Sint Maarten


11 november is de dag dat mijn lichtje branden mag.” Kinderen in verschillende regio’s in Nederland vieren Sint Maarten door bijvoorbeeld met een lampion langs de deuren te gaan en liedjes te zingen. Ze krijgen dan fruit of snoepgoed van de bewoners. Is het een typisch christelijk feest, of heeft het ook een heidense achtergrond? Het feit dat 11 november 1 november is volgens de Juliaanse kalender, geeft te denken.

Martinus
De naam van het feest van Sint Maarten komt van Martinus van Tours, een jonge officier in het Romeinse leger. Hij zou in 316 geboren zijn in Savaria (nu Hongarije), als zoon van een rijke koopman of een Romeins tribuun. Op zijn tiende nam hij al catechismuslessen, tegen de zin van zijn ouders. Hij had al veel weggegeven aan armen, toen hij voor de poort van de stad Amiens een bedelaar in lompen tegenkwam. Omdat hij geen geld meer op zak had, sneed hij zijn mantel doormidden met zijn zwaard en gaf de helft aan de bedelaar, onder gehoon van zijn strijdmakkers. De mantel was (voor de helft?) eigendom van het leger; Martinus mocht hem niet in zijn geheel weggegeven, en wilde trouwens zelf ook wel warm blijven.
In de nacht erna kreeg hij een droom waarin Jezus aan hem verscheen en zei dat Martinus hem gekleed had met de helft van zijn jas. Daarop besloot Martinus zich te laten dopen en hij verliet het leger. Op zijn negentiende werd hij exorcist en later in zijn leven, circa 371, werd hij door de bevolking benoemd tot bisschop van Tours. In 397 overleed hij, ongeveer 80 jaar oud, aan koortsen en in de vijfde eeuw werd hij heilig verklaard. Sindsdien is zijn sterfdag, 11 november, zijn officiële gedenkdag.
Diverse schilders, onder wie Rubens en Van Dijck, hebben de scène voor de poort afgebeeld. De stad Utrecht heeft aan de mantel zijn wapen ontleed: half rood (van de mantel), half wit (vanwege de onderkleren die zichtbaar werden). “Rechtsgeschuind van rood en wit, en de witte helft droeg de beeltenis van Sint Maarten.” Dat was de patroonheilige van de stad, en de Domkerk is ook bekend als de Grote of Sint Maartenskerk.

Landbouw
Volgens Jef de Jager: “Hoewel in aanleg een zuiver religieus feest, sloeg Sint-Maarten extra aan, doordat het samenviel met de landbouwcyclus. Het vee staat tegen die tijd op stal en de meeste buitenwerkzaamheden voor boeren lopen ten einde; hun ‘winterslaap’ begint. Voor de volksweerkunde had het feest nog een voorspellende waarde: ‘Nevels in Sint-Maartensnacht maken de winter kort en zacht’.”
Volgens Wikipedia (pagina over Martinus van Tours): “Sint-Maarten was vroeger de datum waarop de oogst binnengehaald moest zijn en het vee op stal ging. Op die dag werden ganzen geslacht. Op 11 november werden de grote Sint-Maartensvuren ontstoken. Dit gebruik gaat terug op een Germaans feest ter ere van Wodan. Men bracht dankoffers en brandde reinigende vuren om de vruchtbaarheid van het land en vee te bevorderen.” (Elders wordt dit betwist, of in een ander perspectief geplaatst: ‘vuren zijn van alle tijden, en niet typisch heidens’).
Fuchs en Simons: “Op vele plaatsen wordt ’s avonds het Sint Maartensvuur ontstoken, waarbij alles wat maar branden wil, gebruikt wordt. Allerlei onderzoekers naar de diepere en de diepste betekenis van oude volksgebruiken, willen hierin een afweermiddel zien tegen de boze geesten en heksen die verdreven moeten worden.” en “Het feest van Sint Maarten is (namelijk) steeds een eetfeest geweest; men brengt dit wel in verbinding met november als slachtmaand en met het feit dat deze Sint zo gul was voor de armen.” Traditionele gerechten waren pannekoeken, mispels en de Sint Maartensgans, maar er waren ook korven met appels, peren en tamme kastanjes.

