Heidens! Volksgebruiken vandaag met sporen van voorchristelijke tradities
Marcel De Cleene
Sterck & De Vreese, 2024. 310 p. ISBN 978-94-6471-115-8. € 29,90
In dit boek is het vanzelfsprekend dat ‘voorchristelijk’ – in Vlaanderen en Nederland – betekende dat men aanhanger was van een natuurgeloof. “De natuur stond heel centraal in de religieuze beleving van de heidense mens. Vrij recent erkennen antropologen dat heidense godsdiensten ook mysteriegodsdiensten waren, met natuurelementen als symbolen. Onze voorouders vereerden geen boom, berg of bron an sich, maar wat die boom, berg of bron voor hen betekende.” Het boek “wil de aandacht vestigen op het eeuwenoud verbond tussen natuur en religie”.
Dat doet het – doet de schrijver – door heel veel volksgebruiken samen te brengen onder gemeenschappelijke noemers. Gebruiken die misschien in heel Europa bekend waren, maar de meeste voorbeelden komen uit de lage landen. Sommige tradities zijn in onbruik geraakt en worden opnieuw gevierd. Op andere plaatsen wordt er nog steeds gehouden aan bijvoorbeeld carnaval en gebruiken in de paastijd, Sint Jan (de zomerzonnewende), Allerheiligen en Allerzielen, Sint Maarten, de kersttijd. Juist deze periodes worden uitgebreid beschreven. Het hele hoofdstuk 8, ‘De jaarkrans’, neemt ongeveer de helft van het boek in beslag.
Daaraan vooraf gaat een korte inleiding, en hoofdstukken over de heilige dimensie van de natuur; de kerstening van het heidense geloof; de heidense oorsprong van de namen van onze dagen en maanden; animisme in de Europese volkscultuur; bomen en planten in het volksgeloof; het mythologisch en symbolisch belang van bomen; en volksgeneeskunde. Het hoofdstuk over de jaarkrans begint met inleidende paragrafen, en bestrijkt dan het jaar van 1 januari tot en met 31 december.
Dan volgen de noten, een bibliografie, een register (index) en een korte bio- en bibliografie van de auteur. Die vooral bekend is van boeken over planten, zoals, samen met M.Cl. Lejeune, het onvolprezen Compendium van rituele planten in Europa.
Wat mij opvalt in de bibliografie is dat er wel veel eigen artikelen van De Cleene in genoemd worden, en nog een paar opvallende namen (en gelukkig ook I. Teirlinck), maar dat enkele namen die ik wel verwacht had er niet in staan: Judith Schuyf en Aat van Gilst, en Frank Moens en Roelie de Weerd, de redacteuren van Bomen en mensen. Is het omdat de bibliografie een beetje slordig is samengesteld (niet geheel op alfabet en met dubbelingen) of is het omdat die schrijvers dezelfde bronnen gebruikten en duidden en niet zelf bronnen zijn van oude gebruiken?
Als naslagwerk is het een aanvulling, zeker met het uitgebreide register. Maar het is ook leuk om willekeurig ergens het boek open te slaan en te lezen wat er op die pagina’s staat. Grote kans dat je óf nog nooit van het gebruik gehoord had, óf nog nooit zo duidelijk de achtergrond en herkomst ervan belicht hebt gezien.