Vandaag is het 10 juni 2011 het is vandaag een koele en rustige dag… er schijnt regen onderweg te zijn. Het hele voorjaar is het warm en droog geweest, te droog voor de natuur. De regen is meer dan welkom! Zo op het eerste gezicht merk je er niets van, alles is prachtig groen.
Twee weken geleden waren we in Havelte op de heide… ”toevallig’ even weer bij ons hunebed D54 en wat waren de venen daar droog! Het is een prachtig veengebied… maar hier was het watertekort goed te zien. Veel drooggevallen vennen en water dat wel 50 cm onder het gewone peil stond. Ik las van de week in de krant dat het 2 weken onafgebroken zou moeten regenen om dit aan te vullen.
Ons hunebed 🙂 D54 is op 21 november 2010 de plek geworden waar mijn man en ik onze handvasting hebben georganiseerd… dat wist ik in juli 2010 (de tijd van dit verhaal) nog niet… zo zie je maar weer, hoe zaken kunnen verkeren… de twee eiken bij het hunebed staan nu voor ‘ons’ en het hunebed is de plaats van onze verbinding. En de rode steen… die ligt op mijn altaar tussen twee prachtige oude sleutels…
De volle maan van de speer is de maan die je attendeert op het richten op je doel. Je vuur richting te geven en je vuur niet te verspillen met doelloosheid of versnippering van je vuurkracht. Echt gericht op je doel af en volhouden…niet even oplaaien en alle kanten op flakkeren. Echt te gaan voor je doel, dit kost tijd, aandacht en een lange adem.
Volle maan van de Speer ‘Bouw aan je zelfvertrouwen!’
Maandag 26 juli 2010
Mijn intentie voor deze volle maan.
Vanavond gaan wij (mijn man en ik) met een groep mensen naar de hunebedden in Havelte.
Mijn intentie voor deze avond is om deze plek goed op me in te laten werken. De stilte te zoeken en de afzondering. Ik ben natuurlijk gewend om alleen de volle maan te beleven. Ik laat deze avond haar loop hebben in de hoop een mooie ervaring te hebben.
De intentie van mijn speer is een sterke doelgerichte baan te volgen. Een baan dwars door deze wereld. Een baan die opvalt door haar levensvreugd en haar doelgerichtheid hierin.
Een hele warme en sterke volle maan viering gewenst!
Om 20.00 stappen we in de auto. Een vriendin van ons gaat ook mee, zij is uit Ommen naar ons in Zwolle gekomen en samen rijden we naar Uffelte vanwaar we naar Havelte zullen gaan. Nog nooit heb ik zo’n reis ondernomen voor een volle maan.
In Uffelte aangekomen, bij de prachtig ingerichte Ger van Yoka. Yoka heb ik leren kennen via haar foto’s, op Hyve, van de inrichting van haar Ger (een ronde vilten nomadentent). Zij woont daar het jaar rond, prachtig in de bossen in Uffelte. En Aivy een bewoner van de Hobbitstee daar vlak in de buurt kent de hunebedden heel goed. En toen hij een maand geleden aanbood om eens een volle of donkere maanwandeling te organiseren…was het niet moeilijk. Om 21.30 gaan we op weg, het begint al schemerig te worden. De dagen worden duidelijk korter. Na een korte rit met het busje van Aivy komen we bij de hunebedden. Er is een fotograaf bezig met foto’s maken en er staan nog een paar auto’s. We gaan naar het kleinste hunebed D54. Dit is het hunebed dat niet verplaatst is. De originele bodem is met betonplaten afgedekt, niemand kan er opgravingen verrichten. Er schijnt een grindbed op de bodem te liggen en die bodem is zo’n 1,70 cm vanaf het plafond gemeten. Nu ligt er een dikke aarde bodem en kan je net onder de stenen kruipen. Als archeologen beter kunnen prepareren gaan ze pas onder het grindbed kijken. Nu gaan we er vanuit dat het een riteplek betreft.
Een plaats waar men overgangsrite hield. Gewoonlijk waren deze riten in grotten, in de schoot van moeder aarde. De vroegere mensen hebben deze grotten nagemaakt met grote stenen en aarde. De hunebedden lagen oorspronkelijk onder de aarde hoop. Hunebed schijnt een verbastering van Holbergje te zijn… heeft niks met een bed te maken.
Zo, even een stukje kennis/giswerk 😉
We benaderen D54 van de zijkant of achterkant. De ene steen die er voor ligt is een overblijfsel van de toegangspoort. Het lijkt wel een ondergronds iglo als je het zo bekijkt. Aivy legt ons uit dat je het hunebed als moederschoot kan bezien en het dus niet netjes is om haar van voren te benaderen 😉
Tussen de twee eiken door benader ik het hunebed. Ik voel niets speciaals. Het is een prachtige plek. Ik had hier graag echt alleen geweest. Toch ga ik direct na de zijwaartse benadering naar de toegangssteen. Een rode steensoort en ze ziet eruit als een pijlpunt, die naar het hunebed wijst. Ik neem plaats op haar en direct krijg ik “Weten” door. Weten, niet kennis… weten is intuïtie, weten van binnenuit. Langzaam naderen ons de Witte Wieven, ze komen vanaf de weg over de heide op ons aan. De wetende wijven, mooi om dit zo achteraf te bezien, witte wieven zijn de mistflarden maar ook een verbastering van wetende vrouwen.
