Afdalingen. Op zoek naar onsterfelijkheid in de antieke mythes
Marjoleine de Vos
Ambo/Anthos, Athenaeum, Van Oirschot, 2017. 72 p. € 2,99
Uitgegeven ter gelegenheid van de tiende Week van de Klassieken
De Goden leven nog, zo citeert het ‘Vooraf’ van dit boekje de dichter Kaváfis. We vertellen ze na, we passen hun verhalen in in een nieuwe context. Soms is het beeld uit de verhalen echter dan de klinische werkelijkheid. De belevingswereld is beter te begrijpen dan de rauwe werkelijkheid, de werkelijkheid van de rouw.
Marjoleine de Vos vertelt aan de hand van mythen en antieke verhalen over onze omgang met de dood. Die van mensen, levende mensen, met de dood. Kun je een ander je plaats laten innemen als jou de dood is aangezegd? Wil een ander voor jou sterven? Of is ieder ander het leven te lief? De jonge koning Admetos heeft een gunst tegoed van Apollo. Als Admetos iemand kan vinden die voor hem wil sterven, zal Admetos blijven leven. Zijn ouders echter, zijn daar niet toe bereid. Toen hij kind was wel, maar nu hij volwassen is, houden ze weer van elkaar, en van het leven. Ook al is het nog kort, ze willen het nog meemaken zolang het kan. Uiteindelijk is het zijn vrouw, Alkestis, die in plaats van Admetos wil sterven. Wat hij daarvan vindt, en hoe hij zijn ouders verwijt dat zij niet voor hem wilden sterven, is te lezen in verschillende verhalen. Euripides schreef er een tragedie over. De dichter Rilke het gedicht ‘Alkestis’ en Leon Garfield en Edward Blishen een kinderboek. De Vos zet de verhalen tegenover elkaar, en trekt ook nog parallellen naar het heden. Hoe sommigen van ons wel een tweede leven gegund is, na een aanvankelijke doodstijding. Maar uit het hele boekje wordt duidelijk dat echt terugkeren uit de dood geen optie is.
Herakles gaat naar de onderwereld, in opdracht. Orfeus doet het, in zijn grote verdriet om de dood van zijn geliefde Eurydike. Van dat verhaal zijn ook meerdere versies in oploop, ook op muziek, maar nooit lukt het Eurydike om echt aan de onderwereld te ontsnappen. Het lukt telkens nét niet, zo blijkt uit al de verhalen die De Vos verzamelde. En misschien is dat maar beter, want echt goed komt het nooit meer. De levende en dode geliefde zijn uit elkaar gegroeid. Weduwe Laodamia begrijpt haar overleden man niet, als hij één uur terug mag keren. De dode is niet meer wie hij of zij was, en de situatie van de levenden is veranderd.
Twee dingen vallen mij op aan dit boekje. De onderwereld van de oude Grieken is grauw, zonder licht, zonder kleur. Heel anders dus dan hoe wij ons tegenwoordig de wereld na de dood voorstellen. Lees de verhalen die Pim van Lommel verzamelde in ‘Eindeloos bewustzijn’ (2007), of wat Raymond Moody beschreef in ‘Life After Life’ (1975).
En de mythen die De Vos beschrijft, zijn voornamelijk Griekse, en ze gaan vooral – maar niet uitsluitend – over (levende) mensen. Pas aan het eind gaat het over goden en godinnen die terugkeren uit de onderwereld: p. 55 het verhaal van Gilgamesj en Enkidoe; p. 60-61 Persefone; de Egyptische Osiris; de uit Fenicië afkomstige Adonis. En: “Ook in de Soemerische mythologie was er al zo’n god of halfgod, Dumuzi, en later bij de Babyloniërs ook, daar heette hij Tammuz. Allemaal werden ze bemind door de godin die in allerlei varianten hem terug wil halen uit de onderwereld.” Geen vermelding van Isjtar, noch van Inanna. Wel over de Christusfiguur die in het patroon past van verrijzen als de natuur weer ontwaakt. Misschien iets voor een vervolg?
Al met al een lezenswaardig boekje, dat nieuwsgierig weet te maken naar de gedichten, mythen en muziek die worden genoemd. Maar dat was vast ook de opzet van dit themaboekje.
Van harte aanbevolen!