Wicca is een heel aardse religie. Het fysieke is zeker zo belangrijk als het spirituele. Maar de een vindt vanzelf houvast en de ander moet er moeite voor doen. Daarom hier aandacht voor ‘gronden’.
De basis
Als je auto leert rijden, is een van de eerste dingen die je leert hoe je moet remmen. Dat stel ik me tenminste zo voor, omdat juist het kunnen remmen bij mij niet direct goed ging toen ik leerde fietsen. Nadat ik in de rozenstruiken terecht kwam in een poging om de auto van de bakker te ontwijken, leerde ik het alsnog. Als je een vliegtuig leert vliegen, moet je vooral weten hoe je weer veilig kunt landen. Wie een spirituele techniek leert waarbij je in trance kunt gaan, zou ook aandacht moeten besteden aan hoe je weer te aarden. ‘Zou moeten’: het is helaas niet voor iedereen vanzelfsprekend om grondingstechnieken te doceren tegelijk met manieren om uit je lijf te komen. Het is dus goed om zelf voorbereid te zijn en je manieren om te gronden eigen te maken. Maar ook in het dagelijks leven kun je baat hebben bij manieren om je te aarden. Veel mensen leven heel erg ‘in hun hoofd’. Dat kan er maar al te makkelijk toe leiden dat je niet gefocust bent op wat je doet en in het algemeen moeite hebt je te concentreren. Aarden brengt je terug in het hier en nu.
Handwerk
Een van de makkelijkste manieren om contact met de aarde te houden, is om dingen te doen met je handen. Koken bijvoorbeeld, en dan bedoel ik niet een zakje sla open trekken en een ‘complete maaltijd’ in de magnetron schuiven, maar uien snijden, aardappels schillen, de sla zelf schoonmaken, en echt even stilstaan bij wat je bereidt. Of het huis schoonmaken, en je daarbij bewust zijn van wat je doet, waarvoor je het doet en wat het resultaat is. Helemaal goed: tuinieren: met je vingers in de aarde zitten in je tuin of op je balkon of vensterbank. Ook een plantenbak met aarde brengt je namelijk in contact met de bodem, met de aarde die ons voedt en de grond waarop we leven. En niet te vergeten: contact maken met mensen om je heen. Je kleine kinderen knuffelen, stoeien als puber, seks met je partner of met jezelf.
Beweging
Een heel fijne manier om te aarden is dansen. Er zijn danssoorten die je uit je lichaam halen, zoals het wervelen van de derwisjen, maar veel soorten dans zorgen juist voor gronding. Welke soorten je ‘omhoog’ en welke soorten dans je ‘omlaag’ brengen, verschilt van persoon tot persoon. Je zult zelf moeten uitzoeken welk type dans en welke muziek jou helpt bij het aarden, maar dansen op een feestje is vaak een goede manier om te aarden. Ook sporten, en douchen en misschien massage na afloop, kan een manier zijn om weer helemaal in je lichaam terecht te komen.
Je centrum
Weet jij waar je centrum zit? De plek in je lichaam waar je kracht uit kunt putten, je anker als het ware? Het is goed om er nu en dan bij stil te staan, het even goed te voelen. Als je dreigt door te draven in je werk bijvoorbeeld. Als je het gevoel hebt dat je geleefd wordt, in plaats van dat je zelf bepaalt wat er gebeurt. Ga er om te beginnen rustig voor zitten of staan. Als je vaak geoefend hebt om ‘in je centrum te komen’, gaat het je steeds makkelijker af. Jennifer Hinton beschrijft in haar boek ‘Gronden*’ hoe zij leerde haar centrum te vinden. Ze werd ernstig ziek en kwam bij een genezeres terecht die ook opmerkte dat ze aan gronding moest doen. “Bij haar leerde ik voor het eerst dat mijn centrum een concrete locatie in mijn buik was, waar ik contact kon krijgen met mijn emoties en evenwichtig kon worden. Voor mij was dat een regelrechte openbaring! Eerst leerde ze mij dat ik, als ik mijn handen vlak onder mijn navel tegen mijn buik legde, mijn centrum kon leren voelen. Ze gaf me de raad mijn aandacht af te laten dalen tot in mijn handen, en mijn aandacht op die manier in mijn handen te focussen. Toen ik dit deed, voelde ik hoe mijn innerlijke evenwicht zich herstelde, hoe de in mijn hoofd en schouders opgestuwde energie begon af te dalen en hoe ik me rustiger en helderder begon te voelen. Ik was in contact gekomen met mijn binnenste, de locatie van intuïtief weten. Voor het eerst begreep ik wat er werd bedoeld met ‘in je centrum zijn’.” Zo duidelijk als Jennifer Hinton het beschrijft, heb ik het nooit elders gelezen. Er staat juist opmerkelijk weinig over gronden en aarden in boeken over magie en verwante onderwerpen. Alleen tijdens mijn training in wicca heb ik dit soort technieken geleerd, en de rest moet je zelf in de praktijk ervaren. Voor wie dat meer moeite kost: de gegevens over het boek staan hieronder. Van harte aanbevolen!
