dan worden de genoemde getallen ongeveer met de helft teruggebracht.

Ter inleiding moet hij een thee uit spirea- en meidoornbloemen (1 theelepel kruid per kop) aan zijn aanbedene serveren. De werkzame bestanddelen van meidoorn versterken de hartkransvaten; spirea bevat onder meer salicylaten, die het eerste stadium zijn van de werkzame stof in aspirine.

Liefde gaat door de maag – dat was ook de ‘Rosenkavalier’ bekend en daarom was hij van dienst met rozensuiker als een interessante verfijning voor marsepein, room, vla of om champagneglazen te verfraaien:
de verse, van de bittere aanzet bevrijde rozenblaadjes met wat citroensap bedruipen en drie uur laten trekken. Met een gelijke hoeveelheid suiker in een vijzel tot een papje fijnwrijven.

Variaties: gedroogde bloemblaadjes van aromatische rozen met suiker fijngewreven in de vijzel, laten zich lang bewaren in goed gesloten glazen. Ze moeten minstens zes weken trekken.
Voor spireasuiker worden de rozenblaadjes door spireabloemetjes vervangen. Dit is prima te gebruiken om room te aromatiseren of als broodbeleg.

Omdat tegelijk met Doornroosje ook de dienaren van het kasteel weer ontwaakt zijn, moet de prins bij de kok maar de volgende recepten uit de patisserie bestellen:

Rozenwater
Rozenwater verleent aan banketbakkerswaren een buitengewoon aroma en vult het ontbijtaanbod voortreffelijk aan:
4 handenvol rozenblaadjes van aromatische rozen van de bittere aanzet ontdoen en in een schaal met 0,5 liter water voorzichtig overgieten. Twee dagen laten trekken en filtreren.
Zelfgemaakt rozenwater is maar beperkt houdbaar. Het is in alle apotheken verkrijgbaar.

Sleepruimengelei
De sleedoorn (in het Duits ook als ‘zwarte doorn’ bekend, in tegenstelling tot ‘witte doorn’ ofwel meidoorn) is de grootmoeder van pruimen en kwetsen en wordt met haar zuster de meidoorn tot de oudste volksgeneesmiddelen gerekend.
Dit broodsmeersel speelt muziek voor Doornroosjes gehemelte:
1 kg sleepruimen met wat water zacht koken en door een zeef wrijven. Het sap met 250 g perensap of appelmoes en met geleisuiker (naar voorschrift) mengen en tot gelei koken. Past perfect bij vleeswaren van wild of rundvlees.

Rozebottel-suikergoed
Rozebottels zijn de vruchten van wilde of hondsrozen.
Vanwege hun zeer hoge vitamine- en mineralengehalte staan ze bekend als kleine huisapotheekjes in de winter. De rozebottelpitten bevatten naast vruchtzuren en vette olie ook vanilline, waarvan de kostelijke geur zich verspreidt als de pitten de roerzeef passeren.
“Hägenmark” (rozebottelconfituur, dat is rozebottelmoes: vruchten met het geboden eind van een haarspeld ontpitten; door de roerzeef wrijven en 1:1 met suiker een uur lang op de laagste temperatuur roeren), fijne havervlokken en geraspte noten in de verhouding 1,5:1:1 mengen, tot kleine balletjes vormen en koel bewaren. Voor het serveren in rietsuiker wentelen.

Rozentruffels
300 gram bittere chocola met 4 eetlepels zure room au bain marie smelten.
2 eierdooiers, 2 eetlepels cognac en 2 eetlepels rozenwater er doorheen roeren en als de massa afgekoeld is deze tot balletjes vormen.
Indien gewenst kunnen deze rozentruffels in gesmolten witte chocolade gedoopt en met geconfijte rozenblaadjes versierd, of hierop geserveerd worden.

Bloeiende lijsterbes

foto: Medeia

 

Lijsterbespesto
‘Vogelbessen’ worden in het Duits de vruchten van de lijsterbes genoemd (en de boom ‘ever-es’).
Ze bevatten zeer veel vitamine C, bitter- en looistoffen, en zijn een geliefd natuurgeneesmiddel tegen scheurbuik (een tekort aan vitamine C) of bij problemen in het spijsverteringskanaal.
Voor de pesto worden lijsterbessen, pijnboom- of pompoenpitten, parmezaan, hoogwaardige olijfolie, zout en wat suiker met enkele milde kruiden zoals zevenblad, duizendblad of bevernel en een klein snuifje bijvoet tot een pasta geroerd. De hoeveelheden van de ingrediënten zijn variabel. Gebotteld in goed sluitende glazen moet de massa steeds bedekt blijven met olijfolie om aantasting door schimmel te vermijden.

Gebakken appels
Het gewenste aantal appels met een scherpe parisienneboor grondig uithollen en daarbij een relatief dikke bodem laten staan. Iedere appel wordt met een ‘Dominostein’* gevuld en met het kapje weer afgedekt. Bij 180°C in een voorverwarmde oven 25 minuten bakken, eventueel de hitte temperen tijdens het bakken.
Hierbij de traditionele vanillesaus serveren of een heerlijke rozencrème uit de basisingrediënten roomkaas en rozenblaadjes.

*

 

 

 

 

 

 

 

Afsluitend wil ik er graag nog op wijzen dat een rozenontbijt zowel het lichaam als de ziel voedt, wat kan worden versterkt door een passende tafeldecoratie met verse rozen, samen met geselecteerde kleine accessoires.

Als dan de prins uit het sprookje enige van deze composities voor zijn aanbedene heeft bereid, haar misschien zelfs een bed van rozen heeft gegeven en haar in de zevende hemel heeft gebracht, dan staat niets het stichten van een koninklijke familie meer in de weg.

Zinnelijke gehemelte-ervaringen wenst u
met zonnige groet vanuit de Kruidenschool
gedipl. biologe Felicia Molenkamp
www.KraeuterSchule.eu
(c) Felicia Molenkamp, Reichenbach, maart 2013.

 

Geplaatst in Artikelen | Getagged , , , | Reacties uitgeschakeld voor Doornroosjes koninklijke ontbijt

Recensie: Een wereld vol bijgeloof

Een wereld vol bijgeloof – van abracadabra tot de zwarte kat
Bart Lauvrijs
Standaard, 2007. 429 p. ISBN 978-90-02-22274-0. Nu € 9,99 (bij De Slegte en Selexyz).

Voorkant van het boek

“In dit fascinerende boek komt u alles te weten over de oorsprong en betekenis van bijgeloof. Bovendien legt de auteur de link naar aanverwante onderwerpen zoals druïdisme, wicca, kabouters en elfen. Want onze mysterieuze wereld vol bijgeloof kent geen grenzen.”
Tja, als je alles netjes binnen een kader plaatst van christendom, humanisme of atheïsme, dan behoren druïden en heksen tot het bijgeloof.

Het citaat komt van de ‘blurbs’ (de aanbeveling door de uitgever op de achterkant van het boek) en de tekst over wicca en druïdisme in het boek zelf is behoorlijk accuraat en respectvol geformuleerd. Het geeft wel aan hoe volledig auteur Bart Lauvrijs het onderwerp ‘bijgeloof’ behandelt in dit dikke boek. Heel veel gebruiken waarvan we meestal de achtergrond niet meer kennen worden besproken. Van vrijdag de dertiende, klavertjevier, onder ladders doorlopen, zwarte katten, kaarsjes op de verjaardagstaart en wittebroodsweken tot grafstenen. Van melk en honing, van haarlokken en oorlellen, kleurensymboliek, konijnepootjes, varkens en spinnen, tot ooievaars, pauwen en insekten, de maretak en zeemeerminnen. Van het bijgeloof van sporters en beroemdheden, tot de gebruiken en taboes rondom de hoogtijdagen in onze levens. Er is wel een verband met folklore.

Om te beginnen wordt uitgelegd wat bijgeloof is, en dat het woord inderdaad een waardeoordeel in zich draagt. Dat geldt zowel het Latijnse ‘superstitio’ als het Nederlandse ‘bijgeloof’. Na het inleidende hoofdstuk volgen er dertien andere die stuk voor stuk apart gelezen kunnen worden. Die gaan over dagen en getallen; het menselijk lichaam; huis en haard; de dierenwereld; het plantenrijk; zon, maan, sterren en elementen en over die belangrijke levensmomenten. En als genoemd gaat hoofdstuk 13 over ‘Transcendentie troef? Over Satan, engelen, elfen en kabouters’.

Het boek bevat een uitgebreide literatuurlijst – waarin vreemd genoeg Ineke Strouken van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur ontbreekt – en een nog uitgebreider register. Het leest lekker weg en je zou alle ruim vierhonderd pagina’s voor je plezier van voor naar achter uitlezen. Maar met de toegankelijke structuur en het register is het ook een fantastisch naslagwerk. Had je net als ik in 2007 deze uitgave gemist, schaf dan nu je exemplaar aan in de uitverkoop. De uitgever heeft gelijk dat dit een fascinerend boek is, en aan alles is duidelijk dat Bart Lauvrijs zeer goed op de hoogte is van het onderwerp.

Geplaatst in Boeken | Getagged | Reacties uitgeschakeld voor Recensie: Een wereld vol bijgeloof

13th PFI Conference in Lunteren, a day to remember!

A beautiful day, which started a bit too early after a bit too little sleep (it’s so nice to meet up with old friends again!) Getting to the venue in Lunteren proved to be a bit more of a challenge than anticipated due to some roadblocks but eventually we arrived. One of the things I love the most about these gatherings is the opportunity to see old friends and meet new ones. Getting the chance to say ‘hi’ in real life is so nice compared to all the online contact we have nowadays!

The schedule for the day was jam packed with tons of interesting talks, workshops and walks. I decided to go with the flow and see where that would take me. Starting off with the opening ritual which was done by the Reclaiming Tradition. Standing in a circle with such a big amount of people always sends shivers down my spine and today was no different. I loved the official opening of the conference and it was nice to know that so many people still have Merlin (my father) in their hearts. I feel so blessed to be part of this community and to feel the energy flowing around me.

The first talk I actually went to was by Jim Bennett about Gardnerian Wicca and sex magick. No practical exercises today, but a nice talk about part of Jim Bennett’s history of Wicca and how sex magick can be very valuable to those who wish to use it. A few examples were given of how the energy raised by such activities can be used in a magical way.

In between and during the workshops there was the possibility to have a look around the many stands. Beautiful woodwork, incense, clothes, books, jewelry and cards were just a few of the items on display. You name it and it probably was for sale there. It was lovely to see a lot of people with a passion for their products and the variety was amazing.

The venue had drinks and food for sale so the physical body could also be nourished. Having a break, sitting down with some friends and listening to a few songs played by Jyoti Verhoeff and Maya Fridman. A lovely way to enjoy a day like this!

