Oud nieuws in de verjongingsketel: Hiërogliefen en meer

Steen van Rosetta

Diverse media besteedden er aandacht aan: in september was het precies twee eeuwen geleden dat Jean-François Champollion Archimedes-achtig zou hebben uitgeroepen: “Je tiens l’affaire!” (“Ik heb het!”), waarna hij van vermoeidheid in elkaar zakte. Hij had onafgebroken gewerkt aan het bestuderen van het hiërogliefenschrift en had ontdekt hoe die ‘heilige inkervingen’ gelezen moesten worden. 

De Steen van Rosetta, die in 1799 door het leger van Napoleon in Egypte was gevonden, speelde hierbij een sleutelrol. Op deze steen was in 196 v.C. een tekst in drie verschillende schriften / talen aangebracht, te weten hiërogliefen, demotisch (een ander Egyptisch schrift) en Grieks. Het Grieks kon worden gelezen en men begreep dat de andere teksten hetzelfde te melden hadden. Er werden kopieën van de steen naar diverse plaatsen in Europa gestuurd zodat de verschillende geleerden aldaar zich over de teksten konden buigen.

Nadat het Franse leger in Egypte door de Britten was verslagen en de Steen volgens het verdrag van Alexandrië eigendom van de Britten was geworden, werd de steen in 1802 naar Londen verscheept en belandde zo in het British Museum. Daar is de steen nog altijd, al is er, net als bij andere museumstukken in Europese musea, discussie over of die niet teruggegeven zou moeten worden aan het land van herkomst.

Vanaf 13 oktober dit jaar is de Steen van Rosetta, samen met andere voorwerpen die Champollion en anderen hebben bestudeerd om de hiërogliefen te ontcijferen, in Londen te zien op de tentoonstelling Hieroglyphs: unlocking ancient Egypt (tot 19 februari).

het schrift dat bijna niemand las

Het gebruik van de verschillende schriftvormen was in Egypte altijd beperkt gebleven tot een miniem deel van de bevolking. In de tijd van de Ptolemaeën (de dynastie die begon met een generaal van Alexander de Grote en eindigde met Cleopatra) waren er meer mensen die Grieks konden lezen. Vandaar dat de tekst op de Steen van Rosetta ook in het Grieks werd aangebracht. 

‘Cleopatra’. Schilderij van John William Waterhouse uit 1888. Afbeelding via Wikipedia

Na Cleopatra werd Egypte deel van het Romeinse Rijk. De Romeinen waren onder de indruk van de Egyptische monumenten en haalden diverse obelisken weg uit Egypte om ze elders in het keizerrijk neer te zetten. Het bestaan van het hiëratisch dat een schrijfvorm van hiërogliefen voor op papyrus was, lijkt toen nauwelijks bekend te zijn geweest. Het demotisch dat een latere vorm daarvan was en vooral voor administratieve teksten werd gebruikt, was wel bekend maar werd beschouwd als het schrift om de Egyptische taal te noteren; hiërogliefen hadden naar hun idee andere functies. De hiërogliefen op de monumenten werden alom gewaardeerd om hun decoratieve uiterlijk.

De Romeinen gingen ook zelf obelisken maken. Obelisken zouden met hun lange puntige vorm een zonnestraal uitbeelden, en daarmee symbool staan voor de zonnegod en de macht van de heerser. Ook latere machthebbers, zowel wereldlijke als kerkelijke, tot Mussolini aan toe,  wilden graag zo’n (fallisch?) statussymbool bezitten.

Onder het christendom raakten de hiërogliefen in Egypte impopulair vanwege de associatie met heidense goden, en werd het Koptische schrift gebruikt. Dit gebeurde vanaf de derde eeuw. Twee eeuwen later was vermoedelijk alle kennis van de oudere schriften verloren gegaan. De taal van het Koptisch was nog wel een voortzetting van het oudere Egyptisch, maar door de komst van de islam in de negende eeuw werd het Koptisch als dagelijkse spreektaal vervangen door het Arabisch. Tegen die tijd berustte alles wat men over het oude Egypte wist (of meende te weten) op wat reizigers, geografen en andere auteurs in de klassieke en hellenistische tijd daarover vermeldden. Vooral invloedrijk waren neoplatonistische filosofen als Plutarchus, Plotinus, Porphyrius of Jamblichus, en de christelijke Clemens van Alexandrië.1

Hiërogliefen in een ondergrondse tombe in Sakkara, Egypte. foto © Melusine 2022

Champollion

Jean-François Champollion ging bij het bestuderen van de Steen van Rosetta uit van het gegeven dat in cartouches (lusvormige kadertjes om sommige groepjes van tekens) altijd koningsnamen stonden. Hij was niet de eerste die dit bedacht; Thomas Young bijvoorbeeld wist dit ook al. Champollion kende veel talen en veronderstelde dat in de hiërogliefen net als in het Koptisch (sommige) klinkers niet werden geschreven. Hij vergeleek de tekens in een cartouche op de Steen van Rosetta, die moesten corresponderen met de koningsnaam Ptolemaeus (in het Grieks ΠΤΟΛΕΜΑΙΟΣ ) met de tekens in een cartouche op een obelisk die voor de naam Cleopatra ( ΚΛΕΟΠΑΤΡΑ ) moesten staan. 

Thomas Young zag in dat er bij de hiërogliefen sprake was van verschillende schriftsoorten. Maar hij veronderstelde dat het ging om een klankschrift voor namen en een beeldschrift voor de rest van de tekst, ongeveer zoals het Japans een aan het Chinees ontleend schrift heeft maar daarnaast nog twee lettergreepschriften om bijv. werkwoordvervoegingen of buitenlandse namen mee aan te duiden. Champollion ging niet uit van een dergelijk onderscheid in toepassingen. Hij zag dat tekens die in namen werden gebruikt ook buiten de cartouches een klank konden aanduiden. Behalve een klankaanduiding kon een hiëroglief echter ook een pictogram of ideogram zijn, of een nadere verduidelijking van het woord.

Ontwerp voor een haard in Egyptische stijl. Ets van Giovanni Battista Piranesi, ca. 1769. Collectie The Metropolitan Museum of Art

Vermoedelijk een portret van de schrijver Gustave Flaubert, in Oriëntaalse kledij. Olieverfschilderij van Victor Pieters, 1856. © Sotheby’s

egyptomanie

Napoleons Egyptische veldtocht aan het eind van de achttiende eeuw viel in Europa samen met een ‘egyptomanie’, een fascinatie met alles wat met het oude Egypte te maken had. Het aloude imago van het oude Egypte als bakermat van alle wijsheid werd gecombineerd met de romantiek van het oriëntalisme. In het oriëntalisme, dat vanaf de achttiende eeuw in Europa al vaste voet aan de grond had gekregen o.a. door de populaire vertalingen, bewerkingen en imitaties van de verhalen van ‘Duizend en één nacht’, werden tal van ideeën over niet-christelijke, niet-industriële samenlevingen toegedicht aan ‘de Oriënt’ (ruwweg de islamitische wereld). De zinnelijkheid van ‘Duizend en één nacht’ gecombineerd met de diepzinnige mysteriën van Egypte vormde een gedroomde wereld waar graag mee werd geflirt. Zo was het bijvoorbeeld mode om een tulband te dragen. En in de vormgeving van gebouwen, interieurs en huishoudelijke objecten werden Egyptische motieven gebruikt.

Lordos Vyronas (Lord Byron) in Oriëntaalse kledij. Olieverfschilderij van Thomas Phillips, 1813. © UK Government Art Collection

Overigens werd in die tijd niet alleen het Nabije / Midden-Oosten en Noord-Afrika waaronder Egypte, maar ook Griekenland gerekend tot ‘de Oriënt’. Griekenland behoorde immers ook tot het Ottomaanse Rijk. Maar waar de Oriënt over het algemeen een soort eeuwige tijdloosheid werd toegeschreven waarin door de eeuwen heen weinig tot niets was veranderd, werd in het geval van Griekenland een onderscheid gemaakt tussen het oude en het moderne Griekenland. Het oude Griekenland had zich verzet tegen de Perzen en gold daarom niet als Oosters. De Engelse dichter Lord Byron zette zich aan het begin van de negentiende eeuw in voor de onafhankelijkheid van Griekenland, maar was tegelijk actief toegewijd aan wat hij ervoer als Oriëntaalse seksuele vrijheid, en hij droeg dure ‘Turkse’ kleding.

Howard Carter

Honderd jaar geleden vond Howard Carter op 4 november in het Egyptische Dal der Koningen een nog ongeopende graftombe. Het was het graf van Toetanchamon. Het was een bijzondere gebeurtenis, omdat de koningsgraven die tot dan toe bekend waren, allemaal in de loop der eeuwen door grafrovers waren opengebroken en geplunderd. In februari 1923 werd de tombe officieel geopend. Ook hier ontbraken weliswaar enkele zaken die men zou verwachten, maar die moesten volgens Carter al in de oudheid zijn gestolen, nog voordat het graf was verzegeld.

De vondst van het graf van Toetanchamon zorgde voor een nieuwe golf van egyptomanie. Deze Egypte-hype bevatte horror-elementen. Nadat de financier van de expeditie, Lord Carnarvon overleed, gingen er verhalen over ‘de vloek van de farao‘ die middels een (nooit daadwerkelijk aangetroffen) opschrift de dood afriep over iedereen die het graf zou openen. Eén van de slachtoffers van de vloek zou de kanarie van Howard Carter zijn geweest. In 1932 kwam de film ‘The Mummy‘ uit, over een Britse archeologische expeditie in 1921 waarbij een “boekrol van Thoth” de toverspreuk bevat waarmee de mummie weer tot leven komt en op zoek gaat naar de reïncarnatie van zijn geliefde, om samen met haar levend-dood te kunnen zijn.

In augustus dit jaar werd bekendgemaakt dat op basis van brieven in een privécollectie nu echt is komen vast te staan dat Carter zelf, al voor de officiële opening van het graf, daar dingen had weggenomen. De Egyptische autoriteiten hadden hier destijds al een vermoeden van en hadden hem op zeker moment de toegang tot het graf ontzegd. 

