De poelen en veel sloten zijn geschoond. Dat moet nu en dan gebeuren, is ook het advies van ecologen, anders groeien ze dicht. Het ziet er nu niet uit: grote bergen riet, rietsigaren en andere water- en oeverplanten op de kant, en een bruine poel of sloot vrijwel zonder zichtbare begroeiing. Je zou denken dat al het leven uit het water verdwenen is – en als je het verkeerd aanpakt, dan is dat ook zo. Maar na een paar weken zijn alle opgewoelde zand- en kleideeltjes weer naar de bodem gezakt en in het voorjaar lopen de planten weer uit. Aan de kant en in de bodem staan de wortelstokken gewoon nog in de aarde. Hopelijk hebben de kleine beestjes een verstopplekje gevonden tussen de plantenresten of in de bodem, en hebben de vissen en amfibieën de kans gekregen naar een veilige plaats te zwemmen of kruipen. Volgend jaar leggen insecten als de watertor, libelle en eendagsvlieg weer eitjes in het water, en zit dat weer snel vol met klein leven. De bergen riet kunnen – als alles er weer uitgekropen is – gewoon op de composthoop.
Voor mij staan de geschoonde sloten en poelen symbool voor wat er tegen de winter overal gebeurt. Planten die afsterven, bomen die blad verliezen, en dat aan de oppervlakte van alles kaal is, maar onder de grond nog allerlei processen zich afspelen. Langzamer dan in de lente en zomer, en grotendeels onzichtbaar. Nu is het lastig om wat er in de natuur gebeurt te vergelijken met wat er gebeurt in de mensenwereld, ook al zijn wij wel degelijk onderdeel van de natuur. Wat voor mensen geldt, en voor rietsigaren, geldt immers ook voor virussen: als ze de kans hebben, grijpen ze die. Maar tot op zekere hoogte vind ik troost in de wisseling van de seizoenen. Er zijn perioden dat het minder goed gaat, maar daarna komen er betere tijden. We zitten gedwongen veel binnen, we hebben minder (fysiek) contact met anderen, en dat is voor de meeste mensen niet fijn. Naast ziekte en eenzaamheid is er spijt, angst voor ziekte, angst voor het verlies van werk en inkomen, het gemis van mensen die zijn overleden, en het gemis van mensen die wel leven en gezond zijn, maar die je nu niet mag of kunt ontmoeten. En wie weet hoe lang dit nog gaat duren. Het kan wel even duren voordat het weer wordt zoals het was, en misschien wordt het nooit meer helemaal zoals het was. Gelukkig zijn we als mensen flexibel; dat is precies waarom we ons als mensen over de hele aarde hebben verspreid, en onder allerlei omstandigheden in leven kunnen blijven.
Laten we niet alleen kijken naar wat er niet meer kan, maar ook naar wat er wel mogelijk is, en hoe we dat kunnen bereiken. We kunnen deze periode ook zien als een test voor als er een nog ernstiger, dodelijker virus uitbreekt of een andere ramp ons overkomt. En met name voor de ramp die we kunnen zien aankomen: die van klimaatverandering en alles dat dat met zich meebrengt. We kijken graag om naar hoe het was – en dat doen we in dit jubileumnummer dan ook volop – maar laten we ons ook voorbereiden op de toekomst. Juist nu, aan het einde van dit gekke jaar.
Vroeger hingen er posters met de tekst: Today is the first day of the rest of your life. Dat geldt natuurlijk nog steeds zo: elke dag is de eerste dag van de rest van je leven. Je kunt elke dag de keuze maken hoe je in je leven staat. Je kunt de omstandigheden niet veranderen, of maar ten dele, maar wel hoe je ernaar kijkt. De artikelen in dit Samhain-nummer helpen misschien om met een andere blik te leren kijken. Je vindt het overzicht natuurlijk weer in de index.
Ik wens jullie allen een gezegende Samhain:
Blessed be!
Jana.