Je kunt ‘de God’ en ‘de Godin’ in wicca uitleggen als universele godheden die allerlei aspecten in zich hebben. Als een soort ‘grootste gemene deler’ van wat individuele goden en godinnen als kenmerken hebben. Maar ook als ‘de god en godin van jouw regio’. Na 35 jaar in wicca wil ik daar graag naar op zoek, in een reeks van vier afleveringen.
Het thema van dit Imbolcnummer van Wiccan Rede Online is ‘Verkennen’. De volgende edities gaan over Verbreden, Verdiepen en Verwerken. Deze keer wil ik een verkenning uitvoeren naar welke goden en godinnen er in ‘de Lage Landen’ bekend zijn. De werkwijze die het beste bij mij past is om eerst literatuuronderzoek te doen. Iemand anders gaat misschien meer intuïtief te werk en dat is ook prima. Maar contact met de voorouders of het lezen van het landschap zijn stappen die voor mij horen bij ‘Verbreding’ of ‘Verdieping’. Uiteraard heb ik heus wel een en ander gelezen over de verschillende godinnen en goden in de lage landen. Maar ik heb er nog nooit structureel onderzoek naar gedaan, en dat wil ik wel graag. In de afgelopen jaren heb ik al een aantal boeken verzameld die kunnen helpen om de lokale goden te vinden. Let wel: voor zover die nu nog bekend zijn.
Wat gaan we onderzoeken?
Het afbakenen van de regio is nog niet zo makkelijk. Hoe zag het gebied dat nu Nederland is, of breder gezien: het gebied dat nu Nederlandstalig is, eruit voor de huidige jaartelling? Waar woonden mensen, waar kwamen zij vandaan? We weten dat er volop verkeer was van personen, dat er perioden van migratie waren, dat bijvoorbeeld de Romeinen hier hun invloed hebben nagelaten en dat er al heel lang handel was. En daarmee niet alleen verspreiding – en import – van koopwaar, maar waarschijnlijk ook van ideeën.
Het afbakenen van een tijdperk is misschien nog lastiger dan het trekken van een geografische grens. Maar inperken komt later wel – eerst kijken wat er zoal te vinden is. Ik ga uit van ‘de oertijd’, de Romeinse tijd en kort daarna en de vroege Middeleeuwen. Tot circa het jaar 1000, of tot het christendom echt vaste voet aan de grond kreeg. Wat mij interesseert is immers het heidendom, de voorchristelijke religies, cultuur en tradities.
Wat weten we van godinnen en goden, en hoe weten we dat? Welke bronnen waren er om te onderzoeken en wat weten we van de onderzoekers? Wat was de rol van de godinnen en goden, hoe keken mensen naar hen, wat verwachtten ze, hoe was de interactie? Werden de godheden vereerd of werkten onze voorouders met hen samen? Waren er speciale plekken voor verering of gebeurde dat thuis? Op welke momenten? Hoe? Ook daar zijn hints over te vinden in oude boeken en andere bronnen, zoals archeologische (opgravingen en de vondsten daaruit). Misschien kan ik op een later tijdstip historisch bronmateriaal bestuderen. Voorlopig gebruik ik een aantal boeken die vrij recent zijn uitgegeven, en die voorzien zijn van een literatuurlijst met verwijzingen naar oudere bronnen. Boeken en bronnen uit een meer spirituele hoek en vanuit een meer historische gezichtspunt.
Dit zijn de boeken die me het meest op weg hielpen:
Heidens Nederland. Zichtbare overblijfselen van een niet-christelijk verleden. Judith Schuyf.
Utrecht, Matrijs, 1995.
Wijze vrouwen en godinnen, en hun sporen in volksgeloof en volksgebruik. Aat van Gilst.
Soesterberg, Aspekt, 2001.
Goden en sjamanen in Noordwest-Europa. Linda Wormhoudt.
Geesteren, A3, 2008.
Gods of the Germanic Peoples. From Roman times to the Viking Age, 1 & 2. GardenStone.
Books on Demand, 2014.
Goden en godinnen die in meer boeken genoemd worden – in algemene overzichten en populaire boeken – zijn mogelijk de belangrijkste, of de bekendste, goden en godinnen. Dat helpt om een eerste keuze te maken uit de circa 270 namen die GardenStone verzameld heeft. (Dat hij zelf al boeken heeft uitgegeven over Holle, Nehalennia, Nerthus, de Matronae, en het Mercurius-Wodan-complex, is ook een indicatie).
Goden en Godinnen
Wie zijn die bekendste goden en godinnen? Dit zijn de meest genoemden:
Wodan (Odin)
Donar (Thor)
Freyr (Frey, Frei, Fro)
Tyr (Týr, Tiwaz, Ziu, enz.)
Loki (Loke, Lopt)
Mannuz (Mannus)
Saxnot (Saxnôt)
Freyja (Freya, Frea, Freia)
Frigga (Frigg, Frige, Fria, Frija)
Holda (Holle)
Perchta (Perht, Berchta, Peratha, enz.)
Tanfana
Nerthus (Hertha, Moeder Aarde)
de Matronae of Matres (moedergodinnen)
Nehalennia
en verder: Baduhenna, Hludana, Hurstrga (Hurstga).
Op votiefstenen zijn, naast die van Hludana, Nehalennia en de matronen, ook de namen gevonden van deze godinnen: Burorina, Iseneucaega, Sandraugiga, Vagdavercustis, Viridecda, Hurstga, Exoma en Rura. Hé, is dat de Godin die bij de rivier de Roer (Ruhr) hoort?