In 1947 schreef een medewerker van Carter in een Egyptische krant dat Carter dingen uit het graf had gehaald en het daarna opnieuw verzegeld. In 1992 was er ook al iets te doen om brieven waaruit bleek dat Howard Carter aan Sir Alan Gardiner, die Egyptische teksten voor hem vertaalde, een amulet had gegeven dat onmiskenbaar uit het graf afkomstig was, hoewel Carter hem had verzekerd dat dat niet het geval was. De brieven waar het nu om gaat, worden dit jaar gepubliceerd in een boek dat verschijnt bij Oxford University Press.

‘Egyptische schakers’. Schilderij van Lourens Alma Tadema, 1865. Afbeelding via Wikipedia

oude wijsheid

Al in de klassieke oudheid had Egypte de reputatie het land van oude wijsheid te zijn. Plato gebruikte het imago van Egypte om filosofische ideeën te presenteren als eerbiedwaardige oude wijsheid. Zo zou zijn verhaal over Atlantis via-via afkomstig zijn van Egyptische priesters. En in de dialoog Phaedrus vertelt Sokrates aan Phaidros een mythe over de uitvinding van het schrift door de god Theuth (Thoth). De goddelijke koning Thamos “die de Grieken Ammon noemen” zou daar bezwaar tegen hebben gemaakt, omdat deze vorm van ‘extern geheugen’ de mensen vergeetachtig en waanwijs zou maken. Phaidros heeft best door welke truc hier wordt toegepast en merkt op: “Jij bedenkt wel makkelijk verhalen uit Egypte of wat voor land dan ook, Sokrates!”2

Over Plato zelf, maar ook over andere historische en mythische personen zoals Homerus, Lycurgus, Democritus, Daedalus en Orpheus, werd gezegd dat zij Egypte hadden bezocht om daar in de tempels de kennis en wijsheid van de priesters te leren kennen. Pythagoras zou hiertoe zelfs Egyptisch hebben geleerd. Volgens Diodorus Siculus (1e eeuw v.C.) was Pythagoras’ leer van de zielsverhuizing afkomstig uit Egypte, net als zijn ideeën over de goden en over meetkunde en getallen.

Horapollo

Deze uitgave maakt de onduidelijkheid over de totstandkoming van de Hieroglyphica nog groter door in de blurb te melden dat de tekst in 1505 in het Grieks werd vertaald

In 1419 vond de Franciscaner priester Cristoforo de Buondelmonti, die rondreisde op zoek naar oude Griekse teksten, op het eiland Andros een manuscript van het boek Hieroglyphica van Horus Apollo Nilus of Horapollo Niliacus. De tekst hiervan zou door ene Philippus uit het Egyptisch in het Grieks zijn vertaald. Horapollo was uit de Suda, een Byzantijns geschrift, bekend als een Alexandrijnse priester van Isis en Osiris uit de vijfde eeuw van onze jaartelling, of diens oudere oom die grammaticus was in Alexandrië en Constantinopel. Dit auteurschap wordt echter betwijfeld. Waarschijnlijker is dat de tekst in het Grieks is geschreven, en dat iemand er een bekende naam aan heeft gekoppeld om er zo gezag aan te verlenen. Het lijkt er bovendien op dat de Hieroglyphica verschillende auteurs of samenstellers heeft. Sommige gedeelten zien eruit als beknopte samenvattingen, mogelijk van het gelijknamige boek uit de eerste eeuw van Chaeremon, de onderwijzer van Nero. Volgens recent onderzoek is de tekst van Horapollo in de zesde of zevende eeuw ontstaan in Byzantijnse kringen.

In de Hieroglyphica worden hiërogliefen uitgelegd als een metaforische of symbolische beeldtaal. Weliswaar konden hiërogliefen zo worden gebruikt – de hiëroglief van een baviaan kon bijvoorbeeld woede en agressie aanduiden, omdat deze dieren zich heel agressief kunnen gedragen, maar kon ook verwijzen naar de maan omdat de baviaan gewijd was aan de god Thoth die ook de god van de maan was –  maar zoals Champollion aantoonde was dit niet de enige manier waarop hiërogliefen werden gebruikt. Vermoedelijk was er rond de tijd van het ontstaan van het Koptisch ook in het hiërogliefenschrift een ontwikkeling gaande in de richting van een klankschrift, omdat er heel wat ‘uitheemse’ woorden in de taal waren gekomen en de minder vaak gebruikte beeldtekens in vergetelheid raakten.

Rebus?

Bij Horapollo worden sommige hiërogliefen wel op de juiste manier geduid, bijvoorbeeld dat een haas ‘openen’ betekent, maar wordt er een verkeerde verklaring voor gegeven. In het geval van de haas is de gegeven uitleg dat de haas met open ogen slaapt. Deze denktrant was al ouder; Plinius de Oudere, Plutarchus en anderen schreven hier op dezelfde manier over. In werkelijkheid was de reden dat het Egyptische woord voor ‘haas’ dezelfde klank had als het Egyptische woord voor ‘openen’.

De tekst van Horapollo leek te bevestigen wat auteurs als Plutarchus en Jamblichus al hadden verkondigd: dat de hiërogliefen, door met hun beeldtaal voorbij te gaan aan het gebruik van woorden, voor degenen die voldoende filosofisch toegerust waren, een directe ingang vormden tot de goddelijke ideeënwereld. Het woord dat Plato gebruikte voor de Ideeën, kan ook worden vertaald als Vormen. De gedachte van een beeldtaal die filosofische concepten overbracht, werd in de renaissance en de barok enthousiast opgepikt door neoplatonistische en humanistische filosofen en kunstenaars.

beeldletteren

De tekst van Horapollo bevatte geen illustraties. De hiërogliefen werden erin beschreven, maar niet afgebeeld. In de boeken vanaf de renaissance stonden wel afbeeldingen, zowel van hiërogliefen of wat daarvoor moest doorgaan, als van emblemen en allegorische afbeeldingen die waren bedacht volgens een ‘hiëroglifische’ redeneertrant. Het drukkersmerk van Erasmus’ uitgever Aldus Manutius was een anker met een dolfijn. Dit was gebaseerd op een Romeinse munt en werd uitgelegd als festina lente, ‘haast u langzaam’, waarbij het anker traagheid en de dolfijn snelheid symboliseerde. 

Het idee dat de hiërogliefen ‘heidens’ en daarom verwerpelijk waren, was in de renaissance en barok geheel verdrongen door het imago van de diepzinnige kennis van het oude Egypte, die net als de Joodse wijsheid werd gezien als een voorafschaduwing van het christelijke geloof. Marsilio Ficino maakte in de vijftiende eeuw een Latijnse vertaling van het Corpus Hermeticum. Algemeen werd aangenomen dat de schrijver hiervan Hermes Trismegistus heette en een Egyptische wijsheidsleraar uit het verste verleden was. Mozes zou zijn profetische wijsheid eveneens in Egypte hebben opgedaan. Of hij had de Egyptenaren onderwezen, dat kon ook.

De ‘beeldletteren‘, zoals hiërogliefen in de Nederlanden werden genoemd, waren niet aangetast door de Babylonische spraakverwarring, was het idee. Een afbeelding van een vogel roept bij iedereen de gedachte aan een vogel op, ongeacht of men het dier in de eigen taal ‘vogel’ noemt, of ‘oiseau’ of ‘bird’ of nog iets anders. De Egyptische pictogrammen stonden (zo dacht men) door hun ouderdom nog dicht bij de oorspronkelijke taal van de mensheid, de taal die Adam in het Paradijs had gesproken. Sommigen meenden dat die taal het Nederlands (of zelfs specifiek het Antwerps) moest zijn geweest!

Reliëf met hiërogliefen in de tombe van Kagemni, Sakkara. foto © Melusine 2022

Athanasius Kircher

En dan was er nog de ‘allesweter’ Athanasius Kircher. Ook hij zocht naar de oertaal van de mensheid, die net als de oorspronkelijke wijsheid van het Paradijs als zodanig verloren zou zijn gegaan, maar verspreid en als het ware gecodeerd behouden in de verschillende talen en schriften, religies en filosofieën van de wereld. Door alles te bestuderen dacht hij (en hij stond daarin niet alleen) dat de oorspronkelijke opzet van God ontcijferd kon worden en de ware, oudste religie van de mensheid hervonden.3

Er was grote belangstelling voor andere talen en schriften, waarbij men uitging van een gemeenschappelijke oorsprong. De tekens van het Maya-schrift, dat door de Spaanse verovering van Mexico aan het eind van de 17de eeuw bekend werd in Europa, werden vanwege hun beeldende uiterlijk door de Europese geleerden op eenzelfde manier benaderd als de Egyptische hiërogliefen, en ook hiërogliefen genoemd. Het gegeven dat er aan weerszijden van de Atlantische Oceaan vóór de komst van het christendom schrifttekens waren gebruikt die men in Europa hiërogliefen noemde en bouwwerken opgericht die men in Europa piramiden noemde, zou later voeding geven aan theorieën over het idee dat zowel de Egyptische als de Maya-beschaving was voortgekomen uit Atlantis. 

Hiërogliefen in de tombe van Ramses III, Vallei der Koningen. foto © Melusine 2022

Kircher beweerde de hiërogliefen te hebben ontcijferd. Hij schreef halverwege de zeventiende eeuw onder meer het boek Obeliscus Pamphilius over een obelisk in Rome, en het invloedrijke vierdelige werk Oedipus Aegyptiacus. Hij stelde Hermes Trismegistus gelijk aan de god Thoth die de mensen het schrift en de beeldende kunsten had geleerd en gebruikte het Corpus Hermeticum als uitgangspunt voor zijn interpretatie van de hiërogliefen. Kircher ontwierp ook zelf ‘Egyptische’ objecten, zoals een obelisk voor de Zweedse koningin Cristina die afstand van de troon deed om katholiek te worden. In het Latijn stond daarop: “Voor de grote Christina, de herboren Isis richt Athanasius Kircher, Jezuïet, deze obelisk beschreven met de geheime tekens van de oude Egyptenaren op, hij wijdt deze en draagt hem aan haar op.

