In de ceremoniële magie kent men het ritueel van het Kabbalistisch Kruis. Een kort ritueel dat voor velerlei doeleinden kan worden gebruikt, zoals aan het begin en einde van een ander ritueel, als een spiritueel begin van je nieuwe dag of om jezelf weer op te laden. Dit ritueel, eigenlijk ritus, is kort maar – mits goed uitgevoerd – heel krachtig. Nu is dit ritueel uitgesproken kabbalistisch. De woorden die hierbij worden gezegd of gevibreerd komen overeen met de laatste regel van het Onze Vader en doelen op drie sephiroth van de kabbalistische Boom des Levens. Voor veel magiërs binnen de westerse traditie een pre, maar binnen paganistische kringen zal dit toch vaak minder aansprekend zijn. Gezien echter de vele gebruiksmogelijkheden kreeg ik het idee een vorm te creëren die ons meer zou kunnen aanspreken.
Om te beginnen was het belangrijk dat wij ons realiseren dat het idee over het Goddelijke voor velen heel verschillend kan zijn. Op zich geeft dit een rijkdom en het is immers belangrijk met welke vorm juist jij contact krijgt met de Goden, en niet hoe die vorm is. Binnen de wicca kennen wij de God en de Godin, of alleen de Godin of misschien een heel pantheon. Ook tref je de vorm aan van de Ene, ook Grote Geest genoemd, die de Godin en de God in en uit zichzelf creëerde en ons weer een nieuw inzicht verschaft op een goddelijke Drie-eenheid. Ik heb mij op deze laatste visie gebaseerd, niet alleen omdat hij mij aanspreekt, maar ook omdat het de mogelijkheid biedt accenten te leggen met respect voor anderen. Tevens vinden wij hier het idee van de Drie-eenheid terug, een religieus idee dat in vele religies van de wereld en ook binnen de symbolen wordt teruggevonden*. Daarom creëerde ik deze ritus van het Omcirkelde Kruis, ook bekend als het Keltische Kruis of het Zonnekruis. Bij mijn meditaties hierover zag ik plotseling dat dit ook een prachtig symbool voor heksen en ook speciaal voor de godin Hekate kan zijn: het kruis van kruisende wegen binnen een magische cirkel. Wij zouden het dan ook het Ritueel van het Heksenkruis kunnen noemen. Kijk maar of het je misschien aanspreekt.
Als je gewoon bent je rituelen met een bepaald eigen gebaar te beginnen, of een cirkel te trekken, kun je dat hier ook doen, maar het hoeft niet. Ook blijf je vrij of je hiervoor je rituele kleding/skyclad kiest of gewoon wat je op dat moment draagt.
Wend je in de richting van het noorden, de aloude heilige richting. (Het oosten is pas van veel latere datum, wellicht door christelijke invloeden.)
Houd dan je handen in gebedshouding voor je borst ter hoogte van je hart. Dus met gestrekte vingers en handpalmen tegen elkaar. Hier begint jouw aanbidding van het Goddelijke, hier als de Ene of jouw favoriete God(in) begrepen.
Houd je handen in deze stand en beweeg ze langzaam naar boven, tot boven je kruin, waarbij je een zilveren lichtstraal visualiseert vanuit je hart naar omhoog. Je zegt daarbij “vanuit mijn hart zoek ik verbinding met Grote Geest!”
De onderkant van je handen houd je tegen elkaar, terwijl je je handen als een soort kelk of schaal opent. Dit is jouw ketel of graalskelk. Of misschien wel een opengaande lotusbloem. Voel de verbinding, en hoe energie als een lichtstraal de kelk vult, welke overstroomd en jou een douche van licht en energie geeft. Nu maak je van je handen twee vuisten; duimen over de naar binnen gevouwen vingers, alleen de wijsvingers blijven recht. Nu, terwijl je je armen gestrekt houdt, beweeg je je handen aan weerszijden van je lichaam naar beneden. Uit je wijsvingers visualiseer je weer zilveren lichtstralen. Deze lichtstralen vormen dus ieder een halve cirkel vanaf boven je kruin om de zijkant van je lichaam. Je verbeeldt je de kracht en de zegen van de God en de Godin, uit de Ene, boven je, om je heen en in de Aarde onder je. Van hieruit trek je weer, je wijsvingers samen, een lijn terug naar je hart. De krachten uit de Aarde komen terug, de kringloop is gesloten.
Nu trek en visualiseer je weer, terwijl je je armen langzaam vanuit je hart zijwaarts uitstrekt, een zilveren straal, die kracht en liefde, vanuit je versterkte hart zich over de wereld (of bepaalde plaats waar je bent), uitstrekt. Het Omcirkeld Kruis is nu compleet.
Blijf zo even staan, terwijl je alle lichtlijnen die je hebt getrokken, zo duidelijk mogelijk visualiseert. Zie jezelf in het centrum van een stralend Heksenkruis.
Nu breng je je handen weer langzaam terug naar de oorspronkelijke gebedshouding. Dank de Goden, en de ritus is beëindigd.
* Als voorbeeld voor diverse symbolen, die de Drie-eenheid tonen: Het gelijkbenige kruis: te zien als een verticale lijn, de mannelijke, een horizontale lijn, de vrouwelijke en als kruis. Het hexagram of Davidsster. Een driehoek met de punt naar boven, mannelijk, een driehoek met de punt naar beneden, vrouwelijk en als zespuntige ster. Het yin-yang symbool. De witte helft als mannelijk, de zwarte helft vrouwelijk en als cirkel. Er schuilt nog een andere symboliek in dit ritueel: je maakt verbinding vanuit je hart met de kosmische energie. Van daaruit trek je een cirkel, waarna je besluit met vanuit de Aardekrachten het machtige Tau-kruis te trekken. Kijk zelf nog eens welke andere symboliek jij hierin kan vinden.
Heks! Heks! Heks! Jente Posthuma Pluim, 2023, 128 p. ISBN 9789493304314. € 21,99
In de vijftiende eeuw woonde in Lettele een heks, wat niets bijzonders was want in die tijd noemde men veel vrouwen zo. Vrouwen die arts of verloskundige waren. Vrouwen die lazen. Vrouwen die niet wilden trouwen. Kinderloze vrouwen. Vrouwen die te hard praatten. Vrouwen die genoten van seks. Vrouwen die woonden in de buurt van mensen die door ziekte of ongeluk waren getroffen. …
Josef Cohen legde in 1914 een aantal ‘Overijselsche Sagen’ vast. Een Twentse boekhandelaar vroeg Jente Posthuma om er een hertaling van te maken. Maar omdat die verhalen dezelfde boodschap verkondigden als zoveel andere – al te vaak vertelde – verhalen, werd het aanleiding voor Posthuma om er meer mee te doen. Dat leidde tot dit bundeltje met drie verhalen die met een andere blik zijn herschreven. Ja, ze spelen in het verleden, in de vijftiende eeuw, in 1369 en 1388, maar ze zijn fris als nieuwe verhalen. Afgestoft, opnieuw ingekleurd en na een lenteregen helemaal sprankelend, aangeboden aan een publiek van nu. De verhalen zijn verrassend, zowel in de verhaallijnen als in details zoals hoe het ‘ze leefden nog lang en gelukkig’ van Ali en Bernd wordt beschreven. Er zit magie in en tragiek, want het leven van vrouwen die destijds als heks werden beschouwd was vaak niet makkelijk en liep niet altijd goed af. En na de drie verhalen is er een essay waarin Posthuma schrijft wat er vooraf ging aan dit boek, hoe de discussies in de media over heksen verlopen, en wat er in haar eigen leven gebeurde dat leidde tot dit boek. Een dun boekje, maar zijn geld wat mij betreft absoluut waard!
Magic for Hedge Witches – Sourcing Ingredients, Connection, Spell Building Harmonia Saille Moon Books / John Hunt Publishing. Paperback (May 27, 2022) ISBN: 978-78099-421-5
‘Pagan Portals’ from Moon Books is providing a wonderful selection of primers for different aspects of paganism and pagan traditions. One of the authors is Harmonia Saille. I first met her in 2008/2009 when she was living in the Netherlands. We organised workshops and at that time her interest was in Runes. However we often talked about the ‘connection with nature’ and in 2012 she contributed an article with that title to WRO. (See details below). We would later meet in Ireland, where Harmonia’s family comes from, and she showed me a little more of her own ‘land spirits’.
I have always liked Harmonia’s down-to-earth (pun intended) approach. This book is full of practical advice and based on personal experience. She writes:
“The practical side of my magical practice is based on folk magic. Folk magic is an uncomplicated magic brewed up by cunning folk, the witch, or others. Uncomplicated does not mean “uninteresting” or “requiring little learning” though. Folk magic is a craft taught or self-taught over years and nowadays is often gleaned from or based on the ancient mixed in with modern knowledge or practices.”
Here we also see that she doesn’t pretend to be a ‘new tradition’ but acknowledges past wisdom and the blending of old and new. Building up what she calls ‘Connection’ with plants and nature spirits and ultimately the ingredients used, she also emphasises the need to build up a personal rapport. This is especially true for those living in cities and towns. Connections in general are important but the connection with wildlife takes a little more effort. She gives a couple of exercises in ‘Connecting’ and I don’t think it will surprise anyone when she describes the benefit of ‘talking to trees’.
Looking at ‘ancient wisdom’, Harmonia writes about ‘On sourcing old spells’. Looking at chants & spells, often “Christian in nature” she quotes from ‘The Discoverie of Witchcraft’ and other ‘books of magic’ and grimoires.
On the practical side, she discusses ‘Ingredients’, ‘The Magic of Trees’ and ‘Other Magical Ingredients Found in Nature’. As a divinatory system, she discusses Runes – the subject she gave workshops on in the Netherlands. She also describes how to use runes in spell-work.
There are several other chapters dealing with different topics including: Candle and Colour Magic; Magic and The Elements, with examples of elemental workings, for example for the Element of Water, with a ‘Spell Example – Bath Banishing’ or for Earth, with a ‘Spell Example – Prosperity for the Self or Home’.
In short, this book is a complete guide for the modern Hedgewitch and is highly recommended for beginners and seasoned practitioners.
There is also an extensive bibliography and a list of suggested books for reading.
Who is Harmonia Saille?
Harmonia Saille is a Hedge Witch and pagan of more than two decades. Her pathway includes hedge riding, nature, Celtic and Norse mythology, the Elder Futhark runes, scrying, tarot (and other forms of divination), and spiritual connection. She also practices magic (folk and shamanic). She studied at the Irish Centre for Shamanic Studies.
Harmonia has guest lectured in Modern Pagan Witchcraft at Liverpool John Moores University. She holds workshops on hedge witchery, the runes, and other subjects both locally and at international spiritual events. Harmonia’s articles have appeared in various spiritual magazines, and she was a co-founder of Irish Pagan magazine Brigid’s Fire. She is the author of Pagan Portals – Hedge Witchcraft and Hedge Riding, and The Spiritual Runes: A Guide to the Ancestral Wisdom.
Centraal in wicca staan rituelen, met name die rond de jaarfeesten en bij de maancyclus: de esbats. Na een uitstapje naar de kerkelijke indeling van jaar en dag, kijken we naar de zonnefeesten en landbouwfeesten in het paganisme, en naar hoe je de maancyclus kunt volgen in wicca.
Thuiswerken
Vanwege corona werkten we massaal thuis, en hadden we weinig of geen fysiek contact met collega’s. Nou ja: dat geldt voor de mensen die normaal gesproken op kantoor werken. Voor artsen, verplegers, hulpdiensten, chauffeurs, schoonmakers, enzovoorts lag dat anders. Mijn werkgever deed moeite om wel contact in stand te houden voor de medewerkers die vroeger altijd op kantoor werkten maar dat nu niet mochten. Zo kregen we het aanbod om deel te nemen aan workshops via online vergaderkanalen (Skype, Teams, Webex, Zoom, noem maar op). De workshop die mede aanleiding was tot dit artikel, ging over het indelen van je tijd. Niet efficiency stond centraal, maar een goede balans tussen werken en vrije tijd. Voor een thuiswerker ligt daar immers geen harde grens tussen, omdat alles op dezelfde locatie gebeurt.
Kerkelijk jaar
Die workshop sloot aan bij wat ik jaren geleden tijdens een training had geleerd over het leven van christenen en met name christelijke monniken. Christenen delen de tijd in op verschillende niveaus: het kerkelijk jaar, de weken en weekdagen (elke zondag naar de kerk), en de dag. Daar zijn de christenen natuurlijk niet uniek in. Jaarfeesten vind je waarschijnlijk in iedere religie en iedere cultuur. Ook in wicca en paganisme, waarover straks meer. En een vrij strak voorgeschreven dagritme zie je ook elders wel.
