Oud nieuws in de verjongingsketel gegooid – Imbolc 2013

Johannes en de apocalyps

Deze aflevering van ‘Oud nieuws’ had wel een apocalyps-special kunnen worden. Niet alleen werden we overspoeld met artikelen over het einde van de Mayakalender maar er spoelde ook een ‘beest uit zee’ aan op het strand van Texel: een bultrugwalvis die men, zonder zeker te weten of het een mannetje of vrouwtje was, Johannes noemde. Ik veronderstel dat die naam was gebaseerd op schrijver van het bijbelboek Openbaringen, waarin een van de tekenen van de eindtijd een beest is dat uit zee komt. Al is het daar een beest met hoorns op zijn kop, geen bult op zijn rug, en niet stervend. Het woord apocalyps, dat veelvuldig werd gebruikt in verband met de Mayakalender, betekent in het Grieks overigens helemaal niet zoiets als eindtijd, wereldondergang of Dag des Oordeels, maar heel eenvoudig… openbaring.

Het verhaal dat met het aflopen van de Mayakalender op 21 december 2012 ook de wereld ten einde zou lopen, stamt volgens een artikel in Trouw  uit de jaren tachtig en is afkomstig van José Arguelles, “een zelfbenoemde maya-profeet”. Maar Andrew Wilson van de Universiteit van Derby zegt dat Arguelles in zijn boek The Mayan Factor(1987) geen mondiale catastrofe maar juist een wereldwijde bewustzijnsverschuiving aankondigde, een massale verlichting. Bovendien was hij daarmee volgens Wilson niet de eerste. Terence McKenna schreef in 1975 al dat op 21/12/2012 de wereld geraakt zou worden door een ‘zero time wave’ met een dergelijk effect. McKenna was tot die conclusie gekomen onder invloed van paddo’s en aan de hand van eigen berekeningen en de I-Ching. Arguelles zou het verband hebben gelegd met de Mayakalender.

Mayakalender

Over de precieze interpretatie van de Mayakalender bestaat onzekerheid. De 13e K’atun zoals de dag heette, wat neerkwam op deze 21ste, of volgens sommigen de 23e december, vormde volgens de meeste deskundigen het einde van de Lange Telling, een kalendersysteem met een cyclus van 5.125 jaar. De kalender rekende volgens een twintigtallig stelsel en de verschillende omloopsnelheden van belangrijke hemellichamen waren er in verwerkt. Deze periode van de Lange Telling begon dus in het vierde millennium v.C. hoewel de kalender zelf pas werd ontworpen in de tweede eeuw v.C. Dat schrijft History of the Ancient World.

National Geographic daarentegen berichtte eerder in het jaar dat er in Guatemala muurschilderingen en berekeningen waren gevonden waaruit bleek dat de Mayakalender nog zeker zevenduizend jaar doorliep. Volgens een nog ouder bericht  is in de gangbare interpretatie van de Mayakalender geen rekening gehouden met de Venuscyclus. Dit zou betekenen dat de kalender doorloopt tot 2220.

En Discovery wist te melden dat de Mayakalender met einddatum 21 december gezien moest worden als politieke propaganda uit het jaar 696. Koning Yuknoom Yich’aak K’ahk’ alias Vuurklauw of Jaguarpoot wilde hiermee zijn onderdanen geruststellen: hij had het jaar daarvoor weliswaar een militaire nederlaag geleden, maar dat bracht zijn heerschappij niet in gevaar. Hij was namelijk de Heer van de Dertiende K’atun. Met andere woorden: zo stabiel als het rijk de afgelopen 13 K’atun was, in 692, zo zou het duizenden jaren later ook zijn. Toch stortte het Mayarijk rond 950 in. Onbekend is precies waardoor, maar men vermoedtdat het verband hield met grootschalige houtkap en een klimaatverandering die daarvan het gevolg was.

Maya-apocalyps

We zouden er beter aan doen ons druk te maken om langzame veranderingen zoals de opwarming van de aarde, in plaats van over een of andere kosmische eendagsramp, zei astronoom Andrew Fraknoi in een artikel dat de paniek over 21 december probeerde weg te nemen. Maar tegenwoordig hebben we meer belangstelling voor revolutionaire eindes dan voor stabiele voortzettingen, zoals archeoloog William Saturno in National Geographic opmerkte, en dus bereidden mensen over de hele wereld zich voor op de verwachte Maya-apocalyps, sommigen serieus en anderen minder serieus.

