Recensie: Germaans Heidendom, handboek voor blot en ritueel

Germaans Heidendom, handboek voor blot en ritueel
Frigga Asraaf
Het Rad, 328 p., 2024. ISBN 9789403765242. €29,-

‘Germaans Heidendom’ is, zoals de ondertitel al zegt, een ‘handboek voor blot en ritueel’ en dan met name voor offers en rituelen binnen stromingen als Asatru, Vanatru, de Noordse Traditie en, uiteraard, het Germaans heidendom.
Het boek begint dan ook met een uitleg van het Germaanse wereldbeeld, de boom Yggdrasil, de negen werelden en alle dwergen, alven, reuzen, godinnen, goden en andere geesten die daar wonen. Hierna worden de betekenis en het belang van rituelen uitgelegd en komt de vorm en uitvoering van rituelen uitgebreid aan bod. Hierna bestaat het grootste deel van het boek uit tientallen voorbeelden van rituelen voor verschillende gelegenheden zoals het eren van goden en geesten, het vieren van jaarfeesten en overgangsrituelen voor onder meer geboorte, huwelijk en overlijden.

Frigga Asraaf is al dertig jaar actief als priesteres binnen het Germaanse heidendom en een van de drijvende krachten achter de blotgroep ‘Het Rad’. Tevens is Frigga oprichtster van de internationale gebedskring ‘Vlam voor Vrede’ (Flame of Frith). Met al deze ervaring is het logisch dat ‘Germaans Heidendom’ een goed geschreven boek is met gedegen en bruikbare informatie over het schrijven, uitvoeren en begeleiden van rituelen. De meeste rituelen zijn geschreven als groepsritueel, maar eenvoudig aan te passen voor solitaire heidenen. Een boek dat weliswaar gericht is op het werken binnen de Germaanse traditie, maar dat ook nuttige informatie, bruikbare tips en veel inspiratie bevat voor rituelen in andere tradities zoals wicca en druïdisme. Dit alleen al maakt ‘Germaans Heidendom’ tot een aanrader.

Maar er is meer. Frigga is tevens een van de makers van de podcast ‘The Wyrd Thing’ over inclusiviteit en diversiteit binnen het heidendom. ‘Germaans Heidendom’ wil dan ook expliciet handreikingen bieden voor inclusievere rituelen waar rekening gehouden wordt met alle aspecten van de mensen die er aan deelnemen. Er wordt in het boek goed nagedacht over hoe ook heidenen met een beperking deel kunnen nemen en wat er nodig is om ook heidenen van kleur en/of uit de LHBTQIA+ gemeenschap zich welkom te laten voelen. Deze overdenkingen en tips voor inclusievere rituelen zijn uiteraard ook heel bruikbaar voor wicca’s, druïden en andere pagans. Dit is wat ‘Germaans Heidendom’ onderscheidt van andere boeken over rituelen en heel relevant maakt voor deze tijd.
Zo staan er voorbeelden in van rituelen die je in de meeste andere boeken tevergeefs zult zoeken maar die voor een groeiende groep pagans zeer waardevol zijn. Bijvoorbeeld een ritueel voor de LHBTQIA+ voorouders en een ritueel voor transmensen die in transitie gaan. Ook bij de ‘traditionele’ overgangsrituelen is veel aandacht voor de diversiteit die tegenwoordig (gelukkig) mogelijk is. Zo is het huwelijksritueel niet alleen geschikt voor een verbintenis tussen een man en een vrouw, maar ook tussen twee mannen, twee vrouwen en non-binaire mensen. En ook voor een verbintenis tussen meer dan twee personen. Uiteraard is er een ritueel voor het welkom heten en benamen van een pasgeboren kind, maar ook voor een adoptief kind. Er zijn afscheidsrituelen voor een overleden persoon, maar ook voor het einde van een zwangerschap door een miskraam of abortus. Allemaal zaken die ook binnen andere tradities dan het Germaans Heidendom voorkomen.

Binnen wicca en andere vormen van hekserij is polariteit tussen godin-god en vrouw-man erg belangrijk, maar een groeiende groep mensen ervaart deze polariteit in zichzelf niet, minder of anders. Voor non-binaire personen en transmensen kunnen rituelen waarin man-vrouw-polariteit een sterk element is niet goed aanvoelen. En de nadruk op vruchtbaarheid in de klassieke zin speelt voor LHBTQIA+ wellicht ook wat minder. ‘Germaans Heidendom’ biedt relevante stof om over dit soort onderwerpen na te denken en ze bespreekbaar te maken in covens en rituele groepen. Hiervoor hoeft niet het hele Boek der Schaduwen herschreven te worden want zoals Frigga laat zien zijn kleine aanpassingen vaak al voldoende om een ritueel inclusiever te maken.

Kortom, er zijn meerdere boeken over rituelen in verschillende paganistische tradities, maar de nadrukkelijke aandacht voor inclusiviteit en diversiteit maakt ‘Germaans Heidendom’ tot een onmisbaar boek voor elke heiden of pagan die zijn/haar/hen rituelen wil laten aansluiten bij de 21e eeuw.

Geplaatst in Boeken | Getagged , , , , | Reacties uitgeschakeld voor Recensie: Germaans Heidendom, handboek voor blot en ritueel

Review: A Year of Sacred Trees

A Year of Sacred Trees: Working With the Wisdom of Tree Spirits Throughout the Year
Ariadne Rainbird
Independently published (November 22, 2024)

Paperback, 168 pages. ISBN ‎ 979-8339302223
Available via Amazon: Kindle $9,99 or paperback $29.80 or hardback $35.18
Beschikbaar ook via bol.com (voor de Nederlandse markt): € 25,74

Hot on the heels of Ariadne’s book To all the blessed gods (see the link to the review below) comes her newest book, A Year of Sacred Trees. She describes it as: “A practical guide on how to tune in with the sacred energies of trees and work with tree spirits each month of the year”.

Yes… it is just that… however, attention is also given to The Tree Calendar and Lunar Months. Ariadne describes the system she has utilised to calculate the extra, or intercalary, month every 3 years or so. Interestingly she “first came across the Tree Calendar in the early 1980’s through the work of Kentish wandmaker and Master Elfin Craftsman Dusty Miller XIII”.  She notes too that he “also followed a lunar calendar using the country folklore names of the full moons”. Merlin also knew Dusty Miller in the same period and had similar experiences of finding the names of the full moons. In the overview of the ‘English Folk Names of Full Moon’ she mentions – in the same order – all the full moon names Merlin designated to the ‘Silver Circle Moon Calendar’ – the only one ‘missing’ is Tree Moon which occurs usually in November, which is ironic in a system which connects to Trees. (Ariadne references the SC Moon Calendar, see below).

The other influence Ariadne drew heavily on at first was the ‘Tree Calendar’ invented by poet Robert Graves. However to get back to the Sacred Trees… Ariadne writes:

Trees are vital to life on Earth, providing many benefits to the environment, wildlife and humans. Trees clean the air and allow us to breathe, keeping the atmosphere rich in oxygen and filtering pollutants from the air and improving our immunity. Trees protect against floods and water pollution and are essential for the water cycle and combating climate change. Some trees fix nitrogen into the soil making the soil fertile for other plants to grow, or protect riverbanks from collapse. Many trees live to a great age and have witnessed much in their long lives. Trees give us food, shelter, warmth, tools, furniture and many practical objects, cool our streets and cities, and give ease of mind during stressful times and are beneficial to our mental health. Yet we often take trees for granted, making use of them but not stopping to thank them or to ask their permission to use their gifts.

This is a book about Working With the Wisdom of Tree Spirits Throughout the Year. Chapters 2 to 18 are devoted to various trees – most of them also found in the Tree Calendar. The Rose, Apple, Bramble and Blackthorn are not included in the Graves Calendar but are important in other traditions. Prayers and meditations are given for each tree, and practical exercises for working with tree spirits and developing relationship with trees are given.

(Bramble/Blackberry Spirit Prayer Card)

 

 

(Hawthorn Tree Spirit Prayer Card)

Each chapter is accompanied by full-colour illustrations of paintings or photographs made by Ariadne. Some of the paintings have been made into ‘Spirit Prayer Cards’. The front cover is the painting of IVY.

Chapter 19 is concerned with ‘Working with Tree Spirits’ honouring them and cooperating with them ‘so that we may develop a relationship of cooperation rather than exploitation’.

In Appendix One & Two attention is given to Divinatory Key Words with an extensive overview. In Making Flower Essences Ariadne gives a general overview of how to make them.

This is a workbook intended to be used throughout the year. It can help us to write our own full moon rituals using the folklore mainly of The British Isles and Western Europe. Ariadne lives in Wales and is proud of her Welsh heritage. She has included a number of Welsh names of trees and full moons too. 😊

This book is highly recommended especially for people working and performing rituals outside.

References:

See also the review: All the blessed gods-an anthology of the living orphic tradition

Ariadne also references the SC Moon Calendar, see the article The Silver Circle Moon Calendar by Merlin

See Ariadnes Web Creations with a number of the ‘Tree -paintings-as cards’
See the Bramble/Blackberry Spirit Prayer Card, and (Hawthorn Tree Spirit Prayer Card) for example.

