“Laat de verschillen maar duidelijk zijn.” Een interview met Bran

Bran is in de jaren ’70 geïnteresseerd geraakt in Wicca en natuurreligie. Na een spirituele zoektocht sloot hij zich eind jaren ’80 bij de Gardnerian traditie aan waarbinnen hij enige jaren later is ingewijd. Hij was een van de twee auteurs van het boekje ‘De bezem voorbij’, de jubileumuitgave bij het 25-jarige bestaan van Silver Circle en het tijdschrift Wiccan Rede. Inmiddels is zijn aandacht verlegd naar een vorm van boeddhisme.

Jana: Noem je jezelf (nog) heks?

Bran: Een gewetensvraag. Ik neig naar niet, eerlijk gezegd. Met het woord heks heb ik altijd een beetje moeite gehad. Ik spreek liever over ‘wicca’ (met kleine letter, om aan te geven dat het om ‘de aanhanger’ gaat. Net zoals de Engelstaligen het woord ‘wiccan’ gebruiken), ‘wikker’ of ‘paganist’.

Een andere reden is dat ik me in deze fase van mijn leven vooral bezighoud met meditatie en boeddhisme en minder met Wicca, als paganistische religie.

Jana: Is Wicca te combineren met andere religies of levensbeschouwingen?

Bran: Ja en nee. Je zou het kunnen combineren. In Azië zie je vaak ook een combinatie van (staats)religie versus volksgeloof. Boeddhistische gelovigen die regelmatig naar de tempel gaan om bloemen te brengen of wierook te branden voor de Boeddha. En zodra ze thuis komen hun voorouders vereren bij een klein voorouderhuisje in de tuin. Of Tibetaanse monniken die deva’s/ boddhisattva’s vereren en daarbij gebruik maken van pathworkings/ geleide visualisaties. Ook zijn er parallellen te trekken met de wijze hoe sommige boeddhistische monniken proberen mensen te genezen en de methoden die heksen hier gebruiken. Sommige vergevorderde meditatiebeoefenaren zijn in staat om doeltreffend magisch werk te verrichten. Heksen zouden hun magisch werk kunnen verbeteren door zich deze eeuwenoude meditatietechnieken eigen te maken.

Een van de sterke kanten van de beoefening binnen Wicca is dat je op persoonlijk niveau wordt uitgenodigd om je gevoelens en gedachten in rituelen vorm te geven. Veel westerse boeddhisten worstelen daarmee. Zwart-wit gezegd: of ze kopiëren letterlijk bestaande rituelen uit Japan of Tibet of ze laten elke vorm van rituelen achterwege. De eerste groep zal zich wellicht een vreemde voelen in het westerse seculiere Nederland. De laatste groep beseft wellicht niet volledig de meerwaarde van het doen van rituelen. Hoe dan ook, mij lijkt dat er mogelijkheden zijn om Wicca met andere levensbeschouwingen te combineren. In die zin ‘bijt het elkaar niet’.

Aan de andere kant kunnen de verschillen tussen Wicca en boeddhisme voor de serieuze beoefenaar ook als te groot worden ervaren. In het traditionele boeddhisme wordt het geluk vooral gezocht in de verstilling, in de versobering en eenvoud, in de diepe innerlijke vrede. In Wicca toch vaak in het (uitbundig) vieren en het beamen van het leven en de levensenergie. ‘De boeddhist kiest voor de stille woudvijver, de wicca voor de party’, zou je kunnen zeggen. En rijm dat binnen in jezelf maar eens met elkaar… Zelf merk ik als effect van het vele mediteren dat mijn behoefte aan versobering/ verinnerlijking groter is geworden. De behoefte om juist te ‘spetteren’ in mooie en heftige rituelen is duidelijk verminderd. Natuurlijk kun je die diepe vrede ook als wicca ervaren als je midden in de natuur je rituelen doet. Maar ik merk toch dat veel Nederlandse wicca’s hun aandacht veel meer richten op het vormgeven van rituelen e.d. dan op het zoeken naar een diepe vrede en een verinnerlijking.

