Appels en peren

Traditie en vernieuwing in wicca – en daar net buiten

Voordat we kijken naar vernieuwing in wicca, moeten we weten wat de traditie is waarbinnen die vernieuwing plaatsvindt. Wat zijn tradities in wicca, en in paganisme en magie? Spoiler alert: “it’s complicated”.

Welke tradities zijn er in wicca? Wat rekenen we wel tot wicca en wat niet? Wat is het verschil tussen een traditie en een stroming? Zijn de scheidslijnen wel allemaal zo scherp te trekken?

Gezamenlijke achtergrond, gedeelde taal en gebruiken

Wat belangrijk is, is dat een traditie verwijst naar een gezamenlijke achtergrond, een gedeelde geschiedenis. Dat leidt ertoe dat mensen als het ware dezelfde taal spreken, dat ze met een bepaald begrip (min of meer) hetzelfde bedoelen als hun gesprekspartner uit diezelfde traditie. Denk aan woorden als ‘coven’ en ‘inwijding’ of ‘de wapens van een heks’. Voor een buitenstaander heeft het woord ‘wapens’ sowieso heel andere associaties, maar binnen wicca kan er ook verschil zijn. Welke instrumenten je tot de (belangrijkste) ‘wapens’ van de heks rekent, kan verschillen van traditie tot traditie, en van stroming tot stroming. En die gedeelde achtergrond leidt er ook toe dat je dingen op een bepaalde manier doet. Ik kan me voorstellen dat scouts elkaar precies aanvoelen en elkaar zonder woorden kunnen helpen om bijvoorbeeld een vuur aan te leggen, of een maaltje te koken op dat vuur. Omdat ze een bepaalde geschiedenis delen, en er een structuur is waarbij dezelfde dingen op een bepaalde manier worden doorgegeven aan de nieuwe leden van scouting. Bij zeeverkenners gaan de dingen dan waarschijnlijk weer net anders dan bij ‘landverkenners’, en ook bij scouting kunnen dingen verschillen per groep of per regio of land. Want dat is waarom ik dit voorbeeld noem: zo werkt het ook binnen wicca.

Tradities in (en naast) wicca

Als het gaat over tradities in wicca, ligt het voor de hand om Gardnerian wicca (navolgers van Gerald Gardner) en Alexandrian wicca (navolgers van Alex en Maxine Sanders) te noemen. Maar die sluiten elkaar niet geheel uit: er zijn groepen die zich baseren op Alexandrian én Gardnerian wicca. Vivianne Crowley is hier een voorloper van.

Daarnaast bestaan tradities zoals ‘Dianic’ wicca, Reclaiming (Starhawk) waarbij de Godin en/of activisme meer nadruk krijgen dan in andere stromingen. En tradities zoals Faery/Fairy wicca (of de Tuatha Dé Danann) en Feri(feria) (Victor en Cora Anderson). Je hebt Greencraft, dat afgeleid is van Alexandrian wicca.

Binnen een traditie als Gardnerian wicca zijn een aantal stromingen aan te wijzen, die met name gekoppeld zijn aan hogepriesteressen die met Gardner samenwerkten: Doreen Valiente, Lois Bourne, Patricia Crowther, Eleanor Bone, Monique Wilson.

Deze stromingen zijn allemaal onmiskenbaar onderdeel van wicca. Bij de tradities ligt dat al anders. Sommige tradities kwamen juist tevoorschijn (na het afschaffen van de Witchcraft Act in Groot-Brittannië in 1951) als bestaand naast Gardnerian en Alexandrian wicca. De een presenteerde zichzelf als behorend tot dezelfde ‘koepel’ maar andere tradities zagen zich meer als daarvan afwijkend, maar wel voortkomend uit ‘oeroude ondergedoken (familie)tradities’. Hereditary witchcraft of in het Nederlands ‘erfhekserij’, naar overerving, en soms ook met een letterlijke connectie met het (boeren)-erf. Sybil Leek is een voorbeeld van zo’n familietraditie die wel het woord heks gebruikte, maar toch buiten wicca staat. Haar familie was meer bezig met cultuur en theater dan met landbouw, en internationaler georiënteerd. Een ander die al gedurende het leven van Gerard Gardner een eigen traditie claimde was Robert Cochrane (The Clan of Tubal Cain).
Ook ‘hedge witches’ die doorgaans solo werken – niet in covenverband – wijken af van wicca.

