Continuïteit – het thema van dit nummer – berust nogal eens op voortdurende herhaling. Wat niet wordt herhaald, verdwijnt op den duur; sterft uit, raakt vergeten. Bij elke herhaling kan er ook iets veranderen. Maar niet te veel ineens, want anders kun je niet meer spreken van continuïteit.
Het schip van Theseus
Denk bijvoorbeeld aan het schip van Theseus, dat Plato vermeldt in de dialoog Phaedo. Dit schip, zo wordt verteld, voer in het oude Athene jaarlijks naar het eiland Delos voor een dankceremonie aan Apollo. Het zou het schip zijn waarmee de held Theseus naar Kreta was gevaren om de Minotaurus in het labyrint te doden, waarmee een eind kwam aan de ondergeschiktheid van Athene aan de zeemacht Kreta. Mogelijk werden bij de herdenking van deze mythische voorgeschiedenis op Delos de ‘kraanvogeldansen’ met labyrintachtige wendingen uitgevoerd, die zouden zijn geïntroduceerd door Theseus en zijn metgezellen toen ze van Kreta terugkeerden.
De avonturen van Theseus speelden lang, lang voor de tijd van Plato, en in de loop der tijd had dat schip natuurlijk wel de nodige reparaties ondergaan: rotte planken waren vervangen, touwwerk vernieuwd… tot er geen enkel onderdeel van het schip meer uit de tijd van Theseus stamde.
Het schip van Theuseus wordt vaak aangehaald om te filosoferen over ‘identiteit’. Is het schip dat naar Delos vaart na al die veranderingen nog wel hetzelfde schip, het schip waarmee Theseus naar Kreta was gegaan? Is een mens na zo-en-zoveel jaar, wanneer de meeste cellen van het lichaam zijn vernieuwd, nog wel dezelfde persoon? Is iemand met getransplanteerde organen nog wel dezelfde persoon? Als je uitgaat van reïncarnatie: is de ziel die is wedergeboren in een ander lichaam nog wel dezelfde als die in het vorige leven?* Wat is identiteit precies?
Continuïteit is niet hetzelfde als identiteit, maar ze hebben met elkaar te maken. De identiteit van ‘het schip van Theseus’ als ding is misschien problematisch, maar er is continuïteit in de religieuze vaartocht, die immers elk jaar werd herhaald. Ook al bestond de bekransing of bekroning die het schip kreeg voordat het uitvoer elk jaar vermoedelijk uit een verse krans, was de Apollopriester die hiervoor zorgde misschien niet altijd dezelfde persoon, was de timing en duur van de vaartocht voor een deel afhankelijk van het weer, en waren er vast nog wel meer variabelen.
Herhalingen
Deze gedachten rond ‘continuïteit’ speelden in oktober door mijn hoofd naar aanleiding van een documentaire op Arte over Mary Shelley’s boek Frankenstein. Het is eerder uitgezonden, in januari 2018, 200 jaar na de eerste publicatie van het boek, en dus een herhaling. Er wordt veel herhaald op televisie… in andere media wordt trouwens ook regelmatig verslag gedaan van gebeurtenissen die al eens (of meer dan eens) eerder zijn belicht, en allerlei films en series (o.a. Charmed, The Craft, Buffy the Vampire Slayer en Dune) worden herverfilmd; het aanbod blijft in zekere zin steeds weer hetzelfde… aldus associërend kwam ik op het idee van continuïteit als herhaling op herhaling.
Dit jaar werd 30 oktober als uitzenddatum gekozen voor het programma over Frankenstein, ongetwijfeld in verband met het jaarlijkse griezelen rond Halloween. Een andere gelegenheid, hetzelfde programma – al is er iets voor te zeggen dat door de verschillende uitzenddata de accenten voor de kijker toch net iets anders kwamen te liggen. De eerste keer ging de uitzending over een jonge science-fictionschrijfster aan het begin van de negentiende eeuw en haar bekendste werk, en nu over het ontstaan van een inmiddels klassiek horrorverhaal.
