Oud nieuws in de verjongingsketel: Heksen in soorten en maten

Pinksterbloem

Van oudsher is het najaar, vanwege Halloween, de periode waarin de media iets met heksen doen. Maar afgezien van de sneeuwklokjes, het longkruid, de berken, de fruitbomen en nog zo het een en ander in tuin en natuur, gedraagt weinig op de kalender zich tegenwoordig volgens oude vertrouwde patronen. Dus dit jaar was het in het voorjaar al heksentijd in de media.

Natuurheks

Misschien komt het doordat deze heksen slecht bij de horrorsfeer van Halloween passen. Daar zijn ze te aanspreekbaar en menselijk voor. Of het heeft ermee te maken dat er heel wat boeken over hekserij worden geschreven, die niet allemaal en masse eind oktober in de belangstelling kunnen staan.

Zo werd Yvonne Vrijhof in maart geïnterviewd door de IJmuider Courant naar aanleiding van haar boek Jaarcirkel – leven in het ritme van de seizoenen. Yvonne is onder meer reikimaster, Bachbloesemtherapeut, natuurcoach en positief-denkster. De krant noemt haar een ‘natuurheks’. Haar boek heeft als boodschap “dat het ritme van de natuur waardevolle lessen brengt in ons leven”, en bespreekt hoe je de natuurlijke energieën kunt leren voelen. Elk seizoen brengt ‘uitdagingen’ om zelf iets te doen, zoals een ei planten in de lente of ’s zomers een verenvrouw maken.

Het woord ‘natuurheks’ roept de vraag op, wat voor heksen andere heksen dan zijn. Cultuurheksen, kunstheksen, plasticheksen? Een vriendinnetje van mij op de basisschool wilde het liefst een goochelheks zijn. Maar de heksen die tegenwoordig in de media worden geportretteerd, hebben het eigenlijk altijd over de natuur als grondslag voor hun hekserij. De term ‘natuurheks’ lijkt dan dubbelop.

De interviews gaan zelden diep in op wat de geïnterviewde verstaat onder ‘natuur’ en hoe ze daar als heks mee werkt. Gaat het over de te beschermen natuur van Natuurmonumenten of het WNF? De leerzame plantjes en beestjes van het IVN? Zijn polders, akkers, balkontuinen, kamerplanten en huisdieren nog natuur? En mensen? Hoe verhoudt ze zich tot de eikenprocessierups, tsunami’s en de tuberculosebacil?

Gaat hekserij als ‘natuurreligie’ over de natuur van de natuurkunde? Of betreft het vooral de algemeen-menselijke of iemands individuele natuur, en hoe die gerelateerd kan worden aan planten en dieren in de buitenwereld? Fungeert ‘de natuur’ als tegenhanger van het maatschappelijk leven, en onthult de gerichtheid op de natuur wat men mist op het sociale vlak? Wordt de natuur gezien als belichaming van het goddelijke? Of betreft de natuur juist het aardse leven met al z’n veranderingen van ontstaan, groei en vergaan, tegenover een onvergankelijke, ‘bovennatuurlijke’ goddelijke wereld?

Mogelijk is ‘natuurheks’ eenvoudig de hedendaagse versie van wat vroeger een ‘witte heks’ heette en is de toevoeging aan het woord ‘heks’ vooral bedoeld om duidelijk te maken dat het niet gaat om een enge heks. Niet om een heks die zich inlaat met demonische krachten of ander griezeligs.

Lichtheks

Saul bij de heks van Endor, die voor hem de geest van Samuel oproept. Gravure van Quiryn Fonbonne naar een tekening van Bernard Picart, ca. 1690 – ca. 1757 (collectie Rijksmuseum)

De christen Tijs van den Brink, presentator van het EO-programma Adieu God? sprak met Susan Smit over hekserij en gaf toe: “Ik denk dat er spirituele kanten aan zitten die ik vanuit mijn geloof misschien wel eng of gevaarlijk vind.” Daarbij dacht hij met name aan het oproepen van dodengeesten. Maar Susan Smit stelde hem gerust: seances of glaasjedraaien, daar doet zij niet aan. Oproepbare geesten zijn volgens haar zielen die in verwarring zijn en nog niet naar het licht zijn gegaan.

