Sinds een heel lange tijd, zo lang dat niemand aan boord zich meer precies kon herinneren hoe lang, reisden ze in hun kunstmatige wereld, hun ruimteschip.
Er waren natuurlijk de scheepsjournalen met verslagen van hoe het in het begin geweest was, aan boord leven, maar die werden allang niet meer bijgehouden.
Daarvoor waren ze al te lang onderweg.
Ze waren vertrokken vanaf hun planeet in een zonnestelsel dichtbij het centrum van het heelal en waren almaar doorgereisd naar de buitenkant.
Door de expansie van het heelal was dat gedoemd een oneindige reis te worden en ze hadden op hun tocht al onnoemelijk veel galactische stelsels en de daarbinnen gelegen zonnestelsels aangedaan, op zoek naar een voor hen leefbare wereld.
Dat was behoorlijk tegengevallen.
Je zou toch mogen verwachten dat er in een oneindig heelal met een onbenoembaar aantal planeten ergens dichterbij hun thuisplaneet wel een geschikte woonplaats gevonden had kunnen worden, maar nee.
Aan de zwerftocht van eeuwen en eeuwen leek maar geen einde te komen.
Bij het spitten in de scheepsarchieven waren ze er achter gekomen dat wat ze hun thuisplaneet noemden, eigenlijk een plaats was waar ze na veel omzwervingen pas terecht waren gekomen.
De oorspronkelijke afstammingsplaneet lag heel ergens anders, veel verder naar de rand van het heelal toe. Die was destijds verlaten omdat hij dreigde ten onder te gaan aan een teveel aan straling, veroorzaakt door het langzame oplossen van de ozonlaag, de hele planeet dreigde daardoor steriel te worden. Hierop werd besloten dat ze allemaal zouden vertrekken en de planeet bij hun vertrek zo schoon mogelijk zouden achterlaten, zodat nieuw leven een kans zou krijgen mocht de ozonlaag zich toch weer herstellen.
Ze hadden alle sporen van hun bewoning uitgewist en op strategische plekken in de oceanen wat eencelligen uitgezet, die zich misschien tot een hogere levensvorm met bewustzijn zouden ontwikkelen.
Daarna hadden ze zich ingescheept en waren vertrokken, naar een nieuwe bestemming dichtbij het centrum van het heelal. Een reis van eeuwen, maar daar hadden ze dan ook een geschikte nieuwe planeet gevonden en daar hun beschaving opgebouwd.
Totdat hun zon dreigde supernova te worden en ze ook daar vandaan weer moesten vertrekken.
Nu ze, naar bleek voor de tweede keer in het bestaan van hun ras, van hun thuisplaneet waren verdreven en ze al zo lang onderweg waren, hadden ze besloten dat ze, omdat er maar geen geschikte nieuwe planeet gevonden kon worden, op weg zouden gaan naar hun oer-afstammingsplaneet en hadden de koers gewijzigd.
De leefomgeving aan boord was hetzelfde als die op hun planeet was geweest voordat die door het ontploffen van hun zon werd weggevaagd. Het eten werd gekweekt in aparte ruimtes en de klimaatbeheersing was perfect: temperatuur, luchtvochtigheid en zuurstofgehalte waren helemaal aangepast aan hun levensbehoeften.
Eindelijk kwamen ze in een veraf gelegen zonnestelsel terecht. Het zag er wel aardig uit, zo’n beetje op een kwart van de rand van het galactisch stelsel. Volgens de boordcomputer moest zich in dit stelsel hun eigenlijke thuisplaneet bevinden.
Er cirkelden een aantal planeten om de zon, een stuk of negen à tien.
De derde planeet vanaf de zon zag er wel mooi uit: blauw en wit en groen, zo op het eerste gezicht voor hen geschapen. Jawel, dat was hem! Hier kwamen ze oorspronkelijk vandaan. Ze verlegden hun koers en vlogen direct op de mooie planeet af. Hij was werkelijk prachtig, alleen nu ze dichterbij kwamen zagen ze op sommige stukken afwijkende kleuren: bruin, grijzig, rood en geel in soms felle, soms wat vieze tinten. En boven sommige gedeelten hingen grote grauwe nevelwolken, alsof er beneden iets in brand stond. Hmmm, dat kon weleens een woekering zijn van de eencellige organismen die ze in het verre verleden hadden uitgezet om zich tot nieuw leven te ontwikkelen, je had natuurlijk altijd kans dat dat ging woekeren en de zuurstof, die ze zo hard nodig hadden, wegnam.
Voordat ze gingen landen en herkoloniseren, hun oeroude geboorterecht opeisen, moest er maar eerst een ontsmettingsmiddel worden gebruikt om die vieze plekken te neutraliseren.
Er waren wel richtlijnen voor hoe te handelen als ze een voor hen geschikte planeet zouden vinden, maar die zaten ergens verborgen in de software die het schip bestuurde en er zaten wat gaten in het geheugen van de boordcomputer. Dat kon ook niet anders, na eeuwen en eeuwen te hebben blootgestaan aan allerlei kosmische straling.
Bovendien, het was uiteindelijk toch hùn planeet, nietwaar?
De ontsmettingscapsules werden klaargemaakt en gericht. De werking van zo’n capsule was dat hij op de plek van inslag openging en ringvormig, om de hele planeet heen, een baan ter breedte van duizend kilometer zou ontsmetten, van de juiste hoeveelheid zuurstof voorzien en korte metten maakte met alles wat er volgens de originele specificaties van die planeet niet thuishoorde; dat werd allemaal tot in z’n atomen uit elkaar gehaald. Alleen de aanwezige plantengroei werd gehandhaafd.
Vanaf de witte poolkap bovenaan tot die aan de onderkant werden in een rechte lijn tweeëntwintig capsules gericht en afgevuurd.
– – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – –
Het hele snelwegennet stond weer vast. Jakkes, dat was ook elke dag hetzelfde. Tijd dat hij met pensioen ging en zich terugtrok op zijn groentetuin.
Op de radio hoorde hij het al: in verband met mist en regen stond er in het hele land bijna 600 kilometer file. Zuchtend schoof hij wat onderuit in zijn stoel en tuurde door de voorruit naar de bewolking. Hé! Daar kwam wat uit de wolken tevoorschijn, het leek wel een Zeppelin. Alleen gingen die nooit zo hard en zeker niet recht op de grond af. Nou, het was te hopen dat het ding ergens in een van de schaarse weilanden terechtkwam waar het verder geen schade kon aanrichten.
Toen het ding de grond raakte was er een enorme flits en daarna niets meer.
Niemand heeft ooit geweten wat de aarde geraakt heeft.
Anne