Het kerkelijk liturgisch jaar draait om fases in het leven van Christus en begint met de advent: de tijd die voorafgaat aan – en voorbereidt op – het kerstfeest, waar de geboorte van Christus wordt gevierd. Het belangrijkste in het christendom is Pasen en de andere feesten en gedenkdagen in het voorjaar – Goede Vrijdag, Hemelvaart en Pinksteren – hebben een vaste afstand tot het paasfeest. Pasen is op de eerste zondag na de eerste vollemaan die volgt op de voorjaarsequinox. Elk jaar een andere datum dus. De vastentijd start 40 dagen voor Pasen op aswoensdag – direct voorafgegaan door carnaval – en Pinksteren is 50 dagen na Pasen.
Heiligendagen
Vooral voordat het protestantisme opkwam, werden in de katholieke kerk en door het volk vele heiligendagen gevierd. Van sommige heiligen weten we de dag ook nu nog: Sint Nicolaas 6 december, Sint Sylvester 31 december, de ‘ijsheiligen’ (Pancratius, Servatius en Bonifacius) op 12, 13 en 14 mei en Sint Johannes de Doper op 24 juni. Het Engelse woord ‘holiday’ komt van ‘holyday’: op dagen waarop het leven van een heilige werd gevierd, was men vrij. Werkers hadden vaker vrij dan nu: in de Middeleeuwen werd doorgaans op 150 dagen per jaar gewerkt, en nu op ruim 200 dagen per jaar. Onder Napoleon werden al die vrije dagen afgeschaft.
Tegenwoordig zijn het vooral nog weerspreuken die aan de naamdagen van de heiligen herinneren: “Regent het niet met Sinte Margriet, dan regent het zes weken niet”. En verder kom je de namen van de heiligen tegen als je uitzoekt wat de betekenis is van je voornaam. Vaak is er een heiligennaam waarvan jouw naam een afleiding is, en soms zijn er zelfs meer heiligen met dezelfde naam. In de katholieke kerken in Midden- en Oost-Europa wordt de naamdag gevierd in plaats van, of naast, de verjaardag.
De dag in het klooster
Voor kloosterlingen gold een strikt regime. De ‘orde van de dag’ was verdeeld in bidden, studie, werken en eten. Ik ken de namen van de gebedsmomenten uit de boeken van Ellis Peters over Broeder Cadfael (ook verfilmd tot televisieserie), maar hij sprong wel losjes om met de kloosterdiscipline. Het was niet de bedoeling dat de inwoners van een klooster vrije tijd of individuele verlangens overhielden. Er werd gehoorzaamheid van hen geëist, van ieder op dezelfde wijze. Gezamenlijke gebedsdiensten vonden plaats gedurende de hele dag: voor zonsopgang de lauden, dan het eerste, derde, zesde en negende uur, gevolgd door de vespers en de completen en midden in de nacht de metten. Ik spreek in de verleden tijd, maar er zijn nog steeds kloosters, er treden nog steeds mensen in, en je kunt in sommige kloosters op retraite gaan.
Kloosterritme thuis
Waar destijds de regelmaat ten dienste stond van God, kun je nu het ritme van het klooster aanhouden om bij het thuiswerken een goede balans te vinden tussen werk en privé. Een vergelijkbaar verhaal als ik in die workshop op kantoor te horen kreeg, vond ik op internet bij ‘Thuismonnik’ Pouwel Woldendorp.
Hoe bewaar ik thuis mijn innerlijke rust en voorkom ik dat ik over mijn grenzen heen ga? Hoe voorkom jij dat werk en privé zo door elkaar lopen dat je er gespannen van wordt? En hoe zorg jij ervoor dat je op tijd stopt en de computer uitzet? Mijn antwoord is: ga werken in kloosterritme.
Pouwel gebruikt de wekker van zijn smartphone om aan te geven dat het tijd is om te stoppen met zijn bezigheden. Hij gebruikt de structuur die ook in kloosters wordt gebruikt voor het gebed. Werken wordt afgewisseld met meditatiemomenten. Pouwel biedt overwegingen bij een ‘werkdag in kloosterritme’ aan als download. Zijn hele website is trouwens aandachtig lezen waard.
Paganisme
Dit uitstapje naar het christendom was vooral omdat het ritme van de week en de dag er zo goed is uitgewerkt. In wicca en andere stromingen in het paganisme kennen we de jaarfeesten, en in wicca ook de maanfeesten. De jaarfeesten bestaan uit twee sets van vier feesten: de zonnefeesten – solstices en equinoxen – die vooral in het druïdisme een grote rol spelen. En de ‘cross quarter days’ uit de wicca, die van oorsprong met de landbouw te maken hebben: zaaien, vruchtbaarheid, oogsten enzovoorts. De zonnefeesten kun je nauwkeurig berekenen, maar bij de andere feesten is het van belang te kijken naar wat er precies gebeurt buiten: je gaat pas zaaien als de vorst uit de grond is en je viert een oogstfeest pas als de oogst binnen is. In de loop van de twintigste eeuw zijn de feesten uit druïdisme en wicca ontwikkeld tot één set van acht feesten in beide stromingen. In wicca noemen we de jaarfeesten ook wel de sabbats. Daarnaast zijn er de maanfeesten, de esbats. Tip: de data van de zonnefeesten (de ‘quarters’), een richtlijn voor de data van de cross quarter days, en de data van volle maan en nieuwe maan, kun je vinden in het overzicht Moons, Esbats & Sabbats 2023 in Wiccan Rede Online.
Jaarfeesten of sabbats
Over de jaarfeesten is veel geschreven, in eerdere edities van dit (nu online) magazine en in boeken over wicca. Ik geef hier een korte opsomming, maar kijk vooral verder – in Wiccan Rede Online kun je de tags onder dit artikel aanklikken of het zoeksysteem gebruiken.
Samhain – het afsluiten van het oude jaar en het begin van het nieuwe jaar
Midwinter of Yule – zonnefeest op een exacte datum, ca. 22 december
Imbolc of Oimelc – het eerste leven laat zich (bijna) zien: kiemplanten, bolbloemen, lammetjes
de Lente-equinox of Ostara – zonnefeest op exacte datum, ca. 21 maart
Beltane – het feest van de vruchtbaarheid van het land (en mensen en dieren)
Midzomer of Litha – zonnefeest op een exacte datum, ca. 21 juni
Lughnasadh of Lammas – het eerste oogstfeest (granen)
de Herfst-equinox (ook wel Mabon) – zonnefeest op exacte datum, ca. 23 september (en oogst van druiven en appels)
Samhain (ja, opnieuw, want de aarde draait steeds opnieuw langs dezelfde punten).
Over rituelen die je kunt vieren, is ook al van alles te lezen in Wiccan Rede Online en daarbuiten. Maar bedenk eerst wat het feest voor jouzelf te betekenen heeft. Daarop pas je jouw ritueel aan.
Onderaan dit artikel vind je links naar artikelen over rituelen in het algemeen, en over (rituelen bij) verschillende jaarfeesten.
Waarom vieren we de jaarfeesten?
Wat is voor jou de waarde van het vieren van de jaarfeesten? Voor mij persoonlijk dat ik graag iets wil doen met mijn religieuze gevoelens, en omdat de seizoenen voor mij belangrijk zijn. Iedere heks en iedere pagan of heiden zal zijn of haar eigen redenen hebben. En afhankelijk van de levensfase waarin je verkeert en wat je zoal hebt meegemaakt, kan er steeds een ander aspect de boventoon vieren. Maar in grote lijnen zou ik zeggen: als je de jaarfeesten viert ben je je meer bewust van de natuur om je heen en in jezelf. Je bent je bewust van de cycli die er bestaan en van dat je onderdeel bent van een groter geheel. Je bent geen speelbal van de golven, maar je weet dat er golven zijn en je kunt je overgeven aan het drijven op de golven. Of er zelfs op surfen.
Maancyclus
Over de maanfeesten zul je minder vinden in boeken of online. De esbats zijn bij sommige covens vooral werkbijeenkomsten, waar magisch werk plaatsvindt, of training, of verdieping op een onderwerp. Maar ze vinden plaats in het ritme van de manen, vaak tegen volle maan. En elke volle maan heeft haar (of zijn) eigen karakter. Je kunt beginnen met het verkennen van de verschillende manen, door je bewust te zijn van de maanfase en er een dagboek over bij te houden van wat je voelt, wat de maan bij je oproept, en wat je in de natuur ziet gebeuren. Waar staat de maan tijdens je nachtwandeling (avondwandeling, ochtendwandeling)? Is de maan zichtbaar of niet, rond, met een maansikkel naar links of rechts of is het halve maan? Noteer wat je ziet, wat je voelt, wat er bij je opkomt. Concentreer je op de maan (terwijl je wel let op waar je loopt): laat je niet afleiden door muziek en luister niet tegelijk naar een podcast.
Wil je liever nu al weten wat anderen hebben uitgevonden over het karakter van de diverse manen in het jaar, lees dan het artikel over de maankalender van Merlin en klik hiernaast op ‘Volle maan wandelingen’ (of via link) om te lezen hoe Loes het aanpakt en wat zij zoal ontdekt. Of lees verder…
Misschien vind je op internet of in een boek namen van manen en bijpassende rituelen. Vraag je dan eerst af of die namen en rituelen passen in ons deel van de wereld, bij onze seizoenen, en bij jouw eigen leven. ‘De maan van de coyote’ bijvoorbeeld, komt uit een andere cultuur en een ander werelddeel. Je kunt misschien associaties leggen met de vos – ook een ’trickster’ – maar doe je huiswerk voordat je ideeën en concepten van anderen gebruikt. Ook als een complete maancyclus wel lijkt te passen, denk er dan goed over na: wordt de ‘maan van de dood’ midden in de lente geplaatst, als alles al uitloopt, dan klopt dat niet. Die naam hoort bij het einde van de winter, als de voorraden op raken en het jonge vee nog niet geboren is (en er dus nog geen melk is), en de mensen en dieren weinig weerstand meer hebben en dus in groten getale ziek worden. Als er al plantjes ontkiemd zijn, kan een late nachtvorst die nog wegvagen. Merlin: “Het is de laatste slag van Koning Winter voor hij zich definitief terug zal trekken. Een tijd om extra wakker te blijven, en ons niet te laten verblinden door onze vreugde om het terugkerende leven.”
Esbats
Wat doe je tijdens een esbat? Dat mag je helemaal zelf invullen. Als je een ritueel wilt vieren, dan moet je weten dat elk ritueel bestaat uit drie onderdelen: openen, sluiten en daar tussenin de inhoud van je ritueel. Misschien ben je lid van een coven en heb je een Book of Shadows met vaste rituelen. Maar je kunt de maanfeesten ook vieren als je solo-heks bent, buiten wicca.
Het kan fijn zijn om elke keer op dezelfde manier de cirkel te trekken en af te sluiten. Als je de verschillende manen wilt vieren, kun je daarvoor een vast stramien bedenken, of juist per keer bedenken hoe je het wilt doen. Het hangt er natuurlijk ook vanaf op welk moment van de jaarcyclus je een ritueel houdt: bij nieuwe maan, wassende maan, volle maan of afnemende maan. Tijdens die fasen is de energie anders van karakter. Experimenteer vooral zelf om te ervaren wat het verschil is. Ook maakt het uit of je een ritueel binnen houdt of buiten, waar de maan zelf zichtbaar is en je kunt ‘scryen’ of een maanbad kunt nemen. Scrying is een techniek waarbij je in een vorm van trance raakt, en je openstelt voor wat de maan je te vertellen heeft. Je kijkt dan niet naar de maan maar naar de reflectie van de maan in een kom water of een vijver, of in een spiegel die voor je ligt. De maansikkel ziet er daarin hetzelfde uit als in de lucht: met de punten naar links of rechts. NB Kijk je naar een spiegel (aan de muur) terwijl de maan achter je staat, dan zie je de maan omgekeerd: in laatste kwartier terwijl het eerste kwartier is, of omgekeerd. Dat moet je vermijden.
Een maanbad is net zoiets als zonnebaden, maar nu stel je je bloot aan de maan. (Voor een open raam in je slaapkamer kan dat ook).
