Om te scheppen heb je de elementen nodig. Om bewust te zijn, heb je woorden en beelden nodig. Bij onze rituelen en meditaties, zowel heidense als christelijke, staan aarde, lucht, water en vuur centraal. De vier elementen worden al van oudsher door de mens gebruikt als symbool voor de bouwstenen van het leven. We kunnen niet zonder.
Daarom wijden we in de Wiccan Rede een artikelenreeks in vier afleveringen aan de diepere betekenis van de vier – of zijn het er vijf – elementen. De schrijver ervan, Ramos, is al jarenlang actief in de Greencraft-traditie.
In het eerste deel van dit vierluik beschreef Ramos de elementaire kennis over de kwaliteiten van de vier elementen en hun toepassing. In het tweede deel gaat hij nader in op onderlinge verbanden tussen de elementen. In het derde deel overstijgen we de eenheid van vier delen en dit vierde deel roept hij ons ertoe op onze eigen unieke mix verwerkelijken, hun eigen persoonlijke geestelijke fingerprint: “het raadsel mens: de sleutel zit aan de binnenkant”.
4 Het raadsel mens: de sleutel zit aan de binnenkant
“In het bewustzijn van de eigen grenzen leven betekent niet afzien van de eigen rol of betekenis in de wereld. Integendeel. De zekerheid dat alles zijn tijd bezit, maakt het voor u gemakkelijker om tekens des tijds te herkennen en zelf tekens te geven.”
Uit ‘De Crowley Tarot’ door Evelin Bürger & Johannes Fiebig 1)
“Hoe zou een mens verlicht kunnen worden, indien hij niet het licht in zich droeg?”
Uit ‘Tarot voor beginners’ door Evelin Bürger & Johannes Fiebig 2)
Je kunt je afvragen wat de zin van het leven is. Als je kijkt naar de evolutie, meer in het bijzonder naar de ontwikkelingsreeks: materie, plant, dier, mens, godheid, dan valt op dat er bij elke volgende stap er een dimensie bij komt. De mens, ingeklemd tussen dier en godheid, wordt gekenmerkt door bewustzijn, terwijl alle voorafgaande dimensies, van stof tot dier, nog werkzaam blijven. De goddelijke dimensie is als een belofte voor de toekomst in hem/haar gelegd. Daar ligt de zin van het bestaan: bewust te zijn van de eigenheid als individueel mens en tevens lid van het menselijk ras en van daaruit verder te reiken.
In de eerdere artikelen in deze reeks over de Elementen is duidelijk gemaakt: in de vier elementen zitten de vier ‘aangezichten van het goddelijke’ en als we ons daar aan spiegelen, kunnen we onszelf leren kennen. Woorden schieten te kort om het goddelijke te beschrijven, want als we Tao onder woorden kunnen brengen, is dat niet het echte Tao volgens Lao Tse. Maar als we de vier elementen in onszelf bestuderen en er doorheen leren kijken, leren we onze goddelijke kern mogelijk opnieuw kennen. Die kern ‘kenden’ we al toen we deel uitmaakten van de Al-ziel. Maar toen we bij onze incarnatie van deze Ziel afgescheiden raakten, zijn we die kennis kwijtgeraakt. Vandaar ons grote verlangen naar eenheid.
Het is onze opdracht om die goddelijke ‘aangezichten’ te kennen en ze door middel van ons Zelf op aarde te verwerkelijken. De vier elementen geven vorm aan de mens in wording door celdeling en differentiatie. Maar op welk moment precies komt het LEVEN erin? Wanneer krijgen we ‘de adem van het leven’ ingeblazen? Ontstaat leven pas bij bewustwording?
Het vijfde en zesde element
Wat slechts zijdelings aan de orde geweest is, zijn het vijfde en zesde element in de wijdingsformule die ik in de intro van het artikel heb beschreven: de Geest en de Ziel. Zij zijn fundamenteel voor integratie en transformatie van ‘de vier elementen’. Het vergt echter een compleet nieuw artikel om het geheim achter deze aspecten uit de doeken te doen. In het kort kun je Ziel omschrijven als beginsel dat de vier elementen in een mens op een geïntegreerde manier met elkaar contact laat houden, laat ‘communiceren’, en dat de relatie met de Aarde en de naaste in stand houdt – horizontale werking; Geest kan je omschrijven als beginsel dat zorgt voor contact met het hogere, de goddelijke Bron en het verborgene, ‘diepere’ – verticale werking. Ze zijn beide van een hoger niveau dan de vier elementen (‘hoger’ wil niet zeggen meer waard!, maar ‘omvattend’) en zijn voorwaarde voor onze eigen ontwikkeling, c.q. ons persoonlijke antwoord op de vraag waarom we hebben gekozen voor het leven.