Geplaatst in Boeken, English articles, Recensies | Getagged , , , , , | Reacties uitgeschakeld voor Review: A Year of Sacred Trees

Review: Witchcraft: A Graphic History

Witchcraft, a Graphic History: Stories of Wise Women, Healers and Magic
Lindsay Squire (text) and Lisa Salsi (illustrations)
Leaping Hare Press,
Quarto Publishing PLC, 2024.
128 p. ISBN 9780711295254. € 23.99 £ 14.99 (e-book ISBN 9780711295261).

Looking for a specific title in the ‘fantasy’ section of the local bookshop, next to the ‘young adult’ section, I happened to find this book on Witchcraft. I liked the cover picture but somehow missed the word ‘graphic’ in the title. In stead of a text book, with stories, this turned out to be mainly a ‘comic book’. Not in the sense of ‘comic / comical’, but a graphic novel. That was a surprise, but still the content looked very interesting.

The word ‘stories’, plural, seems out of place, since the book mainly tells the history of Biddy Early. She was a traditional Irish witch, wise woman, herbalist et cetera in the nineteenth century in Ireland. She was accused of witchcraft and brought to trial, but was released, due to insufficient evidence. She kept practising until her death in 1874 (she was born in 1798).

Lindsay Squire first tells the history of Biddy Early and how it inspired her. The story of Biddy’s life is a little dramatized, but it is in essence true. The only fictional part is the introduction of an apprentice, based on a younger version of Lindsay Squire herself. She asks questions so that Biddy can explain it not only to the pupil, but also to the reader. Inserted are also extra pages in between and at the end of each chapter, adding what probably counts as the other stories. On these pages you’ll find types of witches; an brief explanation of modern day witchcraft and magic throughout history; famous figures in the history of witchcraft; myhical creatures; herbs and potions; magical techniques and tools; the history and background of the witch hunts; et cetera. Also illustrated, but in a style that differs from the ‘comic’ (with panels and speech balloons) that is the main story.

I’ve been wondering who the targeted audience is for this graphic history. Probably people much younger than I, and the sweet depiction of the characters, plus the introduction of the apprentice, suggest young women, or maybe even girls in the age of the pupil. The clue is clearly written on the back cover of the book: “With expert insights from iconic Instagram witch ‘The Witch of the Forest’…” (Lindsay). So Lindsay Squire is famous on / from Instagram, a platform for photo and video sharing – so visual content, which explains the graphic form – and Tumblr. And her bestselling books may be the source followers of her get their knowledge of witchcraft and magick from. Well, as such it is certainly not a bad book. Maybe not 100% correct on all accounts, but which book ever is? It does explain how witch hunts can develop, and how hearsay can grow into a story over which you do not have control anymore. And how, in this case, the story ends well.

I would hope that the Instagram audience finds their way to Wiccan sources, if that is the path that suits them best, in the same way I found this book: browsing for something else. It would be a shame when separate worlds exist next to each other, and ‘never the twain shall meet’. Or maybe I’m just an old dinosaur, and other Wiccans do use Instagram, and I need not worry.

Geplaatst in Boeken, English articles | Getagged , , | Reacties uitgeschakeld voor Review: Witchcraft: A Graphic History

Review: The Tarot of Marsilio

The Tarot of Marsilio: An inquiry into the origins of the Tarot de Marseille. Volume 1 – Down Here|
Christophe Poncet

London: Scarlet Imprint, 2024, 208 p. ISBN 978-1-912316-70-0 (cloth)
Illustrated throughout in colour. Issued in 2 editions – fine/standard hardback

 

Introduction

The ‘Tarot of Marsilio: An inquiry into the origins of the Tarot de Marseille. Volume 1 – Down Here’ (or ‘TofM Vol 1’) sets a new benchmark in the iconographic and iconological study of the historical tarot; and in doing so, decisively revises both the developmental history and significance of the cards. As we have come to expect from Scarlet Imprint, the production values realised in this work are of the highest order; enjoying a level of design and colour illustration that make it a work of elegance and enduring beauty.

Readers need to be aware that this opus possesses a larger structure; for whereas Volume 1 – somewhat whimsically sub-titled ‘Down Here’ – examines just eight of the trump cards (the Chariot, the Devil, the Lovers, Strength, the Hermit, the House of God, Arcanum XIII and the Fool); the reader will have to wait for Volumes 2 and 3 (respectively sub-titled ‘Higher’ and ‘Three Times Seven’) in order to encompass the full scale and grandeur of Poncet’s project. The upshot is that the present review is limited to volume one; and the reviewer is therefore unable to encompass Poncet’s larger project.

That said, and based upon my reading of Volume 1, I am confident that this opus is destined to be one of the seminal works of modern tarot scholarship; and to be an essential addition to the library of all who are interested in the origins, history, iconography and iconology of the historical tarot.

Along with our previous joint work (Two Esoteric Tarots)[1] and my earlier work (The Game of Saturn);[2] the combined weight of Poncet’s present research surely, and decisively, tips the balance and relegates Dummett’s views concerning the absence of any deeper significance to the tarot before the 19th century to the dustbin of discarded ideas.

The TofM Vol 1 analyses the iconographic and iconological provenance of the Tarot de Marseilles (TdM) tradition of tarot cards; a distinct pattern of iconography that provides the template for most subsequent, iconologically significant (rather than merely decorative) tarot decks. To be clear, by ‘iconography’ I mean ‘visual language’ (that’s to say, a series of thematically related images); and by ‘iconology’, the significance or meaning of that imagery; in other words, what the language – the iconography – is attempting to convey.

Poncet’s analysis is based on the 1760 Nicolas Conver Tarot de Marseilles (TdM). His main thesis is that details evident in this specific recension of the TdM can only be explained by reference to Marsilio Ficino’s larger project of recovering the Hellenistic theurgical and spiritual inheritance (as found in Ficino’s translations of Plato’s dialogues, the Hermetica and late-Platonic (or ‘Neoplatonic’) texts and commentaries on Plato’s ideas). The conclusion of Poncet’s highly detailed and well-illustrated argument is that the 18th century Conver TdM’s iconographic and iconological provenance can be traced to the latter half of the 15th century; and more specifically to Marsilio Ficino’s ‘Neoplatonic’ circle (the so-called ‘Platonic Academy’) in Florence.

We may feel inclined, at this early stage, to interject that if there is, indeed, evidence of Platonising content in the Conver TdM; it could just as easily have been introduced when the cards were designed in the 18th century. Poncet’s analysis, however, is far more nuanced and more searching to permit such easy rationalisations. However, we need to follow the course of his argument, developed over the course of many years, as it reveals, layer upon layer, the hidden gold of his discovery.

Poncet’s Argument

Summarising Poncet’s detailed, and well-documented arguments, I adduce the following essential points: Firstly, that certain specific details peculiar to the Conver TdM – for example, those appearing on the trump called the Chariot – are uniquely attributable to the writings of Marsilio Ficino. Secondly, that the Conver’s figural designs for the Cardinal Virtues can be demonstrated as having been derived from the work of one of the most renowned Renaissance artists, Sandro Botticelli (1445-1510). (Botticelli did, indeed, enjoy close intellectual and spiritual ties to Marsilio Ficino and Florence’s esoteric Neoplatonic circle; and his major works, most notably, perhaps, the Primavera but including The Birth of Venus, are imbued with the spirit of Neoplatonism). The critical point, however, is that the original, demonstrable source of the TdM designs of the Cardinal Virtues are not only by the hand of Botticelli, but were buried long before the Conver TdM was designed; they could not, therefore, have found their way into the cards other than by transmission from the fifteenth century. Botticelli’s originals – that confirm his designs are the basis for the TdM – were not recovered until the 1930s.

Within the limits of a review such as this, it is impossible to do more than provide an overview of the full scope and detail of Poncet’s scholarship (which is profound). Nevertheless, we can at least outline the main thrust of his research in one or two areas. To appreciate the full force of his arguments, however, it is necessary to be able to situate them in their historical context – the Neoplatonic circles that emerged in 15th-century Italy.

The Neoplatonic Circles & Performativity

“All the Greeks’ theology is the offspring of the Orphic mystical doctrine”  Proclus. Platonic Theology, 1.6.

Neoplatonism was a school of esoteric thought and practice that arose in and around the third century CE; and which developed a disciplinary regime for achieving spiritual development leading to henosis, or mystical union, with the Hellenic gods. This tradition was itself developed from archaic practices and ideas best described as ‘generically Orphic’; by which I mean such ideas as: the immortality of the soul; metempsychosis; the providential outreach of the gods and the salvific value of theurgic rites.