Pathworkings
Als je een jaar lang de manen gevolgd hebt, door buiten te lopen tijdens de diverse maanfasen, door te mediteren en misschien door te lezen, dan heb je bij elke maan een beeld. Je kunt dat gebruiken om er een geleide fantasie over te schrijven, een ‘pathworking’. Oorspronkelijk heeft dat woord te maken met de paden die ‘lopen’ tussen de sefiroth van de Kabbalah, maar het wordt ook gebruikt als algemene term voor ‘geleide meditatie’. Hoe je het ook noemt: het komt erop neer dat je een beschrijving maakt van een landschap of omgeving, waarin je ruimte laat voor een ontmoeting met wat we ‘het mysterie’ kunnen noemen. Dat kan een godin of god zijn, of een bewoner van het landschap, of een totemdier. Dat laat je open. Je merkt het wel als het gebeurt. In je tekst zeg je alleen dat je ergens bent – je zit bijvoorbeeld op een boomstam op een open plek in het bos – en dat er iemand op je af komt en je advies geeft, of een geschenk. Dat geschenk is een symbool dat iets voor je betekent. Ga af op wat het persoonlijk voor jou betekent. Als je daar na een week nog niet uit bent, kun je altijd nog een symbolenboek erop na slaan.
In plaats van een vooraf geschreven tekst (die je kunt voorlezen aan jezelf, als je alleen bent, door die in te spreken op een bandje of voice recorder, of die één persoon voorleest aan een groep), kun je ook een divinatieset gebruiken om runen te werpen of kaarten te leggen, en op die manier informatie te ontlenen aan je onderbewustzijn.
Poëzie
Een andere manier van met tekst werken is dat je een gedicht uitzoekt dat past bij de maan in kwestie, of – beter nog! – zelf een gedicht te schrijven tijdens je ritueel of in de aanloop ernaartoe. Of na afloop van je ritueel, als je alle indrukken verwerkt tot een tekst die er de essentie van samenvat. Ben je beter thuis in andere creatieve vormen – muziek, dans, naaldkunst, schilderen – dan kun je die gebruiken.
Een volgend jaar kun je dat gedicht (die muziek, dans, textiele kunst of dat schilderij) dan weer gebruiken bij dezelfde maan. Dat versterkt de beleving van die specifieke maan, en brengt je sneller en dieper in de sfeer ervan. Wees wel eerlijk tegen jezelf: ga uit van je eigen ervaringen, en neem niet iets over omdat iemand anders zegt dat je dat nu zou moeten voelen. Misschien komt er de eerste keer helemaal niet zo’n duidelijk beeld op. Laat het dan, en misschien komt het volgend jaar alsnog.
De maankalender
In 1985 gaf Silver Circle een boekje uit als begeleiding bij de maankalender. De kalender is als poster en op A3-formaat nog altijd verkrijgbaar, het boekje helaas al jaren uitverkocht. Je kunt wel opzoeken welke maan nu aan de hemel staat, in welke fase die is, en wat de komende manen en jaarfeesten zijn: Silver Circle Calendar. Via ‘Change date’ kun je dat ook opzoeken voor een andere datum. De knop ‘Esbats’ geeft je het overzicht voor het hele jaar dat ook – maar dan met de jaarfeesten erbij – op Wiccan Rede Online te vinden is.
Omdat het artikel over de maankalender geen opsomming geeft van de diverse manen, en het op de afbeeldingen van de kalender moeilijk te zien is, geef ik ze hier weer.
2023 is begonnen met de IJsmaan, die slechts eens in de drie jaar voorkomt, en de volle maan is altijd vroeg in januari. De andere manen komen elk jaar voor, steeds op een andere datum:
IJsmaan (volle maan begin januari)
Sneeuwmaan
Maan van de dood (einde winter: februari)
Maan van het ontwaken (of van het opstijgend sap)
Grasmaan
Zaaimaan / Planting moon
Maan van de roos (rond Midzomer)
Maan van het weerlicht
Oogstmaan (rond Lammas)
Maan van de jacht
Bloedmaan of Maan van de Vallende bladeren (rond Samhain)
Door Yoeke Nagel – damestasjeslezer en interheksueel met Reclaimingwortels
Met een nawoord door Morgana Sythove
“Zeg, wil jij misschien het authentieke dagboek van Boeddha lezen?”
Dat was de tip die ik in oktober in mijn mailboxje vond.
Nou ja, zo ongeveer. Want in werkelijkheid werd de tas van Doreen Valiente omgekieperd, wat voor een Damestasjeslezer als ik natuurlijk bijna nog mooier is dan een authentiek dagboek van een religieuze held. Doreen, die in 1953 door Gerald Gardner zelf werd geïnitieerd, maar vervolgens haar eigen wiccapad bewandelde en daar openhartig en instructief over schreef, is voor veel mensen trouwens ook niet veel minder dan een religieuze heldin.
Doreen Valiente had bij elke rituele bijeenkomst dezelfde tas bij zich, een ‘holdall’, een robuuste, groengeblokte Burberry weekeindtas. Nu, net als haar andere magische gereedschap, in beheer van de DVF, de Doreen Valiente Foundation.
Op 27 november 2022 gaf dr. Marco Romeo Pitone, die zijn vakgebied omschreef als ‘archeologie van de magie’, een online rondleiding door de inhoud van haar tas.
Wat een genoegen om daar bij te kunnen zijn!
De denkfout van een damestasjeslezer
Wie in een damestas kijkt, ziet de ziel van de vrouw die de tas draagt, ontdekte ik als damestasjeslezer. Natuurlijk ben ik niet de enige die die avond met rode koontjes voor haar computerscherm zit om mee te gluren in een Beroemde Tas en daarmee een kijkje te nemen in de ziel van haar draagster. Het duurt eventjes voordat het tot me doordringt dat ik een denkfout gemaakt heb.
De holdall van Doreen is niet haar handtas. Het is haar werktas.
Je kunt hem vergelijken met een laptoptas voor wie op een kantoor werkt. Of, duhhhh, met zo’n Jumbotas die je op het laatste moment zelf nog even volgooit met je onmisbare rituele voorwerpen die je – waar heb je nou je tarotkaarten weer gelaten – deze keer mee wilde nemen voor de covenbijeenkomst. Met de zelfgebakken koekjes – oh oké, die hebben de kinderen gevonden, dan gauw nog even langs de supermarkt voor een pak kaasstengels – bovenop.
Wie vaker dan acht keer per jaar een ritueel bijwoont als priesteres van dienst heeft natuurlijk een degelijke tas waarin het basisgereedschap standaard bij elkaar ligt. Logisch. Altijd alles bij de hand en alleen wat je echt nodig hebt (ahem).
En dus, realiseer ik me, kunnen we aan en in deze tas veel informatie krijgen over de werkhouding van Doreen, maar minder over haar persoonlijkheid.
Een tweede handicap voor mij is dat ik wel veel weet van de inhoud van moderne damestasjes, maar niet van de traditie waar Doreens rituelen in plaatsvinden. Van veel voorwerpen uit haar rituelenwerktas kan ik dus wel zo ongeveer beredeneren waar ze voor dienen maar de pikante details ken ik, als vrijzinnig interhexueel met Reclaimingtraining, niet.
Daarom ben ik blij dat ik tussen de 48 andere online deelnemers ook een andere Wiccan Rede-medewerkster: Morgana ontwaar. Zij heeft de vakkennis op het traditionele wiccaterrein. We spreken direct af dat we beiden ons verslag doen van deze bijeenkomst.
En dan is er nog een derde probleem bij het lezen van deze eerbiedwaardige tas, die vermoedelijk al rond 1960 in gebruik is genomen: in die tijd gingen vrouwen anders om met hun spulletjes dan tegenwoordig.
Fun fact: moderne tassen worden gemiddeld niet ouder dan drie, maximaal zes jaar. Dan worden ze afgedankt (voorgoed onderin de kast, naar de kringloopwinkel of in de container).
De tas van Doreen moest en ging decennialang mee. Niet kapot te krijgen. Burberry patroon in het stevige weefsel, met rubber verstevigde binnenkant, oersterke lederen hengsels, met opgestikte lederen versteviging rondom, stevig Cheney-slot.
Doreens rituele voorwerpen moesten bestand zijn tegen de vier elementen: opkruipend vocht, voortdurende mist, omvallende bekers en neerstortende regen tijdens langdurige bijeenkomsten onder de sterrenhemel van klam Engeland.
Bovendien werden rituele voorwerpen in de jaren vijftig, zestig en zeventig als het even kon met zorg zelf gemaakt, met de hand.
Ja, natuurlijk, in theorie is dat nog steeds zo. Maar heb je zelf nooit zitten zwijmelen bij een lollig kant en klaar bokaaltje of zo’n fancy staf met, kijk dan, drie edelsteentjes in het handvat, op een Magische Action online? Een enkeling bestelt dan ook echt zoiets.
Zelf je magisch gereedschap maken, dat deed je vroeger.
De rituele voorwerpen in Doreens tas zijn wel degelijk zelf gemaakt, of op z’n minst zelf opgepimpt of verbeterd, met de hand. Moest ook wel, want waar haal je vier weerbestendige labels met de symbolen van de elementen erop?
Toch zegt die huisvlijt, gezien de traditie in het tijdsbeeld, minder dan handgemaakt spul in een tas tegenwoordig zegt. Kijk, als ik een handgeborduurd telefoonhoesje zie in een hedendaagse damestas, weet ik dat ik te maken heb met een vrouw die hecht aan haar sociale netwerk en haar vrienden met zorg en aandacht wil omgeven, op het betuttelende af.
Kruissteekjes zijn overigens minstens zo inzetbaar om een intentie neer te zetten als, zoals Doreen deed, tekens in het lemmet van een boline – een mes met wit handvat – of athame kerven. Maar, zoals gezegd, tegenwoordig zegt zo’n uitzonderlijk eigen maaksel meer over de tassendraagster dan in de tijd van Doreen, toen zeker wicca’s vrijwel alles zelf maakten.
Maar wat zit er nou in?
Goed. Andere tijd, dus duurzamer. Andere traditie, dus niet allemaal even simpel te duiden. Andere mentaliteit, dus meer handgemaakt spul. Tot zover de disclaimers. Maar nu ertegenaan. Wat zit er dan in die tas van Doreen Valiente?
Vermoedelijk zou zij er zelf over zeggen wat vrijwel elke vrouw (m/v/x) zegt over wat er in haar tas zit: ‘Alleen wat je echt nodig hebt, voor het geval dat, want je weet maar nooit.’
En eerlijk is eerlijk: in Doreens tas zit nauwelijks iets extra’s. Geen tierelantijnen, geen opsmuk of persoonlijk geprutteprut. Wat er in deze tas zit heeft allemaal een functie tijdens een strak opgezet ritueel waarvan je weet wat je daar kunt verwachten. De gewone dingen dus.
Een petroleumlamp van Oldfield, met wit, groen, zwart en rood glas.
4 glazen kandelaars voor lange kaarsen.
4 metalen kandelaars met punt voor wat dikkere kaarsen.
2 zwarte altaarkandelaars.
Een drinkglas met versiering in kleurige blopjes erop.
Een boline met een lederen riempje eraan en twee blauwe kralen. Geen fancy halfrond model, maar een gewoon Richards zakmes met wat extra’s, dat dienst doet als ‘The knife with the white hilt’ (daar kan Morgana vast meer over vertellen).
Een rond doosje met een steentje erop waarin een wit koord zit, gesloten met rood draad.
4 weerbestendige platen met de symbolen van de elementen erop, aan een ijzerdraadje zodat je ze in een boom of aan een deurpost kunt hangen.
4 weerbestendige platen met de windrichtingen erop, ook met ijzerdraadje.
Twee uitgetikte teksten in een plastic hoesje: een invocatie voor de herfst-equinox en een compacte opsomming van handelingen voor het ritueel, dat toevallig bestaat uit 13 punten.
Een etuitje met twee koorden erin (‘Zijn die toevallig groen en rood?’ wil Morgana weten. Jazeker, dat zijn ze).
Een etuitje met brokjes wierook erin.
Een metalen broekriemgesp in de vorm van een bokkenkop, die aan de binnenkant enorm op een piemel lijkt, merkt een van de toeschouwers op (ik niet hè! Ik niet).
En nog een aantal voorwerpen die ik niet verder zal beschrijven, want ook na haar dood heeft een dame recht op discretie waar het haar tas betreft, nietwaar.
Efficiënt als een kantoortas
Je ziet: Doreens werktas is zo efficiënt en degelijk als de magische variant op een Samsonite met een laptop, een telefoon, autosleutels en een paar oortjes erin. Alle onderdelen zijn bedoeld voor gebruik en getuigen van schoonheid en kracht, macht en mededogen, trots en nederigheid, vrolijkheid en eerbied.
Juist daardoor is er gelukkig ook nog wel wat af te lezen over haar persoonlijkheid, aan de spullen in de tas.
