Interview met Cora van Leeuwen
Wat ben je? Hoe noem je jezelf?
Ik zeg meestal eenvoudig ‘heks’. Vaak is dat voldoende. In de heksenwereld vragen mensen vervolgens ‘wat voor heks dan?’ maar ik heb een hekel aan etiketjes zoals groene heks of keukenheks, alsof je maar één ding bent. Ik heb inmiddels zoveel paden van het paganisme en de hekserij gelopen. Ik gooi het in mijn ketel en brouw er mijn eigen mengsel van. Dat vat ik dan samen als ‘heks’.
De basis is echt wicca: dat is de manier waarop ik mijn rituelen doe, daar voel ik me het beste bij. Daarnaast heb ik ook meegedaan met andersoortige groepen en me verdiept in andere dingen. Ik heb gesnuffeld aan OBOD, kennismakingslessen aangevraagd en zo; ik wilde zeker in het begin alles weten. Soms kom je er dan achter dat het niets voor je is maar dat is geen verloren tijd. Je neemt er altijd weer wat van mee. Overkoepelend kun je dat misschien eclectisch noemen, al betekent dat woord voor veel mensen ook weer iets anders. Zet honderd heksen op een rij, en ze hebben honderd verschillende definities van een heks. Ik heb geen specialiteit, ben geen kruidenheks of zo. Als ik iets ben, is het misschien een cyberwitch, omdat ik veel online doe, een digitaal BoS heb en de beheerder ben van de Heksenmarktplaats op Facebook, maar zo wil ik me niet profileren. ‘Heks’ is gewoon een brede term. Als je er meer van wil weten, vraag het dan vooral. Ik ben er heel open in. Ik heb nooit in de broom closet gezeten: ik loop er niet mee te koop maar ik verberg het ook niet. Als iemand er naar vraagt, geef ik eerlijk antwoord.
Hoe ben je op dit pad terechtgekomen?
Ik heb altijd wel interesse gehad voor meditatie, tarot, kruiden. Een hele hoop dingen die men ‘hekserig’ noemt. De eerste boeken die ik ooit vond waren het eerste boek van Phyllis Curott en ‘Heks’ van Susan Smit. Maar toen had ik al een tijd interesse. Ik werkte al vroeg met de personal computer en destijds werd gezegd dat je beter niet onder je eigen naam op internet kon gaan, dat vond men gevaarlijk. Toen ben ik de naam Tink, of Tinkerbell, gaan gebruiken – veel mensen kennen me nog zo.
Het eerste woord dat ik opzocht in de zoekmachine Ilse was ‘heks’. Het tweede ‘witch’. Tegenwoordig krijg je dan miljarden hits, maar toen vond je ook al het een en ander. Zo kwam ik bij het Silver Circle forum en het Whiteshadow forum en ben ik in die ‘scene’ terechtgekomen. Voor zover ik wist had ik toen niemand om me heen die zich daarvoor interesseerde. Ik ben in het begin overal alleen op af gegaan. En ik ging er actief mee aan de gang: ging zelf dingen proberen, ging naar forumbijeenkomsten en naar bijeenkomsten in centrum De Roos in Amsterdam. Zo is het begonnen.
Hoe actief was dat? Heb je contact gezocht, een training gevolgd, of alles op eigen kracht uit moeten vinden?
In het begin voornamelijk op mezelf. Er was toen al een tweedeling tussen Silver Circle en het Whiteshadow-forum (tussen wiccan en eclectisch, J.), maar ik heb altijd in beide interesse gehad. Ik ben breed geïnteresseerd en sta open voor iedereen. Ik probeer mensen te verbinden. In wiccakringen verdedig ik eclectische hekserij en bij eclectische heksen verdedig ik wicca tegen alle vooroordelen dat het hiërarchisch zou zijn, met veel regels. Dan laat ik zien dat we meer overeenkomsten hebben dan verschillen. Er zijn verschillen maar dat vind ik persoonlijk het mooie van ons pad: er is echt voor elk wat wils. Je kunt je heksenpad zo vormgeven als je zelf wilt. Als jij dat op een manier doet die voor mij niet werkt, maakt dat jou in mijn ogen niet minder heks. Ik ben heel open minded. Toen Lunadea haar eerste boek uitgaf, heb ik het besteld omdat ik nieuwsgierig was. Het is geen onzin wat ze doet. Het is misschien niet helemaal mijn manier, maar ik vind het wel interessant wat ze doet. En zo zijn er meer!
