Yoeke is interheksueel georiënteerd schrijfcoach en damestasjeslezer.
Meer over haar en haar werk op www.yoeke.com
Een van de mooiste definities van ‘heks’ vind ik ‘Iemand waar het donker banger voor is dan omgekeerd’. Het donker staat natuurlijk in filosofische zin altijd voor de schaduwkanten van het leven, het onbegrijpelijke, het onbekende, het oncontroleerbare. In composterende zin staat het donker voor het gegeven dat het oude moet sterven en verdwijnen om ruimte te maken voor het nieuwe; de Kali-kracht. In natuurlijke zin staat het donker voor de rust, de stilte, die de broedplaats vormt voor creatie. En in dialectische zin kunnen we niet genieten van licht als we geen donker hebben.
Accepteren we dat we schaduwkanten hebben, dat we nog niet volmaakt zijn, dan accepteren we ook gemakkelijker dat anderen net zo min volmaakt zijn.
Durven we onze eigen angst voor het donker regelmatig te overwinnen, dan hebben we ook meer vertrouwen in onszelf als we verlies, pijn, verdriet of angst tegenkomen in ons leven.
We weten dat al zo lang als de mensheid bestaat. Daarom zijn er in elke cultuur wel rituelen om ons eraan te herinneren dat het ‘donker’ in ons leven onvermijdelijk is. De herfst, de periode van het jaar dat het donker voelbaar toeneemt, is een prima moment om daar even bij stil te staan. We houden de eer aan onszelf, gaan dapper de confrontatie aan en roepen het donker naar ons toe: Zwarte Piet, kom maar binnen! We lusten je rauw!
Verlichting
Vanaf de Verlichting (hee, dat is ook toevallig zeg…) in de achttiende eeuw, nam het filosofische donker, onwetendheid, af. Kennis nam toe. Het verlangen naar een uitweg via religie uit de alledaagse ellende (honger, pest) werd minder (in het westen dan: het donker van onderdrukking exporteerden we gewoon). Het donker werd een instrument van tucht en orde: ‘Als jij niet doet wat mama zegt komt de grote boze Donkere en die neemt je mee!’
We kregen meer en meer controle over het leven door wetenschap, onderwijs en wetgeving zodat je elkaar minder makkelijk straffeloos de hersens in kon slaan. De wereld werd in de loop van de decennia veiliger. De westerse wereld dan toch. Griezelig grote groepen mensen droomden ervan ziekte en dood uit te bannen, ja, nee, weet je wat: om een wereldheerschappij van academisch geschoolde blanken te installeren waar sowieso geen ruimte voor welke vorm van donker ook zou zijn.
Of, nou ja, we hielden ons in elk geval steeds gemakkelijker voor dat de wereld maakbaar is. Dat de economie groeit en groeit en groeit. Punt. Dat het donker maar een grapje is en vergezeld gaat van gulle gaven omdat, bewijst de wetenschap, beloning nu eenmaal beter werkt dan straf. De duivel wordt dood verklaard, het goede wordt heilig verklaard en binnengehaald met feestgezang en een stoomboot – symbool van de overwinning van de mens op de elementen.
Horrorfilms als plan B
Inmiddels is het ook in de donkere tijd altijd licht. Somberheid is te verdrijven met een pil. Stilte en rust komen nog steeds voor, maar in streng afgebakende porties: een retraiteweek, een uur meditatie. We zingen elkaar onze succesverhalen toe op Facebook. Met behulp van medische testen is zelfs bij voorbaat uit te sluiten dat er mensen worden geboren die niet zullen kunnen voldoen aan onze definitie van succesvol leven. We plaatsen een monument tegen slavernij en we juichen dat de apartheid voorbij is, om onze schaamte over ons eigen aandeel daarin te verlichten. Het donker; angst, ziekte, verlies, pijn en schaamte, is inmiddels al zo ver teruggedrongen naar farmacie, zorginstelling en hospice, dat we noodgedwongen onze toevlucht nemen tot horrorfilms en bungee jumpen om nog een beetje angst te kunnen voelen. Ons verlangen om de wereld begrijpelijk en verklaarbaar te houden is zelfs zo groot dat we gaan geloven dat het verschil tussen donker en licht alleen maar aan de buitenkant zichtbaar is. Alsof de kleur van een huid uit zou maken als het gaat om de oneindige balanszoekerij tussen donker en licht.
Alles waar we ons ongemakkelijk bij voelen lijkt wel weg te moeten. Ook als het niet levensbedreigend is maar alleen al een uitdaging voor de heersende overtuigingen vormt. Wandelen buiten de gebaande paden? Mag niet. Twijfelen aan die ene God? Kussende mannen? Verbieden. Nee, nog niet hier, maar in veel landen wel. Het ziet er naar uit dat alles moet worden uitgebannen wat confronteert met onze overtuigingen, onze sterfelijkheid, de golfbeweging van dood en leven, ons onvermogen het op te nemen tegen de natuur, alles wat we akelig vinden en ons bang maakt.
Griezelen: de universele uitdaging
Ik vind dat jammer.
Niet omdat ik zo van griezelen houd. Ik ben er zelfs enorm bang voor. Ik vind de uitbanning van confrontaties jammer omdat ik uit ervaring weet dat ik er steeds een klein beetje sterker van word als ik een angst heb overwonnen. De angst om mal te dansen in het openbaar. De angst om bij een stervende te zitten. De angst om mijn kind de wijde wereld in te laten gaan. De angst om mijn geliefde te vertellen hoe ik het graag wil. Het leverde me vrijheid op, verbondenheid en levenslust, trots en genot. Oké, wat ik noem zijn individuele angsten die me individuele verlichting geven. Maar dat het overwinnen van angst beloond wordt is een universeel gegeven. Zoals ook de dorre, kale wintertijd wordt gevolgd door de vruchtbare lente en uitbundige zomer.
Het zou dus best een goed plan kunnen zijn om daar dan ook gezamenlijk bij stil te staan. Met een ritueel of zo, waarbij jong en oud betrokken wordt om in een vriendelijke sfeer te beleven dat je geplaagd kunt worden zonder om te vallen, dat je een beetje bang kunt zijn en dat het loont om die angst te overwinnen… En kom op, als we dan toch bezig zijn: met wat elementen er in die ons er nog even fijntjes op wijzen dat vruchtbaarheid niet vanzelf komt en dat het donker nergens zo aangenaam is als lekker samen onder een deken. Een ritueeltje dat jaarlijks terugkeert, in de tijd dat het donker toch al in kracht toeneemt, bijvoorbeeld. Zo lang het niemand schaadt.
Nou ja. Het is er niet echt de tijd voor om zo’n voorstel er door te krijgen, geloof ik. Sterker nog. Het kan niet lang meer duren of er zullen mensen opstaan die er vurig voor pleiten de herfst af te schaffen. Geniet er dus van. Meet je krachten met stortbuien, windvlagen en donderslagen. Tart het donker. Zo lang het nog kan.
Bronnen:
– Interview Daniel Denys in Vrij Nederland, 10 oktober
– Starhawk: The Fifth Sacred Thing, uitg. Bantam
– T. Thorn Coyle: Evolutionary Witchcraft, uitg. Tarcher Penguin
– Arnold-Jan Scheer: Zwarte Sinterklazen, uitg. Papieren Tijger
– Georges Politzer: Beginselen van de filosofie
Niets fijner dan een donker bos……een hele overwinning die me hopelijk nooit meer wordt afgenomen 🙂
zonder donker is er geen licht.
“Mooie uitdaging” vindt Margriet, die bang is in het donker, maar ook geniet van de sterrenpracht in de Eifel…