Kanttekeningen
– Wat het lastig maakt, is dat bijvoorbeeld Freyja een aantal andere namen heeft gehad, die nu niet altijd meer als zodanig worden herkend. Namen die als bijnaam werden gegeven, met bijvoorbeeld de betekenis ‘de gezegende’ of ‘de schitterende’, worden nu beschouwd als namen van aparte godinnen. Een bijnaam van Freyja is Gefn, wat lijkt op Gefjon (vruchtbaarheidsgodin op Seeland) en de Zuid-Germaanse Gabiae. Deze namen houden verband met het woord ‘geven’. Vergelijk ‘Juno Lucina’ in het Romeinse pantheon, of ‘Isis Hathor’ in het Egyptische.
– Was Freyja dezelfde als Frigga? Volgens sommige schrijvers wel. Maar Freyja is een Vanir-godin, en Frigga een van de Aesir. Geldt hetzelfde voor Wodan/Odin en Donar/Thor? Dan hebben we het over verschillende tijdperken, en (deels) verschillende pantheons. Ik kan daar nu niet te veel op ingaan, omdat ik er niet genoeg van weet. Maar dit is een onderwerp om in een volgend artikel uitgebreider naar te kijken.
– Holda wordt soms gelijkgesteld aan Perchta, en soms aan Hel. Maar Bercht wordt ook wel gekoppeld aan Freyja.
– Vaak waren namen van goden en godinnen – over de hele wereld – niet anders dan de lokale woorden voor ‘heer’ en ‘vrouwe’.
– Op votiefstenen zijn niet altijd de volledige namen van godheden gebruikt. Soms werden namen van Germaanse godheden gelatiniseerd, of misschien werden van oorsprong Romeinse godheden ‘geïmporteerd’ in het Germaanse gebied. Er waren ook mensen van gemengde afkomst.
– En dan zijn natuurlijk veel gebruiken in de loop der tijd gekerstend. Waar voorheen godinnen werden vereerd, namen heiligen die rol over, met de locatie waar de godin werd aangeroepen. Van sommige locaties is een associatie met een godheid nog herkenbaar in de huidige naam.
– Een groep die ik hier oversla, zijn de Keltische goden en godinnen. Eigenlijk verken ik alleen de Germaanse goden en godinnen, en laat ik ook de meeste Romeinse, Griekse, Baltische enz. godheden buiten beschouwing. In ‘Godinnen van eigen bodem’ noemt Ineke Bergman ook Brigida (Keltisch), Ostara, Flora (Romeins), Anna (Tanfana? Sint Anna?). Ik neem hen pas mee in mijn zoektocht als ik ze ook elders tegenkom. Voor zover ik weet, waren er geen Kelten boven de grote rivieren, maar wel in de Ardennen.
– Hoewel het altijd goed is om de oorspronkelijke bronnen op te zoeken, zijn oudere boeken niet per definitie altijd betere bronnen dan nieuwere boeken. Wetenschappelijk onderzoek leidt soms tot nieuwe inzichten. Er worden nieuwe tempels opgegraven, nieuwe technieken maken het mogelijk om vondsten beter te dateren, en ook de taalwetenschap ontwikkelt zich, wat kan leiden tot een andere blik op wat we dachten te weten.
Gebruiken
Wat deden onze voorouders waarbij ze de goden en godinnen betrokken? Voordat ik de voorouders benoem als Germanen, of Friezen, eerst nog een kanttekening over de bronnen die hen beschrijven. Dat waren vaak Romeinse schrijvers die de gebieden zelf niet bezocht hadden waar ze over schreven. Die ook de mensen en gebruiken alleen kenden van horen zeggen, en die niet per se tot doel hadden om een waarheidsgetrouwe beschrijving te geven van de volkeren die ze beschreven. De Romeinen waren immers ook bezetters, een buitenlandse macht die het goed uitkwam om de lokale bewoners als barbaren aan te duiden. Later kwam het de christelijke kerk goed uit om de heidense gebruiken als achterlijk en achterhaald te beschouwen. In de negende eeuw werd een lijst opgesteld, een kloostercodex, waarvan alleen de inhoudsopgave bewaard is gebleven, in Mainz. De rest van het boek is verloren gegaan. Judith Schuyf geeft de complete lijst in ‘Heidens Nederland’ (p. 34-35), en Linda Wormhoudt noemt hem ook in haar ‘Goden en sjamanen in Noordwest-Europa’.
Het is een opsomming van wat de heidenen deden, en vermoedelijk is een missionaris uit de ‘Lage Landen’ de auteur.
Een greep uit de dertig hoofdstukken geeft een indruk van de gebruiken: Over godslastering bij de graven der doden; Over de heiligdommen in bossen, genaamd nimidas; Over amuletten en bindsels; Over offerbronnen; Over waarzeggers en voorspellers; Over wat de heidenen zien in het vuur en wanneer ze iets beginnen; Over de heidense loop genaamd yrias met gescheurde vodden en schoenen; Over het godenbeeld uit deeg; Over het godenbeeld dat ze door de velden dragen.
Vervolg
De komende maanden ga ik eerst mijn kennis verbreden door deze bronnen beter te bestuderen, en te zoeken naar aanvullende bronnen. Wie waren onze voorouders, wat weten we van wat ze deden – en waarom / waartoe – en van de godheden uit hun cultuur / culturen. Doe je mee?
Vorig jaar is de uitgave van Heidens Nederland vernieuwd uitgegeven. Het heet nu Heidense heiligdommen. Het aantal bladzijden is verdubbeld. Geen idee of het een goed boek is; ikzelf heb het niet gelezen. Succes met het artikel!
Irma
Dank je Jack!
Hoi Jana, interessante speurtocht. Ik kan je ook het volgende boek aanraden over de tempels bij Elst waar Hercules Magusanus vereerd werd:
In de schaduw van het Noorderlicht door H. Enckevort en Jan Thijssen.
Het is nog tweedehands te koop.
BB Jack