Ik kom ook graag bij andere groepen: in covens, jaarfeestengroepen, heksencafés, bij asatru-blots enzovoorts. Heel interessant. Ik pik er veel uit op maar denk soms ook: dit is niets voor mij. Dat is ook goed.
Jij bent bij Phyllis terechtgekomen. Dat geldt niet voor veel heksen in Nederland.
Haar eerste boek had ik gelezen en het sprak me ontzettend aan. Ze was helemaal niet op zoek, maar kwam toevallig (?) bij een groep vrouwen terecht die heksen bleken te zijn. Ze vroeg zich af: ‘wat zijn dat voor rare mensen?’ Ze beschreef het heel leuk. Later, op een PFI-conferentie in Nederland, heb ik haar ontmoet en toen kon je je inschrijven voor een weekendworkshop: ‘The Wand’. Een jaar later was er weer een weekend, ‘The Grail’. Er bleef een groep mensen over die meer wilden en dat werd samenwerken op afstand. Destijds (2005/2006) was internet nog niet zo groot. We zaten als Charlie’s Angels met de telefoon op tafel, en in plaats van naar Charlie luisterden we naar Phyllis. Met een klein groepje van vijf of zes werkten we toe naar inwijding in de Temple of Ara, haar traditie. Ze gaf een derde workshop in Nederland, speciaal voor ons. Daarna is het door omstandigheden uit elkaar gevallen en ik ben mijn eigen pad verder gegaan.
Kun je iets vertellen over je heksenpad?
Ik heb een jaar meegedraaid bij Linda Wormhoudt, die gedegen onderzoek deed en een sterke persoonlijkheid had, wat ook regelmatig botste. Toch heb ik veel van haar geleerd en ik raad nog heel vaak haar boeken aan.
Verder maakte ik deel uit van Olympia, een groep mensen die een of twee keer per jaar bij elkaar kwamen voor een weekendworkshop en ritueel met Marian Green. Ik ben ook een jaar lang elk jaarfeest een weekend naar de Brookberg geweest voor zweethutceremonies. Daarnaast heb ik nog superleuke en leerzame PFI-weekends gedaan met Janet Farrar & Gavin Bone, Vivianne & Chris Crowley en Melissa & Rufus Harrington.
Mijn opleiding kreeg ik in een Alexandrian wiccacoven met Greencraft-invloeden. Daarna ben ik terecht gekomen bij Kyra Isis, die toen al ‘in reservetijd’ leefde. Zij hield erg van drummen en kwam van de sjamanistische kant. Zij leerde ons in haar coven (Greencraft) wicca, maar combineerde dat ook regelmatig met sjamanistische technieken.
In 2018 kwam Phyllis weer in beeld. Ze gaf een online cursus ‘Awaken the Witch within’, voor beginners. Het was heel goed om terug te gaan naar de basis: om weer eens elementenmeditaties te doen, en te horen ‘hoe trek ik een cirkel’. Natuurlijk weet ik dat allemaal, maar met de kennis van nu ontdek je weer een andere, diepere laag.
