Redactioneel, Lughnasadh 2013
Laten we het maar toegeven: de meesten van ons zijn stadsheksen. We noemen ons paganisten of heidenen. Beide woorden verwijzen naar het platteland, naar terreinen buiten de bebouwde kom. Maar wij wonen in steden en dat is juist de reden dat we ons zo aangetrokken voelen tot een natuurreligie. We missen die natuur in ons leven. Ons werk doen we op kantoor, in de zorg, of in een winkel. Slechts een enkeling werkt in de buitenlucht. Onze religie willen we echter wel buiten beleven. In de natuur, en dan het liefste in de wilde natuur, voor zover die nog te vinden is in ons land. Landbouw, daar hebben we niet zoveel mee. Wie is er nog opgegroeid op een boerderij? Wie heeft er tuinders in zijn vriendenkring? Wie weet waar het dichtstbijzijnde korenveld is?
Nu hoop ik natuurlijk op een heleboel reacties. Van mensen die wel degelijk affiniteit hebben met het boerenleven. Van heksen met een volkstuin, enzovoorts. En van heksen die in hun magisch werk aandacht vragen voor de vruchtbaarheid van het land. Aan een goede oogst en gezonde bijen bijvoorbeeld. En ook van paganisten en heidenen die nog precies de gebruiken kennen in hun regio. De oogstfeesten bijvoorbeeld. Dan wordt het interessant. Want waarschijnlijk zijn die zeer divers. Op een aantal plaatsen blijft de laatste schoof op het land staan. Maar wat er dan mee gebeurt, kan van plaats tot plaats verschillen. Net als de reden die ervoor gegeven wordt, of het gevoel erbij. De schoof, of garve, kan worden afgesneden en dan aangekleed worden als een oude vrouw. In heel Europa varieert de naam die daar dan bij genoemd wordt.
Er kan een pop of een ‘cornucopia’ (hoorn des overvloeds) worden gemaakt van de aren van die laatste schoof. Of van de eerste die geoogst wordt. Misschien zijn er in jouw gemeente alleen nog culinaire gebruiken over. Of zijn er wedstrijden in binden, wannen en dorsen. Het kan zijn dat de festiviteiten rond de oogst nieuw zijn. Of opnieuw leven ingeblazen in de jaren dertig of zeventig.
Maakt het uit hoe oud een gebruik is of wat de oorsprong precies is? Zeker, het is goed om de werkelijke achtergronden te kennen. Duik eens in een echt oud boek over folklore, liefst uit je eigen streek. Ook als je er zelf niets mee doet, brengt het je in nauwer contact met je voorouders. Die waarschijnlijk in meerderheid wel op het land werkten. Ze waren boer, aardwerker, warmoessier, of een van die vele andere beroepen die je vindt als je je verdiept in je ‘stamboom’.
Maar vraag je daarna af wat Lughnasadh voor jou betekent. Het is een oogstfeest. Ook al pluk je het niet zelf, er is reden voor dankbaarheid om een goede oogst. De letterlijke oogst, van graan, groenten, vruchten. Maar je kunt er ook anders naar kijken. Je hebt zelf dingen ‘gezaaid’ of ‘geplant’ die je nu kunt oogsten. Je bent begonnen aan een project dat nu ‘vruchten oplevert’. Je hebt een diploma behaald, een vaardigheid onder de knie gekregen.
Je weet nu wat voor jou de essentie is van het feest, de oogst van dit jaar. Nu nog een vorm vinden om het te vieren. En dat moet je helemaal zelf bedenken. Nou ja, een paar suggesties geven we wel, elders in dit nummer. Maar geen uitgeschreven teksten, geen boekenwijsheid. Niet de manier waarop een ander Lughnasadh viert. Kijk eens hoever je komt als je zelf een ritueel ontwerpt. Of een andere vorm vindt om dit feest te vieren. Ik ben benieuwd in hoeverre het dan toch overeenkomt met wat anderen doen. Of met hoe je voorouders het vierden. Maar als je het zelf bedenkt, is het je eigen viering, je eigen beleving. Het gaat er niet om ‘dat het goed voelt’, maar om wat het daadwerkelijk voor jou betekent. En ineens komt er bij mij een rijmpje boven dat al ouderwets was toen ik het als kind leerde op school. Een lied waarin het ritmisch werken bij de oogst doorklinkt:
Hoor je de boeren,
zij dorsen het graan.
Klip, klap, klop,
klip, klap, klop
klip, klap, klop,
klop.
En nu jij, op zoek naar jouw persoonlijke associaties.
Een goede oogst toegewenst, namens het hele team van Wiccan Rede Online!
Jana.
De index geeft een overzicht van de artikelen in dit nummer, en een vertaling van de samenvatting.
Hallo Jana, prachtig verhaal! Hier is de Graanoogst net begonnen en ja, voor diegene die mij niet kennen, ik heb de stad ingeruild voor een echt boerenleven met melkgeiten enz. 13 jaar doe ik dit nu al en met veel liefde, maar ook met vallen en opstaan. De eerste jaren alleen maar bezig geweest om het te leren, maar nu zover dat ik de jaarfeesten kan implementeren op de boerderij……dus, bij de graanoogst gevraagd om wat aren van de tarwe en voor het eerst corn-dolly’s gemaakt! En het lukte nog ook. En zo wordt mijn pad van de haard meer en meer duidelijk, ook voor de mensen die ik ontvang op de boerderij, en het mag. Ik merk een kentering in de acceptatie, wat 13 jaar geleden absoluut niet kon, wordt nu min of meer geaccepteerd, en dat is fijn, en iets om dankbaar voor te zijn.
Nemain
Goeiemorgen Jana,
Dank je voor je mooie verhaal.
Ikzelf heb inmiddels bijna permanent de stad verruild voor het platteland van de Eifel.
Het bijzondere is, dat je hier buiten meteen meer met de seizoenen leeft: in de winter hoor je de verhalen van boeren om ons heen. Hoe ze moeite hebben het hout bij elkaar te krijgen voor de kachel. Dat koeien ziek worden door de lange, koude periode. Iedereen slaakt een zucht van verlichting als na de lange winter eindelijk het voorjaar aanbreekt. Met Beltain zetten de jongens een meiboom bij hun vriendinnetje in de tuin en anderen hangen een groot rozenhart aan het huis van het meisje van hun dromen…
De koeien gaan naar buiten. Er wordt geploegd en gezaaid. En dan kan het wachten beginnen beginnen. Vanaf zo’n twee weken geleden werd er gehooid. Dan is het een drukte van jewelste. Tot laat in de avond wordt er gewerkt om het gras droog binnen te krijgen. En nu is het nog even wachten tot het graan rijp is, want door de lange winter duurt dat een paar weken langer.
Ik schrijf dit berichtje buiten in de zon en zit eigenlijk te wachten op een beetje regen. Want nu is het al veel te lang droog…