Aangenomen wordt dat al deze verheven opvattingen over de hiërogliefen, zoals die eeuwenlang de boventoon voerden, een belemmering vormden voor de ontcijfering van het schrift. Het doet denken aan de anekdote over de filosoof Thales (over wie overigens ook werd gezegd dat hij in Egypte gestudeerd zou hebben): Thales was eens zo druk bezig met het observeren van de sterrenhemel dat hij in een greppel viel. Dit ontlokte een oude vrouw de opmerking dat hij alles wilde weten over het hogere, maar niet wist wat er voor zijn voeten lag.

runen?

Een ander spannend verhaal over problemen rond het ontcijferen van schrifttekens stond in Geschiedenis magazine  (oktober 2022). Simon Halink vertelde daarin over het onderzoek van de IJslands-Deense oudheidkundige Finn Magnusen (Finn Magnussen, Finnur Magnússon) naar de geheimzinnige kerven op een acht meter lange strook steen in Zuid-Zweden, die ‘de Slang van Harald‘ werd genoemd. De plek stond al eeuwenlang bekend als Runamo (Runenheide). In de twaalfde eeuw had Saxo Grammaticus in zijn Gesta Danorum er al melding van gemaakt. Hij schreef dat het runen moesten zijn die nog vóór de Vikingtijd waren geritst, die in zijn tijd al zo verweerd waren dat ze onleesbaar waren geworden.

In 1833 stuurde de Deense Koninklijke Wetenschappelijke Academie een expeditie naar Runamo om onderzoek te verrichten. Zweden hoorde toen al niet meer bij Denemarken (IJsland nog wel), maar voor het opkomende nationalisme van de Denen was het toch interessant om deze geschiedenis te bestuderen. 

Finn Magnusen had contact met onder meer Walter Scott en de gebroeders Grimm. Hij was een deskundige op het gebied van de Scandinavische mythologie; hij kende Oudijslands en had de Oude Edda vertaald. In Runamo tekende de kunstenaar Christian Ferdinand Christensen de groeven in de steen na, en hiervan werd een kopergravure gemaakt die Finn Magnusen in Kopenhagen kon bestuderen. Het bezorgde hem de nodige hoofdbrekens totdat het hem inviel dat het mogelijk ging om bindrunen die van rechts naar links gelezen moesten worden, en hij er een Edda-achtig gedicht in ontwaarde waarin Odin, Freyr en de Asen werden aangeroepen om Harald de overwinning op zijn vijanden te bezorgen.

Zijn ontcijfering oogstte internationale bewondering, maar in 1838 nam een Zweedse scheikundige zelf een kijkje bij Runamo. Hij constateerde dat er helemaal geen sprake was bindrunen, maar dat de ‘inscriptie’ bestond uit natuurlijke barsten en gletsjerkrassen. Hij maakte ook aannemelijk dat het zeer onwaarschijnlijk was dat Harald Strijdtand op die plek en op die manier een runeninscriptie zou hebben laten aanbrengen. Finn Magnusen was het daar grondig mee oneens en publiceerde een dik boek om zijn eigen ideeën te verdedigen, maar in 1844 kwam een Deense archeoloog tot dezelfde conclusie als de scheikundige: het waren geen runen maar natuurlijke krassen. 

Tegenwoordig wordt aangenomen dat Finn Magnusen ten prooi is gevallen aan het verschijnsel ‘pareidolie’ waarbij iemand betekenisvolle vormen of patronen ziet of hoort in zaken die eigenlijk iets anders zijn, zoals het gezicht van Jezus op een geroosterde boterham of een bananenschil of satanische boodschappen in muziek die achterstevoren wordt afgespeeld.

De website Runasamigas, die de stenen slang weet uit te rekken tot een lengte van 22 meter, presenteert deze geschiedenis als een mysterieus gebeuren waarbij natuurlijk gevormde krassen in een sjamanistische trance tòch gelezen kunnen worden als runen, die zich bovendien aan verschillende mensen op verschillende wijzen vertonen en hun betekenissen onthullen, afhankelijk van de mate van iemands geestelijke bewustzijn!


Noten

1 Jean Winand: ‘La réception dans l’Antiquité classique’, in: Jean Winand & Gaëlle Chantrain (dir.): Les hiéroglyphes avant Champollion. Depuis l’Antiquité classique jusq’à l’Expédition d’Égypte. Presses Universitaires de Liège, 2022. Uit dit hoofdstuk heb ik veel informatie voor deze aflevering ‘Oud nieuws’ gehaald. Andere interessante hoofdstukken heb ik door tijdgebrek helaas niet kunnen lezen.

2 Bert van den Berg en Hugo Koning: De mythen van Plato. Verhalen voor alle tijden. Damon, 2022.

3 Marsilio Ficino, de vijftiende-eeuwse vertaler van het Corpus Hermeticum, noemde deze zienswijze Prisca theologia (prisca = oud, eerbiedwaardig). Het is ook wel prisca philosophia, prisca sapientia (sapientia = wijsheid) of philosophia perennis (perennis = eeuwig) genoemd. Idries Shah schrijft in The Sufis dat soefi’s over Anguruzuminabstafil spraken, naar het verhaal over de Pers, Turk, Arabier en Griek die twistten over wat ze van hun laatste geld zouden kopen: angur, uzum, inab of stafil, tot er een meertalig persoon voorbijkwam die begreep dat ze allen in hun eigen taal naar druiven verlangden. Aansluitend op het verhaaltje gaat Shah in op de diepere, ik zou haast zeggen ‘hiëroglifische’ (in prechampolliontische zin), betekenis van ‘druiven’ in het soefisme. 

Geplaatst in Artikelen, Nieuws | Getagged , , , , , , , , , | Reacties uitgeschakeld voor Oud nieuws in de verjongingsketel: Hiërogliefen en meer

Gerald Gardner and Indonesian influences

Much is known about Gerald Gardner’s life. He followed his nanny and lived for a while in Sri Lanka (Ceylon). He subsequently lived in Borneo and in 1923 he moved to Malaysia, where he was employed for the next thirteen years as a rubber tree plantation inspector and a customs official.

During his time there he compiled a book about ’the Kris and other Malay weapons’. In this article, I will be sharing my experiences of my visit to Indonesia (Bali & Java) in 2019 and what I have learned about the Kris and indigenous practices.

‘Keris and other Malay weapons’

In the foreword, Gardner wrote: “I venture to hope that this little book may be of interest and assistance to collectors of weapons. It is possible also that ethnologists may be interested in the customs and superstitions connected with these weapons and their origin. The photographs are almost entirely of my own collection”

It is quite detailed and contains quite a few drawings and photos.

It has become quite a classic and I even found a copy of it for sale in Chiang Mai, Thailand (2017)

As to its accuracy, some of my Indonesian friends think there are some mistakes especially when ‘Majapahit’ is mentioned. “Majapahit was a Javanese Hindu-Buddhist thalassocracy empire in Southeast Asia that was based on the island of Java (in modern-day Indonesia). It existed from 1293 to circa 1527 and reached its peak of glory during the era of Hayam Wuruk, whose reign from 1350 to 1389 was marked by conquests that extended throughout Southeast Asia.

His achievement is also credited to his prime minister, Gajah Mada. According to the Nagarakretagama (Desawarñana) written in 1365, Majapahit was an empire of 98 tributaries, stretching from Sumatra to New Guinea; consisting of present-day Indonesia, Singapore, Malaysia, Brunei, southern Thailand, Timor Leste, southwestern Philippines (in particular the Sulu Archipelago) although the scope of Majapahit sphere of influence is still the subject of debate among historians.

The nature of Majapahit relations and influences upon its overseas vassals, as also its status as an empire is still provoking discussions.

Majapahit was one of the last major Hindu empires of the region and is considered to be one of the greatest and most powerful empires in the history of Indonesia and Southeast Asia. It is sometimes seen as the precedent for Indonesia’s modern boundaries.”

Gardner mentions the Kris Majapahit as “(6) The majapahit. This is the earliest type of keris known and has a hilt in the shape of a little man or god. Hilt and blade are forged from a single piece of iron.”

And in the book “Gerald Gardner – Witch” (Jack Bracelin) he refers to it as ‘the wonder-working weapon’

I don’t think anyone would dispute the Kris as the magical dagger but ‘wonder-working’? As to its antiquity, most scholars agree on the connection to the Majapahit Empire.

In fact, the oldest known Kris in the world is in the Tropen Museum/Royal Tropical Museum in Amsterdam. It is known as the ‘Kris of Knaub’. Dating from the 24th Century it was probably made at the height of the Majapahit Empire. See the Appendix for more information.

On the subject of the Majapahit, I also found a curious footnote in a paper titled ‘On the Javanese Kris’ 1940  by W.H. Rassers;

“It is important to observe how the kris Majapahit, which is especially worn by women, has in this connection entirely passed into the “matrilinear sphere and so properly speaking is not a kris any longer. Its supernatural power appears to have been specialized in pursuit the aptitude for which is obtained from the mother’s side: the kris Majapahit is* now chiefly used in agriculture, as a preventive against crop diseases.”

But more about the Kris and magical practice later.

A little bit more about the origin of The Kris or Keris. It is believed that it originated about 500 BC, but I can’t find much evidence for this. However, there is a Kris depicted on a 9th-century Borobudur bas-relief. The dagger’s part that shared similarity with typical keris is the handle and the wider part of the blade near the handle.

But as we have already noted it was during the period of the Majapahit Empire that the Kris flourished.

“The Keris is created and shaped by an empu after the character and qualities of its owner. An empu is a creator-smith of Kerissen, he is a shaman with psychic abilities. The empu imparts a certain power to the Keris, which must be cherished.