Sindsdien werk ik weer met haar. Ik beschouw Phyllis inmiddels als een vriendin en mentor. We hebben regelmatig contact, maar niet dagelijks hoor. Ze heeft een personal assistent, Chris, met wie ik onder andere haar Facebook-groep beheer. Ik heb vorig jaar meegedaan aan haar Masterclass en doe nu de Advanced Study Group van een jaar. We waren allebei in eerste instantie sceptisch maar ook nieuwsgierig of dit soort dingen ook online werken. Ja dus! Het werkt ánders, maar we doen online rituelen die best heel diep gaan, ook in kleinere groepjes. Al in de eerste groep met Phyllis (rond 2005/2006) deden we een ‘RAT’: Ritual Apart Together. Ieder in eigen huis, op dezelfde tijd. Nu is er een levendige community via onder andere Patreon en Discord. We doen elke maand een Witches’ Wisdom Circle, waarvoor ik op mijn bureau vaak een passend altaar maak. Verder is er een Shamanic Journey Circle. Binnenkort wordt voor het eerst de workshop ‘Dancing with your Shadow’ online gegeven.
Dit jaar is het 40 jaar geleden, dat Phyllis de Temple Of Ara begon. We zijn sinds vorig jaar bezig om de tempel ook online weer nieuw leven in te blazen. Ik ben lid van het volunteer committee, onder andere van het groepje dat de sociale media verzorgt. Superleuk om te doen! Er worden ook online rituelen georganiseerd, bijvoorbeeld onlangs met Yule een Midwinterritueel. Gedeeltelijk zal het aanbod alleen voor leden zijn, maar er blijft voldoende over voor andere belangstellenden.
Ik begreep dat Phyllis lid is van de Minoan Sisterhood en het Gardnerian BoS doorgeeft aan haar initiates. Maar ook dat ze is aangesloten bij de Brooklyn Group, de eerste ‘core shamanic’ cirkel in de Verenigde Staten. Dus zij heeft ook die brede belangstelling en staat ook met een been in twee tradities?
Dat is wat mij aantrok in haar manier van werken: de basis is wicca, maar ze betrekt daar ook sjamanistische technieken bij. Bijvoorbeeld shamanic journeying, zoals Michael Harner van de Foundation for Shamanic Studies, een antropoloog, naar de Westerse wereld bracht. Phyllis zat in zijn pilotgroep in New York. Ze werkt met power animals / spirit guides. Die combinatie spreekt mij nog altijd heel erg aan. Ik noem het wel eens met een knipoog wicca-plus. Binnen de traditie heb je trouwens nog steeds de vrijheid om met je eigen pantheon te werken, om je eigen weg te zoeken.
‘Moeders’ zijn een inspiratie voor je. Je weet wie je voormoeders waren en je besteedt aandacht aan de Rauhnachten, de 12 nachten, waar Moedernacht de eerste van is.
Ik weet de namen van twaalf generaties van mijn voormoeders en probeer om meer te weten te komen dan alleen hun namen, maar hoe verder terug, hoe lastiger dat is. De Moedernacht en de Rauhnachten heb ik ook ‘zelf ontdekt’. Tegenwoordig hoor je er veel over, maar destijds waren er alleen Duitse boeken en websites. Ook daarmee ben ik mijn eigen ding gaan doen. Een stukje van de Rauhnachten kom je ook tegen in de Noordse traditie, met name de Moedernacht. Die heeft te maken met de Disir, de vrouwelijke krachten. Dat heb ik er ook in verweven. Veel heksen werken met het Keltische pantheon, of met Griekse en Egyptische goden en dat is allemaal heel interessant, maar ik was op zoek naar ook ‘iets van hier’, van mij, op zoek naar iets van deze grond.
Je komt uit Kennemerland, net als ik. Wat zegt deze omgeving je?
Precies in die periode dat ik daarmee bezig was deed Michiel (van Het Rad, J.) een landgeestenwandeling bij Castricum, met een meditatie. “Voel de grond, voel ‘oer’, ga dieper”, zei hij. Na die middag ben ik daarmee verder gegaan met alle tools die ik ken om dieper te komen, om verder te komen. Ik vond in deze grond drie takken: Keltisch, Romeins, en de derde tak noem ik het ‘Noordse/Germaanse’, met Germaanse goden en godinnen. Daar ben ik verder in gaan ‘wroeten’ via diverse technieken zoals meditaties en door er boeken over te zoeken en dingen te ervaren.