These principles already formed a significant thread in Plato’s Dialogues; and evolved to become a significant element in subsequent Hellenistic spiritual culture. Understood as constituting a primordial theological tradition (or prisca theologia, an idea inherited from Proclus in the 5th century CE)[3] they were transmitted to the courts of Italy by scholars – such as Giovanni Aurispa and Guarino da Verona – returning from having studied with Hellenistic scholars in Constantinople during the opening decades of the 15th century. These traditions were further vivified by lectures on the superiority of Plato to Aristotle delivered by the Byzantine imperial advisor, George Gemistus[4] (aka Plethon,) – a Platonic expert and practising Hellenist – in Ferrara, Florence and, possibly, other cities, starting in 1438;[5] and supplemented by clearly heretical materials: a complete system of Hellenistic liturgical practice (the Laws); a Saturnian metaphysical framework derived from the Olympian mythos (Summary of the Doctrines of Zoroaster and Plato); and, based on the iconography of the Sola-Busca, instructions on the ritual practice of theurgy.[6]

It was these fundamental beliefs and their related practices that later scholars, such as Marsilio Ficino, sought to assimilate to Christianity; and hence re-align the West’s spiritual culture with what he saw as the world’s primoridal spiritual traditions. The ensuing course of events, however, effectively put a stop to this lofty scheme. The Church’s all too evident corruption triggered the breakaway movement known as the Reformation; and the violence associated with the Church’s reaction to this, the Counter-Reformation, put paid to any such hopes for the next two centuries; and indeed, arguably until the Peace of Westphalia and the Rosicrucian Enlightenment of the 17th century.

During the 15th century, however, various circles of scholars and artists, inspired by this Neoplatonic spiritual vision (that’s to say, essentially ‘Orphic’ spiritual vision), sought ways to bring it to life. In working to achieve this, and this appears to have generally escaped notice in recent scholarship, they adopted a decidedly performative, rather than merely scholarly, orientation to this endeavour. They were, pre-eminently, engaged in esoteric practices; and more specifically, the Hellenistic practice of theurgy.

Theurgy was a technique for invoking a spiritual entity or being into possessing a person or object; and hence of ‘divinising’ it. This technique, arising in the context of the mystery schools of antiquity, is usually associated with the Syrian Neoplatonist, Iamblichus; but it was also taught in the Neoplatonic School of Athens throughout the fifth century CE. The school’s students subsequently spread the practice throughout the Hellenistic oecumen and the evidence seems to suggest that it was transferred to the Italian city-states by the Hellenist and Byzantine imperial advisor George Gemistus (Plethon) during his sojourn there from 1438.

The diaries of Ficino’s student, and subsequent successor as head of the Florentine Neoplatonic circle, Francesco Diacetto, provide detailed instructions on the proper means of invoking the god Apollo (which include the liturgy, dress code, and the use of sympathetic substances).[7] Apollo was a highly significant deity in Ficino’s account of the four positive ‘manias’, or sources of divine inspiration (the prophetic, poetic, telestic and erotic) cited in Plato’s ‘Phaedrus’;[8] and the spiritual significance of incorporating them into the spiritual path, in order to encompass theurgic ascent, was first suggested by Iamblichus, evolved into the ‘Ladder of Virtues’ in the school of Athens; and subsequently found their place in a number of Ficino’s major works over the years.[9]

That this is so should come as no surprise. After all, we have overwhelming evidence for the near universal resort to magical practices – folk, goetic and astral – at every level of Renaissance society;[10] and never more so than amongst the clergy of Richard Kieckhefer’s ‘clerical underworld’.[11]  But whereas goetic sorcery had a somewhat equivocal status in the eyes of the religious authorities, and was in any case largely the preserve of the clergy; polytheistic Hellenistic practices were clearly beyond the pale. Given the watchfulness of the Church authorities, extreme caution needed to be exercised even when writing about these subjects. As a result, concrete evidence for actual theurgic practice is extremely difficult to come by (evidence concerning the ritual practices of Rome’s circle in the catacombs only emerged in the 19th century; and the Ferrarese penchant for theurgy was only revealed with the decoding of the Sola-Busca tarocchi in 2017).[12] To underline just how risky this behaviour was, the members of Rome’s Neoplatonic circle were arrested, tortured and imprisoned; and, based solely upon his writings, Ficino himself came under Papal suspicion, but was able to allay concerns.[13]

Another dimension of the Renaissance engagement with performativity arises in connection with Ficino’s reception of Proclus’ views concerning the dynamic role that imagery plays in connection with the faculty known as the phantasia – the creative imagination; a perspective that also challenges naive views on the supposed absence of a magical dimensions to the Neoplatonic circle’s active engagement with imagery generally, and with the tarot more specifically.

The Creative Imagination or Phantasia

Ficino’s extensive translations of, and commentaries on, Plato’s ideas – along with the card’s designs – signifies that the cards themselves formed an integral part of the academy’s larger pedagogical program; one in which the new Game of Tarot served multiple purposes: as a game; as an aide mémoire to Plato’s metaphysics; and as I previously outlined, it may well also – through the employment of the creative imagination or Phantasia – have provided an instrument for negotiating theurgic ascent. My guess is that much of this material may well be covered in the forthcoming volumes; and more especially, the final volume, which aspires to provide an encompassing account of the practical uses of Ficino’s design for the twenty-two trumps. So much for the historical background, and central thrust of this work; what about the evidence?

Botticelli, the Cardinal Virtues, Temperance and Justice

For me, at least, the pièce d’resistance in this process of unfolding revelation is Poncet’s treatment of the Temperance card. The discovery and subsequent decade long restoration of a series of frescoes depicting the Cardinal Virtues in the Esztergom Palace in Hungary led to a long-standing controversy concerning their attribution. The evidence marshalled by Poncet points, convincingly I believe, to the conclusion that not only were these works executed by the hand of Botticelli; but that one in particular is nearly identical to – and hence, potentially, the source of – the TdM Temperance card; an attribution that implicates Botticelli in the design of the TdM. Poncet enjoins a similar argument for the, badly eroded, fresco of Justice. Furthermore, Botticelli’s original designs – that we see so distinctly reflected in the design of the cards depicting the Cardinal Virtues – were ‘lost’ when the palace was destroyed and burned down in the series of wars between the 16th and 17th centuries; and were only rediscovered in the 1930s; so their unmistakeable influence upon the design of the Cardinal Virtues that grace the TdM cards could only have originated at an earlier date, that’s to say in the 15th century; which is, incidentally, when the trumps were first being designed and added to a standard deck of playing cards to form the first tarot pack.

Theurgic Ascent & the Chariot

In the case of the Chariot, the TdM’s imagery is shown to be a graphic (rather than thematic) evolution of several related artistic developments. Poncet’s treatment of the thematic issue, however, suddenly expands the context to reveal a deeper source of inspiration laying behind the TdM’s imagery; and as the text proceeds, unveils the profundity underpinning the card’s inspiration. As Poncet points out, Ficino’s commentary on Plato’s classic account of the ‘Chariot of the Soul’ introduces details not attested in Plato’s original text; but which demonstrably feature on the Chariot card. Once granted, Poncet’s meticulous marshalling of the iconographic evidence begins the process of tipping his thesis from the realm of the merely ‘possible’ towards the more than probable.

Conclusions

Poncet’s writing style is clear and uncluttered, the pace unhurried but always engaging. He probes and questions the imagery with reference to artistic parallels and textual sources in a way that is profoundly immersive. Each chapter commences with a narrative that reprises the twists and turns of Poncet’s inquiry – his observations, reactions, the questions that his careful scrutiny gave rise to and how he planned to proceed – so that we, the reader, are in effect invited inside the investigative process and engaged in the step by step process of interrogating the imagery; formulating questions; and then seeking to unravel, its complexities.

Card by card, Poncet meticulously takes us through the process by which he recovered the iconographic provenance of each card’s imagery based upon primary artistic materials; close observation of fine detail; and comparative historical and textual research. Poncet performs a virtuoso exercise in iconographic connoisseurship to create an evidential chain that convincingly explains – and hence allows us to re-contextualise and re-appraise – the origins of the TdM tradition. Poncet painstakingly demonstrates the organic growth of the TdM’s imagery from specific, well-attested artistic and literary sources; and provides a convincing historical context and timeline for this to be not only a possibility but a distinct and demonstrable probability. I cannot recommend this text enough to all tarot history enthusiasts; and I look forward to the release of the remaining volumes of this original, indeed ground-breaking, analysis of the TdM tradition.

by Peter Mark Adams

[1] Adams, P.M. & Poncet, C. (2023) Two Esoteric Tarots.

[2] Adams, P.M. (2017) The Game of Saturn: Decoding the Sola-Busca Tarocchi.

[3] Proclus. Platonic Theology. Book I, 5

[4] Gemistus. Appendix II Summary of the Doctrines of Zoroaster and Plato. In: Adams, P.M. (2017) The Game of Saturn: Decoding the Sola-Busca Tarocchi.

[5] Marsilio Ficino. Theologia Platonica.

[6] Adams, P.M. (2017) The Game of Saturn

[7] Walker, D.P. (1958). Spiritual and Demonic Magic from Ficino to Campanella: 32–33.

[8] Plato. Phaedrus. 244a-d.

[9] Hanegraaf, W. (2010) The Platonic Frenzies in Marsilio Ficino. In: Dijkstra, J., Kroesen, J. & Kuiper, Y. (eds.) Myths, Martyrs, and Modernity: Studies in the Hstory of Religions in Honour of Jan N. Bremmer.

[10] Duni, M. (2007). Under the Devil’s Spell: Witches, Sorcerers and the Inquisition in Renaissance Italy: 69–74.

