Mijmeringen vooraf
Een voor mij heel herkenbare datum. De verjaardag van mijn jeugdvriendin, een vriendschap van 48 jaar! Ook zij wordt 52 jaar dit jaar, net als ik afgelopen 14 januari. Vriendschappen die stammen uit je kindertijd zijn vriendschappen die onvervangbaar zijn. Samen ben je opgegroeid en je kent de wederzijdse thuissituatie. Een welkome bron van informatie en reflectie bij tijd en wijle. Maar ook zij gaat nu de tweede ronde in van de Mayakalender. Na 52 jaar doorloop je de hele cyclus opnieuw. Ik vind dit een mooi moment om mijn oude do’s and don’ts eens goed te bekijken. Wat is mij met de paplepel ingegeven en kan ik overboord gooien? Ik heb gezocht naar een statement om mijn eerste cyclus af te sluiten en mijn nieuwe cyclus in te luiden.
Het is een tatoeage geworden. Dat was echt iets dat niet in mijn hoofd op zou komen, een echte don’t van huis uit. Toen ik vorig jaar op Castlefest zag dat Jeroen zijn poppenwerk neergelegd had en het tatoeëren had opgepakt, is er waarschijnlijk iets gaan broeden. Ik heb dus maanden, redelijk onbewust, over een tatoeage nagedacht. Toen ik het uitsprak was mijn dochter me voor. Die wilde ook een tatoeage en heeft ‘m nog eerder dan ik laten zetten.
Ondertussen is de eerste fase gezet en zal fase twee op 4 mei gezet worden. Een volle maan in de vorm van een moonhare en nog een verhaal, een mooi symbool dat past bij mijn pad. En ik wilde een wilgentak, maar die kwam te vervallen, die zou op bamboe of olijf gaan lijken, niet mooi. De wilg ben ik zelf, dat idee kwam spontaan op. En als wilg word ik bewoond door de wilgenhoutrups en -vlinder. Beide op ware grootte bij de volle maan. De rups is wel op het laatste moment veranderd in Absalom, de rups uit Alice in Wonderland. De rups die vraagt “Who are you?”, en hiermee vielen de stukjes op hun plek.
Dit is de vraag waar het in het leven om draait en waar het moeilijkst een antwoord op te geven is. Net als met planten en dieren: je kan ze wel determineren… maar vertel je daarmee ook wie of wat ze zijn? Zie je een plant of dier écht als je alleen maar zijn naam kent “O, dat is een paardenbloem” en je loopt weer door. Zie je de bloem dan werkelijk? Wat is dan je waarneming… wat neem je voor waar aan? En zo is het ook met Loes, kijk dat is ‘Loes’… maar daarmee is de kous niet af.
Net als planten en dieren hebben we een uitwerking op onze omgeving (schadelijk, medicinaal, sier, zeldzaam, veel voorkomend, enz.) wat zou er over mij te zeggen zijn? Ben ik een zege? Of ben ik een onbenullig grassprietje… wat weer een miskleun is, want gras is het belangrijkste gewas op aarde 🙂 Best wel leuk om zo naar mezelf te kijken en een antwoord te zoeken op de vraag “Who are you?” Wat is mijn uitwerking op de wereld, waardoor ben ik kenbaar… wat nemen toeschouwers voor waar aan als ze mij waarnemen? Zelfkennis loopt zo dus via de Ander… een mooie gedachte. En blijf dan maar eens trouw aan jezelf, het thema van deze volle maan. Ga je mee op pad?
Volle maan van de Havik 6 mei 2012
Thema: ‘Trouw zijn aan jezelf’
Even een stukje informatie
Na de volle maan van ‘De Klif’, de maan van Samhain, hebben we de vaste grond onder de voeten verlaten… zijn we de diepte in gegaan. De een gevallen, de ander gedwarreld of op vleugels afgedaald. De donkere tijd van het jaar nodigt uit tot zelfreflectie en bezinning. Het licht buiten gaat uit en binnen worden de kaarsen ontstoken. Met een kaarsje in de hand is het dé tijd om op onderzoek uit te gaan in jezelf. De tijd om je zonden te overzien en boete te doen… wauw, dat klinkt vreemd uit mijn ‘mond’. Toch even beter naar kijken, ‘wat is zonde’? Zonde is iets verspillen, iets laten weglopen, ergens niets mee doen. Zonde is een verspilling van energie, energie die ongebruikt blijft of wegsijpelt, dat is zonde. En boete dan? Wat is boete? Boeten is een gat dicht maken, het aloude netten boeten. Visnetten moeten regelmatig geboet worden, anders zwemt de vis door het net. In dit licht is het overzien van je zonden en het boeten een ander verhaal geworden.