In China werden meer dan 500 mensen gearresteerd die lid zouden zijn van de christelijke sekte ‘God Almachtig’ of ‘Oosterse Bliksem’ die verkondigde dat op 21 december alle slechte mensen en de helft van de goede mensen zouden sterven, maar dat leden van de sekte gered zouden worden. China houdt niet van religieuze sektes, vooral niet als die, zoals ‘Oosterse Bliksem’ doet, oproepen tot vernietiging van de Grote Rode Draak, d.w.z. de macht van de Communistische Partij.

Rigoberta Menchú, die in 1992 de Nobelprijs voor Vrede kreeg vanwege haar inzet voor de inheemse volkeren van Guatemala, hoopt dat er vanaf 22 december aandacht kan worden besteed aan de Maya’s van nu. Verhalen over het einde van de wereld noemt ze “onzin die wordt geproduceerd door kooplui”.

Zaken zijn zaken

In Rusland, Siberië en de Oekraïne zagen handelaars inderdaad een gat in de markt voor apocalyps-overlevingspakketten en ook in Arizona deed iemand goede zaken met gasmaskers. Maar verzekeringen in Rusland en Litouwen weigerden te verzekeren tegen de wederkomst van Cthulhu, de oeroude godheid uit de griezelverhalen van H.P. Lovecraft. Ook ontvoering door buitenaardse wezens naar een parallel universum kwam volgens de verzekeraars niet in aanmerking.

In Nederland bood een grote verzekeringsmaatschappij wel een ‘Einde-van-de-wereld-verzekering’ aan, met heuse polisvoorwaarden in een pdf: “Zodat u, mocht de wereld op 21 december vergaan, precies weet waar u aan toe bent.” De verzekering kon worden afgesloten voor de duur van 21 december en dekte onder meer schade ten gevolge van “allesverwoestende woede-uitbarsting van gemuteerde flora of fauna (…) een botsing met planeet X of een andere planeet (…) een zwart gat veroorzaakt door eventueel technisch broddelwerk van CERN-personeel binnen de Large Hadron Collider (…) een opstand van zombies”.

Geen UFO’s, wel seks

Toerisme naar speciale plaatsen, die aan de vernietiging van de wereld zouden ontkomen, deed het ook goed. In het dorp Bucharach in de Franse Pyreneeën waren veel mensen bijeengekomen, omdat volgens een van de vele voorspellingen die de ronde deden, in een heilige berg aldaar ruimteschepen waren verborgen. Als op 21 december de aarde zou splijten, zouden die tevoorschijn komen om de aanwezigen mee te nemen naar veiliger oorden. De berg, die veel geheimzinnige grotten heeft en geologisch interessant is omdat oudere aardlagen zich er boven jongere bevinden in plaats van andersom, heeft mogelijk als inspiratiebron gediend voor de berg in Steven Spielbergs alienfilm Close Encounters of the Third Kind.

Op de dag zelf bleken er geen UFO’s te verschijnen, maar de apocalypstoeristen lieten zich daardoor niet uit het veld slaan. Ze maakten er in het dorp een vrolijke boel van, hoorde ik van iemand die het op televisie had gezien, met fantasievolle kleding, alien-kostuums en feestelijke aluhoedjes.

Beroemdheden in de Verenigde Staten leek het een goed idee om vóór de vernietiging van de aarde nog wat geweldige, eindewereldseks te hebben. Een barman had echter zo zijn bedenkingen: “Stel je voor dat ik doodga en in het hiernamaals voor alle eeuwigheid aan die persoon vast zit.”

Winterzonnewende

BBC World interviewde op 21 december David Spofforth van de Pagan Federation, die uitlegde dat de Mayakalender niets anders was dan een systeem om de tijd in te delen, waarbij op die dag de ene kalender afliep en een nieuwe zou zijn begonnen. Voor pagans symboliseert de winterzonnewende ook een nieuw begin, vertelde hij. Na het donkerste gedeelte van de winter komt het licht weer terug. “Van nu af wordt het, dat wil zeggen in dit deel van de wereld, elke dag lichter en warmer, in theorie dan.” (Dat het dan meteen warmer wordt, lijkt mij niet juist. De terugkeer van het licht is de belofte van de terugkeer van leven en warmte, maar “als de dagen lengen, gaat de winter strengen,” zei mijn oma.) Hoewel pagans er onderling zeer verschillende denkbeelden op na houden, geloven de meesten niet dat de wereld op een dag zal vergaan. Zij gaan er van uit dat alles zich steeds weer vernieuwt, zoals de bomen die in de herfst hun bladeren verliezen maar in de lente weer uitlopen.

