We kunnen niet anders dan een moment in de tijd gebruiken om te noteren hoe het nu is. Daarnet dus. Of, in het geval van dit stukje tekst, een paar weken geleden alweer, want ik schrijf nou over daarnet en je leest het straks, wat je ervaart als nu. Nou. Terwijl tegen deze tijd waarschijnlijk alles weer anders is. Vanwege de corona, natuurlijk. Is tijd een probleem geworden?
WACHTEN OP DE PERSCO
Lange tijd konden we voort met het concept tijd. Een oceaan, die eindigt aan de kust, nietwaar? We beleefden lange halen, grote lijnen tijd tijdens de lockdowns.
Wie in de zorg of het onderwijs werkte rekte de dagen uit tot er misschien wel twee en een halve dienst in paste. Wie thuis werkte zag de dagen zich uitstrekken en ruimte geven om, och, ook nog maar even samen te lunchen voor de volgende Zoomvergadering en dan iets eerder te stoppen om ook nog even van de tuin te genieten, nog maar weer eens een rondje met de hond te doen of met die kleine op schoot te zitten. Wereldwijd was er tijd, mijn agenda was leeg, afgezien van wat standaarddingen die allemaal per computer konden.
Maar afspraken maken vond ik lastig. “Eerst maar even afwachten wat er op de persconferentie wordt bekend gemaakt”, maakte dat veel plannen op de lange baan werden geschoven. Geen knopen doorhakken. Wachten. Omdat het misschien wel beter en gemakkelijker zou worden, alles. Ja, er was wel tijd, maar of het nou slim was om hem te gebruiken op dit moment, neuhhh, waarschijnlijk niet. Dat krijg je natuurlijk als er veel tijd is, dan word je er slordig mee, dan verspil je ‘m makkelijk, is toch genoeg van. Nu een uurtje gemist? Nou, dan halen we dat straks misschien wel weer in. Straks. Als alles weer gewoon is. Dan.
NEE, IK KAN OOK NIET
Maar begin juni sloeg de klok opeens van je bimbam. Klaar met die lockdown. Allemaal weer normaal doen. Hup, de auto in, de fiets op, en naar kantoor, naar school, naar de winkel zonder mondkapje! En op anderhalve meter hè, geen flauwekul daar in die nachtclub, disco, kroeg, museum, concertzaal.
Binnen een etmaal vulde mijn agenda zich kolkend met afspraken. Drie op een dag. Vier! En ’s avonds ook nog twee. Online, Zoom, soms wist ik het niet meer. Moest ik nou achter m’n computer zitten om 13.30? Of moest ik een lunch klaarzetten? De tijd vernauwde zich razendsnel want ik bleek niet de enige met een klotsende agenda: “Ja, leuk om weer even wat af te spreken. Kun jij over eh… twee maanden? Nee. Ik ook niet. Sorry. Zit allemaal vol.” De wanhopige inhaalslag van tijd brak uit als een etterende wond. Uurtje tussendoor? Vol. Middag voor het huishouden? Weggestreept. Alle achterstallige sociale gebeurtenissen, alle werkafspraken die al zo lang waren uitgesteld moesten worden ingepland. Wat, ingepland? Ingepropt zul je bedoelen! Alles dat door was geschoven naar straks moest opeens nou. Terwijl we toch eigenlijk wel weten dat verloren tijd gewoon weg is, dat kun je niet inhalen, hoe druk je je week ook maakt met al die dingen die je gemist hebt.
TUINPAD VAN JE VADER
Iemand tekende ooit eens voor me uit hoe tijd niet lineair is. Het is geen streep die van ’s ochtends tot ’s avonds loopt, of van het jaar 0 naar het jaar 2060 of zoiets. Het is ook geen oceaan die eindigt aan de kust trouwens. Tijd is een spiraal, kon je op die tekening zien. We zijn er ooit, misschien wel ver voor het jaar 0, ingewandeld vanuit het universum, welgemoed en met flinke pas, aan de buitenrand van die spiraal. Daar waren de dagen lang en de jaren duurden een eeuwigheid en de eeuwen, tja, die hielden gevoelsmatig nooit op. Dat ging maar door. De zon kwam op en ging onder en de mensen zochten hun voedsel en ze hadden seks en ze zagen hun kinderen groot worden. Het tuinpad van hun vader stond vol met hoge bomen en het ging nooit voorbij.
Maar hoe verder wij als mensheid wandelden op ons tijdpad, hoe kleiner de cirkels werden die we doorliepen. De jaren voelden aan als korter, de eeuwen waren voorbij in een poep en een zucht en de uitvindingen maakten dat we ons nauwelijks meer konden herinneren hoe de wereld er drie jaar geleden, een eeuwigheid, uit had gezien.
Steeds dichter heeft de tijd zich vernauwd, met elke stap die we zetten in de richting van het centrum van de spiraal, dat ene punt waarin alles samen zal vallen in een enkel moment omdat de tijd op is. En dat voelen we, oh zeker, als beknellend. “Het is alweer nieuwjaar”, verzuchten we tegen elkaar. “Jeetje wat vliegt de tijd toch.” En ook: “Wat ben jij toch groot geworden, ik kan me je nog herinneren van toen je nog zo was, gisteren denk ik”, en we geven de maat van een stevige goudvis aan met onze handen. Tijd gaat steeds sneller naarmate de cirkels zich verdichten en ons leven wordt vernauwd tot enkele minuten voor onszelf, niet meer dan dat, en door. Door. Alles gaat snel. Het is al laat. Tijd dringt.
We stellen nu dingen uit, niet omdat we tijd zat hebben, maar omdat we prio’s moeten stellen. Sorry, nu echt geen tijd voor zus, ik moet nu absoluut eerst zo. Dan moet dat maar wachten, want gaat echt niet, lukt niet, geen tijd, sorry! Straks dan maar, want nu geen tijd.
De Verstraksing van de samenleving is, lijkt mij, behoorlijk op z’n hoogtepunt nu de vernauwing van de tijdspiraal samenvalt met het einde van de lockdown waarop alles moet worden ingehaald en prio’s maken dat we straks ook nog hartstikke vol zitten.
NOU DAN
Adem in. Adem uit. Herhaal.
Is het wel waar?
Is tijd een spiraal die zich heeft vernauwd? Heb je straks meer tijd dan nu als je het nu allemaal direct opmaakt?
Kun je uit die tijdspiraal stappen en de frisse buitenlucht inademen? Nu?
Ik wil pleiten tegen verstraksing. Ik sta radicaal op voor de vernoubaarheid van de tijd.
Niet straks, maar nou, die borrel, die boswandeling, die vrijpartij, nou. Straks kan er een nieuwe lockdown zijn. En als die nou al is, hebben we nog meer reden om ons te richten op wat er nou kan. Straks zien we wel weer. Alleen heb ik eerst nog een afspraak. Sorry.
Yoeke is nou magisch schrijfcoach en interheksueel met wortels in de Reclaimingtraditie.
Meer van haar: www.yoekenagel.nl
Ozo waar! En geweldig geschreven weer Yoeke
Dank dank, Corin!