Samhain
Janet en Stewart Farrar wijzen erop dat Sint Maarten (Martinmas) samenvalt met het feest van Samhain, omdat de kalender in de loop der tijd zo’n elf dagen is verschoven (afhankelijk van waar in Europa je woonde of beter: in welk jaar de juliaanse kalender door de gregoriaanse werd vervangen). Samhain (sow-in, met de uitspraak van sow rijmend op het Engelse cow) is de Ierse naam voor de maand november. Samhuin (de uitspraak wordt in het Engels aangeduid als sav-en, waarbij de n klinkt als het ‘ni’ in ‘onion‘) is Schots ‘Gaelic’ voor Allerheiligen, 1 november. Voor de Kelten was dit het begin van het jaar (en in wicca is Samhain de naam voor het feest op de vooravond van 1 november, het heksen-nieuwjaar). Toen er nog geen landbouw was, of die maar heel weinig opleverde, was het niet mogelijk om de hele kudde te voeden gedurende de winter. Ook voor de mensen was mogelijk niet genoeg plantaardig voedsel beschikbaar. Daarom werd alleen een basiskudde in leven gehouden waarmee weer gefokt kon worden, en de rest werd geslacht en gezouten. Een deel van het vlees kon niet ingemaakt worden, en daarmee werd nog een feest aangericht. Ook de gewassen moesten voor 1 november van het land zijn, en alles wat dan nog niet geoogst was, werd achtergelaten omdat de ‘pooka‘ (púca) geacht werd wat ongeoogst was gebleven te vernietigen of vergiftigen. Vanwege het slachten van de dieren waren de sluiers tussen de werelden dun op Samhain. Tot de tradities bij dit jaarfeest horen vreugdevuren, divinatie, duiken naar appels en bij Halloween worden ook genoemd het uithollen van knollen of pompoenen (en daarin een lichtje plaatsen) en het langs de deuren gaan om te bedelen om voedsel. Hallowe’en (Hallow-even: de avond voorafgaand aan All Hallows of Allerheiligen) wordt op dezelfde datum gevierd als Samhain, mogelijk bewust zo gepland door de vroege kerk, en de tradities lopen inmiddels dooreen. En ze lijken wel erg op hoe in Nederland, België en een deel van Frankrijk en in Oost-Friesland Sint Maarten gevierd wordt.

Volksgebruiken
Ooit was het een feest voor iedereen, maar langzamerhand is Sint Maarten vooral een kinderfeest geworden. Lampionoptochten of met een lampion langs de deuren gaan (‘Sint Maarten lopen’) zijn in delen van het land de belangrijkste vorm. Elders worden er ook vuren ontstoken, en hier en daar worden foekepotten gebruikt (een oud muziekinstrument, ook wel rommelpot genoemd). Boeren legden ook wel de Sint Maartensgarde (een met eiken- en jeneverbessenloof omwonden berketak) in hun huis en als het vee in het voorjaar weer naar buiten mag, wordt het met deze garde uitgedreven.
Inez van Eijk: “Net als op Sinterklaasavond werd er op Sint Maarten ‘gestrooid’, eerst bedoeld als brooduitdeling aan de armen, later vooral bedoeld voor kinderen. Een mand met noten en vruchten werd boven het vuur gehangen en wild geschud zodat de inhoud eruit vloog, of hing zo lang boven de hitte dat er een gat in de bodem brandde waardoor de lekkernij eruit geschud kon worden. De strooiavond heette daarom wel ‘schuddekorf-avond’.” (Die was al in 1276 bekend.)
Ooit werd er zo uitbundig gegeten en gedronken op het Maartensfeest, dat de overheid paal en perk moest stellen aan jeugdige uitwassen. Fuchs en Simons: “Een Dordtse keur uit 1443 vertelt: ‘So die jonghe boefkens op St. Maartensavond lestleden veel onredelijkheden bedreven met groote vuren te bernen opter straten, daertoe der luden banken, doeren ende vengsteren ende houten die zijn afbroken ende krijgen konden, ende verbernden ze ende deden den luden schade.’ Dat kon natuurlijk niet” en daarom werd iedereen aangeraden de belhamels te kastijden en te bedwingen, zodat ze geen vuren meer zouden branden en niet meer de houten en banken en vensters van de mensen weg zouden halen.
Sint Maarten wordt in Nederland vooral gevierd in Noord-Holland boven het IJ, op Terschelling, in Friesland, Groningen en Drenthe, rondom het IJsselmeer, in de Gelderse Achterhoek, in delen van Noord-Brabant en in Limburg.