De interviewer veronderstelde dat er een hernieuwde belangstelling voor het paganisme was door de ecologische crisis. Dit jaar hadden zich zo’n vijfduizend mensen in Stonehenge verzameld om de zon te zien opkomen, dat was vijf keer zoveel als tot nu toe gebruikelijk. Ook uit recent bekendgemaakte gegevens van een volkstelling in Engeland en Wales blijkt dat veel meer mensen zichzelf omschrijven als ‘pagan’ dan tien jaar eerder.

Religies in Groot-Brittannië

Maar liefst 30.569 mensen noemen zichzelf bij die laatste volkstelling (census) namelijk pagan en daar zijn wicca, druïdisme, sjamanisme en andere levensbeschouwingen die mogelijk paganistisch kunnen worden genoemd (zoals animisme, traditionele Afrikaanse religies, of ‘mixed religion’), nog niet eens bij meegeteld. Opvallend was dat ‘Other Religions’ naast de subcategorie Pagan (56.620 aanhangers) ook Heathen (1.958 aanhangers) kende, en naast Wicca (11.766) ook Witchcraft (1.276). Dat er bijna tien keer zo veel wicca-aanhangers als heksen zijn, is helemaal vreemd als je uitgaat van de gedachte dat wicca de naam is van een traditie waarin men ingewijd moet worden, en hekserij een meer overkoepelend begrip. Zo waren er nog meer gegevens waaruit viel op te maken dat het onderzoek het definiëren van de diverse stromingen aan de mensen zelf overliet. In de categorie ‘No Religion’ bevonden zich onder meer de levensovertuigingen Jedi Knight (176.632) en Heavy Metal (6.242). Het Vliegende Spaghettimonster stond er niet bij.

Het aantal gevangenen in Groot-Brittannië dat zichzelf ‘pagan’ noemt is de afgelopen zes jaar verdrievoudigd, schreef de Daily Mail begin december. Gevangenispersoneel moet volgens nieuwe richtlijnen worden geïnformeerd over de verschillende religieuze feestdagen. Paganistische gevangenen kunnen per jaar vier dagen vrij krijgen van het gevangeniswerk om hun feestdagen te vieren. Ook hebben ze in hun cel recht op een pak tarotkaarten, runenstenen, wierook, een sieraad, een gewaad zonder capuchon en “een takje, om als toverstaf te gebruiken”. Het is in de gevangenis niet toegestaan om skyclad te werken.

De cijfers uit de volkstelling lieten ook zien dat de christenen nog altijd de grote meerderheid vormen, maar dat hun aandeel sterk is gedaald: van 71,7% naar 59,3%. De christenen waren niet opgedeeld in verschillende stromingen. De meest prominente christelijke stroming daar is de Church of England, die in november in het nieuws kwam door een stemming over het toelaten van vrouwelijke bisschoppen. De algemene synode, die hierover besluit, is opgebouwd uit drie ‘huizen’ waarbinnen wordt gestemd. Hoewel er in de huizen van de bisschoppen en de clerus ruime meerderheden vóór het toelaten van vrouwen tot het bisschopsambt werden behaald, kwam het huis van de leken zes stemmen tekort voor de benodigde 2/3-meerderheid. Hierdoor kon het niet doorgaan. Een flinke tegenvaller voor de gelovigen die vrouwen en mannen als gelijkwaardig zien, maar het moet gezegd dat de meeste tegenstand tegen vrouwelijke bisschoppen niet van de bisschoppen en priesters zelf kwam.

Bomen

Begin december onthulde de Daily Mail dat de actrice en mensenrechtenactiviste Joanne Lumley (‘Patsy’ in de serie Absolutely Fabulous) een “pagan” is die “gelooft in bomen”. Lumley werd christelijk opgevoed maar maakte als kind in Azië kennis met het hindoeïsme en de islam. Over haar huidige opvattingen zegt ze: “Ik denk dat ik een heiden ben, maar ik geloof in alles. Ik geloof in de bomen, zeg maar. (…) Ik ben een fellow traveller ten aanzien van al die religies, ik heb geen persoonlijke traditie.” Wat haar intrigeert, is dat verschillende culturen en godsdiensten een mythe kennen over een grote overstroming, als die van Noach en zijn ark. Zij ziet het verhaal als een waarschuwing dat we op een verantwoordelijke wijze met de aarde moeten omgaan omdat het heel erg mis kan gaan.