Over dat alles ging het namelijk, en ook over de relevantie voor onze tijd van vraagstukken rond dood en leven, ‘hergebruik’ van delen van lichamen, rechten van niet-menselijke intelligente wezens, en menselijk ingrijpen in de natuur.
Het jaar zonder zomer
Het idee voor Frankenstein ontstond in 1816, ‘het jaar zonder zomer’. Men wist toen nog niet waardoor het kwam, maar door vulkaanuitbarstingen en met name de uitbarsting van de vulkaan Tambora het jaar ervoor, was er zoveel as in de atmosfeer gekomen dat het zonlicht werd tegengehouden, en het ongewoon koud was en overvloedig regende. Oogsten mislukten en er braken ziekten uit. Mensen raakten in een sombere en onzekere stemming door deze ‘onnatuurlijke’ afwijking van de opeenvolging van seizoenen. Er werden zonnevlekken ontdekt die zo groot waren dat ze met het blote oog te zien waren, waardoor velen het idee kregen dat er iets mis was met de zon. Er deed een voorspelling de ronde dat de zon op 18 juli zou uitdoven, wat het einde van de wereld zou betekenen.
“I had a dream, which was not all a dream.
The bright sun was extinguish’d, and the stars
Did wander darkling in the eternal space,
Rayless, and pathless, and the icy earth
Swung blind and blackening in the moonless air;
Morn came and went—and came, and brought no day,
And men forgot their passions in the dread
Of this their desolation…”Begin van Lord Byrons gedicht Darkness uit 1816
Mary Wollstonecraft Godwin, de tienerdochter van de filosofen Mary Wollstonecraft (die kort na de bevalling was overleden) en William Godwin, was er (tegen de zin van haar vader) vandoor gegaan met de (getrouwde) dichter Percy Bysshe Shelley en noemde zich Mary Shelley. Samen met Mary’s stiefzus Claire Clairmont reisden ze door Europa. Mary beviel van een meisje, dat echter te vroeg werd geboren en stierf. Haar tweede kind van Shelley was een jongetje en zou een paar jaar later in Rome overlijden.
Samen met hun zoontje en met Claire, die zwanger was van de dichter George Gordon (Lord) Byron, reisden de Shelley’s in 1816 naar Zwitserland. Daar logeerden ze aan het Meer van Genève, in de buurt van de Villa Diodati waar Byron en de arts en schrijver John William Polidori verbleven. Ze trokken veel samen op. Ze dronken wijn met opium en lazen elkaar spookverhalen voor. Op een van de avonden in de zomer die geen zomer was, bedacht Byron dat ze allemaal zelf een griezelverhaal moesten schrijven. De bekendste werken die hieruit voortkwamen, zijn Mary Shelley’s Frankenstein en John Polidori’s The Vampyre. De avond geldt als het beginpunt van het literaire genre van de ‘gothic novel’.
Het monster van Frankenstein
In het boek heet het monster niet zelf Frankenstein, zoals vaak wordt gedacht. Victor Frankenstein is de man die het monster maakte. Frankenstein is geen waanzinnige professor en het monster is geen afzichtelijke zombie-achtige verschijning. Dit beeld is in het leven geroepen door de theaterbewerkingen en verfilmingen van het boek die een tijd lang bekender waren dan het boek zelf, begreep ik uit de documentaire. Frankenstein is een begaafde jonge medicus die op zoek is naar het geheim van het leven en daartoe ook magische en alchemistische boeken bestudeert. Hij maakt zijn ‘nieuwe Adam’ uit delen van lijken, op zo’n manier dat het lichaam de ideale proporties heeft volgens het geldende klassieke ideaal.