Jana: Wat is de essentie van Wicca, wat trekt of trok jou erin aan? Wat zijn waardevolle elementen in Wicca?

Bran: Toen ik nog niet van Wicca gehoord had, was ik altijd in de natuur te vinden. Mijn eerste mystieke ervaringen heb ik als klein kind in het bos (ik noemde het toen Het Diepe Woud) ervaren. Ik ging niet eerder terug naar huis, voordat ik met eigen ogen een ree, konijn of haas had gespot.

Ik genoot van tv-documentaires over natuurvolkeren, was aan het graven in de achtertuin of struinde akkers af op zoek naar stenen vuistbijlen en pijpenkopjes en was heftig geïnteresseerd in het Oude Egypte met zijn goden en godinnen. Ik speurde midden in de nacht de hemel af op zoek naar fonkelende planeten en schichtige meteoren. Hoewel niet godsdienstig opgevoed bespeurde ik in me een religieus-mystiek gevoel. Als tiener bedacht ik mijn eigen ‘godsdienst’, gebaseerd op de Zon als Levensbrenger en de moderne wetenschap als verklaarder van de wereld om mij heen.

Toen ik voor het eerst van Wicca hoorde, vielen de puzzelstukjes op hun plek. Alsof ik thuis kwam. Al mijn ervaringen kon ik inpassen in het raamwerk van Wicca. Al mijn interesses kon ik verdiepen in het paganisme. In eerste instantie trok het magische en het geheimzinnige ervan. Later ben ik juist het mystieke en creatieve erin gaan waarderen. Was ik in aanvang vooral geïnteresseerd in de grote verscheidenheid aan vormen in de natuur, nu zag ik ook de levensenergieën die erachter zaten. Moeder Aarde werd één levend organisme en ik vormde daar een onderdeel van.

Wicca is voor mij een zoektocht naar de oerkracht, de kracht van het leven in ons bestaan. Alleen door creativiteit en beleving kan je naar mijn idee in contact met deze kracht komen. Ieder heeft vast wel ervaren hoe eigen vormgegeven rituelen je des te dieper kunnen raken. Je staat dan even heel dicht bij de Godin, God, Natuur, Levenskracht of hoe je dit ook wil benoemen. Dat even kunnen voelen van die oerenergie, dat even één zijn met het mysterie van Moeder Aarde, dat is voor mij Wicca.

Na meer dan 20 jaar actief te zijn geweest binnen Wicca, begon ik op een kruispunt van wegen te komen. Ik aarzelde en bleef – achteraf gezien – enkele jaren staan op deze kruising. Zelf miste ik vooral de verinnerlijking en de mystieke kant. Ik zag vooral wicca’s bezig met de vorm, het uiterlijk: mooie rituelen, mooie gewaden. Ik kreeg steeds meer het gevoel hierin alleen te staan. Dat was voor mij een reden om de andere weg te kiezen. Ik kwam op een punt dat ik meer verdieping wilde en erachter kwam dat ik dat zelf zou moeten doen. Ik kon me op dat moment het beste terugtrekken in het woud, alleen met de natuur en haar goden. Dat heeft er uiteindelijk toe geleid dat ik meer de meditatiekant heb opgezocht en zo ben ik teruggegaan naar een interesse die ik al had toen ik begin 20 was, vóór mijn wicca-periode.

Jana: Vormt Wicca of paganisme een gemeenschap? Zou dat moeten?

Bran: Ja, zodra mensen zichzelf wicca of paganist voelen horen ze bij een club van verwanten met min of meer dezelfde uitgangspunten. Maar dan wel een Wicca/paganistische gemeenschap bestaande uit bij uitstek individuen, is mijn ervaring! 😉 De eigen identiteit wordt erg belangrijk gevonden. Ook al hebben de deelnemers ongeveer gelijke uitgangspunten, zodra het op een concrete invulling aankomt, denkt iedereen er anders over en volgt zijn eigen weg. Maar geldt dit niet voor elke spiritueel pad? Uiteindelijk kom je tot het inzicht dat je alleen verder moet gaan, omdat je anders niet verder komt. Althans zo heb ik dat ervaren. Maar het is ook goed om dingen samen te doen. Je kan elkaar helpen, elkaar stimuleren, samen iets bereiken. In die zin pleit ik voor een hechtere gemeenschap.