[11] Kieckhefer, R. (2000). Magic in the Middle Ages.

[12] Adams, P.M. (2017) The Game of Saturn: Decoding the Sola-Busca Tarocchi.

[13] Kristeller, P.O. (1985) Marsilio Ficino and the Roman Curia. Humanistica Lovaniensia, Vol. 34A, Roma Humanistica Studia in honorem Revi adm. Dni Dni Iosaei Ruysschaert: 83-98.

See also: review Two Esoteric Tarots

 

Geplaatst in Boeken, English articles, Recensies | Getagged , , , | Reacties uitgeschakeld voor Review: The Tarot of Marsilio

Recensie: De heilige nachten

De heilige nachten. Door het donker naar het licht
Mirjam van Donselaar
A3 boeken, 2021, 142 p. ISBN 978-94-91557-46-0 (2e druk, 2024). € 24,50

Hoewel dit boek uitstekend is te lezen als leesboek, is het in opzet een werkboek. De heilige nachten spelen zich af in de donkerste tijd van het jaar, eind december tot begin januari. Wie zich in die periode wil bezinnen op haar (of zijn) eigen leven, en een (hernieuwde) verbinding wil maken met de geestelijke wereld, de natuur en met de voorouders, heeft met dit boek een gids in handen om elke avond stil te staan bij een aspect daarvan.

Mirjam van Donselaar combineert haar kennis en ervaringen op het gebied van heidendom, sjamanisme en haar opleiding tot rouwvrouw met haar ervaringen en expertise als toegepast psycholoog. Zo leerde ze hoe ze praktisch bezig kon zijn met sjamanisme en de seizoenen en hoe ze rituelen en ceremonies kon vormgeven en uitvoeren. En ze blijkt heel goed in staat om haar kennis over te dragen aan de lezer, die daardoor zelf aan de slag kan. Per nacht, te beginnen op de avond van 20 of 24 december, krijg je een hoofdstuk vol informatie, suggesties voor een speciale plek en hoe die in te richten, een meditatie, en rituele vormen waardoor je je kunt verbinden met je eigen ziel, met je voorouders, en met het geestelijke of goddelijke. En suggesties voor meditatie en rookrituelen, recepten, poëzie en nog veel meer gedegen informatie, en veel mooie foto’s.

Het boek is ingedeeld in hoofdstukken per heilige nacht, voorafgegaan door een inleiding en gevolgd door een nawoord en een uitgebreide bronnenlijst. De thema’s per nacht zijn deze:
1e Heilige Nacht: Moedernacht en de Weihnachtsgast
2e Heilige Nacht: Naar binnen keren
3e Heilige Nacht: Wortels
4e Heilige Nacht: Verbinden met je ziel
5e Heilige Nacht: Berijden van het paard
6e Heilige Nacht: Van hoofd, naar buik, naar hart
7e Heilige Nacht: Zielenweg
8e Heilige Nacht: Het kosmische web
9e Heilige Nacht: Onvoorwaardelijke liefde
10e Heilige Nacht: Zijn
11e Heilige Nacht: Overvloed
De laatste Heilige Nacht: Wedergeboorte.

Mijn advies is om het boek rustig te lezen, voorafgaand aan de (volgende) periode van de Heilige Nachten, en om dan tijd en een plek vrij te maken om je daadwerkelijk af te stemmen op de energie van die periode, door gebruik te maken van suggesties uit dit boek. En om zodoende naar binnen te keren, de stilte en het donker in jezelf te betreden voor reflectie en inzichten, en om je (weer) te verbinden met je voorouders, de geestelijke wereld en de natuur.

Geplaatst in Boeken | Getagged , , | Reacties uitgeschakeld voor Recensie: De heilige nachten

Nevelen

Gaan naar de plaats waar slechts nevelen zijn
de plek waar je vrij bent; losgeslagen
cirkelend zonder wereldse beslommeringen

Je werd geroepen door de stem van het licht
van de volle maan; de opalen invloed van vloed
en eb die haar kinderen beschermt

Met rondwentelende stappen koester je de
vrijheid; in de echo van het ritme van de trom
verdwijnt al het onbehagen

Je volmaakte zijn resoneert in de klanken van
schalen; er is geen tijd meer, geen plaats meer,
geen dag of nacht er is slechts een omarming

Een liefkozing van gevoel op een kruispunt
van tijd in een in nevelen gehulde omhelzing
van werelden

Annemarie Kruit

Geplaatst in Gedichten / Poems | Getagged , | 1 reactie

Silver Circle 45th Anniversary – March 15, 2025

On Saturday March 15, 2025 we will be celebrating our 45th Anniversary.

This time we will be gathering together in the Centre of Utrecht, at the Central Library. We will also be celebrating the launch of ‘Wiccan Rede’, Spring Equinox 1980.
Wiccan Rede (Online) is now one of, if not THE, longest running journal(s) about Wicca in the world!

The entrance fee is based on a donation – the guideline is EUR 30.
Registration is required as places are limited.

Please send an email to morgana@paganfederation.org

See the event on Facebook .

Silver Circle 45-jarig jubileum – 15 maart 2025

Op zaterdag 15 maart 2025 vieren we ons 45-jarig bestaan.

Deze keer komen we samen in het centrum van Utrecht, in de centrale bibliotheek. We vieren ook de lancering van ‘Wiccan Rede’, Spring Equinox 1980.
Wicca Rede (Online) is nu een van de, zo niet HET, langstlopende tijdschrift(en) over wicca ter wereld!

De toegangsprijs is gebaseerd op een donatie – de richtlijn is 30 euro.
Inschrijven is verplicht, want het aantal plaatsen is beperkt.

Stuur een e-mail naar morgana@paganfederation.org

Bekijk het evenement op Facebook .

Geplaatst in Artikelen, English articles, Nieuws | Getagged , , , , , , | Reacties uitgeschakeld voor Silver Circle 45th Anniversary – March 15, 2025

De Weg van Yggdrasil, deel 2

Vervolg van de Weg van Yggdrasil, deel 1

De Weg van Yggdrasil een Paganistische filosofie Flierefluiter © 2024

Flierefluiter
© 2024

INLEIDING deel 2

It is only through mystery and madness
that the soul is revealed”
Thomas Moore

Het leven is een mysterie, een knettergek en mooi mysterie. Ik leef nu zo’n 53 jaar en ik blijf me verbazen over alles wat ik meemaak, hoor, zie, ruik, voel en ervaar.

Ik bewandel ook al ruim 30 jaar een paganistisch pad, als Gardnerian Wicca, als heks en als druïde en ik probeer het leven vanuit paganistisch perspectief te beleven, te beschouwen en enigszins te begrijpen. Hiernaast ben ik ooit gegrepen door het Daoïsme en ook deze filosofie vormt een belangrijk denkraam waardoor ik naar het leven kijk.

En hoewel ik inmiddels pretendeer enige wijsheid te hebben opgedaan, blijft het leven een mysterie. Grote gebeurtenissen als geboorte en dood, de wonderbaarlijke veelvormigheid van de Aarde, haar kringlopen en bewoners en het wezen van de Kosmos blijven ongrijpbaar voor me. De daoïstische filosoof Zhuang Zi schreef al: “Met een kikker in een put kan men niet over de zee praten; hij is beperkt tot zijn put. Met een zomerinsect kan men niet over ijs praten, want hij is gelimiteerd wat de tijd betreft.” Het is duidelijk, ik ben een kikker in een put.

En toch wil ik het in dit essay hebben over dit soort grote onderwerpen en vragen. Want ondanks dat we deze mysteriën onmogelijk kunnen bevatten, kunnen we er wel een kleine glimp van opvangen. De kikker in de put snapt de zee niet, maar kent wel het water dat zowel in zijn put als in de zee aanwezig is. Het zomerinsect zal nooit ijs ervaren, maar wel het verschil in temperatuur tussen een plekje in de zon en een plekje in de schaduw.

Ik wil in dit essay delen hoe ik tegen de mysteriën aankijk, welke glimpen ik heb opgevangen en wat dat betekent voor mijn leven, mijn in de wereld staan, mijn handelen en mijn spiritualiteit. Want in mijn ervaring zijn de kleine glimpen van het mysterie die we opvangen, de kleine openbaringen en inzichten die we ontvangen vaak heel betekenisvol en soms zelfs ‘life-changing’.

Ten overvloede wil ik nog benadrukken dat de inzichten die ik hier beschrijf mijn inzichten zijn. Ik ben er van overtuigd dat ze op dit moment voor mij waar zijn en dat het voor iedereen waardevol kan zijn om er hier kennis van te nemen. Ik ben er ook van overtuigd dat ze geen universele geldigheid bezitten maar voor verschillende mensen anders kunnen zijn. Mysteries zijn immers net als olifanten, als je er van de ene kant naar kijkt zie je een slurf die gras eet en als je van de andere kant kijkt een groot gat waar poep uit komt. En beide visies zijn even waar.

Ik wens iedereen veel leesplezier en inspiratie met dit essay!