Later in the afternoon I joined Abe de Verteller (Abe the Story Teller) for a walk in the small patch of forest next to the venue. Somehow he had located some beautiful trees which he could incorporate in his stories about different trees. We passed oaks, birches, holly and even some fruit trees amongst others. Abe is a fantastic story teller, and the way he speaks about trees and vegetation in general is catching. He has written a book about the symbolism of trees and it’s obvious that he is passionate about this subject. We got to know about the fight between summer and winter, the way nature keeps things in balance and what kind of branches you should use to make your own broom. Which obviously should be basic knowledge to all you witches out there!

I had a lot of fun during this walk and unfortunately I had to run off to my next and last workshop of the day.

Just in time I arrived back at the venue to jump into my next workshop which was going to be about the ‘Pagan Path Pentagram’. This workshop was given by Yoeke Nagel and Bliss. The main goal was to find out what our personal Pagan Path is. Who am I as a Pagan? Who do I want to be? What do I have to offer to the Pagan community? A lovely workshop which included speeddating (don’t ask, it was hilarious) a visualisation and a promise to take the first step towards your personal goal. Filled up with energy and inspiration I walked out of the room back into the main hall. Meanwhile people were packing up their stands and the band was starting to put up their gear on the stage.

The closing ritual was led by the same people as in the morning. We had a laugh, a moment for contemplation, dancing, singing and more laughter. A very appropriate way to close a lovely, inspirational day with tons of amazing people.

After all the hard work it was time for a well-earned meal. Unfortunately there wasn’t quite enough for everybody, but the organisation took care of this in a quick manner. The Chinese/Indonesian food tasted really good though, so no complaints there!

Whilst I was still letting my food settle down Harmony Glen started their show. A very nice Irish-Celtic folk band from Holland which got the crowd going straight away. More dancing, a drink (or two) and some lovely hugs to say goodbye to everybody.

My day was filled with love, inspiration, fun and laughter. I hope I will see you all again at the 14th PFI Conference! For those of you who couldn’t make it, hopefully we will meet next year!

Geplaatst in English articles | Getagged , | 1 reactie

Voorjaar in de IJmond en elders

De dagen lengen en de zon wordt krachtiger. We kunnen weer naar buiten. Tijd om het huis een grote beurt te geven, en om eens bij te praten met de buren en andere dorpsbewoners tijdens een van de seizoensfeesten.

Kinderpostzegel Palmpasen uit 1961

Kinderpostzegel Palmpasen uit 1961. Met toestemming overgenomen van Museum voor Communicatie, Den Haag

Nadat we rond nieuwjaar al opruiming hebben gehouden in onze gedachten, is het voorjaar de tijd voor een fysieke schoonmaak. We hoeven ons niet meer uit onze winterkleding te (laten) knippen om voor het eerst weer een bad te kunnen nemen – is dat echt ooit gebruik geweest? We hoeven ook niet meer ons bedstro te vervangen door schoon vulsel. Maar het buiten zetten van de matrassen op de eerste echte zonnige dag in de lente is zinvol: de zon steriliseert, doodt de parasieten die ongezien in ons beddegoed en huisraad leven. Ik was al lang volwassen toen een collega me dit uitlegde. Ook het strijken van lakens en ondergoed – wat ik altijd onzin had gevonden – dient dat doel. Toch goed om te weten met een allergisch kind.

Grote schoonmaak
De grote schoonmaak leek ook zoiets ouderwets, van toen er nog echte huisvrouwen waren die fulltime huis hielden en schoonmaakten. Of niet? Want die vrouwen (of huismannen) hielden de boel al goed bij, en besteedden misschien elke week wel speciale aandacht aan een kastje of lade. In mijn huis zie ik dat zich leefgruis ophoopt in de bestek-laden in de keuken. Kruimels en stof, van die ondefinieerbare restjes die je – zoals we nu weten – ook in handtasjes aantreft, en een opgedroogde druppel koffie of thee. Toch maar eens opruimen, en als ik toch bezig ben, ook de keukenkastjes maar eens onder handen nemen. Met dat pak meel dat al voorbij de ’tenminste houdbaar tot’-datum is maak ik deze week nog pannekoeken. En ik zet de kruidenpotjes weer in een logische volgorde; dat zoekt makkelijker. Straks ook even kijken naar de kruiden in mijn altaar. Er groeien immers weer verse kruiden.

Vroeger thuis
Als kind overkwam het me twee keer per jaar dat bij thuiskomst van school alle meubels van plaats waren veranderd: mijn moeder zette het bankstel zomers voor de tuindeuren, en in de winter stond het voor de kachel. De eettafel en stoelen verhuisden in omgekeerde richting. Op die verhuisdag werden ook de vensterbanken schoongemaakt, de vitrages gewassen en het hout van meubels en parketvloer in de boenwas gezet. De volgende dag rook het al minder naar schoonmaak, stonden de planten weer op hun plek voor het raam, en als dan de tuindeuren inderdaad open gingen, was de zomer aangebroken.

Traditie of kennis
Mijn oma’s klopten de kleedjes, sopten de kasten uit en vervingen misschien de wintergarderobes in de kasten in de slaapkamer door de zomergarderobes die in de winter opgeborgen waren geweest. Hun dagelijkse en jaarlijkse routine was niet alleen ingegeven door traditie, maar ook door noodzaak. En waarschijnlijk door meer kennis dan ooit aan mijn generatie is overgedragen. Wist jij dat de kookwas (90 graden) huismijt doodt? En dat het hete water en passant restjes vet en stank uit je wasmachine spoelt? Misschien is het in onze centraal verwarmde huizen wel des te noodzakelijker om geregeld goed schoon te maken. Bij ons komen beestjes voor die er vroeger niet waren, die niet tegen koude of natte winters konden, maar in onze permanent verwarmde kamers prima gedijen.

Magisch schoonmaken
Je kunt er een spirituele bezigheid van maken door je voor te houden dat je voorouders (de moeders) dit werk ook deden, en dat je je erdoor verbindt met je voorgeslacht. En door tegelijk met het wegvegen van het fysieke vuil ook de restjes oude energie uit je huis te verwijderen. Ga van boven naar beneden en van binnen naar buiten je hele huis door. Niets onder het tapijt vegen! Op het (spreekwoordelijke) stoffer en blik ermee en echt weggooien wat ballast vormt. Of koppel een intentie aan je schoonmaakwerk, en laat het zo een magische handeling worden (zoals wordt beschreven in De magie van het huishouden van Yoeke Nagel, ook van het damestasjeslezen).

Vlooien stoken
Voorjaar is ook het seizoen dat iedereen weer naar buiten gaat en elkaar ontmoet. Vaak worden er speciale activiteiten georganiseerd. In Ootmarsum bijvoorbeeld, waar rond Pasen de Paoskearls aan het vlöggelen zijn. In heel het oosten van het land, waar paasvuren worden aangestoken, en op Texel, waar op 30 april de meierblis in de fik gaat. In Uden begon het (nog in 1971, beschreven in het Shell Journaal van Nederlands folklore) al vroeg: “Op de eerste zondag na Aswoensdag beoefent men daar naar oude traditie het vlooien stoken. Bepaald een uniek evenement dat, naar men zegt, enig in ons land is. Het is een soort lentevuur, waarbij de rommel die bij de voorjaarsschoonmaak wordt gevonden, in brand wordt gestoken. Hoe meer rommel hoe meer vuur en daarom doe je zoiets gezamenlijk; dat verhoogt de feestvreugde. De term vlooien stoken herinnert aan de vroeger in gebruik zijnde strooien vullingen van de matrassen, broedplaatsen van allerlei ongedierte. Daarom de brand er in. Niets kwaads van Uden, er huizen bepaald niet meer vlooien dan elders, maar men weet er korte metten mee te maken.”
Een paar jaar terug kon je op eerste paasdag in de IJmond, aan de westkust van Nederland, de paasvuren ruiken die in het oosten van het land brandden. Als het zo hard waait, worden de paasvuren vaak verboden.

Geen vastentijd
In de regio waar ik ben opgegroeid, Kennemerland en meer in het bijzonder de IJmond, waren er niet zoveel feesten in het voorjaar. Carnaval werd alleen gevierd in speciale verenigingen en misschien op school, al was er bij ons thuis wel iets lekkers op ‘dikke dinsdag’, de avond voor Aswoensdag, omdat erna het vasten zou beginnen waar wij als modern katholiek gezin niet aan deden. Mijn moeder kon zich nog maar al te goed de buikpijn herinneren van het zondagse leeg snoepen van de ‘vastentrommeltjes’ waarin zij en haar broers en zus het (vele extra) snoepgoed bewaarden dat ze in die weken kregen. En bij mijn vader thuis waren ze ’te arm om sober te leven’, zoals zijn moeder de vrijdagse eettafel vol met dure vis op de pastorie becommentarieerde. Zij serveerde op vrijdag (vlees niet toegestaan voor katholieken) haar grote gezin spekblokjes, want ‘spekjes zijn geen vlees’.

Palmpasen
Als katholiek opgevoed meisje deed ik wel mee in de processie met Palmpasen, waar hele schoolklassen door het dorp liepen – en nog lopen – om uiteindelijk bij het bejaardenhuis de ‘palmpasens’ af te geven. Een palmpaasstok is een kruis van twee houten latten, omwikkeld met gekleurd (crèpe)papier. Bovenop wordt een ‘palmpaashaantje’ van brood bevestigd en aan de liggende lat hangt een slinger waaraan je als kind allerlei vruchtbaarheidssymbolen hebt geregen: jong groen, eieren, vruchten zoals rozijnen en mandarijntjes, pinda’s, en ook wel snoep.

Kinderen met Palmpaasstokken - familiefoto

Veel van de symbolen worden door de kerk tevens christelijk geduid, maar dat de palmpasenstok ook verwijst naar oude vruchtbaarheidsfeesten waarmee het nieuwe leven in de natuur werd gevierd, wordt er ook erkend. De kerk viert dat nieuwe leven natuurlijk ook, en niet alleen met dat palmtakje (in de praktijk wordt er buxus gewijd) waar Palmpasen naar genoemd is. Opmerkelijk is dat Palmpasen bijna ‘uitgestorven’ was behalve in honderd plaatsen in het oosten van Nederland, en toen spontaan weer tot leven kwam – volgens Jef de Jager op zijn pagina over Pasen. Het verhaal dat de kerkklokken naar Rome vlogen en weer terugkeerden, werd ons als kinderen ook verteld. Paaseieren ‘schilderen’ deden wij thuis vooral met potlood, maar we hebben ook wel gepoogd om ze te kleuren met bloemetjes en uienschillen.