Initiates and connoisseurs ascribe mystical properties to the double waved blade. The kris is regarded as one of the shrines (pusaka) of a family, clan, dynasty or kingdom.

These krisses are passed on from father to son. The kris should be honored with purification rituals and sacrifices on every fifth Tuesday of the Javanese (Muslim) calendar. The kris is considered to be animated and must eat and drink like any creature. The kris then protects the owner. Local legends say that if the owner forgets these rituals, or neglects the weapon, the kris wakes up from its rest and robs the lax owner of his life during his sleep. The kris plays a role in the traditional Javanese kejawen, a spiritual tradition.”

In 2019 Rich Eduard from Stichting Aliran gave a fascinating talk about Javanese Mysticism at the PFI gathering. (I would later join them for the journey to Indonesia, October 2019)

“ As early as the colonial era of the Dutch East Indies, Stille Kracht (literally Silent Power) was the name given to the elusive mystique of the Javanese. Many are fascinated by this difficult-to-fathom but highly effective method of energy work. Rich Eduard has broken the taboo surrounding Javanese mysticism at the request of his Javanese teachers.

The Silent Power or as the Javanese call it Tenaga Dalam (or Inner Power) is a collection of effective methods that enable the trained practitioner to perceive extrasensory, gather advice and insight and apply these in his or her way of life. energy work.  Aliran Foundation contributes to the preservation of crafts, art and well-being based on traditional Indonesian cultural heritage. They are inspired by the animism of the natural peoples of the Indonesian archipelago, especially from the Javanese source: the Kebatinan. The multifaceted activities of the foundation have the effect of strengthening the Inner Strength of the participants.

Ivonne has developed the oracle deck Aliran Tenaga Dalam Maps of Stille Kracht. Here are a couple of examples of the cards. Note the upright Kris, seemingly standing alone. When Rich was showing us how he worked with the Kris he actually got it to stand upright. That was very weird! (Kebatinan, folk religion)

Indonesian Animism In his presentation Rich Eduard gave an overview of animism in the Indonesian archipelago, in particular of the traditions in Java, Borneo, and Bali. The ancestor culture and the use of jimats (power objects/talismans) play a major role in this. Special attention was paid to the keris pusaka, the ritual knife. He also gave special attention to the inspiration Gerald Gardner gained through the keris and the animism of Borneo and Malaysia.

During my visit to Indonesia in October 2019, I would see first hand more of the practices, some of which I am sure Gerald will have seen.

Our first stop was Denpasar, Bali, where Rich & Ivonne introduced us to the concept of Kebatinan, but it was the visit to Candidasa and the conversations we had with Wajan that we learned much more about the Kris. Showing us various Krisses he explained how they were made and how they were used.

There is a difference between the Kris from Java and Bali. Because of the influence of Islam, the hilt of the Kris is much simpler than the highly decorated one of the Balinese.

Gardner writes, “ Most keris have hilts carved in the shape of figures. Since all old keris that are bertuwah are thought to have an indwelling spirit (semangat). I fancy that a carved hilt would be considered more or less likely to please this spirit. Now Islam forbids the making or use of images, and as the influence of Islam grew, the use of images was discouraged, but the feeling was that they were lucky, and so, disguised enough to fulfill the letter of the law, they were still used.”

He also mentioned that they were originally from Java, but as we have seen this was during the Majapahit period, Hindi-Buddhist. Today Bali is mainly Hindu, whilst Java is Muslim. He also mentioned that the Kris was meant for men (warriors), but women can use them too. The majority in our group were women so we were invited to take a closer look.

We were allowed to handle the Krisses and let each of them ‘speak to us’. They were also for sale, and everyone was curious to see if they were attracted to a particular Kris. We learned about the ‘indwelling spirit’ and to take care of the Kris. Traditionally it would be ‘activated’  on 21 Dec. And then again 6 months later on 21 June. Of course, these dates are most significant to us being the Winter & Summer Solstice.

“In Indonesia, the Dongzhi Festival is called Sembahyang Ronde. (Winter Solstice) . Ronde is the Indonesian version of Tangyuan. In Semarang families used to gather and make the ronde balls on the eve of the Sembahyang. The ronde balls are also made of glutinous rice flour, are brightly coloured, and are often stuffed with chopped peanuts. It is served with a sweet warm soup, also called wedang ronde, in which sugar, ginger, and sometimes lemongrass and pandan leaves are added to make it fragrant. After the prayers on the Sembahyang Ronde day, the wedang ronde is served. Nowadays one can buy wedang ronde in the evening sold by street vendors. Ready-made stuffed glutinous balls are also available in shops.”

When holding the Kris it is important to hold it upright. When it is blessed with Incense, Let incense rise and envelop the Kris. Often 3 flowers. White, red, and yellow are included in blessings. And cake.

Blessing/cleansing Kris before the full moon is with 3 kinds of water. Sea water, fresh water from the waterfall, and water from the kadang/ coconut.

The Spirit connects with the heart. 

When ‘passive’, the Kris is resting along the left arm, with the point towards the left shoulder. This is rather like how we hold our Athames. The owner of Kris is the ‘administrator’,  but one has the responsibility to take care of it.

One of the most interesting experiences during my visit to Indonesia was the blessing or the initiation of the Kris. As I mentioned earlier Wahan let us ‘play’ with the krisses he had brought. 3 members of the group chose a kris and wished to purchase it.

Wahan said they could take the kris of choice with them and meditate and make further contact with the Spirit of the kris. On a later occasion, he offered to bless them.

The ceremony took place on the day of the full moon. We attended the blessing and then continued to join a larger crowd to celebrate the full moon.

(Wahan opening the circle, blessings with 3 kinds of water Sea water, freshwater from the waterfall and water from the kelapa/ coconut.)

Initiation and Blessing the Kris Wajan:

 

The blessings or initiation were very recognisable to me and others who are familiar with Wiccan rituals of consecration. And of course, the timing was significant. Coincidentally Sunday, October 13, 2019, was ‘our’ Blood Moon. What an auspicious day to have a kris blessed 😊 It really was a Rite of Passage.

Afterward, we joined the larger crowd to celebrate the Full Moon. “Purnama Kedasa is a Balinese celebration that is held following the appearance of the full moon. It is an elaborate affair for the locals with thousands coming outside to pay their respects. The appearance of the full moon marks a special day for various traditional festivities.”

Here are some more photos of the full moon celebrations

(The procession to the temple on the beach. Everyone dresses for the occasion.. Women wear the ‘Kebaya’ ***– the traditional lace blouse )

(Men’s attire is less elegant than the ladies – but both wear the Kamen. The chequered pattern is traditional to Bali. It symbolises balance & harmony – Rwa Bhineda. Notice the carrying of the Kris..)

(My favourite photo of Bali.. even the very young dress accordingly. This little guy was not going to lose his mummy…he was absolutely right. It was very busy! )

(Welcoming the Full Moon as it peeps over the edge of the mountain)

The Athame and the Kris.. similarities. 

During my visit to Indonesia, I learned a lot about the Kris. How it is made and used, consecrated and ‘cleaned’. One of the questions I had was how was Gerald Gardner influenced by his travels in the region? Did his study of the ‘Keris and other Malay weapons’ influence his use of the Athame?

When I was in Spain (2010)  visiting John & Julie Belham Payne, John showed me the ‘Doreen Valiente collection’. He also showed me one of Gerald’s Athames that was given to Doreen. In the collection of ‘daggers’, I also noticed a rusty Kris. Knowing a little about Krisses from my Indonesian friends here in the Netherlands, I knew that one should not touch a Kris out of curiosity. Did Gerald use it? Or did he have it as part of his personal collection of other exotic items?

On the Athame, Gerald mentions it in his book “Witchcraft Today”  as being one of the witch’s tools. He recommends making one’s own but doesn’t give further instructions. He does write that “ a novice is often presented with an Athame, and of course, in a witch family there are often old tools to be had. Old tools are always preferred, as they are supposed to have Power.”

In the area of Semarang, Java, I came across the practice of Krisses belonging to the family and being handed down to the next generation.

Shape:

From the BoS on the Athame; “Next I present the Athame. This is the true Witch’s weapon and has all the powers of the Magic Sword [kiss].”

Both Athame & Kris are double-edged. The Kris differs in that it has the ‘wavy’ form, although occasionally they are straight. The number of curves on the blade (known as luk or lok) is always odd.

Concerning the power and ‘energetic’  link to the Athame, once it has been consecrated, traditionally it should be placed under the pillow, or bed, for at least six months.  This practice is also used to help communicate with the spirit of the Kris.

“There are several ways of testing whether a kris is lucky or not. A series of cuts on a leaf, based on blade width and other factors, could determine if a blade was good or bad. Also, if the owner slept with the blade under their pillow, the spirit of the kris would communicate with the owner via a dream. If the owner had a bad dream, the blade was unlucky and had to be discarded, whereas if the owner had a good dream the dagger would bring good fortune.

However, just because a blade was bad for one person didn’t mean it would be bad for another. Harmony between the weapon and its owner was critical.”

We know that inscriptions, symbols, and motifs are also made on Krisses, especially the Balinese Krisses.

In Cakes & Wine:

“As the Athame is the male, so is the cup the female, and conjoined they bring blessedness.”

The sheath of the Kris is called a sarong – or warangka.. and is also sometimes referred to as the house. “The term sarong ([ˈsaroŋ]) is an English loanword of Malay origin meaning ’to cover’ or ’to sheath’.” Although men can wear sarongs we normally associate them with female attire.

When I was watching how the Kris is removed from the sheath and later returned I was suddenly reminded of our ‘Cakes & Wine’.

The sheath of the Kris is also the place where the spirit of the Kris lives. It is an integral part of the Kris and is treated with respect.

(The iconic photo of Janet & Stewart Farrar celebrating ‘Cakes & Wine’. )

NB I am aware that in the book ‘Magickal Beginnings’ from Sorita d’Este & David Rankine.. they write that ‘Many people have assumed that the use of knives in the Wiccan Tradition comes from Gardner’s exposure to the use of kris knives whilst living in Malaysia.’ They also refer to his book, ‘Kris and other Malay weapons’ ‘The assumption is that Gardner introduced the use of the athame because of his interest in the kris, but there are however clues that clearly demonstrate that this was not the case.. ‘ They believe its use goes back to the Key of Solomon.

