Hazels pentakel
Marte Jongbloed
(Heksenspiegel)
Luitingh-Sijthoff, 2018. 238 p. ISBN 978 90 2445 8035 4. € 15,00
Websites: Marte Jongbloed, Boekenwereld
Hazel woont bij haar oom sinds ze een auto-ongeluk heeft gehad waarbij haar ouders omkwamen. Het gekke is dat ze zich niets van hen kan herinneren, en dat haar oom niets wil vertellen over haar verleden. Als oom zich steeds agressiever gaat gedragen, vlucht ze het huis uit. En dan ontmoet ze de groep mensen die de lezer in de proloog al heeft leren kennen. Mensen die in een kring lopen rondom een schaal met water, die spreuken prevelen, en dingen zien die later gaan gebeuren. Heksen, inderdaad. Het blijkt echter ook een warme groep mensen te zijn die Hazel onderdak bieden en ondersteuning. Ze leert vormen van magie die ze kan gebruiken om zichzelf te beschermen, en dat blijkt nodig ook. Want er dreigt gevaar. Ook van heksen, in het bijzonder een mysterieuze zwarte heks.
Natuurlijk wil ik niet teveel van het plot onthullen, behalve dan dat het verhaal niet eindigt op de laatste pagina van het boek. Dit deel wordt wel afgerond, maar er komen nog twee delen aan waarin Hazel en de coven worden gevolgd: Hazels spreuk, en Hazels coven.
Marte Jongbloed had al meer jeugdboeken geschreven toen ze aan ‘De heksenspiegel’ begon. Voor deze trilogie heeft ze “zich grondig verdiept in de wereld van de moderne hekserij”. En dat kun je merken aan allerlei details. Die geven de sfeer van magische rituelen heel goed weer. De heksenwinkel in het boek zou je als heks zo willen binnenstappen om er je inkopen te doen, en de manier waarop de heksen omgaan met elkaar is herkenbaar. En ook hoe ze Hazel geruststellen door te vertellen hoe ze haar willen helpen:
Isolt pakte haar hand. ‘Als een van ons een probleem heeft, proberen we elkaar te helpen. Dat doen we door energie aan elkaar door te geven. Meer is het eigenlijk niet. En toch helpt het. We gaan niks engs doen, hoor.’
Het stelde Hazel slechts ten dele gerust.
‘Het wordt vanzelf duidelijk,’ zei Eda. ‘Wij zullen zingen, en soms zeggen we samen iets hardop. Daar hoef je niet aan mee te doen. Luister eerst maar aandachtig en laat je meevoeren.’ Ze stond op en pakte een stukje hout, dat ze aanstak door het boven een van de brandende kaarsen te houden. Het houtje herkende Hazel van de winkel van Prosper.
‘Palo santo,’ fluisterde Isolt. Dat heeft een reinigende werking.’
Uiteraard is het fictie, en geen getrouwe beschrijving van wat moderne heksen doen. Een minderjarig meisje mee laten doen met rituelen, een onbekend meisje bovendien, dat zie ik een echte coven nog niet doen. En Marte Jongbloed heeft gelukkig genoeg fantasie om een ritueel te beschrijven zoals het ongeveer zou kunnen gaan, zonder dat ze teksten hoeft over te schrijven uit een boek over magie. Maar ze geeft er wel een hele echte ‘feel’ aan. Ze heeft haar huiswerk gedaan, en het goed begrepen.
Wat ik grappig vond om te horen, tijdens een lezing die Marte gaf op Castlefest, was dat sinds ze hiermee bezig is, ze ontdekt dat er in iedere stadswijk wel een heks woont. Nu ze ermee in de publiciteit komt, is er overal wel iemand die haar toefluistert zelf een heks te zijn. Bijvoorbeeld een verkoopster in een winkel, “maar mijn baas mag het niet weten”, en andere mensen die ze in het dagelijks leven ontmoet.
Naast herkenbaar voor ‘moderne heksen’ is het vooral ook een spannend jeugdboek met verrassende wendingen. Ik ben heel benieuwd naar de volgende delen!