Even een kort rondje damestasjeslezerij dan maar.
Wat zegt, allereerst, de petroleumlamp? Een joekel van een ding. Afgezien van de rituele functie ervan heeft ze met dat gevaarte ook steeds vooropgelopen om de weg te wijzen naar zo’n open plek in het nachtelijk woud waar het ritueel ging plaatsvinden. De weg wijzen, vooroplopen, dat is de taak van een lerares in het algemeen, een priesteres in het bijzonder. De draagster van deze tas is dus iemand die een pad durft in te slaan en de verantwoordelijkheid draagt daarbij gevolgd te worden.
De vier zwarte metalen kandelaars hebben een venijnige pin. Je zou er wat dikkere kaarsen in kunnen prikken, in de kleuren van de elementen. Doreen sneed twee kurken doormidden en prikte ze op elk van de metalen punten. Daaraan herkennen we een praktische vrouw die geen trek heeft in een kapotgetrokken voering of een venijnig stuk metaal in haar hand als ze blindelings iets probeert te vinden in haar tas. Niet vier hele kurken, want dat zou overdreven zijn. Zuinigheid? Ik denk eerder dat ze de kurken kort wilde houden zodat ze beter bleven zitten in de tas. Handig.
Vier zwarte metalen kandelaars èn vier glazen kandelaars waar alleen dunnere kaarsen in kunnen. Een stompje daarvan zit trouwens ook in de tas, maar niet een hele set. En ook nog twee zwarte kandelaars.
Bij elke andere tas zou je zeggen: die is bang dat ze kandelaars tekort gaat komen, dat heeft zij of iemand in haar voorouderlijn mogelijk ooit meegemaakt. Angst om tekort te komen of om tekort te schieten is namelijk meestal de reden dat een voorwerp ‘dubbel’ of zelfs veelvoudig in een tas zit. Denk aan de dierbaren die altijd drie rolletjes snoep bij zich hebben, vijf pennen of zes pakjes zakdoekjes. Je zult maar zonder komen te zitten, galmt het steeds redeloos door hun achterhoofd als ze hun tas meepakken.
Maar in Doreens tas zijn al die kandelaars functioneel. Ze gaat ze gebruiken en ze weet ook al hoe. Ze is zelfverzekerd, want er zit geen extra kandelaar in haar tas voor het geval dat. Wonderlijker is dat er, ondanks al die kandelaars, niet voldoende kaarsen in haar tas zitten. Waarom niet? Twee opties: ze had een assistent die Kaarsenhoeden als speciale taak had, zodat zij er niet aan hoefde te denken. Of: ze gebruikte de kaarsen lekker zelf in huis als haar tas en zij even geen dienst hadden. Ook haar eigen athame zit niet in de tas.
Dat is niet vreemd, vanuit damestasjesleesperspectief gezien.
Zo hebben jij en ik meestal ook geen huissleutel of telefoon in onze tas zitten als we thuis zijn; die liggen dan op tafel. Handig. We zien dus in de tas van Doreen dat zij vrij is van rigide verboden: als je een voorwerp nodig hebt voor praktisch gebruik, dan gebruik je het.
Het drinkglas zou dienst kunnen doen als waxinelichtjeshouder, maar dan zou er waarschijnlijk kaarsvet onderin zitten. Ik vermoed daarom dat Doreen het inzette om uit te drinken. In dat geval zou dit zelfs wel eens een supervrolijke en speelse bokaal kunnen zijn waar ik als Reclaimer direct blij van word.
Is dat zo? Was Doreen zo jolig dat ze liever een kleurig glas liet rondgaan dan een statige bokaal op een poot? Of was het gewoon, opnieuw, praktischer. Bokaal op poot? Zie dat ding maar eens recht te laten staan als je je ritueel op een open plek tussen de bomen uitvoert, op hobbelige bosgrond en chaotisch gras. Zo’n laag drinkglas is stabieler en met de kleurtjes en bijzondere vorm kun je hem ook nog eens gemakkelijk, bijna in het donker, op de tast vinden. Andere optie: het kleurige glas stond op het altaar met water. Kan. En ook dan is het een speelse keuze die te rechtvaardigen is met een prima theorie. Ik noem maar wat: ‘In het water wordt elke kleur en elke kwaliteit weerspiegeld en opgeslagen, want elke kleur en elke daad van liefde en plezier zijn mijn rituelen.’ Maar misschien is dat wat teveel Emoto en dat is pas van na haar tijd. Alhoewel… Doreen was haar eigen tijd misschien al zo ver vooruit.
Zo zeker dat je kunt spelen
Deze tas is met haar meegegroeid vanaf het begin en voldeed uiteindelijk aan al haar verlangens. Even op een rijtje wat de tas van Doreen Valiente over haar zegt, achter haar rug om.
Met de lamp baant ze de weg voor anderen. De 2 x 4 kaartjes, met elementsymbolen en windrichtingen, laten zien dat ze de moeite neemt om ook beginners de basisprincipes te tonen op haar pad naar kennis. De boline heeft niet de traditionele kromming en is meer een multitool met wit handvat dan een Sleutel van Salomo, om maar wat te noemen: het is een vrouw van de praktijk, die ook haar inzichten in het dagelijks leven zal willen toepassen. De bokaal of waterhouder is een vrolijke, kleurrijke drinkbeker, wat suggereert dat Doreen blijdschap, verrassing, als magisch momentum ziet. ‘There is a laugh in everything, that’s how the light gets in’, zou de filosoof kunnen zingen. Tot slot: het altaarstuk, de broekriemgesp in de vorm van een bokkenkop, heeft een ondeugende binnenkant wat, volgens tassengids Marco Romeo Pitone, vast geen toeval is.
De kleinere objecten, wierook en gekleurde koorden, zitten netjes in een etui. Ze weet: alles wat je aandacht geeft wordt sterker. Bovendien vormt het dan niet binnen de kortste keren een laag klef leefgruis onderin je tas.
Wat kunnen we concluderen aan de hand van haar tas?
Doreen leidt en speelt. Ze doorgrondt de traditie, ze kent en begrijpt de handelingen die zij uitvoert tot op de bodem en daar voorbij. Ze vertrouwt op haar jarenlange ervaring, haar magische kwaliteiten en op haar degelijke, met zorg omringde gereedschappen, die ze persoonlijk heeft geladen met haar intenties. Dat geeft haar de ruimte om haar eigen kleur en visie aan de traditie toe te voegen, om die bij te sturen en verder te brengen. Dit is de tas van een lerares. Van iemand die een kunst beheerst, meester is. Een tas die met zorg en aandacht is samengesteld door iemand die het mysterie kent: als je dat wat je zoekt niet vindt in je tas, dan vind je het ook niet daarbuiten.
Met grote dank aan de Doreen Valiente Foundation, hoeder van onder andere de tas met inhoud van Doreen Valiente.
Nawoord Morgana:
Ik woonde ook de lezing van Marco bij en was enthousiast over de details en diepgang van de discussie over Doreen’s Ritual Bag. Zo noemde John Belham Payne de ‘holdall’. In verschillende gesprekken met John, die helaas in 2016 is overleden, over de ‘Doreen-collectie’ waren we soms verbijsterd over verschillende objecten. Waar heeft ze die dingen gevonden? Toen ze in Brighton woonde, zal ze zeker de antiekwinkels hebben bezocht en wat curiosa hebben opgepikt. Maar toen ik de collectie zag, privé, maar ook op de tentoonstelling in Brighton, april 2016, viel het me telkens op hoeveel dingen Doreen zelf maakte of veranderde/aanpaste.
Gerald Gardner deed het ook trouwens. Hij maakte zwaarden, athames, en toverstokken, noem maar op. Hij vond dingen in Maleisië, Borneo enzovoort. Af en toe zijn er ook nu nog dingen te vinden, ook in Nederland, die afkomstig zijn uit India of Indonesië. Ik vermoed dat Doreen ook dingen heeft gevonden met een koloniale geschiedenis.
Voor mij was het inspirerend om te weten dat Doreen dit deed. Ik heb in de beginjaren ook dingen gemaakt – simpelweg omdat er niet de koopwaar was die er vandaag is, maar ik vond ook dat het goed was om dat te doen. Je eigen energie – en soms het bekende ‘bloed, zweet en tranen’ – dat werd allemaal toegevoegd.
Dat Doreen pragmatisch was, is volgens mij ook het vermelden waard. Hoewel ik Doreen maar een paar keer heb ontmoet, bijvoorbeeld toen ze in 1996 een fantastische toespraak hield voor de Pagan Federation, kende ze mijn eigen Hp en Hps heel goed en was ze te gast in de coven waarin ik was ingewijd.
In de tussenliggende jaren ben ik me gaan realiseren wat voor impact Doreen heeft gehad op mijn manier van werken. Kandelaars maken en ze met de hand beschilderen, pentagrammen maken met dinerborden, of schotels, of pannen-/ theepotonderzetters van kurk… bijna alles is te vinden in de keuken.
Het kijken naar Marco’s toespraak riep zoveel herinneringen op. Ik heb ook een set items, klaar voor een ritueel in het bos. Die staan gewoon in de kast… een speciale tas heb ik niet, maar toch.
En inderdaad, “als je dat wat je zoekt niet vindt in je tas, dan vind je het ook niet daarbuiten”.
De teksten van Yoeke en Morgana zijn geïnspireerd door het onderzoek van dr. Marco Romeo Pitone. Het copyright van de foto’s berust bij de Doreen Valiente Foundation. Op verzoek van de DVF plaatsen wij de volgende oproep: The Doreen Valiente Foundation has an exciting programme of events that we hope to promote in the near future. We are looking for volunteers to become official Guardians of the Doreen Valiente Foundation to assist us in doing this. If you would like to know more about this please contact us at foundation@doreenvaliente.org
Paper by Morgana, Utrecht, the Netherlands, October 2016, (Revised December 2022)
“Wicca” is a prime example of a revival of ritual practice and custom, primarily in the British Isles. ‘Wicca’, or Modern Witchcraft / Pagan Witchcraft, as a name, was introduced in the 1950’s by Gerald B. Gardner after the Witchcraft laws of 1735 were revoked and replaced by the Fraudulent Mediums Act (1951). What motivated Gerald Gardner to revive “The Old Religion”? Which resources in the re-establishment or revival of these dormant customs did he use? In recent discussions about Neo-paganism, where there is a tendency to claim authenticity, it has become more and more apparent that to understand the nature of “Wicca” we need to look at the cultural and social environment of England in the 1950’s. The pagan/heathen heritage in Europe does indeed go back millennia, but Wicca is clearly a product of modernity.
In this paper, I will be looking at the impact of cultural influences and how Wicca has developed in Europe over the last 50 + years.
Introduction: Good afternoon, my name is Morgana, and I would like to read my paper as a Gardnerian Wiccan priestess, a practitioner, in other words, of the religion of Wicca, as an insider.
What is Wicca? “Wicca” is a prime example of a revival of ritual practice and custom, primarily in the British Isles. ‘Wicca’, also referred to as Initiatory Wicca, Modern Witchcraft or Pagan Witchcraft, as a name was introduced in the 1950’s by Gerald B. Gardner after the Witchcraft laws of 1735 were revoked and replaced by the Fraudulent Mediums Act (1951). What motivated Gerald Gardner to revive “The Old Religion”? The name the Old Religion was sometimes used to differentiate it from the NEW Religion, or Christianity.
It was his curiosity and love of folklore which inspired him to delve into the life and customs of country folk. Even as a Civil Servant in Ceylon (Sri Lanka) in 1900 and later in Malaya in 1911, he was fascinated by the indigenous folk, particularly the Dayaks, He made a study of the sacred dagger – the Kris – which was published as “TheKeris and other Malay Weapons” (1936) and which is still regarded as an authoritative work.
However, it wasn’t until his retirement and return to Europe that Gardner continued his search for ancient native spiritual practices in earnest. Although he and his wife Donna returned to London in 1936, it wasn’t long before he became involved in archaeological excavations in Palestine. On his return to England, he decided to join a nudist club on the recommendation of his doctor Edward A. Gregg. This brought him in contact with Fouracres, a nudist club near to Bricket Wood in Hertfordshire.
Biographer Philip Heselton suggests that it was the contacts Gardner made there and during that period that led him to discover Wicca/Witchcraft. Becoming part of an active group (possibly Coven), Gardner was finally in touch with people who were “part of an ancient cult”, as he described it later to one of his High Priestesses, Doreen Valiente.