Blessed Be & /I\
Flierefluiter

Afb. Oberon Zell (naar Flammarion)

DE WERELD OMARMEN

Zoals ik hierboven al schreef denk ik dat de zin van mijn leven is om zo goed mogelijk te leven naar mijn natuurlijke aard, mijn Ware Wil, en zo mijn Weg te gaan. Ik denk ook dat mediteren en mezelf verbinden met energieën als Nwyfre en Awen belangrijke hulpmiddelen zijn om dit te doen. Maar uiteindelijk speelt het leven zich niet af op een meditatiekussen voor een altaar, maar in de wereld. In een Ierse mythe wordt gezegd dat iemand alleen wijs kan worden als hij/zij drinkt uit de heilige bron èn uit de vijf stromen die hieruit ontspringen en die de vijf zintuigen vertegenwoordigen. De fysieke, aardse wereld is immers waar de fun is en de shit happens.

Veel religies beschouwen het wereldse leven hier op Aarde als een bron van verleiding en zonde (christendom en islam) of als een bron van onontkoombaar lijden en andere ellende (hindoeïsme en boeddhisme) en richten zich vooral op het leven na de dood (in de hemel, hel of nirvana). De (neo-) paganistische religies doen dit over het algemeen niet.
Integendeel, tradities als wicca, hekserij en druïdisme beschouwen het leven op aarde juist als een heilig geschenk om van te genieten, om te vieren. In het gedicht ‘Opdracht van de Godin’ staat: “Jullie zullen dansen, zingen, feesten, muziek maken en de liefde bedrijven, allemaal ter ere van mij. Want van mij komt de extase van de geest, en van mij komt de vreugde op aarde, want mijn Wet is Liefde voor alle wezens.” En: “Alle daden van liefde en blijdschap zijn mijn rituelen.” Ik probeer dan ook zoveel mogelijk te genieten van het geschenk dat het leven is. Lekker eten en drinken, dansen, vrijen, spelen, muziek, kunst, lezen, reizen en alle andere leuke dingen zijn pas zonde als ik ze niet doe.

Toch ken ik ook de Vier Edele Waarheden van het boeddhisme die stellen dat ‘het leven lijden is’, ‘lijden veroorzaakt wordt door begeerte’, ‘onthechting neemt begeerte, de oorzaak van het lijden, en daardoor het lijden zelf weg’ en dat ‘onthechting bereikt kan worden door het volgen van de leer van Boeddha’. De eerste Edele Waarheid lijkt me evident, leven gaat altijd gepaard met lijden. En hoewel dat lijden absoluut niet eerlijk verdeeld is, ontkomt niemand er helemaal aan. En dat dit lijden veroorzaakt wordt door begeerte, de tweede Edele Waarheid, klopt volgens mij ook wel. Als je iets begeert, bijvoorbeeld de leuke dingen die ik net noemde, en dat niet krijgt dan veroorzaakt dat lijden. Ook ander lijden, bijvoorbeeld pijn, is alleen maar lijden als je het begeert om pijnvrij te zijn. De derde Edele Waarheid lijkt me ook weer logisch, als je de oorzaak van lijden door onthechting wegneemt, stopt het lijden. De vierde Nobele Waarheid neem ik maar voor waar aan want ik heb niet geprobeerd om het lijden weg te nemen door te onthechten volgens de leer van Boeddha.

Ik wil het lijden namelijk niet wegnemen; niet omdat ik masochist zou zijn, maar omdat ik denk dat lijden tot op zekere hoogte bij het leven hoort en de prijs is die ik betaal voor alle mooie dingen in het leven. Als ik een avond gezellig ga stappen loop ik de kans op een kater de volgende dag (lijden), als ik een leuke reis maak dan komt aan die reis eens een eind (lijden) en als ik trouw met de liefde van m’n leven dan weet ik dat ook dat eens afloopt door scheiding of overlijden (lijden). Als ik alle lijden uit het leven wegneem door mezelf volledig te onthechten dan vrees ik dat ik ook het plezier en genot van het leven wegneem, en dat vind ik zonde. Dan betaal ik liever de prijs van enig lijden.

Alles ontstaat, bestaat en vergaat. Dat is de Weg van alle leven, vanaf Yggdrasil tot aan de allerkleinste microbe, en dat gaat gepaard met zowel vreugde als lijden. Het besef dat alles tijdelijk is en gepaard gaat met zowel een lach als een traan èn dat feit accepteren, is voor mij genoeg onthechting om het leven niet alleen aan te kunnen maar het ook oprecht en volledig te omarmen met alle mooie en minder mooie dingen die daarbij horen.

Ambacht

Zoals gezegd, het leven speelt zich niet alleen af op een meditatiekussen maar vooral in de wereld. De archetypische voorouders van wicca en het druïdisme hadden een duidelijke plek in de wereld van hun tijd. De heks leefde meestal aan de rand van de samenleving maar vervulde een belangrijke rol als genezeres, waarzegster en leverancier van allerlei magische diensten zoals liefdesdrankjes en talismans. De druïde daarentegen bewoog zich in de hogere kringen van de Keltische samenleving en fungeerde als priester, rechter, leraar en adviseur van koningen en stamhoofden. Barden waren rondreizende muzikanten, zangers, dichters en verhalenvertellers die voor vermaak zorgden voor alle rangen en standen en in hoog aanzien stonden.
Ook hun moderne evenknieën vervullen dit soort taken. Als wicca/heks heb ik op beurzen gestaan om de Tarot te raadplegen voor mensen, ik heb cursussen en behandelingen Reiki gegeven en soms op verzoek magisch werk gedaan om iemand te helpen. Ik schrijf geregeld artikelen en soms boeken over paganistische onderwerpen en heb hierover ook lezingen en workshops gegeven. En een enkele keer ben ik voorgegaan in een ritueel zoals een seizoensviering of een handvasting, een paganistisch huwelijk. Dit zijn dingen die onder het takenpakket van druïden vallen. En, last but not least, als bard schrijf en publiceer ik gedichten en treed ik geregeld op als verhalenverteller. Ik denk dat het belangrijk is om deze dingen te doen zodat ik de spirituele tradities waar ik in sta niet alleen in theorie beoefen, maar ook echt leef met hoofd, hart en handen.

Naast dit soort dingen uit het ‘spirituele’ takenpakket hechten paganisten vaak ook veel waarde aan allerlei normale huis-tuin-en-keukenwerkzaamheden, en dan vooral als ze enigszins ambachtelijk zijn. Zo kook ik graag, bak ik zelf brood, heb ik in het verleden wijn en kombucha gemaakt en plak ik zelf de banden van mijn fiets en rolstoel. Ook heb ik veel van mijn magische gereedschappen zoals mijn trommel, mijn staf en een boekje waarin ik een eigen divinatieset beschrijf zelf gemaakt. En ik heb meerdere keren eenvoudige websites gebouwd. Door dit soort dingen te doen blijf ik leren en mezelf ontwikkelen. Ik leer er praktische vaardigheden door maar ontwikkel ook eigenschappen als timemanagement, geduld, doorzettingsvermogen en frustratietolerantie.
En ook mijn vrijwilligerswerk is een bron van lering en ontwikkeling. Niet alleen doe ik daarbij allerlei vaardigheden op, maar ik ervaar vooral het omgaan en samenwerken met allerlei verschillende mensen, van uitgeprocedeerde vluchtelingen tot ziekenhuisdirecteurs, als heel verrijkend. Zij vormen een constante spiegel waar ik mijn eigen beleving, ervaring, ideeën, meningen en gevoelens in zie reflecteren en een onuitputtelijke inspiratiebron voor alternatieve ziens- en belevingswijzen.
Dit soort ontwikkelingen, vaardigheden en inzichten zijn natuurlijk voor iedereen belangrijk, maar ik denk dat ze voor mij, en voor mensen die net als ik geregeld mediteren en veel met spirituele zaken bezig zijn, nog extra van belang zijn om te zorgen dat ik met beide voeten (en twee krukken) op de grond blijf staan en niet blijf hangen in gezweef en navelstaarderij.

Bovendien hecht ik er grote waarde aan om iets positiefs bij te dragen aan de wereld. Ik ben een klein onderdeel van het grote levende wezen Gaea (en zij van Yggdrasil) en door een positieve bijdrage te leveren aan het welzijn van mijn medemensen, planten, dieren en de Aarde draag ik ook bij aan het welzijn van Gaea. En daarmee ook weer aan mijn eigen welzijn als onderdeel van Gaea.

Kunst

En wat voor ambacht geldt, geldt in nog sterkere mate voor kunst. Door kunst te maken verbind ik me met de Awen, stimuleer ik mijn creativiteit en fantasie, ontwikkel ik allerlei vaardigheden en eigenschappen in mezelf, communiceer ik met anderen, breng ik schoonheid en magie in de wereld, leef ik mijn bardenschap en geef ik uitdrukking en vorm aan mijn ware natuur.

Mijn belangrijkste kunstvorm is de poëzie, hieronder een voorbeeld waarin ik voortborduur op het eerdergenoemde gedicht ‘Opdracht van de Godin’ door Doreen Valiente:

Roep je ziel aan !