Familietraditie?

In Nederland en België zijn er een aantal heksen die een familietraditie claimen en wat zij doen hekserij noemen, maar niet onder de noemer wicca (willen) vallen: Margarita Rongen, Sonja Cardinaels en nog een aantal minder bekenden die je toch wel eens tegenkomt in een artikel of tv-programma. Je zou de Italiaanse Maddalena (uit Leland’s boek Aradia) als voorbeeld kunnen zien van iemand die zei uit een familietraditie te stammen. Niet al deze claims zijn verifieerbaar of zelfs aannemelijk, maar sommige wel. Sommigen die zo’n familietraditie hebben willen er absoluut niet het woord ‘hekserij’ aan koppelen. Mijn indruk is dat dit soort tradities over heel Europa voorkwamen (en nog wel voorkomen), ook binnen reizende groepen (Roma, Sinti) en bij families en individuen die als migrant de oceaan zijn overgestoken naar Noord-Amerika, zoals feministische heks Z. Budapest die een dergelijke achtergrond claimt in moederland Hongarije. Ook Raymond en Rosemary Buckland migreerden, en brachten zo een stroming binnen de Gardnerian traditie naar de VS. Die na het beëindigen van hun huwelijk uiteenviel in verschillende stromingen, maar laten we dat maar buiten beschouwing laten in dit artikel.

Afkomstig uit het verleden?

Er zijn beslist aanwijzingen dat er heidense/paganistische gebruiken bleven bestaan na de kerstening van Europa. Die leven voort als folklore, of zijn verweven geraakt met het christendom (paasvuren, katholieke heiligen die verdacht veel lijken op godinnen met vrijwel dezelfde naam), en zijn nog terug te vinden in allerlei verboden van vroeger. De koppeling van individuele families aan resterende heidense gebruiken, feesten en rituelen is veel lastiger. Voor een buitenstaander is het heel moeilijk om het verschil te zien tussen een werkelijk oude familietraditie, en een ‘traditie’ die is bedacht door iemand die daar nu mee in de publiciteit komt. Een verwijt dat overigens ook aan Gardnerian en Alexandrian wicca gemaakt wordt: dat het allemaal verzonnen is. Dit artikel is niet bedoeld om onderscheid te maken tussen ‘waar’ en ‘niet-waar’, is niet bedoeld om aan te geven welke tradities, stromingen of groepen ‘deugen’ en welke niet. Al was het maar omdat het ook voor een ‘ingewijde’ niet altijd duidelijk is of een traditie oud is of niet. Een ingewijd iemand kan meestal wel claims bevestigen of weerleggen die betrekking hebben op de coven, stroming of traditie waarin hij/zij is ingewijd. Maar bij claims over andere stromingen of tradities is ook een in-één-stroming ingewijde een buitenstaander. Al hebben veel heksen een netwerk binnen wicca, waardoor zij kunnen verwijzen naar personen die wel zinvolle uitspraken kunnen doen over claims. En al was het maar omdat een zuivere ‘lineage’ niet garandeert dat de groep of de leiding ervan deugt, of dat een dubieuze achtergrond een groep of leiding daarvan ‘slecht’ maakt.