Dance with krisses: 

When I was in Java I was at a reception that included traditional dancing. One dance was particularly interesting. It was depicting the story of two princesses, one from Java and one from Thailand. They were fighting for their land. It was a duel of krisses.

I managed to video part of it. It was quite dark, so the quality is not very good … but have a look.

Of course, the princess from Java won.

I have very fond memories of my visit to Bali & Java in November 2019 and would like to thank Rich Eduard and Ivonne Kreule for all their help and support.

Since 2019 Stichting Aliran has not stood still despite all the problems of the pandemic. Ivonne finished her book ‘Senang – met de stille kracht’, which is amazing. See review:

Being present at the ceremonies and watching how the kris was blessed, initiated, cleansed brought me a greater understanding of what Gerald Gardner must have also witnessed in Malaysia. The similarities with the Athame and how we use it as witches deserves more study and active interaction.

Perhaps Sorita & David will review their conclusion that the Athame harkens back to the ‘Key of Solomon’. This begs the question of where did the compilers receive ’their’ information??

Happy hunting for more clues and where better than to go and visit Indonesia and the beautiful island of Bali??

(Bali, Morgana October 2019 )

 

APPENDIX: Kris van Knaud

The legendary ‘Kris van Knaud’

Thought to have been lost for almost a century, it was recently rediscovered and now has a place of honour in the Tropenmuseum: the oldest known dated kris in the world (with the engraved date 1264 = 1342 AD). The most precious and oldest pusaka of the Javanese court was donated to Charles Knaud (born 1840) who, as a traditional Javanese healer (dukun), saved the life of the Javanese crown prince.

On the blade, covered with copper foil, a scene from the Ramayana epic: the monkey general Hanuman face to face with an enemy army.

The Keris of Knaud is named according to Charles Knaud (Batavia 1840 – Amsterdam 1897),  a Dutchman, raised in Indonesia, strongly attracted by the mystics of Java. He was taught the secrets of Javanese magic by a dukun (shaman) and became a well-known physician. His reputation was so great, that Paku Alam V (1878-1900), ruler of a small enclave in Yogyakarta, whose son was badly sick because of what he believed to be black magic (guna guna), called for him. Charles Knaud was able to cure Paku Alam’s son and as a reward, was given one of the most precious pusaka from the court: an ancient Keris.

The Keris of Knaud is of the buda type, an earlier shape with a straight, short, wide, and thick blade. However, the Keris of Knaud is very unusual because it is partially covered with a thin copper layer embossed with scenes from the Ramayana and the Javanese year 1264 (1342 AD) is engraved on the iron blade. Kerisses are not normally dated. The ganja is one piece with the blade and the pesi is shortened due to rust.

Assuming the date is original, the Keris of Knaud would be from the heyday of the Majapahit kingdom. However, because of its special features, questions surround this dagger. Was the keris old when it was decorated with the embossed scenes? Was it actually made in 1342 AD, or is the date to celebrate an important event that took place at that time? Is it a weapon or a ceremonial dagger?

The Keris of Knaud was lost in 1903. According to a story, it had been stolen by the Japanese during the second world war during their occupation of Indonesia. The true story came to light very recently. It had been buried in the garden of the Knaud family during the Japanese occupation and then was sent to the Netherlands. To bring luck it had to be periodically incensed by a dukun and since there was no dukun in the Netherlands, it was kept in a bank safe.

The Tropical Museum, Amsterdam, was approached in the autumn of 2002 by a club of keris collectors who told the keris was in the hands of Kurht Knaud, a descendant of Charles Knaud. Since February 2003, it is exhibited as a loan to the museum.

https://www.flickr.com/photos/michelelovesart/3684529206

Michele Ahin, Follow Tropenmuseum – Kris Van Knaud (6046-1) This reduced-resolution photo has been released under the Creative Commons cc-by-sa 2.0 (generic) licence. Please credit this photo Michele Ahin and specify the licence that this photo is licenced under.

Kris van Knaub, Tropenmuseum – Morgana, nov 2019

ON THE JAVANESE KRIS Author(s): W. H. RASSERS

Source: Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde van Nederlandsch-Indië, Deel 99, 4deAfl. (1940), pp. 501-582, Published by: Brill

Stable URL: https://www.jstor.org/stable/20770499

Accessed: 04-08-2019 14:19 UTC

http://ignca.nic.in/Asi_data/31977.pdf

References:

‘Keris and other Malay weapons’ –

  1. B. Gardner/ Johore Civil Service. EDITED BY B. LUMSDEN MILNE. Second Edition April 1936 (1936

PROGRESSIVE PUBLISHING COMPAGNY. 156, KILLINEY ROAD. SINGAPORE.

Auteur: Gerald B. Gardner, English Paperback ISBN 9789748304298 New edition September 2009 / 144 pages. And as a PDF: http://www.sabrizain.org/malaya/library/keris.pdf

Majapahit: https://en.wikipedia.org/wiki/Majapahit#Queen_Tribhuwana_Wijayatunggadewi

“Through the Aliran Foundation, Rich Eduard, takes the underexposed and often mislabelled concept of Silent Power out of the shadows, in order to place it in the illuminating light with the greatest respect for Javanese traditions.”

Ivonne Kreule

With her background as a drama therapist and dance expression teacher, Ivonne uses creativity as a means to achieve a goal. She has been entrusted with writing, designing, and interpreting.

She developed the oracle deck Aliran Tenaga Dalam Maps of Stille Kracht and is the driving force behind the release of products within the foundation. Ivonne is able to clarify with integrity what the core of a situation is. Her contribution is versatile, practical, always tailor-made, and with a sensitive approach. Within the board she also takes on the duties of secretary and treasurer.

https://www.aliran.nl/

Kebatinan: https://en.wikipedia.org/wiki/Kejaw%C3%A8n#Beliefs

*** Kebaya: The Traditional Attire of Balinese Women: https://www.nowbali.co.id/kebaya-the-traditional-attire-of-balinese-women/#:~:text=Adorned%20in%20an%20elegant%20lace,attire%20of%20the%20Balinese%20women.

“Adorned in an elegant lace blouse and batik sarong called kamben, you might notice the Balinese women wearing this attire on their way to the temple for prayers and religious ceremonies.

This is the kebaya: the traditional attire of Balinese women.

The kebaya has been the traditional attire of Balinese women since the Dutch colonisation of Indonesia but before that, the Balinese people did not have traditional clothing. Before the kebaya was introduced, Balinese women would be bare-chested while up and about doing their daily house chores or going to the market, though they would wear more modest attire on temple visits.

You might have seen this in old pictures of Bali, and you might still come across elderly Balinese women bare-chested in their daily life until today.

The kebaya was first introduced as a way to preserve Balinese women’s modesty.

Even though there are many variations of kebaya throughout the different regions of Indonesia there are four main items that make up the full Balinese kebaya. These four items are the kebaya itself, a blouse that is typically made using lace material, though it can be made from any sort of materials; the kamben, a type of sarong usually made from woven or batik cloth; and two cummerbunds, which is the sabuk and the selendang.”

About the Kris: https://en.wikipedia.org/wiki/Kris#Blade

Geplaatst in English articles | Getagged , , , , , , , , | 3 reacties

Recensie: De heilige natuur

De heilige natuur. Hoe we de relatie met onze natuurlijke omgeving kunnen herstellen
Karen Armstrong
Querido, 2022. 256 p. ISBN 978-90-214-6270-7. € 20,99

In coronatijd heeft Karen Armstrong versneld een boek afgeleverd over een onderwerp dat niet alleen voor haar belangrijk is, maar ook voor de uitgever en de lezers. Het was in Nederland en in het Nederlands zelfs al eerder uit dan in andere landen en talen. Het beschrijft heel boeiend hoe de mensheid gedurende het grootste deel van zijn geschiedenis naar de natuur heeft gekeken, en hoe dat in allerlei andere culturen dan de moderne Westerse waarin wij leven nog steeds gebruikelijk is. Maar ik mis wat de ondertitel suggereert: hoe wij onze relatie met onze natuurlijke omgeving kunnen herstellen. Als we de denkwijze overnemen van al die andere culturen, neem ik aan, maar die conclusie moet de lezer zelf trekken, en hoe dat dan moet, moet die lezer ook maar zelf uitzoeken.

In een aantal hoofdstukken over specifieke onderwerpen schetst Karen Armstrong hoe in die andere culturen de relatie met ‘het goddelijke’ of ‘de natuur’ is. En hoe een aantal Britse dichters een vergelijkbaar godsbeeld-zonder-God beschreven in hun werk. Wordsworth, het oude Midden-Oosten, China (qi, de tao, de ’tienduizend dingen’), India, tribale religies, overal vind je de perceptie dat de natuur heilig is. Dat geeft een heel andere kijk op de aarde dan als leverancier van grondstoffen, die je kunt uitputten alsof ze je eigendom zijn, alsof de aarde je eigendom is. Elk van deze culturen wordt boeiend weergegeven door Armstrong, en je zou willen dat inderdaad iedereen op aarde dit soort gedachten over de aarde had. Misschien waren we dan niet terechtgekomen in de huidige milieucrisis. Klimaatverandering is een angstaanjagende realiteit geworden, ook in onze omgeving. Ik deel haar gedachten:

Een grote ramp kan alleen worden afgewend als we onze manier van leven veranderen. Deze crisis is veroorzaakt door onze moderne manier van leven, die, ondanks onze aanzienlijke prestaties, getuigt van fatale tekortkomingen. We beginnen te beseffen dat de manier waarop we nu leven, ondanks alle voordelen, niet alleen de ontplooiing van de mens belemmert, maar zelfs het voortbestaan van onze soort bedreigt. We moeten niet alleen onze manier van leven veranderen, maar ons hele systeem van waarden. We hebben de natuur geplunderd en alleen maar als een grondstof gebruikt, omdat we in de afgelopen vijfhonderd jaar een wereldbeeld hebben gecultiveerd dat heel anders is dan dat van onze voorouders.