Wortels
Een andere manier om te aarden is om contact te zoeken met de aarde onder je. Ga staan en laat wortels groeien vanuit je voeten, of ga zitten en laat een dikke wortel groeien vanuit je ruggegraat en je stuitje, door alle lagen heen die je je kunt voorstellen: door de verdiepingen van het gebouw waarin je je bevindt (als het helpt, visualiseer dan dat de wortel door de muren gaat in plaats van door de lucht in de kamers), door de toplaag van omgewoelde aarde, door de sporen van eerdere bewoning en door zand of klei en rotsen, net zo lang tot je bij het binnenste van de aarde komt. Knoop je wortel vast aan steen om een anker te vinden, of gebruik ‘m als kanaal om overtollige (onrustige) energie te laten afvloeien. Wees niet bang dat je de aarde belast met jouw negatieve energieën: kristallen, waaruit steen en zand bestaan, zijn bij uitstek in staat om de ene soort energie om te zetten in een andere. De aarde zelf biedt je goede, voedende energie in ruil voor alles wat je komt brengen. Laat de roodbruine aarde-energie naar boven stromen door de wortel, je lijf in. Zoveel energie als je nodig hebt. Als je klaar bent, laat je wortel zich dan weer terugtrekken naar binnen. Ook deze oefening gaat je makkelijker af als je ‘m vaker gedaan hebt.
Blote voeten
Of ga een stukje lopen over de aardbodem. Gaan er dagen en weken voorbij dat je helemaal niet met blote voeten in contact komt met de aarde, zoek die gelegenheid dan op. In je eigen tuin, bij een vakantiehuisje of op het strand, of loop door het gras in het stadspark. Ga in je lunchpauze een wandeling maken, of ga er ’s avonds nog even op uit. Ook als je geen hond hebt, kun je jezelf uitlaten. De buitenlucht zal je sowieso goed doen. Als je een geschikte steen vindt, raap die dan op en neem ‘m mee in je zak of tas. Elke steen is een stukje van de aarde, en het hoeft beslist geen grote of bijzonder mooie steen te zijn om effect te hebben. Aan je bureau op kantoor kun je jezelf aarden door die steen aan te raken, of door heel aardse dingen te visualiseren. Bedenk hoe je vanavond de maaltijd gaat bereiden, of hoe je het lekkerste toetje kunt klaarmaken dat je ooit gehad hebt.
Na een ritueel of meditatie kun je wat eten of drinken om te aarden. Belangrijk is ook om met vaste symbolen je ritueel of meditatie af te sluiten, zodat je bewust overstapt van een periode waarin de grenzen tussen de werelden open waren, naar een periode waarin je dagelijks bewustzijn het weer overneemt.
Noodrem
Voor het geval iemand niet terug komt uit een pathworking, herhaal ik de tips uit het artikel ‘Eerste hulp bij rituelen’ uit het Samhainnummer 2007: Meestal kom je vanzelf terug vanuit een trance, na een beperkte tijd. Maar het kan helpen om ’triggers’ te zetten, om woorden af te spreken waarmee iemand teruggeroepen kan worden, woorden die als het ware een pad terug vormen. ‘Chocola’ kan een toverwoord worden om iemand snel weer terug te krijgen – zeker als je het gebruikt als middel om weer te aarden na een trance, waar het erg goed voor is! Wat ook kan helpen is om iemand die in trance verkeert vragen te stellen over hele dagelijkse dingen, zoals op welk adres je woonde als kind, hoe je huis eruit ziet, en om iemand aan te spreken bij zijn of haar ‘gewone’ naam. Of juist om ingewikkelde, gekke vragen te stellen. “Wat voor soort ijsje zou je geven aan je ergste vijand?” En als dat alles niet helpt, dan is het goed te weten dat mensen zo goed als altijd vanzelf terugkomen van een pathworking als ze een nacht geslapen hebben.
* Jennifer Hinton: Gronden. Oefeningen tot herstel van het contact met de aarde. De Driehoek, oorspr. 1995. 149 p. ISBN