Luister naar de woorden van de Oude Goden,
al-omvattend, al-doordringend, al-bewegend en al-tijd,
naamloos, maar bekend als Gaya en Uranus, Isis en Osiris, Freya en Odin,
Morrigan en Dagda, Ishtar en Tammoez, Sjri en Vishnoe, Yin en Jang.

Ik ben de Grote Moeder, Ik ben de Gehoornde Heer,
ontwaar mijn gelaat leven, dood en wedergeboorte;
in de veranderlijke maan mijn gezicht zijn de stralende zon
en de kringloop der seizoenen. en de donkere sterrenhemel.
Ik ben de vruchtbare Aarde, Ik ben het zaad en het gewas,
de zegen van een regenbui, de jager en het wild,
grot en rots, bron en stroom, de groeikracht der bomen,
de diepe oceaan. de trefzekere bliksemschicht.
Mijn schoot brengt alles voort, Ik bevrucht en bescherm,
ik voed en ik koester, ik bevredig en ik geef,
bemin en leg af. neem en maai neer.
Ik ben het leven en de liefde, Ik ben verlangen, lust en passie,
het lijden en de troost, woedende, ziedende extase
begin en einde. eb en vloed.

Luister naar de woorden van de Oude Goden,
goedgunstig, gretig, gul, welwillend, wild en wijs,
benaderbaar als Cerridwen, Cernunnos, Hekate, Dionysos, Nerthus, Thor,
Bastet, Seth, Kali, Shiva, Danu, Donn, Tara, Ganesha, Aphrodite, Pan.

Wij zijn jouw oorsprong en bestemming,
onze levenslust stuwt je voort;
lach, dans, zing, speel en heb lief
want wij eisen geen offers of ascese,
ons eer je met een blij en liefdevol hart.

Weet dat je volledig vrij bent
naar eigen wil je weg te gaan;
met humor en eerbied, nederigheid en eer,
met kracht en mededogen zonder te schaden,
als ziel, zoekend naar schoonheid en vrede.

Leef natuurlijk, wild en magisch:
beleef de bossen, bergen, grotten;
stroom met beek, rivier en zee;
vlieg met de vogels in de storm
en brand je vingers aan het vuur.

Draai mee met het wiel;
leef, lijd en word wijs
want aan het einde van de reis,
voorbij het verlangen, leer je:
Jij bent Godin en Jij bent God.

Wees Gezegend !!!

JAARFEESTEN

De kern van het (neo)-paganisme wordt gevormd door de jaarfeesten, feesten die de kringlopen van de seizoenen en de landbouw volgen en vieren. Ik vier de acht jaarfeesten die binnen wicca en het druïdisme gevierd worden.
Deze feesten zijn in de jaren ’50 van de 20e eeuw ontwikkeld door Nuinn en Gerald Gardner, twee vrienden die de grondleggers zouden worden van respectievelijk de Orde van barden, ovaten & druïden en van wicca. Zij baseerden deze jaarfeesten op feesten die sinds de nieuwe steentijd in allerlei varianten door heel Europa gevierd werden en worden. Zo weten we van megalithische monumenten als Newgrange, Meas Howe en Stonehenge dat midwinter al meer dan 5000 jaar wordt gevierd. Het feest had in verschillende tijden, culturen en religies verschillende vormen en namen, van Joel bij de Germanen tot kerstmis in het christendom, maar het gaat altijd over het vieren van de terugkeer van licht en leven na de winterzonnewende.

Nuinn en Gardner kwamen tot de volgende cyclus van acht jaarfeesten die, onder verschillende namen, gevierd worden door druïden, wicca’s, heksen en veel andere moderne paganisten:

Midwinter/Joel/Alban Arthan 21 december
Joel is het feest van de winterzonnewende, de kortste dag van het jaar waarna de zon weer terugkeert en de dagen weer langer worden. Het is het midden van de winter; de koude en donkere periode waarin veel bomen kaal zijn, veel dieren zijn weggetrokken naar het zuiden of een winterslaap houden, waarin de meeste akkers braak liggen en dieren op stal zijn. Ook mensen zijn in deze tijd veel vaker en meer binnenshuis.
Met Joel sta ik stil bij de kou en de duisternis van de langste nacht. Ik verbind mezelf met deze onprettige, maar noodzakelijke, fase in de kringloop van de natuur en vier dat de winter en de duisternis over hun hoogtepunt heen zijn, dat de dagen gaan lengen en het ooit weer lente wordt.

Imbolc 1 februari
Imbolc is van oudsher een feest dat gevierd werd in de periode dat het landbouwjaar weer op gang kwam. De tijd waarin werd begonnen met het ploegen en inzaaien van de akkers en waarin de schapen drachtig waren. In de natuur is het de tijd waarin de eerste sneeuwklokjes verschijnen als teken dat de winter weliswaar nog niet voorbij is, maar dat de lente er toch echt aan gaat komen. De natuur is ondergronds (zaden en wortelstokken) en onderhuids (blad- en bloemknoppen) wakker aan het worden.
Ik vier met Imbolc de eerste tekenen van de komende lente, een heuglijk moment aangezien ik een hekel aan de winter heb.

Ostara/Alban Eilir 21 maart
Ostara is het feest van de lente-equinox, het moment waarop dag en nacht even lang zijn en astronomisch de lente begint. Het is de tijd van het jaar waarop de natuur bruist van levenskracht en overal nieuw leven opduikt in de vorm van planten die opkomen, jonge blaadjes, bloemen, hommels, fluitende vogels en jonge lammetjes.
Ik vier met Ostara de terugkerende levenskracht in de natuur en het feit dat ik leef.

Deze mandala van Flierefluiter toont de rune Perdhro op een steen, te midden van bloemen, op een lichtblauwe achtergrond.

Ostara mandala

Beltane 1 mei
Beltane is het feest van het begin van de zomer. Het leven in de natuur is teruggekeerd en overal zijn bloesems en bloemen die volop bestoven worden door bijen en andere insecten. Vlinders leggen eitjes, vogels en andere dieren zijn volop aan het paren en ook bij mensen is het een tijd waarin lust en liefde voor de nodige kriebels en perikelen zorgen. Beltane is het feest van vruchtbaarheid, liefde en levenslust.
Zelf vier ik met Beltane vooral het begin van de zomer en, uiteraard, de liefde.

Midzomer/Litha/Alban Hefin 21 juni
Midzomer is het feest van de zomerzonnewende, de langste dag en de kortste nacht. De levenskracht in de natuur is op haar hoogtepunt, alles is groen en vol leven, maar de dagen worden weer langzaam korter en uiteindelijk wordt het weer herfst en winter.
Met midzomer vier ik de kracht van de zon en mijn eigen levenskracht.

Lammas/Lughnassadh 1 augustus
Lammas is het oogstfeest. Van oudsher is dit een van de belangrijkste feesten van het jaar, een geslaagde graanoogst betekende immers dat mensen genoeg te eten hadden tot in het volgend voorjaar de eerste groenten en granen weer beschikbaar waren. Een slechte oogst betekende voor veel mensen honger en dood.
Ik sta zelf met Lammas altijd dankbaar stil voor de overvloed waarin ik leef.

Herfst/Mabon/Alban Elfed 21 september
Mabon is het moment van de herfstequinox; dag en nacht zijn weer even lang en astronomisch begint nu de herfst. Ook dit is een oogstfeest omdat de natuur nu een overvloed aan vruchten, bessen, noten en paddenstoelen te bieden heeft. Het is wel een oogstfeest met een dubbel gezicht want naast de overvloed begint nu ook de afbraak en het sterven in de natuur. Bladeren gaan weer vallen, dieren bereiden zich voor op de winter en de zomer met haar mooie weer loopt ten einde. Het wordt herfst.
Mabon is voor mij een viering waarbij ik geniet van alle overvloed van het moment, maar ook de balans opmaak en me voorbereid op de naderende winter.

Samhain 1 november
Samhain (spreek uit ‘sowen’) is het laatste jaarfeest in de cyclus (of volgens sommigen het eerste) en is het begin van de winter en het oude Keltische nieuwjaar. In de natuur is de winter nu echt aan het beginnen en vroeger werden in deze tijd op de boerderijen veel dieren geslacht om in de winter als voedsel te dienen. Voor veel oude en zwakkere mensen was dit ook het moment waarop ze zich realiseerden dat ze de komende winter waarschijnlijk niet zouden overleven.
Samhain is dan ook het feest van de dood en de voorouders. Ik herdenk met dit feest altijd de mensen die me ontvallen zijn.

De acht jaarfeesten

De jaarfeesten zijn voor mij de kern van het Paganisme omdat ze de manier zijn om mezelf te verbinden met zowel Gaea, mezelf èn mijn mede-paganisten.
De jaarfeesten markeren acht belangrijke punten in de kringlopen van Gaea, van de seizoenen, de natuur en de landbouw. Door deze feesten te vieren, met een ritueel, een meditatie, een mandala te tekenen, gedicht te schrijven of door gewoon een feestje te bouwen, sta ik stil bij deze kringlopen, stem mezelf eropaf en verbind mezelf ermee. Zo verbind ik mezelf met Gaea, de levende Aarde waar ik deel van uitmaak, en zo breng ik mijn persoonlijke Weg weer in overeenstemming met de Weg van Gaea en uiteindelijk ook de Weg van Yggdrasil, de levende Kosmos waar Gaea weer deel van uitmaakt.
Dit is belangrijk omdat ik denk dat het gaan van mijn Weg het doel en de zin van mijn leven is. Door mijn Weg af te stemmen op de Weg van Gaea leef ik meer en beter in harmonie met de Aarde en de natuur waar ik deel van uitmaak en dat verhoogt de kwaliteit van zowel mijn leven als van het leven van Gaea en haar kinderen, mijn broeders en zusters in het mensen-, dieren- en plantenrijk.