Hoe eigen en uniek die mengvorm van alle elementen in ons is, bewijst wel het DNA dat slechts aan één individu tussen die meer dan zeven miljard is toe te wijzen. De basiselementen zijn voor elk mens hetzelfde, maar wat ieder er mee maakt is bijzonder en uniek. De wereld heeft elk individu nodig om een uniek element in de voortgaande schepping toe te voegen. Zoals stamcellen zorgen voor zichtbare verdergaande differentiatie en ontwikkeling, zorgen de elementen in ons voor differentiatie en ontwikkeling van ons bewustzijn. Jung noemt dit proces índividuatie’. We gaan steeds meer zien en inzien, maar we blijven ook stof, vertonen wetmatigheden van de plant en herbergen evolutionair het dier in ons.
Die verdere differentiatie en geestelijke groei is nodig om tussen al die varianten van het bestaan die ene te vinden die precies bij ons past. Wij zijn zelf het puzzelstukje in het geheel: waar passen we? en ook: past ons dat? Belemmerend in dat groeiproces zijn de wetmatigheden van de stof en plant, en zeker van dat beest in ons. De stof trekt ons in het materiële denken – daar heeft de hele wereld last van. Het beest in ons leeft diep van binnen nog steeds met de oerangst om verscheurd te worden (Barbara Ehrenreich in een essay in dagblad Trouw 24-11-2018 ‘Letter & Geest’: “De mens is een mozaïek van prooi en roofdier”). En dat de mens zich als dier gedraagt, wordt fenomenaal beschreven in het boek ‘Sapiëns’ door Yuval Noah Harari. Ondanks alle civilisatie is er altijd die angst van ‘het reptielenbrein’…
Unieke mix
Die civilisatie zorgt nog voor andere belemmering. In het Duits is het woord voor opvoeding en scholing ‘Ausbilding’. Een mooi woord omdat daar het woord Bild in terugkomt. Onze wording gebeurt namelijk in wisselwerking met onze buitenwereld naar bestaande beelden. De beelden van ‘zoals het hoort’ en goed is, al lang vastgelegd in het bepalende gedrag van pappa en mamma, buren, schoolmeester, leerboeken, media… Met de borst en paplepel krijgen we de moedertaal binnen, zo leren we taal gekoppeld aan mores van onze cultuur. Maar wat te doen met (nieuwe?) fenomenen in ons bewustzijn waar we geen woorden voor geleerd hebben, omdat ze eruit gefilterd en verdrongen zijn? Wat moeten we met die unieke mix in onszelf? De uitspraak ‘er is niets nieuws onder de zon’ klopt niet, want elk nieuw geboren kind is behalve een herhaling van zetten in de evolutie ook een kans een ontbrekend stukje toe te voegen.
Ook dieptepsychologisch zitten we qua bewustzijn voor een hobbel. Zoals DNA de evolutie van de mens opslaat, worden ervaringen van onze allervroegste voorouders tot heden opgeslagen in het collectieve onbewuste, de Akasha-Kronieken. Ze hebben de vorm van archetypen, oerbeelden. Ze komen tot ons via dromen, sprookjes, mythologie, volkswijsheid, spontane invallen. Ze geven ons enerzijds de mogelijkheid van die wijsheid gebruik te maken, maar – pas op – ze betreffen wijsheid van onze voorouders en het is maar zeer de vraag in hoeverre ze antwoorden bieden op kwesties van vandaag. Bij het begrijpen van de beelden treden er dus mogelijk ‘vertaalfouten’ op.
Kortom: het ontslaat ons niet van de verantwoordelijkheid om onze eigen wijsheid, aanvoelend vermogen en overwegingen er bij in te schakelen. Wij goddelijk? Zien we dat in?
De draak in mij
Wat ik om me heen zie, ook in de heksenkring waarin ik vertoef, is dat we krachten, goden en godinnen, buiten ons neigen te plaatsen. We roepen de Krachten en Machten aan om binnen de cirkel te komen en we nemen afscheid van hen aan het eind van het ritueel met een ‘Heil en Vaarwel’.
