‘Kraaaak’, doorbreekt de stilte van het bos in de nacht. Stil. ‘Krak, krak… krak’. Stil. Niks aan de hand. Elk dier wandelt zo. Oplettend. Stapje doen. Luisteren, ruiken, proeven. Nog een stapje. Herhaal. Zo bewegen redt je leven meerdere malen per nacht. Zwijn, Egel, Ree weet precies waar ze is en wat de situatie te bieden heeft. Hier een uitstekende schuilplaats. Even liggen. Daar een paar bessen. Erheen lopen, oplettend, steeds even luisteren of er in die paar stappen tijd niks is gebeurd dat directer aandacht nodig heeft. Als je het niet vertrouwt meteen rennen. En weer stoppen om te luisteren, ruiken, proeven of er nog ergens anders bessen hangen. Dier is alert. Er verandert iets. Dier past zich aan, zorgt goed voor zichzelf, gaat verder, is alert.
Ander moment van bos in de nacht. ‘Krak, krak, krak, krak, krak (herhaal)’. Oeps. Dat kan alleen maar Mens zijn. Mens heeft een constante pas. Mens is niet alert. Mens heeft op plattegrond gezien dat hij over negen minuut drie-en-veertig bij dit wandeltempo aan de andere kant van het bos zal zijn als hij strak deze richting aanhoudt. Waarom wil Mens aan de andere kant van het bos zijn? Staan daar de beste bessen? Dat weet Mens niet. Hij wil erheen omdat daar zijn auto staat. Is dat het soort bes waar Mens dol op is? Nee, auto is het soort bes dat het Mens mogelijk maakt om in een strak tempo op een bepaalde tijd aan te komen op een andere plek waarvan hij niet weet of er bessen staan.
Mens weet niet welk dier vlakbij hem onder de struik duikt tot hij voorbij is. Mens ruikt niet of er iets verandert in de lucht. Mens gaat de richting op die hij van tevoren heeft bedacht, omdat hij daar zijn wil. De prachtigste bessenstruiken loopt hij voorbij zonder ze op te merken. Krak, krak, krak, krak, krak (herhaaal). Tot de Corona-uitbraak.
Egels langetermijndoelen
Op maandag 16 maart 2020 veranderde alles. Mens stopte. Ik klapte mijn agenda dicht. Ik hoefde niet meer over negen minuut drie-en-veertig bij mijn auto te zijn. Ik had alle tijd om een stap te doen, na te denken, te onderzoeken wat ik ook alweer leuk vind om te doen, waar ik mijn energie aan wil besteden, wie ik echt om me heen wil hebben, zelfs al zou ik er ziek van worden, over wie ik me zorgen maak, wat ik voor hen kan betekenen nu. Op maandag 16 maart begon ik te leren wandelen als Zwijn, als Egel. Mijn leefritme veranderde ineens. Van de tien bewegingen die ik vooraf had bedacht ging er geen eentje door. In plaats daarvan moest ik stilstaan, luisteren, kijken wat er nu belangrijk was. Naar mijn ouders toe om ze een bakje soep te brengen. Een programma downloaden zodat ik mijn zieke buurman kon spreken zonder hem in gevaar te brengen. Nadenken over waar ik eigenlijk naar toe had willen lopen met m’n krak, krak, krak, krak, in alledaags mensentempo, hup, door het stille bos in de nacht, op weg ergens heen waar het belangrijker is dan hier, nu. Wil ik dat wel?
Ik vind het lastig, leren wandelen als Egel. Ik blijf de neiging houden om niet te merken welke signalen er om me heen zijn en toch weer een tijdje stevig door te marcheren naar een langetermijndoel, waar je nooit een Zwijn of Ree op zult betrappen. En toch ben ik ervan overtuigd dat zij gelijk hebben met hun manier van bewegen. Die is normaal. Hoe wij het doen is een misverstand, dat even voelbaar werd met die lockdown.
Krak. Rust. Stilte. Krak, krak.
Ik hoopte eigenlijk dat die open, alerte levenshouding vanzelf zou blijven. Dat ik me bewust zou blijven van hoe ik steeds opnieuw keuzes kan maken in wat ik doe, welk pad ik volg, of ik even stilsta voor een praatje, een boodschapje doe voor iemand die dat zelf op dit moment niet kan, zorg voor mezelf en mijn geliefden, weet dat ik morgen dood kan zijn, zomaar, dat het vandaag moet gebeuren, alles wat echt echt echt belangrijk is.
Maar onderzoek heeft uitgewezen dat we – daar hoor ik bij – alweer pijlsnel terug zijn bij ons oude wandeltempo. Normaal doen. We waren tot stilstand gekomen en nu zijn we weer volop in beweging. Het is weer dag geworden, de zon verlicht alles, we kunnen weer voort, beetje normaal doen met z’n allen, tempo tempo. Krak, krak, krak, krak, krak, herhaal.
En dat hoeft niet. We hebben, jij ook, met de wereldwijde time-out even ervaren hoe het is om te wandelen als Zwijn, Ree of Haas. Ik ben vastbesloten om daar nog beter in te gaan worden door veel te oefenen. Krak. Rust. Stilte. Nadenken, voelen, luisteren, proeven. Wat past op dit moment? Wat is nodig voor mijn omgeving? Wat kan ik bijdragen? Dat doen. Krak, krak. Stilte. Het wordt vanzelf weer dag. De kunst is om ook dan niet door je eigen tempo te worden meegesleept.
Yoeke Nagel
Magische Week – oefenen met tempoverlies en creatie
Van 13 tot en met 20 september organiseer ik samen met Chris Opheij een Magische Schrijf- en Tekenweek. In Nederland, vanuit je natuur, op Landgoed Algoed. We gaan er experimenteren met leven als Zwijn, Egel, Ree. Spelen met creatiekracht, waar Mens dan weer keigoed in is. Je kunt er nog bij, als je nu even snel bent.
Meer informatie:
www.yoekenagel.nl