Voor dit themanummer van Wiccan Rede over ‘ontmoeting’ vroeg ik bekenden en onbekenden: Hoe kwam jij voor het eerst in contact met hekserij / wicca / paganisme / heidendom? En hoe kwam je in contact met de eerste heks / heiden / paganist die je ontmoette? Vóór internet bestond, voordat er heksencafés waren, ging dat anders dan nu.
Dat wicca bestond had ik (Jana) gelezen in het boek ‘Heather’ van Hans Holzer, dat ik leende uit de bibliotheek. Nadat ik een een interview in Viva las met Magnus en zijn hogepriesteres, schreef ik een brief aan het tijdschrift, met een postzegel erbij, en het verzoek of ze mijn brief wilden doorsturen naar de twee heksen die waren geïnterviewd. Dat gebeurde en leidde ertoe dat ik werd uitgenodigd voor een gesprek. Dat was interessant, maar met hen voelde ik niet de ‘klik’ die ik zocht. Dat kwam pas toen ik de volgende twee heksen ontmoette.
Ongeveer dit stukje plaatste ik op internet, met de vraag hoe dat bij anderen ging.
Hieronder kun je de reacties lezen van heksen, heidenen, enzovoorts die in verschillende perioden voor het eerst contact zochten. Van de tijd van de ‘aan jezelf geadresseerde envelop met postzegel’ (voor de Engels sprekenden: een SASE – Self Adressed Stamped Envelope) tot aan de periode met internet, heksencafés en sociale media. Van blij zijn dat je überhaupt een adres vond, tot niet weten hoe je de juiste – meest bij jou passende; ‘echte’ – personen vindt tussen al diegenen die je vindt. Rond 1980 waren er Elsy in Alkmaar en Merlin en Morgana in Zeist. Via artikelen in Bres en contactgegevens in enkele boeken kon je hen vinden, en wat later ook Magnus en Melkor die zelf een boek schreven. Er waren ook al vroeg artikelen in ‘feministiese’ tijdschriften.
Wat later verschenen de boeken van Joke en Ko Lankester en rond de verschijning van de boeken van Vivianne Crowley en Phyllis Curott was er een hype, die nog niet over was toen Susan Smit met haar boek kwam. De hype is inmiddels wel weggeëbt, maar wie interesse heeft in wicca, eclectische hekserij, paganisme, heidendom, enzovoorts kan nu makkelijk aan informatie komen. Ook in Wiccan Rede vind je contactadressen onder de tab ‘Adressen’, zowel ‘Arachne’s web’ als de lijst met heksencafés, moots en meets. Op internet kost het geen moeite om websites te vinden van Greencraft, van Lunadea en van de Heksehoeve van Margarita. Om maar een paar van de opties te noemen.
Daadwerkelijk contact leggen blijft echter nog even moeilijk als voorheen. Je moet maar durven om naar een heksencafé te gaan! (Tip: neem iemand mee die je kent, en natuurlijk mail of bel je tevoren. Stel gerust alvast de vragen waar je mee zit). Meestal valt het mee, en soms leidt het naar heel waardevolle ontmoetingen en zelfs naar vriendschappen voor het leven.
A vond haar eerste contact: “Door van dezelfde Magnus ‘Ik ben een heks’ in de bieb te vinden! Vorige week heb ik het via Marktplaats eindelijk zelf in mijn bezit gekregen. Vervolgens schreef ik naar het adres achterin van Elsy in Alkmaar. Die hadden geen plek of tijd of gelegenheid en zo kwam ik in Zeist terecht. The rest is history! (Anders was ik nu Alexandrian ??) Dat was rond 1990.”
B ging naar een boekbespreking door Elsy in de bibliotheek in Rotterdam. Ze had contact via Green Circle en had het Magisch Jaar in Eindhoven gedaan. Elsy was daar de bindende factor en er waren heel veel coryfeeën aanwezig.
C was ook bij die boekbespreking en herinnert zich dat magisch jaar in Eindhoven nog goed. Ze ziet Elsy nog steeds met regelmaat. Ze leerde wicca kennen door het boek van June Johns, The king of the witches’, over het leven van Alex Sanders. In 1969, denkt ze.