Andere afkomst

Naast wicca(-hekserij) is er ook hekserij, eclectische hekserij. Denk aan Margarita en Lunadea en al degenen die bij hen een opleiding hebben gedaan, en aan de mensen die zichzelf hebben getraind door veel te lezen, veel te experimenteren en misschien ook workshops te volgen waar die worden aangeboden. Er is magie. Binnen het paganisme is er druïdisme (met barden, ovaten en druïden) en nu ook ‘druidcraft’ als tussenvorm tussen druïdisme en ‘witchcraft’ en er zijn paganisten die niet tot een specifieke stroming behoren. Er zijn sjamanen en sjamanisten. Er is heidendom, zoals Asatru, al dan niet met vormen van magie. En naast het westerse paganisme (enzovoorts) waren en zijn er natuurlijk overal ter wereld vergelijkbare tradities. Ik noem winti, omdat je aanhangers daarvan in Nederland kunt vinden, maar er zijn veel meer oorspronkelijke tradities (en mengvormen van verschillende Afrikaanse tribale religies) waarin je als heks veel kunt herkennen. Zeker als je een ‘echte heks’ bent, waarmee ik dan iemand bedoel die krachten heeft waarover veel van ons ‘brave heksen’ (wicca) niet beschikken. (De termen ‘echte heks’ en ‘brave heks’ zijn niet van mezelf, maar zijn in mijn bijzijn gebruikt om de verschillen aan te duiden. Niet denigrerend bedoeld, in elk geval niet hier door mij).

Nogal wat mensen die nu actief zijn in wicca, hebben ook wel eens trainingen gevolgd in een of meer van deze andere tradities, of zijn opgegroeid in een andere traditie. Je kunt dan een scherp onderscheid maken (om je bijvoorbeeld Griekse / christelijke / hindoeïstische / candomblé-) achtergrond niet te combineren met wicca. Maar je bent het resultaat van je achtergrond en je ervaringen. Als je op enig moment het pad van wicca gaat volgen, neem je al die bagage mee.

Gemengde afkomst

Waar het vroeger min of meer taboe was om contact te hebben met Alexandrians als je Gardnerian was, of omgekeerd, beschouwen Gardnerians en Alexandrians zich nu veelal als leden van dezelfde ‘familie’. Zo zijn er covens die zijn opgericht – en worden geleid – door een Gardnerian en een Alexandrian samen. Ook kan het voorkomen dat iemand een eerstegraads inwijding krijgt binnen de ene stroming en een tweedegraads (en soms derdegraads) inwijding binnen een andere stroming. De eerstegraads inwijding is een welkomstritueel in een stroming. Daaraan vooraf gaat doorgaans een periode van training, en ook als je net bent ingewijd ben je nog in training. Als het goed is, heb je dan na verloop van tijd genoeg kennis opgedaan om – met de vaardigheden die je daar ook voor nodig hebt – een eigen groep te kunnen leiden. Afhankelijk van de stroming betekent de tweede- of de derdegraads inwijding dat je zelfstandig een groep mag opzetten en leiden, doorgaans met een partner van diezelfde ‘rang’. Je eigen groep zal dan vallen binnen de stroming waarin je die ‘rechtgevende’ inwijding hebt gehad. De ‘egregore’ van die stroming wordt tijdens die inwijding doorgegeven. Het ‘Book of Shadows’ dat je gebruikt en de rituelen die je doet, zullen daarbij passen. Natuurlijk kan jouw eigen coven mede gekleurd zijn door je eerste inwijding, net zoals ook je trainingsperiode en je levenservaring een rol spelen. Je bent als persoon immers gevormd door wat je hebt meegemaakt. Maar officieel ben je lid van de stroming waarin je de tweede graad (en derde graad) hebt ontvangen.