In die tijd heb ik dat jaar met Linda Wormhoudt meegedaan. In een meditatie zag ik in een grot een vrouw aan de andere kant van het vuur. Een noordse vrouw, dat kon ik wel zien aan de kleding. Een stoere vrouw ook, maar ze bleef op afstand en ze zei niet veel. Dat heb ik daarna gedeeld in de groep. Linda zei: ‘Je wordt geroepen door het goddelijke’. Dat bleek Skadi te zijn. Die was nog heel onbekend, behalve bij mensen uit de asatru. Als je bijvoorbeeld Freija als Godin krijgt, zijn er boeken en websites vol over te vinden.
Over Skadi waren alleen interpretaties van mensen die er zelf mee aan de slag waren gegaan. Dat past bij mij: zelf op zoek gaan, zelf invullen: Wat laat ze mij zien? Ik heb een aantal meditaties en journeys gedaan. Ik kreeg van haar de opdracht: ‘Maak mij bekend. Ik ben er nog steeds en ik wil meer naar buiten treden’. Ik ben dingen op gaan zoeken en gaan delen. Er bleken meer mensen met haar bezig en als je nu de naam noemt, weten meer mensen over wie je het hebt. Er zijn heel weinig bronnen. Wel wat verhalen in onder andere de Edda, maar dat zijn zulke kleine stukjes kennis – je móet het wel invullen met eigen ervaring en eigen interpretatie. Ik heb in meditaties ook vragen aan haar gesteld: wat moet ik hier dan mee en hoe zit dat dan? Soms komen er antwoorden. Ik noem Skadi altijd in het Engels mijn ‘patron goddess‘. Als ik zeg ‘mijn Godin’ dan klinkt het alsof ik haar voor mezelf wil houden en dat is juist niet het geval.
Skadi en het Noordse pantheon zijn mijn link met asatru. Seidr en galdr interesseren me wel maar de asatru-manier van rituelen (blots) past niet zo bij mij. Ik doe het liever op de wicca-manier. Dat is mijn basis. Ik vind het leuk om contact te hebben met asatru’ers en heb meegedaan met blots van Het Rad en de Negen Werelden. Ook daar is overlap: iemand die ik daar ontmoette, zat ook in de eerste groep van Phyllis. Het wereldje is klein.
De Rauhnachten worden opeens overal genoemd, het lijkt wel een trend. Ik zag op diverse sociale media oproepen om je actief te verdiepen in de twaalf nachten, als een challenge.
Bij mij is het zo ontstaan: er werd vaak gezegd: ‘Samhain is nieuwjaar’. Dat had ik wel geleerd, maar voor mij is de tijd tussen Samhain en Yule een soort overgangsperiode naar het nieuwe jaar toe. Midwinter voelt veel meer als nieuwjaar dan Samhain. Toen hoorde ik over het verschil tussen de maantijd en de zonnetijd, die twaalf dagen, de tussenperiode, en toen kwam ik bij de Rauhnachten uit. Dat heb ik wel vaker: dat ik ergens mee bezig ben en dat het later een trend wordt. Het voordeel daarvan is dat er leuke boekjes komen. Ik volg niet één boek, maar gebruik graag het boek van Mirjam van Donselaar omdat zij veel handvatten geeft maar niets dwingend voorschrijft. Ze reikt informatie aan, op basis van gedegen onderzoek, net als Linda dat deed. Mirjam doet suggesties, maar je kunt er je eigen invulling aan geven. Bij sommige boeken, cursussen en kaartensets is dat dwingender: die zeggen bijvoorbeeld ‘je móet vandaag beginnen’. Ik varieer nogal eens, begin de ene keer op 21 december, en een andere keer op 24 december. Het is wel leuk om met anderen ervaringen te delen.
