Recensie: Het verborgen leven van bomen

Het verborgen leven van bomen
Peter Wohlleben
Amsterdam, A.W.Bruna, 2016, 222 p. Hardcover € 19,99 (e-boek € 13,99)
ISBN: 9789400507326, e-boek: 9789044975079

wohlleben

Bomen: in vele mythen en legenden spelen ze een voorname rol, maar wat weten we nu eigenlijk écht van ze? Volgens de Duitse bosbeheerder Peter Wohlleben veel te weinig. Zijn boek Het verborgen leven van bomen is dan ook bedoeld om een eind te maken aan onze onwetendheid.

Zelf begon de auteur ook als onwetende. Hij deed wat hem was geleerd: met grote zware machines de bossen in om bomen te kappen, omdat ze al 100 jaar oud zijn en het dan de hoogste tijd is dat ze worden geoogst. Het kappen van oude bomen om jonge bomen de ruimte te geven. De boel mag immers niet dichtgroeien. Flink tekeer gaan met allerhande bestrijdingsmiddelen om verschillende insectenplagen te bestrijden, niet wetende wat dat gif voor schade met zich meebrengt aan bijvoorbeeld de grond en de vele, voor het oog niet zichtbare, vormen van leven, dat zich daar bevindt. Maar hoe meer hij zich begon te verdiepen in de resultaten van wetenschappelijk onderzoek en hoe beter hij zelf de bomen en zijn eigen bos begon te observeren, hoe meer hij zich er bewust van werd dat dit gangbare bosbeleid eigenlijk tegennatuurlijk is.

We hebben allemaal vast wel eens gehoord van het ‘Wood Wide Web’ en Wohlleben legt uit hoe bomen informatie uitwisselen via o.a. hun wortelstelsels en vele schimmelsoorten, hoe ze elkaar steunen en voeden en zorg dragen voor hun soortgenoten en nakomelingen. Bomen waarschuwen en beschermen elkaar tegen gevaar. Het zijn bijzondere probleemoplossers met een enorme overlevingsdrang.

Wat fijn is aan dit boek, is dat veel informatie die de auteur geeft direct toepasbaar is bij je volgende boswandeling. Ja, bomen rimpelen dus echt als ze ouder worden. Bij nadere inspectie blijkt dat kleine jonge boompje in de schaduw al véél ouder dan ikzelf! En fenomenaal hoe de beuken in een storm ál dat hemelwater in no time opslurpen en wonderlijk hoe ze elkaar tegelijkertijd met hun kronen helpen om tijdens die woeste windvlagen overeind te blijven.

Wohlleben legt een verband tussen bomen, dieren en onszelf. Zo functioneert de bast van een boom als onze eigen opperhuid. Met zijn taalgebruik (hij heeft het over de verschillende karakters van bomen, hoe ‘trots’ ze kunnen zijn, en bomenbaby’s waar de oudere bomen zorg voor dragen) vermijdt hij emotieloze wetenschappelijke taal, en dit maakt zijn verhaal bijzonder empatisch en begrijpelijk. Zo krijgt de lezer vanzelf meer interesse in deze wonderlijke wezens en hun vele mysteriën, en er meer begrip voor. Hierdoor leren we hopelijk ook anders met bomen om gaan, want er is nog veel dat wij van ze kunnen leren.

De auteur is daar zelf al van overtuigd. Hij gelooft dat in de loop der jaren het kortetermijndenken plaats zal maken voor andere keuzes, zodat we onze bossen gaan versterken in plaats van verzwakken. Bomenwelzijn, dát zou wel eens een nieuw woord kunnen zijn dat we hopelijk nog vaak gaan horen.

Voor diegenen die bomen zien als de verbinding tussen het hemelse, het aardse en de onderwereld is dat goed nieuws. Hun standvastigheid en tegelijkertijd het vloeiend meebewegen met wind en seizoenen laat ons zien hoe het leven zich aanpast en vernieuwt. We genieten allemaal van de kleurenpracht in de herfst en worden blij als de knoppen aan de takken vol belofte weer openbarsten in de lente. Voor iedereen die nieuwsgierig is naar wat er allemaal nog meer te ontdekken valt over bomen is dit een heel boeiend en waardevol boek!

Judith~Selene

Dit bericht is geplaatst in Boeken met de tags . Bookmark de permalink.