For an extensive look into Gardner’s life, please refer to Philip Heselton’s books, especially Witchfather: A Life of Gerald Gardner. Vol 1 and Vol II
Which resources in the re-establishment or revival of these dormant customs did he use?
As noted, Gardner was well-travelled and interested in many different cultures. He also authored a number of books, his first under the pseudonym of Scire. “High Magic’s Aid” (1949). Written as a novel, Gardner uses a number of texts which are later found in the so-called Gardnerian Book of Shadows, which is the handbook of rituals used by Gardnerians. In 1949 the Witchcraft laws were still in place, and it was only after 1951 that one could write as an insider. (Although Gardner and other authors such as Doreen Valiente still wrote post-1951 as having spoken with informants.)
Regarding the Gardnerian BoS, which is now available as a public version on Sacred-texts.com, the following can be read;
“The Book of Shadows was attributed by Gardner to an ancient, clandestine witch cult, which he claimed to have been initiated into. However, modern researchers have concluded that it was composed by Gardner. The text shows influences from English and
Celtic Folk-lore, the Enochian system of John Dee, Thelema, the Golden Dawn, Stregaria, Tantric Yoga, the KJV Bible and even Kipling. This version organizes the material in chronological order and has estimated dates for each section, ranging from 1949 to 1961.”
I have seen an original book which Gardner compiled. It is part of the Doreen Valiente collection which in turn is now owned by the “Doreen Valiente Foundation”. It was also featured in the exhibition in Brighton in April 2016
(One of Gerald Gardner’s earliest Books of Shadows.)
It is a collection of quotes mainly from the “Key of Solomon”, and other occult works, for example from Aleister Crowley.
One of the reasons that this book is in the Doreen Valiente collection is because it was Doreen who was responsible for “cleaning up” the texts. In her book The Rebirth of Witchcraft, she writes:
“. . with the publication of his book Witchcraft Today in 1954 and his lectures and appearances on television, more and more people began contacting Gerald and wanting to join. Gerald began to realize that he had a real chance of reviving the Old Religion, and he wanted to gain popular acceptance for it. I pointed out to him that, in my opinion, he would never succeed in doing this so long as the influence of the late Aleister Crowley was so prevalent and obvious within the cult . . . Crowley may have been a brilliant writer and a splendid poet, but as a person, he was simply a nasty piece of work. His great importance in the occult world was that he had wrenched open that treasure chest in which the order of the Golden Dawn had locked up in the secret knowledge of the Western Mystery Tradition and had invited all to share the treasure.
Gerald’s reaction was, ‘Well, if you think you can do any better, go ahead.’ I accepted the challenge and set out to rewrite ‘The Book of Shadows,’ cutting out the Crowleyanity as much as I could and trying to bring back to it what I felt was, if not so elaborate as Crowley’s phraseology, at least our own and in our own words. I felt that the words from Aradia qualified in this respect, so I retained them as the basis for my new version of ‘The Charge’. .”
Doreen was referring to Aradia, or the Gospel of the Witches by Charles G. Leland (1899) and in particular to the section when Aradia addresses her pupils…
Quando io saro partita da questo mondo, Qualunque cosa che avrete bisogna,
Una volta al mese quando la luna E piena…
[When I shall have departed from this world,
Whenever ye have need of anything,
Once in the month, and when the moon is full,]
Doreen originally re-wrote “The Charge” in verse but later compiled the prose version.
In 2009 the 10th anniversary of Doreen’s death was celebrated with “The Day for Doreen”. (September 13th 2009, Conway Hall, London). As part of the celebrations, a video collage was made of the Charge being recited in 12 different languages. I included this in the talk I gave, in which I also included part of the analysis of the text I had made.
(See the links to the video clips on Youtube below.)
In the Charge, I was able to trace influences not only from Aradia but also from Aleister Crowley. Doreen may not have liked Crowley as a person, but she still included his poetry, for example
Liber Cordis Cincte Serpente: Liber LXV, Chapter 3, part 62: “They that ever desired Thee shall obtain Thee, even at the End of their Desire.”
Or from The Book of the Law/ Liber AL vel Legis:
“I give unimaginable joys on earth: certainty, not faith, while in life, upon death; peace unutterable, rest, ecstasy; nor do I demand aught in sacrifice.”
Other influences/quotes include The Gayatri Mantra:
The William Quan Judge translation:
“Unveil, O Thou who givest sustenance to the Universe, from whom all proceed, to whom all must return, that face of the True Sun now hidden by a vase of golden light, that we may see the truth and do our whole duty on our journey to thy sacred seat.”
My favourite, though (coming from the Netherlands..), had to be the discovery of the inclusion of a quote from Ali Puli.
“If anyone should come to know the Little World properly, then nothing of the Greater World would remain unknown to him … I say to you, my disciples in the study of Nature, if you do not find the thing for which you are seeking, in your own self, much less will you find it outside yourself. Understand the glorious strength resident in your own selves. Why trouble to enquire from another?”
(1735 portrait of Ali Puli – ‘Ali Puli een asiatische Moor’ – by Burghard de Groot)
In the essay “1735 portrait of Ali Puli – ‘Ali Puli een asiatische Moor’ – by Burghard de Groot, he writes:
“Ali Puli was likely the nom de plume for Johann Otto von Hellwig (or von Hellbig), and the Centrum naturae concentratummanuscript – formerly owned and used by J.W. Hamilton-Jones for his 1951 translation into English under the title, The Epistles of Ali Puli (circa 1700 A.D.)– now resides in the Bibliotheca Philosophica Hermetica in Amsterdam.” (Update, it is probal
It is the text “The Charge of the Goddess” which has become the most popular of all Wiccan liturgy and it is perhaps the best example of how Wicca as a modern religion has drawn upon many sources. Not only Gerald Gardner but Doreen – and others – have been inspired by existing texts which were available to them during the first half of the 20th century.
In the book “Wicca – Magickal Beginnings: A Study of the Possible Origins of the Rituals and Practices Found in this Modern Tradition of Pagan Witchcraft and Magick” Sorita d’Este & David Rankine have done extensive research into the background of the major aspects of Wicca practice.
Their conclusions:
that the Wiccan Tradition is a continuation of the grimoire tradition;
the Wiccan tradition is the continuation of a Victorian ceremonial magick system;
the Wiccan Tradition was the creation of Gerald Gardner and his associates;
that the Wiccan tradition is the survival of a British folk magick system; or
that the Wiccan tradition is the final form of a tradition of European witchcraft with its roots in classical Greece and Rome.
Whilst Sorita & David regard the first 3 as the most likely conclusions, I personally think all five conclusions contain some truth.
That Gerald Gardner and Doreen Valiente, as luminaries, were well-versed in classical mystery traditions and folklore is apparent. That they, like the Dutch Libertines, inspired people to share in the struggle for greater intellectual freedom of thought and expression is beyond doubt. That Wicca is a product of modernity and the renewed interest in the ‘Divine Feminine’ is also clear.
The fact that Wicca has greatly influenced the neo-pagan movement is evident. In recent years the words wiccanate, wiccanesque have been introduced to describe rituals from any pagan/heathen traditions which contain primary Wiccan elements, such as the drawing of a circle, calling the 4 wind directions (East, South, West, and North) and the recognition of a duo- polytheistic godhead.
That none of the above is actually new and can be recognised in many older traditions would certainly indicate that indeed “Wicca is .. a modern religion in an old robe…”
Thank you for your attention.
REFERENCES:
Gardner,Gerald B. (1936) Keris and Other Malay Weapons (Bibliotheca Orientalis: Malaya-Indonesia) this edition Orchid Press (ISBN 978-9-74830-429-8)
——— (2003). Gerald Gardner and the Cauldron of Inspiration: An Investigation Into the Sources of Gardnerian Witchcraft. Capall Bann. ISBN978-1-86163-164-0.
——— (2012a). Witchfather: A Life of Gerald Gardner. Vol 1: Into the Witch Cult. Loughborough, Leicestershire: Thoth. ISBN978-1-870450-80-5.
——— (2012b). Witchfather: A Life of Gerald Gardner. Vol 2: From Witch Cult to Wicca. Loughborough, Leicestershire: Thoth. ISBN978-1-870450-79-9.
Leland, Charles G. (1899) Aradia, or the Gospel of the Witches Cosimo Classics; First Edition (April 1, 2007) ISBN-13:978-1602063020
Rankine,David and d’Este, Sorita “Wicca – Magickal Beginnings: A Study of the Possible Origins of the Rituals and Practices Found in this Modern Tradition of Pagan Witchcraft and Magick” (2008) Avalonia Books ISBN 978-1-905297-15-3
Valiente, Doreen (1989) The Rebirth of Witchcraft Robert Hale; Second Printing edition (May 28, 2008)ISBN-13:978-0709083696
Crowley, Aleister Liber Cordis Cincti Serpente Vel LXV Sub Figura Full text: http://www.sacred-texts.com/oto/lib65.htm (accessed September 2009, January 2016, December 2022)
The Liminal Odyssey – The Alchemical Power of The Spaces In Between
by Sande Hart
Independently published (2022), 172 p. ISBN 979-8849575506 https://www.liminalodyssey.com/
I first met Sande Hart face-to-face in Toronto, Canada, in 2018 at a Water Ceremony she and others had organised prior to the PWR/ Parliament of the World’s Religions. (We were both at PWR 2004, Barcelona, and 2015 Salt Lake City, but only consciously met up in 2018).
I was struck by her enormous enthusiasm and encouragement to engage in the circles to share our stories and the water offering. We had been asked to bring water from our own homeland. The water collected from many people from different countries was then offered to the Indigenous people of Canada as they opened the Parliament.
I later shared many more experiences with Sande and joined the organisation she founded in 2001, S.A.R.A.H. / The Spiritual and Religious Alliance for Hope.
I followed her working on her book ‘The Liminal Odyssey’, which in itself was a journey. She wrote, “I sat down several times over the past 15 years to tell a single story of a remarkable experience that happened to me in 1982 at a no-nukes rally and music festival involving 100,000 people at the Rose Bowl in Southern California. I have been urged by friends to tell this story but simply did not have enough of a story to fill a book.
In early 2021 I sat down again, only this time I started to employ some practices that I had learned over the years, such as reverent listening. As I wrote, the experience stretched in ways as to reveal much more than the wild experience I first remembered it to be. Suddenly, eleven more equally meaningful and interesting stories poured onto the page, each expanded to a new understanding and anchored in a different skill, science, philosophy, indigenous shared knowledge, and methodology I had picked up over the years, and in most every case, I learned these skills from the scientist, author, thought leader, shaman and indigenous elder or philosopher directly. Those first-hand experiences are part of my story as well. In this way, illustrating the skills in their practical application, as taught directly by the expert in their field, wrapped up in my personal (often vulnerable) stories is relatable. Some of the chapters and their lessons wrote me in real-time, so humility and humour were essential for this book to be in its integrity for you, my accountability partner on my Liminal Odyssey.”
The experience that happened in 1982 came to be known as ‘What about the dog?’ Today Sande has continued to ask this question, but it is now ‘What about Spirituality?’
As Sande reflects on more than 40 years of her spiritual quest I recognised many of her highlights.. and lowlights, as part of my own journey. This is the kind of book you go back to and re-read. I loved the way Sande includes us in her conversations and draws us in to the ‘Sacred Art of Listening’.
The Liminal Odyssey is also a wonderful ‘Interfaith’ journey of meetings and encounters with many other people, including Jean Shinoda Bolen, Dr Nina Meyerhof, who wrote the introduction, and Grandmother Flordemayo.
I was particularly struck by Sande’s meeting with Nina, who is part of the One Humanity Institute, an institute for peace education based in Auschwitz, Poland. Sande visited Auschwitz, and she recalls her experiences in the chapter called ‘Acorn Rain in Birkenau’.
She ends the book with ‘A Reference Guide’ describing the 12 skills outlined throughout the book. These include the ‘Sacred Art of Listening’, ‘Forgiveness, Sacrifice & Bliss’, ‘Intergenerational Healing Awareness, Our Ancestors, Allies & Angels’, and above all ‘Being the Sacred Gardener’.
For all those interested in interfaith & multifaith dialogue and spiritual philosophy, this book is highly recommended.
NB “Your Liminal Odyssey Guide, A Practical Guide Into Alchemizing the Spaces In-Between” is now published too, see: https://www.liminalodyssey.com/online-store
Designed to be an accompaniment to the book The Liminal Odyssey, The Alchemical Power of the Spaces In-Between this Guide deepens and expands your Odyssey as you traverse the stories, treasures in the shape of lessons, and inspirational moments for your own revelations.
