Redactioneel – Lughnasadh 2019

Met een onderwerp als transformatie kan je alle kanten op. Dagelijkse processen als koken vallen eronder, maar ook de klimaatverandering die nu wel erg voelbaar wordt, niet alleen bij ons, maar wereldwijd. Vorige week was het in Nederland voor het eerst boven de 40º Celsius!

Je kunt het hebben over onomkeerbare veranderingen in je eigen leven, in je persoonlijke ontwikkeling, en in een tijdschrift als Wiccan Rede is inwijding dan een goed voorbeeld. Maar ook culturele veranderingen. Gus diZerega benoemt er een paar in zijn artikelen in dit nummer (zie het overzicht van alle artikelen in de inhoudsopgave) en Medeia noemt de maanlanding van 50 jaar geleden. In het collectieve brein is dat “een grote stap voor de mensheid”. Een eerste stap op weg naar verre planeten…

Culturele veranderingen

“De wetenschap leidde tot ontdekkingen die christelijke veronderstellingen over de wereld vervingen door, bijvoorbeeld, de evolutietheorie. Gedurende dat proces, veranderde de wetenschap (zich)zelf.”
(Bron: Viewing the world through Pagan eyes, part I).

We noemen dat tijdperk de ‘Verlichting’ en dat woord suggereert dat de wereld in alle eeuwen daarvoor niet-verlicht was. Dat men in het duister tastte. Een begrip als ‘de edele wilde’ was nog welwillend ten opzichte van de onverlichte mens, al was het beeld van de ‘wilde’ zelf vooral gebaseerd op een voorstelling die de ‘beschaafde’ mens zich ervan maakte. Niet zozeer op de werkelijkheid waarin ook de ‘wilde’ maar iemand was die alle gelegenheid aangreep om in leven te blijven en te pogen de kinderen een zo goed mogelijke toekomst te bezorgen. Woorden als ‘heidenen’ en ‘pagans’ tonen onverbloemd een zekere minachting voor de ‘boerenkinkels’, de plattelandsbewoners met hun ‘ouderwetse’ ideeën.

Een ander citaat van Gus diZerega: “Soms kan een cultuur zo drastisch veranderen dat het iets heel anders wordt, zoals toen de jager-verzamelaars overgingen op landbouw.”

Denk er eens over na wat die verandering betekend heeft voor de mensheid. En voor de aarde. Naar mijn idee is daar het idee ontstaan dat de mensheid de natuur kan, nee, ‘moet’ overwinnen. De kale gronden ontginnen. Niet langer afhankelijk zijn van wat de aarde te bieden heeft maar er alles aan doen om de natuur naar je hand te zetten – meer ondánks de omstandigheden dan dankzíj de situatie, zoals alle eeuwen daarvoor de enige optie was. Waar er slechts zo’n 10.000 jager-verzamelaars in Nederland konden leven, kon de bevolking groeien door de landbouw. Het zekerder aanbod van voedsel dat er door de agricultuur was maakte dat mogelijk. Maar is méér altijd beter?

Medeia (in: Oud nieuws) noemt een ander voorbeeld dat te maken heeft met landbouw en hoe de mensheid de natuur naar zijn hand zet: “‘s Winters om een mandje aardbeien vragen was daarin [in sprookjes, J.] hét voorbeeld van iets onmogelijks willen.” Niks mis mee toch, dat niet alle producten het hele jaar door beschikbaar zijn? Waarom zou je op elke dag van het jaar alle groenten en fruit vers moeten kunnen kopen (terwijl er al zoveel ingemaakt beschikbaar is). Waarom liggen in winkels op elk continent verse producten uit andere werelddelen? Dat wordt nog wennen voor al die mensen die denken dat de maan, Mars of een andere locatie buiten de aarde een optie is om te gaan wonen als we onze planeet hebben opgestookt, uitgebuit, leeggeroofd. Een mandje aardbeien kan je er misschien nog wel kweken, maar Mars zal zeker niet het ruime aanbod opleveren dat we nu op elke markt en in elke supermarkt kunnen aantreffen! Wie dat wel verwacht, moet maar eens een jaar gaan proefleven in een kunstmatige koepel in een woestijn, zonder toevoer van wat dan ook van buiten. Geen water, geen voedel, maar ook geen zaden, mest of energie. Maar neem maar wel een foto mee van Moeder Aarde als een blauw bolletje in de ruimte. Dat was naar mijn idee het belangrijkste dat de astronauten en kosmonauten meenamen van de ruimtevaart: het besef dat de aarde maar een heel kleine en kwetsbare planeet is in een hele grote lege ruimte. Onze woning.

Rijp graan met bloemenrand

Persoonlijke veranderingen

In het tweede artikel van Gus diZerega (Viewing the world through Pagan eyes, II) zegt hij: “Denk aan hoe het huwelijk geleidelijk wijzigde naar een viering van een verbintenis uit liefde. Ooit trouwden mensen in het Westen vooral om een gezin te stichten, daarbij een verbond smedend tussen families. Dat gebeurde vanuit religieuze plicht, of om zekerheid te krijgen op je oude dag. Liefde was niet van groot belang.”

Die nadruk op kinderen en families maakte dat een huwelijk als vanzelfsprekend alleen tussen man en vrouw werd gesloten. Hoewel ons Burgerlijk Wetboek helemaal niet vereiste dat de huwelijkse partners van verschillend geslacht waren, kwam niemand op het idee dat het ook anders kon. Nu is er wel plek voor gelijkslachtige relaties, maar zeer recent is beslist dat een kind – officieel – maar twee ouders kan hebben. Polyamorie blijft vooralsnog een verschijnsel dat op indvidueel niveau heel belangrijk kan zijn, maar waar ‘de wet’ niets mee kan.
In het interview met Isadora Laveau is aandacht voor mensen die buiten het ‘binaire spectrum’ vallen in onze cultuur. Er waren samenlevingen waar wel plek was voor ‘de derde sekse’, maar in onze maatschappij staan nog altijd mensen aan de rand. Dat kan wel een andere blik opleveren, waar iedereen zich aan kan spiegelen. Zeker ook heksen, want magie gebeurt buiten de gebaande paden.

bloeiende akkerdistels

Volgend nummer staat ‘continuïteit’ centraal: dat wat constant is. Maar lees eerst alle artikelen uit deze Lughnasadh-editie, en ga eropuit naar de tentoonstellingen, locaties en evenementen die aangedragen zijn door onze lezers!

Fijne zomer!
Jana.

Inhoudsopgave.