Bloedworst!

Bloedworst! *

Nog vòòr de zon op is wordt al geschonken, en sterk.
Glas na glas gieten we in straf tempo door onze kelen
terwijl we lachend en zingend naar de stallen dansen.

Overal wordt op haar machtige flanken geklonken,
we werpen haar bloemen toe en bespreken welwillend
haar vlees dat lillend en gillend in de oplader hangt.

Zoveel moet ruim genoeg zijn om gepekeld, gerookt,
als worsten en hammen, het voorjaar te halen.
Maar eerst is het feest! Het jaar is volbracht,

de oogsten zijn binnen, gras droogt in de hooiberg.
Potten in kelders, kaas op de planken, drank in de kast.
Nee, dat gaat weer lukken straks, zaaigoed genoeg!

Daar is het dorpsplein. Zeugs’ eind komt abrupt. Eén scherpe haal
met slagers’ langmes is voldoende om haar krijten te staken.
Eindelijk stil. Tot wij juichen. Het varken vloeit over!

Vrouwen verdringen zich met teiltjes onder de gulpende snede
en mengen, zo snel als hun armen draaien kunnen, het bloed met meel.
Wat rest van het vlees wordt in brokken verdeeld onder de gasten.

We steken knoflook en rozemarijn in de nog warme lappen
en leggen ze op beroosterde vaten waarin het vuur goed trekt.
We feesten tot laat en mistig.. Geen mens die nog weet hoe hij thuis is beland.

* Deel 2 van het Tweeluik Herfstfeest/Bloedworst
door Mirjam van der Woud

Gedicht met achtergrond-illustratie

Dit bericht is geplaatst in Artikelen met de tags , , , . Bookmark de permalink.