Wachters waar zijn we aangeland?
We vieren deze dagen het feest van Samhain, het feest van de dood.
De centrale symboliek van Samhain is natuurlijk gelegen in de dood. We doen onze intrede in de duistere helft van het jaar, een afdaling in de onderwereld. De bomen dragen geen blad meer, de eigenlijke vormen van hun takken worden niet meer verhuld. Samhain is het begin van de donkere periode. Astrologisch gezien wordt Samhain gevierd in het teken van de Schorpioen. In de oudere astrologische systemen wordt de Schorpioen ook wel aangeduid als de Adelaar; ofwel het gaat hier om een transformatie-aspect.
Met Samhain gaat het ook om transformatie. De natuur lijkt te sterven en ook het licht wordt steeds zwakker en zwakker. De transformatie van Leven – Dood – Leven, want daar ergens ver weg in die diepe zwarte duisternis die voor ons ligt, wacht ook het nieuwe leven op ons, maar zover is het nu nog lang niet!
Jungiaans bezien is er sprake van een introverte richting van de levensenergie of libido, deze keert zich naar binnen naar het onbewuste toe. Het is een tijd van inkeer, van introspectie, voor dromen, voor verhalen bij het haardvuur. De donkere nacht van de ziel waar veel mystici over geschreven hebben kan worden gelinkt aan deze periode van het jaar. In veel mythologische verhalen komt de symboliek naar voren van de afdaling in de onderwereld. Alchemistisch gezien is dit de Nigredo-fase. De dood van het ego. Maar ook overgave.
Het vieren van het feest van de dood onder de naam Halloween is tegenwoordig steeds meer in opkomst. Veel dreuzelmensen versieren hun ramen en huizen met pompoenen, spinnenwebben, doodskisten, schedels, vleermuizen en… heksen! Ook de media en commercie spelen hier dankbaar op in.
Halloween, griezelen, gewoon leuk, crea en zo, maar veel verder komt men vaak niet als je vraagt naar de symboliek. Wat nu precies de rol van de heks hierin is, anders dan griezelig, weet men niet. Ik zal in dit artikel niet verder ingaan op de symboliek van de heks, het Crone-aspect van de Godin, ofwel de Oude Wijze Vrouw die we speciaal met Samhain, nu de sluiers tussen de werelden dun zijn, met onze verschillende divinatiesystemen vragen om Wijsheid.
Voor mij betekent het feest van Samhain een moment van bezinning. Innerlijke zaken worden helder nu zij niet langer verhuld zijn en gedragingen, gebeurtenissen en motivaties worden aan een introspectief onderzoek onderworpen.
Het feest van Samhain, het feest van de dood, biedt de deelnemer de mogelijkheid om onze persoonlijke dood, en desgewenst een wedergeboorte op dezelfde tijd en plaats als degene die ons lief zijn, een plaats te geven in de cyclus van zijn leven.
Een mooi citaat van een bejaarde Jung met betrekking tot het vinden van een mythe aangaande zijn eigen naderende dood is afkomstig uit zijn autobiografie:
Een zo te zeggen onafwijsbare vraag komt op hem [de ouder wordende mens] af, en hij zou daar een antwoord op moeten geven. Hiertoe heeft hij een mythe over de dood nodig, want het ‘verstand’ toont hem niets dan het donkere graf waarin ze terechtkomt. De mythe echter zou hem andere dingen kunnen laten zien, behulpzame en verrijkende beelden van het leven in het dodenrijk. Gelooft hij hierin, of heeft hij er ook maar een beetje vertrouwen in, dan heeft hij daarmee evenveel gelijk of ongelijk als iemand die er niet aan gelooft. Terwijl echter degene die alles ontkent het Niets tegemoet gaat, volgt degene die zich aan het archetype verplicht, de sporen van het leven tot in de dood. Beiden zijn weliswaar in onwetendheid; de één echter tegen zijn instinct in, de ander volgt zijn instinct.”
Jung had als wetenschapper echter een bijna-dood-ervaring (hierna: BDE) nodig om te komen tot een doorleefd inzicht en een innerlijk weten. Tijdens een winterse wandeling in Kusnacht, halverwege de jaren veertig, brak Jung zijn been en werd opgenomen in een ziekenhuis. Tijdens deze ziekenhuisopname kreeg hij vervolgens een hartinfarct en een embolie. In de visioenen als gevolg van een BDE zag hij zichzelf boven de aarde zweven. Hij was in staat om de continenten te onderscheiden en de aarde was gehuld in een mooi blauw licht. Op zeker moment voelde Jung het aardse bestaan als het ware van zich afvallen en wat er over bleef was zijn essentie. Een tempel verscheen en Jung wist dat als hij de tempel zou binnengaan, hem het geheim van zijn leven en bestaan zou worden onthuld. Net voordat hij de tempel binnen wilde stappen verscheen zijn behandelend arts, maar in de archetypische verschijningsvorm van de Koning van Kos, het eiland van de tempel van Asclepius, de Griekse God van de geneeskunst, die hem vertelde dat hij nog niet klaar was met zijn leven en terug moest keren. Jung had een innerlijk weten dat zijn arts daarmee een offer bracht. De dag dat Jung voor het eerst rechtop zat in zijn ziekenhuisbed werd zijn arts opgenomen in het ziekenhuis. Deze stierf enkele dagen later.