Lampionnen
Toen mijn ouders jong waren, holde je zelf een suikerbiet, voederbiet of knolraap uit. Ik weet niet zeker of een gezichtje het meest voorkomende figuur was. Het materiaal is net zo kwetsbaar als een pompoen: je snijdt er snel doorheen als je probeert figuren uit te snijden. Een hele mooie variant is om de schil van de knol – of kalebas – niet helemaal open te maken, maar een dun laagje schil te laten staan, waaronder je met een guts mooie figuren graveert. Het licht wordt tegengehouden waar de schil nog dik is, maar de patronen lichten mooi op. In mijn jeugd, in ‘Noord-Holland boven het IJ’, om precies te zijn in de IJmond) maakten we zelf lampions van papier, of gebruikten gekochte lampions uit de winkel, met een kerstboomkaarsje in een houder die al op de bodem is aangebracht. Het grote nadeel van papieren lampionnen is de kwetsbaarheid voor het weer, dat op 11 november vaak regenachtig of winderig kan zijn. Menige lampion vatte vlam en moest door een meelopende vader worden uitgetrapt, en andere raakten snel doorweekt. Tegenwoordig zijn er ‘kaarsjes’ met een batterij, die het een stuk veiliger maken. De lol van het op school allemaal tegelijk een eigen lantaarn maken, is er niet minder om geworden. Op internet vind je tips voor het uithollen van bieten, rapen en pompoenen, en voor het maken van lantaarns van bijvoorbeeld papier of blik.

Liedjes
Waar kinderen met hun lampion over straat gaan en aanbellen om te zingen – het Meertensinstituut heeft in kaart gebracht waar dat is – zijn een aantal liedjes te vinden waarop elders in het land variaties bestaan. Een deel van de Sint Maartensliedjes gaat over de heilige, een ander deel over de slacht. Daarnaast zijn er nog spotliedjes voor degenen die veinzen niet thuis te zijn of die niets willen geven – of te weinig naar de zin van de kinderen aan de deur. Wij zongen vroeger (ongeveer) deze liedjes, een of twee per deur, afhankelijk van hoe snel er werd opengedaan en of er direct voor of na ons groepje nog andere kinderen waren:

Sint Martinus had een koe
Die moest naar de slager toe,
Was ie vet of was ie mager
Evengoed moest ie naar de slager.

Sintere Sintere Maarten
de koeien hebben staarten
de koeien hebben horens
de kerken hebben torens
de meisjes hebben rokjes aan
Daar komt Sintere Maarten aan!.

Hier woont een rijk man,
Die veel geven kan,
Veel kan niet schelen,
We zullen alles delen,
Geef me ’n appel of ’n peer,
Dan kom ik ’t hele jaar niet meer.

Elf november is de dag
Dat mijn lichtje, dat mijn lichtje
Elf november is de dag
Dat mijn lichtje branden mag.

Sinte Maarten mik-mak
Je moeder is een dikzak
Je vader is een duntje
Geef me ’n pepermuntje.

Hier woont juffrouw kikkerdril
Die niks geven wil…

maar er worden ook nu nog nieuwe versjes geschreven. Sommige ‘leuker’ of ‘begrijpelijker’ dan oude liedjes, en soms misschien wat meer ‘politiek correct’, maar kinderen zingen toch wel wat ze zelf leuk vinden, zeker als ze met een club leeftijdsgenootjes en zonder ouderlijk toezicht langs de deuren gaan. Dat gebeurt als het net donker is geworden, en op 11 november is dat al vroeg op de avond. Om 8 uur zijn de kinderen wel weer thuis en binnen, en kunnen dan de ‘oogst’ bekijken – en eventueel verdelen – van snoepgoed, taaitaai, pepernoten en een enkel mandarijntje.

Weerspreuken
Voor weersvoorspellers is Sint Maarten een belangrijke dag. Aan het weer op die dag wordt duidelijk welk weer er te wachten staat:
– Als op Sint Maarten de ganzen op het ijs staan, moeten we met kerstmis door het slijk gaan.
– Is het donker lucht op Sint Martijn, zo zal ’t een zachte winter zijn, maar:
– is die dag het weder helder, de vorst dringt door in menig kelder.
– Zo het loof niet valt voor Sint Martijn, zal ’t een harde winter zijn, maar:
– nevels in Sint Maartensnacht, brengen winters kort en zacht.
– Op Sint-Martinus de wind in zuidwest, heel de winter een regennest.
– Al moet Sint-Maarten een mantel dragen, hij moet toch nog wandelen in zomerse dagen.

