Alle begin is makkelijk
(het is het einde dat zeer doet)
Door Yoeke Nagel, interheksueel met Reclaiming-wortels
www.yoekenagel.nl
We hechten ons pijlsnel aan van alles en nog wat. Daarom kunnen we per definitie nooit ergens aan beginnen.
Dat was mijn heldere moment van vandaag. Nou moet ik toegeven dat ik griep heb en dus anders denk dan ik normaal doe, maar toch denk ik dat er wel wat in zit wat ik hierboven beweer.
Een tijdje terug vond ik op Facebook (ja, sorry, ik weet het, het is de duivel, maar ik vond er wel dit) een filmpje dat duidelijk maakt dat we ‘voorwerp’ en zelfs ‘mens’ snel als eigen beschouwen. En op het moment dat we dat doen haken we er een soort aandachtslijntje aan. Gebeurt er iets met het voorwerp of die mens, dan trekt dat aandachtslijntje onze zorg- of beschermhormonen los en komen we in actie. ‘Wat? Speel jij daar met mijn autootje? Dan zal ik op je hoofd slaan tot ik het terug heb.’ Of: ‘Kreng! Knipoog jij naar mijn man? Dan beroddel en beschimp ik je tot hij je niet meer begeert.’
Oké, dit zijn extreme voorbeelden natuurlijk, want wie vindt het nou in het echt een probleem als iemand eens een autootje of man wil lenen, maar het gaat even om de theorievorming hier.
We hechten ons aan spullen en mensen en zijn bereid die te verdedigen als ze ons dreigen te ontvallen. Of heftig te betreuren als ze stuk of weg zijn geraakt.
Dat noemen we zorg en aandacht en het is goed spul. Wie het niet heeft, heeft een hechtingsprobleem en dat is heel lastig. Google daar maar eens rustig op, want ik wilde het over iets anders hebben.
Aandacht-voor-eigen
We hebben dus, vanuit het kluwentje aandacht dat tot onze beschikking staat, naar heel veel kanten aandachtslijntjes uitstaan naar alles wat we als ‘eigen’ beschouwen. Naar onze kinderen, ouders en geliefden. Naar onze auto, fiets en gasfornuis. Naar ons bed, dagboek en vibrator. De hond, boeken, een schilderij, misschien een enkele jurk, klok, altaarbeeldje, kaars of damestasje, ik noem maar wat. Alles waarmee we ons omringen is, zou je kunnen zeggen, bezield met onze aandacht-voor-eigen.
Dit is geen wetenschap
Nou kan ik dit met geen enkel wetenschappelijk onderzoek bewijzen maar ik heb sterk de indruk dat ons aandachtskluwentje ook overbelast kan zijn. Dan slaan onze aandachtsstoppen door. Dat gebeurt als we teveel verbindingslijntjes hebben omdat we teveel spullen hebben om de boel nog ontspannen in onze aandacht te houden – met name als er iets stuk gaat of onvindbaar is. En voor iedereen die kinderen, ouders, vrienden, zieke buren, partners en minnaars heeft: je weet wat er gebeurt als daar de een of ander aan zo’n lijntje gaat lopen rammelen met een eis om meer aandacht. De pleuris breekt uit.
Verzamelaars – van spullen, zowel in als buiten de handtas – hebben altijd al een hoog voltage op hun aandachtslijnen staan. Ze hebben meer aandacht voor hun spullen dan voor hun eigen werkelijke angsten en verlangens, in elk geval. Er kan niks af en er kan zeker niks meer bij.
Waarom je bezwering niet werkt
En dit is – ik nader nu de clou van mijn betoog – de reden dat veel uitstekend uitgevoerde bezweringen, spreuken en andere magische handelingen soms om onverklaarbare redenen toch niet werken. Een concreet voorbeeld: je voert met Imbolc een goed uitgedacht ritueel uit voor een nieuw begin. Je trekt een cirkel met schoolbordenkrijt, je wuift met een uilenvleugel om de kracht van Athena aan te roepen en je declameert een zelfgeschreven poeem waarin je Haar vraagt om ondersteuning bij de studie bedrijfskunde waar je je nu eindelijk voor in hebt geschreven – je legt een 2 euro muntstuk op je altaar om je aan je intentie te blijven herinneren. Maar wat je daarna ook doet: die rotstudie wil maar niet vlotten.
Hechtingen losmaken
Wat heb je dan fout gedaan? Je ritueel was prima, maar er ontbrak iets aan je aandachtslijnen. (Oké, en ook aan je ritueel, maar dat komt straks). Ik heb geen enkel wetenschappelijk bewijs om mijn volgende bewering te onderbouwen maar ik denk dat je aandachtslijnen bezet zijn. Je kunt niet ‘iets nieuws’ beginnen zonder ‘iets ouds’ los te laten. Daar. Nou heb je het. Er is geen aandacht vrij voor iets nieuws omdat je je hecht aan iets ouds. Je bent gehecht aan bijvoorbeeld je vrije tijd. Lanterfanten. Een Amerikaanse tv-serie bekijken. Taart bakken. Seks hebben in het open veld. Echt, er zijn zoveel dingen leuker dan thuis zitten met een studieboek. Aan al die Leukere Dingen ben je gehecht en je zult een serieus aantal van die hechtingen bewust moeten losmaken en aan die nieuwe studie van je moeten bevestigen, anders wordt het niks.
Een stuk chocola
Dit – en dat is mijn punt dan eindelijk – is wat ze bedoelen met ‘maak een offer’. Niet een stukje chocola op je altaar leggen voor de Godin van Dienst of een kaarsje aansteken, maar een echt offer: iets waaraan je gehecht bent losmaken uit je aandacht en zo ruimte maken voor iets nieuws om je aan te hechten. Lang voordat je een ritueel doet voor een nieuw begin moet je je persoonlijke werk hebben gedaan voor een afronding, een afscheid, een jeetje-wat-zal-ik-het-missen-maar-dat-andere-vind-ik-toch-echt-belangrijker-nu-besef. Wat je natuurlijk kunt onderstrepen met een mooi afscheidsritueel, daar wil ik van af wezen. Maar pas als je ruimte hebt gemaakt is het tijd voor een nieuw begin en kan er ook echt wat nieuws bij in je aandacht.
Zo. En nou ga ik m’n tas maar weer eens omkieperen om te zien of ik het nou al begrepen heb in de praktijk. Je moet tenslotte ergens beginnen.
Is dit waarom het woord eigen dom met een spatie geschreven dient te worden. 🙂
Heerlijk blog. Volgens mij begint het echte hekenwerk inderdaad met plaatsmaken.
En bewust kijken naar wat je vasthoudt. Een van mijn krachtigste spreuken is deze: “het oude voorbij, de weg is vrij”. Precies zoals jij betoogt, gaat daar dus wat energiewerk aan vooraf. Maar dan heb je ook wat!
Mooi gezegd! En ik denk, dat je gelijk hebt 😊