Een meer uitgewerkt geloof in bomen kwam aan bod in de BBC-radiouitzending ‘The Secret Power of Trees’ . Verslaggever Ian Marchant trok er op uit om uit te vinden of bomen goed voor ons zijn. Hij ontmoette onder meer een paranormaal genezeres, die hem bij een boom in een park in Croydon vroeg zich voor te stellen dat hij zijn goede wensen aan de boom overbracht. Dat ging naar de kruin van de boom en dan via de kruin van de verslaggever weer naar beneden, de aarde in. Daarmee was hij deel van de boom geworden. “En het interessante is, dat als je eenmaal die verbinding hebt gelegd, in dit geval met een eik, dan zendt die boom een boodschap aan alle andere bomen van die soort. Alle eikebomen over de hele wereld weten nu dat Ian Marchant een vriend van de eik is.”

“Wist je dat als je tegen een lindeboom zit, je gemoedstoestand anders is dan tegen een eik?” vroeg Ton Stokwielder van de stichting Wereldboom in december aan een journalist van Trouw, die kwam kijken bij het snoeien van een linde in Sambeek. De linde is waarschijnlijk zo’n 450 jaar oud is, en daarmee de oudste boom in Nederland. Het inwendige van de boom is verrot en daar is een eeuw geleden een dochterlinde in gegroeid, vier meter boven de grond. Stokwielder hoopt dat de onderste takken van de linde de grond zullen raken en daar wortel schieten, zodat de dubbele boom stevig staat en nog eeuwen mee kan, net zoals de 650-jarige linde in het Duitse Heede, waar ooit een dansvloer in was gemaakt waar vruchtbaarheidsfeesten werden gevierd.

Dat een lommerrijke omgeving een mens goed doet, wekt geen verbazing, maar waar komt dat precies door? ‘The Secret Power of Trees’ vertelt over onderzoek naar de gezondheidseffecten van bomen. In Essex heeft men geconstateerd dat sporten op een loopband beter voor het hart is wanneer daarbij op een groot scherm natuurbeelden worden vertoond. Beelden van een stedelijke omgeving hebben dat extra heilzame effect niet. In Japan is ontdekt dat de geur van bomen kan helpen bij het bestrijden van stress. Maar Ian Marchant zou het jammer vinden wanneer bossen werden vervangen door etherische olie en een loopband met breedbeeldscherm. Bossen zijn er niet alleen voor het welzijn van de mens, vindt hij. Ze zijn niet alleen maar fijn en ontspannend: er schuilt tevens iets dreigends in, iets van geheimen en gevaren, en zo hoort het ook!

Outlaws huizen in bossen. Met zijn oude vriend Bob, die in een voormalige schoolbus in het bos woont, haalt Ian herinneringen op aan het stelen van een kerstboom en bespreekt hij het illegaal stoken van sterke drank (dat mag dus niet, meldt de BBC voor de zekerheid) en die keer dat de politie langs kwam. Maar er schuilen ook niet-menselijke gevaren in het bos. In Radnor Forest wordt de laatste draak van Wales in bedwang gehouden door maar liefst vier kerken, die allemaal aan St. Michael zijn gewijd en zijn gebouwd op oude heilige plaatsen met eeuwenoude taxusbomen. En Britten stellen zich bij de gedachte aan een bos misschien iets als het vriendelijke Ashdown Forest van Winnie-the-Pooh voor, maar de Duitse bossen uit de sprookjes van Grimm zijn behoorlijk eng en in de Scandinavische bossen wemelt het (volgens het radioprogramma) van de wolven en beren…

Sprookjes zonder Grimmigheid

In 1947 vond een Britse legerofficier ook al dat de sprookjes van de gebroeders Grimm weinig zachtaardig waren, schreef Piet de Moor in november in Knack. Volgens deze majoor raakten de Duitse kinderen door die verhalen al op jonge leeftijd gewend aan gruwelen en perversiteiten en konden ze daardoor op latere leeftijd gemakkelijk overgaan tot barbaars gedrag, zoals in de Tweede Wereldoorlog wel was gebleken. Veel mensen deelden zijn mening en daarom verwijderden de geallieerden alle boeken met de sprookjes van Grimm uit scholen en bibliotheken. In de communistische landen vond men dat verhalen van het volk, verhalen waarover Karl Marx zich bovendien positief had uitgelaten, niet volledig fout konden zijn. Daar beperkte men zich tot het herschrijven van de sprookjes. Al te religieuze, grove, racistische of gruwelijke aspecten werden er uit gehaald.