Eigen traditie

Er zijn mensen die geen aansluiting vinden met een bestaande stroming. Vroeger konden ze helemaal niemand vinden – dat was decennia geleden een stuk lastiger dan nu. Of ze vinden niemand met wie het klikt en die bereid is hen op te leiden en/of in te wijden. Al in de jaren 1960 gaven Doreen Valiente en Raymond Buckland handreikingen om dan toch iets te gaan doen met wicca. Doreen Valiente gaf in haar boek Witchcraft for Tomorrow een ‘Liber umbrarum’, een Book of Shadows, en aanwijzingen voor hoe je dan een eigen groep kon oprichten, waar je de nieuwe leden dan wel met een inwijding binnen haalde. Raymond Buckland bood een complete stroming aan via zijn boek Seax Wicca. Feitelijk begin je dan een eigen traditie. Er is geen egregore die doorgegeven wordt. Is het wel wicca? Dat hangt er natuurlijk vanaf hoe nauw je die traditie volgt, en het is lastig om iets te volgen waarvan je geen voorbeeld hebt. Jazeker, er zijn wat boeken, en nu ook websites et cetera. Maar de eerste vraag is hoe waarheidsgetrouw die kunnen zijn, als de rituelen, enzovoorts geheim zijn? En sommige dingen kun je niet in woorden gieten, maar zul je moeten meemaken om het op dezelfde manier na te kunnen doen. De tweede vraag is of je jezelf de rituelen van een bepaalde stroming mag toe-eigenen als je geen onderdeel bent van die stroming. Of andere aspecten van die stroming. Maar als je niet vergelijkbare rituelen doet, behoor je dan nog tot de traditie van wicca?

Waarom is je lineage belangrijk?

Je ‘lineage’ is de ‘afstammingslijn’ van jouw coven. Door wie ben jij ingewijd (in welke stroming) en door wie waren jouw inwijders ingewijd? Volg die lijn terug, dan kom je in zoveel stappen terug op Gerald Gardner. En/of een van zijn hogepriesteressen. Of bij de stichter van een andere traditie. Het wordt complex als je inwijders uit verschillende stromingen afkomstig zijn (lijn Eleanor Bone en lijn Patricia Crowther, of Gardnerian en Alexandrian). Maar als je kunt aantonen wat jouw lineage is, kun je door andere leden van een stroming worden herkend als ‘familie’. Dat opent niet alleen deuren en ‘boeken’ (BoS-versies) maar je zul merken dat je bij echte ‘familie’ kunt meedoen zonder dat er veel moet worden uitgelegd. Terwijl je als gast in een heel andere stroming soms niet begrijpt wat er gebeurt, met welke symboliek er wordt gewerkt, of in welke volgorde bepaalde elementen van een ritueel worden uitgevoerd.
Als je niet wordt (h)erkend als ‘familie’, én je afkomst wordt als twijfelachtig beschouwd, kom je niet altijd binnen bij andere groepen of gezamenlijke rituelen. Dat geldt niet alleen voor jouzelf, maar ook voor de mensen die jij inwijdt. Geen probleem zolang jullie allemaal onderdeel uitmaken van dezelfde groep (coven), maar als iemand verhuist, kan die dan in een andere stad of een ander land aansluiting vinden bij een groep daar? Of wordt hij/zij beschouwd als een nieuweling zonder inwijding, en moet ie weer helemaal opnieuw beginnen met training en inwijding?
Voor wie nog aan het begin van het pad staat, zal het niet altijd duidelijk zijn dat er verschillende stromingen zijn, wat de verschillen zijn, en waarop je moet letten. Als het goed is, geven je opleiders je genoeg (en correcte) informatie over hun eigen achtergrond. Als je twijfels hebt, vraag dan naar een contactpersoon die kan instaan voor je opleider(s), en lees de pagina ‘Second Opinion‘ van Silver Circle. Ben je eenmaal ingewijd, dan hoor je ook meer over je lineage.