Op Facebook wees je op de online summit ‘Crones, Hags & Elder Wise Women of Power’ van 24 september tot 1 oktober 2024. Ik zag dat helaas te laat om eraan deel te kunnen nemen.
Hij komt terug! Het was een groot succes. Ik heb wel bijna alles gekeken. Ik hoorde ervan omdat Phyllis een van de crones was die een bijdrage leverde. Ook hier was het mooi dat het van veel verschillende kanten werd belicht. Die Summit geeft toegang tot onbekenden die je anders niet snel zou ontdekken. Het is net een snoeptrommel vol snoepjes die je lekker vindt, of niet. Je krijgt een breed scala aan visies en wil je verder, dan is er meteen meer informatie beschikbaar.
Ik ben erg bezig met die fase omdat ik in de overgang zit. De overgang geeft aan de ene kant veel vervelende klachten, maar aan de andere kant is het een nieuwe levensfase. Ik merk dat ik verander. Waar ik vroeger dacht ‘o zij vindt me niet aardig’ en dan probeerde om in de smaak te vallen, denk ik nu eerder: ‘Vind je mij niet aardig, nou, jammer dan.’ Dat is een cru voorbeeld, maar het heeft iets in werking gezet bij mij. Je komt verder in je leven en gaat anders met dingen om. Ook hierover is het fijn om uitwisseling te hebben met andere vrouwen.
Ik ben onderweg naar een ‘crone’ te zijn. Ik voel me nog steeds een beginner maar anderen zien me als iemand die ‘al zo lang bezig is’. Ik ben ook nog aan het leren! Ja, ik houd ervan om mensen op weg te helpen, net als Phyllis doet en Kyra deed. Ik geef graag richting aan: ‘kijk eens hiernaar’. Ik ben niet van de hapklare-brokken-hekserij, begrijp je wat ik bedoel? Je moet er moeite voor doen, dingen zelf ontdekken, want dan voelt het veel waardevoller. Er zijn veel cursussen hekserij en die voorzien in een behoefte, die zitten altijd in no time vol. Er wordt naar mijn idee teveel voorgeschreven ‘dit is zoals het moet’, ‘dit betekent dat’. Ik wil dan weten: Waarom dan? Hoe dan? Waar komt het vandaan? Soms wordt dat verklaard op een bevredigende manier, maar anders ga ik er verder mee puzzelen. Mijn weg is meer het zelf ontdekken en ondervinden. En niet dat je een certificaat en ‘gegarandeerde inwijding’ krijgt na een schriftelijke cursus van een jaar. Het is geen stempeltje of een extra medaille of zo. Het doet voor mij af aan de waarde van een initiatie. Een initiatie is geen einde maar een begin, het kan een levensveranderend iets zijn en ik vraag me af of dat na een schriftelijke cursus van twaalf maanden ook zo werkt. Maar als het voor een ander wel ‘dé weg’ is, be my guest.
Wat betekent ‘Moeder Aarde’ voor je? Je noemde Phyllis ‘feministe en activiste’. Ben jij ook actief in bijvoorbeeld de milieubeweging?
Moeder Aarde noem ik zeker ook altijd in de Moedernacht. Moeder Aarde is voor mij de basis, van de hekserij en eigenlijk van het hele leven.
Toen Starhawk in Nederland was, heb ik ook een workshopweekend bij haar gedaan. Zij is het type van op de barricades en naar demonstraties, maar dat is niet mijn manier en ook niet die van Phyllis. Ik ben wel bezig met de vraag wat haalbaar is. Wat kan ik als persoon doen, bijvoorbeeld met mijn stem bij verkiezingen, maar ook in mijn dagelijks leven. Ik wil heel graag dat de aarde nog wat langer meegaat. Ik steun wel initiatieven die de goede kant op gaan.