Ik loop nog een tijdje om D54 (wat klinkt dat toch “niet”) maar voel niks bijzonders. Dan merk ik de waterlopen in het zand op. Het heeft de hele dag gestortregend en het water loopt door de voordeur en om het hunebed heen. Zo mooi om dit te zien. En het hunebed is schoon gespoeld van alle in- en afdrukken van de droge tijd. Ik besluit ook naar binnen te gaan en te gaan liggen. Zo lig ik een tijd op mijn rug in het redelijk droge hunebed. Het is rustig in mij. Op een gegeven moment komen er wat koppies kijken, “Ben je daar”. Ik was je even kwijt 😉 Als ik er uit kom, komt mijn man naar me toe. Hij heeft iets in zijn hand, langzaam opent hij zijn hand. Ik denk dat hij een hagedisje heeft ofzo, hij ziet die diertjes altijd. Dan laat hij een rode steen zien, exact in de vorm van de toegangspoortsteen. De steen die tot me sprak, zo mooi! Hij ligt nu op mijn altaar, een kleinood.
Als we weglopen om naar het grote hunebed D53 te gaan, komt de maan opeens door de wolken heen… zo helder! Dan neem ik een spurt terug en met een ‘kontje’ van mijn man beklim ik D54 (nu klinkt het als een berg). Dit wilde ik eigenlijk direct doen maar uit respect had ik het niet gedaan. Bovenop D54 neem ik de Artemis-houding aan, de speerwerphouding, met mijn hazelaarstaf… die ik altijd bij me heb. Mijn ene voet op de ene steen en mijn andere voet op een andere, best wel wat ver uit elkaar. Gericht op een prachtige volle heldere maan, totdat ze weer verdwijnt achter de wolken. Wat een krachtig gevoel is dat om daar zo te staan… misschien was de heuvel ook wel een krachtplek en niet alleen de binnenkant ;-). Ik spring wat over het hunebed heen (niet echt lichtvoetig) en glij er aan de achterkant af. Met wat hulp van een ieder wordt ik opgevangen. Zo blij om aan mijn eerste ingeving toe te geven. En niemand had gezegd dat dit niet mocht… wel dat je zonder te voelen direct op haar af kon lopen, en dat je dan iets oversloeg. Nou ik heb echt gevoeld… maar het meeste voelde ik óp haar.
Op naar D53. In een open cabrio zitten twee jongelui te vrijen, zij bovenop hem… motor aan. D53 is verplaatst na de oorlog. De Duitsers hadden hem afgebroken om een vliegveld aan te leggen. Na de oorlog is hij weer opgebouwd, maar de oorspronkelijke plek is onderkend. Tussen de twee hunebedden ligt nu een asfaltweg. Aivy verteld dat het waarschijnlijk mannelijke en vrouwelijke riteplekken waren die nu helaas van elkaar afgesneden zijn door deze weg, kan. Duidelijk is wel dat er lustig oplos gevreeën wordt tussen hen in ;-). We benaderen D53 netjes van achteren of opzij. Ik kruip door de toegangspoort (die hier nog is) het hunebed in. D53 is het grootste hunebed van Nederland… echt groot. Hier krijg ik echt en grot gevoel. Dan kruip ik er ergens opzij uit en klim erop. Met wat klim- en springwerk kom ik op de vierde steen aan en die zit heerlijk. Aivy en Yoka komen er ook op. De rest blijft beneden. Samen genieten we zo van de nu wolkeloze hemel en een prachtig heldere maan.
Het is er zo stil… als de motor van de auto, van het vrijende stelletje, niet de hele tijd aan had gestaan. Op weg naar het busje van Aivy, besluiten we om de cabrio heen te gaan staan, lol 😉 Zij zit heerlijk bovenop zijn schoot te wippen en kijkt absoluut niet vreemd op als we daar staan. Ik vraag of de motor misschien uit mag… ”Gut, helemaal niet door gehad… tuurlijk ;-)” Wij wensen hen nog een mooie avond. Als we daarna langsrijden moeten we nog een laatste maal gedag zeggen, raampje naar beneden en een over en weer “Fijne avond!”. Tja, nu is het er echt stil. Nu, achteraf stonden ze waarschijnlijk op de perfecte plaats op het perfecte moment perfect geil te zijn! Soms moet je het even “Weten”.
Toch heb ik het alleen zijn gemist. Ik ga heel graag met donkere maan nogmaals die kant op, of één van de andere hunebedden daar in buurt.