Maar hoe dan? Door het idee dat de natuur als op zich zelf waardevol is steeds weer te benoemen en te delen? Door het boek cadeau te doen aan politici en ‘influencers’ – en dan niet alleen mensen die zo genoemd worden op sociale media, maar de mensen die echt invloed hebben? Door er zo vaak over te spreken in kranten en tijdschriften, in interviews en talkshows, dat deze filosofie weer ‘gewoon’ gaat worden?
Omdat ik hoop dat het beeld van de natuur (en de aarde) als heilig breder gedeeld gaat worden, wil ik dit boek toch van harte aanbevelen!

Geplaatst in Boeken | Getagged , , | Reacties uitgeschakeld voor Recensie: De heilige natuur

Recensie: Offerkind

Offerkind
Rob Ruggenberg
Querido, 2020. 294 p. ISBN 978-90-451-2440-7. € 16,99
https://www.offerkind.nl/

Zie ook Jaap leest en Jonge Jury

Net als de andere boeken van Rob Ruggenberg is dit boek gebaseerd op de geschiedenis. In dit geval een vondst uit de bronstijd in de buurt waar Ruggenberg opgroeide, Wassenaar. Het is zijn laatste boek: hij overleed drie dagen na het inzenden van zijn manuscript, 73 jaar oud.

De schrijver heeft veel gesproken met de archeologen die de opgraving in Wassenaar deden, en met andere deskundigen over de bronstijd. Hij maakt gebruik van wetenschappelijke kennis over grafheuvels, bronsgieten, en wat er bekend is over waar de mensen uit de bronstijd leefden, waar ze vandaan kwamen en hoe ze leefden. Maar het boek is een bedacht verhaal, dat spannend is en soms ook wel gruwelijk.

Aïn is geboren op de Veluwe, maar slaat op de vlucht. Gelukkig is Kraai bij haar. Samen ontkomen ze aan gevaren die hen bedreigen: de omgeving met grafheuvels en moerassen. En aan mensen die hen bedreigen: de agressieve ‘Jonge Wolven’ en een vijandige heksenmeester.

Het verhaal speelt zich af in drie omgevingen in de bronstijd: op de Veluwe, langs de Rijn en bij Wassenaar. Ruggenberg heeft het aannemelijk gemaakt dat de jonge hoofdrolspelers een reis maken die van ‘Falwa’ naar ‘Wasnare’ voert. Hij beschrijft genoeg van het leven van destijds om het interessant te maken, zonder dat het afdoet aan de vaart van het verhaal.

Boeiend voor de lezers van Wiccan Rede Online is dat Ruggenberg een schets geeft van hoe mensen destijds omgingen met natuurlijke verschijnselen, en hoe ze misschien de goden hebben gezien: de moerasgodin, de riviergodin, de zeegodin. Maar ook gaat het over feesten, over mensenoffers en over hoe er werd aangekeken tegen mensen die ‘anders’ waren.

De epiloog, de verantwoording en de woordenlijst aan het einde van het boek zijn een goede aanvulling. Het is handig dat er op de eerste bladzijde van het verhaal al wordt verwezen naar de woordenlijst.

Offerkind stond terecht op de shortlist van vijf genomineerden voor de Archeon Thea Beckman prijs 2021, op de nominaties van de leesjury.be en voor de prijs voor de Jonge Jury 2021.

Geplaatst in Boeken | Getagged , | Reacties uitgeschakeld voor Recensie: Offerkind

Webwegwijzer – Samhain 2022

Webwegwijzer Wiccan Rede Online Magazine

Websites that might interest our readers. In this issue: websites on eco-friendly funerals, woodland burial sites, celebrants (Pagan and general).
Interessante websites die we verzamelden voor de lezers, over natuurvriendelijke uitvaarten, natuurbegraafplaatsen en over ritueelbegeleiders.

In Dutch

Natuurbegraafplaatsen

Natuurbegraafplaatsen in Nederland (Landelijke Organisatie van Begraafplaatsen)
Actueel overzicht van natuurbegraafplaatsen, natuurbegraafplaatsen in ontwikkeling, asbestemmingen in de natuur en begraafplaatsen met een natuurlijk karakter in Nederland.

Alle Natuurbegraafplaatsen.nl
Het natuurgehalte van de verschillende natuurbegraafplaatsen loopt zeer uiteen. Zo krijgt de natuur op sommige plekken alle ruimte, terwijl andere locaties deel uitmaken van een reguliere begraafplaats. Om het zoekproces voor u te vergemakkelijken, hebben we een voorselectie gemaakt in de vorm van ‘natuurscores’.

Milieuvriendelijke uitvaart

Groene Uitvaart.nl (van Uitvaart.com)
Hoe groen is de gemiddelde Nederlandse uitvaart op dit moment? En zijn milieuvriendelijkheid en duurzaamheid onderwerpen die belangrijk zijn binnen de uitvaartbranche? U leest het hier.
Er zijn drie onderzoeken geweest naar de milieuaspecten van de uitvaart

Ritueelbegeleiders

LBvR
Landelijke Beroepsvereniging van Ritueelbegeleiders

In English

Pagan Funerals

Pagan Funerals (Funeral Guide)
What to expect at a Pagan funeral service

Pagan Transitions
“Death is but a doorway…”

Death, art and politics: Pagan funerals and eco-friendly burials
Article by Manny Moreno, in The Wild Hunt, May 5, 2019

Eco-friendly Funerals

Eco-Friendly Funerals (UK)

Green Burial, an environmentally friendly choice (Funeral Consumers Alliance, USA)

Green Burial Council (USA and Canada)
Green burial is a way of caring for the dead with minimal environmental impact that aids in the conservation of natural resources, reduction of carbon emissions, protection of worker health,and the restoration ​and/or preservation of habitat.
Books, blogs, articles, videos
Research

The Natural Death Centre, independent funeral advice (UK)
‘Lifting the lid on dying and funerals’

Your Complete Guide to Eco-Friendly Funerals (PDF, Dignity, UK)

Article: Unitarian Universalists Embrace Eco-Friendly Funeral Options (USA)

Article: Are green funerals actually better for the environment?
In: The Ecologist, 14th September 2017

Association of Green Funeral Directors (UK)

What is missing on many English websites, is mention of transportation. Transport – of the attendants of a funeral – is the most polluting part of a funeral. So: share cars when travelling to a funeral, or use more eco-friendly ways of transportation, and organize the whole funeral at one location, or on locations at walking-distance.

Funeral celebrants

Funeral celebrants (UK)

Pagan Life Rites Ireland

Pagan Transitions
“Death is but a doorway…”
Lists of celebrants in several countries, planning, coping with loss, etc.

Pagan / Wiccan / Druid celebrant
Via Pagan Federation  (website being rebuilt)

A Rite of Passing
The Druid Network

Books

Do I Have to Wear Black? Rituals, Customs & Funerary Etiquette for Modern Pagans
Mortellus
Paperback, February 2021

Death Rights and Rites: A Practical Guide to a Meaningful Death
by Judith Karen Fenley and Oberon Zell
Paperback, November 2020

The Pagan Book of Living and Dying
Starhawk, M. Macha Nightmare & The Reclaiming Collective.

Geplaatst in Web Wegwijzer | Getagged , , , , , | Reacties uitgeschakeld voor Webwegwijzer – Samhain 2022

Recensie: Op reis met de Tarot

Op reis met de Tarot
Corrie van Hese Balten
A3Boeken, ISBN: 978 94 91557 65 1. € 22,50

Op reis met de tarot gaat uit van de Rider Waite Tarot van Arthur Edward Waite en Pamela Colman Smith. Als Rozenkruiser en lid van de Hermetic Order of the Golden Dawn waren beiden ingewijd in de (hermetische) kennis van oude culturen en mysteriën. Corrie van Hese Balten heeft zich decennia verdiept in die oude kennis en deelt deze in dit boek. Zij duidt de kaarten onder meer naar symboliek, numerologie, de elementen, licht en schaduw. Ze gaat in op de universele wijsheid per kaart en laat die volgen door een persoonlijke bespiegeling. Voorts biedt ze per kaart een visualisatie (grote arcana) en een oefening (beide arcana’s), die je inspireren en uitnodigen om buiten je comfortzone de diepte in te duiken. Om je spirituele kracht en natuurlijke gaven te herwinnen. Om jezelf te helen, te transformeren en te versterken. Om je angsten te doorzien en obstakels die je tegenhouden je unieke licht te schijnen, te begrijpen. Om je pijn in kracht te transformeren en te ontdekken hoeveel wijsheid je zelf al in pacht hebt.

Met Op reis met de tarot overstijgt Corrie van Hese Balten het reguliere tarothandboek. Het leest op onderdelen als een spirituele ontdekkingsreis, het is ook een werkboek en kan zelfs op zichzelf als orakelboek worden gebruikt.

Recensie: Serotia Vors

Inspirerende uitleg en nieuwe inzichten!

Na een korte inleiding en uitleg over hoe een tarotdeck in elkaar steekt, en hoe je ze kan bestuderen en benaderen, neemt Corrie je inderdaad mee op reis door de tarot. Het gaat mij nu te ver om uitleg te geven wat een tarotdeck is en wat voor kaarten erin zitten, daar zijn ook zat andere boeken over.

Het vorige boek van Corrie, Arcana, de geheimen van het leven, was eigenlijk een reis door haar leven, en hoe zij de tarotkaarten identificeerde met perioden uit haar leven, en waarbij dus niet alle 78 kaarten omschreven werden.
Ik persoonlijk ben dus erg blij dat ze nu een echt tarotboek heeft geschreven waarbij zowel de grote als kleine arcanakaarten allemaal beschreven worden op haar eigen manier. Die eigen manier maakt dit boek ook interessant, en anders dan andere tarotboeken, waar je vaak hetzelfde verhaal steeds leest.