“Waar haal jij je energie vandaan en hoe gebruik je het? En levert dit jou weer energie op?” Met andere woorden “Ben je in balans?”
Hoe vaak ik niet om me heen hoor dat mensen leeglopen op hun leven, hun problemen, hun werk enzovoort. De balans is er uit, mensen zijn moe! Ze lopen op hun reserve en krijgen geen energie van hetgeen ze doen. Ze zijn lek, leven in zonde, verspilde moeite. Tijd om je zonde te overzien en de vinger op de zere plek te leggen of in het gat te steken, net als Jantje en de dijk 🙂
De donkere tijd van het jaar leende zich hier prachtig voor, maar deze tijd moet je wel gebruiken!
De tijd van het bezien en boeten.
Deze tijd ligt nu achter ons. Nu is het de ‘Volle maan van de Havik’, de tijd van het weer aan land komen. Beltaine, het feest van de vruchtbaarheid, het feest van het vrouwelijke en mannelijke dat samen komt om de aarde vruchtbaar te maken. En het feest om je eigen energie, je vrouwelijke en mannelijke energie in balans te krijgen. En vruchtbare handelingen te verrichten, dus geen handelingen waar je op leeg loopt! Maar handelingen die vrucht zullen dragen.
Bij het naderen van de Klif waar je een half jaar geleden vanaf bent vertrokken, staat er nu iemand/iets op je te wachten, aan diegene mag je je verhaal van je bespiegelingen vertellen. Vanaf hier ga je het licht weer in, de donkerte achter je latend.
De paden op, de lanen in
Zo, dat was weer onderwijzend genoeg.
Nu naar mijn eigen ervaringen van afgelopen volle maan. De volle maan was 6 mei 2012 en ik kon niet meer lopen. De hele dag onkruid gewied en doodgevroren struiken verwijderd. 5 mei een dagje Bevrijdingsfestival Overijssel gedraaid achter de Tibet-stand. Mijn linker hiel, onder de zool, doet zo’n pijn dat ik besluit 7 mei te gaan wandelen. Op 6 mei, om 20.00 uur, zitten we in de auto naar huis, een heerlijk klusweekend achter ons. Met man en dochter ben ik naar Wapserveen geweest bij vrienden die een prachtig stuk land hebben. Manlief is het hele weekend geweest en mijn dochter en ik zijn zaterdagavond aangeschoven. Wat een feest om daar te zijn, moe maar bevredigend 🙂
Ik noem het altijd een plek om bij te tanken. Wat klopt dat mooi met bovenstaand ‘zondenpraatje’.
Dan, op 7 mei (het wordt steeds later donker) ga ik voor mijn vollemaanwandeling. Pas om 22.00 besluit ik de deur uit te stappen, toch weer met de auto, geen zin in voetpijn. Achteraf was het niet nodig geweest, ik was gewoon een beetje lui.
Als ik aankom bij de plek waar ik altijd de auto parkeer, staat er al een auto met de lichten aan. Ik weet dat dit ook een homo-ontmoetingsplek is. Ik parkeer mijn auto en pak mijn staf. De auto rijdt pas weg als er ook een andere auto aankomt. Toch gaan ze naar een verschillende plek… ach, wat een hersenkronkels ook. Ik stap het buitengebied in, het is stil en de lucht is zwak zoet. Er hangt iets in de lucht, een zoete belofte 🙂 Het is aardedonker, de dag na volle maan is de maan altijd zo laat op dat ik ‘m niet meemaak op mijn verlate wandelingen.
Over de weilanden roep ik ‘Luca’, mijn staartloze zwart-witte kattevriend. Luca woont ’s winters thuis, bij zijn personeel, en ’s zomers trekt hij het buitengebied in om van muizen te leven en soms even bij te vreten thuis. Meestal vermagert hij dan wel in de loop van de zomer en wordt zijn oude litteken van zijn ongeluk weer zichtbaar. Luca is BAAS! Hij loopt graag met de mensen mee… een echte meeloper 🙂 Toch valt het mij op dat veel mensen niet op hem reageren; merken ze wel dat hij meeloopt? Soms lopen mensen bijna over hem heen als hij op hen afloopt, maf.
Ik heb Luca al zeker een half jaar niet meer gezien, eigenlijk ben ik best bezorgd: is hij wel door de winter heen gekomen?
