Chris Simoens
Tranen van de zon – de betekenis van bijen voor de mensheid en de huidige crisis
Deventer, Ankh-Hermes, 2010. 148 p. ISBN 9789020204223
Chris Simoens heeft via zijn vader en grootvader een band met bijen gekregen. Hij werkte vier jaar in het Informatiecentrum voor Bijenteelt aan de Universiteit van Gent. Daar verzamelde hij gegevens over de betekenis van bijen in verschillende culturen. Deze combinatie van kennis en belangstelling leverde een bijzonder boek op: Tranen van de zon. Over bijen en het product waarom zij het bekendst zijn: honing, gestold zonlicht.
De biologie van de bij
Dit boek begint met de biologische kant van de bij. Helder wordt uitgelegd welke soorten bijen er zijn, hoe ze leven en hoe ze samenwerken. Niet alleen honingbijen, ook hommels en solitaire bijen komen, naast andere planten bestuivende insecten, aan bod. Een verhelderende aardse basis voor de liefhebber van mythologie en mysterie.
De mythologie van de bij
Vervolgens behandelt Simoens in vogelvlucht de vele verhalen en mythologie rond bijen wereldwijd. Slaven, Maya’s, Egyptenaren, maar ook Rozenkruizers en Vrijmetselaars komen aan bod. Uit deze rijkdom blijkt wel hoe belangrijk de bij is voor de mens. De bijenkorf is een dankbare metafoor en voorbeeld voor het ideale samenleven en –werken van mensen.
Alle facetten van de levenscyclus komen aan bod, maar met Samhain in het achterhoofd is het toepasselijk om in dit artikeltje iets uitgebreider in te gaan op het hoofdstuk ‘Dood en onsterfelijkheid’. Bij de Slaven werd bijvoorbeeld honing gebruikt in rituelen om ziekten af te weren die veroorzaakt werden door ‘dolende, vrouwelijke geesten’. De bij wordt in veel culturen gezien als drager of bewaarder van zielen die wachten op een nieuw menselijk lichaam om in te incarneren. De bij en honing spelen een cruciale rol in veel verhalen over sterven en wederopstanding in diverse vorm.
Simoens maakt onderscheid tussen sjamanisme en de mysteriën. In beide takken van sport wordt bewustzijnsverruiming nagestreefd en worden niet-materiële werelden bereisd. Simoens stelt dat sjamanen handelen en onderhandelen vanuit angst, met goden en wezens die, net als de sjamaan die met hen werkt, onderhevig blijven aan de wetten van de wereld en dus gebukt blijven gaan onder ziekte, dood en vergankelijkheid. De werkelijk vrije mens zou deze tekortkomingen moeten kunnen overstijgen om te belanden in een werkelijkheid waarin geen angst heerst en waar het kwade volslagen onbekend is. Die mens geraakt voorbij het dualisme. Deze staat zou bereikbaar zijn via de mysteriën. Dit issue is voer voor uitgebreide discussie!
Het drinken van alcohol is volgens Simoens niet toegestaan bij veel mysteriescholen; het zou de mogelijkheden van het bewustzijn beperken. De gegiste honingdrank mede daarentegen, ouder dan wijn, en kykeion, een drank verbonden met Demeter en de Eluesische Mysteriën, en het heilige mengsel van honing (spirituele essentie) en melk (materiële uitdrukking), zijn authentieker en juist bewustzijnsverruimend, zo wordt gesuggereerd. Hier zou eens serieus proefondervindelijk onderzoek naar gedaan moeten worden.
De maatschappelijke crisis van de bij
Tenslotte geeft Simoens een overzicht van de problemen waarmee de bij te kampen heeft. De bij verkeert momenteel in crisis; veel bijenvolken sterven. Dat komt niet door één enkele oorzaak. Landbouwgif, parasieten en bacteriën, monocultuur in de landbouw, de toename van Vinex-steenwoestijnen, antibiotica – al deze en meer zaken spelen allemaal een rol. En ook hier geldt dat de optelsom meer is dan de afzonderlijke zaken samen. In dit geval vaak dodelijk in plaats van ‘alleen’ verzwakkend. Ik realiseerde me bijvoorbeeld niet dat honingbijen een bedrijfstak vormen en op industriële wijze worden ingezet – om de opbrengst van, bijvoorbeeld, amandelbomen in de VS aanzienlijk te vergroten. Amandelbomen bloeien vroeg in het voorjaar, en maar heel kort. Normaliter zijn bijen dan nog maar net ‘wakker’ en zijn de bijenkolonies nog niet volgroeid (in de winter telt een korf zo’n 15.000 bijen, in het hoogseizoen loopt dat op tot 50.000 à 70.000), dus lang niet alle bloemen worden bevrucht. De ‘oplossing’ van dit ‘probleem’ bestaat eruit dat bijen in een warme omgeving worden geplaatst en kunstmatig bijgevoederd, waardoor ze vroeger in het voorjaar actief en met veel zijn. Bovendien moeten amandelbomen 100% bestoven worden met het stuifmeel van een andere boom. Om bijen te dwingen niet van bloem tot bloem (het meest efficiënt) te vliegen maar van boom tot boom, worden er zoveel bijen ingezet dat ze elkaar in de weg vliegen zodat ze wel naar andere bomen moeten uitwijken. Is de amandelbestuiving klaar, dan worden de bijenvolken ingepakt en reizen ze naar andere plekken waar ze ingezet kunnen worden.
“Voor een topconditie hebben bijen behoefte aan een trage, gecontroleerde voortgang van broed naar huisbij en inzamelbij. In de huidige tijd krijgen ze die kans niet meer, zeker niet in de VS of meer algemeen bij vele professionele imkers. Bijen lijden mee onder de stress die de moderne mens zichzelf aandoet. Alles moet snel en efficient verlopen, in een onophoudelijke wedloop. Een hardnekkig geloof in ongebreidelde groei […]. Maar de natuur gedraagt zich precies tegenovergesteld. De natuur zet in op diversiteit, en een langzaam groeien naar evenwicht. De overvloed van de natuur is op een uiterst complexe, voor de mens vrijwel onoverzichtelijke manier met elkaar verweven. […] De grote diversiteit van de natuur maakt haar veerkacht uit. De landbouw is juist zo kwetsbaar omdat ze de veerkracht uit het oog verloren heeft. De bijencrisis is hiervan een symptoom. De bijen hebben de eer om als eerste element van de moderne landbouw te bezwijken.”
Gelukkig is er niet alleen sprake van kommer en kwel. In randstedelijke gebieden met veel rommelige landjes en een grote diversiteit aan struiken en bomen en andere beplanting, doet de bij het juist heel goed. Steeds meer imkers houden bijen in de stad, bijvoorbeeld op dakterrassen. Er worden steeds minder insecticiden en dergelijke gebruikt, en steeds meer mensen zijn zich er bewust van dat hun tuinen, hoe klein ook, van groot belang zijn voor de biodiversiteit waarvan de bij afhankelijk is en waaraan diezelfde bij tegelijkertijd ook bijdraagt.
Al met al is dit een zeer interessant boek. De combinatie tussen biologie, mythologie en maatschappij geeft interessante invalshoeken en associaties. Een aanrader, niet alleen voor liefhebbers van bijen!