Ook ‘het beest in ons’ projecteren we het liefst buiten ons, op ‘de ander’ (“l’enfer c’est l’autre”, zei Sartre al). Wijzelf zijn geneigd ons straatje schoon te vegen, de balk in onze eigen ogen niet te zien. We bagatelliseren onze zwakheden en verdringen fouten. De ander heeft het gedaan! We bouwen een illusoir beeld van onszelf op. We kijken liefst niet echt goed in de spiegel… Houden we van onszelf inclusief onze schaduwzijde, de Draak in ons? En over ‘beelden’ gesproken: met betrekking tot vrouwen over mannen en mannen over vrouwen, kunnen we er wat van. Ik ben er van overtuigd dat bijna niemand van ons los kan komen van beeldvorming over de man en de vrouw in onze cultuur. In die zin zijn we allemaal slachtoffer – enfin dat vereist een compleet ander artikel.
“Om hun rol en plaats in het universum te vinden, is het voor mannen belangrijk om zich in de vrouw te herkennen, om de wereld te begrijpen. De vrouw moet zich in de wereld herkennen om zichzelf te begrijpen.” 3)
Projectie is trouwens nodig om bewust te worden! Het begint met het uiten, het naar buiten brengen van het beeld in de vorm van uitgesproken of geschreven gedachten. Pas dan kan je er zelf naar kijken en het beeld bestuderen, er aan snuffelen en tot slot terug nemen en herkennen als van jezelf. ‘Wat je zegt, dat ben jezelf, puh, puh’ roepen en weten kinderen al.
Woord en daad
Het kind zijn van de evolutie als mens, als deel van de mensheid, plaatst ons voor enorme opgaven. Noem het herhalingsdwang op verschillende manieren. Ten eerste – in de gewone psychologische betekenis – dien je als kind dat wat vader en moeder als trauma onafgewerkt hebben laten liggen alsnog af te maken. Ten tweede – in bredere betekenis – dien je tegelijk de evolutie versneld door te maken. Dat is zichtbaar in de baarmoeder als de celdeling en differentiatie op gang komen: je krijgt als baby even alle wetten en verschijningsvormen van leven door je heen gespoeld. Vervolgens ligt er een levensopdracht in je besloten om jouw eigen specifieke en unieke bijdrage aan de schepping te leveren. ‘Er is geen groter pijn dan bewust te zijn’ dichtte Ernesto Cardenal al.
Met het leren van de taal worden betekenissen en morele waarden aan woorden, gedrag, houding en beelden toegekend. Zo wordt onwillekeurig ook ons zelfbeeld opgebouwd. Dat eenzijdige beeld geven we niet zomaar op. We zijn gehecht aan bekende beelden en betekenissen; daarom vinden we bepaald gedrag afkeurenswaardig en ontwikkelen we voorkeur voor een houding (en een leerstijl of levensstijl). Dat is tevens de reden waarom we soms moeilijk nieuwe betekenissen toelaten. Toch is het juist dat, waar de vier elementen ons toe uitnodigen: zoek de waarheid achter de sluier die over de werkelijkheid heen ligt.
Probleem daarbij: hoe meer de mens zich ontwikkelt en zijn eigenheid of persoonlijkheid vormt, hoe eenzamer hij wordt. Tegelijkertijd bereikt hij zijn bestemming, dat wil zeggen hij verwerkelijkt zijn unieke geestelijke code en voelt zich geheel verbonden met zijn wereld, de wereld. Hij kan dan in elk geval zichzelf bevestigen en erkennen in zijn waarde. Dit is een levensparadox. Je ziet het pas als je het door hebt… 4)
(noot 5)
Samenhang en wijsheid
Hier hebben we toch het antwoord op de vraag waarom we ten diepste heks zijn geworden. Namelijk dat we onszelf in onze magische kwaliteiten wilden ontdekken en scholen en zo de medeverantwoordelijkheid voor de Wereld konden nemen.