Na hem geroepen te hebben, loop ik door; hij weet nu in ieder geval dat ik er ben 🙂 Het is echt (voor stadse begrippen) donker. Ik kan niet ver de weg inkijken, ik merk dat ik ‘ren’. Bij de boom met het gat, waar ik een vorige wandeling een doosje sigaren aantrof, voel ik in het gat. Jawel, het doosje is er nog en de sigaren ook. Ook de elzenprop die ik erbij gedaan heb is er nog. Ik stop het doosje terug, grappig.
De weg van de wilgen is donker, ik kan het gat van ‘Boompje’ niet eens ontwaren. Als ik bij zijn stompje kom en de uitloper van vorig jaar bevoel, breken de takjes af. De uitloper is dood. Tijdens een van mijn vorige wandelingen had ik het topje van ‘Boompje’ al meegenomen. Dat ligt op mijn altaar, als aandenken en staf. Ik ben benieuwd of hij nog een poging gaat wagen om uit te lopen. Vooralsnog voelt hij dood, ik krijg ook niets van hem.
Jaren geleden, toen hij afgebroken was in een storm, heeft Luca mij voorgesteld aan ‘Boom 8’, de sterke, dikke knotwilg die naast ‘Boompje’ staat. Nu stap ik op ‘Boom 8’ af en vraag of ik weer bij hem mag komen. De takken die toen zijn stam onbenaderbaar maakten zijn nu weg.
Als ik contact maak met B8 (laat ik ‘m zo maar noemen, wat een flutnaam) zegt hij “Kom maar…” een ‘kom maar’ als troost uitgesproken. Ik omarm zijn struise stam en vlij me tegen hem aan. Wat een bescherming straalt deze boom uit! Ik voel me direct geborgen en een traan welt op, om ‘Boompje’? Of om het warme welkom waarin ik me klein en geborgen voel? Ik weet het even niet, hoeft ook niet. Zo staan we samen een hele tijd te genieten van elkaars gezelschap, in de donkerte en de wat broeierige wind. Het is zoet buiten en het belooft wat.
De wilg
Even wat gegoogeld op wilg: “De boom van betovering, van dood en wedergeboorte in een nieuwe gedaante” (Boompjes wedergeboorte in B8), “van het ontwaken van sluimerende gaven, van intuïtie. De wilg wordt ook gebruikt als roede om het land wakker te schudden en vruchtbaar te maken. Beltaine valt in de wilgenmaand, een periode van magische groeikracht”. Wat een prachtige boom om mee in contact te staan.
“De wilg is de heksenboom bij uitstek. Omdat je haar steevast langs de waterkant of op drassige weilanden aantreft, is ze als vanzelfsprekend met de maan, die de zeeën regeert, verbonden. De zogenaamde heksenbezems worden gemaakt van berkentwijgen, een steel van es en de bast van de wilg om hen samen te binden. In het oude Griekenland was de wilg toegewijd aan Hekate, Circe, Hera en Persephone, de duistere of doods-aspecten van de drievoudige maangodin.”
Wat een prachtige boom om mij op mijn volle maanwandelingen te verwelkomen. En nu met de volle maan van de Havik, om mij op te vangen van mijn reis door de duistere periode.
Na een tijdje besluit ik door te wandelen, het bos in. Aan de overkant komen drie fietsers het bos in en besluiten op een bankje te gaan zitten en te babbelen. Ik stap even van het pad af, het bos in, dan ben ik gewoon onzichtbaar 🙂 Wat is het stil in het bos achter me en donker!!! Dan realiseer ik me dat mijn telefoon nog aanstaat, iieeek, als die af gaat 🙁 Ik pak mijn mobieltje en zet het uit, maar daarbij geeft hij opeens erg veel licht 🙂 De fietsers, jongelui zijn het, moeten zich rot zijn geschrokken, zomaar licht aan de overkant in het ‘verlaten’ donkere bos! Ze zijn in no time vertrokken, wat ben ik toch een sufkloot! Volgende keer zet ik mijn mobieltje van tevoren maar uit.
In mezelf giebelend pak ik het brede graspad, een pad dat geruisloos is. Het schelpenpad loop ik trouwens altijd in de grasrand, niets zo ergerlijk als dat geknisper onder mijn schoenen.
Venus staat de hele tijd uitnodigend aan de hemel. Venus, de godin van de Liefde, houdt me gezelschap en begeleidt me de hele wandeling. Als ik om 23.45 thuis kom is zij achter een nevel verdwenen, de gesluierde Venus 🙂 Morgenochtend zal zij weer zichtbaar zijn, als morgenster. Maar nu is ze mijn avondster.
