‘Zeg!’ Mijn tante zei het met haar vriendelijkste glimlach waardoor ik direct op mijn hoede was. ‘Zeg, ik hoor dat jij gorelvorp bent? Is daar nou nog een beetje markt voor, tegenwoordig?’ Ik zuchtte en keek behoedzaam om me heen. Wie had er zijn of haar mond voorbij gepraat tegen mijn tante?
‘Och, gaat wel hoor’, mompelde ik in mijn glas. ‘En bij jullie, ook alles goed?’
Maar ze liet zich niet afschepen. ‘Gorelvorp, je hoort er zoveel over tegenwoordig’, riep ze uit, ‘maar ik had noooooooit gedacht dat ik er in mijn eigen familie eentje zou hebben! Jij nog wel! Wat een giller!’ Vriendelijk knikkend schuifelde ik zo onopvallend mogelijk richting lopend buffet. Ze schuifelde mee. En intussen vuurde ze vragen op me af. Heel hoorbaar. Met heel veel handgebaren en hoge uithalen van het lachen.
‘En heb je daar nou een opleiding voor gevolgd, of kan iedereen die dat wil zich zomaar gorelvorp noemen?’ Ik schudde van nee en opende mijn mond om haar te vertellen over de jarenlange training die ik bij verschillende teachers had gevolgd en hoe ik…
‘Of ben je dat bij geboorte soms? Want dan zouden er dus nog meer in de familie kunnen zitten hè! Mijn dochter wil ook altijd… Ha ha ha, straks blijk ik zelf een gorelvorp te zijn zonder dat ik dat wist!’
Weer schudde ik mijn hoofd. Het leek me niet waarschijnlijk dat zij ooit gorelvorp zou worden, al zou ze het nog zo graag willen.
‘Oh heerlijk zeg, jij ook een toastje met paling? Of mogen jullie dat niet eten? Ja, ik vraag maar hè! Alle respect natuurlijk voor jullie gewoontes hoor, helemaal zelf weten, voor mij allemaal oké hè, gewoon lekker zijn wie je wilt zijn.’
Ik wist haar af te schudden bij de toetjes, maar terwijl de koffie werd ingeschonken schoof mijn puberende nichtje Taj op de lege stoel naast me. Het was me al eerder opgevallen dat ze een tamelijk ongemakkelijk tenue droeg dat bij feestwinkels waarschijnlijk verkocht wordt als ‘gorelforp-outfit, 25%’.
‘Ik ben ook een gorelvorp’, fluisterde ze tegen me en ze keek er heel serieus bij.
Oh, de dingen die ik had willen doen! Mijn linkerhand naar haar uitsteken en haar strak in de ogen kijken terwijl ik zou zeggen: ‘Secret handshake dan!’ Of kort knikken en op militaire toon informeren: ‘Welke rang?’ Opspringen en een banishingteken maken met mijn kuiten. Of haar vol op de mond kussen en dan zeggen: ‘Nog niet zo lang zeker!’
Maar kom op. Het was Taj, mijn nichtje. Je hoeft als gorelvorp niet altijd de bitch uit te hangen, toch?
‘Wat is dat dan?’ fluisterde ik belangstellend terug. Ze bloosde.
‘Ik dacht dat jij ook…’ fluisterde ze nog zachter.
Ik knikte. ‘Ja. Maar wat is het dan?’ drong ik aan, nu met mijn Tante-stem.
Het arme kind liep nog roder aan en keek om zich heen maar nergens was hulp te verwachten. ‘Nou, dit is mijn gewaad, bijvoorbeeld,’ zei ze, en wuifde met een slap handje in de richting van haar ontluikende boezem.
‘Erg mooi hoor!’ moedigde ik haar aan.
‘En ik doe ook dingen met kaarsen.’
‘Wie niet’, prevelde ik en roerde glimlachend in mijn koffie.
‘Maar vooral de maan. Want ik kan nooit slapen met volle maan omdat ik heel gevoelig ben, maar dan doe ik een maanritueel.’
‘Helpt dat?’
‘Waarvoor?’ vroeg ze wantrouwend en vanaf dat moment was ze het duidelijk zat. ‘Mijn moeder zei dat jij ook een gorelvorp bent, maar volgens mij…’
Die schakelaar kon ik niet weerstaan. Je springt toch niet meteen uit de kast als vorp door alleen maar wat goede raad te geven, leek me, terwijl je toch even kunt laten zien dat je niet van de straat bent.
‘Als ik niet kan slapen helpt een zakje met lavendel onder mijn hoofdkussen wel eens. Of kamillethee.’
Ze veerde op. ‘Ohhhh! Dus jij bent een kruidenvorp? Dan ken je zeker ook wel Mathilde Maanlicht, dat is een hele beroemde vlogger die weet echt alles alles alles van kruiden en waar je ze kunt kopen voor heel weinig geld echt super ik heb de url wel voor je hoor!’
‘Ik ben niet zo handig met computers’, loog ik, ‘en het is gewoon maar een huismiddeltje hoor, die lavendel en kamillethee.’
Ze stond op. ‘Ik ga nog even wat halen’, zei ze, met nauwelijks verborgen teleurstelling.
‘De toastjes met paling mag je niet eten hoor’, riep ik haar na.
Ze draaide zich om en zwiepte haar haren naar achteren zoals alleen pubermeisjes dat kunnen. ‘Weet ik heus wel!’
Met beide handen trok ik de vermoeidheid uit mijn hoofd, veegde de zwaarte van mijn schouders en jenste mijn gronding in de parketvloer van het zaaltje waar nu de tafels opzij werden geschoven zodat er gedanst kon worden.
Aan de andere kant van de buffettafel stond Taj druk gebarend aan haar moeder uit te leggen dat ik gewoon maar net zo’n suffe tante was als iedereen hier. Ik hoefde niet naar hen te kijken om te voelen hoe hun strakgespannen overtuiging over mij kletterend uiteenviel.
Opgelucht vertrok ik die avond weer naar mijn hut aan de rand van het bos, gaf Kraai te eten en zei tegen Kat: ‘Morgen een pannetje soep naar buurman brengen, die is ziek. Zolang ik mijn werk als gorelvorp maar kan doen, hoeft er van mij nooit meer iemand over mij te zeggen dat ik er eentje ben.’
En Kat antwoordde: ‘Ik zeg sowieso niks. Ik ben een kat hè.’
Heerlijk stukkie Yoeke en natuurlijk ben je geen gorelvorp. Je hebt niet eens een gewaad
Geweldig onder woorden gebracht!