Lammas. Het graan dat met Imbolc aan de aarde is toevertrouwd, is uitgegroeid en tot volle wasdom gekomen. De goudgele korenaren zijn vol en talrijk. Zon gevat in graan. De halmen zijn klaar om te worden geoogst en verder te worden verwerkt tot brood en ander voedsel. Een deel van het graan zal weer dienen als zaaigoed voor de volgende oogst, de volgende cyclus. Het is het ultieme offer. De Graangod die zichzelf offert om nieuw leven te geven.
In veel religies en in mythologische verhalen is er sprake van een god of de Held die zichzelf offert voor een verheven doel of goede zaak. Het mythologisch thema van het offer maakt deel uit van het archetypische erfgoed van de mensheid vanaf het moment dat de landbouw in opkomst kwam. In de Upanishaden is het een paard dat wordt geofferd, in de Mithrascultus een stier. Het welbekende offer van de Christus aan het kruis, maar ook de castratie van Attis zijn voorbeelden van mythologische offers. Met een offer doe je vrijwillig afstand van iets wat dierbaar is, maar met een hoger en verhevener doel, wat de pijn van het offer niet altijd minder maakt. Aanvankelijk lijkt alles hopeloos, verloren en uitzichtloos. Er is twijfel op het pad gekomen, angst om dan, na het offer, te bemerken dat alles is zoals het moet zijn, ofwel de bestemming die bereikt is. Zo ook in het leven van Carl G. Jung.
Freud, een geniale denker van Joodse afkomst, zag in de Zwitserse Jung aanvankelijk een voorvechter, een medestander, maar ook een kroonprins voor zijn psychoanalytische beweging. De Zwitserse Jung zou ervoor kunnen zorgen dat de psychoanalyse van het uitsluitend Joodse imago af kon komen en in academische kringen geaccepteerd zou worden. Freud voelde zich gesterkt en ook vereerd dat Jung zijn methode met succes had gebruikt voor de behandeling van patiënten van de chique Burgholzli-kliniek, de meest vooraanstaande psychiatrische kliniek van die tijd.
Voor de ontwikkeling van de psychoanalyse was er nauwelijks onderzoek gedaan naar de psyche van de mens. Psychiatrische patiënten, ook wel gekken genoemd, werden gewoon opgesloten of experimenteel behandeld en de ontwikkeling van de psychologie stond nog in de kinderschoenen.
Aanvankelijk had de eerste ontmoeting tussen deze twee geniale denkers dus geleid tot een vruchtbare werkrelatie en een kruisbestuiving van ideeën.
De onderzoeken en ontwikkeling van Jung als psychiater, maar zeker ook zijn persoonlijke ontwikkeling als mens, zorgden echter voor veranderingen in zijn denkbeelden.
Gaandeweg werd meer en meer duidelijk dat Jung Freud simpelweg niet kon opvolgen als roerganger van de psychoanalytische beweging omdat de uitgangspunten van de psychoanalyse steeds meer botsten met zijn persoonlijke ervaringen en overtuigingen. Het wrange was dat Freud juist van die uitgangspunten van de psychoanalyse die het meeste botsten met de gedachten van Jung, een zogezegd ‘onwrikbaar dogma’ wilde maken.
Het gaat te ver om in dit artikel de visie en denkbeelden van Freud te vergelijken met die van Jung. Eenvoudig gesteld komt het er feitelijk op neer dat Freud de mens verklaarde vanuit de schaduw: hoe is de mens zo geworden als kernvraag, met de seksualiteit/ libido als grootste drijfveer. Freud stelde ook dat het onbewuste alleen delen bevatte die eens bewust waren maar niet verenigbaar met de bewuste instelling.
Jung was naast de leerstellingen van Freud ook sterk geïnspireerd door de krachten van de ziel, door religie, het waartoe van alles en niet in de laatste plaats de transformatie van de mens door transformatie van de libido.