Luilak
Op Hemelvaartsdag was er traditioneel dauwtrappen – omdat de dauw op bepaalde dagen genezende kracht heeft? – maar lang niet iedereen trok er ’s morgens vroeg op uit om te gaan wandelen op die vrije dag. Op de zaterdag voor Pinksteren was het vooral in grote delen van Noord-Holland luilak: een luidruchtig feest waarbij jongeren over straat gingen in de vroege ochtend en zoveel mogelijk lawaai maakten. Je kon een speciale jankbus (een ‘fietsbliksirene’) maken, maar als je een aantal lege blikken of oude pannen met touw achter je fiets of step aansleepte, maakte je ook de hele buurt wakker. En daar was het om te doen. ‘Luilak, beddezak’. Al van oudsher liep het soms uit de hand, dan werden de jongelui te baldadig, kwam het tot gevechten, ook met de politie, en tot vandalisme. Op de ramen tekenen met zeep is nog leuk, maar met stenen erop tekenen levert krassen op, en dus financiële schade. Er werd wel gezegd dat op luilak de beurt aan de mannen was om de zeep van de ramen te wassen, nadat de vrouwen het huis al hadden schoongemaakt. In Haarlem en Beverwijk kun je vanaf de avond tevoren tot vroeg op luilakmorgen terecht op een bloemenmarkt of braderie, en jongeren worden sinds een paar decennia beziggehouden met Luilakpop in Beeckesteijn / Luilak Dance Event in Purmerend. De volwassenen draaien zich nog eens op het andere oor. De deurbel is afgezet, en de kinderen vermaken zich wel met hun blikken.

Meifeesten?
Bij ons geen pinksterbruidjes of meibomen, maar elders waren die er wel. Op de tweede zaterdag na Pasen wordt in Noorbeek de Brigida-den versierd. Aat van Gilst in Wijze vrouwen en godinnen: “Het 1-mei-feest werd vroeger in ons gehele land gevierd, doch is nu beperkt tot enkele meiboomgebruiken in Zuid-Limburg. In Beieren evenwel heeft nagenoeg ieder dorp nog een meiboom, een zinnebeeld van vruchtbaarheid dat vooral in protestantse gebieden door verbodsbepalingen is getroffen en daardoor in deze streken vrijwel overal is verdwenen. Zo verbood de synode van Dokkum in 1591 ‘avontspelen en het lichtveerdigh singen in dien, item clockluyden voor de jonge jeucht byeen te roepen, item meyboomen op te richten…’ Een belangrijk deel van onze volkscultuur is door toedoen van predikanten, die grote invloed op de politiek hadden, weggevaagd en vele meiliederen zijn erdoor verloren gegaan.”

Pasen op het ijs
2013 was niet het eerste jaar waarbij de winter tot Pasen duurde. In het Shell Journaal wordt een advertentie aangehaald uit Amsterdamse kranten: “Den 23sten Maart 1845 verkoopt C. Wijs / Beste eijeren op het ijs. Bij goed droog weder zal er gedurende de aanstaande Paaschdagen een fraaije Tent, van buiten met vlaggen en wimpels, van binnen met kostbare draperies gedecoreerd en goed verwarmd, op den Buiten-Amstel geplaatst worden, waarin extra beste eijeren (hard of zacht naar verkiezing) zullen verkocht worden. Tot herinnering aan dezen zoo merkwaardige winter zal men daar tevens kunnen bekomen Geschilderde Paascheijeren, waarop zal geteekend staan: Gekookt op het ijs den 23sten Maart 1845.” Het ging bijna niet door omdat het de dag voor Pasen begon te dooien, maar het ijs hield nog even en honderden Amsterdammers spoedden zich naar de Amstel om op het ijs eieren te eten, bij die kraam of een van de vele andere ‘Paascheijerentafels’.

Vers voedsel
In 2012 hebben we al meegemaakt dat er nog nachtvorst was ná de ‘ijsheiligen’: 12, 13 en 14 mei, de naamdagen van Pancratius, Servatius en Bonifacius. Het zou zomaar kunnen dat ook in 2013 de vorst zo lang aan blijft houden. Het valt inmiddels ook de stadsbewoners op dat er iets niet klopt. Er zijn bijvoorbeeld beduidend minder bijen te zien dan andere jaren. Je snapt des te beter dat het voorjaar voor je voorouders een belangrijke periode in het jaar was, en reden voor vreugde! Het was natuurlijk ook zo belangrijk omdat er weer vers eten was, in de vorm van ontspruitende planten maar ook melk en eieren. De voorraden gedroogde appels, ingemaakte groenten en ingezouten vlees raakten op aan het einde van de winter, dus een lange winter betekende honger. De natuur biedt in het voorjaar complete maaltijden vol met vitaminen en mineralen: brandnetels, paardebloemen, muur, zevenblad, hondsdraf, enzovoorts zijn allemaal eetbaar. Als je voorzichtig bent met wat je plukt – want er zijn wel degelijk ook giftige planten en je kunt ze beter niet langs een drukke weg of op een hondenuitlaatplaats oogsten – dan kun je een salade, soep of stamppot maken met nieuwe smaken. Oude smaken, eigenlijk. En die vitamines helpen tegen de voorjaarsmoeheid, al speelt ook de zon een belangrijke rol in het vermeerderen van onze weerstand tegen verkoudheid en griep.

Duivekater
De IJmond, Zaanstreek en Nieuwendam kennen nog een feestbrood dat rond Pasen en Pinksteren en van Sinterklaas tot Driekoningen gegeten werd: duivekater. Een zoet wit brood, dat met boter wordt gegeten, vergelijkbaar met de Franse brioche. Van oorsprong een offerbrood, vermoedt men, dat nog altijd in de vorm van een scheenbeen of schenkel wordt gebakken. Of in een ovaalvorm die daar alleen nog in de verte aan doet denken. Er zijn gespecialiseerde bakkers die het naar eigen recept maken, maar het is ook verkrijgbaar bij de Dekamarkt. Dat het ooit aan bepaalde seizoenen was verbonden, weet bijna niemand meer.

Meer lezen
– Shell Journaal van Nederlands folklore, door J.M. Fuchs en W.J. Simons. “Het ShellJournaal is dit jaar opgedragen aan het Rijksmuseum voor Volkskunde ‘Het Nederlands Openluchtmuseum’ te Arnhem, een museum dat u niet alleen zoudt moeten bezoeken, maar ook zoudt moeten steunen door lid te worden van de Vereniging Vrienden van het Nederlands Openluchtmuseum. … We wensen u hiermee een voorspoedig en gelukkig 1972.”
– Van nieuwjaar tot ouwejaar door Hil Bottema, in: Folklore der Lage Landen, onder red. van Tj.W.R. de Haan. Elsevier, 1972
– Van Allerheiligen tot Sint Juttemis door Inez van Eijk. Kosmos Z&K, 1995
– Wijze vrouwen en godinnen. Aat van Gilst. Aspekt, 2001.
– De magie van het huishouden. Plezierig poetsen en boenen in huis, geest en wereld. Yoeke Nagel. Forum, 2007
Paasvuur.nl
– In Edinburgh kunnen ze er ook wat van: Beltane Fire Society
Palmpasen op website Kinderpleinen
Pasen op website Rituelen & Tradities van Jef de Jager
– Meertensinstituut over Luilak
– Wikipedia over Luilak en over de jankbus
een fietsbliksirene maken
– artikel Pinkstertijd op website Het Zonnejaar
Luilak op website Rituelen & tradities van Jef de Jager
Meifeest op de website Rituelen & Tradities van Jef de Jager
Luilak in de Wereldfeestenalmanak
Volkscultuur (website wordt heringericht)
Duivekater op Wikipedia
Recept voor duivekater op Democrazy-website.

Geplaatst in Artikelen | Getagged , , , , , | 1 reactie

Ritual work

In general discussions concerning Craft philosophy and background information we are often asked questions about ritual work. What is the aim of a ritual? How rigid are rituals? Can you write them yourself? Change things? What about foreign languages? Etc., etc.
It is not always easy to give a ready made answer and no doubt discussion about ritual work will continue for a long time. Perhaps it is possible though to try and set down a few ideas which may clarify some parts – or at least set us thinking again.

There are plenty of guidelines in respect of ritual work but anyone with any experience will quickly realise that ritual work is an extremely personal method of working magic. What works for one person need not necessarily work for another – someone might feel right performing highly elaborate, ceremonial rites, whilst another person feels ‘at home’ with something very simple and straightforward. The important thing is that whichever way we choose we do not lose sight of our aim and confuse the issue. This may sound like something of a cliché but when we realise that the main aim of a ritual is to create a two way link between spiritual and earthly powers it goes without saying that our intention should be as clear as crystal. Certainly for a beginner but also for experienced people this point cannot be stressed enough.

Making a link
Ritual work (or working ritually) does not begin or end with a specially designed temple or circle area. Quite often the ritual experience can occur spontaneously. The important thing is that a link is made and that communication is als clear as possible. It can be emotionally accentuated or intellectually direct, depending on one’s own personal make-up and frame of reference. (Think of the ‘differences’ between Wicca and Ceremonial Magic). Once the link is made it is then possible to work magically, celebrate festivals etc.

Ritual tends to direct one’s attention, even when it happens spontaneously. We become aware of forces present and our concentration is tuned in to the energies which are made manifest. Our attention is directed towards the spiritual realms. This is probably why we tend to think of ritual work as being separated from our mundane lives. In some respects this is true, especially when we ‘plan’ a ritual and yet we should never forget that ritual is an integral part of our lives. Ritual has a direct influence on the spiritual and material world and to reserve it for ‘special occasions’ is not only absurd but a refusal to accept the material world as an important aspect of our evolution and development.

If we accept the idea that ritual is spiritual activity whereby consciousness can be raised we would be fools if we did not accept the idea of trying to incorporate ritual into our mundane lives.
I think everyone will agree that a meal properly set out, preceded by a short period of silence, grace, etc., and finished with a thanksgiving, creates a far more conducive atmosphere than a hasty meal in front of the television.

Integration
There are many ways in which (spi)ritual activity could be integrated into our daily lives.
I’ve often wondered why adults in industrial work don’t assemble for a few minutes before starting work – perhaps even just as a reminder that we are people with human capacities and feelings.
It may sound very impractical (and for most people a crazy idea), and yet I’m sure it would help to nurture a feeling of collegiality – a feeling which is sadly lacking in our society.

A ritual then tends to make one aware. The clarity of the aim, as I said earlier, is of vital importance. Daydreaming or wishful thinking may occasionally work but it is a haphazard method of working. Ritual will have less chance of succeeding if the aim is not clear. Concretely it comes down to clear vision, clear thought and feeling. Visualization can be extremely useful for clarifying a particular situation (and in daily life it is an invaluable technique for remembering and organising things).
It is also important though to know where one stands. Knowing one’s limitations and capabilities is important, as important as the ability to be honest with oneself.