Appels en peren

De titel voor dit artikel kwam van het beeld dat ik had van wicca als een appelboomgaard. Je hebt verschillende appelrassen, zoals Elstar en Jonagold. Oudere heksen kunnen terugverlangen naar een sterappel, notarisappel of ‘cox orange pippin’, en jonge heksen groeien op met nieuwe smaken zoals kanzi. Fruitbomen kunnen ontstaan door vermeerdering via zaad, of door enten. Bij enten neem je als basis de stam van een sterk ras, dat niet zo onderhevig is aan, bijvoorbeeld, rot door vocht, en zet daar een takje op van het ras dat je wilt gaan kweken maar dat niet zo robuust is. Je ziet dit heel veel bij kersenbomen, vooral sierkersen, waarbij het onderste deel van de stam veel dikker is en waar het bovenste deel bovenuit steekt alsof het een takje is in een vaas (of juist andersom: dunne onderstam, dikke boom erbovenop). Ik zag parallellen met hoe het in wicca gaat met inwijding: organisch via zaad, ofwel een eenvoudige lineage binnen één specifieke stroming. Maakt niet uit of dat een oud ras of een nieuw ras is. Maar soms heb je een inwijder die eerstegraads heeft gehad in één stroming, en tweedegraads in een andere stroming. De ‘appels’ aan die ‘geënte’ boom (degenen die worden ingewijd) behoren tot die stroming van de tweedegraad. En worden als zodanig herkend door andere leden van hetzelfde appelras: een appel van een geënte Elstar, zie eruit als en smaakt als een Elstar, ook als de onderstam een sterappel is, of een Granny Smith. (Dat er soms een tak uit de onderstam groeit die wel sterappels of grannies levert, laten we in de wereld van het fruit. Wicca is al complex genoeg). Ingewijde heksen kunnen andere ingewijde heksen herkennen aan de afstamming, zoals alle appels van appelbomen afkomstig zijn. Maar soms heb je helemaal niet te maken met een appel maar met een peer. Die associatie had ik niet bedoeld, maar is mooi meegenomen.

Vernieuwing

Pas als vaststaat wat je traditie en je stroming is, weet je waar je van kunt afwijken. Zie het als BoS als een receptenboek met daarin de gerechten die in jouw stroming bereid en gegeten worden. Iedere wicca maakt (spreekwoordelijk) brood, maar jouw stroming maakt dat met gist of juist met zuurdesem. (Zuurdesem of biergist zijn mooie beelden voor de ‘egregore’. Die worden ook doorgegeven, letterlijk levend gehouden, en dienen als basis voor nieuwe gerechten en dranken en om weer door te geven). Je maakt busbrood, in een vorm, of vloerbrood, op de bakplaat. Of weer anders. Je leert dat op een bepaalde manier te kneden, een bepaalde tijd te laten rijzen, enzovoorts. Maar je wilt ook wel eens kleine broodjes bakken, er rozijnen of kruiden in verwerken of een vlechtbrood of ander model brood maken. Of in werkelijkheid: je hebt een bepaalde tekst om bijvoorbeeld de lente-equinox te vieren, of Beltane. Het is altijd goed om die teksten en voorschriften een aantal keren te gebruiken. Je ziet er immers elke keer dat je precies hetzelfde ritueel doet andere dingen in, omdat jij veranderd bent. Maar na een keer of vier weet je het wel, en wil je wat anders. Dan kun je alsnog dezelfde teksten gebruiken en aan je ritueel dingen toevoegen: je doet iets met het beschilderen van eieren voor het lente-ritueel, of richt een meiboom op met linten in rood en wit, om eromheen te kunnen dansen. Je zoekt er passend gedicht bij, een spel, een chant, of wat je ook maar kunt bedenken dat past bij het seizoen. En volgend jaar maak je een compleet nieuwe tekst (plus rituele handelingen) waarin je uitdrukt wat dit seizoensfeest voor jou/jullie betekent. Deze vorm van vernieuwing is helemaal niet zo nieuw. Het komt in veel stromingen al lang voor, en het componeren van een ritueel kan een meesterproef zijn voor een (aankomende / nieuwe) tweedegraads covenleden, die zich immers moet voorbereiden op het zelf leiden van een cirkel en een coven.