The Golden Bubble: Magical and Personal Development Through Pagan Group Practice By Jean M Williams, edited by Liz Wigglesworth. Photos and introduction by Ruth Bayer. 437 p. ISBN 978-0-9562431-2-6
Available at bookstores and online, and via the publisher: https://www.lulu.com/
(For buyers outside the UK and in the EU – this is an easier option)
It is not often that we get such a gem of occult writing for beginners. Jean Williams, through her work in Pagan Pathfinders, has given us a book of inspiring pathworkings and rituals rooted in her experience of humanist psychology, Paganism and the natural world. The editor, Liz Wigglesworth, has compiled these Pagan Pathfinder materials into a book with two main sections.
Section one begins with a prologue that outlines the basic golden bubble technique of the title. It is a very simple and easy-to-visualise exercise designed to centre you and is used as a starting point for the meditations in the book.
Section one continues as Jean delves into the role of the human mind in magic. The human mind, she explains, is like Doctor Who’s TARDIS, much bigger on the inside. She discusses the role of the placebo effect and the headology of Granny Weatherwax and how these are relevant to personal magic.
Jean explores the role of altered states of consciousness through deep relaxation, stilling the mind and active imagination. She briefly examines the functions of brain waves before discussing how these altered states are used to expand our consciousness to connect with the Divine. Uniquely, she talks about the role of endorphins in the expansion of consciousness and states of bliss. She draws from humanist and analytical psychology, exploring the ideas of Abraham Maslow and Carl Jung.
Jean goes on to discuss Paganism in the context of the 20th Century, examining it as a set of nature-based traditions, highlighting the connectedness of all life. She finishes the section discussing the structure of her Pagan Pathfinder group and how to go about setting one up.
Section two deals with the practical side of the work. It is split into four chapters, each relating to the four seasons; spring through to winter. Each chapter contains pathworkings and rituals written by Jean and others from the Pagan Pathfinders group, which relate to the particular season and sabbat being explored. The pathworkings are varied in content, simple, and easy to deliver. They range from experiencing a particular season or deity to experiences such as tuning into a plant.
Likewise, there is a selection of styles of rituals from standard Pagan fare relating to the sabbats, elements and particular deities through to more usual rituals that use ritual drama, such as you might find in a mummer’s play. There is a wealth of meditations and ritual ideas contained within these chapters, either to be done as they are or to function as an inspiration to write your own.
I thought this was a particularly good book. It was written by someone with an enormous amount of experience, and there is a humanity and a deep love of nature, which shines through the pathworkings and the rituals. It is down-to-earth, readable and practical and a great introduction to actually getting down to doing some Paganism, connecting to the natural world and starting your inner work.
De kracht van gedachten. Gedachten gaan altijd voor in wat komt. We creëren onze eigen werkelijkheid en toekomst in onze gedachten. Ik vind dat een uitdagende gedachte 🙂 dat zou betekenen dat wij als mensen zoveel meer macht hebben dan waar we nu gebruik van maken. Zelf heb ik er in ieder geval goed gebruik van gemaakt afgelopen kerst. Ik had mij voorgenomen om in de 14 dagen vakantie niets te doen. Lekker op de bank met een goed boek. Dat vertelde ik ieder die mij vroeg wat ik in de vakantie ging doen… niets, lezen, bankhangen. Ik had hiervoor twee Dan Browns op de kop getikt bij de kringloop 🙂 Wat had ik me hierop verheugd… maar ik had niet gerekend op een zware verkoudheid, zodat ik ook werkelijk niets anders kon. Zelfs het weer werkte mee, grijs en nat… geen weer dat uitnodigde om naar buiten te gaan.
Mijn wens ging dan ook volledig in vervulling, alleen de hulp die ik daarbij kreeg had ik niet verwacht. Maar die had ik waarschijnlijk wel nodig! De tweede week was ik alweer zover opgeknapt dat ik heel het huis op z’n kop heb gezet 🙂 Ramen lappen, opruimen (twee afvalcontainers gevuld) en lekker soppen. In het tweede boek van Dan Brown ben ik dan ook blijven steken… Inferno. Waarschijnlijk heb ik toch een interne inferno (koorts) nodig om op mijn kont te blijven zitten. Voorlopig is het huis weer heerlijk aan kant, ook een fijn gevoel.
18 januari 2022 volle maan van de Overstroming
Morgen is het volle maan. Maar ik ga vanavond wandelen. De maan is vol rond 1.00 vannacht en ik loop altijd graag met wassende maan 🙂 En vooral als het zo weinig scheelt qua tijd. Morgen wordt er minder weer verwacht dan vandaag… en ik heb helemaal geen zin!
Vandaag voor het eerst sinds een maand of drie naar de sportschool geweest en morgen gaan mijn man en ik weer aan het werk na vier weken thuis zitten. Twee weken behoorlijk ziek geweest van corona en nog een week opgeknapt en een week afgeknapt omdat er met de lockdown ook werkelijk niets te doen was. Maar nu ben ik beetje moe van het sporten en met een volle buik op de bank lokt buiten niet echt. Natuurlijk heb ik de wetenschap dat als je je schoenen aan doet en gewoon gaat, de zin vanzelf komt. Dus om 21.00 heb ik mijn schoenen aangetrokken en ben op pad gegaan.
De volle maan van de Overstroming staat voor ‘oude patronen’ – patronen die zo’n deel zijn gaan uitmaken van wie je bent dat je ze niet meer ervaart. Deze maan is de maan van Imbolc en Imbolc staat voor ‘wat geboren mag worden’, maar wat nu nog verscholen ligt in de schoot van Moeder Aarde. Het is nog duister onder de grond en wat er zich daar roert, daar is nog niets van te zien boven de grond (dan heb ik het voor het gemak maar niet over de narcissen die al bloeien rond de jaarwisseling 😛 ). De zaadjes en bollen worden nu al aangedreven om zichtbaar te worden. De veilige aarde, het zonlicht dat er weer wat meer is en de zonnewarmte (de laatste twee zijn eerlijk gezegd amper te zien en te voelen de afgelopen maanden… wat een grijze-geit!). En natuurlijk geeft de hoeveelheid water die naar beneden is gekomen het zaad ook de nodige boost. Het bos is drassig en er staan flinke plassen tussen de bomen.
Deze tijd van het jaar is de tijd waarin water belangrijk is; water is verbonden met emotie. En blokkades zijn dat ook. Een blokkade ontstaat doordat we geraakt zijn, iets heeft ons pijn gedaan of angst aangejaagd. En we hebben een muurtje opgetrokken om onszelf te beschermen. En gaandeweg ons leven wordt dat muurtje een muur en wordt onze bescherming juist onze belemmering 🙁 Het trieste is dat we het niet meer als zodanig ervaren maar onszelf zien als ‘dit ben ik’, de muur is een stuk van onszelf geworden en vormt ons meer en meer.
Een mooie visualisatie oefening:
Je kan het zien als een beekloop waar allemaal stenen in liggen. Elke steen laat de loop van het water (de emoties) anders lopen. Zo is de beek nu eenmaal. Visualiseer jezelf naar die beek en zie de beek als je eigen leven. Vertel de beek jouw ergste verhaal en neem een steen uit de beek. De loop van het water zal veranderen. En na dit verhaal vertel je haar een nog erger verhaal, want achter een blokkade ligt vaak een andere blokkade. De muur wordt langzaam afgebroken, maar ergens is de fundering/bron. Na iedere steen die je uit kan nemen, zie je de beekloop veranderen. En steeds herhaal je voor jezelf de vraag: ”Wat is het ergste dat ik ooit in mijn leven heb gedaan?”. En na iedere steen voel je hoe het voelt om de blokkade onder woorden te brengen en de steen uit te nemen. De laatste steen die je uit neemt (of het er nu twee of twaalf zijn) staat voor je blinde vlek. Hierna kan het water in je stromen. Die laatste steen is de steen die jou blokkeert om te groeien om de mooiste versie van jezelf te worden. Dit is een prachtige visualisatie en ook geweldig om onder begeleiding te doen met een heel vertrouwd persoon. Deze maan is hier uitermate geschikt voor!
Ondertussen ben ik de deur uitgegaan. En het is altijd zo dat het geweldig is om buiten te lopen. Ik heb mezelf lekker dik ingepakt. Na een winderige dag is het nu heel stil buiten. Geen zuchtje wind en het is stil! De ganzen zijn niet ‘op de plas’, alleen de smientjes laten zich horen (een plas vol badeendjes). Overal zijn de gordijnen dicht of de lichten niet aan. Het lijkt wel of de huizen hun ogen dicht hebben of slapen. Er hangt ook geen geur in de lucht, het is fris qua geur… water! In de verte (langs het Zwarte Water) hoor ik de ganzen. Mijn weg gaat direct naar B8, mijn bomenvriend, langs de laatste straatlantaarn. Het licht van deze lantaarn geeft een grote oranje vlek in het verduisterde landschap. Vroeger stond er een gigantische wilg om deze lantaarn. Hij stond er echt omheen met wel vijf grote stammen, die één voor één sneuvelden onder de kettingzaag. “De Wachter van de driesprong” noemde ik hem altijd, één van de vele bomen die ‘waren’. Nu staat de lantaarn aan het hek, het hek dat de weg afsluit voor doorgaand verkeer. Langs het hek is een stukje open voor tweewielers en wandelaars. Op dit punt (toen de Wachter er nog stond) heb ik Luca voor het eerst ontmoet, mijn meewandelkat. Helaas heb ik die ook al maanden niet gezien 🙁 Alles verandert en soms komt er iets moois voor terug.
Ik ben net even tussendoor naar de chiropractor geweest en werd daar weer duidelijk geconfronteerd met een blokkade. Niet degene waarvoor ik naar hem toe ga. Ik kwam voor hielspoor binnen en hij werkt nu ook aan een blokkade tussen mijn schouderbladen. Ooit geblesseerd geraakt met het sjouwen van bierkratjes (vol) de trap op in het jongerenwerk. Daar wijt ik deze blokkade in ieder geval aan. Bij het kraken van mijn rug zit daar weerstand. Ik kan me niet ontspannen overgeven aan de behandeling. Voor de rest van mijn lijf geen probleem, maar daar ga ik in de weerstand, ik voel dat zó duidelijk. Voor mijn hielspoor (mijn ene been is langer dan het andere, door blokkade bij heiligbeen… een paar jaar geleden van de slackline geduveld!) gaat de behandeling voorspoedig. En nu is mijn ‘oud zeer’ aan de beurt. Ik ben benieuwd wat er los gemaakt wordt. Maar dit even terzijde, wel mooi dat mijn schrijven samenvalt met de behandeling van mijn blokkades 🙂
En weer terug naar de avond van 17 januari, bij de ‘Wachter van de driesprong’. Ja, Luca… die heb ik al lang niet meer gezien en ook het epileptische poesje (dat altijd omvalt als ze mij ziet om op haar buikje gekriebeld te worden) heb ik al maanden niet meer ontmoet. De wandelingen worden wat eenzaam zo, zonder ontmoetingen 🙂 Maar altijd is er een bomenvriend, alhoewel Uriël ook opeens foetsie was. Maar B8 is een standvastige boom die niet zomaar te verwijderen is, daar zou je echt een flinke zaag voor mee moeten nemen. Mijn struise knotwilgvriend die in weer en wind er altijd is voor me en altijd een mooi woord voor me heeft. En ook als het geen mooi woord is, is de boodschap duidelijk!
Mijn weg tussen de boerensloten door leidt al jaren naar B8. De elzen langs de sloten groeien flink door. Een paar jaar geleden waren het zaailingen waarvan ik dacht dat ze wel gemaaid zouden worden. Maar niets is minder waar 🙂 Langs de kant van de sloot schiet een haag van jonge halfwassen elzen op. Een mooie haag die als windbreker dient, voor mij 🙂 En natuurlijk zijn de vogels er ook blij mee. In de winter zitten de elzenproppen vol zaadjes voor de puttertjes en sijsjes.
Het landschap verandert langzaam in al die jaren dat ik hier wandel en het wordt niet minder, gelukkig.
Als ik het pad naar het bos inloop kom ik langs B8 en natuurlijk geef ik hem een ‘tree hug’. Daarna leg ik mijn handen op zijn stam en krijg de kreet ‘Gezond en Wel’. Vorige keer kreeg ik ‘Zeer’, net nadat ik een beetje bekomen was van corona (toen kon ik de vollemaanwandeling niet doen, te ziek). Ja, dit is toch wel héél belangrijk. Gezondheid en Welbehagen, in ieder geval zo lees ik het. Met een van de twee schiet het nog niet op, je hebt ze beide nodig. Gezondheid is belangrijk, en even belangrijk is je goed voelen qua levensinvulling. Een fijn sociaal leven, een doel hebben (hoe gewoontjes ook, hoeft echt geen hoogdravend iets te zijn) een opgeruimde ‘bovenkamer’, blij met jezelf en het leven dat zich aandient. Wat een prachtig ‘woord’ weer om op te reflecteren.