Overigens waren de sprookjes van begin af aan al niet de rechtstreeks uit de volksmond opgetekende oer-Duitse vertellingen waar ze vaak voor worden aangezien, legde Piet de Moor elders uit. De eerste versie van de Sprookjes bevatte de verhalen zoals die door vooral intellectuele burgerdames aan de gebroeders Grimm werden verteld. De meer volkse bronnen wilden hun verhalen vaak helemaal niet prijsgeven! Broer Jacob, die filoloog was, had de verhalen het liefst onbewerkt gepubliceerd, maar broer Wilhelm vond dat de teksten toch nog gepolijst moesten worden, en zette zijn zin door. Omdat deze uitgave slechte kritieken kreeg, werden de sprookjes later nog eens herschreven naar de smaak en opvattingen van die tijd.

Sprookjes zonder bite

‘Sprookjes zonder tanden’ noemde Kathleen Vereecken de tendens om teksten voor kinderen steeds maar liever en braver te maken. In België maakt men zich blijkbaar druk over een boek met kinderliedjes waar in ‘Klein, klein kleutertje’ mamaatje “met aandrang gevraagd [wordt] te liegen – of juister: kattenkwaad te verzwijgen – tegen papaatje. (…) ook niet bepaald stichtend (…)”. In de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (dbnl) echter wordt de tekst met “Mamaatje die zal kijven, / Papaatje die zal slaan!” gedateerd op 1881 terwijl een versie met “Och, mijn lieve mamaatje! / En zeg het niet tegen papaatje!” tussen 1870 en 1880 wordt geschat. Het is wel mogelijk dat het liedje al langer bestond voordat het werd opgeschreven en dat de tekst met kijven en slaan ouder is, maar de ‘bravere’ versie is dus aantoonbaar géén product van de hedendaagse tijdgeest, zoals in het artikel in De Standaard wordt gesuggereerd.

Vereecken legt een verband met de Amerikaanse preutsheid die maakt dat Europese kinderboeken waarin een piepklein piemeltje of zelfs maar de uier van een koe te zien is, aan de andere kant van de oceaan niet worden uitgegeven tenzij het piemeltje of de uier zedig wordt weggeschilderd of buiten beeld gehouden. Schoolboeken waarin wordt gerept van iets waar iemand misschien wel eens van zou kunnen schrikken of aanstoot aan nemen, schijnen in Amerika ook al niet meer te kunnen. Een ander voorbeeld van de zoetelijke tijdgeest ziet Vereecken in het veelgehoorde verlangen om van Sinterklaas een door-en-door aardigecadeautjesgever te maken, zonder strafmiddelen als zak en roe en zonder enge Zwarte Piet.

Ze pleit niet voor de terugkeer van ouderwetse gruwelverhalen waarin kinderen die niet braaf zijn, de vreselijkste gevolgen krijgen voorgespiegeld. Ze wijst er op dat een (voorzichtige) kennismaking met de onaangename kanten van het bestaan nodig is om te leren omgaan met de tegenslag en frustratie waar iedereen op een zeker moment mee te maken krijgt.

Plaatje uit een oud boek over hoe kinderen die duimzuigen worden aangepakt

Negentiende-eeuwse benadering van de tere kinderziel: als kinderen niet stoppen met duimzuigen, worden hun duimen afgeknipt met een grote schaar!
Uit: Het laatst aardig prentenboek

Zwarte Piet en andere outlaws

Het Amerikaanse puritanisme dat naar voren komt in de vrees dat kinderen een levenslang trauma oplopen als ze een een uier zien, kent een lange traditie. Al vanaf de zeventiende eeuw uit het zich in protesten tegen het vieren van kerstmis. Increase Mather (de vader van Cotton Mather die het boek Wonders of the Invisible World schreef, over de heksenprocessen in Salem) merkte in 1687 nijdig op dat het kerstfeest op 25 december niets met de geboorte van Christus te maken had maar terugging op de heidense Saturnalia. Van de poespas waarmee het in de oude wereld werd gevierd, moesten de puriteinen evenmin iets hebben: dagen achtereen feesten, mensen die zich verkleedden en hun gezicht zwart maakten, gezang en spelletjes, bah! Hoovaardij en winderigheid, zou de Zwarte Zwadderneel zeggen. Zowel in Amerika als in Engeland verboden de puriteinen, wanneer ze aan de macht waren, het vieren van kerst. Tegenwoordig bestaat er in Amerika verzet tegen nadrukkelijk aanwezige tekenen van het kerstfeest in de openbare ruimte, omdat niet iedereen christelijk is en andersgelovigen in dezelfde periode van het jaar hun eigen feesten hebben, zoals Chanoeka, Kwanzaa of Yule. Men stuurt elkaar daarom liever kaarten met een neutrale tekst als “goede wensen voor de tijd van het jaar”. Maar er zijn ook mensen die bezwaar maken tegen die ‘pretbedervers’ met hun ‘politieke correctheid’ en vinden dat echte Amerikanen gewoon kerst vieren. Rachel N. Schnepper houdt die mensen in haar artikel ‘Yuletide’s Outlaws’ fijntjes voor dat de Strijd Tegen Kerst net zo goed een diepgewortelde Amerikaanse traditie is.