Nieuwe magische technieken

Naast rituelen zijn er allerlei aspecten aan wicca waar innovatie kan worden toegepast. Je kunt in je BoS misschien magische technieken vinden die in jouw (moeder)coven nooit werden gebruikt, omdat niemand begreep hoe ze werkte, of omdat je HPs en HP zich er niet prettig bij voelden. Misschien alleen al omdat zij er nooit in getraind waren, of omdat andere technieken voor hen beter werkten. En het kan ook zijn dat je te gast bent geweest bij een andere coven, en daar technieken hebt zien gebruiken waar je meer van wilt weten. Je kunt je deskundigheid vergroten door erover te lezen, erover te praten met degenen die er wel ervaring mee hebben, maar natuurlijk ook door ermee te experimenteren. Binnen de vertrouwde omgeving van een (goed functionerende) coven, kan dat vaak heel goed. Je kunt experimenteren met ‘simpele’ dingen, zoals het altaar in het noorden of juist in het midden zetten (andersom dan je het gewend bent) of op de andere windstreken. Maar je kunt ook andere manieren gebruiken om met energie te werken, andere manieren om energie op te wekken en/of te verzenden. Proberen uit te vissen wat er bedoeld kan zijn in Romeinse of middeleeuwse geschriften over magie. Technieken bedenken bij elk element: kaarsenmagie, koordenmagie, een techniek met water, iets met stenen, enzovoorts. Of uitgaan van de expertise van een van de covenleden, die dan de anderen traint in de techniek(en) van diens voorkeur. Je kunt heel eenvoudige, kleine, dingen anders aanpakken, maar ook een jaar of langer besteden aan het bestuderen en onder de knie krijgen van een ingewikkelde techniek. Schreef ik al dat veel ingewijde heksen allerlei andere achtergronden kunnen hebben? Ook daar kan inspiratie worden opgedaan. Je bent niet de eerste die, bijvoorbeeld, chakra’s gebruikt in wicca, maar je kunt er je eigen manier voor vinden.

Nieuwe rollen

Niet alleen met rituelen en magische technieken kun je innoveren. In een coven zijn doorgaans de leiders niet de enigen met ervaring met groepswerk, of met het componeren van rituelen. Misschien zijn groepsleden er wel beter in, en als ze er geen ervaring mee hebben, kunnen ze het leren. In andere stromingen (Dianics bijvoorbeeld) is het heel gebruikelijk dat de rollen anders verdeeld worden dan ‘HP en HPs leiden, de rest van de coven volgt’. Daar kan per keer iemand anders (of twee personen samen) de leiding hebben over het ritueel en alles dat erbij komt kijken. Of je verdeelt de rollen over alle deelnemers: de een zorgt voor de aankleding, de ander voor cakes & wine (of een alternatief daarvoor), of voor het kiezen van een ritueel, het schrijven van een ritueel, en/of een pathworking, een chant, et cetera. Sommige groepen (en dan heb ik het niet per se of niet alleen over Dianics) variëren met genderrollen bij het aanroepen van Godin/God of het wijden van cakes & wine. Je kunt er verschillend over denken of dat wenselijk is, maar alleen al het denken over deze onderwerpen opent een zee aan mogelijkheden.
Neem je hele ‘toolbox’ van eerdere ervaringen mee, en lees over al die andere tradities en stromingen. Grote kans dat je daar heel interessante ideeën opdoet, en van sommige ideeën gebruik kunt maken op een manier die past binnen je eigen stroming. En die recht doet aan de traditie waaraan jij dat idee ontleent (geen ‘culturele toeëigening’).
Zorg er wel voor dat je nieuwe covenleden weten wat tot de kern van jouw en hun traditie en stroming behoort, en wat je er later aan hebt toegevoegd. Houd de wijzigingen bij in je BoS (of cd-rom of shadows. Liever niet de ‘cloud of shadows’, want wie weet waar jouw teksten opduiken als AI ermee aan de haal gaat).

Over Jana

Wicca is mijn religie, achteraf gezien is dat altijd al zo geweest. Ik heb het geluk gehad mensen te leren kennen waarmee het goed klikte. In 1984 hebben zij me ingewijd in een Gardnerian coven. Anders was ik alleen verder gegaan. Mijn ideeën over de rol van man en vrouw komen in wicca terug. Zo ook mijn ideeën over het belang van natuur en milieu: ik vier de jaarfeesten en eet de groenten van het seizoen. En de Wiccan Rede ('Doe wat je wilt, mits het niemand schaadt') was al mijn lijfspreuk voor ik wicca leerde kennen.
Dit bericht is geplaatst in Artikelen met de tags , , , , . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.