En dan zijn er nog deze wijsheden, die weer verwijzen het einde van het landbouwseizoen:
– Wie met Sint Maarten nog akkert, komt er nooit mee klaar.
– Sint Maarten brengt het vee op stal.

Nog een paar dagen en we zullen het weten…

Bronnen
– Van Allerheiligen tot Sint Juttemis. Inez van Eijk. Kosmos, 1995.
– Folklore der Lage Landen. Onder redactie van Tj.W.R. De Haan. Elsevier, 1972.
– Shell Journaal van Nederlandse folklore. J.M. Fuchs en W.J. Simons. 1971.
– Eight Sabbats for Witches. Janet and Stewart Farrar. Hale, 1981.
Sint-Maarten. Meertensinstituut.  (Alle websites eind oktober 2012)
Sint-Maartenszingen. Meertensinstituut.
– Rituelen & Tradities. Sint Maarten. Jef de Jager.
Sint-Maarten (feest). Wikipedia.
Martinus van Tours. Wikipedia.
Samhain. Wikipedia.
Halloween. Wikipedia.

Over Jana

Wicca is mijn religie, achteraf gezien is dat altijd al zo geweest. Ik heb het geluk gehad mensen te leren kennen waarmee het goed klikte. In 1984 hebben zij me ingewijd in een Gardnerian coven. Anders was ik alleen verder gegaan. Mijn ideeën over de rol van man en vrouw komen in wicca terug. Zo ook mijn ideeën over het belang van natuur en milieu: ik vier de jaarfeesten en eet de groenten van het seizoen. En de Wiccan Rede ('Doe wat je wilt, mits het niemand schaadt') was al mijn lijfspreuk voor ik wicca leerde kennen.
Dit bericht is geplaatst in Artikelen met de tags , , . Bookmark de permalink.

5 reacties op Sint Maarten

  1. Margriet schreef:

    Sint Martinus Bisschop,
    ‘roemd van alle landen
    Dat we hier met lichtjes lopen,
    Is voor ons geen schande.
    Hier woont een edelman
    Die ons wel wat geven kan,
    Geef me appel of een peer,
    Dan kom ik het hele jaar niet meer

    Dat zong ik vroeger in Deventer 🙂

  2. Margriet schreef:

    Hier bij ons in het dorp in de Eifel komt op 11 november de “Martinszug” ( Maartenstrein) langs. Sint Maarten te paard, gevolgd door (ouders met) kinderen met lampions. Het hele dorp loopt uit en alle huizen langs de route zijn versierd met lichtjes. Vroeger werd er volop gezongen, maar helaas kennen de kinderen de liedjes niet meer en speelt de harmonie alleen de muziek.
    De stoet stopt onderweg bij het Martinsfeuer, een groot kampvuur, en gaat dan verder naar het dorpshuis. Hier is er glühwein voor de ouders en de kinderen krijgen een Weckmann (broodpopje met een fluit in z’n mond).

  3. Jolanda schreef:

    Mijn favo liedje van vroeger:

    In het najaar als het donker wordt
    De zomer gaat slapen, de dagen zijn kort
    Is er altijd toch weer licht om mij heen
    Het licht van St Maarten, zo schijnt er geen een

    • Morgana schreef:

      Hallo Jolanda, ja 11-11 is het zover. Ik woon in de beurt van UTRECHT en zie de verwijzingen naar St. Maarten heel vaak 🙂

  4. Martine schreef:

    Een ander liedje ter ere van St. Maarten is het volgende……..
    Sintermertes veugelke
    hey ein rood keugelke
    hey ein blauw stertje
    hupsa Sintermerte
    Heb ik als kind menigmaal gezongen rondom de troshoop. Die troshoop was erg belangrijk voor mij in mijn kinderjaren.
    Ik ben 11 november geboren en men noemde mij Martine. Rondom het dorp waar ik opgroeide waren altijd meerdere troshopen in brand waarover ik mij verwonderde en mijn vader zei: die zijn allemaal voor jou omdat je vandaag jarig bent, alle mensen vieren jouw feest.

Reacties zijn gesloten.