Recensie: Dochters van Durga

Marnel Breure
Dochters van Durga. Op zoek naar de godinnen van India.
Amsterdam, Augustus, 2011. ISBN 978-90-457-0486-9
319 pag. € 19,95

Voorkant van het boek Dochters van Durga

De aantrekkingskracht van de wicca zit er voor veel mensen in dat het vrouwelijk-goddelijke niet alleen wordt erkend als principe, maar bovendien een belangrijke rol speelt in de riten. Toch kennen ook andere religies godinnen. Het hindoeïsme bijvoorbeeld, dat zowel in het Britse gebied als in Nederland bekendheid kreeg in het koloniale verleden. Maar betekent de verering van vrouwelijke goden ook eerbied voor menselijke vrouwen? Marnel Breure reisde door India en merkte dat de link tussen de vrouwelijke kant van het goddelijke en de goddelijke kant van de vrouw lang niet overal wordt gelegd. Uit haar boek blijkt dat de schrijfster de slechte omstandigheden waarin veel Indiase vrouwen leven geschokt aanziet, en maar slecht kan begrijpen hoe dit mogelijk is in een maatschappij die godinnen kent.

Maar ook de godinnen van het hindoeïsme hebben het niet gemakkelijk, blijkt uit wat ze vertelt. De godin Sati bijvoorbeeld, die tegen de wens van haar vader met de goddelijke outcast Shiva was getrouwd, pleegde zelfmoord omdat haar vader haar man weigerde te erkennen. Uit verdriet om de dood van zijn geliefde begon Shiva zo wild te dansen dat de kosmos ontregeld dreigde te raken, waarop Vishnu het lichaam van Sati in stukjes sneed en over de aarde verspreidde. Op alle plaatsen waar een deel van de godin neerkwam, werden heiligdommen voor haar opgericht. Haar vagina viel op de heuvel van Kamakhya (een andere naam van de godin) in Assam en wordt daar in de vorm van een grot met een bron vereerd. Tijdens de moesson kleurt het bronwater rood door ijzeroxide uit de bodem: de godin menstrueert.

In deze streek wordt tantra beoefend en onderwezen. “Echtparen die op de heuvel wonen, worden over het algemeen getweeën ingewijd in de tantrische tradities van Kamakhya. Daarbij zijn man en vrouw gelijkwaardig. De man staat aan het hoofd van de familie, de vrouw heeft vanwege haar verwantschap met de Godin een leidende rol in religieuze kwesties.” De vrouwen van de heuvel gedragen zich veel vrijer dan vrouwen elders in India.

Het hindoeïsme veroordeelt het slachten van dieren, maar juist in dit lieflijke godinnenoord worden dierenoffers gebracht. In het verleden waren dat zelfs mensenoffers. Mogelijk wijst dit erop dat Kamakhya een oergodin is die ouder is dan het hindoeïsme, of heeft het te maken met de woeste kant van de godin die tot uitdrukking komt in haar manifestatie als de ontembare Kali. Het kan ook verband houden met het grensoverschrijdende karakter van de ‘linkshandige’ tantra. Om tot een mystiek, hoger bewustzijn te komen, doorbreken de beoefenaars hiervan opzettelijk het onderscheid tussen bijvoorbeeld rein en onrein.

Uiteindelijk komen in dit mystieke bewustzijn alle tweedelingen te vervallen: tussen rein en onrein, hoog en laag, ratio en intuïtie, man en vrouw. Het laatste deel van het boek gaat over een groep personen van ‘het derde geslacht’, de hijra’s. Niet alleen zijn deze mensen iets tussen vrouw en man in, maar ze lijken ook religieus tot een tussengebied te behoren. Hijra’s vereren een hindoegodin, maar ze nemen ook deel aan bijeenkomsten van (islamitische) soefi’s. Op bruiloftsfeesten verschijnen ze om het bruidspaar te zegenen met vruchtbaarheid, of alle aanwezigen te vervloeken als ze vinden dat de beloning voor hun optreden te gering is. Deze ceremoniële functie van de hijra’s is volgens de schrijfster tegenwoordig minder belangrijk dan vroeger, maar toch leeft in India blijkbaar nog altijd de gedachte dat wat of wie niet binnen de gebruikelijke categorieën van de maatschappelijke orde valt, over bijzondere, magische krachten beschikt…

Dochters van Durga is niet zomaar een reisverslag of half-afstandelijke antropologische beschrijving. Het is het persoonlijke, meeslepende, intieme verhaal van een westerse vrouw die in India op zoek gaat naar de Godin. Maar ook naar heelwording, naar zichzelf. Tegelijk vertelt het over een aantal bijzondere Indiase vrouwen en hun – vaak religieus geïnspireerde – strijd tegen de onderdrukking van vrouwen en andere bevolkingsgroepen, of eenvoudig hun worsteling met beperkende en dikwijls hypocriete – ook vaak religieuze – normen. Stof om over na te denken voor wie zich interesseert voor de verhouding tussen religieus ideaal en maatschappelijke realiteit. Maar ook voor wie zich wil verdiepen in de vraag hoe het goddelijke en het menselijke zich op individueel niveau tot elkaar verhouden. Of voor wie wil mediteren over (goddelijke en menselijke) vrouwelijkheid: wat dat nu eigenlijk precies is, en daarmee: wat mannelijkheid is, en wat polariteit betekent.

Over Medeia

Een belangrijke, niet-christelijke basis van onze zgn. westerse beschaving is het oude, deels imaginaire, Griekenland. Medeia is een naam uit de Griekse mythen, waar zij echter werd beschreven als een sinistere snuiter uit het barbaarse Oosten. De spanning die voortkomt uit een denken in tegenstellingen, zoals erbij horen / een buitenstaander zijn, is in Medeia’s beleving een drijvende kracht in ‘de oude religie’. Uit de nalatenschap van de klassieke oudheid stamt ook het ideaal van de Kunst als toegang tot een andere dan de alledaagse werkelijkheid. Medeia schrijft sinds 2010 voor Wiccan Rede.
Dit bericht is geplaatst in Boeken, Recensies met de tags , . Bookmark de permalink.