Door de jaarfeesten te vieren richt ik mijn leven naar de natuur en de natuurlijke kringlopen en ritmes. In de winter ben ik meer naar binnen gericht dan in de zomer. Ik besteed meer tijd aan studie, lezen en meditatie dan in de rest van het jaar. Ik slaap ook veel meer in de winter. In de lente krijg ik weer meer energie en word ik actiever en met Beltane bruis ik van de levenslust. Ik ben weer veel meer buiten, in het bos, met de kano op het water, ik bezoek festivals en ga op reis. Met Mabon begint mijn energie weer af te nemen, maak ik de balans van het jaar op en rond ik de zomer af. Ik probeer projecten waar ik mee bezig ben af te ronden en denk na over wat ik los wil laten en waar ik verder mee wil. Samhain, een van mijn favoriete feesten, is een krachtig bezinningsmoment op de komende winter, zoiets als een diepe ademhaling voor je een duik neemt. Ik herdenk mijn overleden geliefden en ik stap bewust de winterperiode in, een tijd met veel aandacht voor gezin, familie en sociale contacten èn met tijd voor rust en introspectie. Het vieren van de jaarfeesten maakt me bewust van de kringlopen en van de invloed die deze op mij hebben en hierdoor kan ik daar ook optimaal in meegaan en meebewegen.

Verder geven de jaarfeesten ook de kringloop van het leven weer. Midwinter staat hierbij voor de bevruchting, Imbolc voor de zwangerschap, Ostara voor de geboorte, Beltane voor de jeugd, Midzomer voor de volwassenheid, Lammas voor de middelbare leeftijd, Mabon voor de ouderdom en Samhain voor de dood. Door de jaarfeesten te vieren sta ik stil bij deze reis die alle levende wezens maken en dat maakt dat ik me continu bewust ben van mijn sterfelijkheid en van de plek waar ik me nu bevind. Dat klinkt misschien wat zwaarmoedig, maar voor mij is het een enorme stimulans om ten volle te leven, mijn Weg te gaan en de dag te plukken. Bovendien zie ik ook hoe deze reis zich als een kringloop elk jaar weer herhaald, de natuur die rond Samhain afgestorven is wordt rond Ostara weer herboren. Dat sterkt mij in de overtuiging dat ‘leven’ een continuproces is vol verandering en transformatie, maar zonder begin of einde.

En tenslotte zijn de jaarfeesten ideale gelegenheden om samen te komen met andere paganisten, me met hen te verbinden en samen het leven te vieren.

De jaarfeesten zoals ik ze hier beschreven heb komen uit de tradities van het druïdisme en de wicca/hekserij en passen bij de natuurlijke cycli in West-Europa. In andere delen van de wereld met een ander klimaat of landschapstype vieren paganisten vaak andere jaarfeesten om zich met Gaea te verbinden. Zo valt midwinter op het zuidelijk halfrond niet op 21 december maar op 21 juni en in streken met een regenseizoen kan het heel zinvol zijn om het begin en einde daarvan te vieren in plaats van een winter die zich daar niet voordoet.

Esbats

Behalve jaarfeesten vieren wicca’s en andere heksen meestal ook esbats of maanfeesten.

De maan doorloopt een cyclus van donkere (of nieuwe) maan via wassende maan naar volle maan en vervolgens via afnemende maan weer naar donkere maan. Zo’n cyclus van 29,53 dagen heet een lunatie. Dit maakt dat elk kalenderjaar dus 12,36 lunaties heeft en 12 of 13 volle manen telt.

De meeste wicca’s en heksen werken met een maankalender waarin elke lunatie in het jaar een bepaalde betekenis heeft. Zo is voor mij de lunatie tijdens of na joel de ‘Maan van de Langste Nacht’ die staat voor zuivering en nieuw begin. Een lunatie waarin ik me voorbereid op het nieuwe jaar door achter me te laten wat ik niet meer nodig heb. In de viering van deze maan kan ik dat vormgeven in mijn ritueel, meditatie of magisch werk.
De esbats zijn zo, net als de jaarfeesten, een manier om me te verbinden met de kringlopen van Gaea.

Hiernaast kijk ik ook altijd in welk dierenriemteken de volle maan van een bepaalde lunatie staat. De betekenis en invloed hiervan verwerk ik dan ook in mijn esbatviering. Zo verbind ik me door mijn esbatviering niet alleen met de kringlopen in de natuur en de Weg van Gaea, maar ook met de kosmische kringlopen van de planeten en sterren en zo met de Weg van Yggdrasil.

Met dank aan Wendy en Serge voor de feedback!

De Weg van Yggdrasil is opgedragen aan al mijn cirkel- en grovegenoten,
het is me een eer en genoegen samen met jullie deze Weg te bewandelen!

www.jackstoop.eu

Geplaatst in Artikelen | Getagged , , , , , , | Reacties uitgeschakeld voor De Weg van Yggdrasil, deel 2

Spirituality and the Earth… and Spiritual Resilience

As many of you will know much of my time is spent working with URI, United Religions Initiative. In recent years much of the multi, or interfaith dialogue has been centred around dealing with many forms of violence, from hate speech to mass killings of civilians caught up in numerous conflicts. I like many others despair at the damage humans have caused to our home, Earth. How do we cope with the senseless destruction of the very environment which gives us food, water and clean air?

Recently, I have been thinking about how we can help each other, and this led me to the idea of creating short articles about how I have tackled the problem of being overwhelmed. How have I built up ‘Spiritual Resilience’?

‘Spirituality & the Earth’ … is the name of one of the first URI Cooperation Circles I ever supported, back in the 2010’s. The connection with Spirituality and Nature and the reverence for Nature, reverence for the Earth was already the focus in all of my work, be it professional or private. From childhood I knew that my calling would be that of a devotee to the Earth and all living beings.

Guided by the legends, myths, folktales I travelled not only physically but also astrally. I learnt the way of the Shaman and learnt how to overcome the obstacles called ‘Life’ – it was sometimes lonely but I had ‘invisible friends’ – who were not so invisible to me…

Listening to the stories and parables from different spiritual traditions I gradually built up my own foundation and inner sanctuary. What I didn’t realise then but do now, was that I was forming my own ‘Circle of Trust & Love’. Today in a world of poly-crises when we are often overwhelmed I have come to realise that now, even more than ever, how important ‘Spiritual resilience’ is.

What is meant by ‘spiritual resilience’?

Spiritual resilience is about maintaining a sense of purpose and meaning, even during tough times. It’s like having an inner strength that helps you navigate through life’s challenges. This often comes from a deep connection to your beliefs, faith, community, or nature. It’s the ability to draw on these sources of strength and stay grounded, no matter what life throws your way.

Ellen Grace O’Brian writes: “Cultivating Spiritual Resilience in Challenging Times. Meditative Practices for Enhancing Spiritual Resilience. Life expresses as constant motion— light, shadow, pleasure, pain, joy, sorrow. Within that motion, within that activity, is a still point of perfect, unchangeable, unconditional peace, which is the experience of the changeless, eternal divine Self — the light of Supreme Consciousness, our spiritual nature.

Accessing that inner stillness is our greatest resource for resilience. Meditation practice shows us how to find and know that still point — and discover the equilibrium, harmony, and inner peace that opens our vision, understanding, wisdom, and capacity for compassion. No matter the situation, the solution is this: go straight to the goal — reconnect with your divine Self and live from your soul — respond to the situation from the promptings of the soul, not from the reactions of the mind or emotion. No matter what problem his disciples brought to him, the Kriya Yoga master Lahiri Mahasaya would recommend: meditate more.”

What does a daily practice look like? How do you build up your ‘Circle of Trust … and Love’

For building spiritual resilience it can be simple and tailored to what resonates most with you. These are some suggestions for a daily routine.

A Morning Meditation/Prayer: spending a few minutes of meditation, mindfulness, or prayer to centre yourself for the day. Make a connection with the Sun.

At the end of the day, an evening reflection: before going to bed, reflect on your day and end by recalling the moments which brought you happiness. Set intentions for tomorrow. Above all make a connection with the Moon.

At other moments during the day – spend some time in ‘mindful movement’.  Engage in yoga, stretching, or a walk in nature to connect your body and mind. Talk with the Trees.

‘Inspirational Reading’ can also help build up Spiritual Resilience : Read (or listen) to a few pages of a book or an article that uplifts and inspires you.

Sometimes writing things down can help you to focus too. Try writing with a pen… there is something about verbalising, seeing the words on paper, feeling your muscles as you write which gives you an entirely different experience than tapping at a keyboard. As an exercise, write down three things you’re grateful for. This shifts your focus to the positive aspects of your life.