The person who thinks he can perform the most intricate ritual successfully without some insight and experience is going to be shocked, and sometimes irreparably. Vanity and arrogance can be the most devastating obstacles and will obscure vision and the ultimate aim.
The ‘link’ is often a well worn path on the astral (think of pathworkings). An experienced person will tune in more quickly and find the path. With traditional rituals the path is well signposted but it is quite possible that intuition will lead one and cause a change in the ritual scenario. We often hear that ‘what feels right’ is a good guideline, but we should be aware of the following. There can be many temptations and what one feels is right, may not be ultimately.

Recipe
A ritual can be compared to a recipe, with a prescribed procedure and list of ingredients. If half way one decides to leave things out, add new ingredients and alter the procedure, the cake could turn out to be a disaster or even turn out quite differently. We may end up with a sponge cake instead of a fruit one! In other words, one should be careful that intuition is not leading one astray.
This is one of the reasons why it is unwise to mix two rituals (or ritual forms). This also applies to mixing two systems, such as Western and Eastern systems. Such a combination can be extremely confusing. It is rather like learning two foreign languages at the same time. There is no reason however to combine complementary systems such as Runes and Tarot. The difficulty arises when the etheric (life) body has to cope with two different frameworks, for example Eastern and Western methods of meditation. The etheric body tends to like a particular order and flitting about from one set of references to another can cause physical disorders and in extreme cases damage to the astral body. Common sense and integrity are necessary if one decides to attempt rituals of a different order. One should also consider the group. You may be advanced enough to be able to work with different god forms for example but others may not be,
We should of course not be afraid to try things out, but one thing at a time and then choose the one which feels suitable.

Composing rituals
Traditional rituals are often very compact and lacking in elaboration. There is no real objection, if you feel poetic, to pad it out but the golden rule remains: ‘Don’t confuse the issue!’
Which brings us to the whole question of composing rituals. An experienced person will ‘know’ what is required and if a situation occurs where there are no (written) handed down rituals it may be necessary to compose a ritual. In a sense rituals are not ‘written’ in the normal sense of the word. In the case of the Craft especially it is sometimes painfully evident that it is an oral tradition and no matter how well we are intellectually trained we can often miss the point and fail to grasp the essence of a particular ritual. (In fact, being an ‘intellectual’ can be an enormous obstacle!)

A certain situation may also demand a self composed ritual – little space, time, being inside, etc. It is often necessary beforehand to ‘feel’ what is required. A scenario may be enough to trigger off certain reactions. In this sense the ritual will unfold spontaneously. This approach however demands being fully aware of what is going on and having the sensitivity to follow the sequence through.
Writing or composing a ritual is a creative experience, and is well worth the effort. It is valuable training and can sharpen one’s awareness of various levels of energy. But – back again to the golden rule – don’t lose sight of your aim and don’t end up glorifying yourself as ’the Gods gift to poetry!’
Active participation is after all very different from personal indulgence.

Sometimes changes in a ritual may be necessary, for example if you are living in a different part of the world such as Australia. Before changing things one should be sure why it is vital. It should also be a majority agreement if a group is involved. If one of the group does not agree with the change then there will be conflict – if not on a personal level, then on an astral level. Questions such as: does the change alter the polarity? Is the change vital? Or is it change for the sake of change? should be considered.
Innovation can be creative, nothing remains unchanged, so too with rituals.

Translating
On this same subject of change we are often asked about translating rituals, living in Holland. It is quite a difficult question to answer. On the one hand everything should be comprehensible. Words which are not familiar should, as a general rule, not be used. Really one’s mother tongue is the most natural and obvious choice because one can readily understand what is being said.

On the other hand (the Dutch situation) how does one adapt existing rituals in a foreign country?
Does one continue to speak English, running the risk of not understanding, or does one translate and run the risk of altering the meaning? The ideal situation would be to experience the ritual in the country and language applicable in order to ‘feel’ what is going on, and then translate. The translation will probably not be literal because one is actually translating the feeling underlying the ritual. (Anyone having read a bad translation of Goethe will know exactly what I mean!) The important thing is to recreate the feeling aroused. Tone and expression are often as important as the actual words. If a word can not be easily translated it would seem to be more appropriate to use the original word and learn the meaning. Wicca in particular is not a literary circle and one shouldn’t get bogged down with questions like ‘is it grammatically correct’. The intention is the most important and often simple, straightforward language is the most powerful and emotional. This pureness and simplicity is even more noticeable in a ritual where large numbers of people are present.

And when it comes down to it we come back to the whole question of ‘what is the meaning of ritual work’? Ultimately ritual is creating an environment in which the divine forces can converse with us and vice versa. Sometimes the Gods choose to contact us, often at the most odd moments, and sometimes we take the initiative.
The important thing is that we are able to recognise the link which is created and are able to participate in this communication.

There are many aspects of ritual which have not been touched upon in this article. It is a vast and fascinating subject, and hopefully a few of the above points will stimulate one to further considerations.

This article was previously published in the Spring 1987 issue of Wiccan Rede (Volume 8, number 1).

Samenvatting: Ritueel werk

Over rituelen worden nogal eens vragen gesteld: wat beogen ze, hoe moet je ze uitvoeren, kun je ze veranderen, enzovoorts.

Het doel van een ritueel is het scheppen van een verbinding tussen ons aardse vlak en de Goden. Dit doel mag nooit uit het oog worden verloren.
Ritueel richt je aandacht op het geestelijke niveau, het is een manier om je bewustzijn te verruimen.

Rituelen, mits goed begrepen, kunnen dan ook heel goed in het dagelijkse leven worden geïntegreerd, en zo meehelpen aan een bewustere levensstijl. Een magisch ritueel moet meer gezien worden als een kookrecept. Een beginner moet zich strikt aan de voorschriften houden, slechts een ervaren kok kan een recept ‘doorzien’ en het veranderen en verbeteren. Daarom is het ook nooit goed verschillende rituelen door elkaar te gebruiken.

Soms moet een ritueel worden veranderd, omdat je in een ander deel van de wereld leeft, of omdat er niet genoeg of teveel mensen zijn, e.d. Ook taalverschil kan een reden zijn om een ritueel te veranderen. In de vertaling verlies je echter toch altijd iets van de atmosfeer, en atmosfeer is minstens zo belangrijk als de eigenlijke woorden. Herschrijven is dan een betere oplossing, of de betekenis in de oorspronkelijke taal goed in je opnemen. Communicatie met de Goden blijft echter voorop staan!

Dit artikel verscheen eerder in de editie Spring 1987 van Wiccan Rede (jaargang 8, nummer 1).

Geplaatst in English articles | Getagged , | Reacties uitgeschakeld voor Ritual work

Recensie: Verbroken betovering

Verbroken betovering – hoe een heks Jezus vond
Angela Loeve
Gideon-boek, 2012. 118 p. ISBN 978-90-5999-033-3. € 12,95

Voorkant van het boek

Dertig jaar heeft ze geleefd als zwarte heks, en nu is ze al dertien jaar christen, de schrijfster van dit boekje. Deze ex-heks is niet afkomstig uit wicca, maar ze “leefde naar de satanische leer en was onder invloed van de satanische beweging”. Is het fictie of non-fictie, vraag ik me altijd af bij dit soort evangelische lectuur. De details over plaatsen en gebeurtenissen zijn vaag, de namen gefingeerd. 43 jaar geleden, de flowerpowertijd, waren er nog vrijwel geen ‘witte heksen’ (aanhangers van wicca) in Nederland. Raar om Angela over zulke grote aantallen van ‘zwarte heksen’ te horen praten. “Ik was terechtgekomen bij een beginnende heksencoven: een kring van dertien personen, twaalf heksen (vaak zes mannen en zes vrouwen) met daarboven een hogepriester of -priesteres”. Wel was er in die tijd de ‘Satanskerk’ in Amsterdam. Die betoogde een religieuze beweging te zijn die niet belastingplichtig was. Om dat aannemelijk te maken, zei de eigenaar dat het ging om een natuurreligie. Hij gebruikte allerlei termen uit de wicca – buiten Nederland toen al wel bekend – om er een acceptabel verhaal van te maken. Woorden als ‘heks’ en ‘coven’ en ‘natuurreligie’ zelf, die niet in de ‘Satanic Bible’ van Anton LaVey voorkwamen. Ook Angela Loeve gebruikt de woorden heks en coven, maar ze maakt wel duidelijk verschil tussen waar zij mee te maken had, en wicca. Ook in het voorwoord van Mart-Jan Paul en in de verklarende woordenlijst achterin is dat onderscheid duidelijk. Toch is het boek mede gericht op ‘witte heksen’, alsof die ook ‘bevrijd’ moeten worden uit de ‘occulte wereld’.

Dat er geen details worden gegeven, heeft meerdere redenen. “Ik heb ervoor gekozen om mijn verhaal in grote lijnen te vertellen en de intiemere details uit die wereld eruit te houden. Als ik ook die details zou vermelden, zou het een soort sensatieverhaal worden. Dat bouwt niet op.” Bij haar inwijding, op de jeugdige leeftijd van 21 jaar, moest Angela twee eden afleggen, een eed van geheimhouding en een eed van trouw. Ze moest met haar eigen bloed een document ondertekenen waarop die eden stonden beschreven. Bij het verbreken van de eden zouden allerlei vervloekingen haar treffen. Daarna kwam er nog een bloedverbond aan te pas met degenen die haar inwijdden. (Dat typeert de ex-heks; nog nooit heb ik een heks horen praten over een inwijding waar bloed bij te pas kwam.)

Na haar inwijding ontdekte Angela dat er “in de wereld van de heksen veel verschillende stromingen zijn. Ik was terechtgekomen bij een groep die de satanische leer, de zwarte magie, aanhing.” De leider van de ‘coven’ stond daarbuiten ook in contact met andere satanisten. “Er waren heel wat van deze covens.” Over de praktijken binnen de groep vertelt Angela dat er gedaan werd aan uittredingen en waarzeggerij, dat er vervloekingen en bezweringen werden uitgesproken. En dat er soms demonische machten werden aangeroepen voor onrust en verstoringen als het bekend was dat er een christelijke samenkomst was. Ook contact met geesten van overledenen werd vaak gedaan – al legt Angela er direct bij uit dat dat volgens de Bijbel helemaal niet kan. En ze kreeg een geleidegeest bij haar inwijding, die ook nog bij haar was toen ze al regelmatig naar de kerk ging.
Angela had blijkbaar een speciale plek in de groep, maar toen wilde ze verhuizen. Na een tijdje kreeg ze daar toestemming voor, maar ze moest beloven “de satanische feesten in ere te houden en te leven als een heks, een soloheks (solitair).”

