Dode hertjes en creatie

Skelet van een hertje op de bosvloer

We liepen door het bos, de Leuke Man en ik. “Ik weet nooit zo goed wat ik nou aanmoet met Imbolc,” zei ik. “In-de-buik is nou niet direct iets om een ritueel omheen te maken. Er is iets nog niet. Hoe maak je dat zichtbaar?”
Hij knikte vriendelijk en stak zijn neus een beetje omhoog, alsof hij wilde ruiken of het bospad waarover we liepen wel betrouwbaar was.
Aan zijn ‘uh-huh’ kon ik horen dat hij het bedenken van een Imbolc-ritueel geen moment van zijn leven als probleem ervoer. Hij was in zijn eigen gedachten verzonken maar, in tegenstelling tot mij, deed hij dat in stilte.
Het kleinere pad liep dood, maar wij struinden lekker verder. De heide kraakte onder onze voeten. De slachtoffers van de storm lagen her en der om ons heen: scheefhangende bomen, afgescheurde takken; op deze plek, zo ver van de wandelpaden af, hecht Staatsbosbeheer kennelijk niet meer zo aan uiterlijk vertoon.

Krachtvoorwerp
“Bridget spreekt me dan nog meer aan. Zo’n goddelijk duizenddingendoekje dat kan smeden, healen en dichten. Maar in rituele vorm…”
De Leuke Man pakte mijn arm. “Kijk!” zei hij en hij glunderde over z’n hele lijf. Hij wees naar iets wittigs.
Daar lag ze. Of hij natuurlijk. Of het, want als iets zo enorm dood is als dit hertje kun je nauwelijks meer belang hechten aan sekse, lijkt me.
In stilte liepen we om het halve geraamte heen, elkaar wijzend op interessante uitsteeksels. “Zo’n bekken heb ik ooit eens los gevonden,” zei ik en ik realiseerde me dat ik ook toen met een Leuke Man in het bos liep. Dit bos.
Het ziet eruit als een masker, dat ding boven mijn altaar,” legde ik uit.
Vanaf het moment dat ik het vond ben ik van plan geweest om er Iets Mee Te Doen. Eigenlijk vond ik dat ik er een krachtvoorwerp van moest maken; een ritueel Object dat er prachtig uitziet en een beetje mysterieus, waar je kippenvel van krijgt als je het ziet en dat op te laden is met precies de juiste intentie om in te zetten bij bijzondere rituelen. Nooit gedaan. Wel een kleurig Beltanelint doorheen gevlochten, in 2004 geloof ik.
Dit hertjesoverschot bood nog veel meer mogelijkheden.
“Oh, die ruggewerveltjes zitten er zelfs nog aan vast,” wees ik.
De Leuke Man bukte zich en pakte een los hoefje op. “Prachtig hè…” mompelde hij en stak het in zijn zak.
“Als ik nou toch echt Iets Moois zou kunnen maken met…” ik maakte een wat sukkelig gebaar naar de hertjesresten: “dit allemaal… Dan zou ik het wel mee willen nemen.”
Ik realiseerde me direct dat ik mezelf al haarfijn had uitgelegd waarom ik de beenderen niet (ook niet met eindeloos geduld om ze niet te laten ontwrichten of breken) mee naar de auto zou slepen.
“En zeg, wat is dat?” wees hij. Verderop lag nog een los pootje, zo te zien van hetzelfde hertje, maar nu met nog een slofje van bont boven het hoefje.
Ook dat lieten we liggen en zelfs toen we het vierde pootje vonden, lieten we ons enthousiasme hangen bij enthousiaste kreetjes, maar we namen niks mee.

Duizenden kleine kaakjes
Want waarom zou ik? Het hertje had z’n werk al gedaan. De rest van de wandeling en nog veel dagen daarna, tot nu toe zelfs, dacht ik eraan. En aan hoe nieuwe ideeën, creatie, meestal voortkomen uit iets wat oud is en niet meer werkt. Bij mij tenminste, ontstaan de beste ideeën uit wanhoop. Ik heb teveel troep in mijn tas, kieper ‘m om en zo ontstaat het Damestasjeslezen. Of ik wil een lezing geven, vergeet mijn aantekeningen en improviseer een veel leuker programma bij elkaar dan ik gewend ben te doen. Of mijn geld is op en ik bied een schrijfcursus aan bij iemand die mij een waardevol consult kan geven dat ik niet kan betalen.
Er is iets niet waar ik wel naar verlang en zo ontstaat er ruimte voor creatie.
Tussen ‘niets’ en ‘iets’ vindt het creatieproces plaats. Ik beschrijf eerst voor mezelf in woorden hoe het moet zijn: een brug tussen verlangen en werkelijkheid die ik zal smeden, en genees daarmee het niets – door het te transformeren tot creatie. Ik reik uit naar de goden met creatiedrang, de goden buigen zich giechelend naar mij toe en antwoorden met hun scheppend vermogen. In die samenwerking ontstaat iets nieuws, domweg omdat het oude er plaats voor heeft gemaakt.
In de natuur is dat zo prachtig te zien. Op de plek waar wijlen dit hertje wordt opgenomen in de aarde, traag, geleid door duizenden kleine kaakjes van torretjes en wormpjes, zal de grond meer voeding geven aan de zaden die er toevallig op neer komen.
Deze desolate plek is een vat van creatieve potentie.
Zoals ook verlies, verdriet en ziekte een prachtige voedingsbodem zijn voor gedichten, schilderijen, muziekstukken of weergaloze vrijpartijen.
Wat was dat nou over rituelen en zo? Die Brigite?” vraagt de Leuke Man.
“Laat maar,” grijns ik. “Ik weet het al. Dichten. Smeden. Helen.”
Hij knikt en wijst. “Daar staat de auto al. Gaat het nog?”
Als we thuiskomen legt hij het hoefje op mijn altaar. Een cadeautje.
Moet ik toch eens iets mee doen.

————————————————————————————————————————————-
Nieuw boek: Schrijven met het Creatiepentagram

Op 8 maart verschijnt mijn nieuwe boek Schrijven met het Creatiepentagram bij uitgeverij A3-boeken. Hierin beschrijf ik hoe je gemakkelijk met een nieuwe creatie de brug legt tussen verlangen en werkelijkheid. Kijk even op mijn website, www.yoeke.com, of er nog plek is om mee te doen aan de workshopdag in Maarn – of ergens anders – om ook zelf te gaan werken met het Creatiepentagram.

Over Yoeke

Yoeke Nagel voelt zich Interheksueel. Haar heidense wortels liggen bij de Reclaiming-traditie. Je kunt haar bereiken via www.yoekenagel.nl
Dit bericht is geplaatst in Artikelen, Columns met de tags , . Bookmark de permalink.