Jana: Moet Wicca zich ook beter organiseren?

Bran: Als Wicca als religie serieus genomen wil worden, dan is het verstandig om zich beter te organiseren dan nu het geval is. Het is goed om af en toe over de verschillen heen te kijken. Zo zijn de verschillende boeddhistische groepen in Nederland verenigd in de Boeddhistische Unie Nederland. Deze unie is de spreekbuis richting de landelijke overheid. In de wereld van Wicca en paganisme zou de Pagan Federation International Nederland deze functie kunnen vervullen. Een federatie die opkomt voor de belangen van haar leden.

Daarnaast zie je dat vele beoefenaars van andere levensovertuigingen zich ook bezig houden met maatschappelijke ontwikkelingen. Ze helpen bijvoorbeeld bij voedselbanken of doen vrijwilligerswerk voor vluchtelingen. Discussiëren mee binnen interreligieuze organisaties, gaan naar gevangenissen, geven raad en daad bij huwelijken, geboorten en sterfgevallen. Binnen Wicca zie je overigens al wel voorbeelden van heksen die zich specialiseren in uitvaartbegeleiding, behandeling van bepaalde psychische en lichamelijke ziekten, e.d. Maar ik heb het gevoel dat wicca’s wat dat betreft wat achterblijven in vergelijking met andere religieuze groepen.

Jana: Zouden we moeten willen dat wicca of paganisme zichzelf organiseert en een maatschappelijke rol speelt?

Bran: Ja, ik vind van wel, alleen is de vraag hoe je dat vorm gaat geven. Ik kan me voorstellen dat je je in eerste instantie richt op onderwerpen die hekserij van nature in zich heeft: de natuur, duurzaamheid, genezing. Ik zou daar wel voorstander van zijn, ja. Bijvoorbeeld dat je woonruimten op rituele wijze helpt schoonmaken, als daar behoefte aan is. Dergelijke diensten kan je aanbieden. Ieder voor zich kan zijn/haar eigen kennis en ervaring gebruiken om de wereld mee te helpen verbeteren.

Jana: Denk je dat mensen zich door een heks willen laten helpen?

Bran: Door heksen of sjamanen bijvoorbeeld? Ja, ik denk wel dat er mensen zijn die dat willen. Bijvoorbeeld op het gebied van genezing. Om serieus genomen te worden door de maatschappij, zul je toch wat meer maatschappelijk betrokken moeten zijn.

Jana: Dat suggereert dat wicca open moet zijn en niet verborgen.

Bran: Daar ben ik dubbel in. Ik heb ervaren hoe belangrijk het is om dingen die in de cirkel gebeuren privé te houden. De intimiteit van de cirkel zorgt voor een grotere beleving, sterkere onderlinge verbondenheid en krachtiger rituelen. Invloeden van buitenaf kunnen dit alles doen verwateren of kunnen zelfs negatief inwerken op de groep. Met name als roddel en achterklap een steeds belangrijker rol gaat spelen in een groep. Maar dan zou ik het ook echt privé houden, dan moet je helemaal geen contact met anderen zoeken.

Zodra je mensen wilt opleiden is het verstandiger om te kiezen voor een wat opener vorm. Verborgenheid kan namelijk gevaren met zich meebrengen. Denk bijvoorbeeld aan het seksueel ontoelaatbaar gedrag van priesters in de katholieke kerk. Er zou eens goed gekeken moeten worden naar de afhankelijkheidsrelatie die kan ontstaan tussen een hogepriesteres of hogepriester versus een leerling. Hoe geheimzinniger, hoe moeilijker het is om zich bij een coven aan te sluiten, hoe meer graden er zijn en des te langer de opleiding duurt, des te afhankelijker wordt de leerling van zijn/haar leraar. Dat kan positief, maar juist ook heel negatief uitpakken. En zeker als alles ook in het geheim gebeurt, is het risico dat er dingen gebeuren die schade kunnen berokkenen bij de leerling des te groter.

