Dodelijke planten – Een fascinerende reis langs de giftigste planten ter wereld
Elizabeth A. Dauncey & Sonny Larsson
Zeist, KNNV uitgeverij, 2018. ISBN 9789050116640
224 pag. (28 x 21,5 cm; hardcover, ingenaaid) € 34,95 (KNNV-leden 10% korting)
Anders dan de titel lijkt te suggereren, worden de giftige planten in dit boek niet plant voor plant besproken. Het vertrekpunt is de werking van plantaardige gifstoffen op het organisme. Het boek begint met enige uitleg over de werking van het menselijk lichaam, en hoe gifstoffen die kunnen verstoren. Vervolgens worden per gedeelte van het lichaam, zoals hart, hersenen, spieren, huid, interne organen, enz., stoffen genoemd die daarop van invloed zijn en een dodelijke werking kunnen hebben, maar soms ook geneeskrachtig worden toegepast. In dit verband worden de planten genoemd die zichzelf met deze stoffen beschermen om niet te worden opgegeten.
Naast de tekst in de hoofdstukken waarin dit alles wordt uitgelegd, staan veel mooie foto’s met informatieve bijschriften en kadertjes met wetenswaardigheden. De hoofdstukken zelf vormen niet overal gemakkelijk leesvoer, met zinnen als “Colchicine stopt de celdeling (mitose) door tijdens de metafase het vormen van de spoelfiguur door microtubuli te blokkeren”. Bij een boek met dergelijke teksten had wel meer aandacht mogen worden besteed aan de drukproeven. Nu zijn er slordigheden blijven staan zoals onvertaalde woorden, inconsequente spelling, verkeerde afbrekingen e.d. Wanneer je je moet inspannen om de informatie goed tot je te laten doordringen, gaan zulke dingetjes irriteren. Niet zozeer storend maar ietwat bevreemdend zijn koppen die in het Engelse origineel een woordspeling moeten zijn geweest, maar dat in de Nederlandse vertaling niet zijn, zoals “niet zo lieve erwt” boven een stukje over de graserwt (Lathyrus sativus), die verschilt van de bekende snijbloem ‘lathyrus’ (Lathyrus odoratus) die in het Engels ‘sweet pea’ heet. Het register achterin is matig: lang niet alles is daarmee terug te vinden. Maar de rijkelijke visuele en verbale illustraties maken dat je telkens weer naar het boek grijpt om te lezen en plaatjes te kijken. De teksten in de kadertjes zijn begrijpelijk en onderhoudend.
Wie nog geen ontzag had voor planten, krijgt het wel bij het lezen van dit boek. De plantenwereld blijkt enorm inventief (als je dat zo kunt zeggen) in het aanmaken van verdedigingsstoffen, en het wordt nog maar eens te meer duidelijk dat niet alles wat puur natuur is, daarmee ook goed voor ons is of ten minste geen kwaad kan, zoals velen abusievelijk veronderstellen. Onvoldoende bekendheid met planten kan tot riskante situaties leiden, zoals veel verhalen in dit boek laten zien. Sommige lezers herinneren zich waarschijnlijk nog wel dat er in 2000 wereldwijd alarm werd geslagen over populaire ‘sterrenmix’-kruidentheemengsels, toen daarin in plaats van de echte steranijs (Illicium verum) de giftige Japanse steranijs (Illicium anisatum) was aangetroffen.
Het gaat in het boek niet alleen over de schadelijkheid voor mensen. Er wordt ook veelvuldig vermeld of een plant die giftig is voor de mens dat ook is voor andere dieren zoals vee, vogels of insecten. Dit kan sterk verschillen. Zo blijken schapen bestand tegen het gif in de naalden van de venijnboom (Taxus baccata), terwijl dat voor paarden en runderen dodelijk is. Sommige konijnen beschikken over een enzym dat de giftige stof atropine uit wolfskers (Atropa bella-donna) afbreekt voordat het konijn er last van krijgt. Een konijn dat kort na het eten van wolfskers door mensen wordt gevangen en opgegeten, kan maken dat die mensen ‘secundair vergiftigd’ worden, zoals dat heet. Monarchvlinders (Danaus plexippus) zijn zo geëvolueerd dat de rupsen ervan zijdeplanten (Asclepias sp.) kunnen eten, waardoor de rupsen en vlinders zelf giftig worden voor vogels. Andere rupsen beschermen zichzelf dan weer door er net zo uit te zien als monarchvlinderrupsen!
Mensen hebben door de eeuwen heen plantengif voor hun eigen doeleinden weten in te zetten. Bijvoorbeeld bij de jacht, bij het uitschakelen van menselijke of dierlijke vijanden, of om zelfmoord te plegen. Wie graag speurdersromans leest of detective-series volgt, zal aan dit boek veel plezier kunnen beleven. Voor wie zelf dergelijke verhalen wil schrijven, valt hier genoeg inspiratie op te doen voor een spannende plot! Agatha Christie werkte in een apotheek en wist daardoor veel van de werking van de planten die in het begin van de twintigste eeuw nog werden gebruikt bij het bereiden van medicijnen. Deze kennis verwerkte ze in haar boeken, bijvoorbeeld door te beschrijven hoe een moordenaar er in slaagde de bittere smaak van het gebruikte gif te maskeren.
Planten die door hun krachtige uitwerking op het menselijk lichaam iemand tot aan of zelfs voorbij de rand van het dodenrijk kunnen brengen, of daarvandaan kunnen weghalen, zijn dikwijls in verband gebracht met hekserij en andere ‘bovennatuurlijke’ zaken. Soms zijn ze ingezet als ‘godsoordeel’, zoals bij het 19de-eeuwse gebruik in Nigeria om personen die werden verdacht van zware misdaden zoals moord, verkrachting of hekserij calabarbonen (Physostigma venenosum) te laten opeten. Wie hieraan overleed, was schuldig. Andere planten werden en worden nog altijd wereldwijd door sjamanen en andere gebruikers ingenomen om visioenen te verkrijgen of te communiceren met de geestenwereld.
Al met al een interessant boek waaruit de verbluffende rijkdom en kracht van de natuur levendig naar voren komt. Het laat ook zien dat men niet te snel moet oordelen dat iets wat een serieus gevaar oplevert maar beter uitgeroeid kan worden. Sommige van de giftigste planten leveren immers belangrijke medicijnen, en het ene gif kan een tegengif zijn voor een ander gif. Iets kan vanuit een bepaald oogpunt beslist schadelijk zijn, maar in een ander opzicht toch een belangrijke rol vervullen. Zo blijkt zelfs het door boeren en paardenliefhebbers zo gehate jacobskruiskruid (Jacobea vulgaris) voedsel voor zeldzame vlinders en andere insecten, en daarmee onmisbaar voor het behoud van de biodiversiteit.