In mijn vorige artikel heb ik het gehad over placebo’s, nocebo’s en onze maatschappij. Waarom we zo geïnteresseerd zijn in het uitsluiten van het placebo-effect, in plaats van dat we het omarmen. Deze keer deel 2.
Een van de dingen die te maken hebben met het fenomeen placebo is het hele feit dat het zo ongemakkelijk ligt. Dat is om twee redenen: de eerste is dat we niet gefopt willen worden. Als je je voor de gek laat houden, ben je er ingetrapt; meestal niet goed voor je zelfbeeld. Een placebo, een nepmiddel, is natuurlijk gewoon een vorm van erin trappen. Iemand heeft je iets wijsgemaakt, je hebt op de voorspelde wijze gereageerd en voilà: er was niets. Je bent voor de gek gehouden door een pilletje… Goedgelovig, naïef. Dat je ondertussen jezelf een groot plezier hebt gedaan valt weg.
Dat de farmaceutische industrie niet zit te wachten op het placebo-effect is duidelijk. Als je iets verkoopt, wil je natuurlijk wel graag bekend staan als een integer producent en niet als een oplichter die mensen iets aansmeert. Plus dat hoe meer mensen dit effect bij zichzelf kunnen bewerkstelligen, hoe minder medicatie er nodig is en hoe minder er dus kan worden verdiend. Logisch.
Maar als patiënt? Wat zou je dan het liefste willen? Zo snel mogelijk beter worden met zo min mogelijk bijwerkingen is volgens mij toch hetgeen iedereen het liefste wil. En onze geest kan daar blijkbaar een (grote) rol in spelen. Je zou verwachten dat deze kennis druk gepromoot zou worden en dat er op de universiteiten flink onderzoek zou gebeuren naar hoe hier optimaal gebruik van te maken. Niets is minder waar. Regulier doet er helemaal niets aan. En alternatief?
Alternatief omarmt de kracht van de menselijke geest vaak wel, maar met een wat mij betreft gevaarlijke keerzijde: het schuld- en boetedenken.
Het idee van ziekte door ‘verkeerde’ denkpatronen. Een heel gevaarlijk idee, waar een kern van waarheid verwrongen wordt ten bate van egoïsme en schijnveiligheid. Je denken heeft zeker invloed op hoe je je voelt. Denkpatronen kunnen energieblokkades geven waardoor energie moeilijker of minder stroomt en dat kan fysieke gevolgen hebben, net als bijvoorbeeld een vitaminetekort. Maar laten we wèl wezen. Iedereen heeft energieblokkades, niemand heeft de volmaakte manier van in het leven staan. Boeken als dat van Louise Hay nodigen uit tot omdraaien. Dat er een spiritueel/mentaal/karakterprobleem mede ten grondslag ligt aan een bepaalde ziekte betekent dus niet dat het ontbreken van een ziekte maakt dat iemand op dat gebied ‘gezond’ is. En het betekent ook niet dat iemand nooit ziek zal worden, als er maar genoeg gemediteerd, gevisualiseerd of gepositiviseerd wordt. Ziekte kan niet zomaar gereduceerd worden tot een factor. Hoe goed zijn je genen? Hoe goed is je voeding? Hoe gezond is je omgeving? De luchtkwaliteit?
Maar da’s nog tot daar aan toe. Vaak zien we ook dat ziek worden en ziek blijven, of erger, sterven aan een ziekte, vertaald wordt met niet hard genoeg aan jezelf gewerkt hebben. Ga je dood aan kanker? Dan heb je je innerlijke negativiteit niet overwonnen en meer van dat soort onzin.
Dit soort gedachtegangen zijn om twee redenen schadelijk. Ten eerste omdat blaming the victim in alle gevallen heel erg verwerpelijk is. Het is nooit waar, doet mensen vreselijk tekort en kweekt nare onterechte zelfgenoegzaamheid.
Ten tweede omdat door de blaming the victim-redeneringen veel mensen vaak van het hele idee dat je geest (heel veel) invloed heeft niets meer willen weten. Op die manier wordt het kind met het badwater weggegooid. Want zoals het placebo-effect aantoont: het is niet voor iedereen hetzelfde. Het is net als met alles een kwestie van talent en weten hoe dit te mobiliseren. En dat laatste kan geleerd worden.
Op het moment dat de kracht van onze geest gewoon onderzocht mag worden. Op het moment dat ook kleine stappen mogen tellen. Of dat ‘geen resultaat’ niet meer vertaald wordt met ‘het ligt aan je instelling,’ maar gewoon met ‘jammer, maar helaas’. Op dat moment komt er ruimte. Dan kunnen mensen die ontdekkingen doen op dit gebied hun verhaal doen zonder dat ze onmiddellijk de term ‘orenmaffia’ naar hun hoofd krijgen. En kunnen mensen vrijblijvend kijken of er wat voor hen bijzit, waar zij zich thuis bij voelen om te proberen. Zonder dat de omgeving ze òf voor gek verklaart òf veroordeelt als de resultaten niet volmaakt zijn.
Door Hagetessa