Achter in de tuin is mijn buitenaltaar. Verborgen onder de bruidsluier, die de rozenstruik, een erfenis van de vorige bewoners, totaal overwoekerd heeft liggen stenen uit verschillende streken. Nederlandse en buitenlandse. Ik heb altijd wat met stenen gehad. Als kind verzamelde ik ze al. Iemand bij ons in de straat had een oprijlaan van grint. En soms, als we naar school liepen was daar een bepaald steentje dat riep, dat opviel, dat mee wou met me. Terugdenkend is dat met stenen eigenlijk altijd al min of meer zogeweest, dat ik me liet roepen. Vroeger bleven die stenen in mijn jas of ze belandden op mijn kamer. Of ik speelde ermee in de serre die tegen ons huis aangebouwd was. Uiteindelijk verdwenen ze meestal. Naar buiten neem ik aan.
Later leerde ik over de eigenschappen van edelstenen, ging ik naar mineralenbeurzen en verkende ik die wereld. Een mooie wereld. Ook daar heb ik geleerd me te laten roepen door een steen en me niet teveel aan te trekken van wat er in de boekjes stond. Maar het had toch niet hetzelfde als in een bos lopen en een metgezel vinden. Maar met mineralen kun je werken. Hoe zit dat eigenlijk met gewone stenen?
Vanuit het sjamanisme leerde ik dat stenen de botten van moeder aarde zijn. Stenen onthouden, ze zijn goed in het vasthouden van energie. Op plekken waar iets naars gebeurd is, kunnen stenen de energie vasthouden zodat iemand die gevoelig is daar ineens in terecht kan komen. Stenen kunnen huizen zijn, boodschappers, metgezellen.
Sjamanen gebruiken stenen om ziekte in op te slaan. Als ze een ziekte uit iemands lichaam halen, stoppen ze die in een steen zodat ze zelf niet met de energie rond blijven lopen en daarmee het gevaar lopen zelf ziek te worden. Er wonen geesten in stenen, die geëerd worden met offers. Ze kunnen ook een gevangenis zijn voor een kwade geest.
In de zweethut werden de gloeiende stenen binnengedragen. Eén voor eén. Ieder van de stone-people werd welkom geheten en geëerd. Met elke steen, werd de hitte intenser… Om het vol te kunnen houden, leerde ik me te verbinden met de stone people. Leerde ik me openstellen voor hun kracht en steun. Stone people, dank voor jullie hulp.
Tegenwoordig doe ik geen zweethutten meer, maar de lessen die ik daar geleerd heb, in het donker, zijn me nog steeds behulpzaam in het beter begrijpen van stenen. Een steen gaf me kracht tijdens een wandeling in Schotland en in ruil daarvoor nam ik hem mee in mijn jaszak, naar allerlei verschillende plekken. Nu ligt hij bij mijn tuinaltaar, tot hij me weer het gevoel geeft dat het tijd wordt voor een andere omgeving. Ik heb geleerd om stenen te gebruiken in mijn rituelen. Steen vindt het prima om een anker te zijn voor een bepaalde energie. In een bepaalde vorm van voorouderwerk dat ik doe, zijn het stenen die representanten zijn voor specifieke voorouders. En ik voel dat zich verschillende energieën met de stenen verbinden zodat ermee gewerkt kan worden.
Ook gewone stenen kunnen helpen, vaak omdat ze steun kunnen geven op bepaalde gebieden. In de cursus die ik afgelopen zomer gaf, was een vrouw die veel moeite had met zichzelf rust gunnen, ze moest altijd maar door van zichzelf. Een van de grote stenen die ik mee had genomen om de rituele ruimte af te bakenen, maakte duidelijk kenbaar dat hij de kwaliteiten had om haar daarmee te helpen. Ze was heel gevoelig en ze merkte duidelijk de kracht, steun en vriendschap die ze ondervond van de steen. Voor mij was het een nieuwe ontwikkeling, om op deze manier stenen in mijn werk te betrekken, of liever gezegd, te laten gebeuren dat ze zichzelf erbij betrokken.
Maar ik hoop nog veel samen te werken met de steenmensen. En lach zachtjes in mezelf als ik mijn kinderen thuis zie komen met hun zakken vol stenen. Steen is geduldig, ze zullen tegen ons blijven spreken en wachten tot we eindelijk weer gaan horen.