Het levensverhaal vertelt verder over een verhouding, psychische problemen en een echtscheiding. Met haar nieuwe echtgenoot en haar kinderen woonde ze in een dorp, toen er op een zondagmorgen in 1998 een wonder gebeurde. “Zonder enige aanleiding dacht ik: Ik wil naar de kerk!” In de krant vond ze uit dat er in een plaatsje vijf kilometer verderop een dienst zou zijn in de Volle Evangelie Gemeente. De rest van het boek gaat over hoe Angela christen werd en hoe ze na vijf jaar strijd en pastoraat ook bevrijd werd van het satanisme. Eerst vertelt ze niemand over haar ‘heks-zijn’ en daarna wordt ze bijna verstoten uit de kerk. Gelukkig bidden er veel mensen voor haar, en vindt ze helemaal haar plaats. Inmiddels geeft ze ook lezingen over de occulte wereld, waarbij ze dominee M.J. Paul heeft ontmoet, de schrijver van het voorwoord. Ook kwam ze in contact met een ex-heks die uit de wicca afkomstig is. “Marloes van der Welle beschrijft in haar boekje Het geheim van de godin hoe zij bevrijd werd van het bloedverbond dat zij met een godin gesloten had.” (Dat boekje heb ik besproken in Wiccan Rede, Imbolc 2006, J.). Ook geeft Angela in haar boekje advies aan christelijke gemeentes over de opvang van ‘mensen met een occulte belasting’, omdat ze vindt dat er bij haar opvang fouten zijn gemaakt.

In de begrippenlijst worden een aantal begrippen uit de ‘wereld van de duisternis’ toegelicht. “Vaak is er meer over een begrip te zeggen, maar dat is niet tot eer van God.” Halloween, Reiki, Satanisme, Witte magie en Zwarte magie behoren tot de uitgelegde onderwerpen. Met een genuanceerd stuk over heksenvervolging en een dankwoord besluit het boek.

Nawoord van de recensent: in de nieuwsbrief van het Soeterbeeck Programma wordt net een lezing aangekondigd over satanisme: “[Lezing] Modern Satanism – Lezing door Italiaanse godsdienstsocioloog Massimo Introvigne, woensdag 12 juni 2013 (lees verder)”.

Geplaatst in Boeken | Getagged , , | Reacties uitgeschakeld voor Recensie: Verbroken betovering

Oud nieuws in de verjongingsketel gegooid – Beltane 2013

Biseksuele god brengt eenheid

In januari 2009 kreeg een team van Amerikaanse, Russische en Italiaanse archeologen toestemming opgravingen te doen in de Butanawoestijn in Sudan. Daar bevonden zich ‘koms’ oftewel heuvels van ongeveer 1m80 hoog. In de omgeving van die heuvels lagen potscherven uit zowel de Meroïtische periode (vierde eeuw voor het begin van onze jaartelling) als de vroegchristelijke tijd (vierde eeuw na). Voorbereidend onderzoek had uitgewezen dat er resten van tempelmuren onder de grond zaten.

In april dit jaar berichtte Rhode Island College News dat de tempel een kleine zonnetempel was geweest, gewijd aan onder meer de biseksuele vruchtbaarheidsgod Hapy. Uit inscripties en zuilen met een gier en een cobra blijkt dat de plaatselijke Nubische vorsten van Meroe zichzelf in die tijd beschouwden als heersers over zowel Boven- als Beneden-Egypte. De god Hapy was verbonden aan de Nijl die door heel Egypte stroomde, en vertegenwoordigde daarmee ook de eenheid tussen de beide landen.

Bij de tempel was een groot keukengedeelte, waar voedsel werd uitgedeeld. In een latere periode was de tempel gesloopt en begraven, maar de mensen herinnerden zich dat het een speciale plek was en namen het in gebruik als begraafplaats. De skeletten die er zijn gevonden, hadden een christelijke begrafenis gekregen. Dit is te zien aan de richting waarin de lichamen lagen.

Festival van dronkenschap

In het bekendere Luxor, het vroegere Thebe, heeft archeologe Betsy Bryan onderzoek gedaan naar de Feesten van Dronkenschap die daar werden gevierd in de tempel van de godin Mut, maar ook in kleinere heiligdommen en bij de mensen thuis. In mei gaf ze hierover een lezing in San Francisco.
Het oud-Egyptische festival vond half augustus plaats, in de tijd dat het Nijlwater aanzwol en de landen weer vruchtbaar zou maken. De mythe die bij het feest hoorde, verhaalde over een tijd waarin de zonnegod ontevreden was over het gedrag van de mensheid. Als straf stuurde hij zijn dochter Hathor in de gedaante van de leeuwengodin Sekhmet of Sakhnet naar de aarde (haar naam betekent ‘magische kracht’ of ‘vrouwenkracht’). De leeuwin rende heen en weer langs de Nijl om mensen aan te vallen. Tegen de tijd dat de goden het wel genoeg vonden, was ze door het dolle heen. Om een einde aan haar bloeddorst te maken, lieten de goden bloedkleurig bier over de velden stromen. Dit dronk ze allemaal op. Toen raakte ze buiten westen en viel in slaap, en de mensheid was gered.

Dit werd herdacht in het dronkenschapsfestival, waarbij de mensen zo veel alcohol dronken dat ze alle remmingen en tenslotte het bewustzijn verloren. In deze context hoorde ook seks. Betsy Bryan ondervond veel weerstand van vakgenoten toen ze hierop wees, maar de rituele teksten adviseren ondubbelzinnig het “drinken en vrijen voor het beeld van de god”. In een hymne bezingt een vrouw hoe ze de voorouders bezocht en als een “minnares van dronkenschap door de moerassen trok”. De reis door de (vruchtbare) moerassen was een eufemisme voor seks. Ook vond Bryan een tekst waarin een man vertelt op die manier te zijn verwekt.

Festival van rode bloemen

Van Afghanistan tot Koerdistan wordt sinds mensenheugenis de terugkeer van het leven in de natuur gevierd met het nieuwjaarsfeest rond 21 maart. In Mazar-e Sharif (Afghanistan) heeft dit de vorm gekregen van Gul-e Surkh, het ‘Feest van de rode bloemen’, stond in tuintijdschrift Groei & Bloei (maart 2013). In die periode bloeien daar de rode tulpen en iedereen trekt er op uit om in de bergen tussen de bloemen te picknicken.

Ook hier is een verhaal aan het feest verbonden: De architect Farhad was verliefd geworden op prinses Shirin. Maar dat was koning Khosrow ook al. Volgens sommigen was Shirin zelfs getrouwd met Khosrow. De koning wilde de architect niet in de buurt hebben en gaf hem de opdracht om ver weg in de bergen een trap uit te hakken. Vervolgens stuurde hij hem een brief waarin stond dat Shirin dood was. Van verdriet stortte Farhad zich van een rots. Zijn bloed spatte alle kanten op en veranderde in rode tulpen.

tulpje

Rood tulpje (Tulipa clusiana)

 

Wildemannen

In Europa brengen folkloristische feesten van december tot Pasen de thematiek van dood en vruchtbaarheid tot uitdrukking, schreef de Nederlandstalige National Geographic (april 2013). De Fransman Charles Fréger maakte in negentien landen foto’s van Wildemannen. Dit zijn (meestal) mannen die zich hullen in takken, strobalen, dierenvellen of andere vermommingen, vaak voorzien van een gewei. Zij belichamen het grensgebied tussen dood en wedergeboorte, tussen mens en natuur, beschaving en wildernis.

Weinig mensen geloven dat deze rituelen noodzakelijk zijn om de winter te verdrijven of het kwaad uit te bannen. Wel heeft men het gevoel dat het waardevolle gebruiken zijn. Voor jongens die een berenhuid of een kostuum met koeienbellen aantrekken, fungeert dit als overgangsrite naar de mannelijkheid.

De foto’s zijn verzameld in het boek Wilder Mann: The Image of the Savage. Tot 9 juni zijn ze ook te zien op een tentoonstelling in het FoMu (fotomuseum) in Antwerpen.

Groene mannen

De “persoon die tijdens meifeesten in vegetatie werd gehuld en de titel meikoning kreeg”, heette in Engeland Jack-in-the-Green. In 1939 schreef Lady Raglan hierover in een folkloristisch tijdschrift. Zij bracht de meikoning in verband met de ‘Groene Man’, een ornament dat bijvoorbeeld te zien is in Romaanse kerken. Het is een gezicht dat schuilgaat in bladeren, of uit bladeren is opgebouwd. Volgens Lady Raglan betrof het een voorchristelijke vegetatiegod, die symbool stond voor het wegvallen van de grens tussen mens en natuur, of tussen mens en god.

In Onkruid (maart/april 2013) vertellen wicca-hogepriesteres en -hogepriester Joke en Ko Lankester dat de Groene Man niet alleen als sierelement in bouwwerken is terug te vinden, maar ook deel uitmaakt van ons onderbewuste. “De God in de wicca is één van de vormen van de groene man,” zegt Joke, en Ko wijst op parallellen met Griekse, Romeinse, Keltische en Germaanse natuurgoden. In deze tijd waarin de vorm van iemands religieuze beleving niet meer strikt door een kerk wordt voorgeschreven, zien zij opnieuw ruimte ontstaan voor de vegetatiegod.

Joke en Ko schreven het boek De Groene Man & de Groene vrouw. Op 26 mei geven ze hierover een lezing in Baarn.

Nieuwe zingeving

In het Soeterbeeck-programma van de Radboud Universiteit Nijmegen spraken in februari een filosoof, een religiewetenschapper en een theologe over eigentijdse spiritualiteit. De filosoof, Maarten Meester, noemt de weerstand tegen traditionele vormen van religie ‘relistress’. Hij stelt dat die vergelijkbaar is met stress op het werk: “onvoldoende controle, onvoldoende waardering, en de vraag of je baas eigenlijk wel een goede baas is.”

Het zoeken naar nieuwe vormen van zingeving is te beschouwen als cultuurkritiek, zegt hij, ook al lijken de gekozen vormen vaak nog sterk op het christelijke model. Wel ziet Meester een duidelijke verandering in de houding ten opzichte van het lichaam: “Bij wicca bijvoorbeeld wordt het lichaam van de vrouw gezien als in verbinding met de natuur; een positieve waardering.” Hij voelt het meest voor “een optimum aan magie én een optimum aan relativering”.

Groen geloof

Bij het christelijke dagblad Trouw koos men opzettelijk voor het bekende model, om een nieuw geloof onder de aandacht te brengen. Theologen Wilfred van de Poll en Lodewijk Dros publiceerden daar een ‘Kleine catechismus van het groene geloof’ . In een serie vragen en antwoorden, vergelijkbaar met de Heidelbergse catechismus, presenteerden zij ‘duurzaamheid’ als de religie van de Aarde (met een hoofdletter). Het groene denken dat daarin wordt gepresenteerd, wil de mens verlossen van zijn zondige “destructieve heerszucht” en pleit voor samenwerking tussen mens en natuur, en tussen mensen onderling. In ietwat overspannen bewoordingen, dat wel.