Corrie begint uitgebreid met de grote arcana, en vertelt over de kaart zelf, maar ook over de symboliek die erop staat, zo leer je die symboliek begrijpen en zien. Ze gaat uit van het Rider-Waitedeck gemaakt door A. Waite met de tekeningen gemaakt door P. Smith.

Ze benadert de kaarten ook vanuit een licht-donker-perspectief en geeft je een reflectie in de vorm van vragen. En bij iedere grote arcanakaart staan een visualisatie en een oefening. Zo leer je te werken met deze kaart en er op een andere manier naar te kijken.

Bij de kleine arcanakaarten zit een uitgebreide omschrijving per element en een kortere omschrijving per kaart, maar wel weer een bijbehorende oefening. Zo ook voor de hofkaarten. Aan het eind van het boek legt ze de getallen in de tarot uit, want numerologie is een belangrijk aspect in een deck.

Zelf ben ik al meer dan 40 jaar bezig met tarot en ik word er blij van als ik dan toch weer een boek in handen krijg waar een nieuwe inspirerende manier van uitleg en inzichten in staan.

Wederom de moeite waard dus!

Geplaatst in Boeken, Recensies | Getagged , , | Reacties uitgeschakeld voor Recensie: Op reis met de Tarot

Recensie: Jaarwerkboek – In het Licht van de Maan

Jaarwerkboek – In het Licht van de Maan
Petra Stam
A3Boeken, ISBN: 978 94 91557 69 9. € 15,00

Dit werkboek nodigt je uit om dertien manen lang bij te houden welke ervaringen je hebt tijdens de nieuwe en volle manen, wat je droomt, wat je doet, welke Maankaart je trekt of welk advies je krijgt, en wat hierbij je gedachten en gevoelens zijn. Tevens is er aan het eind van elke maanperiode ruimte om te reflecteren. Zo breng je in kaart wat jouw onderbewuste je te vertellen heeft. Hierdoor kun je keuzes maken die jouw leven meer in overeenstemming brengen met wat je in je hart wilt.

Recensie: Serotia Vors

Beleef magische Maanavonden!

Het Jaarwerkboek van Petra Stam is bedoeld om een heel jaar lang, alle nieuwe en volle maanfases bewust te beleven. Iedere maan heeft een korte duidelijk omschrijving en geeft aan waar het om gaat.

Petra heeft haar eigen benamingen voor de manen, en indeling qua tijdsbepalingen. Persoonlijk maakt het mij niet veel uit hoe de naam is, tenslotte is het de datum en het tijdstip waar het om draait in de maanfases.
Bij iedere maan staat een prachtige mandala die je zou kunnen inkleuren in de tinten die passen bij de tijd van het jaar.
Daarnaast is het dus echt een werkboek en wordt het een verzameling van jouw ervaringen en belevingen.

Iedere maan heeft ruimte in het boek om jouw ervaringen erbij te schrijven, van bijv. een meditatie, of de energie die bij je bij deze maan voelt, de dromen in deze periode, activiteiten, of de maankaart die je erbij getrokken hebt. En dat dus voor de nieuwe maan en de volle maan van een maancyclus. Dit om ook het verschil in energie tussen nieuwe/donkere en volle maan te ervaren.
Je kan er al je aantekeningen in kwijt, en krijgt zo een waardevol werkboek, volgeschreven met jouw belevenissen, tekeningen, uitleg van kaarten etc. Maak er een compleet mooi maan-journal van, op jouw manier.

Het mooie is dat je een rode draad gaat herkennen in de manier hoe je je voelt en gedraagt gedurende deze maancyclussen, maar ook door de seizoenen heen. En misschien haal je op deze manier de sterke en zwakkere dagen er ook uit.
Zelf vond ik het in de tijd dat ik menstrueerde erg waardevol om mijn eigen cyclus eens tegen die van de maancyclus te houden en te vergelijken. Hoe voelde ik mijzelf met volle maan en hoe met nieuwe maan? Kom je er bijv. achter dat je met de volle maan minder lekker in je vel zit, dan moet je belangrijke gebeurtenissen niet rond volle maan plannen, of vakanties dan maar even een weekje verschuiven. Of visa versa met nieuwe maan.

Pak het volgend jaar er weer eens bij, en is er verandering in jouw beleving gekomen?Kortom een waardevol iets om jezelf op deze manier, met dit handvat, eens onder de loep te nemen, en jouw innerlijke wereld wat beter te leren kennen.

Je kan het handboek “In het licht van de Maan” erbij aanschaffen, voor meer informatie, tips, tarotleggingen, wieroken, verhalen, maar het is niet noodzakelijk om met het werkboek te kunnen werken. Idem geldt voor het kaartendeck “De Maan”, want je kan elk willekeurig tarotdeck of orakel gebruiken om een kaart te trekken. Leuk is het wel om deze waardevolle drie-eenheid samen te gebruiken, omdat alles zo mooi op elkaar aansluit.

 

Geplaatst in Boeken, Recensies | Getagged , , | Reacties uitgeschakeld voor Recensie: Jaarwerkboek – In het Licht van de Maan

Recensie: Senang met de stille kracht

 

Senang met de Stille Kracht: Ivonne Kreule Stichting Aliran, 368 p.

€ 47,95   LET OP: niet te koop online via Amazon of Bol. Bestellen via Stichting Aliran en/of Ivonne. Zij is hier ook te vinden: 
Online inzage
Facebookgroep

Kortingscode, voor WRO Lezers: Wil je het boek bestellen zonder verzendkosten? Stuur een mailtje naar Morgana –  om de kortingscode te ontvangen. Geldig tm 31 dec 2022.

Dit kleurrijke ‘hardcover’ boek van Stichting Aliran telt maar liefst  368 pagina’s. Het  is voorzien van vele illustraties en staat boordevol informatie. Het weegt maar liefst 1.5 kilo en de productie/vormgeving is duidelijk het werk van Ivonne zelf. Kudos!

 

Het boek is tweeledig. Enerzijds biedt het een naslagwerk over Javaans cultureel erfgoed. Elk hoofdstuk bevat vijf pagina’s aan achtergrondinformatie bij een thema. Deze zijn allemaal gerelateerd aan tradities en technieken van de helende Stille Kracht. Deze achtergrondinformatie is gebaseerd op zowel geraadpleegde bronnen als op de zienswijze van Stichting Aliran.

‘SENANG met de Stille Kracht’ is anderzijds ook bedoeld als een zelfhulpboek. Met de verzameling tradities en technieken van de Stille Kracht voor balans, biedt dit boek vele handvatten voor persoonlijke ontwikkeling. Elk hoofdstuk bevat daarom naast de achtergrondinformatie ook vijf pagina’s aan toepassingen’.

Praktische oefeningen en  inspirerende rituelen laten je kennismaken met 33 Javaanse tradities. Deze zijn er op gericht je innerlijke kracht te versterken en senang (blij, gelukkig, comfortabel) te zijn met de Stille Kracht.

(Presentatie op 4 september 2022 – photo Morgana)

Ik heb contact gehad met Ivonne en Rich Eduard (Stichting Aliran) voor enkele jaren nu en in 2019 nam deel in de reis ‘ Travel to Tradition’. Ik heb hun manier van werken van dichtbij meegemaakt en zie dit boek als een kroon op hun werk.

Ik zou iedereen aanbevelen om niet alleen ‘Senang’ als boek te bestellen, maar ook de orakeldeck. Samen vormen ze een geheel. Met de meditaties en oefeningen maak je een bijzondere reis.

Ik heb zoveel van Rich Eduard & Ivonne geleerd. Dit boek is een absoluut ‘must’ voor iedereen die een hart voor Javanese mystiek heeft en wil concreet aan de slag.

(Ivonne aan het signeren, op 4 september – photo Morgana)

Als een persoonlijke kanttekening ben ik echt veel dank verschuldigd aan Rich Eduard en Ivonne voor hun hulp bij het begeleiden van een kleine groep van ons op de ‘Reis naar Traditie/ Travel to Tradition’ – november 2019. Het was heel bijzonder! Ivonne’s boek – ook met medewerking van Rich – is een tastbare herinnering.

Voor een uitgebreid verslag zie ook mijn artikel ‘Gerald Gardner and Indonesian influences’

Leuk om te vermelden is dat de de cover van ‘Senang’ is te danken aan een fantastische foto van Meine Pit, genomen tijdens onze reis in 2019.

Semoga sukses untuk semua!

 

 

 

 

 

 

 

 

Geplaatst in Boeken, Recensies | Getagged , , , , , | Reacties uitgeschakeld voor Recensie: Senang met de stille kracht

Zonnebloemen en zonnebomen

Er zijn zowel tuinplanten als wilde planten die worden geassocieerd met de zon, vaak omdat de bloem eruitziet zoals wij de zon tekenen: rond met een stralenkrans. Maar ook bomen kunnen ‘solair’ van karakter zijn.

Bloemen en planten die aan de zon zijn gewijd, kunnen we in drie categorieën onderscheiden:

  • bloemen die lijken op de zon, of hoe wij die ons voorstellen
  • bloemen die alleen in de zon opengaan of alleen overdag open zijn
  • graan: de eetbare grassoorten die rond 1 augustus geoogst worden.

Zonnebloemen

Als eerste moet de zonnebloem genoemd worden, Helianthus annuus. Deze kan zo’n drie meter hoog worden, met een bloemscherm van zo’n 30 cm doorsnee. Zolang de bloem nog niet open is, draait de knop elke dag mee met de zon. Je kunt wedstrijden houden wie de hoogste zonnebloem heeft gekweekt (het Jeugdjournaal doet dat dit jaar) maar de bloem wordt ook grootschalig gekweekt voor de olie. Zonnebloemolie ja, uit Frankrijk of Oekraïne bijvoorbeeld.