Ze zei dat het woord ‘heks’ gemakkelijk een verkeerd beeld oproept. Zij is geen sprookjesfiguur of geheimzinnig persoon met bijzondere gaven: “Ik kan niks wat jij niet kan.” Heks betekent voor haar: een wijze vrouw. Dit is een ideaal. Ze vindt zichzelf nog niet wijs, maar ze streeft naar wijsheid. Hekserij heeft niets met de duivel te maken; die is namelijk uitgevonden door het christendom, zei ze, en bestaat dus niet in de voorchristelijke Oude Religie.

Hekserij is een “ongeorganiseerde religie”, d.w.z. zonder institutionele structuur of officiële leer. Je kunt je niet ergens melden als je heks wilt worden. Een inwijding is ook geen ‘bekering’, want dat woord impliceert een ommekeer en Susan Smit is na haar inwijding niet ineens een ander mens geworden.

Van den Brink had gelezen dat Smit voorafgaand aan interviews soms aan magie doet en wilde weten of ze dat nu ook had gedaan. Zij legde uit dat de magie in zo’n geval inhoudt dat ze zich afstemt op “de goddelijke bron, of bron van het licht… jij zou zeggen God” en dat ze een goed verloop van het gesprek visualiseert. Aha, net zoiets als wat Louis van Gaal doet, begreep de interviewer: “die zegt ook altijd dat je een wedstrijd van tevoren in je hoofd een paar keer moet spelen”.

De gesprekspartners deden hun best om elkaar tegemoet te komen. De Wiccan Rede werd via de tussenstap “wat jij niet wilt dat jou geschiedt…” vertaald in het Bijbelse gebod “heb uw naaste lief als uzelf”. Het christelijke idee van zonde zou volgens Susan in haar geloof iets zijn als: je teveel laten leiden door je ego, dingen nastreven die niet gericht zijn op het welzijn van allen. Zij heeft het dan alleen liever niet over ‘zonde’, maar over ‘even verdwaald zijn’, omdat dat milder klinkt. In tegenstelling tot een afwijzende veroordeling nodigt mildheid uit, eens goed naar het negatieve te kijken en er licht op te laten schijnen, om zo weer op het juiste pad te komen.

Ook dit interview had te maken met een boek. Susan Smits historische roman De heks van Limbricht is nog niet verschenen, maar staat gepland voor eind mei.

Spookheks?

Horrorwebzine De nachtvlinders heeft geen boek of Halloween als aanleiding nodig om het over heksen te hebben. Hier natuurlijk liefst wel griezelige heksen, maar de geschiedenis van het geloof in heksen is angstaanjagend genoeg. Begin april verscheen er het trieste verhaal van ‘De heks van Purmerend’ over de zestiende-eeuwse dienstbode Meyns Cornelis. Het speelde zich hoofdzakelijk af in Amsterdam, maar Meyns kwam oorspronkelijk uit Purmerend. Haar hele leven hoorde zij stemmen en zag ze verschijningen van katten en vrouwen, wat niet alleen haarzelf maar ook anderen beangstigde. Ze bezocht een exorcist, maar zonder resultaat. Haar vreemde gedrag gaf voeding aan praatjes en tenslotte werd ze in 1555 gearresteerd en op de Dam verbrand wegens hekserij.

In de reacties merkte iemand op dat dit als spookverhaal werd gepresenteerd, maar dat er niet werd verteld of de ‘heks’ nu als spook rondwaart. Even later opperde hij dat het op de Dam waarschijnlijk meestal te druk is om spoken op te merken.

Toegewijde heks

Gelukkig is het vandaag de dag niet meer levensgevaarlijk om ervaringen te hebben die afwijken van de waarneming van anderen. Ryanne van Dorst sprak in Het Alternatief met de heks Oriana, die haar onder meer wist te vertellen dat er een “hele mooie, goudkleurige, lieflijke energie” bij haar aanwezig was, waarvan Ryanne dacht dat dit wel eens de geest van haar oma kon zijn. Zij was overigens niet onverdeeld gelukkig met de gedachte dat haar oma altijd bij haar was. Oriana vond het zelf wel fijn dat ze altijd aanwezigheden kon voelen en dus nooit alleen was.

Dit gesprek was niet naar aanleiding van een boek, maar in het kader van een zoektocht naar alternatieven voor onze wereld van “honger, oorlog, klimaatverandering, overconsumptie en nu ook nog een pandemie”.