Het was bedoeld als satire, bleek uit een later artikel van Willem Schoonen. Milieuwetenschapper Schoonen vindt het religieuze aspect van de ecologische beweging juist aantrekkelijk. Hij noemt het een “seculier geloof”. De meeste aanhangers aanbidden de Aarde immers niet letterlijk als een godheid. Wetenschap is belangrijk, schrijft hij, maar niet genoeg om te zorgen dat mensen hun gedrag veranderen. Het groene geloof komt in “kernwaarden” overeen met wat het christendom en andere godsdiensten nastreven.

In de reacties die volgden, noemde een milieudeskundige het duurzaamheidsgeloof “de ideologie die alle andere ideologieën overbodig maakt”. Blijkbaar vond hij dat niet deprimerend of totalitair klinken, maar een aanbeveling! Twee filosofen gingen met elkaar in debat en waren het op dit punt eens, dat het streven naar duurzaamheid vooral een hoogopgeleide en welvarende elite aanspreekt. En dat dat zorgwekkend is. Filosoof Bas Haring heeft bovendien moeite met het schuldgevoel in het ecologische denken: de negatieve uitleg die ‘groene gelovigen’ soms geven aan elk menselijk ingrijpen.

De artikelen zijn terug te lezen in het dossier ‘Het groene geloof’.

Geloof of geen geloof

Mensen kunnen zo lijden onder een religieus schuldgevoel, dat je je afvraagt of ze niet beter af zouden zijn zonder geloof. Uit een onderzoek dat werd gepubliceerd in Journal of Religion and Health blijkt dat er een relatie is tussen het geloof in een wrekende god en psychiatrische aandoeningen als sociale fobie, paranoia en dwangstoornissen. Omgekeerd lijkt het geloof in een liefhebbende en vergevende god tegen dergelijke aandoeningen te beschermen. Maar het gaat in beide gevallen slechts om een correlatie, waarschuwt professor Silton (die het onderzoek leidde), niet om een oorzakelijk verband.

“Hoe ziet het religieuze landschap er over veertig jaar uit, mocht de wederkomst van Christus nog niet hebben plaatsgevonden?” vroeg het het Reformatorisch Dagblad zich in april af. Religies hebben de toekomst, was de verwachting, en het atheïsme heeft zijn beste tijd gehad. Om deze ontwikkeling een handje te helpen, voegde de krant bij het artikel wat teksten die wezen op het gevaar van atheïsme.

Humanisten zijn minder verheugd over de veranderingen in het religieuze landschap. In februari vroeg de International Humanist and Ethical Union (IHEU) bij de Verenigde Naties aandacht voor atheïsten en andere niet-religieuze mensen. Die worden in veel landen vervolgd, vaak nota bene onder het mom van religieuze tolerantie: de vraag om andermans religie te respecteren, d.w.z. mensen niet te discrimineren vanwege het geloof dat ze aanhangen, verandert in een verbod op het laten horen van twijfel, spot of kritiek. Met name islamitische staten dringen aan op wetgeving die de godsdienst zou moeten beschermen. Maar “Godsdienstvrijheid houdt ook de vrijheid in om niet in God te geloven.” (Trouw)

In veel landen gaat vervolging van atheïsten samen met vervolging van andere minderheden, zoals homo’s of politieke dissidenten, berichtte dezelfde krant in december. De VN hebben al eens verklaard dat wetten die mensen verbieden negatief commentaar te hebben op het geloof van anderen, in strijd zijn met de mensenrechten. In Nederland is sinds april (smalende) godslastering niet langer verboden. In België zal het ook wel zijn toegestaan; ik kan daarover niets vinden.

Niets

‘Niets’ maakt veel mogelijk, bleek uit NWTmagazine, dat in februari een aantal artikelen over dit thema bracht. Zonder het niets, in de vorm van de nul of de ‘lege verzameling’, komt men in de wiskunde niet ver: “De gehele wiskunde is in feite gebouwd op een stevig onwrikbaar fundament van niets.” Dit fundament blijkt terug te voeren op de Babylonische sterrenkunde.

De Babyloniërs rekenden met een zestallig stelsel waarin de positie van een cijfersymbool aangaf of het een eenheid of zestal of zesendertigtal was, net zoals in ons tientallig stelsel de 3 in het getal 308 drie honderdtallen en de 0 nul tientallen aanduidt. Alleen hadden de Babyloniërs aanvankelijk geen teken voor 0. Ze lieten die plaats dan open, zodat 206 er uitzag als 2 6, en net zo makkelijk 26 of 2006 kon betekenen. Maar vanaf de vierde eeuw v.C. gingen ze veel aan sterrenkunde doen en bij die berekeningen was een nul-teken onmisbaar. De Babyloniërs schreven hun nul als twee schuine driehoekjes boven elkaar. Dit is te zien op een kleitablet uit 175 v.C. Over de verdere geschiedenis van de nul is wel het een en ander bekend, maar er zijn weinig archeologische bronnen.

Een ander ‘niets’ is de afwezigheid van zintuiglijke prikkels. Tijdens de koude oorlog werd in Canada onderzocht of sensorische deprivatie (iemand zodanig isoleren dat de zintuigen vrijwel geen indrukken kunnen opdoen) een manier kon zijn om de geestkracht van gevangenen te breken. Dat bleek inderdaad het geval. Geestelijk gezonde mensen krijgen psychose-achtige ervaringen wanneer er geen informatie binnenkomt. Het brein maakt hallucinaties aan om de leegte op te vullen. (Volgens sommige mensen zijn religieuze ervaringen op deze manier te verklaren.)

Mensen die zich hebben getraind in meditatie blijken beter tegen een prikkelarme omgeving te kunnen. Beginnelingen krijgen in een stille kloosteromgeving vaak extra last van storende gedachten, vergelijkbaar met de hallucinaties die sensorische deprivatie kan opwekken. Het hersengebied dat verband houdt met dagdromen, is daarentegen bij geoefende mediteerders tijdens het mediteren minder actief. Zij slagen er dus beter in, hun ‘hoofd leeg te maken’.

Placebo’s

Nog zo’n fascinerende vorm van ‘niets’: de placebo. Scientific American – Mind (March/April 2013) besteedde aandacht aan het placebo-effect. Als het herstel van patiënten niet wordt beoordeeld aan de hand van ‘objectieve’ maatstaven zoals bloeddruk, maar aan hoe de patiënten zelf zeggen zich te voelen, blijken placebo’s net zo veel resultaat te kunnen boeken als medicijnen met een actief bestanddeel. De effectiviteit is wel afhankelijk van de klacht. Om gebroken ledematen te helen werken placebo’s niet zo goed, maar wel om pijn te verlichten. Placebo’s kunnen ook helpen bij depressie, misselijkheid, klachten van de urinewegen en meer.

Deze werkzaamheid komt voort uit de “rituelen en symbolen” waarmee het middel wordt aangeboden: het charisma van de arts, de sfeer in de wachtkamer, maar ook de verwachting van alle betrokkenen. Als een ouder vertrouwen heeft in het medicijn dat het kind krijgt, zal het kind er beter op reageren. Als de dokter met de patiënt meeleeft en denkt dat de patiënt baat heeft bij een bepaald medicijn, zal dat beter werken. Als de patiënt zelf een vriendelijk persoon is, werkt het ook beter! PET-scans lieten zien dat na een pijnlijke injectie en daaropvolgende inname van een ‘pijnstiller’-placebo, proefpersonen met een meegaand, open of altruïstisch karakter meer lichaamseigen pijnstillerstoffen aanmaakten dan de minder sociaal ingestelde types.

Pijnstillers met een chemisch actieve stof gaven in hersenscans een verminderde activiteit te zien in gebieden die met pijn worden geassocieerd, terwijl placebo’s voor een verminderde activiteit zorgden in gebieden die met emoties te maken hebben. Placebo’s werken dus op een andere manier dan gewone medicijnen. In het artikel wordt gesuggereerd dat een combinatie van reguliere medicijnen en placebo’s een optimaal effect zou kunnen hebben.

Mindfulness

Uit onderzoek naar het placebo-effect kwam, als verrassing voor de onderzoekers, naar voren dat zich concentreren op pijn beter werkt dan de aandacht ervan afleiden. Deze bevinding sluit aan bij wat in een ander artikel in dat tijdschrift was te lezen over mindfulness.

Mindfulness komt neer op je aandacht houden bij wat er op dat moment speelt, in plaats van je gedachten te laten gaan over zaken die nog moeten gebeuren of die al zijn gebeurd. Deze focus op het nu wordt in het boeddhisme al eeuwenlang beoefend als meditatie. In de westerse wereld is het sinds de jaren ’70 bekend als methode om stress te verminderen. Omdat stress bij klachten als pijn en depressie dikwijls een verergerende rol speelt, is het niet zo gek dat patiënten in zulke situaties baat kunnen hebben bij een therapie die mindfulness in het programma heeft opgenomen. In een vergelijkend onderzoek bleek mindfulness nog beter te werken dan placebo’s.

In een kadertje bij het artikel staan tips om zelf twee soorten aandacht te oefenen: gerichte concentratie (focus), en open, bewuste waarneming. Let op je ademhaling, wees je bewust van hoe verschillende delen van je lichaam bewegen tijdens het ademen. Als je gedachten afdwalen, richt ze dan weer op je ademhaling. Stel je na vijf tot tien minuten voor dat je geest een blauwe hemel is waarin gedachten en gevoelens voorbijdrijven als wolkjes. Neem dat alles waar zoals het zich voordoet, net als de bewegingen van je ademhaling en andere gevoelens in je lichaam. Besteed dagelijks 10 tot 15 minuten aan deze oefening.

Trendy occultisme

Mindfulness is al een tijdje ‘in’, maar occultisme blijkt ook door te dringen tot de populaire cultuur, te oordelen naar de Britse bekendheid Peaches Geldof, die een tatoeage met de letters O.T.O. (Ordo Templi Orientis) heeft en in maart een Instagramfoto twitterde met het bijschrift: “#93 #Thelema #o.t.o for all my fellow Thelemites on Instagram!”

Volgens het modetijdschrift Look zijn andere beroemdheden zoals Michael Jackson, Jimi Hendrix, de Beatles, Russell Brand, David Bowie en Jay-Z ook in verband te brengen met Crowleys gedachtengoed. Peaches maakte er kennis mee via haar voormalige echtgenoot Max Drummey, die als tatoeage “Quo stet Olympus” had, een verwijzing naar Crowleys leerbrief onder die titel in Magick without Tears.