In Nederland vormt de discussie over het racistische karakter van Zwarte Piet inmiddels deel van de Sinterklaastraditie. Een artikel in De Groene Amsterdammer (29/11/’12) leek, afgaand op de koppen, gedegen kritiek te gaan leveren, maar bracht uiteindelijk geen nieuwe argumenten of inzichten en bleek vooral te gaan over onderlinge vetes tussen de twee personen die vorig jaar in het nieuws kwamen met hun T-shirt met de tekst ‘Zwarte Piet Is Racisme’. Eén van de twee zag die actie als maatschappelijk protest, de ander als kunstproject. Op Facebook maakten heksen en heidenen zich ondertussen vrolijk met het plaatsen van plaatjes van Sinterklaas- en Zwartepietachtige figuren uit vroeger tijden en uit het buitenland, zoals de Middeleuropese Krampus, waar weinig modern-educatief kindvriendelijks aan te bekennen viel.

Begin januari kwam het nieuws dat er vergelijkbare kritiek is op het Duitse driekoningenfeest. Volgens de traditie had een van de drie koningen uit het Oosten, die naar Betlehem kwamen om de pasgeboren Jezus eer te bewijzen, een donkere huidskleur. Daarom maken sommige van de kinderen die Driekoningen vieren hun gezicht zwart. In Amerika denken mensen bij zwartgeschminkte gezichten aan een typetje uit een van oorsprong Amerikaanse theatertraditie van muziek en entertainment, Blackface genaamd. Blackface werd (meestal) gespeeld door blanken die hun gezicht zwart maakten. Gedrag waar ‘beschaafde blanken’ geacht werden zich niet aan schuldig te maken, zoals lekker wild dansen, schuine moppen vertellen en machthebbers belachelijk maken, kon wel worden tentoongespreid door Blackface. Dikwijls werden op die manier racistische vooroordelen bevestigd, maar het personage kon ook op veel sympathie rekenen. Zwarte Piet vertoont duidelijk overeenkomsten met dit type. Maar ook de Haïtiaanse Gede (hun feest wordt gevierd in november, vooral op Allerheiligen en Allerzielen) maken zulke grappen en ik geloof niet dat daar enige verdenking van racisme op rust. Of de zwarte koning van Driekoningen tot de ‘Blackface’-traditie gerekend kan worden, valt te betwijfelen. De zwarte Caspar is geen ondergeschikte domoor of grensoverschrijdende grappenmaker, maar net als net als Melchior en Balthasar een wijze koning. Driekoningen-vierende kinderen zingen een soort Sintmaartenliedjes: soms een beetje brutaal, maar overwegend brave tekstendie de mensen oproepen aan hun medemens te denken en geld, voedsel of kleding te geven.

Halloween
Ondertussen loopt Sint-Maarten gevaar te worden verdrongen door Halloween, schreef het Noordhollands Dagblad eind oktober in een artikel met de kop ‘Heksen hangen aan de goot’. In straten in Den Haag waren de Halloweenversieringen (lijkkisten in de tuin, enge poppen in tuinstoelen en inderdaad, heksen aan de dakgoot) zo overdadig dat het de oranjegekte naar de kroon stak. In Alphen aan de Rijn werd een Halloweenoptocht voor kinderen gehouden waar wel duizend mensen aan deelnamen. In Middellie organiseerde een pompoenkwekerij een workshop ‘Pompoensnijden voor Halloween’ in de kerk, stond in een ander stukje. Het Parool deed verslag van een Halloweenfeest van skaters, met “zombies, heksen en vampiers op wieltjes”. Bij de feestwinkels in Amsterdam waren de kostuums en maskers bijna uitverkocht. Overal in de hoofdstad werden filmavonden, optochten en griezelfeesten georganiseerd. Jette Roosendaal van het Sint Maartensberaad Utrecht vreest dat het Sint-Maartensfeest te lijden heeft onder de groeiende populariteit van Halloween. Hij ziet het als een betreurenswaardige vorm van ontkerkelijking. Bij Sint Maarten gaat het om solidariteit, zegt hij, terwijl Halloween “alleen maar feesten” is.