Freud vond de occulte neigingen en mythologische interesses van Jung helemaal niets en hij waarschuwde Jung voor gekte als hij door zou gaan op deze weg. Dat was nadat Jung hem schreef over een droom over een transformatie van de libido door een dynamische transformatiekracht, gesymboliseerd door een Slang en een Vogel.
Jung, astrologisch gezien een leeuw, kon natuurlijk niet anders dan zijn eigen weg volgen. Dit resulteerde in het boek ´Symbolen und Wandlungen der Libido (1912)´. Als Jung het hoofdstuk ‘Het offer’ klaar heeft, weet hij dat dit hem de vriendschap van Freud zal kosten. Toch kan hij niet anders en brengt het boek uit waarna de breuk een feit is en Jung in diskrediet geraakt bij de psychoanalytische beweging. Freud en zijn psychoanalytische school raakten meer en meer geïntegreerd in academische kringen. Zelfs Sabina Spielrein, voorheen minnares en muze van Jung, ging bij Freud in de leer, terwijl Jung na zijn breuk met Freud min of meer in een isolement terecht kwam. Deze spanning en druk zorgden voor een grote innerlijke onrust bij Jung. Ook de atmosfeer in zijn huis aan het meer in Kussnacht was op een bepaalde manier geladen, met vreemde verschijnselen tot gevolg. Als Jung in een paar avonden het enigszins occult aandoende geschrift ‘Septem Sermones ad Mortuos’ (vertaling: ‘Zeven onderwijzingen aan de doden’) aan het papier heeft toevertrouwd, is de lucht weer geklaard.
1913. Jung reist per trein naar Schaffhausen. Een plaatsje bij de reusachtige watervallen in de Rijn. Jung kijkt naar buiten, naar het landschap, en dagdroomt. De trein komt uit een tunnel. Dan ziet Jung Europa voor zich dat overspoeld wordt door vies water. Het overspoelt geheel Europa. Dan verandert het water in bloed. Het komt tot aan de Alpen die hoger en hoger worden. Rode druppels bloed op de witte sneeuw.
Deze periode van extreme spanning in het leven van Jung duurde voort tot 1914. Om precies te zijn tot 28 juli 1914. Op deze gedenkwaardige dag brak in Europa de Eerste Wereldoorlog uit. Een zeer bloedige oorlog die geheel Europa, met uitzondering van onder andere Zwitserland, in zijn ijzige greep hield en zorgde voor miljoenen slachtoffers.
Deze gebeurtenissen vormden voor Jung een verwerkelijking van zijn eerdere visioen. Jung besefte dat niet hijzelf gek of psychisch ziek was, maar de tijdsgeest. Iets was er in hem naar boven gekomen. Een visioen vanuit een duistere diepte. Iets dat zich aan hem geopenbaard had, iets dat niet van hem persoonlijk was, maar iets vanuit het collectief.
Vanaf dat moment gaat Jung aandacht besteden aan datgene wat zich aandient vanuit zijn onbewuste. Hij gaat hierin zelfs zover dat hij zijn wetenschappelijke carrière hiervoor opoffert. Jung is van mening dat hij eerst zijn eigen ziel moet leren kennen en zijn eigen diepte moet onderzoeken voordat hij überhaupt anderen kan helpen. Hij gaat zijn eigen onbewuste zelfs nauwgezet onderzoeken. Jung gaat dit doen door in meditatieve toestand denkbeeldig te handelen en dialogen aan te gaan met figuren die hij in zijn eigen innerlijk ontmoet. Deze techniek wordt ook wel actieve imaginatie genoemd.
“Op zekere avond zat ik achter mijn bureau in de studeerkamer van mijn huis in Kussnacht. Ik sloot mijn ogen en liet mij vallen in de duistere diepte van mijn eigen onbewuste. Ik kwam in een soort van droomtoestand terecht waarbij mijn bewustzijn verrassend helder bleef en ik tot actief handelen en dialoog met de innerlijke figuren die ik ontmoette op mijn innerlijke reizen in staat bleek. Als het mij allemaal teveel werd en ik mijn bewustzijn dreigde te verliezen dan deed ik wat yoga-oefeningen om vervolgens weer terug te keren in de imaginatie. Ik ging op zoek naar mijn ziel en ging de strijd aan met mijn schaduw. Na afloop maakte ik aantekeningen en noteerde de dialogen en gedachten zo nauwkeurig mogelijk.”