Het schepsel zou dus een mooie man moeten worden, maar dat pakt anders uit. Wel is hij intelligent en gevoelig. Weggelopen uit Frankensteins werkplaats leeft hij eerst als een dier in het wild, maar ontdekt dan het vuur, is enthousiast over de schoonheid van de natuur, krijgt inzicht in het verloop van dag en nacht en de seizoenen, en leert zelfs zelfstandig spreken en lezen. Maar mensen raken ontzet als ze hem zien. Hij ziet er anders uit en daardoor denken ze dat hij boosaardig is. Zelf schrikt hij ook als hij zijn spiegelbeeld in het water ziet. Hij concludeert dat hij blijkbaar een monster is, en gaat zich monsterlijk gedragen. Van nature is hij niet slecht, maar hij internaliseert de maatschappelijke afwijzing en raakt verbitterd en vijandig.
Prometheus, klassiek en modern
Victor Frankenstein, de ‘moderne Prometheus’ zoals hij in de ondertitel van het boek wordt genoemd, wekt zijn zelfgemaakte mens tot leven met elektriciteit. In de films doet hij dat door de elektriciteit van de bliksem, het hemelvuur, omlaag te geleiden. De klassieke Prometheus (die uit de Griekse mythologie) schiep mensen, en stal het vuur van de goden uit de hemel en bracht dit naar de aarde. Hij deed dat om de mensen te helpen, zodat die niet meer afhankelijk hoefden te zijn van de goden. Prometheus werd daardoor in later eeuwen het zinnebeeld van de mens die zich door het licht van de rede en wetenschap bevrijdt van de tirannie van koningen en godsdienst.
Mary Shelleys ouders hadden echter met eigen ogen gezien hoe de Verlichtingsidealen in de Franse Revolutie geen rationele samenleving tot stand brachten, maar uitmondden in bloedbaden en Terreur. De mythische Prometheus werd in opdracht van oppergod Zeus als straf aan een rots geketend door Macht en Geweld (Kratos en Bia).
Wie is het monster?
Een van de vragen die het verhaal oproept, is of Frankenstein, de mens, ondanks zijn medisch nobele bedoeling om het levende organisme te ontraadselen, niet (ook) zélf het monster is. De documentaire toont griezelige experimenten die daadwerkelijk zijn uitgevoerd met het in leven houden en transplanteren van lichaamsdelen. Er wordt verwezen naar androïden en kunstmatige intelligentie: zal die zich niet, net als het monster van Frankenstein, uiteindelijk tegen zijn maker keren?
Het monsterlijke zou ook kunnen schuilen in de tirannie van Zeus, oftewel God, oftewel de godsdienst, die niet accepteert dat de mens een leven zoekt waarin hij het zonder goden kan stellen. (Zowel Mary’s vader als haar geliefde stonden een atheïsme voor.)
Zwarte Kaat
Op dit punt aanbeland, word ik eraan herinnerd dat ik nog altijd voorzichtig aan moet doen met schrijven. Maar dit nieuwtje wil ik gauw nog vermelden: De ‘heksenboom’ van Bladel is in Nederland verkozen tot Boom van het Jaar. (In Europees verband wonnen drie andere bomen die titel.)
De beuk in Bladel is genoemd naar de ‘heks’ Zwarte Kaat, rond 1600 de leidster van een roversbende in de Kempen. Als kind ben ik op schoolreisje naar Bladel geweest. Op een avond verzamelden we ons daar rond een groot kampvuur. Een stem uit het duister (we konden de verteller niet zien) vertelde het verhaal over Zwarte Kaat, en verzekerde ons dat haar geest nog immer rondwaarde. Vervolgens maakten we een nachtwandeling door de bossen… Op internet lees ik dat de legende nog altijd wordt verteld “aan de vele kinderen die met hun school op kamp komen op Landgoed Ten Vorsel.” Over continuïteit gesproken!
Wie dit tijdig leest, kan op donderdag 31 oktober bij de Heemkring in Bladel een Halloweententoonstelling over Zwarte Kaat bezoeken. Wie hiervoor te laat is, of wie liever een sportief dagje uit is, kan een wandel- of fietsroute volgen.
* Het is niet nodig om snel wat antwoorden uit de mouw te schudden, om dan te achterhalen of je in Gryffindor, Hufflepuff, Ravenclaw of Slytherin thuishoort. Dit zijn vragen om over te blijven nadenken.