Halloween betekent letterlijk: de avond voor Allerheiligen. Het feest is bij ons bekend geworden uit de VS en Canada, maar komt eigenlijk uit Ierland en gaat terug op een Keltisch feest waarbij de geesten van de doden tijdelijk terugkomen, in de periode tussen het binnenhalen van de oogst en het zaaien voor het volgende seizoen, legde het Noordhollands Dagblad voor de gelegenheid nog eens uit. Het Parool liet bovendien de moderne heks Alexandra aan het woord. Zij vertelde dat Halloween of Samhain het moment is waarop de overgang naar de winter wordt gevierd en de voorouders herdacht. Samen met haar coven viert zij het feest met een etentje waarvoor iedereen iets meeneemt. Er wordt een extra bord gedekt voor de voorouders. De doden worden niet opgeroepen, maar ze zijn wel welkom. Na het eten spelen ze een ritueel rollenspel rond het thema dood en wedergeboorte. Het is niet allemaal plechtig en serieus: “grappenmakerij en trucjes uithalen zijn ook onderdeel van Halloween”.

Opvoedrituelen

In het tijdschrift J/M voor ouders (december ’12) ging het over gezinsrituelen. Na het eten met elkaar praten met gebruik van een Indiaanse talking stick (wie de praatstok vasthoudt, heeft het woord terwijl de anderen luisteren), blijkt een druk jongetje een goede structuur te bieden. Voor zijn moeder is het een zinvolle rem om haar kind zijn verhaal te laten doen en niet al halverwege te roepen dat ze het herkent, of te willen troosten. Een artistieke moeder bedacht voor de twaalfde verjaardag van haar dochter een overgangsritueel om van meisje vrouw te worden, met twaalf kaarsen en voorwerpen die gebeurtenissen uit de afgelopen jaren vertegenwoordigden. Het leek de dochter aanvankelijk stom, maar achteraf vond ze het erg leuk. Voor de moeder blijkt het nog wel moeilijk om haar dochter als onafhankelijk persoon te zien. Een paranormaal kindertherapeute helpt haar dochtertje om te gaan met haar gevoeligheid voor andermans emoties in het spel ‘hartje maken’. Daarin luisteren ze naar het kloppen van elkaars hart en proberen te vertolken wat het hart wil zeggen.

Onorthodoxe opsporingsmethoden

Wat overledenen, baby’s of doofstomme kinderen willen zeggen, probeert Derek Ogilvie te vertolken in zijn shows voor RTL. In oktober stelde RTL de uitzending van het programma Unexpected uit. Deze aflevering ging over de in 1995 vermoorde tiener Nicole van den Hurk. De moord is nooit opgelost. Haar stiefmoeder wilde langs deze weg contact zoeken met het meisje maar haar vader (of stiefvader? berichten hierover verschillen) was daarvan niet op de hoogte gebracht. Hij spande een kort geding aan tegen de televisiezender. Hij noemde het uitbuiting van een moord voor amusement; RTL noemde het programma een vorm van troost. In november stelde de rechter RTL in het gelijk, maar de zender besloot de uitzending toch maar helemaal te schrappen.

“Sowieso is er nog nooit een waarzegger geweest die een moordzaak heeft opgelost,” had meneer Van den Hurk gezegd. Criminologen aan de Vrije Universiteit onderzochten hoe de politie eigenlijk staat tegenover samenwerking met paragnosten. Vooral bij spectaculaire zaken komen er veel tips van helderzienden, wichelroedelopers en pendelaars binnen. Van de 180 ondervraagde politieagenten vond 4,5% dat iemand wel als verdachte kon worden aangemerkt op grond van paranormale aanwijzingen. Een kwart van de ondervraagden gaf toe dat er in hun korps gebruik werd gemaakt van paragnosten.