Als ik probeer om de betekenis van ‘Gezond en Wel’ te achterhalen, kom ik niet verder dan ‘afwezigheid van ziekte’, met de nadruk op lichamelijke gezondheid en veel informatie van wat gezond is voor je. Maar nergens gaat men in op het woord ‘Wel’, dat verbaast me zeer. Het welbevinden of welbehagen is zó belangrijk! Als je de kranten nu openslaat wordt er veel geschreven over de negatieve gevolgen van de lockdowns tijdens het hele coronagebeuren. Dat mensen zelfs uit het leven stappen… en niet omdat ze niet gezond zouden zijn! Mensen ervaren geen welbevinden meer. Het afgesneden zijn van anderen en sociale activiteiten, het voortdurend leven met angst voor corona… dat is moordend! De één gaat er makkelijker mee om dan de ander. Maar er zijn voldoende mensen (en ik ken ze!) die al twee jaar thuis zitten, echt thuis! De deur niet uitkomen voor contact met anderen, partners die het hun partners verbieden om eruit te gaan, omdat men bang is om ziek te worden. Dat is waar het nu over gaat in de media, het welbehagen van mensen is ver te zoeken en daardoor worden mensen ziek, het immuunsysteem verzwakt door het onmenselijke voorschrift… blijf thuis, houd 1,5 meter afstand, laat je testen, laat je prikken… maar blijf dan nog steeds thuis en vermijd lichamelijk contact. Het welbevinden is in de zoektermen niet terug te vinden… de focus ligt op een gezond lichaam in de veronderstelling dat als dat oké is, je je ook ‘wel’ voelt. De focus zou op beide moeten liggen, ook in alle campagnes die nu draaien m.b.t. gezondheid en preventieve zorg om chronische ziekten terug te dringen en zodoende een beter immuunsysteem te verkrijgen om zodoende de zorg behapbaar te houden. Als we met z’n allen gezonder (minus welbevinden) gaan leven, hoeft de regering minder geld voor de zorg uit te trekken en kan er zelfs op bezuinigd worden. Ja, als je even doordenkt komt het altijd weer op cashflow uit, raar maar waar en natuurlijk je eigen verantwoordelijkheid daarin. Want niemand wil betutteld worden met suikertax, vleestax, ongezonde-vetten-tax enz. Niet iedereen is op de hoogte van gezonde voeding… voor velen is een mediterraan dieet: pizza en pasta 🙂 En niet iedereen staat open voor de boodschap van de campagnes voor gezondheid… maar deze groep kampt wel met chronische aandoeningen en zodoende een zwak immuunsysteem. Er is nog veel winst te behalen!
In stilte vervolg ik mijn weg bij B8 vandaan. De bankjes zijn te nat om even op te zitten. Wat ik met de kreet ‘Gezond en Wel’ moet weet ik nog niet, dat kwartje valt altijd later 🙂 Dat is het fijne van schrijven! Mijn weg loopt door het bos. Er staan weer bomen in de laan die twee jaar geleden gerooid werd. De essentaksterfte heeft flink huisgehouden in mijn bos. Er staan nu weer nieuwe bomen, geen idee welke soort. Dat zal binnenkort, als de bomen weer uitlopen, wel duidelijk worden. Wat wel duidelijk is, is dat het herinneringsbomen zijn 🙂 Bij veel bomen staan namen, hangen persoonlijke dingen in de takken. Mooi initiatief is dat en een mooie ‘trekker’ voor mensen om zo af en toe dit bos te bezoeken. Het heeft een ‘slechte’ naam omdat er gedeald wordt en mensen hier daten in het geniep. Een bos, ver weg van de bewoonde wereld en toch makkelijk bereikbaar, zal dit imago altijd hebben.
De rest van de wandeling is stil en rustig. Met enige moeite zet ik de maan op de foto. De bewolking is zo dik en flarderig dat ze amper te zien is. Toch lukt het mij om wat snelle foto’s te maken van haar verschijnen. Na 1,5 uur ben ik weer thuis en ook daar is het stil. Manlief is allang naar bed, die moet morgen weer vroeg op. Ik plof nog even op de bank, even thuis komen. Een heerlijk thuis waar ik me steeds meer ‘wel’ bij voel. Het heeft even geduurd maar dan heb je ook wat 🙂 En dat welbevinden is een taak die ik mijn hele leven meedraag, er is altijd werk aan de winkel. Of dat nou werken aan mijn relatie is, werken aan mijn lichamelijke gezondheid, werken aan mijn sociale contacten, werken aan mijn pleziertjes, werken aan een opgeruimd huis, werken aan een opgeruimde ‘bovenkamer’… en regelmatig reflecteren of dit allemaal nog op de rails staat 🙂 En daar helpen mijn vollemaanwandelingen uitstekend bij! Het zit er weer op. Sporttas inpakken en hup naar de sportschool… ik mag weer voor een half jaartje 🙁
Liefs, Loes
Een oud patroon dat mij niet eens meer opviel was mijn koude douche elke ochtend… even lekker koud nadouchen. Vanaf mijn eerste kennismaking met de sauna (zo rond mijn 20ste) heb ik dat erin gehouden, dat effect kon ik thuis ook hebben (warm/koud). Pas nu ik behoorlijk verkouden ben geweest, weer met de kerst 😛 , valt bij mij het kwartje (oud muntstuk uit de vorige eeuw). Sinds ik weer welkom ben bij de sportschool (januari 2022) douche ik alleen warm. 4x per week bij de sportschool, die geen koude douche kent. En die ene keer per week thuis… zet geen zoden aan de dijk. Mijn weerstand is het afgelopen jaar langzaam maar zeker afgenomen 🙁 Nu mis ik mijn oude patroon opeens heel erg. Ruim 40 jaar een goede weerstand opgebouwd (vroeger had ik elk voor- en najaar een nieuwe ‘binnenbekleding’, ik hoestte mijn longen uit mijn lijf 🙁 ) Binnen een jaar is mijn opgebouwde weerstand foetsie gebleken. Mijn ouderwetse hoest was terug!
Morgen ben ik jarig. Ik heb een stukkie tuinslang (zo’n slappe stoffen uitvoering) gevraagd, met koppelstuk en sproeistuk. Dan kan ik die vastklikken aan de kraan van de schoonmaakster bij de Basic Fitt. Mijn verzoek om daar een tuinslang voor vast te hebben liggen, is nog niet in behandeling genomen… ik wacht het maar niet af. Eens kijken of ik mijn oude patroon weer nieuw leven in kan spuiten. Sommige patronen zijn goud waard 🙂
Het labyrint is een oeroud symbool en ritueel, dat ook nu nog niets van zijn kracht heeft ingeboet. Door de mythe van Theseus en het labyrint te duiden kwam ik tot een dieper inzicht van dit symbool. Ook deed ik nieuwe inzichten op door de verschillende namen van het labyrint – zoals de ‘Trojaburcht’, ‘muren van Jericho’ en ‘huis van Wieland’- te onderzoeken.
(Meester van Cassoni Campana – Theseus en de minotaurus 1510-1515)
Het labyrint van Kreta
In de Griekse mythe van Theseus en de Minotaurus moet de held een labyrint doorlopen om in het midden de strijd aan te gaan met een monster half mens, half stier. Is dit labyrint van Kreta een doolhof met vele dwaalwegen of juist een helder, unicursaal, naar het midden lopend pad met vele wendingen? Lees je de mythe dan lijkt het een doolhof, want Theseus is bang dat hij zal verdwalen in het labyrint en krijgt daarom een kluwen wol mee van Ariadne. Zelfs de maker van het labyrint – de uitvinder en ambachtsman Daedalus – weet de uitgang niet te vinden en ontvlucht het labyrint met zelfgemaakte vleugels. Kretenzische munten uit de vierde en vijfde eeuw voor Christus tonen echter een labyrint dat rechtstreeks – via vele wendingen – naar het midden gaat. Dit ‘klassieke’ labyrint is vaak rond, maar soms ook vierkant en heeft meestal zeven wendingen.
Ariadne
Het labyrint kan je zien als een raadsel waarvan Ariadne de ‘clue’ oftewel de oplossing heeft. Ariadne wordt in de mythe afgebeeld als een naïef meisje dat verliefd wordt op Theseus. Waarschijnlijk is zij in het oorspronkelijke verhaal juist een Godin. Zij wordt door klassieke auteurs gelijkgesteld met Proserpine de godin van de onderwereld en de meesteres van het labyrint genoemd. Deze Godin bezit de ‘clew’; het kluwen woldraad die – als deze zich ontrolt – naar het centrum van het bouwsel gaat. (1) De held hoeft deze draad maar te volgen om het centrum te vinden waar hij het monster moet verslaan. Als hij de draad vervolgens weer oprolt vindt hij veilig de uitgang. Zij geeft hiernaast aan Theseus een zwaard om daarmee het monster te doden. Mogelijk was dit zwaard in oudere versies een bijl. Labyrint wordt namelijk vaak vertaald als ‘huis van de (dubbel)bijlen’. Deze ‘labrys’ waren cultische bijlen die onder andere dienden als teken van koninklijke macht. De priesters van Delphi werden Labryden genoemd, dit betekent mannen met de bijl. Ook zij gingen met een cultische dubbelbijl de onderwereld in. (2)
De rode draad
Zo heeft Theseus een vrouwelijke èn een mannelijke methode nodig om het centrum van het labyrint te bereiken. Met het volgen van de rode draad volgt hij – als het ware – de navelstreng die leidt naar de baarmoeder. Tegelijk is dit te zien als de zilveren draad die de ziel bindt aan het lichaam als deze een trance-reis maakt. Deze draad is gemaakt door de Godin. Als de drievoudige schikgodin heeft zij deze levensdraad al geweven bij de geboorte en zal hem pas afknippen bij de dood. Wie deze draad volgt, volgt zijn levenspad, zijn (nood)lot! Deze draad geeft het juiste midden aan; niet te veel en niet te weinig. De rode draad kan je zo zien als het slappe koord van de evenwichtskunstenaar. Deze levenskunstenaar mag zich niet laten afleiden, anders verliest hij zijn levensdoel uit het oog. Hij mag ook niet te ver vooruit kijken want ook dan stapt hij mis. Rood is de kleur van het leven. Waar die kleur het dikst is, is de maximale levenskracht. Dat is het pad dat de held of levenskunstenaar moet volgen om niet te verdwalen tijdens zijn avontuur. Telkens moet hij zichzelf afvragen wat het meeste energie zal geven.
De zilveren kleur leidt tot een (weder)geboorte. Deze draad volg je als je je queeste hebt volbracht en een nieuw leven kan beginnen. Als je een trance-reis heb gedaan kom je dan weer in je lichaam.
(Labyrint: huis van Theseus – Paphos (eind derde eeuw n.o.j.)
De knoop doorhakken
Hiermee is niet alles gezegd: in het pad zitten wendingen. Momenten van grote beslissingen waarin simpelweg het pad volgen niet genoeg is. Er moeten knopen doorgehakt worden en angsten onder ogen worden gezien. Wie aan het einde van een wending van het pad – oftewel een cyclus in zijn leven – zit, kan niet om de bocht kijken. Hij weet niet waar zijn leven naar toe leidt. Dan zijn de mannelijke krachten nodig van de bijl en/of het zwaard om keuzes te maken en knopen door te hakken. In het labyrint van de kathedraal van Chartres is het motief van de bijl zichtbaar terug te vinden op de wendingen. Meestal is de bijl niet zichtbaar in het labyrintmotief.
De dubbele bodem van het leven is dat er een geestesleven parallel loopt met je fysieke leven. Dit tweede leven speelt zich af in de andere wereld – of onderwereld – en is vanuit zijn aard onzichtbaar. In die wereld loop je het labyrint. Terwijl je met je dagbewustzijn in de middenwereld – onze wereld – leeft ben je met je hogere en onderbewustzijn continu in andere energetische werelden aanwezig. In die wereld zwaai je met de bijl van daadkracht en neem je besluiten met het zwaard van heldere gedachten door de knopen door te hakken van je eigen labyrint. Zo vecht je met je eigen innerlijke monsters. Vanuit een mannelijk perspectief is het labyrint als levensweg een plaats waar je, je innerlijke demonen en monsters bevecht. Je hebt je bijl of zwaard paraat om jezelf te verdedigen tegen onbekende gevaren.