Community Connection: this is where we come in. Spend time with family, friends, or a community that shares your values. This may not be possible in real life. Visualize your Circle of Trust and Love – see those people who you love and trust.

Incorporate these elements in ways that feel natural to you. The key is consistency and finding moments of peace and connection each day. What part of this would you be most interested in trying?

In any event, have a daily chat with the Moon, the Moon which influences the ebb & flood of the mighty seas. We are made up of 80% water… the Moon also influences us – heed the Wisdom of the Moon!

From The Charge of the Goddess:

I, who am the beauty of the green earth, and the white moon amongst the stars, and the mystery of the waters, and the desire of the heart of woman and of man, call unto your soul: arise and come unto me; for I am the Soul of Nature who gives life to the universe. From me all things proceed and unto me all things must return; and before my face, beloved of gods and of men, your inmost divine self shall be enfolded in the rapture of the infinite.

 

References

Photo, Loes Lodder, Morning Walk 28-02-2016

https://wiccanrede.org/2017/02/2017-volle-maan-van-de-overstroming/

 

Check out the many ‘Vollemaan wandelingen/ Fullmoon Walks ‘ that Loes has written and the images she has used.

Painting ‘Three Worlds of Shamanism’ painting by Michelle Maiden 2016 https://michellemaiden.com/three-worlds-of-shamanism-art-by-michelle-maiden/

Cultivating Spiritual Resilience in Challenging Times
https://www.ellengraceobrian.com/cultivating-spiritual-resilience

Circles of Trust – Natalie Lue
https://kr.pinterest.com/pin/100557004173744868/

The Charge of the Goddess, attributed to Doreen Valiente
https://sacred-texts.com/bos/bos058.htm

Geplaatst in English articles | Getagged , , , , , | Reacties uitgeschakeld voor Spirituality and the Earth… and Spiritual Resilience

Woordmagie – over ons, jou en mij

door Yoeke, boekenvroedvrouw met wortels in de Reclaimingtraditie

Wij is een vorm van woordmagie waar we de komende tijd krachtige bescherming tegen nodig hebben. Leg ik graag even uit.
‘Wij gaan in het voorjaar naar Terschelling’ is een mededeling die ik goed kan verwerken.
‘Wij lusten geen spruitjes’ vind ik al lastiger. Je kunt met zo’n uitspraak nooit recht doen aan alle nuances bij zoiets individueels als de waardering van een smaak.
‘Wij dragen altijd dezelfde regenjassen’ vind ik ronduit zorgelijk. Zo’n symbiotische ANWB- ‘wij’ suggereert dat je hetzelfde moet zijn, dat er geen ruimte is voor persoonlijke voorkeuren.
En bij ‘Wij hebben nou eenmaal altijd pech’ krijg ik echt de pest in. Wat een slachtofferige, onbewijsbare kutsmoes om maar een beetje door te dobberen in je leven en er geen vorm aan te geven!
Nee, denk ik dan opgelucht. Ik ben anders. Ik ben niet zoals deze ‘wij’. Wie ‘wij’ zegt in zulk soort beweringen is hullie, voor mij. Ik hoor daar niet bij. Met elke ‘wij’-uitspraak die er achteraankomt, distantieer ik me meer van de hullie in kwestie.
Maar als ik me zelf onderdeel voel van een ‘wij’, bijvoorbeeld in ‘Wat hebben we gisteravond plezier gehad hè’, dan voelt dat als een warme omhelzing die onze liefde voor elkaar nog eens even flink verstevigt.

Wij en hullie

Wij is woordmagie en, zoals elk magisch gereedschap, kan het gebruikt worden om verbindingen te creëren, maar kan het ook precies het tegenovergestelde effect hebben. Want waar een ‘wij’ is, manifesteert zich ook altijd een ‘zij’, een hullie; zij die er niet bij horen.
Zet je als schrijver het woord ‘wij’ in, dan moet je er zeker van zijn dat je lezer erbij hoort of wil horen – anders ben je ‘m zeker kwijt omdat hij vrijwillig de kant van hullie zal kiezen om niet als ‘wij’ gezien te worden.
Dat gebeurt allemaal in het donker van de geest, de plek waar wij, wij pagans, graag rondhangen. Het is ook de plek waar hullie, marketeers en propagandisten, hun werk doen.
Daarom is het in deze chaotische tijd van groot belang om ons bewust te zijn van de kracht van de wij-woordmagie omdat wij, wij stemgerechtigden, er doorlopend mee gebombardeerd worden.
Even ter verdediging: wij, wij mensen, zijn door de goden en de natuur uitgerust met een instinctieve wij-hullie-detector, om te kunnen overleven. Als wij mensen een sabeltandtijger tegenkomen (heb je ‘m weer), dan voelen we direct de neiging om de afstand tussen wij en hullie te vergroten. Dat kan een levensverlengende impuls zijn.
Iets alledaagser: sta je in je eentje, in een geel/blauw T-shirt, tegenover een groep doorgesnoven voetbalsupporters in het rood, een grote ‘wij’, dan voelt dat als levensbedreigend. Waar is een wij als jij ze nodig hebt? En we hebben elkaar hard nodig in tijden van crisis.
De ‘we’-vorm is alledaagse marketingmagie. Als marketeer of propagandist gebruik je het woord ‘we’ om lezer en toehoorder het gevoel van verbinding met jou te geven.
‘Wij’ suggereert een grote groep mensen die iets belangrijks gemeenschappelijk hebben. Hoor je erbij, dan ben je deel van dat grote, veilige geheel. Maar recht tegenover ‘wij’ sta ik alleen, in m’n foute T-shirt.

Hoor je bij ons?

Van dat gevoel maken propagandisten gebruik. Door het over ‘wij’ te hebben wordt elke ‘ik’ een kamp binnengetrokken, en onderdeel gemaakt van een groep en een groeps-standpunt. Daarmee worden we al minder kritisch op het onderschrijven en nazeggen van dat standpunt, wij vormen immers een verbond waar ik bij mag horen. Peer pressure dus.
Kleine verschillen – ‘…maar gegrild met tofublokjes vind ik spruitjes best lekker’ – worden weggemoffeld. Uit veiligheidsoverwegingen, eigenlijk. Al zeggen we, wij, leden van een groep, liever: ‘Over kleine verschillen kan ik best heenstappen, ik ben geen mierenneuker’.
Beter van niet, want in tijden van crisis hebben we elkaar nodig en je wilt niet dat je de wij ontvalt op zo’n moment.
In de komende tijd zullen we, wij deelnemers aan het maatschappelijk verkeer, steeds nadrukkelijker aan onze ‘wij’-arm getrokken worden om toe te treden tot een groep waar ik niet bij hoor en jij volgens mij ook niet. Maar het is verleidelijk, want ik heb dan misschien geen gelijk, maar wij, een ongedefinieerde groep mensen die misschien niet eens bestaat, wel.
Ik noem een paar voorbeelden, waarbij je je steeds kunt afvragen: ‘Is dat waar?’
En zo ja: hoe weet ik dat dan? Wil ik een actief lid zijn van de groep mensen die dit vinden? Of moeten anderen dan ik er consequenties aan verbinden?
En als het niet waar is: wil ik een tegengeluid laten horen en me onder hullie scharen? Wil ik deze mening actief bestrijden? Hoe dan?
‘We willen allemaal meer comfort en minder belasting betalen.’
‘We zijn in het Westen verantwoordelijk voor wat er nu in het Midden-Oosten gebeurt.’
‘We laten asielzoekers buiten slapen.’
‘We kunnen niet van geslacht veranderen.’
‘We gebruiken de scanner omdat dat sneller gaat, terwijl dat het kassameisje haar baan kost.’
‘We moeten echt groener gaan leven.’
‘We weten allemaal dat het uiteindelijk draait om licht en liefde.’
‘We hebben elkaar nodig in tijden van crisis.’
Oh wacht. Dat laatste heb ik zelf geschreven, dus dat moet wel waar zijn. Welkom bij de club.

Kies je eigen wijs

Het verneukeratieve is dat we, wij lezers en toehoorders, ons niet per definitie kunnen of willen onttrekken aan al die meningsgroepen. We, wij mensen, zijn wel degelijk verantwoordelijk voor elkaar en zijn daar in het beste geval op aanspreekbaar, dus móeten we ons verbinden met elkaar. We overleven beter als we deel uitmaken van een groep betrouwbare mensen op wie we kunnen rekenen in tijden van crisis, met wie we kunnen samenwerken als het erop aan komt.
Daarmee heeft zowel aansluiten bij als afkeren van een groepsovertuiging consequenties. Nu is het nog mogelijk om je bij verschillende ‘wij’-en, ‘wijs’ betrokken te voelen. Het zou kunnen dat die luxe aan het verdwijnen is.
We, wij, en hullie ook, kunnen niet veel meer doen dan alert zijn op de toenemende kracht van wij-woordmagie. De komende tijd kun je niet in eenzaamheid doorkomen. Kies dus je eigen wijs zorgvuldig uit en behoud je ik.

Geplaatst in Artikelen, Columns | Getagged , | 1 reactie