Photo by todd kent on Unsplash

Het geslacht Doronicum heeft als Nederlandse naam ‘Voorjaarszonnebloem’. Hoewel veel kleiner dan de zonnebloem, is de naam duidelijk zodra je de bloem ziet: kleine gele harten met gele lintbloemen eromheen. Hij bloeit inderdaad wat vroeger in het jaar. Net als de zonnebloem behoren de doronicums tot de familie van de composieten, oftewel de samengesteldbloemigen. En ook de goudsbloem, Calendula officinalis, kun je beschouwen als een bloem van de zon, met zijn oranje (en soms gele) bloemen.

Samengesteldbloemigen

Tot de familie van de composieten of samengesteldbloemigen horen bloemen die eigenlijk uit allemaal losse bloemetjes bestaan, die in bloemhoofdjes bij elkaar staan. Klinkt ingewikkeld, maar kijk eens naar een madeliefje of margriet, dan is het gele hart het bloemhoofd (met buisbloemetjes) en de witte rand eromheen bestaat uit lintbloemen. Allemaal afzonderlijke bloemetjes met een eigen stampertje en meeldraad. De paardenbloem behoort ook tot deze familie, en als die is uitgebloeid zijn al die bloemetjes uitgegroeid tot zaadjes met een pluisje: die hele pluizenbol waarvan de ‘parapluutjes’ wegvliegen door de wind of als je ertegen blaast. De gele paardenbloem lijkt al op de zon, net als veel familie van deze plant: biggenkruid, leeuwentand, kruiskruidsoorten (hoewel klein kruiskruid, met alleen buisbloemen, nauwelijks opvalt), muizenoor, gele ganzenbloem, enzovoorts. Een aparte vermelding verdient de gele morgenster, waarvan de bloemen inderdaad alleen in de ochtend bloeien. De eerste morgensterren van het jaar (en van een plant) zijn groter dan de bloemen die zich later ontwikkelen, en meer concurrentie ondervinden, maar de pluizen zijn steeds groot en fraai. Die van de

Slaapmutsje

Een nieuwkomer uit Noord-Amerika is de goudpapaver, Eschscholzia californica, in het Engels ‘Californian poppy’ (Californische klaproos). Het slaapmutsje verwijst naar de lichtgroene ‘puntmuts’ die de kroonbladen beschut als de plant nog niet open is. Het mutsje schuift af als de plant zich opent en de oranjegele bloem zichtbaar wordt.

Dagschone

De driekleurige winde, Convolvulus tricolor, wordt ook wel ‘dagschone’ genoemd. De bloemen gaan ’s morgens open en zijn alleen overdag zichtbaar. De buitenrand van de kelkvormige bloem is violetblauw, het hart is geel en daartussen is de bloem wit. Volgens Planten en hun legenden van Jurrie Meulenhoff en Sophieke Nijhuis bevat het zaad geringe hoeveelheden LSD-achtige stoffen. “Daarom vermoedt men dat het een bestanddeel was van kukeon (Gr. = mengsel, namelijk van kaas, gerst en wijn, soms met honing). Dat werd gedronken bij de inwijding in de Eleusische mysteriën (ca. 2000 v.C.), in geheimzinnigheid gehulde plechtigheden ter ere van Demeter en Persephone.”

Het boek is een uitgave van het Nederlands Openluchtmuseum (2012) en een van de hoofdstukken is gewijd aan ‘zonnewijzerplanten’ die elk op andere tijdstippen opengaan en waaraan je dus zou kunnen aflezen hoe laat het is.

Graan

De Romeinse godin Ceres wordt wel afgebeeld met korenhalmen in haar handen. Zij is dan ook de graan- en oogstgodin rondom Rome, zoals Demeter dat is in Griekenland. Mogelijk was Tanfana ook een oogstgodin, in het Germaanse gebied. Koren is een algemene term voor graan dat voor voedsel wordt verbouwd. Het kan gaan om tarwe, rogge of gerst, dat zijn eetbare grassoorten. De bloeiwijze bij koren is meestal een aar (korenaar). Haver hoort ook bij de grassen, maar wordt niet beschouwd als koren.

Nomadische volkeren verzamelden al graankorrels van wilde grassen en zo’n 7000 jaar geleden werd al gerst verbouwd in Azië, en 4000 tot 5000 jaar geleden in Europa. Er werd pap van gemaakt, maar ook koeken en platte broden. In de Karolingische tijd (ca. 800 n.C.) was brood nog niet het belangrijkste voedingsmiddel.

De Romeinen hadden echter al wel het Cerealia-feest voor Ceres, die ook wel met een krans van korenaren werd afgebeeld, en/of met een fakkel en een mand bloemen of vruchten.
Oogstfeesten werden ook in de Middeleeuwen en daarna gevierd als de oogst van rogge of tarwe binnen was gehaald, eind juli of half augustus. De eerste schoof werd met ceremonieel gesneden, en de laatste schoof bleef op het veld staan en kreeg een speciale naam (en werd in Eibergen, nog in het begin van de twintigste eeuw, aangekleed als een vrouw).

Solar-bomen

Maja Kooistra schreef een aantal boeken over bomen, plus het hoofdstuk ‘Bomen en welzijn’ in de bundel Bomen een mensen, een oeroude relatie. Zij ontdekte dat er bomen zijn die makkelijker naar buiten treden en bomen die meer in zichzelf gekeerd zijn. De extraverte bomen bleken van daglicht en zon te houden, en hebben overdag de grootste uitstraling. Typische ‘solar-bomen’ zijn bijvoorbeeld de walnoot, grove den, zomereik, es, haagbeuk en paardekastanje: deze soorten scoren boven de 80 solar (minder dan 20% lunar) op een schaal van 100% solar tot 100% lunar. Solar-bomen houden van licht en groeien grilliger om hier zoveel mogelijk van op te vangen. Er is meer te zeggen over solar en lunar bomen maar hier houden we het kort.

Geplaatst in Artikelen | Getagged , , , | Reacties uitgeschakeld voor Zonnebloemen en zonnebomen

Lammas of Lughnasadh?

Hoe heet dat feest op de jaarlijkse kalender van wicca dat begin augustus wordt gevierd? Zowel het woord ‘Lammas’ als ‘Lughnasadh’ wordt gebruikt. Waar komen beide woorden vandaan?

Jaarkalender

Lughnasadh was een van de vier belangrijkste feesten van de middeleeuwse Keltische kalender: Imbolc begin februari, Beltane op de eerste mei, Lughnasadh in augustus en Samhain in oktober. Lughnasadh markeerde het begin van het oogstseizoen en het rijpen van de eerste vruchten, en was vanouds een tijd waarin de gemeenschap bijeenkwam, van marktfeesten, paardenraces en ontmoetingen met verre familie en vrienden.

Lughnasadh

Lughnadash, Lugnasa of Lughnasa (in nieuw-Iers: Lúnasa) is het feest van de god Lugh (Lú, in de nieuwe spelling). Hij is een heel belangrijke godheid in de vroegmiddeleeuwse Ierse literatuur. Lughnasadh is daarmee het enige oude Ierse feest dat is genoemd naar een god. Waarom zijn naam is verbonden aan juist dit feest, weten we niet. Hij was niet de god van de oogst en niet de god van de zon.

Het woord Lughnasadh kan worden opgesplitst in ‘Lugh Nasadh’ en betekent dan in Middel- of Oud-Iers de vergadering van Lugh of de uitvaartbijeenkomst van Lugh. Het Lughnasadh-feest zou zijn begonnen door de god Lugh als een uitvaartfeest met competitie (atletiek en andere sportwedstrijden) om zijn (pleeg)moeder Tailtiu te herdenken. Zij was naar verluidt gestorven aan uitputting nadat ze de vlakten van Ierland had schoongemaakt om plaats te maken voor landbouw.

In het moderne Iers betekent Lunasa zowel de eerste augustus als de hele maand augustus.

Brón Trogain

Lughnasadh is wel een heel oude naam, al is die misschien net niet zo oud als de Ierse naam ‘Bron Trogain’ voor dit oogstfeest. Die naam komt voor in de Tochmarc Emire (’the wooing of Emer’, ofwel ‘het dingen naar de hand van Emer’). Dat is een van de verhalen in de Ulster-cyclus van de Ierse mythologie. Het gaat over de pogingen van de held Cú Chulainn om te trouwen met Emer, die in latere verhalen verschijnt als zijn vrouw, en zijn gevechtstraining bij de krijgsvrouw Scáthach. De Tochmarc dateert van de tiende eeuw, en mogelijk al uit de achtste eeuw.

Brón Trogain betekent zoiets als ‘het verdriet van de aarde’. Brón betekent verdriet, rouw, last of klaaglied. Trogain betekent niet alleen aarde en herfst, maar ook vrouwelijke raaf.

Lammas

In sommige Engelstalige landen in het noordelijk halfrond wordt 1 augustus Lammas Day genoemd, Lammasdag. Dat komt van het Angelsaksische ‘hlaf-mas’, ‘loaf-mass’ en is het ‘feest van het brood’. Ofwel het feest van de tarweoogst, het eerste oogstfeest in het jaar. Het was gebruik om op die dag een brood naar de kerk te brengen dat was gemaakt van (de eerste schoof van) de nieuwe oogst. Het brood werd gezegend en in het Angelsaksische Engeland kon het daarna ook worden gebruikt voor magie. Lammas werd ook ‘het feest van de eerste vruchten’ genoemd.

Het zou een groot oogstfeest zijn geweest in heel Europa, gewijd aan Ceres, Demeter en Juno Augusta, namen van godinnen die waakten over de rijpende oogst.

Bronnen en suggesties om verder te lezen

Irish-American Witchcraft: Brón Trogain – Lúnasa By Another Name (artikel van Morgan Daimler, 21 juli 2015)
Lughnasa – Festival of the Harvest, op de website ‘Irish Reconstructionist Polytheism’ van Morgan Daimler
Lughnasadh (New World Encyclopedia)
Lughnasadh (Wikipedia)
Lammas (Wikipedia)
Tochmarc Emire (Wikipedia).

Geplaatst in Artikelen | Getagged , , | Reacties uitgeschakeld voor Lammas of Lughnasadh?