Ik besluit langs het water terug te lopen. Vorige keer toen ik dat deed, schrok ik een vos op die aan het drinken was. Hij schoot toen vlak voor mijn voeten terug het bos in. Nu laat ik iedere stap mijn staf neerploffen. Een klein dreuntje op de grond, genoeg om dieren van tevoren te waarschuwen voor mijn komst. En eerlijk gezegd heb ik ook geen zin om te schrikken. Ik loop helemaal door tot aan de parkeerplaats in het bos waar net een auto aan komt rijden. Zijn lichten schijnen zo dat ik niet door kan lopen zonder in het schijnsel te komen, ik wacht even. Gelukkig gaan de lampen uit en kan ik verder, ik voel me net wild 🙂
Een bekend geluid
Verderop vind ik mijn wandeling eigenlijk nog niet voltooid. Ik zoek een weilandhek op en klim er, met wat moeite, op; volgens mij deed ik dat voorheen soepeler en sneller 🙂 Tjeempie, wat is het stil, leeft er dan geen fluit hier? In Wapserveen was het ronduit druk ’s nachts, wat een gekwaak en gepiep daar. Ik heb daar geleerd de schreeuw van de kerkuil te herkennen. En ik denk dat ik ‘m hier ook hoor in de verte, bij de boerderijen. Dan hoor ik hem opeens, achter mij, in het bos waar ik net uitkom. De nachtegaal… ja, dit weet ik zeker, die ken ik maar al te goed. De nachtegaal – de mannetjes komen een maand eerder dan de vrouwtjes – zingt nu uit volle borst om een territorium vast te leggen. Eén mannetje hoor ik, de rest komt nog… zeker!
Ik voel me direct een stuk meer bevredigd, kijk dit gaat ergens over, wat een cadeautje. Misschien is de automobilist ook een vogelaar, een homofiele vogelaar 🙂 weer die hersenkronkel.
Een oude vriend
Als ik zo een tijd heb zitten luisteren, weet ik het wel. Met een smile op mijn snuit stap ik verder. En dan in het schijnsel van de laatste straatlantaarn in dit buitengebied, op de driesprong van de ‘Wachter van de Driesprong’ (de machtige wilg die ‘was’, een drievoudige wilg, met drie stammen), komt Luca aangelopen. Op de plaats waar we jaren geleden kennis hebben gemaakt, juist daar. “Luca!” roep ik, hij holt naar me toe! Samen vrijen we wat af, ik ben er lekker bij gaan zitten aan de kant van de weg. Wat heerlijk om hem weer te zien. Ook Luca heet mij welkom bij deze volle maan; ik ben toch mooi opgewacht door B8 en Luca en de nachtegaal heeft voor me gezongen. Op een pad dat ‘verlicht’ werd door Venus, de avondster en de godin van de liefde. Wat een mooier welkom is er denkbaar? En ik die het zopas nog niet voltooid vond.
Ik geef Luca een laatste aai en wens hem een fijne nacht. Zonder gebruik te maken van mijn staf loop ik naar mijn auto, wat is het een heerlijke wandeling geweest!
Mijn gift aan de Havik
Nu achteraf zijn me geen bloemen opgevallen. Mocht ik De Havik echter een bloem aanbieden, dan ga ik voor de Pinksterbloem, deze bloem heeft mijn aandacht veel gehad afgelopen tijd.
De Pinksterbloem (even op gegoogled):
Voor je geboorte op aarde was je je bewust van jezelf en stond je stevig in je schoenen.
Nu, op aarde, ben je een twijfelaar.
Je wilt wel maar je bent niet kieskeurig.
Je plant jezelf overal maar neer.
Je bent tevens onzeker en kunt daardoor ook niet altijd de juiste bestemming voor jezelf uitkiezen of de voor jou geschikte beslissingen nemen.
Je mag hier best wat kieskeuriger in zijn.
Je verdient het niet dat mensen je, wanneer je het juist zo goed doet, afplukken en op een vaas zetten in een ruimte die jou niet bevalt.
Snap je de symboliek hierachter?
Ga naar binnen toe, lief kind, naar je hart.
Jouw hart is zo lief en zo mooi.
Dat geeft jou de juiste beslissingen mee.”
Wat een herkenning, ik zie mijn geklooi in mijn jeugd 🙂 gelukkig heb ik de weg naar mijn kinderhart gevonden. En alleen daar neem ik mijn beslissingen mee, trouw zijn aan mezelf, het thema van deze maan en nu wil ik een kopje thee!
Liefs, Loes
En zo wandelend probeer ik steeds beter een beeld van mezelf te krijgen, door maandelijks een rustmoment in te lassen en te stoeien met de vraag “Who are You?”. Die Absalom is best wijs voor een rups. Het is net als met de grasspriet: onderschat het kleine niet. Het antwoord kan in een kleine bloem zitten 🙂