In januari 1987 was er een uitzending over Elsy en Alex op de RVU (educatieve omroep, J.). “Ik heb naar de RVU geschreven of ze mijn brief aan Elsy wilden doorsturen. Ik werd door haar uitgenodigd voor een gesprek. Ik was DOODNERVEUS, heb een half uur in de auto aan het kanaal zitten roken en toen ik uiteindelijk voor haar deur stond wist ik dat mijn leven voorgoed zou veranderen. De beste beslissing ooit ??”
E leerde wicca kennen door een onverwachte ontmoeting met Marian Green op een boekenmarkt in Engeland en later door de ontmoeting met Morgana en Merlin en de hierdoor ontstane vriendschappen met diverse mensen, onder wie Jana. Nog veel later ontmoette E Magnus en werkte samen met hem in zijn cirkel. “Zo ben ik een heks geworden”.
Judith Selene kwam in contact door een erfenis waarbij ze zich verbaasd door een stapel boeken heen wurmde over hekserij en ergens achterin een boek (“ik denk ook dat van Magnus”) het adres vond van Silver Circle. “Die heb ik toen een brief geschreven en toen kreeg ik antwoord van Merlin. Ik heb daarna de Silver Circle-training gedaan en hij heeft me in contact gebracht met Dolores Ashcroft-Nowicki. Iets waar ik hem nog altijd intens dankbaar voor ben :-)”
Morgana: “Over Dolores gesproken.. in 1977 gingen wij – Merlin & ik – op zoek naar mensen die ons konden helpen. We kwamen cursussen tegen van zowel Dolores als Marian Green. ‘The Natural Magic Course’ van Marian werd onze keuze maar we hielden ook contact met Dolores. ik heb nog steeds contact met beiden. 🙂 Dat we uiteindelijk bij Gardnerians in Engeland terechtkwamen was te danken aan een papiertje met een adres in Brighton, gevonden in The Atlantis Bookshop, London.”
G had als jong meisje over de heksenverbrandingen gehoord, “dat leek me een afschuwelijke dood. Kan me nog herinneren dat ik op bed zat en me probeerde hoeveel pijn dat zou doen, brrrr. Toen was ik al gek op kruisridders, die kostuums, de paarden en de zwaarden. ‘Kruistocht in spijkerbroek’ was mijn lievelingsboek. Mijn moeder voerde me griezelboeken, dus ik had al heel veel gelezen over heksen en spoken, vooral de enge verhalen. Toen ik 25 was vond ik ‘Leer en ritueel der Hogere Magie’ van Eliphas Levi in de bieb, daar snapte ik niet veel van. En ik kocht een LP, ‘Dreamweaver’ van Sabbat, omdat ik de hoes zo mooi vond. Daar bleek een heel verhaal op te staan over een monnik die naar Engeland werd gestuurd om de heidenen te bekeren. Hij komt aan land en ontmoet daar Wodan, dan volgt er een hele theologische discussie op metal-muziek, geweldig. Zo kwam ik op het spoor van het paganisme. En ik deed aan LARP, daar zie je ook prachtige, hele plechtige zelfbedachte rituelen. Ik ben erg artistiek aangelegd, dus ik goot al mijn kennis en problemen in schrijfsels, tekeningen en kleding. Ik heb zelfs een paar keer opgetreden als Heks. Ik vond ‘Heks’ van Susan Smit een erg bijzonder boek, dat betekende toch dat het niet meer zo raar was om praktiserend heks te zijn. Er gebeurden vreemde dingen die ik niet kon rijmen met mijn gewone nuchtere 20-eeuwse kijk op zaken. Het zorgde ervoor dat ik ging geloven in een Hogere Macht, anders zou ik mezelf voor gek moeten verklaren. Maar die dingen gebeurden echt. Een paar jaar geleden heb ik me voor het eerst gerealiseerd dat ik ‘spoken’ zie, af en toe. Voel me zeer vereerd dat ik boodschappen uit het hiernamaals mag overbrengen, heb al een paar keer een weduwe de groeten mogen doen”.
