Laat de peren maar hangen

Die groene sprietjes straks die de grond uit piepen, het eerste echte blaadje aan dat wiebelige stengeltje, de gekrulde plantenklauwtjes die zoeken naar houvast om verder te groeien. En het moment dat ik die babyplantjes een plekje geef in de tuin waar ze alle ruimte en vrijheid krijgen om aan groei en vrucht te werken. En intussen de merels maar zingen. Dat moment van het jaar vind ik het leukste. Als ik tijd heb om ernaar te kijken dan.

Leuk! Niet leuk!

Tijd. Ik heb er chronisch te weinig van sinds ik in een dorp woon. Op dat moment nam ik ook het besluit om alleen nog maar te doen wat ik leuk vind. Verplichte familiebezoekjes? Niet leuk. Hoef ik niet meer. Behalve als het leuke familieleden zijn natuurlijk, dan wel. Klanten die mopperen op mij en klagen over zichzelf? Niet leuk. Die vinden vast wel iemand anders om hun klusjes te doen. Tuin netjes houden? Niet leuk. Gecontroleerde wildgroei wel, trouwens.
Schrijven over wat er in het dorp gebeurt? Knuffelen met mijn kleinzoon, wandelen met vrienden, mensen helpen de juiste woorden te vinden, opstellingen begeleiden? Leuk!

Wilde plannen

Zeker in coronatijd ontdek ik bijna dagelijks leuke nieuwe activiteiten.

En toch zijn er dan ook nog activiteiten waar een mens echt niet onderuit komt. Boodschappen en de was doen voor mijn ouders, mee naar de arts met mijn vader, de telefoon van mijn moeder streng toespreken omdat die alweer niet doet wat hij zou moeten doen voor haar.

Ik kon het allemaal net aan, tot ik corona kreeg, met twee vaccinaties in m’n mik nog wel. Op dat moment nam ik het besluit dat ik niet alleen maar nijver doe wat ik leuk vind, maar dat ik me ook moet laten voeden. Met nieuwe kennis, inzichten en inspiratie.
Daarom heb ik me na mijn corona ingeschreven voor een schrijfcursus. Eentje die iemand anders geeft, aan mij. Bovendien meldde ik me aan voor een intervisiegroep Systeemopstellers. Oh, en een workshop verhalen vertellen in twee delen.

Werkt geweldig. Ik bulk van de nieuwe ideeën, heb slapeloze nachten van de wilde plannen en hunker naar de tijd om het allemaal uit te voeren.

Kost tijd

Nu de peren al wat rood worden en de eerste paar grote, door slakken uitgehold, onder de boom liggen, verbaas ik me weer over mezelf. Er hangt zo’n prachtige oogst. En toch neem ik niet de tijd om op de ladder te gaan staan voor de pluk. Twee jaar geleden wel. Toen heb ik 18,5 kilo peren heel zorgvuldig op een rek in de kelder gelegd om te rijpen. Als ik tijd had zou ik er jam van maken. Eind februari schraapte ik de weeïg zoete perenderrie van de keldervloer en hoogde de composthoop op met de sneue ongebruikte resten van mijn oogst.

Want met oogsten ben je er niet hè. Dan moet je nog verwerken wat die gulle tuin allemaal heeft gegeven. Kost tijd. Heb ik chronisch gebrek aan.

En alsof de bungelende peren niet al erg genoeg zijn, heb ik mezelf dit jaar ook nog eens opgezadeld met een overvloedige geestelijke oogst. Wanneer ga ik daar dan jam van maken?

(foto’s bij deze column: Medeia)

Over Yoeke

Yoeke Nagel voelt zich Interheksueel. Haar heidense wortels liggen bij de Reclaiming-traditie. Je kunt haar bereiken via www.yoekenagel.nl
Dit bericht is geplaatst in Columns met de tags , , . Bookmark de permalink.