(Jung, ‘Herinneringen, dromen en gedachten’ (1992, pag. 156 e.v.)
Jung noteerde zijn aantekeningen in zwarte notitieboekjes. Deze boekjes met zielenroerselen hield hij angstvallig verborgen voor het oog van de buitenstaander, hoewel er wel getuigenissen zijn opgetekend van onder andere buren en andere dorpsbewoners die de ietwat excentrieke Jung destijds vaak in zijn tuin zagen wandelen, druk gebarend en blijkbaar in gesprek met een imaginaire gesprekspartner.
Later kalligrafeerde Jung de teksten uit zijn zwarte notitieboekjes in het Rode Boek. Een groot boek met bladzijden van perkament. Deze teksten voorzag hij van tekeningen, afbeeldingen en symbolen die hij voor zich had gezien in zijn visioenen. Aan de tekeningen in het Rode Boek is te zien dat Jung een tijdgenoot was van Gustav Klimt. De non-figuratieve kunst was sterk in opkomst. Juist in deze non-figuratieve kunst openbaren zich de krachten van de Ziel.
De teksten van het Rode Boek kenmerken zich door het wat bombastische taalgebruik, de gezwollen taal van de archetypen. Eigenlijk is het hier het spreken van de Ziel, net als de oude zieners en profeten deden in het Oude Testament. Ook bij een geslaagde invocatie is het soms merkbaar dat je stem verandert en de taal wat bombastisch klinkt.
In de moderne hekserij kennen we het Boek der Schaduwen. Hierin worden de rituelen beschreven. Het ritueel vormt de brug van het bewustzijn naar het onbewuste/ collectief onbewuste/ astrale. Het Rode Boek beschrijft eigenlijk precies het omgekeerde, namelijk fluisteringen, zuchten en visioenen vanuit die wereld, de wereld van de ziel, richting het bewustzijn, het ego.
In het leven van Jung zien we dat hij grote offers heeft gebracht. Zijn veelbelovende baan in de Burgholzli-kliniek, zijn wetenschappelijke carrière, zijn relatie met Freud, en dat allemaal omdat hij niet anders kon dan gehoorzamen aan zijn innerlijk en aan de roep van zijn ziel.
En wat was nu zijn oogst? Wat zijn de talrijke en volle korenaren? Het zaaigoed voor de volgende cyclus?
In het Rode Boek beschrijft Jung zijn innerlijke reis naar de schaduw, naar het onbewuste, naar de kern. Dit Rode Boek vormt dan ook het vat of de bron van het gehele oeuvre van Jung en ook de basis van al zijn verdere werk, de oogst! Het zaaigoed ligt hierin besloten, te wachten op volgende generaties.
En wat is jouw offer?
Wat is jouw oogst?
Wat is het dat jij wilt meenemen naar de volgende cyclus?
Wat is het kaf dat je wilt verbranden?
Een digitale kopie van het Rode Boek van Jung is op aanvraag verkrijgbaar.
Serge van Heel (1972): Ik ben opgeleid en ingewijd in de Gardneriaanse traditie. Naast mijn werk als ambtenaar heb ik een praktijk aan huis voor Jungiaans Analytische Therapie.
Als afstudeerproject van mijn opleiding (Postgraduate Program in Depth Psychology) ben ik bezig met een scriptie genaamd: Het middelpunt van de cirkel, over symbolen, archetypen, rituelen en het individuatieproces in de moderne hekserij.
Voor meer informatie zie ook: www.sergevanheel.nl of mail me.
Een prachtig artikel, Serge.
Je hebt een nieuw licht geworpen op het prachtige werk van Jung en de persoonlijke opoffering die hij zich heeft moeten getroosten.
Voor de digitale kopie van het Rode boek houd ik mij aanbevolen.