H vond zijn eerste contacten “Eigenlijk nog het meest dankzij ‘Onkruid’ denk ik, waar begin jaren negentig wat extra aandacht aan moderne Hekserij werd besteed. We konden via Silver Circle ook een speciale Keltische jaarfeestenkalender bestellen en aangezien ik mij toen vooral bezighield met Kelten (op het gebied van Volkenkunde) besloten we (M en ik) die kalender te bestellen. Dat dan wat betreft Wicca. Hekserij – of eigenlijk paganisme – als religie, daar was ik al veel langer mee bezig eigenlijk (in verband met studie naar menselijke religies en oorsprong) maar had er tot mijn schande eigenlijk nooit eerder bij stil gestaan hoeveel dat nog leefde (in de jaren ’80-’90). Toen we dat eenmaal beseften, doken we in de materie en het eerste boek op dat gebied wat we lazen was van Magnus ‘Ik ben een heks’. Daarna kwamen de boeken van Joke en Ko aan de beurt. En toen was er HEXCC !!!”
HexCC was een online verschijnsel dat niet meer bestaat (voor zover ik weet). Een mailgroep die voorafging aan de diverse fora, zoals (vooral) het ‘eikenhouten’ forum van Silver Circle. HexCC was erg populair onder de mensen die interesse hadden in hekserij en aanverwante zaken, en die al beschikten over een ‘personal computer’ en e-mail-adres.
I was altijd buiten te vinden, bramen plukken in het wijkpark en meehelpen op de kinderboerderij. “Uiteindelijk wilde ik kunnen overleven op wat de natuur te bieden had qua eetbare planten. Dus ging ik veel lezen en opzoeken over geneeskrachtige kruiden en eetbare planten. Vervolgens kwam ik op websites terecht over hekserij en ben ik boeken gaan lezen (stiekem, want van m’n ouders mocht het niet) over hekserij. En vond ik alles met heksen interessant. Ik heb ook een rituelengroepje ‘geleid’ toen ik op de middelbare school zat, waar ik jaarfeesten en maanfeesten mee vierde in de Broekpolder (Vlaardingen). Ik las ook wel van heksencafés maar daar moest je 18 voor zijn en dat was ik toen nog lang niet. Ik bedacht me toen van nou, dan kan ik maar beter van alles erover gaan lezen. Waaronder de boeken van Scott Cunningham en Joke & Ko. Uiteindelijk belandde ik in 2010 op het heksencafé in Rotterdam.”
J kwam als tiener in de bieb het ‘Handboek voor Heksen’ (van Noud van den Eerenbeemt, J.) tegen. “Dat vond ik een zeer intrigerende titel. Wat dingen gelezen verder maar ik kon er niet zoveel mee. Jaren later kwam Susan Smit met haar boek. Dat leidde tot een aantal artikelen waarin werd verwezen naar het internet als ontmoetingsplaats van heksen. Toen ik eenmaal op ‘Whiteshadow’ zat kon ik bij wijze van spreken overal bij, overal aan snuffelen. En toen … ook nog eens een heksencafé in Amsterdam opende kon ik eindelijk ‘IRL’ kennismaken met andere mensen die met dit soort dingen bezig waren.”
K hoorde over wicca “Via vriendinnen op de middelbare school. Dat was in de jaren ’90, tijdens de hype. Ik kwam op de website van Silver Circle na wat gegoogle en nam een abonnement op de Wiccan Rede. De eerste heksen ontmoette ik vervolgens op een heksencafé in Amsterdam, Amstellodea.”
L: “Toen ik in 1989 het boek ‘Ik ben een heks’ van Magnus in de bieb vond. Dat resoneerde heel sterk met hoe ik de wereld als kind ervoer. Daarna jarenlang met veel moeite boeken bij elkaar geschraapt en veel zelf ervaren en bestudeerd. Vanaf m’n 18e ging ‘het slot eraf’ en na een serie onwaarschijnlijk lucide ’toevalligheden’ bevestiging gekregen over de verdere weg. De juiste mensen ontmoet via HC Utrecht en aan de slag gegaan.”