Op Facebook deden veel mensen lacherig of laatdunkend over Peaches, maar de paginabeheerder van de O.T.O. aldaar merkte droogjes op dat de uitspraak “every man and woman is a star” óók voor sterren gold. En dat Crowley zelf niet vies was van het aantrekken van beroemdheden. Een Thelema-aanhanger verkondigde verontwaardigd dat esoterische wijsheid ongeschikt was voor de massa’s. Een ander repliceerde: “Zij is niet ‘de massa’s’, zij is een vrouw.”

Hello Crowley Kitty

Op verkoopsite Etsy werd het poppetje ‘Hello Aleister Crowley The Magician Kitty’ aangeboden.
In dezelfde reeks onder meer: ‘Hello Cthulhu Kitty’ en ‘Hello Baphomet Kitty’.

 

Meer modes

In Thailand ontstond ophef over het Europese gebruik van representaties van de Boeddha, bijvoorbeeld als knuffel voor de kinderen, schreef Trouw, of als modieuze decoratie in de tuin, schreef de Telegraaf. Men vindt dit oneerbiedig. Boeddha als afbeelding op verplaatsbare toiletcabines gaat inderdaad te ver, erkende het toilettenverhuurbedrijf toen het daarop werd aangesproken door de ambassade. De toiletten, die in Limburg stonden, werden weggehaald en vernietigd.

In het programma ‘Zo Man Zo Vrouw’ hield stylist Jani Kazaltzis zich bezig met mode die naar zijn mening echt niet kon, zoals alternatieve ‘heksenkleding’ met puntcapuchons. Vooral een grote wollen cape vond hij verbijsterend: “Als u mij zo tegenkomt, hoe geloofwaardig ben ik dan voor u? … Als wol nat wordt, wordt dat toch heel zwaar, u gaat mij niet wijs maken dat dat tegen de regen is. Weet ge waar dit tegen is, tegen seks!” De eigenaresse van de cape kon er hartelijk om lachen: “Ge kunt zo ’s nachts over straat lopen en dan laten ze u allemaal met rust, dat is waar.”

Exheks

“Fire burn and cauldron bubble… eye of newt and toe of frog, wool of bat and tongue of dog,” gevolgd door een kakelend schel gelach. “Ja, dit is wel wat cliché,” beaamde exheks Angela Loeve eind maart in een radioprogramma van Omroep Max. Loeve was zo’n dertig jaar lid van een satanische heksencoven: “[een] traditionele bedoel ik dan, want je hebt daar verschillende groeperingen in”. Een aantal jaren geleden bekeerde ze zich tot het christendom. Ze is nu een “kind van het licht” en schreef een boek over haar ervaringen, om christelijke gemeenten te vertellen hoe die moeten reageren als er satanische heksen of gothics op de stoep staan.

Hoewel ze die ‘zwarte’ hekserij nu afwijst omdat ze niet meer met demonen wil werken, sprak ze er in redelijk positieve bewoordingen over, en schetste ze een weinig rooskleurig beeld van het christendom. Heksen waren van oorsprong kruidenvrouwen, zei ze, vaak met magische gaven. Om die reden werden ze gevreesd door de bevolking. Als de oogst mislukte, kregen heksen daarvan de schuld. De christenen hebben veel onschuldigen vervolgd en vermoord.

De coven waar zij bij hoorde, kwam samen in een flat in de buurt van een pinkstergemeente. In die gemeente werd 24 uur achtereen gebeden, ongetwijfeld tegen de volgelingen van Satan. Als antwoord werden in haar coven vervloekingen over de pinkstergemeente uitgesproken. De covenleden vielen niet zomaar willekeurige mensen lastig, maar richtten zich alleen tegen het christendom. Ze gebruikten alcohol en drugs, maar alles met mate. Gevloekt werd er ook niet veel. “En er werden ook leuke dingen gedaan, joh, het was een voorloper van de wellness! Badderen, olietjes…”

Heksengeschiedenis

In de aanloop tot het gesprek vermeldde de interviewster dat het laatste heksenproces in Nederland vierhonderd jaar geleden plaatsvond, in Roermond. Dit klopt niet helemaal. Dat was niet het laatste, wel het grootste heksenproces in de Nederlanden.
Dit feit vormde waarschijnlijk de aanleiding voor de special over heksen van het tijdschrift G/geschiedenis in januari. Hierin aandacht voor de Kleine IJstijd die in de Vroegmoderne Tijd voor slecht weer zorgde, en daarmee voor misoogsten, ziekten, economische verslechtering en oorlog. Geleerden van die tijd wisten zeker dat dit allemaal kwam doordat er een heksenplaag heerste.

Daarnaast besteedde G/geschiedenis aandacht aan de Malleus Maleficarum, aan de rechtsgang tijdens heksenprocessen en aan tegenstanders van de vervolgingen zoals Johannes Wier. Maar ook aan heksen zoals die in de loop der tijd in Grieks-Romeinse mythen werden afgeschilderd. Aanvankelijk waren zij vooral ontzagwekkende en aantrekkelijke tovenaressen; later kregen ze steeds duisterder trekjes toebedeeld.

Het artikel over wicca maakt een slordige indruk. Leuk om te lezen is het artikel over de activistes van de tweede feministische golf, die het woord ‘heks’ als geuzennaam kozen. Zij organiseerden onder meer nachtelijke demonstraties, de ‘heksennachten’, als aanklacht tegen een maatschappij waarin vrouwen niet ‘s nachts over straat konden uit angst seksueel te worden lastiggevallen. Tijdens de tweede feministische golf ontstond ook de Reclaiming-hekserij.

Het artikel over SS-leider Heinrich Himmler biedt stof tot nadenken. Himmler zag zichzelf als afstammeling van een heks. Hij meende dat heksen een Oergermaanse cultuur vertegenwoordigden en liet daarom grootscheeps onderzoek verrichten naar heksen in de geschiedenis. De resultaten wilde hij gebruiken als anti-christelijke en anti-joodse propaganda.

Leuk zeg, heksen vervolgen

Een heksenproces van zo’n vierhonderd jaar geleden inspireerde The Amsterdam Dungeon tot de show ‘Heksenverbranding’, schreef het Noordhollands Dagblad in maart. “Leerzaam leedvermaak”, noemt de website van The Amsterdam Dungeon de gruwelshows. Wat leer je dan van deze attractie? “Of er een heks in jou verscholen zit. Welk noodlot veroordeelde heksen stond te wachten. Hoe hittebestendig jij bent.”

Leerzamer, maar toch ook niet echt gezellig lijkt het nieuwe bordspel ‘Salem’. The Boston Globe noemde het “A Dark Idea of Fun”. Het spel reproduceert de zomer van 1692 in het Amerikaanse Salem, toen twintig mensen werden opgehangen op beschuldiging van hekserij. De spelers krijgen rollen als rechter, jurylid of beul en moeten vermeende heksen opsporen en berechten. In de gegevens die ze voor zich kunnen krijgen, is zo min mogelijk afgeweken van de historische feiten. Er is informatie bijgevoegd over het werkelijke lot van de personen over wie de spelers hun oordeel vellen.

En dan werd in februari nog de horror-fantasy-actiefilm ‘Hansel and Gretel: Witch Hunters’ uitgebracht. Hans en Grietje zijn in dit verhaal na hun traumatische jeugdervaring met een heks, als volwassenen bloeddorstige heksenjagers geworden. Met “een arsenaal aan retro-futuristische wapens” vechten ze tegen de heksen die onder leiding staan van Famke Jansen. De film is gemaakt door Tommy Wirkola die bekend schijnt te zijn van een “nazi-zombiefilm”. Op de recensiesite Rotten Tomatoes mopperde iemand dat de film ondanks het gebrek aan humor compleet lachwekkend was.

Hekserijwetten

In een aantal landen beschouwt men ‘hekserij’ nog altijd, en soms opnieuw, als een bedreiging van de openbare orde. Het is niet altijd duidelijk wat er onder die term wordt verstaan. In Saoedi-Arabië gaat het om het beoefenen van magie, waarop de doodstraf staat. Ex-terroristen komen er in dat land genadiger van af, schreef Trouw bitter: die mogen er van hun dwalingen herstellen in een luxe kuuroord.

In Indonesië werkt het Ministerie van Justitie aan een herziening van het wetboek, om in de toekomst boetes te kunnen opleggen aan heksen en tovenaars die anderen schade berokkenen, berichtte de Volkskrant in maart. Men wil ze beboeten of bestraffen met gevangenisstraf, schreef de Jakarta Globe.

Voorstanders van het plan zeggen dat de wet bedoeld is om de mensen te beschermen tegen bedriegers, die pretenderen te kunnen toveren en goedgelovige slachtoffers zo wel vijftig koeien of varkens kunnen aftroggelen als ‘betaling’. Maar de politicus Permadi, die zelf psychische krachten zegt te hebben, vindt dat de wet heksen en helderzienden discrimineert. Hij stelt dat, als iemand die vervloekingen aanbiedt strafbaar is, degene die vervloekingen afneemt ook bestraft zou moeten worden. Hij vraagt of de wet heksen niet juist zou moeten beschermen tegen vervolging en wijst er op dat niet iedereen die met magie werkt, dat doet om anderen te schaden.

In de Indiase staat Odisha wil men een strenge wet invoeren tegen de misdaad van ‘hekserij’. Uit een artikel in de New Indian Express blijkt dat met die ‘witchcraft’ het geloof in hekserij wordt bedoeld, niet het beoefenen van hekserij of voorwenden te kunnen heksen. Op het Indiase platteland worden vrouwen vaak zwaar mishandeld of vermoord omdat men zegt dat ze heksen zijn.

Deze Indiase wet is bedoeld om die vrouwen te beschermen en richt zich tegen ‘sorcery’, waaronder de heksenjagerspraktijk wordt verstaan. Mensen die beweren dat ze heksen kunnen herkennen, en die voorschrijven hoe zulke heksen bestraft moeten worden, kunnen met de nieuwe, plaatselijke wetgeving harder worden aangepakt dan onder het algemene Indiase recht. Mensen die op aanwijzingen van zulke heksenjagers zogenaamde heksen wreed behandelen, worden eveneens berecht.

In Swaziland kunnen heksen die op hun bezem hoger dan 150 meter door de lucht vliegen, een boete krijgen van 500.000 rand. Dit verklaarde iemand van de Zuidafrikaanse luchtvaartpoltie begin mei in de krant The Star – Early Edition. Hoe serieus hij was, weet niemand. Hekserij wordt in Swaziland heel serieus genomen, maar het vliegen op bezems niet. Swazibezems zijn kleine vegers zonder steel. Men gelooft dat heksen die gebruiken om toverbrouwsels in het rond te spetteren.