Mede door deze ervaring kon Jung in 1959, drie jaar voor zijn dood, de vraag van John Freeman naar zijn geloof in het voortbestaan van bewustzijn na de lichamelijke dood, minzaam glimlachend beantwoorden met: “Ik weet. Ik hoef niet te geloven. Ik weet.”
Na Jung zijn er andere wetenschappers die onderzoek gedaan hebben naar de BDE. Denk hier bij aan de publicaties van dr. R. Moody, of het recent verschenen boek van dr. Eben Alexander, een neurochirurg die zelf een BDE heeft meegemaakt, en dichterbij huis, het boek Eindeloos bewustzijn van de cardioloog dr. Pim van Lommel. Alle drie de heren zijn wetenschappers in de academische zin des woords en hebben door het publiceren van hun ervaringen hun wetenschappelijke carrière in de waagschaal gesteld en zijn beschimpt en verguisd door hun collega’s.
Nobelprijswinnaar dr. Wolfgang Pauli, een groot natuurkundige, was in analyse bij Jung omdat hij naast een zeer rijk droomleven problemen had met het vrouwelijke in zijn leven. Zijn dromen bleven hem wijzen op een verbondenheid van materie en geest. Pauli nam echter niet de stap om zijn bevindingen te publiceren uit angst om in de wetenschappelijke ban gedaan te worden, en is gestorven zonder gehoor te geven aan zijn innerlijke ingevingen en droombeelden.
Vaak wordt mij gevraagd hoe het nou zit met die hekserij en die Jungiaanse therapie. Gaan hekserij en therapie wel samen? Zijn hekserij en allerhande esoterische stromingen niet een manier om allerlei persoonlijkheidsproblemen te verhullen ofwel een manier om het leven van alledag te ontvluchten? Is er wel bewijs voor het bestaan van iets als een collectief onbewuste, en wetenschap en spiritualiteit, is dat nu wel zo’n goede combinatie, die sluiten elkaar toch per definitie uit?<
Wel, de archetypische heks is eigenlijk ook een heel mooi symbool voor de analytisch therapeut. Zoals de archetypische heks meestal ergens buiten de gemeenschap woonde, en mensen naar haar toegingen voor raad en advies, weet de moderne mens de therapeut te vinden, in eerste instantie eveneens voor raad en advies. Ook de analytische therapie vindt plaats in een besloten ruimte. Een ruimte die zich feitelijk buiten het gewone leven van de mens bevindt, en die hij waarschijnlijk ook nimmer met een ander doel dan genezing of verlichting van zijn klachten zal betreden.
Zowel het pad naar de (archetypische) heks alsook het pad naar de therapeut wordt niet zo maar lichtzinnig betreden, want wie weet wat er allemaal kan gebeuren als je daar aanklopt!
Net als de heks is de therapeut een symbool voor transformatie, verandering, en dat kan heel bedreigend zijn.
De therapeut zet manipulatie in, en leidt je naar je schaduwdelen, je duistere kant, je duivelse delen waarover je ik en je cognitie geen enkele zeggenschap meer hebben en dat voelt eng en gevaarlijk! Maar dit alles overigens niet uit kwaadwillendheid, maar juist met de beste bedoelingen. Het gaat er immers om dat je de mogelijkheid krijgt te veranderen ofwel te transformeren, zodat je psychische energie, die vast zit in het duister, weer gaat stromen, maar daarvoor is dus eerst bewustwording noodzakelijk.
Heksen werden ook wel Haegtessa genoemd, een benaming voor krachtvrouwen, vrouwen die magie beheersten en over de spreekwoordelijke haag wandelden – de scheidslijn tussen deze wereld en de andere wereld: de heggerijdster.
Ook de analytisch therapeut wandelt over de spreekwoordelijke heg tussen twee werelden. De wereld van de DSM, van methodiek, interventietraining, innovaties, objectieve feiten en wetenschap naast de wereld van het subjectieve, van mythologie, cosmologie, beleving, dromen, intenties, mystiek en religie. Al wandelend over de haag heeft de analytisch therapeut zicht op beide werelden en kan hij rijkelijk putten uit de bronnen die zich aan beide zijden van de haag bevinden. Juist in het kunnen combineren van kennis en inzichten uit beide werelden schuilt de unieke kracht van de analytisch therapeut.
Is er ook een therapeutisch en genezend effect te verwachten van het vieren van Samhain en het stilstaan bij onze onontkoombare dood? Ja. Alleen de heftigheid van het besef van onze eigen sterfelijkheid kan ons ineens doen beseffen wat een geweldig en magisch geschenk ons leven is!
Ook kan dit besef ons de relativiteit van ons ik-je, persona, gemoed en stemmingen doen inzien en ons eeuwige zelf laten ervaren in het eeuwige moment nu. De aandacht wordt met Samhain gevestigd op onze plaats in de cyclus van het leven. Want:
Without love there’s no birth,
Without birth no death,
Without death no rebirth,
That’s the miracle of love
And the circle of life.
Serge van Heel (1972): Ik ben opgeleid en ingewijd in de Gardneriaanse traditie. Naast mijn werk als ambtenaar heb ik een praktijk aan huis voor Jungiaans Analytische Therapie. Als afstudeerproject van mijn opleiding (Postgraduate Program in Depth Psychology) ben ik bezig met een scriptie genaamd: Het middelpunt van de cirkel, over symbolen, archetypen, rituelen en het individuatieproces in de moderne hekserij
Voor meer informatie zie ook: www.sergevanheel.nl of mail me.
Boeiend !