In de politieopleiding wordt hierover niets onderwezen. De aanwijzingen van het Openbaar Ministerie zijn onduidelijk: ‘onorthodoxe opsporingsmethoden’ zoals hypnose, poppenspel, de leugendetector, narcoanalyse (een methode uit de jaren dertig waarbij ingespoten kalmeringsmiddelen zouden werken als waarheidsserum) en paragnostiek blijken in bepaalde gevallen te mogen worden toegepast, na toestemming van het OM. Maar dit staat in een interne instructie die de meeste agenten niet kennen en waaruit niet geciteerd mag worden. Het OM krijgt bijna nooit zulke verzoeken om toestemming. Het artikel hierover in Trouw leidde tot Kamervragen van de ChristenUnie. Minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten antwoordde daarop dat het raadplegen van paragnosten het politieonderzoek niet hinderde en dat hij geen reden zag wijzigingen aan te brengen in de bestaande situatie.

Marten Toonder

Oplettende lezertjes hebben mijn verwijzingen al opgemerkt. In 2012 was het honderd jaar geleden dat Marten Toonder werd geboren, de schepper van de verhalen over Heer Bommel en Tom Poes. Om dat te vieren was er een tentoonstelling over Toonder in het Letterkundig Museum en verscheen een biografie door Wim Hazeu, maar er werd ook een Bommelglossy uitgebracht met heel veel bijdragen van verschillende mensen over het werk en de persoon van Marten Toonder. André Klukhuhn vertelt erin hoe hij Toonder aan het eind van de jaren zeventig opzocht in Ierland. Na enige aandrang, met name door zijn vrouw, beloofde Toonder een Studium Generale-lezing te houden in Utrecht. Daar vertelde hij hoe hij aan het begin van elk verhaal de uitgangssituatie bedacht met een aantal van de vaste figuren, en daarna ging het vanzelf: “Het verhaal vertelt om zo te zeggen zichzelf, omdat het er in een andere wereld al is en ook altijd al was: en die andere wereld is de mythologische wereld van de archetypen in het collectieve onderbewustzijn.” Het gedachtengoed van Jung (zie ook het artikel van Serge van Heel in dit nummer) wordt ook in andere artikelen in de glossy genoemd als belangrijke achtergrond.

Toonder was een van de bijzondere mensen met een jod-figuur in hun horoscoop, schrijft astrologe Karen Hamaker-Zondag. Dat is een bepaalde verhouding tussen de planeten die wijst op een enorm talent, dat vaak voor de persoon zelf moeilijk te bevatten is. Als iemand het op een creatieve manier kan toepassen, kan hij een inspirerende voortrekkersrol vervullen, maar het risico bestaat dat de persoon daarvoor te weinig zelfvertrouwen heeft. Toonder sprak vaak over astrologie met zijn broer Jan Gerhard, maar toen die in 1992 overleed, nam hij contact op met Hamaker-Zondag. Van haar horoscoopduiding onthield hij vooral dat Pluto een gevaarlijke planeet was. Dat klopt niet helemaal, verklaart de astrologe: Pluto brengt zowel schaduwen als kansen. Ze behandelt een aantal belangrijke Pluto-verbindingen uit Toonders leven, waarvan de laatste samenviel met zijn overlijden in 2005. Maar als iemand bij leven iets bijzonders heeft neergezet, werkt zijn horoscoop ook na de dood nog door, schrijft ze, en dat betekent dat we in 2013 en 2014 nog veel meer zullen horen over Marten Toonder.

Zwarte magie

Tot slot een klein berichtje: Illusionist Hans Klok, die voor zijn nieuwe show ontsnappingskunsten van Houdini presenteert “in de overtreffende trap”, gelooft in zwarte magie. Maar voor zichzelf wil hij daar niets van weten, want het is gevaarlijk. Dit stond op 4 december in NRC-next.

~ Met dank aan iedereen die me nieuws toestuurde of mij er (rechtstreeks of indirect) op attendeerde! ~

Over Medeia

Een belangrijke, niet-christelijke basis van onze zgn. westerse beschaving is het oude, deels imaginaire, Griekenland. Medeia is een naam uit de Griekse mythen, waar zij echter werd beschreven als een sinistere snuiter uit het barbaarse Oosten. De spanning die voortkomt uit een denken in tegenstellingen, zoals erbij horen / een buitenstaander zijn, is in Medeia’s beleving een drijvende kracht in ‘de oude religie’. Uit de nalatenschap van de klassieke oudheid stamt ook het ideaal van de Kunst als toegang tot een andere dan de alledaagse werkelijkheid. Medeia schrijft sinds 2010 voor Wiccan Rede.
Dit bericht is geplaatst in Nieuws met de tags , , , , , , , , , , . Bookmark de permalink.