De volgende dag, na vier uur onkruid wieden (en hele pijnlijke benen van het op z’n kop staan) toch gaan lopen… alleen al tegen de spierpijn. Als ik nu ga zitten kan ik morgen niet op of neer. Met frisse tegenzin loop ik het schelpenpad af. Paraplu mee in plaats van staf, het regent. Wat loop ik zwaar! Ik zwalk van links naar rechts, de kisten aan mijn voeten wegen lood. Na een kwartier eindelijk in het buitengebied. Het asfalt loopt stukken lichter! Het ruikt naar mest. De boeren hebben duidelijk geprofiteerd van het weer. Ondertussen is het droog geworden en alles is fris… behalve de lucht ;-). Maar dat wendt snel. Het hoge gras is gemaaid langs de wegen. Het geeft zo’n ingesloten gevoel als het hoog staat, nu is het wijds. Ik loop gewoon even naar Boom 8, besluit ik. Luca is er niet… logisch het is net droog en geen maan te zien, hij is vast binnen, lekker bij de etensbak. Als ik bij de bomenrij aankom zie ik opschot bij Boompje (Boompje was het zevende knotwilgje in de bomenrij en vorig jaar is zij omgewaaid. Boompje was mijn volle maan maatje waar ik altijd contact mee maakte. Ze had aan één kant geen schors meer. Ze was een fractie van de bomen naast haar. Ook rotte ze in op de naakte plek en in een heftige storm, vorig jaar, is zij om gegaan.)
Het opschot blijkt een hele mooie uitloper van Boompje te zijn. Vlak boven de grond heeft zij een nieuwe tak gemaakt. Dit kan uitgroeien tot een hele nieuwe sterke boom! Als de reeën haar nu maar met rust laten!!! Of de andere vegetariërs. Vorige volle maan ben ik langs haar gelopen omdat de reeën in de weilanden stonden en die keer ervoor was ik te duizelig… tja, en dan is het snel twee maanden verder en een nieuwe boom verder 😉 Natuurlijk maak ik contact met haar en ik krijg “Liefde” van haar. Dan ga ik naar Boom 8 en van hem krijg ik “Overmoed”, ik vraag hem goed voor Boompje te zorgen. Bij Boom 6 vraag ik hetzelfde, steun voor Boompje… van Boom 6 krijg ik “Kracht”. Het lijkt ondertussen wel een rebus of ander woord raadsel… ”Weten” van D54 en “Liefde, Overmoed en Kracht” van de bomen. Ik denk dat ik met het maken van het offer voor het wickerbeest ( een fenix dit jaar ) deze woorden eens goed door kauw. Ieder jaar maak ik een mooi dank -en wens offer voor dit wicker gebeuren op Castlefest.
Boompje is het belangrijkste “Liefde”. Ik vraag de andere bomen om te hoeden over Boompje (en natuurlijk indirect over mij) en zij geven “Kracht” en wees behoedzaam tegen “Overmoed”. Kracht is nodig om te groeien in liefde… maar waak voor overmoed! Gebruik je “Weten”… niet je kennis, maar je diepere weten om te groeien op een verantwoorde en gezonde manier. Weten in je hoofd, kan zorgen voor overmoed… blijf voelen.
Op de terugweg naar huis hoor ik steeds een “Piep” heel ritmisch. Ik denk dat het, het apparaat is wat voor het schrikdraad zorgt, zo’n accu ding. Toch hapert het soms en als terug piep… piept het even niet. Dan moet het iets levends zijn 😉 In plaats de brug over naar huis te lopen (en dat vervelde schelpenpad) loop ik het geluid achterna. Het “Piep” wordt steeds harder. Hoog boven in een wat kalende boom, tegen de donkere lucht goed te zien, zit een uil uit volle borst “Piep” te doen. Waarschijnlijk een ransuil. Bosuil doet oehoe en steenuil is veel kleiner. Als ik een tijd sta te kijken en te piepen, klinkt er een zacht “Piep” uit de bossen achter de piepuil. En dan komt er nog een uil aangevlogen, prachtig! Samen zitten ze nu bovenin de boom… de nieuwe uil zit heel de tijd met zijn kopje te rollen en de ander piept er lustig op los. Na een kwartier besluit ik de piepuilen te laten voor wat ze zijn… prachtige dieren in een donkere nacht.
Uilen staan voor kennis… een uil op een stapel boeken. Een prachtige Ex libris zie ik voor me… even googelend op internet zie ik dat er prachtige verzamelingen zijn 😉 Een prachtig plaatje van een uil op de schouder van een nar die op een ezel rijdt… kennis maakt niet altijd wijzer 😉 Grappig is dat mijn wickeroffer mand dit jaar een uil is… toeval bestaat niet.
Al zwalkend loop ik terug over het schelpenpad, ik ben blij dat ik terug ben. Gelukkig heb ik geen spierpijn gehad de dag erna… wel weer een mooie ervaring rijker.
Liefs, Loes