Zonnesteennavigatie

Als uitsmijter nu “something completely different”: In maart verscheen een studie over een stuk steen dat ruim tien jaar eerder in het Kanaal was gevonden in een scheepswrak uit 1592. De onderzoekers van de steen betoogden in hun paper dat dit mineraal de legendarische ‘zonnesteen’ was, waarvan bekend was dat de Vikingen die gebruikten om te nagiveren op zee. Van de zonnesteen was bekend dat het zonlicht er op een bepaalde manier in brak, waardoor zeevaarders ook als het bewolkt of mistig was de positie van de zon konden bepalen. Er was alleen niet bekend welke steen de Vikingen daarvoor gebruikten.

Er is een mineraal dat vanwege zijn aparte lichtbreking en warme gloed in het Nederlands ‘zonnesteen’ wordt genoemd, of aventurijnveldspaat. Maar die steen bleek het niet te zijn. In artikelen over de vondst was sprake van IJslandse spaat of IJslands calciet. Uit de tekst en foto’s van Der Spiegel werd zonneklaar dat de Viking-zonnesteen de steensoort is die in het Nederlands meestal ‘dubbelspaat’ wordt genoemd. Dat wil zeggen, als de onderzoekers gelijk hebben, want niet iedereen vindt hun betoog overtuigend.

Twee stukken dubbelspaat (de Viking-zonnesteen) en een collier van zonnesteenkralen

 

~ Met dank aan iedereen die mij nieuws toestuurde of me er op attendeerde! ~

 

Geplaatst in Nieuws | Getagged , , , , , , , , , , , | Reacties uitgeschakeld voor Oud nieuws in de verjongingsketel gegooid – Beltane 2013

Sex, Gender and all that Jazz

Beltaine is a time of fertility. It is the time when the birds and the bees become active again, when they procreate and pollinate. The Wicca celebrate Nature and as a result celebrate procreation because without it Nature would stop existing. The wheel is ever turning, Life blossoms in Spring followed by Death and decline in the Autumn.

Because of this emphasis on fertility, the Craft is often seen as a strictly heterosexual and inflexible movement. Women are only supposed to be the High Priestess of a coven if they are in their fertile years (and maybe not even allowed to use contraception) and apparently everybody has to be straight and identifying with the gender they were born with. Thankfully this is very far from the way the Wicca actually see things.

When Gerald Gardner was promoting the revival of the Witchcraft movement, homosexuality was still considered a mental disorder. The concept that there were people who were anything else than cisgender (the opposite of transgender) was something completely non-existent in most circles of society. Even though Gerald Gardner was not very explicit about his views on homosexuality, he was most likely homophobic. People from his background and generation had grown up with the idea that homosexuality was against Nature. Gardner was trying to reconstruct a religion that celebrated and embraced Nature. Therefore the most logical conclusion to him must have been that homosexuals had no place within the cult of the Wicca.

Even though Gerald Gardner himself may not have been open to people joining the Craft who were attracted to the same sex, he did in many ways lay the foundation for the Wicca to be open-minded about sexuality. Gardner was very active in the nudist movement and it is likely that he introduced the concept of working skyclad (naked) in ritual within the Craft. During these rituals the coveners celebrated Nature and sexuality. Both Gardner and several of his coven members believed that sex should not be confined to marriage, nor that marriages should necessarily be monogamous. Sex was seen as something natural, something that should be enjoyed without a guilty conscience and with Gods who applauded and encouraged exploration.

Shortly before Gerald Gardner died, Alex Sanders entered the scene of British Witchcraft. Even though he married twice during his life time and had four children, he was certainly sexually active with other men during his second marriage and was in a committed relationship with a man for the last ten years of his life. Alex Sanders was – and still is – criticised by many people in the movement for having been so open to the media, but is not criticised over the fact that he was in same-sex relationships.

Given these foundations the Wicca tend to be relatively open about sex and sexuality. When people become involved with Wicca and Paganism, they are already comfortable stepping outside the boundaries that are set by society. After all, running around naked, celebrating nature, sexuality and acts of magic is not something that is mainstream. In my experience that also means that many of those involved in the movement are interested in alternative sexual life styles and are open to experiencing new and different things. This also leads to a more open attitude towards the choices of others.

I know asexual and polyamorous people in the Craft. I have Craft friends who practice BDSM, who swing, those who have group sex and obviously people who are exclusively ‘vanilla’, of the established heterosexual monogamous kind. Sexuality is seen as an inherent part of each individual – it is the privilege of each person to explore and experience in the way they are comfortable with.
As a result of the increased acceptance of same-sex relationships in society same-sex oriented people have become more and more accepted amongst the Wicca as well. We now know that same-sex relationships are common in Nature and that long term same-sex couples are found in many species. Quite a few High Priests and High Priestesses openly identify as being gay or bi-sexual.

However, the Craft is a tradition, more than anything. That means that the way a ritual is done is not constantly changed, but is meant to reflect the same core essentials each time the ritual is enacted. An important part of that core material is a reflection of procreation in Nature, a recognition that the spark of Life stems from the conjoining of the Male and Female. It is these Male and Female energies that are reflected in the Gods we worship. That doesn’t mean that you have to think in Male and Female stereotypes, or that you have to exclusively identify as a Man or Woman.
In fact, many of the Wicca see the recognition and balancing of the Male and Female energies within oneself as essential to being able to work as a Priest(ess) to the Gods and Goddesses. Since every living thing is seen as a result of the union of Male and Female energies, both these energies are present in each and everyone of us.

If somebody straight, bi, gay, transgender, cisgender or genderfluid comes to the Craft because of a calling to our priesthood, one of the many issues coven leaders will raise is whether a person is comfortable working with ritual elements that represent the union of Male and Female. Issues around the Male and Female energies within people themselves and how to relate to those energies are usually also addressed, but all this is regardless of sexual orientation or gender orientation. It is important to figure these things out, because it is part of the framework we use in our ritual and even though the Craft is open to everybody it doesn’t mean the framework can be changed to suit all needs.

We still work with the initial framework that was handed down via Gerald Gardner. But it is a framework, a foundation, a starting point. Each person and each coven in the Craft is a unique individual one. We nurture individuality and there is room for addition and embellishment. Aside from recognising the Male and Female energies quite a few of the Wicca regularly work and experiment with things like role reversals within ritual, cross gender invocation and some people are even happy to work with same sex initiations. There are transgender priests and priestesses and sexual preferences of all kinds are represented within the Craft. That fact is reflected in the way rituals are performed and experienced.

Even though the Wicca are generally more open minded than the average Joe in the street, there are some of us who are homophobic or just don’t know the politically accepted jargon. The Wicca aren’t saints and discrimination does happen. Acceptance of gender and sexual differences is a topic that is raised quite regularly at meetings and on social media for the initiated. With information and sharing comes a greater understanding.

It is a subject that also fairly regularly comes up in social media that includes non-initiates who do not identify as cisgendered heterosexuals. Usually the tone is relatively hostile, since people have heard many of the inaccurate rumours about gender within the Craft. On one of these occasions the complaint was made that there are no articles or blogs about the views of the Wicca on this issue. When I tried to find some online articles I was surprised that this was indeed the case and in some ways I hope that is remedied by this article. I think that the Wicca don’t write about it publicly because as the hidden Children of the Gods we tend not to write about our Craft. Also, because we perceive sexuality as such a sacred and individual experience, it is not something we feel the need to be open about on the Internet. We experience the mysteries of the Male and Female regardless of the body we were born in, but equally, those mysteries go beyond gender and sexuality. We just don’t happen to blog or write articles about it!

By Sophia Boann.

Geplaatst in English articles | Getagged , , | 2 reacties

Websites – Beltane 2013

Logo pagina Webwegwijzer Wiccan Rede Online Magazine

Interessante websites die we verzamelden voor de lezer. Websites that might interest our reader.

Broomstix
Natalie Zaman, one of the contributers, explains what Broomstix was at Witches & Pagans.

From 2006 tot 2010 it was an online magazine for families, a magazine “filled with stories, crafts and journal activities, ancient traditions and magical tools, and a growing collection of lovable characters to teach kids about alternative spiritual paths.” Then life got in the way, and since it has been sleeping, until recently. “We have a new format, but the same, simple goal: to be a positive community resource where folks can share their knowledge and talents. Stay tuned! Look for unique Pagan Square Broomstix posts on Wednesdays. Visit broomstix.blogspot.com for further fun (posts go up every Tuesday and Friday)!”

Greenmantle
“Greenmantle is currently a biannual magazine which focuses on all aspects of Paganism and the Occult. It was first published in 1993.

Greenmantle has built acclaim and respect, culminating in being affiliated with the Centre for Pagan Studies and the Doreen Valiente Foundation in 2012. Greenmantle is a general magazine, publishing articles on topics of interest to most pagans and occultists, from books, films, art and music to magical sites, history, ideas and studies as well as interviews and much more. It is non-denominational and covers all brands of paganism and the occult.”
The magazine is not available on the internet, but you can order it – and cards for the Anniversary celebration – from the website.

Greenmantle Anniversary Celebration
“In 2013 Greenmantle reaches its 20th Anniversary, and to celebrate, the Beltaine 2013 issue will be a special limited edition which includes an exclusive CD featuring the music of Talis Kimberley (eclectic folk singer-songwriter) and Legend (Pagan progressive rock).

The celebrations will culminate with an event being held in Brighton on the Summer Solstice, where Talis and Legend will be performing together on the same bill for the first time.

A Solstice Celebration of 20 years of Greenmantle magazine in conjunction with The Centre For Pagan Studies and Pagan Pride. Friday 21st June 2013.”

Maanfasen in 2013
Elders op de Waarnemen-website vind je nog veel meer over de sterrenhemel, met uitleg over verschijnselen rondom zon, maan en planeten, enz. Op deze pagina staan de maanfasen per datum, met de exacte tijdstippen.

Goddess Procession
Op zondag 9 juni 2013 wordt weer een Godinneprocessie gehouden in Amsterdam. “We eren de Grote Moeder. We vieren het Vrouwelijk Goddelijke”. Op de website vind je de praktische gegevens, maar ook foto’s en een filmpje van de processie in de afgelopen jaren en informatie over hoe het zo gekomen is, en over het beeld van de Godin. Wie de chants mee wil zingen tijdens de processie, kan oefenen want ook die zijn te vinden op de website, met teksten en video’s. Je hulp en donaties zijn welkom!

Come and join us Sunday June 9th 2013 for the 4th Goddess Procession! Honouring the Great Mother – Celebrating the Divine Feminine. The website is both in Dutch and English.

Geplaatst in Web Wegwijzer | Getagged , , | Reacties uitgeschakeld voor Websites – Beltane 2013