Wees dan liever transparant en open. Laat de verschillen maar duidelijk zijn tussen de verschillende stromingen en invalshoeken. Laten de verschillende hogepriesters en hogepriesteressen maar duidelijk aangeven waarvoor ze staan, wat ze belangrijk vinden. Het is goed als die verschillen bekend zijn. Dat is goed voor iedereen. Een overkoepelende organisatie kan bijvoorbeeld op haar website alle stromingen en het gedachtengoed van de verschillende covens op een rijtje zetten, zodat belangstellenden beter kunnen kiezen. Een organisatie kan dan handig zijn. Al is het alleen al om kosten voor een website te delen.

Jana: Geld en Wicca… een heikel punt. In Wicca is geld taboe, in tegenstelling tot bij de eclectische hekserij. Dat is een onderwerp op zich. Hoe kijk jij hier tegenaan?

Bran: In het boeddhisme bestaat een vergelijkbare discussie als in Wicca. De boeddhistische groepering waar ik bij ben, werkt op basis van vrijgevigheid. De meditatieleraren geven les zonder er iets voor terug te willen hebben. Vrijwilligers beheren het gebouw. Vrijgevigheid is een belangrijke eigenschap binnen de ethiek van het boeddhisme. Gratis diensten aanbieden voor de boeddhistische gemeenschap wordt gezien als de hoogste vorm van vrijgevigheid.

In het westen kwam vervolgens Mindfulness op. Deze vorm van meditatie is gebaseerd op de eeuwenoude boeddhistische inzichtmeditatie. Mindfulness-therapeuten vragen hier geld voor, o.a. omdat ze ervan willen leven. Veel boeddhistische leraren hebben daar moeite mee. Bij Wicca heb je dat in zekere zin ook. Ik zie de grote voordelen van vrijgevigheid en snap waarom heksen van oudsher mensen gratis helpen. Ik snap ook waarom de mensen die beter werden vervolgens uit dankbaarheid iets aan hun heelmeesteres teruggaven.

Jana: Van iemand die in Wicca is opgeleid, zonder dat daar geld bij te pas kwam, wordt gevraagd dat die zich later in gaat zetten om zelf bijvoorbeeld mensen te begeleiden.

Bran: Ja, je kunt vrijgevigheid op verschillende manieren toepassen.

Jana: Denk je dat mensen recht hebben op contact in Wicca of op rituelen of op inwijding? Het is Silver Circle wel eens verweten te weinig te doen voor geïnteresseerden. We zouden veel meer open moeten staan voor belangstellenden, bijvoorbeeld les moeten geven of open rituelen houden. Hebben wij inderdaad een plicht ten opzichte van de samenleving of van belangstellenden?

Bran: Niet echt. Het recht hebben op een inwijding gaat mij veel te ver. Maar het is maar wat je als coven wilt. Wil je iets betekenen voor de gemeenschap? Wil je belangstellenden helpen met hun zoektocht? Als het antwoord ja is, bedenk dan een vorm waar zoveel mogelijk belangstellenden iets aan hebben. Ook hier kan een overkoepelende organisatie diensten aanbieden zoals een introductie, waarna mensen kunnen kiezen bij welke stroming ze zich willen aansluiten.

Nee, er is geen verplichting om geïnteresseerden te helpen, maar misschien is het wel verstandig om iets voor die groep te doen. Maar ik kan me ook voorstellen dat er mensen zijn die alleen rituelen willen doen in hun eigen coven en het daarbij laten. Dat moet ook kunnen.

Jana: Hoe zie je het priesterschap in Wicca?