Het labyrint als dansvloer
Vanuit een vrouwelijk perspectief is het labyrint juist een plaats om te dansen. Het labyrint wordt in de Ilias de ‘dansvloer van Ariadne’ genoemd en als Theseus in Delos arriveert doen ze daar de kraanvogeldans. Hierin maakten de maagden en jongelingen (die het offer voor de Minotaurus hadden moeten worden) ritmische – mogelijk net als een kraanvogel op één been – bewegingen naar binnen en naar buiten toe, in imitatie van de tocht van Theseus door het labyrint. Deze dans vond plaats rondom een altaar gemaakt van geitenhoorns, met in het midden een beeld van Aphrodite. Zo wordt de levensweg door het labyrint een levensdans en een viering van het leven. (3)
Op de poort van de grot van de sybille van Cumae – die gezien werd als één van de ingangen van de onderwereld in de Oudheid – stond het symbool van het labyrint getekend. Het labyrint ingaan is hier de onderwereld ingaan. Een labyrint-dans of spel werd dan ook vaak gedaan als onderdeel van een begrafenisritueel. Toch is dit symbool niet per se een teken van de dood, eerder een teken van een proces om je innerlijke centrum te bereiken. Dit zal zeker gebeuren bij het stervensproces, maar net zo goed bij de trance van een rituele dans of bij de trance van rituele seks. Dit laatste wordt op de Etruskische wijnkruik van Tragliatella (zevende eeuw n.o.j.) afgebeeld door middel van twee copulerende paren direct naast het labyrint. (4)
Mysterieuze namen van het labyrint
Meerdere malen wordt het labyrint vernoemd naar antieke belegerde steden zoals Troje, Jericho, Ninevé en Jeruzalem. Dit is vooral het geval bij de steenlabyrinten uit Noord-Europa. (5) Bij Troje is het onduidelijk of de stad naar een labyrint is vernoemd of vice versa. Al in de zevende eeuw voor christus komt op de wijnkruik van Tragliatella een labyrint voor met daarin geschreven de tekst TRUIA. Dit woord betekent draaien. De trojaburcht is daarmee de draaiburcht.
Trojaburcht
De meest voorkomende naam voor een labyrint in Noord-Europa was trojaburcht of varianten daarop zoals ‘muren van troje’ en ‘stad Troje’. Vanuit de mythologie wordt Troje echter nergens gekoppeld aan een labyrint. Wel wordt al vanaf de Aeneas van Vergilius van verschillende landen verteld dat hun oorsprong ligt bij de aankomst van een gevluchte Trojaanse prins. De Romeinen hebben de Trojaanse prins Aeneas als stichter van Rome, de Britten hebben Brutus en de Noren hebben Odin als legendarische stichter van hun rijk die uit Troje afkomstig zou zijn. (7) Snorri zegt daarbij dat Troje het middelpunt van de wereld was. Uit het middelpunt komen de geëerde voorvaderen vandaan, waar het allemaal mee is begonnen.
Wie de trojaburcht doorloopt wandelt dus terug naar de bron, naar de plek waar het allemaal begon. Dit teruglopen gaat altijd gepaard met wentelen en draaien. Alleen zo bereik je alle diepte- en hoogtepunten die het leven te bieden heeft. Alleen zo vind je de ultieme introvertie en extravertie bij jezelf. Je meest actieve en meest passieve kant, je vrouwelijkste en mannelijkste kant, je meest donkere en je meest lichte zijde.
Wijnkruik van Tragliatella (detail) (zevende eeuw v.o.j.)
De muren van Jericho
Bij de belegering van de onneembaar geachte stad Jericho wordt het belang van draaien getoond. Eerst wordt – in het bijbelboek Jozua – vermeld dat Jericho een heilige plaats is die slechts met ontblote voeten betreden mag worden. Vervolgens vertelt God aan het Joodse volk de bijzondere methode waarmee ze de stad in kunnen nemen. Zes dagen lang moeten ze elke dag met het leger rond de stad gaan en op de zevende dag zelfs zeven maal rondom de stad lopen. Dit alles moet gebeuren in stilte. Na de zevende rondgang moeten ze in gejuich uitbarsten en blazen op hun ramshoorns. Dan zullen de muren van de stad Jericho uit zichzelf omvallen. En zo gebeurde het ook volgens de Bijbel.
Er staat nergens dat dit verhaal te zien is als een labyrint-ritueel. Maar het gebruik van de naam ‘muren van Jericho’ voor een labyrint maakt aannemelijk dat men vroeger deze associatie wel maakte. De benadrukking van het getal zeven past goed bij het zevenvoudige traditionele Kretenzische labyrint. Dit zou goed kunnen staan voor de zeven sferen die de ziel opstijgt tot zij in de hemel komt en daar tegenover de afdaling door de zeven poorten en niveau’s van de onderwereld. Door heen en weer te draaien zullen zelfs onneembaar geachte steden als Troje en Jericho vallen. Als de Trojaburcht voor de mens staat, dan dwingt het draairitueel ons om zich te concentreren op zijn innerlijke kern in plaats van op de buitenwereld. De muren die men om zich heen heeft gebouwd zullen dan instorten. (6)
Huis van Wieland
Een andere belangrijke naam waarmee het labyrint werd gesierd in het noorden is Völundarhus oftewel huis van Wieland de smid. Bij de Noormannen is Wieland de maker en uitvinder van het labyrint. Hij is daarmee te vergelijken met Daedalus. Net als de beroemde Griekse uitvinder werd ook Wieland gevangen gezet door een tirannieke koning en kon hij vluchten door weg te vliegen. Voor dit doel had Wieland een zwanenhemd gemaakt. Hij kon dit maken doordat zijn vrouw een Walkure was en hij haar zwanenhemd goed had kunnen bekijken. (8) Daedalus kon met zijn – van bijenwas gemaakte – vleugels uit het labyrint komen en Wieland kon met zijn zwanenhemd van zijn eiland wegvluchten. Beiden zijn meester-ambachtslieden.
(Bartolomeo Veneto – Portret van een heer circa 1535)
Daedalus is meer een uitvinder en Wieland is de archetypische smid en door zijn mankheid ook te vergelijken met de manke smid-godheid Haephistos. Beide kunstenaars ontstijgen de beperkingen van het mensenleven en onttrekken zich aan het noodlot door niet te sterven, maar al tijdens hun leven een andere niet-menselijke vorm aan te trekken en als vogels/geestwezens naar een andere dimensie te reizen. Zij hebben hun Minotaurus verslagen door zich van hun fysieke kant te onthechten en hun lic-haam, hun lijkenhemd af te werpen. Zij omkleden zich met een nieuw en zuiver wit zwanenhemd en kunnen daarmee de andere wereld bereiken.
Het labyrint als levensweg
Het labyrint laat je de weg zien van je noodlot en van je levenspad. Elke keer als je van dat pad afwijkt beland je in het doolhof. Dit zijn de onzichtbare keuzemomenten in het leven. Als je de juiste keuze neemt en de rode draad blijft volgen – ook al leidt dat je naar onbekende wegen en ook al betekent het dat je je meest duistere angsten onder ogen moet zien – kom je een niveau hoger in bewustzijn. Je verdiept jezelf en dringt verder in je innerlijk door. Hierin zit de paradox dat je soms terug moet om vooruit te kunnen gaan en de diepte in moet om de hoogte in te kunnen. Je maakt schijnbaar hetzelfde mee, maar dan in een diepere groef. Dit maakt het labyrint tot een driedimensionaal pad, dat op een plat vlak niet compleet te begrijpen valt. Het labyrint is de juiste weg in het doolhof. Wie zijn lot niet onder ogen durft te zien belandt onherroepelijk in het doolhof. Wie het monster in de ogen durft te kijken en de draad van de meeste energie (maar niet altijd de minste weerstand) blijft volgen komt telkens een niveau hoger in de zeven lagen van het driedimensionale labyrint, tot hij het centrum bereikt. De clou is om van daar terug te komen. De held is pas een werkelijke held als hij uit de onderwereld terugkeert om met zijn nieuw verworven wijsheid koning te worden en te heersen over zijn eigen leven, hier en nu, in dit lichaam.
Mensen lopen in het labyrint van de kathedraal van Chartres (begin 13e eeuw)
Door Abe van der Veen
Referenties:
Clue en clew zijn etymologisch aan elkaar verwant: com/search?q=clue
2) Graves, Robert – Greek myths (1960) 347
Graves, Robert – The white goddess 106
Bord, Janet – Doolhoven en labyrinten (1976) 8
3) Plutarchus – Theseus hoofdstuk 21.1
Homerus – Ilias XVIII vs. 590 ‘Ook maakte de vermaarde met sterke armen (de god Hephaistos) een dansplaats gelijkend op die welke Daidalus in het weidse Knossos gemaakt had voor Ariadne met de mooie vlechten. Daar dansten jongens en kostbare meisjes, elkaar vasthoudend bij de pols.’ jstor.org/discover/10.2307/283449?uid=2&uid=4&sid=21103607252597
4) Jackson Knight – Cumaean gates (1936)
Virgilius – Aenaeas boek VI 32-36 ‘Daar staat het onontwarbaar doolhofhuis; maar uit erbarmen voor ariadne’s min had Daedalus dat raadsel opgelost, het dolen leidend met een draad.’
5) Farwerck 373-374
6) Bijbel: Jozua 6. 1-27
7) Nennius ‘Historia Brittonum’ negende eeuw n.o.j.
Snorri Sturluson – Edda proloog 3-5 dertiende eeuw n.o.j.
8) Poëtische Edda – Völundarkvida
De naam Volundarhus wordt twee maal gebruikt voor een afbeelding van een labyrint in een veertiende en een vijftiende-eeuws IJslands manuscript.
David W. McCulloug – The unending mystery: a journey through labyrinths and mazes (2005) 106
De zwaan is in de symboliek een zielengeleider. Een geestwezen dat pas gestorven zielen naar de andere kant brengt of pas geborenen naar deze wereld brengt (dit laatste is meestal de ooievaar).
Walkuren zijn vrouwelijke geleiders die onder andere als taak hebben de gestorven krijgers die naar het Walhalla afreizen te begeleiden. Zij kunnen zich als raaf of zwaan vertonen door een raven- of zwanenkleed te dragen. Zij zijn dus zielengeleiders.
Zie ook: Matthews, W. H. – Mazes and labyrinths
We use cookies on our website to give you the most relevant experience by remembering your preferences and repeat visits. By clicking “Accept All”, you consent to the use of ALL the cookies. However, you may visit "Cookie Settings" to provide a controlled consent.
This website uses cookies to improve your experience while you navigate through the website. Out of these, the cookies that are categorized as necessary are stored on your browser as they are essential for the working of basic functionalities of the website. We also use third-party cookies that help us analyze and understand how you use this website. These cookies will be stored in your browser only with your consent. You also have the option to opt-out of these cookies. But opting out of some of these cookies may affect your browsing experience.
Necessary cookies are absolutely essential for the website to function properly. These cookies ensure basic functionalities and security features of the website, anonymously.
Cookie
Duur
Beschrijving
cookielawinfo-checkbox-analytics
11 months
This cookie is set by GDPR Cookie Consent plugin. The cookie is used to store the user consent for the cookies in the category "Analytics".
cookielawinfo-checkbox-functional
11 months
The cookie is set by GDPR cookie consent to record the user consent for the cookies in the category "Functional".
cookielawinfo-checkbox-necessary
11 months
This cookie is set by GDPR Cookie Consent plugin. The cookies is used to store the user consent for the cookies in the category "Necessary".
cookielawinfo-checkbox-others
11 months
This cookie is set by GDPR Cookie Consent plugin. The cookie is used to store the user consent for the cookies in the category "Other.
cookielawinfo-checkbox-performance
11 months
This cookie is set by GDPR Cookie Consent plugin. The cookie is used to store the user consent for the cookies in the category "Performance".
viewed_cookie_policy
11 months
The cookie is set by the GDPR Cookie Consent plugin and is used to store whether or not user has consented to the use of cookies. It does not store any personal data.
Functional cookies help to perform certain functionalities like sharing the content of the website on social media platforms, collect feedbacks, and other third-party features.
Performance cookies are used to understand and analyze the key performance indexes of the website which helps in delivering a better user experience for the visitors.
Analytical cookies are used to understand how visitors interact with the website. These cookies help provide information on metrics the number of visitors, bounce rate, traffic source, etc.
Advertisement cookies are used to provide visitors with relevant ads and marketing campaigns. These cookies track visitors across websites and collect information to provide customized ads.