M was als kind altijd al spiritueel, “en toen ik zo’n 12 jaar was, wilde ik op zoek naar een kader voor die spiritualiteit, herkenning, en andere mensen die hetzelfde dachten. Kortom ik zocht een religie. Ik heb letterlijk de Wikipedialijst van religies afgescrold en op elke onbekende religie geklikt. Neopaganisme en wicca stonden helemaal onderaan. Ik vond het heel interessant, maar de eerste echte vonk ontstond door het boek ‘Magische Meisjes’ van ‘Heksemina’. Dat is voor kinderen, maar ik vind het nog steeds een geweldig boek.”
(Zie de recensie in een vorig nummer! J.)
N houdt het kort: “35 jaar geleden met een boek van Zsuzsanna Budapest!!”
O leerde via handboogschieten een groepje jongens kennen die zich met hekserij bezighielden. “Zij leenden me hun boeken uit toen ik interesse toonde en zo kwam ik op het heksenpad. Daarna leerde ik al snel op school twee meiden kennen die hekserij ook interessant vonden maar er verder niets mee deden. Via een advertentie in de krant, een oproepje voor een open viering, ben ik bij een coven terechtgekomen.
En ik ben in die tijd ook lid geworden van eerst het Whiteshadow-forum, daarna het Magisch-forum en toen het forum van de Silver Circle. Met name daar heb ik heel veel heksen door leren kennen.”
P mijmert: “Een vraag die herinneringen oproept uit lang vervlogen tijden hoe de ene ontmoeting tot een andere leidt. Zo halverwege de jaren tachtig van de vorige eeuw bezocht ik de Kosmos in Amsterdam voor een workshop die werd gegeven door Susun Weed, een inheems Amerikaanse en oprichtster van haar Wijze Vrouwen Traditie. Ze gaf ons opdracht in de lunchpauze naar buiten te gaan opzoek naar plantjes in de stad die tussen de tegels en op andere haast onmogelijke plekken groeiden.
In de middag vertelde ze van elk takje en blaadje tot welke plant het behoorde, of het eetbaar was en over de eventuele geneeskrachtige werking ervan. We wisten niet van elk plantje de Nederlandse naam en een van de aanwezige vrouwen noemde een boekje met namen van kruiden in het Engels, Latijn en Nederlands. Ze gaf ons ook de titel van een ander boekje ‘Twijgen in de bezem’ en het adres van Silver Circle. Volgens mij had ik toen nog nooit van wicca gehoord.
Beide boekjes heb ik besteld en ze staan nog altijd in de boekenkast. ‘Twijgen in de bezem’ roerde iets in me maar bracht geen klik. Die kwam pas jaren later met het Germaans heidendom en een ontmoeting met Morgana en Merlin liet ook op zich wachten.”
Q laat weten: “T gaf me het boek ‘Dreaming the Dark’ van Starhawk. Vooral vanwege de ondertitel waarvan hij wist dat het drie van mijn grootste belangstellingsgebieden waren: ‘Magic, sex and politics’. Ik was heel opgewonden over de combinatie van magie en maatschappelijke betrokkenheid. Door mijn werk lukte het om Starhawk uit te nodigen, met de hulp van een paar Nederlandse heksen die ik toevallig al kende, naar Nederland voor een weekend training. Zo ontstond de eerste Reclaiminggroep.”
R vertelt: “Mijn eerste ‘live’ ontmoeting met heksen van de wicca was in het niet-bestaande restaurant (hoekje met een koffie-automaat) van het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden, waar Wiccan Rede een ontmoetingsdag had georganiseerd. Januari 1982, zie ik in de archieven. Ik las Wiccan Rede doordat Magnus, met wie ik correspondeerde, mij daarop had geabonneerd. Het adres van Magnus had ik gekregen van Heleen Crul, die een column in de Margriet had gepubliceerd over een brief die een heks haar had geschreven naar aanleiding van een eerdere column. Ik had Heleen Crul p/a de Margriet aangeschreven en om het adres van die heks gevraagd, maar zij wilde verder onbekend blijven, in tegenstelling tot Magnus, die ook op de column(s) had gereageerd. De column was mij onder ogen gekomen doordat mijn moeder soms oude nummers van de Margriet kreeg van haar moeder, die een abonnement had.