Dat ik Phyllis een activiste heb genoemd ging erover dat zij plaats maakt voor heksen. Ze heeft bijvoorbeeld als advocaat voor de rechten van wicca en heksen gestreden. Dat is een ander soort activisme. In die periode is ze wel verguisd door collega-advocaten. Ze heeft ook zaken gedaan omtrent het recht wettelijk bindende huwelijken te voltrekken, rituelen op openbare plaatsen uit te voeren, religieuze feestdagen vrij te nemen van het werk, de voogdij over kinderen te behouden, symbolen van het geloof te dragen of te tonen en nog veel meer. Phyllis is tevens lid van het Parliament of World Religions, dus bezig met interfaith: samenwerken met elkaar om tot een betere wereld te komen. Waar kunnen we elkaar vinden? Dat is ook mijn manier: zoeken naar waar de overeenkomsten zijn, waar we kunnen samenwerken, hoe wel wél iets kunnen bereiken. Met allebei aan je eigen kant blijven zitten kom je nooit nader tot elkaar.
Het is fijn dat beide manieren er zijn, dan kun je kijken: wat ben ik voor iemand? Ben ik iemand voor op de barricades of doe ik het liever anders? Mijn manier is meer: bruggen bouwen, het gesprek aangaan.
Iedereen weet dat ik een heks ben. Als iemand daar bedenkingen bij heeft, ga ik liever het gesprek aan. Dan wil ik weten: waarom denk jij er zo over? Ik ga op zoek naar de dialoog om weer nader tot elkaar te komen. Over religie heb ik dezelfde ideeën. Je zag op fora wel dat heksen christenen gingen bashen. Ik houd daar niet van. Ik heb een rooms-katholieke achtergrond; mijn moeder vond daar veel in. Hoe kun je respect afdwingen voor je eigen pad als je je zo negatief uitspreekt over andere religies? Ik heb een brede interesse: ik heb de Koran en stukken van de Thora gelezen, en de mormoonse Bijbel. Ook als het niets voor mij is, vind ik het interessant om er wat van te weten.
Het thema van dit Imbolcnummer is ‘theorie en praktijk’. Mag je bijvoorbeeld magisch werk doen voor jezelf, of voor anderen of de wereld?
Ik doe liever magie mét anderen. Als ik al magie doe voor iemand, dan vraag ik eerst om toestemming, al is het maar om een kaarsje op te steken. Ik krijg ook weleens de vraag ‘Mag ik voor je bidden?’ Natuurlijk! Het gaat om de intentie.
Ik doe ook zeker magie voor mezelf. Ik vind dat dat mag en kan. Dan kom je al gauw bij de ‘Wet van drie’. Die leg ik uit als: denk na wat de gevolgen kunnen zijn. Wat je uitstraalt krijg je terug.
Ik leer mensen liever hoe ze zelf magie kunnen doen, bijvoorbeeld een huisreiniging. ‘Ik ben geen heks’, zeggen ze dan, maar dat hoeft niet om met intentie bepaalde handelingen te doen. Je hoeft immers ook geen boeddhist te zijn om te mediteren, of hindoe om yoga te doen. Veel dingen die wij doen vind je nu ook in boeken als ‘The Secret’. Daar heet het geen magie, maar zo zijn die technieken toegankelijk voor iedereen.
Als iemand bijvoorbeeld ziek is en geen toestemming kan geven, gebruik ik altijd de formulering ‘dat ze mogen krijgen wat ze nodig hebben’. Ik heb niet de wijsheid in pacht om te weten wat het beste is wat iemand kan overkomen. Iemand vroeg me ooit om magie te doen omdat ze een specifieke baan wilde. Daar werk ik niet aan mee. Ik wil wel een ritueel doen dat erop is gericht dat je het juiste werk zult vinden. Ze vond toen ook een baan, een andere, die goed bij haar paste. Ik laat het liever over aan het universum – wie ben ik dat ik weet wat goed is voor iemand? Mensen weten het zelf vaak niet eens. Ik werk ook met reiki, dan leg je je handen op iemands hoofd en stroomt de energie naar waar het nodig is. Dat is ook hoe ik magie zie. Zorg er maar voor dat het juiste op je pad komt.