Hekserij laat zich vaak beter begrijpen door het te doen en te ervaren dan door erover te horen vertellen. Oriana nam Ryanne daarom mee in enkele rituelen. Voor het eerste gingen ze naar een bos, waar Ryanne zich eerst ontdeed van ongewenste emotionele ballast door stenen in een meertje te gooien. Daarna ging ze, omgekleed in een lange jurk, tot haar knieën in het meertje staan om zichzelf met dat water te zegenen: “zegen je je ogen, dat die het ware pad mogen zien”, instrueerde Oriana, “[zegen] je mond, opdat je altijd je echte zelf mag uitspreken”. In sommige berichtgeving hierover werd dit een inwijding genoemd, maar daar was in het programma zelf geen sprake van. Het ging om een toewijding.

Een ander ritueel was samen met twee anderen, die les kregen van Oriana. Ze zaten aan de zijden van een grote houten tafel en zochten dingen uit die op tafel of op het altaar konden omdat ze bij die dag pasten. Bij vier dikke kaarsen spraken ze passende wensen uit: Fabienne stak de donkergrijze kaars aan, verwelkomde het element aarde en vroeg om succes bij haar recente sollicitatie. Bij de gele kaars sprak Wesley de hoop uit dat dit het begin was van een toekomst waarin ze meer voor elkaar konden betekenen. Ryanne wenste bij de rode kaars een hoger doel voor zichzelf te vinden door haar ontdekkingsreis door de hekserij, “en heel veel geile seks in de toekomst!” De wens bij de blauwe kaars werd niet getoond.

In dezelfde aflevering van het programma kwam Anke aan het woord, die in plaats van te eten al enkele jaren leeft van prana uit lucht en zonlicht (ze drinkt wel kokoswater, smoothies, sap en haar eigen urine). Er werd steeds heen en weer geschakeld van een stukje met Oriana naar een stukje met Anke, en weer terug. Heksen die het programma bespraken op Facebook vonden dat een minpunt, omdat een ongeïnformeerde kijker daardoor de indruk kon krijgen dat wat Anke deed iets te maken had met hekserij. Ze vreesden dat het pranaverhaal een slechte invloed kon hebben op anorexiapatiënten. Daar wilden ze liever niet mee worden geassocieerd. Urine drinken is trouwens ook geen heksengewoonte.

Lunula-variaties (privécollectie)

Ryanne droeg een opvallend sieraad. Het zag eruit als een lunula (‘maantje’, in dit geval een hanger met naar beneden wijzende punten), met daarboven een horizontale staaf eraan bevestigd met twee kleinere verticale staafjes. Het geheel deed enigszins denken aan een Chinees teken, of een mens in wijdbenige hurkhouding met opzijgestrekte armen. Ik heb helaas nergens informatie over het sieraad kunnen vinden.

Uitzoekheks

Het tijdschrift Eik-en-blad, “magazine voor heidenen en oude religies” bracht een themanummer uit over heksen. Hierin noemt Mirren zichzelf een ‘uitzoekheks’. Een uitzoekheks is geen erfheks met een familietraditie, maar iemand die graag dagdroomt over magie zoals die in boeken en films voorkomt, en daarnaast veel leest om uit te zoeken welke vorm van bestaande hekserij het best bij haar of hem past. “Tot die tijd noem ik mijzelf Eclectisch, aangezien ik van iedere stroming iets mee pak. Ik weet niet zo goed of ik over 3 jaar deel wil zijn van een stroming. Misschien past een Eclectische heks zijn toch beter bij mij. Ik heb geen idee.”

Mirren googelde ‘heks’ en ‘hekserij’ om te ontdekken wat hierover op internet was te lezen en vroeg daarnaast aan enkele vrienden die ervaring hadden met hekserij wat zij daaronder verstonden, maar kon uit dit alles geen eenduidig beeld van een ‘standaardheks’ destilleren.

Verder in het nummer onder meer iets over een in Frankrijk populaire maankalender voor de moestuin; iemands bespreking van het door haarzelf geschreven kinderboek over een meisje dat via een houten amulet kennis maakt met de vier elementen en een grote liefde voor de natuur ontwikkelt; aanwijzingen voor het maken van een beschermende heksenfles; twee stukjes over bekende schrijfsters van boeken over hekserij: Vivianne Crowley en Phyllis Curott. Het laatste eindigt met een betoogje over “veganistische Wicca”. De strekking lijkt te zijn dat iemand die de Wiccan Rede als leidraad hanteert, veganist moet zijn, en dat niet-veganistische hekserij gelijkstaat aan verderfelijke “zwarte hekserij”.