Bran: Je bent als (hoge)priester(es) vertegenwoordiger van Wicca of van de stroming waar je deel van uitmaakt. Je bent als het ware het gezicht van de geloofsgemeenschap én dat van de goden! Daar moet je je altijd bewust van zijn, als je spreekt of handelt. Als priester(es) heb je naast je eigen spirituele ontwikkeling ook taken. In Wicca heb je minimaal taken richting geloofsgenoten. Dat kan je eigen groep zijn of breder. Wel moet je daar als individu vrij in zijn hoe je dat vormgeeft en welke keuzes je daarin maakt.

Jana: Mogen wij, in Wicca en paganisme, ook iets terugverlangen of terugverwachten van de maatschappij?

Bran: Ja, in ieder geval dat je ook een plaats hebt, dat je ook recht hebt op je eigen plek in de maatschappij. Dat je bestaansrecht hebt. Van andere mensen mag je verwachten dat ze verdraagzaam zijn naar jou toe, ook al heb je een ander geloof. Je mag verwachten dat de overheid het voor je opneemt als je beknot wordt in je geloofsuitvoering. Dat valt onder vrijheid van godsdienst. In het redelijke uiteraard. (Het is niet handig om rituelen naakt te doen overdag, midden op een druk plein.)

Jana: Hoe zie je de toekomst van Wicca?

Bran: Dat weet ik niet. Het hangt er een beetje van af hoe het zich ontwikkelt. Ik denk dat het altijd klein zal blijven. De aantrekkingskracht die Wicca in het begin had, decennia terug, toen het apart was en geheim, die zal vermoedelijk wel verdwijnen. Aan de andere kant zullen er altijd mensen zijn met een diep gevoel van verbondenheid met de natuur en natuurreligie. Ook de behoefte om rituelen te doen, al of niet samen met anderen, zal altijd blijven. Wicca, hekserij of paganisme heeft in die zin wel een toekomst. Ik ben wel benieuwd of Wicca uiteindelijk minder godsdienstig wordt. Zal wetenschap belangrijker worden binnen Wicca en zullen de Godin en God meer op de achtergrond raken? Zal alleen Moeder Aarde overblijven? Het zou me niet verbazen als het die kant uiteindelijk opgaat.

Jana: Dat lijkt me een mooie afronding.

Bran: O ja, wat ik ook nog wil zeggen: we hebben het jubileumboekje niet voor niets ‘De bezem voorbij’ genoemd. Naar mijn idee zou het goed zijn als Wicca als stroming inderdaad voorbij de bezem groeit. Daarbij bedoel ik dat Wicca niet blijft hechten/vasthouden aan de vorm, aan haar rituelen, maar dat verder of juist dieper wordt gezocht naar de kern en het wezen van Wicca.

Wicca is al ouder geworden, maar nu nog volwassener, wat mij betreft. Ik zou het toejuichen als het meer die richting op ging. En dan zal je hopelijk het volgende krijgen: rituelen én eenvoud, feesten én verstilling, oppervlakkig plezier én verdieping, beslotenheid én openheid. Dat is goed. En deze diversiteit moet je als gemeenschap koesteren en versterken, want ze is één van de wezenskenmerken van Wicca! Diversiteit overleeft. Zo zit Moeder Aarde nu één keer in elkaar.

Over Jana

Wicca is mijn religie, achteraf gezien is dat altijd al zo geweest. Ik heb het geluk gehad mensen te leren kennen waarmee het goed klikte. In 1984 hebben zij me ingewijd in een Gardnerian coven. Anders was ik alleen verder gegaan. Mijn ideeën over de rol van man en vrouw komen in wicca terug. Zo ook mijn ideeën over het belang van natuur en milieu: ik vier de jaarfeesten en eet de groenten van het seizoen. En de Wiccan Rede ('Doe wat je wilt, mits het niemand schaadt') was al mijn lijfspreuk voor ik wicca leerde kennen.
Dit bericht is geplaatst in Artikelen, Interviews met de tags , , . Bookmark de permalink.