Latere ‘eerste’ ontmoetingen – de ene heks is tenslotte de andere niet – kwamen soms tot stand n.a.v. het pentagram-hangertje dat ik droeg of een dergelijke ring, als de ander daar een gerichte vraag over stelde (op ongerichte vragen gaf ik ongerichte antwoorden). Dat was voordat zulke sieraden alom te koop waren, en voordat veel mensen überhaupt ooit van wicca hadden gehoord. De meesten zagen in die tijd het omcirkelde pentagram aan voor een Davidsster; een enkeling dacht dat het wees op een liefde voor Marokko.
Ook waren er mensen die me als heks ‘herkenden’ zonder dat ze me zo’n sieraad zagen dragen. Bijvoorbeeld de heks die me in een boekwinkel in Canada aansprak en vertelde dat hijzelf in de leer was geweest bij Sybil Leek. Desgevraagd antwoordde hij dat hij dacht dat ik een heks was omdat ik boeken bekeek in de afdeling Filosofie. Maar dat vond ik niet zo’n overtuigende verklaring, vooral niet omdat de boeken waarnaar ik toen aan het kijken was, over het logisch positivisme gingen.”
S werd “‘paranormaal’ opgevoed. Dus we deden veel spelletjes om aura’s te voelen, te zien, om telekinese te oefenen (nooit gelukt overigens, haha) om elkaar te horen zonder wat hardop te zeggen. Hadden tarot thuis, boek met alle antwoorden. Gingen eens in de zoveel tijd naar een paranormale beurs en daar heerlijk edelsteentjes kopen enz. Hadden veel natuurlijke middeltjes thuis.
We kregen vaak via dromen bepaalde boodschappen die we dan bespraken. Veel van mijn familieleden kunnen ook echt spirits zien maar bij mij is dat altijd maar een heel klein beetje het geval geweest.
Toen ik naar de middelbare school ging kwam ik in aanraking met het magische forum. Daar zaten heel wat heksen (soms nog in de dop) en heb ik daar echt uren informatie vergaard. Heerlijk vond ik dat.
Toen ik 13 was ben ik begonnen met rituelen en toen ik 14 was heb ik mezelf ingewijd en mezelf een heksennaam gegeven. Of dat helemaal was zoals het ‘hoorde’ maakte mij niet zoveel uit.
Maar goed, toen wist ik eigenlijk dat hekserij echt bij mij paste. Het voelde als een warm bad en nog steeds 😉”
T moet erover nadenken. “Goh. Ik zou niet eens weten wie ik als allereerste ontmoette… ik denk wel dat mijn eerste boek van Laurie Cabot was, in 1999 of zo. En daarvoor dromenboeken en ‘hoe word je paranormaal’. Maar die vond mijn moeder niks. Ze was bang dat ik er te ver door in ging en ik heb ze toen weggedaan. Later dus weer dat heksenboek en toen heb ik eens een keer Margarita opgezocht in Appelscha. En toen Lunadea, denk ik, met mijn allereerste ritueel in Amsterdam en toen ontmoette ik V. en A. Toen ik een jaar of 7 was leende ik mijn eerste boekje uit de bieb: ‘hoe word ik een heks?’ En had herkenningspunten. Toevallig een wratje op mijn rechter elleboog, en een kruidentuin had ik toen ook al. Dat is het enige wat ik wilde doen in de volkstuin.”
Ikzelf vond het heel leuk om al die verhalen te horen. Een aantal namen herkende ik ook (de namen van bekende mensen heb ik laten staan, en de andere afgekort tot letter. NB De letters voor de citaten geven niet anders aan dan een volgorde. Die heb ik allemaal geanonimiseerd. (Behalve voor degenen die liever met hun naam vermeld staan).
Misschien leuk om te weten: Susun Weed is nog actief. Marian Green en het tijdschrift Quest ook. Ze komt nog regelmatig naar Nederland om workshops of lezingen te geven. Het Whiteshadow-forum werd opgevolgd door het heksenforum Belise, dat nog bestaat maar waar weinig mensen meer actief zijn. Het tijdperk van de fora lijkt te zijn beëindigd met de komst van Facebook. Jammer, maar gelukkig zijn er nog genoeg opties om elkaar te ontmoeten!