Symbool staat daarvoor De Magiër, kaart nr. I van de klassieke (Rider/Waite) Tarot. Voor hem, op zijn werktafel, liggen zijn vier symbolen: zijn staf, beker, zwaard en pentakel… Maar laten we twee zaken niet vergeten: de staf die hij in zijn rechterhand omhoog heft als een verbindingsstuk tussen Hemel en Aarde en het lemniscaat boven zijn hoofd. Deze twee symbolen vervolmaken zijn werktuigen hier op zijn reis in/op/naar De Wereld. Het is de Magiër die de wereld in de breedste zin wil leren begrijpen en vooral de samenhangen in de materie. Die vormen het begin van alle wijsheid; de vier elementen zijn het materiaal dat we voorhanden hebben. De Magiër staat symbool voor de wil om die wijsheid te bereiken, staat voor de scheppingsdrang, het verlangen…, maar hij is niets zonder de vurige levensadem, zijn meestromen met de tijd, zijn poten in de aarde, zijn Schaduw en Anima in hem. Het proces van medeschepper zijn in de voortgang van de evolutie vergt alle krachten.
Als we een deel van het geheim, dat in ons verstopt zit, willen ontrafelen, vormen de vier elementen vier sleutels. Ze bieden een wisselend perspectief op het leven. Door een van de vier brillen op te zetten worden aspecten van onszelf uitgelicht. Onder invloed van de omstandigheden wordt onze zogenaamde vrije wil onderdrukt, oh zeker. Maar pas onder weerstand wordt de eigen wil versterkt – om bijvoorbeeld de zwakste van de vier elementen in onszelf krachtiger te ontwikkelen. De sleutel zit aan de binnenkant!
Wij hebben net als onze voorvaderen conservatieve krachten in ons: het goede dient behouden. Maar openheid naar het nieuwe in ons dient evenzogoed ruimte te krijgen. De vier elementen laten onszelf zien in onze worsteling om alle vier de ballen tegelijk en evenwichtig in de lucht te houden. Aarde voor de zorg voor ons lichaam, lucht voor onze adem, vuur voor onze passie, water voor onze levende schoot en geest voor onze creatiekracht waarmee we onze uniciteit vormgeven in het leven. Het is tijd om de Krachten en God(inn)en in ons vlees en benen te geven. Wij zijn hun handen, hart, hoofd en voeten op aarde. Zij tonen ons hoe wij onze eigen unieke geestelijke ‘fingerprint’ op aarde mogen achterlaten. Zij laten ons werkelijke gezicht zien.
Noten
- Uit ‘De Crowley Tarot’ door Evelin Bürger & Johannes Fiebig; ISBN 90 6378 374 4
- Uit ‘Tarot voor beginners’ door Evelin Bürger & Johannes Fiebig; ISBN 90 6378 324 8
- Zie noot 1)
- Bekende uitdrukking van Johan Cruijff
- Uit de Rider/Waite-Tarot, uitgegeven door uitgeverij Kosmos, ISBN 90 215 1356 0
Ramos, april 2019
Ik geef hier ter illustratie bij de strekking van mijn stuk een gedicht van Paul Rodenko getiteld
Het Beeld.
Uit het hout van de morgen
uit morgenrozenhout
sneed ik een beeld
heel licht en smaller dan een lijsterstem
een beeld van morgenrozenhout
Het was zo schuw zo ongeschoold
dat ik het zelf niet kende
met elke windvlaag was het weg
maar m’n kind
een bloesemtak
een onbekende
bracht het mij voorzichtig weer terug
Er waren er die het herkenden
en luide namen gaven:
Confecta Sexgiraffe Tafel met Citroenen
Clown Tederheidsbeginsel
Bloedgewricht
Naakt met Napoleon Een Huis My
Country
My Kâ My Lah My Lullalonesome Baby
O Schweler Ahnenstern Wir haben’s
nicht gewusst
nimmet gruwuhle
nit granah.
Een heel smal haast doorzichtig beeld
van morgenrozenhout.
Langs zenuwrasterwerk
door tuinen
hoogbeplant met
diplomatenkoppen
droeg ik het roze beeld
van morgenrozenhout
en ieder wist nauwkeurig wat het was
slechts ik die ’t eigenhandig had
gesneden
ik orensnijder
schoudertulpensnijder ik
orensnijder tulpensnijder
gaat er mee de vijverkoe
bevrijden
de vijver is gesloten
de sleutel is gebroken
er is geen ene
tweee
driee
– Dites, Madame, va-t-il pleuvoir ce soir?
– Mais non, Monsieur, vous ne savez donc pas?
– Quoi?
– Qu’on a inventé le plus-jamais-pleuvoir?