Familiegelijkenissen

De meeste heksen vermelden uitdrukkelijk dat de ene heks de andere niet is, dat er meerdere stromingen of ‘tradities’ bestaan, en dat dit een goede zaak is. Susan Smit stelt dat het ongeorganiseerde van de hekserij de religie beschermt tegen corruptie en machtsmisbruik. Ook hierover zal niet iedereen hetzelfde denken. Van tijd tot tijd weerklinkt de roep om een overkoepelend instituut dat het kaf van het koren kan scheiden voor belangstellenden. Daartegenover staan dan weer degenen die zeggen dat heksen niet aan ‘zending’ doen, en dat het kaf van het koren leren scheiden deel uitmaakt van iemands persoonlijke queeste.

Het is moeilijk, om niet te zeggen onmogelijk, een beschrijving van moderne hekserij of wicca te geven waar werkelijk iedereen zich zonder kanttekeningen in kan herkennen. Wicca kent immers geen dogma’s – maar zelfs die uitspraak kan op tegenspraak rekenen, omdat het zelf wel een dogma lijkt! Toch zijn er wel degelijk overeenkomstigheden, in de trant van ‘familiegelijkenissen’. Diverse moderne heksentradities zijn, ondanks de onderlinge verschillen, herkenbaar als ‘familie’.

Het meest in het oog springende ‘familietrekje’ is misschien wel de Wiccan Rede, het Advies van de Wijzen dat in Merlins vertaling[i] luidt:

“Acht woorden vormen de Wijze Raad:
Doe wat je wilt, mits het niemand schaadt.”

Van de oorspronkelijke Engelse versregels zijn verscheidene tekstvarianten in omloop, die echter niet wezenlijk van elkaar afwijken. Waarschijnlijk is het korte rijmpje in 1964 bedacht door Doreen Valiente, om de ethiek van de wicca op een pakkende en gemakkelijk te onthouden manier te verwoorden.[ii]

Hoewel de meeste heksen de Wijze Woorden onderschrijven, lopen de interpretaties ervan wel weer uiteen. Sommigen beschouwen het als een heilig voorschrift, anderen zien het meer als een advies (zoiets als de Pirates’ Code in Pirates of the Caribbean). De één betrekt het op het gebruik van magie, terwijl een ander het als criterium op elk levensterrein hanteert. Terwijl de meerderheid de Wiccan Rede als een ethische richtlijn beschouwt, benadrukte Gerald Gardner het pragmatische aspect: als heksen zich toeleggen op vervloekingen en schadelijke magie, kan dat een reden vormen voor vervolgingen; als ze zich vooral bezighouden met genezing en dergelijke, worden ze hooguit niet serieus genomen, en in elk geval door de overheden met rust gelaten.

Voor menigeen is “harm none” de essentie van de Wiccan Rede. Uit wat ik de laatste tijd zag voorbijkomen, blijkt dat sommige heksen nog verder gaan dan enkel het vermijden van nadelige gevolgen. Zij vinden dat je de magie niet louter voor je eigen doeleinden mag inzetten, maar dat je altijd dient te streven naar het welzijn van alles en iedereen (waar jijzelf ook toe behoort, maar niet als enige). Maar wordt de soep heus zo heet gegeten? Als je ziek bent of een ongeluk hebt gehad, mag je toch best magie voor jezelf gebruiken om het herstel te bespoedigen, zonder dat je eerst uitpuzzelt of jouw gezondheid wel in het belang van de hele wereld is?

Er zijn er ook voor wie het zwaartepunt van de Wiccan Rede ligt bij het “do what ye will”. Volgens hen is er slechts één voorwaarde verbonden aan wat iemand doet, namelijk dat het niemand schaadt. Als daaraan is voldaan, zijn er voor de wicca verder geen morele geboden of verboden. Gastronomisch eten, de hele dag rondlopen in pyjama, seks hebben puur voor de lol, Netflix-bingewatchen, naakt tuinieren, sterke verhalen opdissen, roesmiddelen gebruiken, jezelf trakteren op een oogverblindende galajurk: plezier en hedonisme zijn niet inherent verkeerd. Zolang niemand er de dupe van wordt, mag het gewoon. Het hoeft niet! maar het mag. Ook al is het volgens heersende normen of andere religies misschien zondig, verboden, bespottelijk of ‘niet netjes’.

Nonconformisme

Op Facebook plaatste iemand een foto van de hoek van een gebouw met de tekst: “DO WHATEVER THE FUCK YOU WANT… [en dan om de hoek:] JUST DON’T HURT PEOPLE.” In commentaren bij de foto werden enthousiast enkele Perzische dichtregels aangehaald, van (of toegeschreven aan) Omar Khayyam[iii] en Hafez[iv]. In deze in het Perzische taalgebied alom bekende en geliefde poëzie komt een nonconformistische en mystieke islam tot uitdrukking. De woorden van Khayyam kunnen worden vertaald als “Drink wijn, steek de preekstoel in brand… [maar] schaad de mensen niet”. Die van Hafez lijken iets te betekenen als: Doe wat je wilt maar doe geen kwaad, want onze religieuze wet kent geen grotere zonde. (Het ‘schaden’ of ‘kwaad doen’ kan in deze verzen tevens verwijzen naar politieke en/of religieuze onderdrukking.)

Koning Pausole spreekt recht onder een kersenboom. Illustratie bij de roman ‘Les aventures du roi Pausole’ van Pierre Louÿs (afbeelding van Wikipedia)

Er wordt regelmatig op gewezen dat Gerald Gardner en Aleister Crowley elkaar kenden, en dat de Wiccan Rede doet denken aan Crowleys ‘Wet van Thelema’: “Do what thou wilt shall be the whole of the Law / Love is the law, love under will”.[v] Minder vaak wordt eraan herinnerd dat Gardner omging met tal van anderen, onder wie Idries Shah, die ongetwijfeld vertrouwd was met genoemde Perzische dichtregels. Waarmee ik niet wil beweren dat Idries Shah als ghostwriter van de Wiccan Rede aangemerkt moet worden; alleen dat Thelema als cruciale invloed mij niet aannemelijker voorkomt dan het soefisme van Shah. Uiteraard kunnen ook hierover de meningen verschillen! Gardner zelf verwees in dit verband uitsluitend naar de fictieve koning Pausol (= Pausole), die avonturen beleefde in een ‘pikante’ Franse roman die hij mogelijk alleen van horen zeggen kende.[vi]


Noten

[i] Uit een artikel over (het vertalen van) de Wiccan Rede in Wiccan Rede in de jaren ’80. Ik heb het niet bij de hand en citeer uit mijn hoofd.

[ii] Ethan Doyle White: ‘“An’ it Harm None, Do What Ye Will”: A Historical Analysis of the Wiccan Rede’. Magic, Ritual, and Witchcraft, vol. 10 no.2 (winter 2015), pp. 142-171

[iii] مى بخور، منبر بسوزان، مردم آزارى مكن

[iv] مباش در پی آزار و هرچه خواهی کن
که در شریعت ما غیر از این گناهی نیست

[v] De tekst van Crowley gaat volgens de meest gangbare interpretatie niet over lekker doen waar je zin in hebt, maar over het herkennen van de Wil van het universum in jezelf. Het Griekse woord θέλημα (thelèma, wil) komt uit het Nieuwe Testament en gaat daar bijna steeds over Gods wil, als in: “Uw koninkrijk kome, Uw wil geschiede”. Deze mystieke gerichtheid op een enkelvoudig hoger principe lijkt ver af te staan van de praktische instelling van de heksen waar Gardner over schreef.

[vi] De roman wordt niet genoemd in de bibliografie van The Meaning of Witchcraft (het boek waarin Gardner de heksenmoraal vergelijkt met die van “the legendary Good King Pausol”), en is evenmin aangetroffen in Gardners nalatenschap. Zie bovengenoemd artikel van Ethan Doyle White.

Over Medeia

Een belangrijke, niet-christelijke basis van onze zgn. westerse beschaving is het oude, deels imaginaire, Griekenland. Medeia is een naam uit de Griekse mythen, waar zij echter werd beschreven als een sinistere snuiter uit het barbaarse Oosten. De spanning die voortkomt uit een denken in tegenstellingen, zoals erbij horen / een buitenstaander zijn, is in Medeia’s beleving een drijvende kracht in ‘de oude religie’. Uit de nalatenschap van de klassieke oudheid stamt ook het ideaal van de Kunst als toegang tot een andere dan de alledaagse werkelijkheid. Medeia schrijft sinds 2010 voor Wiccan Rede.
Dit bericht is geplaatst in Nieuws met de tags , , , , . Bookmark de permalink.